I K S *ËJ 'ishl 1 p a K fja M 1 m m Wé WÊ m m m am mi\ m m ■I VOETBAL. Buiten de Competitie. DIOC. R.-K. HAARL. VOETBALBOND. ra Di 5 BAMRUBRIEK. SCHAAKRUBRIEK. Nicb J '"A S i iy fS 1 18 tggit a A HP f# in o i II DOOR DE INTERNATIONALE SPORTWERELD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 14 JANUARI 1930 (Reeds ln een deel van de vorïge oplaag opgenomen). H. F. C.-veteranenTramvogels (3—3) De Tramvogels brengen het leder aan het rollen, doch de H.F.C.'ers maken het hun af handig en ondernemen een serie goed opge zette aanvallen; succes blijft echter uit. Wanneer dan de Geeltjes het spel een weinig verplaatsen, krijgt hun middenvoor al spoe dig een fraaie kans, welke hij benut. (0—1). De H.F.C.'ers blijven het meest in den aan val; hun linksbinnen brengt al spoedig de partijen op gelijken voet. (11). Hierna gaat het spel goed tegen elkaar op. Uit een voorzet van rechts brengt de mid denvoor der Tramvogels den stand op 12. Wanneer dan hun linksback bij een H.F.C.- nanval niet door durft te trappen, aangezien hij anders één van de spelers zou raken, komt het leder bij den H.F.C.-mlddenvoor, die op goede wijze de partijen wederom op gelijken voet brengt. (2—2). Kort vóór rust krijgt H.F.C. een corner te nemen. Deze, zeer goed door i echts genomen, wordt even fraai door den linksbinnen in gekopt. (32). Na het kopje thee zijn de Tramvogels ter stond in den aanval; wanneer him linksbin nen het leder toegespeeld krijgt, scoort hij via de handen van den doelverdediger. (3—3). Dezelfde speler krijgt korten tijd hierna nog eenige fraaie kansen om aan de Tram- vogels de leiding te geven, doch zijn zeer harde schoten zijn alle iets te hoog. Beide ploegen werken hard om het win nende puntje. Kort voor het einde krijgt de II.F.C.-voorhoede nog eenige kansen, doch wanneer deze ook onbenut zijn gelaten, komt het einde van deze bijzonder aangename ontmoeting met een 3—3 gelijk spel. GEEL WIT—ONZE GEZELLEN (0—3) Voor rust geeft Geel Wit een heel goede partij. Na tien minuten scoort O. G. (0—1). Wel is Geel Wit vaak in den aanval, maar zij heeft veel pech. Rust 01. Na rust is O. G. over het algemeen sterker. Twee snelle aan vallen worden Geel Wit noodlottig. O. G. won alleszins verdiend. VITESSE—H. B. C. II (4—5). H.B.C. neemt de leiding, doch Vitesse scoort 'spoedig tegen.Zoo wordt om beurten gescoord, de tweede goal van Vitesse uit een penalty. Met 44 breekt rust aan. Na rust is vooral het spel van Vitesse vrij forsch; zij weet daar door de leiding te nemen, die zij tenslotte weet te behouden. R. K. V. Z CONCORDIA (2—2) Spoedig nemen de gasten de leiding, die zij nog voor rust uit een vrijen schop weten te vergrooten. Rust 02. Na rust is het spel meer verdeeld. Na een kwartier verkleint R.K.V.Z. den achterstand, cn vijf minuten voor tijd benut R. K. V. Z- een penalty. Einde 2—2 DE UITSLAGEN n C: D. S. S. I—Lisse n 3—1 D. O. S.