H. D. VERTELLINGEN.
KLENE's KAUWGOM
FEUILLETON
ONTWARDE DRADEN.
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 22 JANUARI 1930
(Nadruk verboden; autourgrecht voorbehouden).
Gevangenis-oproer
door HENDRIK LINDT.
..Over een uur zal van onze gevangenis
niet veel meer over z(jn dan puin. Ik heb
Stanley nauwkeurige instructies gegeven
inzake het opstellen van de kruitvaten. Hij
kent zijn werk. Ik kan mij er op verlaten.
Het oproer heeft thans drie dagen ge
duurd. Wij zullen het niet lang meer vol
kunnen houden. Dat verwondert mij niet.
Elk denkend mensch had het kunnen voor
zien. Wat beginnen wij. een paar honderd
armzalige boeven, tegen de georganiseerde
beschaving?
Natuurlijk hebben wij het geprobeerd. Wat
was er ook te verliezen? Straks, als aan alle
kanten de door ons zelf voorbereide explo
sies losbarsten, zal het einde komen van ons
leven.
Ons leven. Het heeft drie dagen geduurd.
Drie dagen van verrukkelijke vrijheid en on
begrensd machtsbewustzijn. Hoe hebben
wij Wisfleld doodgemarteld, den man dien
wij haatten om den satanLschen grijnslach,
daarmede hij altijd door het getraliede luikje
in onze cel keek!
Ook Bevers en Hompstone zijn dood. Rem-
sey hebben we van den hoogen buitenmuur
af naar beneden gegooid, voor de oogen van
de politiet roepen, die ons belegeren. Hij
bleef met gebroken armen en beenen kreu
nend liggen, zonder dat iemand hem kon
komen helpen, want geweren hebben wij
genoeg en er zijn verscheidene scherpschut
ters onder ons. Later hebben de Jongens het
stuiptrekkende lichaam met olie begoten en
in brand geschoten. Dat was niet heeiemaal
fair, maar wat kan men beter verwachten
van mannen, die jarenlang als beesten in
een kooi hebben gezeten?
Ik begrijp niet, dat. Bevers gemeend heeft
het er levend af te zullen brengen. Hij had
een persoonlijken wrok tegen Wisfield, den
directeur. Als lk het wèl heb, heeft deze Be
vers, die vroeger eerste cipier was, ln rang
teruggezet.
's Nachts werd ik gewekt door een hand,
die mij bij mijn schouder heen en weer
schudde. Ik herkende direct Bevers' stem, al
fluisterde hij zoo zacht hij kon.
Sta op. Je bent vrij! Maar denk er om, je
hebt niets of niemand gezien! Je hebt een
voudig je celdeur open gevonden....
Op den corridor trof lk Stanley en Da
vids.
Die domme Bevers. Hij begreep niet, dat
vele jaren celstraf Je allemaal tot broeders
maakt. Wij wilden niet de eenigen zijn, die
in vrijheid waren. In een donkeren hoek van
den bovensten corridor grepen we met zijn
drieën tegelijk Bevers vast en sloegen
hem met het hoofd tegen de balustrade. Hij
gaf geen kik. Wij namen hem zijn sleutels
af en openden alle cellen op de bovenste
verdieping
Het was jammer voor Hompstone, dat
Bovers niet ook de sleutels van zijn ver
dieping had. Hompstone was een goeie
lummel, die altijd een hartelijk woord voor
ons over had.
Toen we eenmaal meester waren van de
tweede verdieping hadden we ook toegang
tot de kelders en het wapenmagazijn. De
eerste verdieping en het slapende gevange
nispersoneel gelijkvloers hebben we in zoete
rust gelaten, tot we allen een geweer had
den en van 'n goeden voorraad ammunitie
waren voorzien. Toen kon de dans beginnen!
Wonderlijk, zoo'n prachtige discipline als
er onder de jongens is. Niet één heeft ook
maar een oogen blik tegen onze bevelen be
denkingen gemaakt. Met Stanley als rech
terhand van Cobs, Davids en een paar an
deren als onderluitenants had ons leger in
minder dan een half uur bijna geruischloos
leder uit den weg geruimd die tevoren onze
„bewaring" hadden moeten helpen verzeke
ren.
