HUISVLIJT
RAADSELS
RUILRUBRÏEK
Eon lichtpunt aan den wand geeft
altijd een aardig effect. Bovendien
is 't boven een theetafel of iets der
gelijks zeer praktisch.
Voor den achterwand nemen we
'een stukje triplex van 5 mM. dikte
van 31 bij 19.5 c.M. (Zie fig. 1). waar
van we hoekjes afzagen. Om aan de
achterzijde ruimte te krijgen voor
de draad, zagen we nog precies zoo n
plankje uit van 8 mM. triplex. Het
middelste zagen we hieruit, zoodat
wc een rar.d van pl.m. 3 c.M. breedte
krijgen, terwijl aan de onderzijde
een opening van pl.m. 1 c.M. breedte
wordt gelaten voor de draad (Zie
*ig. 2h
Het kapje, dat we op de achter-
plank timmeren, bestaat uit 2 drie
hoeken (Zie fig. 3, dikte van 't hout
3 mM.), die evenwel niet rechthoe
kig zijn. We teekenen eerst een
rechthoekigen driehoek, waarvan de
rechte zijden resp. 28.5 en 21.2 c.M.
zijn. Op de schuine zijde passen we
32 c.M. af. Langs een gegolfd lijntje
zijn de driehoeken geheel uitgezaagd,
doch we kunnen liierin ook een klein
silhouet aanbrengen. De 10 gaatjes
in de schuine rand worden netjes
rond uitgezaagd. Om deze twee drie
hoeken aan het achterplankje te be
vestigen, timmeren we hierop twee
latjes (zie fig. 1), die aan de buiten
zijde zóó schuin zijn, dat de driehoe
ken elkaar raken, als ze tegen deze
latjes rusten. We vijlen nu ook de
lange rechthoekzijden van de drie
hoeken schuin bij, dat ze geheel op
het achterplankje rusten (zie ar
ceering fig. 1Aam de voorzijde wor
den ze eveneens schuin by gevijld,
zoodat ze een scherpen rand vormen.
14 cM. van de bovenzijde van het
plankje komt de opening voor de el
leboog fitting. Deze moet natuurlijk
aangebracht worden vóór 't kapje
wordt bevestigd.
Aan de binnenzijde van de drie
hoeken plakken we met dunne hout-
lijm een stukje zijde, 't Model, dat in
de Tjjdingzaal aanwezig is, is ge
beitst met Oud-Holl. wasbeits. We
doen dit als de deelen nog los zijn
en de zij niet is aangebracht. Nu pas
wordt 't kapje in elkaar gezet. Met
gekleurd koord rijgen we kruisge
wijs de voorzijden stevig aan elkaar,
terwijl de rechthoekige zijden te
gen 't latje worden getimmerd. Om
de spijkerkopjes zooveel mogelijk
weg te werken, slaan we ze eerst-
plat. Om den achterwand iets op te
vroolijken, lijmen we daar stukjes
op zooals in fig. 1 is aangegeven.
(Zie fig. 4 en 5 ware grootte).
Deze stukjes geven we do kleur
van de zijde en als ze gelakt zijn
worden ze aangebracht. Aan de bo
venzijde timmeren we een klein drie
hoekje om 't geheel op te hangen,
terwijl aan de uiteinden voor 't
koord een kraal of kwastje komt.
Rustenburgerlaan 23.
DUIMELIJNTJE.
Sprookje van
HANS ANDERSEN
naverteld door W. B.—Z.
4)
En Duimelijntje zorgde,
Zoo goed als zij maar kon.
Dagelijks bracht ze voedsel,
Hoewel ze dön verzon.
Dat ze even moest gaan wand'len.
En kijken moest in 't bosch.
Of 't al ging lente worden.
Of groen weer werd het mos.
Want mol, noch veldmuis wisten.
Wat ze voor Zwaluw deed.
Wel dachten ze heel dikwijls:
Wat toch dat kind veel eet.
