Abdijsiroop
^bonbons
H. D. VERTELLINGEN.
KLENE's KAUWGOM
HANDELSBLAD
brengt ,,iets nieuws'
AKKER's
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 3 JANUARI 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door ENRIQUE RUIZ DE LA SEBNA.
Het Huis
lederen avond, wanneer hun weg leidde
langs het meubelmagazijn, bekeken de beide
verloofden met de grootst mogelijke belang
stelling het slaapkamerameublement. De
wensch, het als hun eigendom te bezitten,
was bij hen zoo sterk, dat zij zich geen ander
slaapkamerameublement meer als het hunne
konden voorstellen. Het breede bed, de bc-
kleede leunstoelen, de zachte rust- en ster-
kussens, de glinsterende spiegel brachten hun
bloed in weldadige beweging en in hun droo-
men van huiselijk geluk was het dit hoekje
van het meubelmagazijn, dat hun gevoelens
bevredigde en waarin zij het heiligdom van
hun huls zagen.
Het huis! De gemeenschappelijke gedachte,
het te stichten, had hen naar deze plek ge
leid. Op een dag hield zij wier jeugd in
eenzaamheid en somberheid was voorbij ge
gaan, zonder dat de verlossende liefde haar
had verhelderd voor de uitstalkast stil.
Den volgenden dag richtte ook hij, wiens
leeftijd meer met de wij ranken van October
dan met de rozen van Wpvil te vergelijken
was, zijn blikken op de etalage. Den derden
dag eindelijk richtte zij onderzoekend haar
blikken op hem en ofschoon zij hem ook niet
overdadig knap vond, zij kreeg van hem toch
den indruk van deugdzaamheid en trouw. Hij
van zijn kant onderwierp haar gestalte aan
een onderzoek. Van schoonheid was in haar
goedhartig gelaat niets te bespeuren. Met
zoo weinig zon zoomin hij als zij in vroegere
jaren genoegen hebben genomen. Maar nu..
„Wanneer je naar bed gaat, dan zal ik
naast het hoofdkussen in den leunstoel gaan
zitten en je voorlezen uit de mooiste boe
ken.
„Op die manier zal hét niet het ware zijn.
Want, je kunt dan, zoodra ik de oogen heb
dicht gedaan, mij verlaten en naar de bios
coop of je vrienden gaan. Jij moet, mijn heer
en gebieder, de eerste zijn. die zich ter ruste
legt, en ik zal in den leunstoel naast je gaan
zitten en je niet uit het oog verliezen en je
verhalen vertellen, tot je bent ingeslapen als
een kind."
Kinderen waren' zij belden, die, wanneer
zij niet sliepen, met open oogen droomden
van wonderlijke ervaringen van allerlei aard,
van niet beleefde gebeurtenissen, die zij
wenschten te beleven en die zij elkaar
ln strijd met het gebruik vertelden, voor
zij beleefd waren.
En zij waren er van overtuigd, ze te bele
ven. Het ontbrak hun daartoe aan niets an
ders dan: geld. Maar dat zouden, zij wel
krijgen. N'et groot, om niet te zeggen karig,
waren de spaarpenningen, die hij als bank-
beambte had kunnen wegleggen; bescheiden,
om niet te zeggen armzalig, was de dage-
lijksche verdienste, die zij met haar flinke
vingers uit de toetsen van de schrijfmachine
wist te kloppen. Maar zij wilden nog meer
werken en sparen. En wie weet
Zij werkten, zij spaarden. En het wonder
gebeurde. Op zekeren dag telden zij hun ka
pitalen op en ontdekten, dat hun nog enkele
goudstukken ontbraken. Nog twee maanden
en het slaapkamerameublement zou hun
eigendom zijn.