We hebben éen groote fout gemaakt. Dat
is, dat wij er niet aan gedacht hebben, vóór
alles Dickson, den telegrafist., onschadelijk
te maken. In de eerste verwarring zag hij
nog kans. om hulp te telegrafeeren. Geen
half uur later waren van alle kanten de po-
litietroepen in aantocht. Als we geprobeerd
hadden het gebouw te verlaten, zouden we
zonder twijfel opgepikt of neergeschoten
zijn.
Onze belegeraars zijn goed uitgerust.
Vooral missen wij het groote geschut, waar
over zij beschikken. Zij werken systema
tisch. Den geheelen linkervleugel hebben
wij moeten ontruimen, nadat er niet veel
meer dan een ruïne over was gebleven. We
hebben ons teruggetrokken in het oude
hoofdgebouw, dat steviger muren heeft.
Daarna hebben wij gewacht, tot onze bele
geraars het door ons verlaten 'gedeelte waren
binnengedrongen en toende heele zaak
Eenige avonturen van
den Engelschcn Mccstcr-Speurder
HERBERT PORTER.
11)
Peter Carstens opende met moeite de
zware ijzeren deur HIJ wierp het pistool als
ln de grootste opwinding op den grond, bleef
een oogenbllk staan, legde zijn handen op
het hart, toen ging hij naar de beweginglooze
gestalte toe en boog zich over hem neer
„Vader! Vader!"
Onwillig keerde Carstens zich om. Naast
hem lag. op haar knieën, zijn dochter.
„Je bederft de heele opname, Eilida!"
schreeuwde hU vertwijfeld.
Ze haalde diep adem, sloot haar oogen en
antwoordde trillend:
„Dat was geen spel, vader.... dat was
geen spel
Hij keek een beetje verward om zich heen.
..Wat.... bedoel.... je?"
Aarzelend keek hij om. De operateur onder
de linde was verdwenen.
De tooneelspeler had een gevoel of zijn
hart een oogenbllk ophield met kloppen.
HU stond met knikkende knieftn op en
keek naar de plaats, waar de directeur moest
zijn. Deze was er ook niet meer.
En nu hoorde men, hoe een auto ln volle
vaart wegreed.
Langzaam, met starende oogen, de handen
krampachtig samengeperst, ging Peter Car
stens naar den man, die nog steeds bewe
gingloos op den grond lag.
Hij boog zich over hem heen. Daar. onder
de hartstreek vloeide bloed. HU keek naar
daar opgeblazen. De drie kruitvaten, die
Stanley had geplaatst, gingen nagenoeg te-
gelyk deipcht m.. Daarmee ook het lijk van
Wisfield en alle directeurs-appartementen.
Het brengt mU in de gedachten, dat ik
daar nog een wonderlUk document gevonden
heb, toen we er drie dagen geleden binnen
drongen.
Nu zes jaar geleden heeft zich het geval-
Ashburn voorgedaan. Het lUkt een eeuwig
heid terug. Alle menschen zullen de zaak
wel vergeten zyn, denk ik. Maar toen was
het de hoofdschotel in alle kranten: een
bankberooving en een neergeschoten bank
directeur. Ik was by de Ashburn-Bank in
dienst. Precies herinner ik mU niet meer
de détails, maar vier maanden nadat de po
litie het onderzoek begonnen was, arres
teerden ze my en Jack Collins. Anderhalf
jaar duurde het voorarrest en elke dag
bracht nieuwe verhooren. We wisten ten
slotte eigenlUk zelf niet meer. of we wel on
schuldig waren. Men veroordeelde ons tot
den electrischen stoel. Die arme duivel van
een Collins! Hy had een vrouw en twee kin
deren
Het heeft niet terstond zoo'n vaart ge-
loopen. Wy kregen gratie en levenslang. Ik
heb sindsdien geleerd, dat dat geen verbe
tering is. Collins heeft het niet langer dan
drie jaar volgehouden. HU was niet sterk.
Vier maanden voor zUji overhjden heb ik
hem het laatst gezien. HU zag Dleek als de
dood en in zUn ingevallen oogen glansde het
eerste licht van de naderende, krankzinnig
heid. Hij is uit de kleine sombere zieken
zaal begraven.
Sindsdien miste ik de dagelUksche klop-
teekens tegen den westelUken wand van
mijn cel. duurde de tUd my dubbel lang.
Bevers, kerel, als ik daar aan terugdenk kan
het mij spUten. dat wU Je niet wat schappe-
lijker behandeld hebben.
