Abdijsiroop ^bonbons H. D. VERTELLINGEN. KLENE's KAUWGOM HANDELSBLAD brengt ,,iets nieuws' AKKER's FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 3 JANUARI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). door ENRIQUE RUIZ DE LA SEBNA. Het Huis lederen avond, wanneer hun weg leidde langs het meubelmagazijn, bekeken de beide verloofden met de grootst mogelijke belang stelling het slaapkamerameublement. De wensch, het als hun eigendom te bezitten, was bij hen zoo sterk, dat zij zich geen ander slaapkamerameublement meer als het hunne konden voorstellen. Het breede bed, de bc- kleede leunstoelen, de zachte rust- en ster- kussens, de glinsterende spiegel brachten hun bloed in weldadige beweging en in hun droo- men van huiselijk geluk was het dit hoekje van het meubelmagazijn, dat hun gevoelens bevredigde en waarin zij het heiligdom van hun huls zagen. Het huis! De gemeenschappelijke gedachte, het te stichten, had hen naar deze plek ge leid. Op een dag hield zij wier jeugd in eenzaamheid en somberheid was voorbij ge gaan, zonder dat de verlossende liefde haar had verhelderd voor de uitstalkast stil. Den volgenden dag richtte ook hij, wiens leeftijd meer met de wij ranken van October dan met de rozen van Wpvil te vergelijken was, zijn blikken op de etalage. Den derden dag eindelijk richtte zij onderzoekend haar blikken op hem en ofschoon zij hem ook niet overdadig knap vond, zij kreeg van hem toch den indruk van deugdzaamheid en trouw. Hij van zijn kant onderwierp haar gestalte aan een onderzoek. Van schoonheid was in haar goedhartig gelaat niets te bespeuren. Met zoo weinig zon zoomin hij als zij in vroegere jaren genoegen hebben genomen. Maar nu.. „Wanneer je naar bed gaat, dan zal ik naast het hoofdkussen in den leunstoel gaan zitten en je voorlezen uit de mooiste boe ken. „Op die manier zal hét niet het ware zijn. Want, je kunt dan, zoodra ik de oogen heb dicht gedaan, mij verlaten en naar de bios coop of je vrienden gaan. Jij moet, mijn heer en gebieder, de eerste zijn. die zich ter ruste legt, en ik zal in den leunstoel naast je gaan zitten en je niet uit het oog verliezen en je verhalen vertellen, tot je bent ingeslapen als een kind." Kinderen waren' zij belden, die, wanneer zij niet sliepen, met open oogen droomden van wonderlijke ervaringen van allerlei aard, van niet beleefde gebeurtenissen, die zij wenschten te beleven en die zij elkaar ln strijd met het gebruik vertelden, voor zij beleefd waren. En zij waren er van overtuigd, ze te bele ven. Het ontbrak hun daartoe aan niets an ders dan: geld. Maar dat zouden, zij wel krijgen. N'et groot, om niet te zeggen karig, waren de spaarpenningen, die hij als bank- beambte had kunnen wegleggen; bescheiden, om niet te zeggen armzalig, was de dage- lijksche verdienste, die zij met haar flinke vingers uit de toetsen van de schrijfmachine wist te kloppen. Maar zij wilden nog meer werken en sparen. En wie weet Zij werkten, zij spaarden. En het wonder gebeurde. Op zekeren dag telden zij hun ka pitalen op en ontdekten, dat hun nog enkele goudstukken ontbraken. Nog twee maanden en het slaapkamerameublement zou hun eigendom zijn. In hun gedachten was het trouwens al ge- ruimen tyd hun eigendom geworden De ge woonte, deze meubelen te bezichtigen, had ze ze doen liefkrijgen: deze meubelen toch hadden de gelukkige uren van hun toekomst verwachtingen omlijst, alsof zij zwijgende ge tuigen waren van een familiegeschiedenis, die de geheimste aangelegenheden, de zui- INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cl», per regeL Geeft uwe advertenties op ter plaatsing in het HET algemeene GROOTE dagblad der beschaafde kringen. ALLE soorten advertenties worden zonder pr\jsverbooging aangenomen 22 bij het Bijkantoor Handelsblad Wensing's (Alp. Advert.