In hun gedachten was het trouwens al ge-
ruimen tyd hun eigendom geworden De ge
woonte, deze meubelen te bezichtigen, had
ze ze doen liefkrijgen: deze meubelen toch
hadden de gelukkige uren van hun toekomst
verwachtingen omlijst, alsof zij zwijgende ge
tuigen waren van een familiegeschiedenis,
die de geheimste aangelegenheden, de zui-
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cl», per regeL
Geeft uwe advertenties op
ter plaatsing in het
HET algemeene GROOTE
dagblad der beschaafde
kringen. ALLE soorten
advertenties worden zonder
pr\jsverbooging aangenomen
22 bij het
Bijkantoor Handelsblad
Wensing's (Alp. Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
Telefoon 10209
verste vreugden van het familieleven in zich
bergt; immers zij zouden ook een veilig toe
vluchtsoord worden voor de uren van leed en
ongeluk.
Enkele goudstukken. Het waren er maar
enkele, die zij moesten bijeenbrengen. Ein
delijk, op een avond, zeide hij tot haar;
..Morgen". En beiden wilden nog één maal
de laatste maal voor de etalage van de
meubelfirma droomen.
Zij gingen er heen het ameublement
stond niet meer in de uitstalkast; er was wel
een slaapkamer-ameublement geëtaleerd
maar niet het „hunne". Zij gingen den win
kel binnen. „Mijnheer", vroegen zij den chef,
„waar is het slaapkamerameublement, dat
gisteren nog in de etalage stond?"
„Het slaapkamerameublement?O, ja,
dat is verkocht; gisteravond kocht een
bruidspaar het."
Het paar wisselde een blik van grenzen-
looze teleurstelling. De chef van de firma
merkte beminnelijk op, dat hij een gelijk
ameublement zou kunnen laten maken, in
dien de cliënten het zouden wenschen.
„Neen, neen, dank U wel."
Een ander, een gelijkWaartoe? Hoe
zeer het op het verkochte mocht gelijken,
het was toch niet hetzelfde", hetzelfde met
de verschillende houtsoorten, zijden stoffen
en spiegelglas waarvan zooveel verwachtin
gen. zooveel droomen van geluk waren ver
bonden.
Zij verlieten het meubelmagazijn, zonder
een woord te spreken; en zonder een woord
te spreken namen zij afscheid van elkaar.
Beiden werden zij beheerscht door dezelfde
gedachte: dat het lot hun huis had wegge
nomen, voor het hun eigendom was gewor
den.
Den volgenden dag ontmoetten de verloof
den elkaar niet. En den daaropvolgenden
evenmin. En den dag die daar weer op volg
de ook niet. En nooit meer.
OP EEN AUTO MET SMOKKE
LAARS GESCHOTEN.
EEN GEDOOD EN EEN GEWOND.
KERKRADE. 2 Januari OLD.) Dinsdag
middag passeerde onder Haanrade onder de
gemeente Kerkrade een auto, geladen met
smokkelwaar. Door de Duitsche politiewerd
de chauffeur gesommeerd om te stoppen,
dqch hij gaf daaraan geen gevolg en reed in
snelle vaart door. Een der beambten zag nog
kans om op de treeplank van den auto te
springen en hij trachtte den auto te doen stil
staan. De chauffeur verhinderde dit, waarop
de beambte van zijn wapens gebruik maak
te en den chauffeur een doodelijk schot toe
bracht. Ook op de andere vier inzittenden
loste hij schoten. Een hunner werd in de
borst getroffen. Deze man is naar het hospi
taal te Kerkrade overgebracht. De drie ande
ren wisten te ontkomen. De auto is in beslag
genomen.
ANNA VAN GOG H—KAULBACH
60 JAAR.
Op 31 December vierde Anna van Cog h—
Kaulbach in intiemen kring haar zestigsten
verjaardag. Velen uit de litteraire en tooneel-
wereld gaven -blijken van belangstelling in
en waardeering voor het werk van de jubila-
resse. Zoo 'kwamen gelukwenschen binnen
van mevr. Simons Mees, Hélène Swarth,
Henriette Roland Holst, J. B. Schuil, Top
Naeff, Frans Mijnssen, Marie Schmidt, Her
man Robbers, Nico van Suohtelen, Rika
Hopper, T. M. van Kampen en Zn., de Wereld
bibliotheek e.a.