WonderlUk zijn de wegen van het lot. Op
Wlsfields schrijfbureau vonden wU een map
met documenten. „Loopende zaken" stond
er buitenop geschrevenIk heb die pa
pieren doorgebladerd, voor we alles op een
hoop gegooid hebben en verbrand. Eén was
er by. waarop mijn naam stond. Het droeg
een datum van de vorige maand. Dat stuk
las lk wat nauwkeuriger. Revisieverzoek
onschuldig gebleken voorloopig in vrUheid
stellen tot de zaak opnieuw zou zUn behan
deldBetref dat mij? Ik weer in de
maatschappij terug? Wisfield had geen
haast gemaakt het mU te vertellen, maar
wat zou het ook. Ik was nu immers leider
van een gevangenisoproer! Zooiets geeft
geen gratie. Achteraf beschouwd, wat maakt
het voor verschil, schuldig of onschuldig
zes jaar achtereen in een cel te zitten?
Over een uur is onze gevangenis puin.
Stanley kent zUn werk
DE STADSAUTOBUSSEN.
EEN PARKEERVERBOD IN DE
SPAARNWOUDERSTRAAT?
Een bewoner van het Slachthuiskwartier
schryft ons. dat hU het niet in alle opzichten
eens is met onze beschouwing in het num
mer van Zaterdag over de Stads-autobussen.
Hy schrijft:
De tegenwoordige route van lijn 2 wordt
ongeschikt geacht omdat de Spaarnwouder-
straat te smal Ls. Ik wys er evenwel op. dat
indertijd ongeveer dezelfde route door B. en
W. was vastgesteld als onderdeel van de
kringlyn (No. 3). Het kan m.i. evenwel niet
de bedoeling zUn van de politie om toe te
staan, dat van de Spaarnwouderstraat een
open garage gemaakt wordt. Er staan, be
halve de auto's van industrieelen die daar
moeten zUn, voor verschillende zaken luxe
auto's, soms zelfs den geheelen dag. Daar
hebben de autobestuurders dan ook het
meeste last van. Voor de Spaarnwouderstraat
zou een parkeerverbod absoluut noodzakelyk
zUn.
Waarom die wagens niet op den Burgwal
of op het Stille Spaarne gezet als men ze toch
verder den geheelen dag niet gebruikt? Men
moet buiten beschouwing laten de vracht
auto's welke er doorgaans niet lang staan en
dan toch enkel maar voor laden en lossen.
De hoek SpaarnwouderstraatHoogstraat
ls van beide kanten behoorlijk te nemen.
zUn gezicht. De oogen waren gebroken.
„Moord" zei Carstens met een stem, die uit
een andere wereld scheen te komen en
toen viel hU machteloos naast den doode
neer.
„Dus tóch te laat", zei plotseling een man
nenstem naast hem. Carstens keek met zoe
kende oogen op. Voor hem stond een vreemde.
..Mr. Porter!" riep Eilida uit, verlicht.
„Dus toch iets te laat", knikte hij. Hy ging
naar den tooneelspeler en legde hem de
hand op den schouder.
„U bent het. blinde werktuig van een sa
menzwering geweest, meneer Carstens". zei
hij en zag hem in de oogen. ..U bent onschul
dig Ik zal het. bewUzen. U hebt het pistool
in goed geloof afgedrukt, want U kon niet
weten dat het geladen was."
HU liet het hoofd zinken en keek naar den
man die op den grond lag. „Die hier ligt, is
de vroegere president van een Zuid-Ameri-
kaansche republiek", zei hU zacht. „Zoo
straks, een half uur geleden, heb ik deze
zekerheid gekregen. En het is niet mijn
schuld dat ik vy'f minuten te laat ben ge
komen. Deze man hier", liU wees naar
den doode, „heeft jarenlang edn bloedig be
wind gevoerd- ZUn politieke tegenstanders
heeft hij naar de galeien of naar de gevan
genis gestuurd. Of naar de galg. Ten slotte
heeft men hem het land uitgejaagd. Maar
de vloek en de wraak van degenen, die hU
van vader, broeder of zoon beroofd heeft,
dreven hem r areloos van land tot land.