Maar eindlijk werd het lente.
De zwaluw was weer klaar
En zei tot Duimelijntje:
„Mijn woning wacht me daan.
Dicht bij dat kleine riviertje.
Och toe, ga met me mee.
Je bent zoo klein en tenger. f
Daar is wel plaats voor twee."
„Och, zuchtte Duimelijntje.
.,lk wou wel heel graag gaan.
Maar ik kan toch niet vliegen,
.Hoe kom ik hier vandaan?"
„Dat is niets", zei toen de zwaluw.
Kom zet je op mijn rug,
Dan vliegen wij tezamen,
weer naar het bosch terug."
„Och neen." zei Duimelijntje
,,De veldmuis was zoo goed.
Jk zorg nu voor zijn woning.
En werk al wat ik moet.
Maar vlieg jij gauw naar buiten
En zing voor mij een lied,
Och beste, lieve zwaluw.
Vergeet mij dan toch niet."
De zwaluw kon niet blijven,
Hij rook den lentewind.
,.Ja, 'k moet. mijn nest gaan bouwen,
'k Vergeet je nooit, lief kind!"
Kiewit! riep toen de vogel
En vloog pijlsnel daarheen
En de arme Duimelijntje
Voelde zich heel alleen
Boven de muizenwoning
Groeide het koren hoog
De veldmuis had nu voedsel.
Al was de grond heel droog.
„En strakjes," zei de veldmuis.
„Trouw jij met mijn vriend mol,
Dan vieren wij fijn bruiloft
En eten 't buikje vol.
'k Laat spinnen voor je weven
Een prachtig fijn gewaad
Van lichte blauwe zijde, 7
Dat je vast beeldig staat." f
DuimeiijnU- was niet blijde,
Ze dacht aan zonneschijn
En aan die lieve zwaluw.
Waar zou die nu wel zijn?
En als de wind kwam waaien
Al door de halmen heen.
Dan stortte ze veel tranen.
Dan was ze zoo alleen.
Waar bleef nu toch de zwaluw.
Waar bleef toch zijn gezang,
De dagen vloden henen,
D# zomer was zoo lang.
.(Wordt vervolgd.)
HAAIEN
Huuu! denkt ge: haaien! En ja,
dat gij griezelt, kan ik mij voorstel
len want een haai ls een verschrik
kelijk beest. Even voor het invallen
van den herfst zijn er langs onze
kusten twee van die knapen aange
spoeld. Dood, natuurlijk, want zij
waren verdwaald en bovendien, als
zij niet dood geweest- waren, zouden
zij zich ook niet door de golven aan
het strand hebben laten spoelen. Dat
spreekt vanzelf nietwaar.
Wij hebben de beesten gezien,
toen zij daar koud en stijf in het
zand lagen. Zij waren precies zooals
het plaatje ons zegt. Van den kop
naar het uiterst* puntje van den
staart waren zij bijna drie meter
lang. Een geweldige lengte dus. Het
zijn dan ook verschrikkelijke mon
sters om te zien en graag gelooft
men de verhalen van hun buiten
gewone vraatzucht. Het zijn de tij
gers van de zee
Zie eens naar die achteruit staan
de tanden. Alle roofdieren, die geen
pooten hebben, zooals bijv. de slan
gen, of roofdieren, die hun pooten
niet gebruiken kunnen, zooals b.v.
krokodillen, hebben zulke tanden.
ZU werken als het ware als weer
haken. Wat er eenmaal tusscheiv
zit, kan er niet meer uit. Dat wil
zeggen: terug. De dieren zijn dus
verplicht, ook al zouden zij 't zelf niet
willen hun prooi, zoo zij die eenmaal
hebben aangegrepen, door te slik
ken, tenzij het weeke lichamen zijn
en zij er een stuk van kunnen af
bijten.