Talrijke bloemstukken o.a. van Is. Quérido,
Nic. van Suchtelen, Adrlaan van der Horst,
J. M. Meulenhoff, Ko van Dijk, Kommer
Kleyn, Esther de BoerVan Rijk, sierden de
kamer der jubilaresse.
Ook verschillende tijdschrift-redacties en
maatschappijen, waarvoor Mevr. van Gog h
artikelen schreef, zonden blijken hunner be
langstelling.
Dat velen uit haar uitgebreide lezerskring
in het jubileum van de schrijfster een ge
schikte aanleiding vonden haar te huldigen,
Is te begrijpen.
DE MOORD OP KAPITEIN
DE QUANT.
GEEN POLITIEKE BETEEKENIS.
Aneta seint uit Bandjemasin d d, 31 Dec.:
Nadere berichten omtrent het onderzoek in
zake den moord op kapitein De Quant melden
dat de daad geen politieken ondergrond
heeft. De dader is een zekere Hadji Doerasit,
afkomstig uit de kampong Maroentoe. Het is
gebleken dat kapitein De Quant een aan de
zen hadji toebehoorenden tongkowangstam,
welke 5o waard was, drijvende heeft ge
vonden in de rivier. Kapitein De Quant heeft
deze in beslag genomen. Daarna is de stam
door het negri-bestuur genummerd evenais
zulks gebruikelijk is met alle stammen, welke
toebehooren aan het negri-bestuur. Toen ka
pitein De Quant per motoiboot een bezoek
kwam brengen aan den kampong, verzocht
de hadji hem opheldering. Hem was n.l. ge
bleken toen hij den negri-klerk om inlichtin
gen over de quaestie gevraagd had, dat deze
klerk meende dat kapitein De Quant waar
schijnlijk den stam had gerequireerd voor de
negri. Hadji Doerasit vroeg nu aan kapitein
De Quant hem deze zaak te willen ophelde
ren, waarop een woordenwisseling volgde.
Gedurende deze twist haalde hadji Doera
sit plotseling een steekwapen te voox-schijn
en bracht daarmede kapitein De Quant ver
scheidene steken toe.
De officier stortte daarop in de rivier. Een
werkman, die in de motorboot was meegeko
men en het gebeurde zag. schoot den dader
van uit de boot neer. Deze was dadelijk
dood. Op dat oogenbiik kwam onder het ma
ken van wilde gebaren en het uitstooten van
felle kreten de zoon van Hadji Doerasit aan
rennen Hij had zijn vader zien dood schie
ten en maakte nu amok. Het kon niet anders
of ook deze woesteling moest worden neer
gelegd. Thans loopen er geruchten dat-
Hadji Doerasit een der panglima's is, die be
trokken zijn bij het verzet van Poei-oek Tja-
hoe. Hij was reeds een oud man.
De vermoorde stond bekend als een streng
gezaghebber. Maroentoe is een halve dagreis
bovenst/rooms Poeroek Tjahoe gelegen. Het
incident blijkt geen invloed te hebben ge
had op de gemoederen van de bevolking.
Volgens de laatste berichten is het in de
streek volkomen rustig.
NIEUW ALASTRIMGEVAL TE
ROTTERDAM.
Op 31 December is in Rotterdam een zeer
licht geval van alastrim vastgesteld bij een
43-jarige vrouw. De oorsprong der besmet
ting is onbekend.
MAN IN ZIJN BED VERBRAND.
Vreeselijke vondst te Amsterdam.