Nergens was hU zUn leven zeker. Zoo kwam
hU einrielyk hier. Op deze afgelegen plaats,
ln deze eenzame villa, dacht hij onvindbaar
te zullen zyn. Maar ze hebben hem toch
gevonden. ZUn vijanden wisten dat zUn
eeuwig waakzaam wantrouwen een kennis
making met vreemden onmogelUk zou ma-
kon. Daarom kwam men op de gedachte een
fllmopnemlngen te fingeeren en U, meneer I
Carstens, daarvoor te engageeren. In U, dien
De Melkbrug is zonder autobussen al zwaar
genoeg belast, schrijft u, dan zullen die 4
autobussen per uur het wel doen. Dan het
Spaarne. ik geloof zeker, dat de daar geves
tigde Stoomboot-Mij. liever 10 autobussen ziet
voorbijgaan als 1 tram. De Damstraat schryft
u, is ongeschikt voor autobussen-verkeer in
twee richtingen en destijds de tram dan? Bo
vendien gebeurt het zelden dat 2 bussen
elkaar in de Damstraat tegen komen en daar-
by nemen de chauffeurs hun bochten groot
genoeg dat aanrUdingen evenmin kunnen
voorkomen. De hoek Gr. HoutstraatSpek-
straat is absoluut niet gevaarlyk. want die
hoek is schitterend te overzien, bovendien
heeft men in de Gr. Houtstraat een-rich-
tingsverkeer.
DaarbU en dit is de hoofdzaak, het publiek
is met deze route gebaat, men kan nu ten
minste van de Amsterdamsche- en Slacht-
huisbuurt uit behoorlijk in het Centrum ko
men.
Verder schrijft u dat destijds de interlo-
cale bussen van de Gr. Markt verwijderd zUn.
Dit is een heel ander geval als met de stads
bussen. De interlocale bussen bleven gemid
deld 10 a 20 min. op de Gr. Markt staan, ter
wijl de dienstregeling van de stadsbussen zoo
is. dat er 1 hoogstens 2 bussen, tegeHjk op de
Gr. Markt zijn en dan nog maar enkele mi
nuten. Het is daar geen autobussen-station
doch een gewone halte welke de tram ook
heeft.
Ik ben het ook niet met u eens, dat van
de opzet om goede verbindingen met de bui
tenwijken te maken niet veel meer overgeble
ven is. M-i. zijn de nu bestaande routes schit
terend. De routes zullen wel gewijzigd zUn
omdat er in eenige buurten weinig vervoer
was.
Tenslotte het kardinale punt: de buslijnen
loopen langs de tramlijnen en nu is de tram-
maatschappU bang voor concurrentie. Dit is
in zoover waar, dat niet eerder dan op de
Gr. Markt de 3 buslijnen bU elkaar komen,
terwUl zaj verder nog maar gedeeltelyk met
de tram parallel loopen. De trammaatschap-
pU had eerder bang voor concurrentie moe
ten zUn. immers jarenlang zUn de buiten-
wUken verstoken geweest van een of andere
verbinding en toen voelde de trammaat
schappij er niets voor om die verbinding tot
stand te brengen. Nu die verbinding er een
maal is door middel van de bussen, zou men
die aan banden willen leggen.
Tot zoover de opmerkingen van dezen lezer.
Wij teekenen hierby aan:
Niet alleen wU. maar ook verschillende lie
den van de gemeentelijke verkeerscommissie
achten de Spaarnwouderstraat en de Hoog
straat ongeschikt voor autobusverkeer in twee
richtingen. Het is juist, dat indertijd de
Spaarnwouderstraat ook opgenomen was in
de opgeheven kringlijn (No. 3) maar dat ver
andert aan de zaak zelf niets. Bovendien
wordt het verkeer in de Spaarnwouderstraat
geregeld drukker, zoodat het bezwaar nu nog
sterker geldt dan in 1928. Wij hebben den
tocht met lUn 2 de laatste weken herhaalde
lijk gemaakt, zoodat wij uit ervaring kunnen
oordeelen.
Natuurlyk zouden de bezwaren tegen het
autobusverkeer in de Spaarnwouderstraat en
de Hoogstraat belangrijk verminderen als
voor de straten een parkeerverbod zou be
staan.
WU bUjven ook volhouden, dat de Dam
straat ongeschikt is voor dubbel verkeer van
twee autobuslUnen.
In twee weken is het ons tweemaal over
komen, dat in die straat twee autobussen
slechts door krachtig remmen een botsing
konden voorkomen.