—O. G. 4—3 Alliance 2—Lisse 3 afgekeurd T. Y. B. B. 3Santpoort 3 31 IV D: B. S. M. 2—O. G. 3 4—2 Geel Wit 3—T. Y. B. B. 4 5—6 H. B. C. 4—V. V. T. 1 2—3 JUNIORES, lste klasse: H. B. C. 5Santpoort 5 34 B. S. M. 3—T. Y. B. B. 5 3—1 2e klasse: O. G. 4Concordia 4 2—0 Alliance 4—B. S. M. 4 afgelast H. B. C. 6—Geel Wit 4 2—2 3e klasse. O. G. 5—T. Y. B. B. 7 1—1 O. G. 6Alliance 6 00 V. V. T. 2—Alliance 5 4—0 Vriendschappelijk R. K. V. Z. Comb.Juniores 3—5 Damredacleur: J W. van Dartelen, Raad huisstraat 1, Heemstede. Alle correspondentie, deze rubriek betref fende, gelieve men te zenden naar bovenge noemd adres. Deze week publiceeren wij een interessan te en leerrijke partij, waarvan wij het na spelen en bestudeeren onzen damspelenden le- zes ten zeerste kunnen aanbevelen. PARTIJ Nr. 1515. gespeeld op 23 December 1929 in den wed strijd om het clubkampioenschap 1929—30 der Haarl. Damclub (hoofdklasse-afdeeling) tus- schen de heeren J. W. van Dartelen met Wit en J. van Looij met Zwart. 1. 33—28 Deze opening, genaamd „Hollandsche ope ning", is in den laatsten tijd een beetje in de verdrukking geraakt enwordt tegenwoordig als gevaarlijk voor Wit beschouwd. Om er een beslist oordeel over te vellen ïs zeer moeilijk, daar vooral in het damspel alle theorie heel betrekkelijk is. M. i. is deze opening evengoed als welke andere, mits men geen fouten maakt. Merkwaardig is. dat deze opening het meest bestudeerd en het minst bekend is! Para doxaal, maar waar! (Springer in „Hoe ik we reldkampioen werd"). 1. 18—23 De Haas en Battefeld (1900) gaven als 2en zet voor Wit 31—27 (Zwart 2024) 34—30 aan 2. 12—18 3. 44—39 17—21 Hoogland—De Haas (1916) geven hier 7—13 voor Zwart aan. 4. 31—26 7—12 5. 26 17 12 21 6. 36—31 Wit wil zijn linkervleugel snel ontwikkelen en tevens de noodige speelruimte behouden zonder zich te verklaren. 6. 21—26 Natuurlijk, want Wit zou door 3126 Zwart's rechtervleugel nog meer verzwakken. 7. 31—27 1—7 8. 34—30 7—12 Sterker lijkt mij 20—25. 9. 30—25 Nu Zwart veld 25 niet bezet heeft, is dit de aangewezen voortzetting. 11—17 10. 40—34 17—21 11. 45-40 20—24 12. 34—30 2—7 13. 50—45 14—20 14. 25 14 9 20 15. 30—25 10—14 16. 41—36 7—11 17. 37—31 Wel de beste, want op 36—31 volgt Zwart 12—17 en daarna den uitruil 17—22 en 11 22, terwijl Wit 39—34 verliest door Zwart 2430, 19 39, 39 28 enz. Op Wit 40—34 gaat na tuurlijk door 2430 en 20 40 het bekende „tientje" uit den hoek. 26 37 18. 42 31 21—26 De aangewezen voortzetting, waardoor er van Wit's centrum niet veel overblijft. 19. 47—42 26 37 20. 42 31 11 17 Ik had hier liever 12—17 gespeeld, waar door Wit's linkervleugel moeilijk tot ontwik keling komt. 21. 27—22 18 27 Natuurlijk verschaft Wit zich speelruimte. 22. 31 11 16 7 Waarom niet 6 17, om op 36—31 te ver volgen met 1721? 23. 46—41 12—17 24. 41—37 17—21 Om Wit 28—22 te verhinderen. 25. 37—31 4—9 Sterker was 2126, want nu maakt Wit den stand los. 26. 32—27 21 32 27. 28 37 8—12 28. 38—32 Zeer terecht leidt Wit het spel ln andere banen; van centrumspel is geen hetl te ver wachten, dus probeert Wit 't met flankspel. 2429 29. 33 24 20 29 30. 43—38 Verhindert Zwart 12—17 en 13—18 wegens 38—33 enz. 12—18 31. 31—26 14—20 32. 25 14 19 10 33. 37—31 10—14 34. 48—43 5—10 35. 26—21 3—8 36. 21—16 14—19 37. 39—34 18—22 Gedwongen, want 32—28 dreigt. 38. 35—30 Laat het valletje Zwart 2228 nog even openstaan; Wit zou dan dam nemen door 16—11! 10—14 39. 43—39 Nog steeds gaat 2228 niet, terwijl nu ook 1520 verhinderd wordt wegens 3024 enz. 6—11 40. 31—26 22—28 41. 36—31 28 37 42. 31 42 11—17 ZWART WIT Stand na Zwart 42. 1117. Zwart 10 schijven op: 7—9 13—15 17 19 23 en 29. Wit 10 schijven op: 16 26 30 34 38—40 42 45 en 49. 43. 49—43 Wit 3832 gaat niet wegens 7—1, 812, 23 12 enz. 17—22 44 3933 Op Wit 3832 volgt natuurlijk Zwart 29-33, 23—29 enz. 14—20 Gedwongen. 45. 33 24! 20 29 46. 