-Bureau) TEMPELIERSSTR. 32 Telefoon 10209 verste vreugden van het familieleven in zich bergt; immers zij zouden ook een veilig toe vluchtsoord worden voor de uren van leed en ongeluk. Enkele goudstukken. Het waren er maar enkele, die zij moesten bijeenbrengen. Ein delijk, op een avond, zeide hij tot haar; ..Morgen". En beiden wilden nog één maal de laatste maal voor de etalage van de meubelfirma droomen. Zij gingen er heen het ameublement stond niet meer in de uitstalkast; er was wel een slaapkamer-ameublement geëtaleerd maar niet het „hunne". Zij gingen den win kel binnen. „Mijnheer", vroegen zij den chef, „waar is het slaapkamerameublement, dat gisteren nog in de etalage stond?" „Het slaapkamerameublement?O, ja, dat is verkocht; gisteravond kocht een bruidspaar het." Het paar wisselde een blik van grenzen- looze teleurstelling. De chef van de firma merkte beminnelijk op, dat hij een gelijk ameublement zou kunnen laten maken, in dien de cliënten het zouden wenschen. „Neen, neen, dank U wel." Een ander, een gelijkWaartoe? Hoe zeer het op het verkochte mocht gelijken, het was toch niet hetzelfde", hetzelfde met de verschillende houtsoorten, zijden stoffen en spiegelglas waarvan zooveel verwachtin gen. zooveel droomen van geluk waren ver bonden. Zij verlieten het meubelmagazijn, zonder een woord te spreken; en zonder een woord te spreken namen zij afscheid van elkaar. Beiden werden zij beheerscht door dezelfde gedachte: dat het lot hun huis had wegge nomen, voor het hun eigendom was gewor den. Den volgenden dag ontmoetten de verloof den elkaar niet. En den daaropvolgenden evenmin. En den dag die daar weer op volg de ook niet. En nooit meer. OP EEN AUTO MET SMOKKE LAARS GESCHOTEN. EEN GEDOOD EN EEN GEWOND. KERKRADE. 2 Januari OLD.) Dinsdag middag passeerde onder Haanrade onder de gemeente Kerkrade een auto, geladen met smokkelwaar. Door de Duitsche politiewerd de chauffeur gesommeerd om te stoppen, dqch hij gaf daaraan geen gevolg en reed in snelle vaart door. Een der beambten zag nog kans om op de treeplank van den auto te springen en hij trachtte den auto te doen stil staan. De chauffeur verhinderde dit, waarop de beambte van zijn wapens gebruik maak te en den chauffeur een doodelijk schot toe bracht. Ook op de andere vier inzittenden loste hij schoten. Een hunner werd in de borst getroffen. Deze man is naar het hospi taal te Kerkrade overgebracht. De drie ande ren wisten te ontkomen. De auto is in beslag genomen. ANNA VAN GOG H—KAULBACH 60 JAAR. Op 31 December vierde Anna van Cog h— Kaulbach in intiemen kring haar zestigsten verjaardag. Velen uit de litteraire en tooneel- wereld gaven -blijken van belangstelling in en waardeering voor het werk van de jubila- resse. Zoo 'kwamen gelukwenschen binnen van mevr. Simons Mees, Hélène Swarth, Henriette Roland Holst, J. B. Schuil, Top Naeff, Frans Mijnssen, Marie Schmidt, Her man Robbers, Nico van Suohtelen, Rika Hopper, T. M. van Kampen en Zn., de Wereld bibliotheek e.a. Talrijke bloemstukken o.a. van Is. Quérido, Nic. van Suchtelen, Adrlaan van der Horst, J. M. Meulenhoff, Ko van Dijk, Kommer Kleyn, Esther de BoerVan Rijk, sierden de kamer der jubilaresse. Ook verschillende tijdschrift-redacties en maatschappijen, waarvoor Mevr. van Gog h artikelen schreef, zonden blijken hunner be langstelling. Dat velen uit haar uitgebreide lezerskring in het jubileum van de schrijfster een ge schikte aanleiding vonden haar te huldigen, Is te begrijpen. DE MOORD OP KAPITEIN DE QUANT. GEEN POLITIEKE BETEEKENIS. Aneta seint uit Bandjemasin d d, 31 Dec.: Nadere berichten omtrent het onderzoek in zake den