Woensdagnacht om twee uur bespeurden
bewoners van een perceel in de le Jan Steen
straat te Amsterdam brandlucht. De brand
weer wei-d gealarmeerd en deze trof in een
slaapkamertje aan de achterzijde een zwaren
rook aan, veroorzaakt door een brandend
bed- Bij de blussching wei'd de 61-jarige be
woner J. J. Bakhuis, kleermaker van beroep,
met hevige brandwonden over het geheele
lichaam op het bed aangetroffen. De nacht-
kleeding was voor een gedeelte weggebi-and
en het lichaam was vi'oeselijk vexrninkt. Bij
het wegdragen bleek, dat de levensgeesten
reeds geweken waren. De G. G. D. werd ge
waarschuwd: per auto werd het stoffelijk
overschot naar het Binnengasthuis overge
bracht.
Daar een pijp in het ledikant werd aange
troffen wordt aangenomen dat de kleermaker
gerookt heeft en dat hij in slaap gevallen is,
meldt de Tel.
ALS DE WIERINGERMEER
DROOG KOMT.
EéN GEMEENTE?
Naar de TeL verneemt is binnenkort te
verwachten de indiening van een wetsont
werp betreffende de gemeentelijke indeeling
van de einde van dit jaar of begin van het
volgende jaar droogvallende Wieringer-
meer.
Het voornemen is, voor het geheele gebied
van omstreeks 20-000 hectaren één gemeente
te vormen. Thans is de Wieringermeer voor-
loopig ingedeeld bij de gemeenten Medem-
blik, Wieringen, Winkel en Barsingerhorn.
Voor een goede organisatie van de nieuwe
gemeente van den beginne af aan is het
noodig, dat de definitieve indeeling zeer spoe
dig plaats heeft. Veel zal in deze te vormen
uitgesti-ekte gemeente grooter nog dan de
Haarlemmermeer dadelijk georganiseerd
moeten worden, zooals inrichting der admi
nistratie. regeling van den woningbouw, ge
zondheidszorg, poli tieregelin gen, stichting
van openbare gebouwen enz.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel
Tegen:
Hoest
Bronchitis
Verkoudheid
Influenza
Heeschheid
Keelpijn
Asthma
Buiten:
Abdijsiroop
BONBONS
Een nieuwe vinding maakte het mogelijk
de vanouds bekende Akker's Abdijsiroop
te „stollen" tot een gemakkelijk in den
zak mede te nemen „bonbon", met "be
houd van de genezende bestanddeelen.
Akker's Abdijsiroop-bonbons zijn het aangewezen
middel voor allen die aan borst en keel lijden en
ook buitenshui» Abdijsiroop willen gebruiken.
NA DE ONTPLOFFING TE GRONINGEN.
Een jongen, die gisterenmorgen de Bonte-
bi-ug te Groningen passeerde in de nabijheid
van de plaats, waar de ontploffingsramp
aan boord van de sleepboot „De Onderne
ming" zulk een vernieling aanrichtte, vond
op den weg een briefkaart, welke moet heb
ben toebehoord aan den verongelukten sleep
bootkapitein Jasper. Het merkwaardige is,
schrijft de Tel. dat terwijl de geheele boot
uit elkaar is geslagen en nagenoeg alles in
de omgeving is vernield, deze brief kaart vrij
wel ongeschonden te voorschijn is gekomen.
MOEILIJKE ARRESTATIE OP
EEN SLAAPZAAL TE UTRECHT.
DE BRANDWEER KWAM ER BIJ
TE PAS.