43—39 Op 4237 was gevolgd 711 512 2933 enz. 9—14 Dreigt 7—11 8—12 en 15 33 met remise- kans. ay 47. 40—35 29 40 48. 45 34 Thans is een zeer belangwekkende stelling ontstaan, waarin Zwart m. i. voordeel heeft. Echter tijdnood speelde Zwart parten, waar door deze in 't nu volgend eindspel niet de sterkste zetten koos. Het nu volgend ge deelte moest Zwart in een razend tempo spe len, want het wedstrijdvlaggetje dreigde te vallen! 23—28 Direct 23—29 en 19 28 was sterker. 49. 42—37 Zwart speelde nog even op een geniapig- heidje, want op Wit 3429 was gevolgd 28—32 enz. 8—12 50. 26—21! Natuurlijk! 13—18 Om op Wit 30—24 en 35 24 te laten vol gen 2227 enz. 51. 38—33! 15—20 52. 33—29! 53. 30—24! Zwart geeft op! Een fraaie, levendige partij, waarin Zwart tot aan het eindspel uitstekende kansen be hield. Juist op het beslissende moment faal de Zwart, waarbij de wedstrijdklok nog een handje hielp. Echter ook dit is een onderdeel van het spel, waarmede Zwart tijdig reke ning had moeten houden! Analyse van J. W. van Dartelen. PROBLEEM No.'490») G. HEATHCOTE (Kingswear). MM mr Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kg8, Dh7, Tel, Te7, La2, Lb2, Pa4. Pb7, b3, g7. Zwart: Kd5, Dhl, Ta5, Th5, Ldl, Lgl, Pd4, a6, a7, e3, h2. No. 9 van den wedstrijd (2e ladder). Dit probleem werd met den lsten prijs bekroond in een wedstrijd van „Hampstead and High- gate Express" (1905). PARTIJ No. 581 Gespeeld fn het Kersttournooi te Hastings, gehouden van 27 December 19295 Januari 1930. Wit: Zwart: E. G. Sergeant Prof. Dr. M. Vidmar (Hastings). (Lalbach). SPAANSCH e2—e4 1 e7-e5 Pgl—f3 2 Pb8—c6 Lfl - b5 3 a7~a6 Lt>5—a4 4 Pg8 f6 d2—d3 5 Deze voortzetting voor Wit werd door Adolf Anderssen (13181879) inge voerd en door Wilhelm Steinitz (1836- 1900) veel gespeeld; zij is tegenwoordig niet meer zoo gebruikelijk als 00; ze geeft ech ter een goed, solide spel en kan gebezigd wor den ter inleiding van directe aanvallen op den Koning (met h3 en g4); de tegenzet Lc5 is niet goed, omdat Wit zijn Looper op e3 kan plaatsen, waarop Zwart meestal ruilen moet, hetgeen Wit sterke pionnen fn het centrum geeft en tevens de open f-lijn. 5 b7—b5 Deze voortzetting is niet gebruikelijk; zij werd in het tournooi te New-York (1889) ver scheidene malen gespeled door W. H. K. P o 1- lock (1858—1896). La4-b3 6 Lf8—e7 Pbl-c3 7 Lc8-b7 0-0 6 0-0 Pc3-d5 9 Pc6 - a5 Pd5Xe7f 10 Dd8Xe7 Pf3-h4 11 Pa5Xb3 Ph4- f5 12 De7-e6 a2Xb3 13 d7—d5 f2f3 14 Pf6-e8 Lel—e3 15 Pe8-d6 Le3-c5 16 Tf8-e8 Lc5Xd6 17 c7Xd6 Ddl—d2 18 Ta8—c8 Tal—cl 19 f7-f6 Tfl-dl 20 g7-g6 Pf5 g3 21 Tc8 -c7 c2 c4 22 b5Xc4 e4Xd5 23 De6Xd5 d3Xc4 24 Dd5Xd2 TdlXd2 25 d6-d51 Een mooie zet. die Zwart een vrij-pfon op de d-lijn bezorgt; toch zal die vrij-pion de be slissing niet brengen, zooals men later zal zien. Wit kan 26. c4 X d5 niet spelen, wegens Torenverlies door Tc7Xcl t en ook nfet 26. Td2Xd5, wegens Lb7Xd5 en na 27. c4Xd5?, Tc7Xcl t, met verlies van Toren èn kwaliteit. Tel - dl 26 d5 d4 Td2 e2 27 Kg8-f7 Pg3-e4 28 Lb7Xc4 Te2Xe4 29 g6 g5 h2—h4 30 h7—h6 h4Xg5 31 h6Xg5 g2-g3 32 Tc7 b7 Tdl - d3 33 Te8-b8 f3 - f4 34 De b3-pion kan niet verder gedekt worden en moet dus vallen, hetgeen het begin van het einde beteekent. 