De haai is heer en meester ln de
groote Oceanen. Het dier kan zoowel
diep als ondiep zwemmen, iets waar
toe zijn hooge rug, die hij met den
walvisch gemeen heeft, hem ln staat
stelt. Wij menschen, v/eezen hem.
maar natuurlijk heeft ook dit beest
zijn bestaan niet aan niets te dan
ken. Hij zorgt voor den „grooten
schoonmaak" onder water.
XDeze raadsels zijn Ingezonden
■oor Jongens en Meisjes, die Onse
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken ▼erloot.
AFDEELING I
.(Leeftijd 10 jaar en ouder.)'
1. (Ingez. door Bloemendalertje.)
Mijn geheel bestaat uit 12 letters
èn is een provincie in Nederland.
3 2 7 is een lichaamsdeel.
9 4 10 1 5 richt vaak groote ver
woesting aan.
6 8 5 ls vooral 's zomers verkwik
kend.
11 10 12 is niet droog.
1 2 3 12 is een vrucht.
2. (Ingez. door Bloemendalertje.)
Btrikvragen.
Maren ton begint met een m en
eindigt met een e. Hoe kan dat?
b- Welke maand in 1930 is de
kortste?
3. (Ingez. door den kleinen Violist)
Haal uit onderstaande zinnen tel
kens éón woord zoodat er een wensch
te voorschijn komt voor allen.
1. Ik was precies op tijd met mijn
werk klaar.
2. Als mijn wensch vervuld wordt,
ben Ik blij.
3. Karei was No. 1 van de klas.
4. Hoeveel Rubriekertjes zijn er op
Let feest geweest?
5. Je moet wel eens door een zuren
«.ppel heen bijten.
Hij was gelukkig met loterij.
7. Er is met Nieuwjaar veel drukte
©p straat.
4. (Ingez. door den kleinen Violist)
Ik ben een stad in Rusland van 9
letters.
5 3 is een verkorte jongensnaam.
9 8 8 is een deel van de week.
3 4 5 6 gebruikt de bakker.
6 4 5 3 vindt men in 't bergland.
1 5 7 9 2 4 wekte vroeger de men
schen.
1 2 3 is een hoofddeksel.
3 5 7 is een insect.
7 5 2 3 zit in den schoorsteen.
3 7 5 2 1 zegt men wel eens van
•oldaten.
6 5 4 3 is een graansoort.
7 5 6 ls een visch.
4 8 9 hoort bij een machine.
5. (Ingez. door Katuil).
Ik ben een spreekwoord van 36
letters.
1 33 6 8 12 zijn wc allen geweest.
~3 24 25 26 27 hopen we allen te
worden.
22 32 21 maken we op school.
18 17 24 24 28 9 gebruiken de vis-
schers.
10 3 6 2 is een kleur.
15 20 32 24 gebruikt de timmerman.
6 14 2 is een verkorte meisjesnaam.
4 30 1 27 is een vloeistof.
29 30 31 35 2 zit aan elk huls.
13 14 15 16 17 18 Ls 13 14 15 16 17 18
7 6 5 is een boom.
31 12 is een voegwoord.
19 20 21 22 is niet altijd.
34 35 35 36 is nul.
6. (Ingez. door Karei I).
Ik ben een spreekwoord van 20
letters.
15 18 17 18 19 20 brengen de gol
ven aan 't strand.
8 6 4 12 2 14 hooren wij wel in den
Bomer.
9 0 4 Ls een hemellichaam.
1 10 7 12 is een edel metaal.
6 14 8 3 11 ls een kleur.
33 13 14 is gepaste trots.
AFDEELING II
ÏLeeftijd 9 Jaar en Jonger.)
1. (Ingez. door Wenda.)
Ik ben een rivier in Zuid-Holland.
Neem mijn laatste letter weg en zet
er twee andere letters voor ln de
plaats en lk word een Wadden
eiland.
2. (Ingez. door A. B. C.)
Vul de puntjes in met klinkers,
©an lees Je mijn Nieuwiaarswensch.
lt .-
B st R br k rtj
1 K I k n
k w nsch j
N w J
3. (Ingez. door Jan ten H.)