Er rUden per uur wel is waar niet meer dan
4 autobussen over de Lange Brug, maar als
men rekent, dat de bussen van 7 uur 's mor
gens tot 12 uur 's nachts uit beide richtingen
om het kwartier rUden, dan beteekent dit 126
bussen per dag.
In de Damstraat rijden 2 autobuslynen.
Daar passeeren dus per dag ongeveer 250
bussen.
De smalle Damstraat was ook voor het
tramverkeer in twee richtingen ongeschikt.
Het is waar, dat de autobusbestuurders die
uit de Spekstraat komen en de Groote Hout
straat inrijden goed uitzicht hebben, maar
toch blijft het een gevaarlyke hoek omdat
het verkeer in de Houtstraat zeer groot is.
De inzender stelt het autobusverkeer op de
Groote Markt wel wat eenvoudig voor. Daar
komen per dag ongeveer 375 autobussen.
Herhaaldelijk hebben wU er 3 en 4 tegelUk
gezien.
Het is waar. dat de bewoners van het Slacht
huiskwartier nu een goede verbinding met. de
binnenstad verkregen hebben, maar dat is
gegaan ten koste van de bewoners van den
Harmenjansweg en omgeving, die nu weer
van elke verbinding verstoken zUn.
De inzender erkent blijkbaar de juistheid
van onze opmerking in het artikeltje van Za
terdag, dat de verschillende wijzigingen die
in de routes der autobussen zijn gemaakt,
tengevolge hebben gehad, dat de buslUnen
nu meer dan bU de opening parallel loopen
met de tram.
VOOR DE WERKLOOZEN.
Door de Arbeiders Tooneelvereen. „Voor
uitgang"' werden 100 toegangsbewUzen be
schikbaar gesteld, ter uitreiking onder de
werkloozen leden der bij den HaarL Best.
Bond aangesloten organisaties.
hU kende, zou hU geen vUand vermoeden.
Zoo werd de fllmopnerning gearrangeerd, zoo
drukte men U het pistool In de hand, dat
den man moest dooden. Maar "daar alle land
wegen zUn afgezetHalloWat ls dat?"
Een groote auto kwam in suizende vaart
den hoek omrUden en stepte met een gewel-
digen schok. Verscheiden mannen zaten er
in; een hunner, een politie-inspecteur trad
op den detective toe en salueerde; ,.Mr. Por
ter, bU Taerback hebben we ze ingehaald."
De Engelschman knikte. „Waar zijn ze?"
„Hier in de auto".
..Ik dank U."
De inspecteur wierp een blik op den too
neelspeler. „En wie is dat?", vroeg hy kortaf.
Het jonge meisje kwam naderbU eu koek met
angstige oogen in het gelaat van den detec
tive.
„Deze man", antwoordde Herbert Porter
op rustigen toon, „deze man is het slacht
offer van de samenzweerders, net zoo goed
als de doode. HU is onschuldig; ik sta voor
hem in."
De inspecteur maakte een lichte buiging
voor Carstens.
..Dat is voldoende, meneer. U bent vrij
EINDE.
m.
DE WERVELWIND.
De frissche zeewind woei koel en zilt om de
belde mannen, die reeds twee uren lang den
Kustweg langs wandelden die van Salsjóba-
deb naar de stad voert. Ginds, in het westen,
verhieven zich de geweldige silhouetten van
de torens van Stockholm togen den neveligen
horizont en iet-s verder aor.k de vuurroode
zonnebal langzaam weg in het goudglinste-
rende Ma'.armeer. De beide mannen stonden
in gedachten verloren en keken zwUgend
HET MONUMENT VOOR
B. GROENEWEGEN ONTHULD.
„VADER VAN DEN NEDERLAND-
SCHEN KEGELBOND".
De onthulling van het monument op het
graf van den heer B. Groenewegen, oud
voorzitter van den Nederlandschen Kegel
bond en van den Haarlemschen Kegelbond,
die 13 Juni van het vorige jaar overleden is
heeft Dinsdagmiddag op de R.K. begraaf
plaats „St. Barbara" aan het Soendaplein
in plechtigen eenvoud plaats gehad in te
genwoordigheid van de familie van den
overledene. Er waren veel belangstellenden,
behalve het Hoofdbestuur van den Neder
landschen Kegelbond waren de besturen
vertegenwoordigd van de Kegelbonden te
Haarlem, Amsterdam, Den Haag, Rotter
dam, Arnhem en Apeldoorn, voorts woonden
vele particulieren de onthulling bij.