34 Tb7Xb3 Td3Xb3 35 Tb8Xb3 f4Xe5 36 Tb3Xg3f Kgl fl 37 f6 f5 Te4Xd4 38 Kf7 - e6 c4 c5 39 Tg3-b3 c5—c6 40 Tb3Xb2 Td4 c4 41 Tb2 b8 Nog juist op tijd om den vooruitstrevenden c-pion tegen te houden, maar daarmede fs tevens alle hoop op promotie voor goed van de baan en kan Zwart verder rustig aan den opmarsch van zijn verbonden f- en g-pionnen gaan werken. Tc4 - c5 42 Tb8 c8 Kfl e2 43 a6-a5 Ke2-d3 44 a5 - a4 De a-pion dient om den Koning van de tot opmarsch gereedstaande pionnen weg te lokken. Die a-pion kan niet door den To ren worden tegengehouden, (Ta5) omdat dan de c-pion verloren gaat. Kd3—c4 45 g5-g4 Kc4 b5 46 g4—g3 Kb5-b6 47 g3 g2 Tc5—cl 48 f5 f4 Kb7-b7 49 TcSXcö Opgegeven Op 50. Tc6 volgt Ke5: en Wit zal spoe dig eveneens zijn Toren moeten offeren voor éen der pionnen, terwijl de andere Dame zal worden. OPLOSSING PROBLEEM No. 486 (No. 4 van den wedstrijd, 2e ladder.) Stand der stukken: W»t: Kh4, Dc8, Pe4, Pf3. b6, c2, e5*, f2. Zwart: Kd5, Pbl, Ph7, b7, f4, f5. 1. Kh4-h5, enz. Goed opgelost door: C. Dekker en H. Hassebroek, beiden te Amsterdam; M. D. L. Artz, D. Baas, Jac. J. Bert, Th. Cam- menga, C. van Dort, H. W. van Dort, F. W. Hoogerbeets, J. ten Hove, C. P. Koene, J. G. Leibbrandt, J. M. C. Leibbrandt, P. W. Smits, allen te Haarlem: K. Siegerist, te Sant poort; N. E. Rost, te S p a a r n d a m; H. C. Kemp, teVijfhuizen; W. Koning, te Zandvoort (allen 2 punten). Voorts; H. de Ruyter, te Bloemendaal (2 p.), OPLOSSING PROBLEEM No. 487 (No. 5 van den wedstrijd, 2e ladder.) Stand der stukken; Wit: Kh7, Da5, Tf5, Pd4, Pg2, d2, d5, e2, f6, g5, h4. Zwart: Ke4, Lbl, Lg3, Pa6, Pfl, b7, g4. 1. Da5-al, enz. Goed opgelost door: Jac. J. Bert en C. P. Koene, beiden te Haarl em; K. Sie gerist, te S a n t p o o r t; N. E. Rost, te Spaarndam, (allen 4 punten), CORRESPONDENTIE Amsterdam. C. D. De door u bedoel- I de oplossingen kwamen niet in ons bezit, weshalve wij daarvoor geen punten kunnen toekennen. Van „verdwaald raken in ons archief" kan geen sprake zijn. Haarlem. C. H. Uw problemen zullen wij voor den oplossingswedstrijd plaatsen, zoodat die i. c. door de oplossers zullen wor den onderzocht. J. L. 1. Pd6 faalt na 1. Pa3. B. A. S. 1. Kh3 faalt na 1. Pg5 f. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJORISSTR A AT IS TELEFOON 10756 VAMPYR STOFZUIGERS f98.— Internationaal voetbal in 1929- Wat internationale wed»tr(jden voor de organisatie van hot spel beteekenen- In Europa brengen de internationale wedstrijden nsar schatting 1M» millioon gulden per jaar op. Meer doelpunten dan vroeger. Geen enkel Neder» lander onder do internationale scheidsrechters- Spanje het eenige land, dat al xijn wed strijden won. Ook Duitschland heeft een goed seizoen. Zwitserland spoelt en verliest 0 wedstrijden. Het is reeds meermalen beweerd, dat de Internationale wedstrijden even zooveel kur ken zijn. waarop de geheele voetbalbeweging drijft. Dat Is natuurlijk eenigszlns overdre ven, daar voetbal zooveel aantrekkelijks voor zijn beoefenaars heeft, dat ook zonder inter nationaal voetbal, het bruine monster toch wel zou blijven rollen. Doch dat voetbal, in dien de internationale wedstrijden er niet waren, op een geheel andere leest geschoeid zou zijn en dat de beoefening van het spel veel minder algemeen en het aantal toe schouwers veel geringer zou zijn, dat kan men wel als vaststaand aannemen. De voet bal-organisatie. waaronder begrepen is de propaganda voor het spel, kost geld, veel geld zelfs en men kan gerust, aannemen, dat het grootste gedeelte van het daarvoor benoo- öigdc kapitaal geleverd wordt, door het