Kruisraadscl.
2 ën medeklinker
een jongensnaam,
draagt men wel aan mutsen
is een maand,
staat voor het raam.
een vaartuig uit ouden tijd.
een klinker.
4. (Ingez, door Mariet-Je G.)
Ladderraadsel.
lste sport zit aan een wagen.
2de sport is een verkorte meisjes
naam.
3de sport bezlndt zich tusschen
bergen.
4de sport is een meisjesnaam.
6de sport is een boom.
1 2 3 4 5 is in vele huizen.
5. (Ingez. door Michiel de Ruyter)
Verborgen meisjes- of Jongensna
men.
a. Ja naar de bioscoop ga ik graag.
b. Zie je die kar? Elk kijkt er naar
c. Wij gingen vannacht pas naar
bed.
d. Dat is een rem, maar hij werkt
niet.
e. Doe eens tien centen bij dit
getal.
f. Loop snel naar den dokter.
6. (Ingez. door Moeders Oudste.)
Viei-kantraadsel.
Haal uit dit raadsel twee lekker
nijen.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELING I.
1. Beter een half el, dan een leege
dop.
2. Flamingo.
3. a. Dreumes, b. Leege glazen, c.
Er zijn geen jonge mannen, d. Bed
steden.
4. Henriëtta.
5. Onze Jeugd.
6. Begin het Nieuwe Jaar met
moed.
Doe goed je best
Dan gaat het goed.
AFDEELING II
1. Krocht.
2. Paschen,
3. Gerard.
4. Goed begonnen, ls half gewon
nen.
5. Amsterdam.
6. a. bes, b. pruim, c. kers. d. kom
kommer.
Goede oplossingen ontvangen van:
De kleine Violist 6 De kleine Vo
gelvriend 6 Doctor Mystero 6 Gouds
bloem 6 Wipneusje 6 Arambestuur-
der 6 Goudelsje 6 Appelmootje 6 Ap
peltje 6 Wenda 6 Roetkopie 6 Jo
hanna Luiten 4 De kleine Bakker 6
Draaitol 5 Bloemendaalstertje 6 In
terieur 6 Een naamlooze 6 Graspie-
pcr 2 De kleine Bakker 6.
Tilburgertje 6 Roodwangetje 6
Teekenaarster 6 Korstjesknager 5
Papavertje 6 Azalea 4 Brillantster 6
Donappeltje 5 Bloze Krlekske 6 Juf
fertje Schrijf graag 6 Babbelkous 4
Obione 6 Zevenster 6 Zeeuwsch Boe
rinnetje 6 Gouden Regen 5 Don Fre-
derik 6 Piet Hein <3 Dicky Durf 6
Rika v. d. Stad 6 Joop v. d. Stad 6
Francis Vere 5 Graspieper 3 Dc
Woudlooper 6 Theeroosje 6 Zomer-
bloempje 5 Sneeuwklokje 6 Mops
neusje 5 Mimi Poezekat 5 De kleine
Stoffeerder 6 Graaf Lodewijk 5 Kat
uil 6 Karei I 5 Zonnestraaltje 6 Bal
len breistertje 4 Poesenmoedertje
Roodkapje 3 Dc kleine Koopman
Blauwoogje 6 De kleine Bouwer
Alba 6 Marietje W. 4 Egmondertje
Moeders grootste Hulp 4 Droomko
ninkje 2 Vergeet mij nietje 6 De
kleine Kapitein 6 Damiaatje
Herfstkindje 6 Hardlooper 6 Amlco
Zangvogeltje 6 Blauwdauifje 4.
M. C. BROEKMEYER. Prinsenlaan
23, Heemstede, vraagt van IJsei-Al-
bum Verkade de nrs. 10. 49, 50. 52. 59
110, 111 113 en 129. In ruil daarvoor
geeft- hij diverse plaatjes en bonnen.