De heer Ir. C. Spaan uit Maastricht, voor
zitter van den Nederlandschen Kegelbond
hield een rede.
„Toen zeven maanden geleden de mare
door het land ging. dat onze Brur.o er niet
meer was", zeide deze, „voelden wy allen,
dat wU iets misten. Wy misten den vader
van de organisatie, die voor hem een levens
werk geweest is. Zeven maanden geleden
heeft kegelend Nederland met bloemen be
wezen ,wat het voor hem voelde. Nu zeven
maanden later staan wU hier om hem een
tweede gedachtenis, een tweede monu
ment te geven. Het eerste heeft hU zich zelf
gegeven met opoffering van zeer veel. Bruxio,
wij allen weten, hoeveel je was voor jouw
Bond, voor je sport, hoe eerlijk je was en
hoe goed voor vriend en vijand. Dat is het
monument, dat jy gewrocht hebt.
En nu het monument dat wU je geven.
Dank zij het initiatief van den heer Nico
de Ruyter, en het werk van de commissie,
die hU in het leven riep kwam dit monu
ment tot stand.
Heel kegelend Nedeiiand hielp er zyn
steentje aan by dragen, en daarby merkten
wy hoe lief Nederland hem had. En niet al
leen Nederland, want spreker memoreert
dankbaar, hetgeen ook de Bandoengsche
vrienden deden.
Groenewegen is in het harnas gestorven.
Zyn Bond, zyn Kegelblad waren tot het
laatst alles voor hem.
Er is een leemte in de plaats, die je hebt
opengelaten en die leemte trachten wij te
vullen met het monument, dat Veldheer ge
schapen heeft.
Met deze woorden wilde de heer Spaan
het gedenkteeken onthullen, hetgeen hij
verzocht te doen aan den waarnemenden
voorzitter van den Haarlemschen Kegel
bond, den heer Jac. van Maris.
Bij het neervallen van het doek, dat het
gedenkteeken bedekt had, ontblootten allen
het hoofd.
De heer Van Maris sprak nog namens
den Haarlemschen Kegelbond.
„Als ik spreek van „onzen trouwen voor
zitter", zoo begon hy, „dan is dat goed ge
kozen, want hU was de voorzitter van den
Nederlandschen Kegelbond in het alge
meen, van den Haarlemschen m het byzon-
dèr. Hy heeft het ledental van zUn Bond
zien vertienvoudigen, het Kegelgebouw mo
gen wij wel zUn schepping noemen. Wij ho
pen zUn taak in zyn geest te mogen voort
zetten. Rust zacht!"
Een schoonzoon van den heer Groenewe
gen. de heer Ed. Kimman, dankte namens
de familie. Hierop begaf men zich naar de
woning van mevrouw Groenewegen, waar
een gedenkboek met handteekeningen werd
aangeboden.
Het monument, dat boven den grafkelder,
ongeveer midden op de begraafplaats is op
gericht, is vervaardigd door derx Haarlem
schen beeldhouwer C. Veldheer en uitge
voerd in blanc-clair manner, waarop het
medaillon met het portret in brons is aan
gebracht. Het rust op een blauw hardstee-
nen voetstuk, waarop een lauwertak gelegd
was.
VF.ERTIG JAAR BIJ „DE PHILANTROOP".
Dinsdag was mej. Mary Fleisch-
mann alhier 40 jaar werkzaam by de Ver
zekering My. „De Philantroop", gevestigd te
Bolsward.
De Maatschappy liet dezen dag voor mej.
Fleischmann niet onopgemerkt voorbijgaan.
Zij werd hedenmorgen verrast met een bloe
menhulde, namens de MaatschappU en de
Inspecteur kwam haar persoonlyk geluk-
wenschen.
JUBILé.
De heer Theoöorus van der Linden, Teij-
lershofjestraat, hoopt Zondag 26 Ja
nuari den dag te herdenken dat hy vóór 25
jaar by de Gemeentelyke lichtfabrieken te
Haarlem als machinebankwerker in dienst
kwam.
naar het majestueuze schouwspel. De grootste
van de twee nam den hoed van het hoofd en
liet zUn gloeiend voorhoofd door den l'risschen
wind afkoelen.