in ternationaal voetbal. Dat internationaal voet bal een der machtigste factoren is tot ver betering van het spel, staat vast. Hoe beter spel er wordt gegeven, des te aantrekkelijker 7-iJ het voetbal voor de toeschouwers worden en des te grooter zal derhalve de toeloop naar de voetbalwedstrijden zijn. Ook daardoor zorgt dus het. internationaal voetbal indirect voor de financiën. Hoeveel geld door inter nationale wedstrijden per jaar bijeen ge bracht wordt, is uiterst lastig te zeggen. Men heeft slechts enkele gegevens, waaruit, men d" opbrengsten der internationale wedstrij den kan afleiden. Een daarvan is de belasting van 7 1 '2 per mille van de recette, die door de landen aan de F I F A moet worden be taald. Over het afgeloopen jaar heeft de FIFA nog geen volledige gegevens gepubli ceerd. alleen over het eerste sredeelt* van het jaar. Daarin werd bijna 5200 door de. F T F A ontvangen. Die opgaaf Is echter nog niet. vol ledig bovendien ontbreekt, daarbij Engeland, daar'dat niet tot de F I F A is toegetreden. Juist in Engeland worden bij internationale wedstrijden aanzienlijke bedragen ontvangen. Ik geloof, dat een ontvangst van ongeveer 1 1/2 mülloen gulden per Jaar bij internatio nale wedstrijden alleen ln Europa nog als een zeer matige schatting boschouwd mag worden. Het is te begrijpen, dat de landen al het mogelijke doen om een zoo goed mogelijk in ternationaal programma op te maken, ook omdat de meeste bonden hun hoofdinkom sten van deze wedstrijden trekken. Men doet al het mogelijke om die kampen zoo aantrek kelijk mogelijk te maken, de wedstrijden om den Europeeschen beker zijn daarvan een goed geslaagd bewijs. Do sterke Midden-Europeesche voetballan den hebben terecht ingezien, dat wedstrijden tegen een zwakker elftal niet zooveel belang stelling zullen trekken. Daarom heeft, men er een soort competitie van gemaakt. Nu wordt, daardoor elke internationale wedstrijd een strijd om de punten, die het kampioen schap kunnen brengen. Zelfs het doelgemid- delde zal kunnen beslissen. Waar vroeger een wedstrijd van Oostenrijk tegen Zwitserland in Weenen slechts een matige belangstelling zou trekken, komt men thans in dichte drom men om te zien met hoeveel verschil dc Oostenrijkers wel zullen winnen. Ooor een dergelijk systeem verzekert elk land zich niet alleen van een zeker aantal internationale wedstrijden, doch men weqt dan daarbij ook, dat. alle wedstrijden dc belangstelling van het publiek zullen trekken. Er is een goede kans, dat het Oostenrijkschc voorbeeld na volging zal vinden. Er wordt tenminste reeds gsproken over wedstrijden om een beker voor West-Europa, waaraan zou worden deelgeno men door Spanje. Portugal, Frankrijk, België en misschien ook Nederland. Het. is wel ge- wenscht, dat. dc leiders van het Nederland- se.he voetbal zorgen, dat ze niet buitengeslo ten worden, daar het. anders wel eens mo gelijk zou zijn, dat Nederland heel wat moei te zou hebben om eenige internationale wed strijden te krijgen. Indien men weet, welk een rol van beteekenis de recettes van de in ternationale wedstrijden in de Nederland- sche voetbalhuishouding speelt, zal men het gevaar van een uitsluiting zeker inzien. Als er weer een verbetering komt in het door onze ploeg in internationale wedstrijden vertoonde spel, behoeft men niet bevreesd te zijn, we zullen dan wel een voldoende aantal internationale