De Utrechtsche politie heeft op Nieuwjaars
dag een moeilijke arrestatie te verrichten
gehad. Een 36-jarig Rotterdammer, die bij
het Leger des Heils onderdak had gevonden,
moest nog drie dagen hechtenis uitzitten en
men besloot hiermede zoo spoedig mogelijk
een begin te maken. Om zeven uur 's mor
gens schelden een paar agenten bij het Heils
leger aan, doch toen zij op een der slaap
zalen den man dachten te arresteeren. bleek,
dat deze zich achter tafels en ledikanten had
verscholen. Het was zelfs niet mogelijk de
slaapzaal binnen te dringen. Een der agen
ten beklom daarop een ladder om den man
ten minste door een der ramen te observee-
ren, maar dat stond hem zóó slecht aan, dat
hij begon te tieren en als een bezetene over
de zaal rende. Ten slotte gooide hij een hand
vol kalk tegen het raampje, zoodat verder
inkijken was uitgesloten. De geneeskundige
dienst werd nu gewaarschuwd evenals de
brandweer. Nadat de politie eerst nog een
andere ruit had ingeslagen, hetgeeix een
regen van projectielen ten gevolge had. heeft
de brandweer den Rotterdammer met vier
stralen bespoten. Dit stortbad noopte hem
zijn toevlucht op de W. C. te zoeken. Ook hier
verdedigde hij zich hardnekkig, totdat hij
door het water eveneens .van deze schuil
plaats werd verdreven.
Men heeft hem eindelijk overgebracht
naar de psychiatrisch-neurologische kliniek
van prof. Bouman. Nader is gebleken, dat de
man eenigen tijd geleden uit een krankzinni
gen-gesticht is ontsnapt, zoodat waarschijn
lijk de angst opnieuw in een dergelijke in
richting te worden opgesloten niet vreemd is
aan zijn verzet, schrijft de Tel.
DE PHILIPS-LICENTIES.
Open brief van dr. F. L. Rutgers.
Dr. F. L. Rutgers te Utrecht heeft aan
minister Ruys de Beercnbrouck, minister
president een Open Brief gezonden over de
bezwaren tegen de Philips-licent-ies. Dr. Rut
gers vestigt er de aandacht op dat de ver
houdingen tot nu toe normaal gegroeid zijn
en dringend vraagt hij dan ook om in te grij
pen ter bescherming van een handel en in
dustrie, die gedeeltelijk ouder is dan Philips,
en die Philips zelf heeft laten opkomen. Steeds
heeft Philips aangemoedigd tot grooter pro
ductie en nu dreigt zij met volkomen negatie
van normaal gegroeide en bestaande toestan
den en van haar eigen houding in het ver
leden, dit alles met een slag te vernietigen.
Toestanden als deze werden, aldus dr. Rut
gers, tot nu toe in Nederland niet gekend.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regeL
Nederlandsch fabrikaat, prima kwaliteit, 5 tabletten 5 cent.
Uit het Engclsch van
ARCHIBALD EYRE.
34)
De minister lachte niet. „Mijn lieve kind",
begon hij ernstig, „grappen zijn heel aardig,
maar als je verdriet bezorgt aan menschen
die altijd kalm en rustig geleefd hebben, dan
spijt het mij toch dat je jeugdige onbezon
nenheid je zoover gevoerd heeft".
Lilian zocht weer troost in haar zakdoek.
„Meneer Greville", zei ze door het fijne
zakdoekje heen. „ik verzeker u dat ik geen
grappen uitgehaald heb. Ik ben naar Woolla-
combe gegaan om een rustigen tijd te heb
ben. dat weet u immers. Ik verzeker u dat ik
geen schuld heb; gelooft u mij toch".
„Ik geloof alles wat je zegt. kind".
„Ik geef toe", zei Lilian, weer wat opge-
wekter, ..dat de schuld wel een klein beetje
bij mij ligt".
„Wat zeg jc nu weer? En eerst was het
mijn schuld en was jij zoo onschuldig als een
lammetje?"
„Och. ik ben een beetje van streek, geloof
ik. Wat ik bedoel ls dit. Het was mijn schuld
dat uw neef dien ochtend bij lady Shepheard
ingebroken heeft, maar aan wat er verder
gebeurd ls, kon ik niets aan doen. Toen hij
merkte dat ik dien diamanten diadeem had,
die overigens op een heel natuurlijke manier
in mijn bezit is gekomen, haalde hij het
zich in zijn hoofd dat ik tot een bende in
brekers moest behooren. Maak ik het u nu
voldoende duidelijk?"