,.De wind was niet sterker dan nu. mr. Por
ter", zei de kleinste van de twee. „Eerder nog
zwakker. En daarom is het een raadsel dat
dit vreeselyke ongeluk heeft kunnen gebeu
ren. En dat met, onze uitstekend geoefende
vliegers!"
Herbert Porter knikte. „Ik moet bekennen
dat deze zaak een van de raadselachtigste is
waarmee ik ooit in aanraking ben gekomen.
En u bent vast overtuigd Excellentie, dat
deze eigenaardige ongelukken niet het gevolg
zyn van atmospherische storingen?"
De Minister schudde levendig het hoofd.
„Neen, Mr. Porter. We hebben door onze
eerste natuurkundigen van Stockholm en Up-
sala een onderzoek laten instellen. Ze hebben
alies nauwkeurig nagegaan en zijn eenstem
mig tot de conclusie gekomen dat de natuur
geen schuld heeft aan deze mysterieuze ge
beurtenissen. Bovendien zyn boven de haven
van Stockholm nog nooit dergelyke wervel
winden waargenomen. Bedenkt u eens, me
neer, een volkomen-rustige atmosfeer, kJaar
en doorzichtig als kristal. Eenmaal, voor veer
tien dagen, was het absoluut windstil. Hier,
waar wU staan, ginds verderop, overal ston
den menschen om onze koene vliegers te
zien. Juist komt de eerste en snelste aan
snorren. Opeens.... de menschen zien da
een wervelwind de machine te pakken
krijgtde vlieger glUdt een eindje stel!
naar beneden en schUnt een oogenbllk zUn
evenwicht terug te krygen. Men hoort duide-
lUk het ratelen van den motor: de bestuur
der probeert de verloren hoogte terug te kry
gen plotseling draait het toestel om zyn
eigen as als een schip dat in een maalstroom
terecht gekomen is.een ontzettende kree!
uit duizenden kelen en drie minuten later
ligt de veelbelovende bestuurder verpletterd I
aan onze voeten.
De detective schudde het hoofd. „Allereers 1
HET WERKTIJDENBESLUIT.
DE ACTIE VOOR EEN VRIJEN MIDDAG
In een „Nabetrachting" over de raadszit
ting van 8 Januari schi'Uft het orgaan van
den Algem. Bond van Handels- en Kantoor
bedienden, o.m.:
„De vrije middag voor de winkelbedienden
is in Haarlem dus nog geen feit geworden.
Heeft de Raad hier een principieele uit
spraak gedaan?
Hij noodigt werkgevers en werknemer®
uit, om in gezamenlyk overleg tot een oplos
sing te komen over een vrijen middag. In
dien wy den geest van de besprekingen in
den Raad nagaan, dan bemerken wij, dat
men over het algemeen ervan overtuigd is,
dat uit sociaal oogpunt esn vrye middag
voor de winkelbedienden de voorkeur ver
dient boven een vryen ochtend.
Men deinsde echter voor de consequenties
van een algeheele sluiting op dit ocgenblik
terug en wilde pas dan een definitieve be
slissing nemen, indien mocht bHJken dat
dit overleg zou falen.
Wy vragen ons af, moeten de belangen
van een belangryke groep werknemers hier
worden opgeofferd aan de tegenstrUdige
belangen en belangentjes van werkgevers?
Wij meenen van niet!
Desniettemin zyn wU loyaal genoeg, om
elke poging in deze richting te steunen en
ons afdeelingsbestuur zal dan ook ongetwy-
feld in overleg met de zusterorganisaties, de
maatregelen bespreken, welke in verband
met bovenstaande noodig en noodzakelijk
zyn. Maar daarnaast zullen onze ledei^
gedurende de komende maanden alle krach
ten moeten inspannen om de ongeorgani
seerde bedienden in de organisatie te bren
gen, opdat wij naast onze pogingen bU de
overheid om tot een behoorlyke oplossing
te komen, tot de werkgevers kunnen zeg
gen: De winkelbedienden eischen een vryen
middag, wilt gij hem niet geven, welnu dan
zullen wij hem nemen!"
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Terug te bekomen bU: v. Ommeren, Mr.