wedstrijden kunnen krijgen. Is dc wedstrijd tegen de Belgen echter slechts een tijdelijke opleving geweest, dan zal het moeilijker worden. In verband hier mede is dan ook de op 6 April a.s. to Am sterdam te spelen wedstrijd van het Neder- landsch elftal tegen Italië van het grootste belang. De Italianen worden op het oogcnblik tot de sterkste voetballanden van het vaste land gerekend, een overwinning op zoo'n ploeg, zou de Nederlandsche voetbalreputatie een flink stuk naar boven brengen. Ik heb eens een lijstje gemaakt van de in 1929 ln Europa gespeelde internationalo wed strijden. waarbij ik echter de in Engeland gespeelde wedstrijden om het internationaal kampioenschap van het Vereenigdc Konink rijk buiten beschouwing heb gelaten, daar die buiten de FIFA vallen en bovendien volgens andere bepalingen worden gespeeld. Uit. dat lijstje blijkt, dat er 62 internationale wedstrijden zijn gespeeld en dat er in die 62 wedstrijden 294 doelpunten zijn gemaakt. Opmerkelijk is het dat. het aantal doelpunten tegenwoordig zooveel grooter is dan vroeger. Dat is natuurlijk te wijten aan de verande ring van den buitenspelregel. In 1925 b.v. werden in 64 internationals wedstrijden slechts 214 doelpunten gemaakt Een andere merkwaardigheid is. dat in die 62 internationale wedstrijden gedurende 1929 geen enkel Ncderlandsc.h scheidsrechter heeft gefungeerd. In dc laatste jaren trokken Mut ters of Eymers nog wel eens naar het buiten land, doch thans schijnt ook onder de in ternationale loopbaan van deze heeren een streep gezet te zijn. Men hoort geen enkele maal den naam van een Nederlandsch scheidsrechter in het buitenland noemen, zelfs als er voor een wedstrijd een drietal wordt opgemaakt, komt daarop nooit een Neder landsch scheidsrechter voor. Het lijkt mij op den weg van den N.V.B. te liggen om te trachten hierin verandering te brengen. Scheidsrechters van de kracht van den Bel gischen leider, die bij den wedstrijd Neder landNoorwegen fungeerde, hebben we hier genoeg en als men ziet, dat men zelfs aan dien heer de leiding van den wedstrijd SpanjeTsjecho Slowakije op Nieuwjaarsdag heeft opgedragen, dan zullen er tooh hier ook wel scheidsrechters zijn, die een internationa len wedstrijd tot een goed einde kunnen brengen. Merkwaardig is het b.v., dat de heer van Praag, een Nederlander van geboorte, die jarenlang hier heeft gèscheidsrechterd en o.m. ook secretaris van den Amsterdamsóhen Voetbal Bond is geweest, eerst voor de leiding van internationale wedstrijden in aanmer king kwam, toen hij als Belg was genaturali seerd. Gaat men het lijstje van de internationale wedstrijden in 1929 na, dan blijkt daaruit, dat Spanje het eenige land is geweest, dat al zijn internationale wedstrijden heeft gewon nen. Spanje speelde echter slechts drie wed strijdenalle drie op eigen terrein- Boven dien waren Portugal en Frankrijk twee van de tegenstanders. De derde wedstrijd ging echter tegen de Engoische beroepsspelers en ook deze wedstrijd werd gewonnen, al was het dan ook slechts met 43. Dat was echter wel een afdoend bewijs van de, kracht van het Spaansche voetbal. Op 1 Januari van dit Jaar heeft Spanje bovendien de Tsjechen geklopt, waaruit dus wel blijkt, dat Spanje ook tegen de sterke beroepselftallen van Midden-Europa wel opgewassen is. Men zal echter eerst de ware kracht van het Spaansche voetbal leeren kennen als de