moord op kapitein De Quant melden dat de daad geen politieken ondergrond heeft. De dader is een zekere Hadji Doerasit, afkomstig uit de kampong Maroentoe. Het is gebleken dat kapitein De Quant een aan de zen hadji toebehoorenden tongkowangstam, welke 5o waard was, drijvende heeft ge vonden in de rivier. Kapitein De Quant heeft deze in beslag genomen. Daarna is de stam door het negri-bestuur genummerd evenais zulks gebruikelijk is met alle stammen, welke toebehooren aan het negri-bestuur. Toen ka pitein De Quant per motoiboot een bezoek kwam brengen aan den kampong, verzocht de hadji hem opheldering. Hem was n.l. ge bleken toen hij den negri-klerk om inlichtin gen over de quaestie gevraagd had, dat deze klerk meende dat kapitein De Quant waar schijnlijk den stam had gerequireerd voor de negri. Hadji Doerasit vroeg nu aan kapitein De Quant hem deze zaak te willen ophelde ren, waarop een woordenwisseling volgde. Gedurende deze twist haalde hadji Doera sit plotseling een steekwapen te voox-schijn en bracht daarmede kapitein De Quant ver scheidene steken toe. De officier stortte daarop in de rivier. Een werkman, die in de motorboot was meegeko men en het gebeurde zag. schoot den dader van uit de boot neer. Deze was dadelijk dood. Op dat oogenbiik kwam onder het ma ken van wilde gebaren en het uitstooten van felle kreten de zoon van Hadji Doerasit aan rennen Hij had zijn vader zien dood schie ten en maakte nu amok. Het kon niet anders of ook deze woesteling moest worden neer gelegd. Thans loopen er geruchten dat- Hadji Doerasit een der panglima's is, die be trokken zijn bij het verzet van Poei-oek Tja- hoe. Hij was reeds een oud man. De vermoorde stond bekend als een streng gezaghebber. Maroentoe is een halve dagreis bovenst/rooms Poeroek Tjahoe gelegen. Het incident blijkt geen invloed te hebben ge had op de gemoederen van de bevolking. Volgens de laatste berichten is het in de streek volkomen rustig. NIEUW ALASTRIMGEVAL TE ROTTERDAM. Op 31 December is in Rotterdam een zeer licht geval van alastrim vastgesteld bij een 43-jarige vrouw. De oorsprong der besmet ting is onbekend. MAN IN ZIJN BED VERBRAND. Vreeselijke vondst te Amsterdam. Woensdagnacht om twee uur bespeurden bewoners van een perceel in de le Jan Steen straat te Amsterdam brandlucht. De brand weer wei-d gealarmeerd en deze trof in een slaapkamertje aan de achterzijde een zwaren rook aan, veroorzaakt door een brandend bed- Bij de blussching wei'd de 61-jarige be woner J. J. Bakhuis, kleermaker van beroep, met hevige brandwonden over het geheele lichaam op het bed aangetroffen. De nacht- kleeding was voor een gedeelte weggebi-and en het lichaam was vi'oeselijk vexrninkt. Bij het wegdragen bleek, dat de levensgeesten reeds geweken waren. De G. G. D. werd ge waarschuwd: per auto werd het stoffelijk overschot naar het Binnengasthuis overge bracht. Daar een pijp in het ledikant werd aange troffen wordt aangenomen dat de kleermaker gerookt heeft en dat hij in slaap gevallen is, meldt de Tel. ALS DE WIERINGERMEER DROOG KOMT. EéN GEMEENTE? Naar de TeL verneemt is binnenkort te verwachten de indiening van een wetsont werp betreffende de gemeentelijke indeeling van de einde van dit jaar of begin van het volgende jaar droogvallende Wieringer- meer. Het voornemen is, voor het geheele gebied van omstreeks 20-000 hectaren één gemeente te vormen. Thans is de Wieringermeer voor- loopig ingedeeld bij de gemeenten Medem- blik, Wieringen, Winkel en Barsingerhorn. Voor een goede organisatie van de nieuwe gemeente van den beginne af aan is het noodig, dat de definitieve indeeling zeer spoe dig plaats heeft. Veel zal in deze te vormen uitgesti-ekte gemeente grooter nog dan de Haarlemmermeer dadelijk georganiseerd moeten worden, zooals inrichting der admi nistratie. regeling van den woningbouw, ge zondheidszorg, poli tieregelin gen, stichting van openbare gebouwen enz. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel Tegen: Hoest Bronchitis Verkoudheid Influenza Heeschheid Keelpijn Asthma Buiten: Abdijsiroop BONBONS Een nieuwe vinding maakte het mogelijk de vanouds bekende Akker's Abdijsiroop te „stollen" tot een gemakkelijk in den zak mede te nemen „bonbon", met "be houd van de genezende bestanddeelen. Akker's Abdijsiroop-bonbons zijn het aangewezen middel voor allen die aan borst en keel lijden en ook buitenshui» Abdijsiroop willen gebruiken. NA DE ONTPLOFFING TE GRONINGEN. Een jongen, die gisterenmorgen de Bonte- bi-ug te Groningen passeerde in de nabijheid van de plaats, waar de ontploffingsramp aan boord van de sleepboot „De Onderne ming" zulk een vernieling aanrichtte, vond op den weg een briefkaart, welke moet heb ben toebehoord aan den verongelukten sleep bootkapitein Jasper. Het merkwaardige is, schrijft de Tel. dat terwijl de geheele boot uit elkaar is geslagen en nagenoeg alles in de omgeving is vernield, deze brief kaart vrij wel ongeschonden te voorschijn is gekomen. MOEILIJKE ARRESTATIE OP EEN SLAAPZAAL TE UTRECHT. DE BRANDWEER KWAM ER BIJ TE PAS. De Utrechtsche politie heeft op Nieuwjaars dag een moeilijke arrestatie te verrichten gehad. Een 36-jarig Rotterdammer, die bij het Leger des Heils onderdak had gevonden, moest nog drie dagen hechtenis uitzitten en men besloot hiermede zoo spoedig mogelijk een begin te maken. Om zeven uur 's mor gens schelden een paar agenten bij het Heils leger aan, doch toen zij op een der slaap zalen den man dachten te arresteeren. bleek, dat deze zich achter tafels en ledikanten had verscholen. Het was zelfs niet mogelijk de slaapzaal binnen te dringen. Een der agen ten beklom daarop een ladder om den man ten minste door een der ramen te observee- ren, maar dat stond hem zóó slecht aan, dat hij begon te tieren en als een bezetene over de zaal rende. Ten slotte gooide hij een hand vol kalk tegen het raampje, zoodat verder inkijken was uitgesloten. De geneeskundige dienst werd nu gewaarschuwd evenals de brandweer. Nadat de politie eerst nog een andere ruit had ingeslagen, hetgeeix een regen van projectielen ten gevolge had. heeft de brandweer den Rotterdammer met vier stralen bespoten. Dit stortbad noopte hem zijn toevlucht op de W. C. te zoeken. Ook hier verdedigde hij zich hardnekkig, totdat hij door het water eveneens .van deze schuil plaats werd verdreven. Men heeft hem eindelijk overgebracht naar de psychiatrisch-neurologische kliniek van prof. Bouman. Nader is gebleken, dat de man eenigen tijd geleden uit een krankzinni gen-gesticht is ontsnapt, zoodat waarschijn lijk de angst opnieuw in een dergelijke in richting te worden opgesloten niet vreemd is aan zijn verzet, schrijft de Tel. DE PHILIPS-LICENTIES. Open brief van dr. F. L. Rutgers. Dr. F. L. Rutgers te Utrecht heeft aan minister Ruys de Beercnbrouck, minister president een Open Brief gezonden over de bezwaren tegen de Philips-licent-ies. Dr. Rut gers vestigt er de aandacht op dat de ver houdingen tot nu toe normaal gegroeid zijn en dringend vraagt hij dan ook om in te grij pen ter bescherming van een handel en in dustrie, die gedeeltelijk ouder is dan Philips, en die Philips zelf heeft laten opkomen. Steeds heeft Philips aangemoedigd tot grooter pro ductie en nu dreigt zij met volkomen negatie van normaal gegroeide en bestaande toestan den en van haar eigen houding in het ver leden, dit alles met een slag te vernietigen. Toestanden als deze werden, aldus dr. Rut gers, tot nu toe in Nederland niet gekend. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regeL Nederlandsch fabrikaat, prima kwaliteit, 5 tabletten 5 cent. Uit het Engclsch van ARCHIBALD EYRE. 34) De minister lachte niet. „Mijn lieve kind", begon hij ernstig, „grappen zijn heel aardig, maar als je verdriet bezorgt aan menschen die altijd kalm en rustig geleefd hebben, dan spijt het mij toch dat je jeugdige onbezon nenheid je zoover gevoerd heeft". Lilian zocht weer troost in haar zakdoek. „Meneer Greville", zei ze door het fijne zakdoekje heen. „ik verzeker u dat ik geen grappen uitgehaald heb. Ik ben naar Woolla- combe gegaan om een rustigen tijd te heb ben. dat weet u immers. Ik verzeker u dat ik geen schuld heb; gelooft u mij toch". „Ik geloof alles wat je zegt. kind". „Ik geef toe", zei Lilian, weer wat opge- wekter, ..dat de schuld wel een klein beetje bij mij ligt". „Wat zeg jc nu weer? En eerst was het mijn schuld en was jij zoo onschuldig als een lammetje?" „Och. ik ben een beetje van streek, geloof ik. Wat ik bedoel ls dit. Het was mijn schuld dat uw neef dien ochtend bij lady Shepheard ingebroken heeft, maar aan wat er verder gebeurd ls, kon ik niets aan doen. Toen hij merkte dat ik dien diamanten diadeem had, die overigens op een heel natuurlijke manier in mijn bezit is gekomen, haalde hij het zich in zijn hoofd dat ik tot een bende in brekers moest behooren. Maak ik het u nu voldoende duidelijk?" „Niet heelemaal". „Ik heb er ook wel uren voor noodig, om dién heelen warwinkel uiteen te zetten; ik hoop dat u een heeleboel tijd hebt. Mag ik bij het begin beginnen?" Greville knikte toestemmend. „Vóór ik geboren ben, trouwde mijn vader met mijn moeder". Lilian begon op dreef te raken. „Dat is me bekend. Begin alsjeblieft een Jaar of twintig later". „Laat u het mij alstublieft op mijn eigen manier vertellen. Mijn moeder had voor ze met vader trouwde en voor ik „Ja, ja", klonk het een beetje ongeduldig. „Nu, ze had een lunchroom in Woollacom- bc samen met haar oudere zuster, de tante, waar ik gelogeerd heb" „Ga door". Juist toen Lilian wilde verder gaan, ging de deur open en kwam een bediende zeggen dat meneer George Hemmings meneer Gre ville spreken wilde. „Laat mij u alstublieft eerst alles uitleggen voor u hem ontvangt", vroeg Lilian smee- kend, „ik zal heel kort zijn". „Vraag meneer Hemmings om te wachten"', zei Greville. Toen de bediende de kamer weer verlaten had. vertelde Lilian in het kort alles wat de laatste dagen gebeurd was en de minister luisterde aandachtig. „Wel Lilian", zei hij, toen ze klaar was. „Je hebt tenslotte misschien niet zooveel schuld als ik dacht. Zooals je zelf hebt. gezegd, zijn al deze dwaze verwikkelingen het gevolg van je onverantwoordelijk gedrag in den nacht van het bal van lady Templedown, maar om dat je erge spijt hebt „Ja vreeselijk veel spijt", zuchtte Lilian. „Het was heel onhebbelijk en ondoordacht van mij, ik wildeik wilde dat ik een beetje fijngevoeliger was geweest". ..Kom. kom. het ls tenslotte niet zoo heel erg", suste Greville. „Misschien mag ik je Juist wel graag lijden omdat je bent zooals jc bent" „Dat pleit niet voor uw smaak", beweerde Lilian. Maar haar gezicht klaarde toch op. Wéér ging de deur open en de bediende verscheen thans met een kaartje. Greville keek er even naar en een uitroep van ver bazing kwam over zijn lippen. „Lord Harlsmore, wat zou die willen!" „Lord Harlsmore, wat een brtuallteit. Het is alsof een zakkenroller een politie-agent komt opzoeken!" vond Lilian. „Ik moest hem toch maar ontvangen", vond Greville, „misschien krijg ik wel wat nieuws te hooren". Lilian sprong op. „Zal ik weggaan?" „Je kunt zoolang in de kamer hiernaast blijven". Lilian liep de