GRASPIEPER. Clercqstr. 71 heeft
52 halve Sickesz-omsl. 9 Franckens
spaarkaartjes, 7 Hlllesspaark. Deze
geeft hij in ruil voor Sunlightstroo-
ken, 2 legen 1.
WENDA, Waldeck Pyrmontstr. 54
heeft 2 pl. Terwee's thee, 4 Quaker
bonnen, 13 Haust Beschuitbonnen. 4
Amstelpenningen, 4 Erdalpenningen,
4 Roodbandpl. en 30 Hillesboiinen.
Dit alles wil ze ruilen voor Ilaka-
punten of Droste-bonncn.
B1BI HEZEMANS, Roilandslaan 43,
Overveen heeft 20 Roodbandpl..
Turmac-bormen, 1 Wybert-bon, i
Bruyn-bonnen, 3 Drostepl., 1 Leu-
pen No. 30, 5 Texelp!3 Karnemelk-
zeeppl. Bloemenvelden, 2 Karne-
melkzeeppl. Vogel-Album. Dit alles
voor pl. Hoe heet die vogel? l tegen 1
JANUARI-WEDSTRIJDEN
Inzendingen ontvangen van:
Juffertje Schietgraag, oud 12 iaar.
teekening, Langstaartje, oud 12 jaar,
gedichtje. Langstaartje, oud 12 Jaar
Opstel, Rangeerdertje, oud 9 Jaar,
schoonschrift. Wipneusje oud 12
Jaar, teekening, Trambest uurder,
oud 10 jaar, teekening, Wipneusje,
oud 12 jaar, opstel.
Flapoortje, oud 13 jaar, 2 gedicht
jes, teekening en 2 opstellen. Poesen-
moedertje, oud 9 jaar, opstel, Zon
nestraaltje oud 9 jaar, schoon
schrift, Het Timorecsje, oud 9 jaar,
schoonschrift, De kleine Stoffeerder,
oud 8 jaar, teekening, Mopsneusje,
oud 11 jaar, 4 gedichtjes. Mimi Poc-
sckat oud 12 jaar, opstel, Vergeet mij
nietje, oud? opstel, Doms Rijkers,
oud? opstel en gedichtje, Roetkopje
oud 11 jaar. gedichtje en opstel.
Postzcgelrubriek
j* A |jv/
JSA
*sA j
f-""*
1'
A
4 A
fA
4 A
*A
t't*
JA
/AA
st A
t*:
1
rjA
S/J/i
Gedurende 1901-07 verschenen
eentge waarden in dezelfde teeke
ning als de vorige serie; de waarde
cijfers staan ook in de benedenhoe
ken. doch zijn nu zwart gedrukt. Het
zUn: 20 heller (rose), 30 heller
(bruin) 35 heller (blauw). 40 heller
(oranje) en 45 heller (blauwgroen)
Grootte van de vakjes 2.8 bij 2 4 c M
Gedurende 1904—08 verscheen de
eerste serie portzegels. Dit zijn aar
dige zegeltjes met ln 't midden een
ovaal, waarin een groot waardecij
fer. Hieromheen in een band staat
„Milit. Post-Porto-marken". Li een
gegolfd bandje aan de onderzijde
staat 't woord „heller" met aan
weerszijden het waardecijfer in het
klem. De waardecijfers zijn alle rood
gekleurd: de ondergrond van de ze
is is behalve bij de hoogste waar-
geel. De teekening en inschrift
zijn zwart. Er verschenen: 1 2 3 4 5
6 7 8 10 15 20 50 heller (alle zwart
rood en geel) en 200 heiier (zwart,
rood en groen). Grootte van de vak
jes 2.4 bij 2 8 c.M. Zie voor de ïndëe-
ling 't schetsje.
Nieuwe deelnemers:
121. Willy Sterkenburg, Blecken-
bergstraat 1.
122. Cornelis v. d. Stad. KI. Hout
straat 136.
Rustenburgerlaan 23.