Spanjaarden zich ook eens buiten hun grenzen gaan wagen, iets wat. ze tot dusver slechts zeer zelden hebben gedaan. Nu het bcroepsspel in Spanje zich echter meer een meer uitbreidt, zullen de Spanjaarden zich waarschijnlijk wel spoedig ook op' de buitenlandsohe velden vertoonen. Op de tweede plaats vinden wc Duitsch land, dat in tegenstelling met vroeger, lang zamerhand in de internationale voetbal wereld een positie gaat Innemen, die ten minste cenigszins in overeenstemming is met de ontwikkeling van het spel in Duitschland. Het blijft echter jammer, dat het Duitsche elftal niet speelt tegen de Midden-Europeesche beroepsploegen. Het falen van Duitsche dis- trlctploegen tegen ploegen uit Weenen en Boedapest maakt het duidelijk, dat de Duit- schers hier nog wel het een eh ander heb ben te leeren. Zoo is b.v. bij den wedstrijd van Hungaria tegen den Duitschen kampioen waarbij de Hongaren een gemakkelijke over- winnig behaalden, wel gebleken, dat de ba', niet snel genoeg word verplaatst- Men stopt den bal volgens de regels van de kunst, brengt hem dan nog wat op om hem daarna eerst over te geven. De Hongaren spelen den in beweging zijnden bal vrijwel steeds zonder hem te stoppen verder door. Daardoor wordt het spel iets vlugger, wat in dezen wedstrijd den doorslag gaf. Duitschland heeft zich overigens verdien stelijk geweerd. Het gelijke spel tegen de Schotten en de overwinning in Italië zijn wel de glanspunten van het jaar. Van de 5 In ternationale wedstrijden won Duitschland er 4, de vijfde werd gelijk gespeeld. Schotland bleef bij zijn drie wedstrijden op het vasteland ongeslagen, alleen speelde het tegen Duitschland gelijk. Een andere ploeg, die ongeslagen bleef, is Polen doch men dient daarbij met te vergeten, dat Polen alleen peelde tegen de vertegenwoordigende ama- teurploegen van Oostenrijk, Tspecho Slowa kije en Hongarije. De Oostenrijkers en de Tsjechen speelden het grootst aantal wed- strijden resp. 9 en 12. Beide ploegen hebben echter ook met hun amateur-elftal gespeeld. Zoo speelden de Tsjechen 3 amateur-interna tionals, waarvan ze er twee verloren en een gelijk speelden. Rekent men de amateur wedstrijden niet mee, dan haalden Oostenrijk Hongarije ieder uit 6 wedstrijden 8 punten en Tsjecho Slowakije uit 9 wedstrijden 11 punten. Wat Nederland in 1919 heeft gedaan, Is wel voldoende bekend. Van de 7 wedstrijden won nen we er slechts 2 tegen Zwitserland en België het elftal speelde in Noorwegen gelijk en verloor de 4 andere wedstrijden. Het moet niet zoo heel moeilijk zijn om dit record in 1930 t? verbeteren. Teleurstellend blijft, ook het spel van Denemarken, een der oudste continentale voetbal machten. Hier teert men waarschijnlijk wat al te lang op oude krachten. Van de 3 wedstrijden heeft Dene marken alleen gewonnen van Finland. Nog erger maakt Zwitserland het. De Zwitsers speelden niet minder dan 6 wedstrijden, die ze alle 6 verloren. Er werden niet minder dan 27 doelpunten tegen hen gemaakt, boven dien kregen de Zwitsers een minder goede reputatie, men beweert, dat ze te veel op den man spelen. Heelemaal onderaan staat. Portugal, dat 3 wedstrijden speelde en verloor en in die 3 wedstrijden slechts een enkel doelpunt kon maken. Dat was in begin December toen het van Italië met 6—1 verloor. C. J. GROOTHOFF. Bilthoven, 11 Januari 1930

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10