Cornelisstraat, 1. armbandje; Erkams, 2e
Vooruitgangstraat 5. bont. Wesselink, Kruis
tochtstraat 18, bril; Andreas, Kleverpark
weg 73, bril; Nachtegaal, Schoterveenstraat
5, bal; Hessels, Teding van Berkhoutstraat
6 rood, band v. autolantaarn; Kennel Fauna,
bruin hondje; De Droog, Leidschestraat 20
rood, kinderhandschoentje; Luiten, Sophia-
straat 8, horlogeglas: Bonfrère, HooimarkC
12, horloge: de Feber, Schermerstraat 4 rd.,
jas: v. d. Boogaard. Kleverlaan 24. zwarte
kat: Deen. Leidschevaart 14. kindermuts;'
Bureau van politie Smedestraat; mes. rij-
wielbelastingmerk en tasch met inhoud i
Werf, v. Oosten de BruUnstraat 91, para-
pluie; Blom, Lange Boogaardstraat 7, werk
pak: de Langen, Leidschevaartv/eg 134,
portemonnaie met inhoud; v. Dyk, Kritzin-
gerstraat 16, idem; Lodder, Colensostraat 32
jongenspet; HasselmeUer, Jud. LeUsterstraat'
9, tasch je met inhoud.
DE TOENEMING VAN HET
AUTOVERKEER.
ER KWAMEN 15717 MOTORRIJTUIGEN
BIJ IN 7 MAANDEN.
In de dezer dagen gehouden bijeenkomst
voor de Verkeerscommissie heeft de Amster
damsche Hoofdinspecteur van het Ver
keerswezen. de heer G. J. Staal, gewezen
op de moeilykheden van een behoorlyke
regling van het verkeer, mede in verband
met het toenemend aantal automobielen
enz. Hoe groot die toeneming wel is zal dui-
delyk worden uit o.s. gegevens, ontleend
aan de uitgave van het Centraal Bureau
voor de Statistiek.
1 Jan. 1928 1 Aug. '28
Rijwielen met motor 413 258
Motorrijwielen 19503 27527
Personenauto s 46030 51922
Autobussen 3094 3159
Vrachtauto's 26843 28734
95883 111600
In zeven maanden tijd dus een toeneming
met niet minder dan 15717 motorrUtuigen.
Geen wonder dat zfch by een zoo snelld
uitbreiding voor het verkeer op den weg
moeilijkheden voordoen.
geloofde u natuurhjk aan een toeval
Zijn Excellentie Sophus Bark, de Minister
van Oorlog, knikte. „Ja, we dachten aan at
mosferische storingenaan verband met
aardschokken en stormen, die juist in Mid-
den-Duitschiand en Zwitserland waren voor
gekomen. Drie dagen later steeg weer een van
onze beste vliegers cp. Weer was het byna
volkomen windstil; plotseling slaat het toe
stel over den kop, blijkbaar door een wervel
wind gegrepenen op datzelfde oogenblik
was het bepaald bladstil. Ik zag toevallig dat
een van de officieren naast me een cigaret
aanstaken op hetzelfde oogenblik daar
boven die geheimzinnige cycloon ik krijg
nu nog een gevoel van beklemming als ik
aan het gebeurde terugdenkeen oogen
bllk later haalden ze den gruwelijk-vermink
ten aviateur onder zyn verbryzeld toestel
vandaan. Dien zelfden avond ging er een ge
rucht door Stockholm, dat men hier met een
onverklaarbare, griezelige, mysterieuze mis
daad te doen hadde dolste veronderstel
lingen werden geuit."
Den volgenden Zondag steeg Olaf Söder-
stróm op, de trots van onze militaire lucht
vaart, de beste piloot van Zweden, een man
met stalen zenuwen, een volmaakt aviateur in
elk opzicht. Alle voorzorgsmaatregelen die
maar te bedenken waren, waren genomen. De
hangar waarin zUn toestel geborgen was werd
dag en nacht door een detachement soldaten
bewaakt, zelfs op het dak stond een schild
wacht. Soderström zelf sliep bU zyn toes el
Het was een stralende herfst-Zondag toen
Olaf Soderström opsteeg. Alle schenen in de
haven waren gepavoiseerd. van den "toren van
de Riddarholkerk luidden de klokken een
half uur later stortte hij met zUn toestel in
het water: de geweldige weerstand van het
opspattende water had zUn ledematen ge
broken
(Wordt vervolgd.).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. p«r regmL
Nederiandsch fabrikaat, prima kwaliteit, 5 tabletten 5 cent.