„Niet heelemaal".
„Ik heb er ook wel uren voor noodig, om
dién heelen warwinkel uiteen te zetten;
ik hoop dat u een heeleboel tijd hebt. Mag
ik bij het begin beginnen?"
Greville knikte toestemmend.
„Vóór ik geboren ben, trouwde mijn vader
met mijn moeder". Lilian begon op dreef te
raken.
„Dat is me bekend. Begin alsjeblieft een
Jaar of twintig later".
„Laat u het mij alstublieft op mijn eigen
manier vertellen. Mijn moeder had voor ze
met vader trouwde en voor ik
„Ja, ja", klonk het een beetje ongeduldig.
„Nu, ze had een lunchroom in Woollacom-
bc samen met haar oudere zuster, de tante,
waar ik gelogeerd heb"
„Ga door".
Juist toen Lilian wilde verder gaan, ging
de deur open en kwam een bediende zeggen
dat meneer George Hemmings meneer Gre
ville spreken wilde.
„Laat mij u alstublieft eerst alles uitleggen
voor u hem ontvangt", vroeg Lilian smee-
kend, „ik zal heel kort zijn".
„Vraag meneer Hemmings om te wachten"',
zei Greville.
Toen de bediende de kamer weer verlaten
had. vertelde Lilian in het kort alles wat de
laatste dagen gebeurd was en de minister
luisterde aandachtig.
„Wel Lilian", zei hij, toen ze klaar was. „Je
hebt tenslotte misschien niet zooveel schuld
als ik dacht. Zooals je zelf hebt. gezegd, zijn
al deze dwaze verwikkelingen het gevolg van
je onverantwoordelijk gedrag in den nacht
van het bal van lady Templedown, maar om
dat je erge spijt hebt
„Ja vreeselijk veel spijt", zuchtte Lilian.
„Het was heel onhebbelijk en ondoordacht
van mij, ik wildeik wilde dat ik een
beetje fijngevoeliger was geweest".
..Kom. kom. het ls tenslotte niet zoo heel
erg", suste Greville. „Misschien mag ik je
Juist wel graag lijden omdat je bent zooals
jc bent"
„Dat pleit niet voor uw smaak", beweerde
Lilian. Maar haar gezicht klaarde toch op.
Wéér ging de deur open en de bediende
verscheen thans met een kaartje. Greville
keek er even naar en een uitroep van ver
bazing kwam over zijn lippen.
„Lord Harlsmore, wat zou die willen!"
„Lord Harlsmore, wat een brtuallteit. Het
is alsof een zakkenroller een politie-agent
komt opzoeken!" vond Lilian.
„Ik moest hem toch maar ontvangen",
vond Greville, „misschien krijg ik wel wat
nieuws te hooren".
Lilian sprong op. „Zal ik weggaan?"
„Je kunt zoolang in de kamer hiernaast
blijven".
Lilian liep de aangrenzende kamer in en
stak haar hoofd tusschen dc deur, die ze half
dicht had gedaan.
„Moet die heelemaal gesloten worden?"
vroeg ze.
„Neen, maar denk aan je goede voorne
mens".
Lilians hoofd verdween toen de deur van
de studeerkamer open ging en lord Harlsmore
binnenkwam. Hij leek niet op zijn gemak.
„Ik kom uit naam van mijn moeder", begon
hij aarzelend. „Mevrouw Hemmings is mijn
moeder komen opzoeken en is bij ons thuis
ziek geworden".
Greville schrok zichtbaar.
„Het is niet ernstig", stelde lord Harlsmore
hem gerust, „ik geloof dat zij erg vermoeid
was en zenuwachtig. Maar mijn moeder vond
het beter dat mevrouw Hemmings eerst bij
ons wat bleef rusten en zij heeft mij ge
stuurd om het u te zeggen, zoodat u zich
niet ongerust zou maken".