LIJST VAN DEELNEMERS
(Vervolg)
76. Wim Klooster, Olycanstraat 31.
77. Goosen Dcrks, Lange Vcerstr.
B rood.
78. Jacob den Ifartog, Parklaan 47
79. Henk v. Aken. Hofraeyer.ar. 5.
80. Marcel Schneegans, Schouw
tjeslaan 100.
81. Frits Erwich, Gr. Houtstraat 93.
82. Ko Sleeman. Hofmeyerstr. 33.
83. Nico de Wilde, Gen. de Wet
straat 9.
84. Piel de Wilde, Oranjestraat 65.
85. MeChteld Kruyff, Voorting.str.
No. 33.
86. Ina toe Laer, Hedastraat 2.
87. Marinus van Hameien, J. Ha
ringstraat 13.
83. Wim Kruyff. Voortingstraat 33.
89. Ali Zwart, Mr. Comelisstraat 30
90. Theo Iteckman, Gr. Heiligland
No. 48.
91. C. Schutter, Berckhcydcstraat
9 rood.
92. Henk v. Berk, Raaks 7 j.
93. Edo Striezcnou, Mcntawlslr. 2
94. G. Ellcm, Tamarindestraat 11-
95. Mondcrman, Amsterdams' r. 32.
69. Piet Rotteveel, Kloosterstraat
51 zwart.
97. Evert v. Offeren, Schotersingel
I A.
98. Adriaan Prent Twijnderslaan 3
99. Paultjc Paul, Hedasiraat 26,
100. Sjoerd Hiemstra, Pijlslaan 125
(Wordt vervolgd.)
RUBRIEKERTJES-LIJST.
789. Maarten C. v. d. Plas oud 11
jaar Brouwersstraat 34.
BRIEF VAN ZUSTER SCHOUTEN
Lievo Rubriekertjes
Vraag eens aan moeder, of er in
koffers of kasten nog babv-klccri jes
zijn? Mijn kast- is geheel leeg en ik
moet zooveel kleintjes helpen, 't ls
eewoon angstig, zoo'n lecgc kast had
ik nooit.
Ik dank jullie ook nog hartelijk
voor 't mooie soeelgoed, handwerk
jes en kleedingstukies. 'k Heb er heel
wat stumperdjes blij mee kunnen
maken.
ZUSTER SCHOUTEN.
St. Elisabeth's Gasthuis.
UIT DEN MOPPEN
TROMMEL.
TE GROOTE EETLUST
In een ver en vreemd land be
roemde zich iemand tegenover den
koning er op, dat hij wel voor vijf
man eten kon.
„En voor hoeveel werken?" vroeg
de koning.
„Voor een natuurlijk," was het
antwoord.
„Maak dan gauw, dat je wegkomt."
sprak de koning. „Als ik enkel zulke
onderdanen had, dan heerschtc er
in minder dan een jaar de vreesc-
lijkste hongersnood in mijn land
Peter Henlein. Dat iemand met
opzet een ruit verbrijzelt om in de
gevangenis te komen, kunnen wc nog
wel eens ln de courant lezen, maar
dat iemand in de gevangenis tracht
te komen om daar rustig aan een
uitvinding te kunnen werken is ze
ker minder alledaagsch. Deze zon
derlinge manier van doen bracht
Peter Henlein, geb. te Neurenberg in
1480 in toepassing. Toen hij thuis
aan zijn uitvinding werkte, scholden
hem de menschen voor krankzinnig
en zijn vrouw vernietigde vaak met
opzet zijn werk. Om nu ongestoord
aan zijn uitvinding te kunnen wer
ken, sloeg hij een leerjongen zoo, dat
hij hiervoor in de gevangenis raakte.
Dit was Juist zijn doel geweest en
in zijn cel voltooide hij in 1520 het
eerste horloge. Het uurwerk was van
ijzer,, de achterkant van brons. Na
tuurlijk heette hij nu niet krank
zinnig, maar een geniale kerel.