aangrenzende kamer in en stak haar hoofd tusschen dc deur, die ze half dicht had gedaan. „Moet die heelemaal gesloten worden?" vroeg ze. „Neen, maar denk aan je goede voorne mens". Lilians hoofd verdween toen de deur van de studeerkamer open ging en lord Harlsmore binnenkwam. Hij leek niet op zijn gemak. „Ik kom uit naam van mijn moeder", begon hij aarzelend. „Mevrouw Hemmings is mijn moeder komen opzoeken en is bij ons thuis ziek geworden". Greville schrok zichtbaar. „Het is niet ernstig", stelde lord Harlsmore hem gerust, „ik geloof dat zij erg vermoeid was en zenuwachtig. Maar mijn moeder vond het beter dat mevrouw Hemmings eerst bij ons wat bleef rusten en zij heeft mij ge stuurd om het u te zeggen, zoodat u zich niet ongerust zou maken". „Zoo", zei Greville. Hij keek lord Harlsmore scherp aan en de Jongeman werd onrustig onder zijn blik. ..Wilt u uw moeder zeggen dat ik mijn zus ter in den loop van den avond zal komen opzoeken en haar dan meteen kom bedan ken voor haar goede zorgen". „Zeker", zei lord Harlsmore en hij maakte aanstalten om heen te gaan. „Een oogenbiik, lord Harlsmore. Gaat u zitten". Er was een gebiedende klank ln Greville's stem en de Jongen gehoorzaamde onmiddel lijk. „Ik heb mijn moeder beloofd om zoo gauw mogelijk terug te komen", mompelde hij. „Ik zal u niet lang ophouden. Mijn zuster is hier vandaan naar lady Harlsmore gegaan om haar een kleinood terug te bezorgen dat door toevallige omstandigheden in haar han den is gekomen. Weet u misschien of uw moeder het ontvangen heeft?" Lord Harlsmore schuifelde onrustig op zijn stoel heen en weer. „Ik geloof „U zult toch wel weten of het uw moeder overhandigd is of niet?" „Dat is niet gebeurd". ..Was u bij het onderhoud tusschen mijn zuster cn uw moeder tegenwoordig?" „Ja". „.Is er ook over dat kleinood gesproken?" De jongen kon haast niet stil blijven zit ten. „Mevrouw Hemmings", kwam er einde lijk uit, „was, naar ze zei gekomen om den diadeem aan mijn moeder terug te geven. Ze vertelde dat ze hem in haar zwarten koffer .vega-esloten had, maar ongelukkigerwijze.." „Nu?" drong de minister aan, toen de leugdige graaf aarzelde. ..Toen de koffer geopend werd, bleek de diadeem er niet in te zijn!" „Er niet in?" „Neen". Zijn vingers bewogen zich ruste loos over dc stoelleuning. Greville had geen oog van hem af. „Er niet in?" vroeg hij nog eens. „Het is een buitengewoon pijnlijke zaak", zei de jongen stamelend. „Naar mijn mee ning is hij er ook nooit in geweest. Het is immers haast niet aan te nemen dat me vrouw Hemmings in het bezit van het stuk gekomen kan zijn. Ik voor mij geloof dat zij van streek is geraakt door dien diefstal en zich in het hoofd heeft gehaald „Heeft mijn zuster die verklaring gege ven?" - „O neen". „Hoe verklaarde zij de vermissing van den diadeem dan?" Loi-d Harlsmore slikte een paar maal. „Ik zeg dat liever niet". „Ik sta er op". „Wel", zei de jongeman ten einde raad, „ze dacht dat haai* zoon hem weggenomen had". Er viel even een zwijgen; alleen een geluid uit dc* aangrenzende kamer was hoorbaar. „Wat denkt u er zelf van?" vroeg Greville eindelijk. „Ik heb u a! gezegd wat mijn vermoeden is". „Wie heeft aen koffer opengemaakt?" „Ik". „Waar stond de koffer?" „In de hall". „Was u alleen toen u de koffer opende?" Lord Harlsmore stond op. „Heusch, meneer Greville, dit.... dit is te erg. Denkt u mis schien dat ik den diadeem van mijn moeder weggenomen heb?" „Ik vraag niets anders dan of u alleen was". „Wat heeft dat er mee te maken?" Opeens werd de deur van de aangrenzende kamer opengegooid en Lilian stoof het stu deervertrek binnen. Haar oogen schitterden en haar wangen waren vuurrood. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6