„Zoo", zei Greville. Hij keek lord Harlsmore
scherp aan en de Jongeman werd onrustig
onder zijn blik.
..Wilt u uw moeder zeggen dat ik mijn zus
ter in den loop van den avond zal komen
opzoeken en haar dan meteen kom bedan
ken voor haar goede zorgen".
„Zeker", zei lord Harlsmore en hij maakte
aanstalten om heen te gaan.
„Een oogenbiik, lord Harlsmore. Gaat u
zitten".
Er was een gebiedende klank ln Greville's
stem en de Jongen gehoorzaamde onmiddel
lijk.
„Ik heb mijn moeder beloofd om zoo gauw
mogelijk terug te komen", mompelde hij.
„Ik zal u niet lang ophouden. Mijn zuster
is hier vandaan naar lady Harlsmore gegaan
om haar een kleinood terug te bezorgen dat
door toevallige omstandigheden in haar han
den is gekomen. Weet u misschien of uw
moeder het ontvangen heeft?"
Lord Harlsmore schuifelde onrustig op zijn
stoel heen en weer.
„Ik geloof
„U zult toch wel weten of het uw moeder
overhandigd is of niet?"
„Dat is niet gebeurd".
..Was u bij het onderhoud tusschen mijn
zuster cn uw moeder tegenwoordig?"
„Ja".
„.Is er ook over dat kleinood gesproken?"
De jongen kon haast niet stil blijven zit
ten. „Mevrouw Hemmings", kwam er einde
lijk uit, „was, naar ze zei gekomen om den
diadeem aan mijn moeder terug te geven. Ze
vertelde dat ze hem in haar zwarten koffer
.vega-esloten had, maar ongelukkigerwijze.."
„Nu?" drong de minister aan, toen de
leugdige graaf aarzelde.
..Toen de koffer geopend werd, bleek de
diadeem er niet in te zijn!"
„Er niet in?"
„Neen". Zijn vingers bewogen zich ruste
loos over dc stoelleuning.
Greville had geen oog van hem af.
„Er niet in?" vroeg hij nog eens.
„Het is een buitengewoon pijnlijke zaak",
zei de jongen stamelend. „Naar mijn mee
ning is hij er ook nooit in geweest. Het is
immers haast niet aan te nemen dat me
vrouw Hemmings in het bezit van het stuk
gekomen kan zijn. Ik voor mij geloof dat zij
van streek is geraakt door dien diefstal
en zich in het hoofd heeft gehaald
„Heeft mijn zuster die verklaring gege
ven?" -
„O neen".
„Hoe verklaarde zij de vermissing van den
diadeem dan?"
Loi-d Harlsmore slikte een paar maal. „Ik
zeg dat liever niet".
„Ik sta er op".
„Wel", zei de jongeman ten einde raad, „ze
dacht dat haai* zoon hem weggenomen had".
Er viel even een zwijgen; alleen een geluid
uit dc* aangrenzende kamer was hoorbaar.
„Wat denkt u er zelf van?" vroeg Greville
eindelijk.
„Ik heb u a! gezegd wat mijn vermoeden
is".
„Wie heeft aen koffer opengemaakt?"
„Ik".
„Waar stond de koffer?"
„In de hall".
„Was u alleen toen u de koffer opende?"
Lord Harlsmore stond op. „Heusch, meneer
Greville, dit.... dit is te erg. Denkt u mis
schien dat ik den diadeem van mijn moeder
weggenomen heb?"
„Ik vraag niets anders dan of u alleen was".
„Wat heeft dat er mee te maken?"
Opeens werd de deur van de aangrenzende
kamer opengegooid en Lilian stoof het stu
deervertrek binnen. Haar oogen schitterden
en haar wangen waren vuurrood.
(Wordt vervolgd.)