H. D. VERTELLINGEN. KLENE's KAUWGOM FEUILLETON ONTWARDE DRADEN. STADSNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 22 JANUARI 1930 (Nadruk verboden; autourgrecht voorbehouden). Gevangenis-oproer door HENDRIK LINDT. ..Over een uur zal van onze gevangenis niet veel meer over z(jn dan puin. Ik heb Stanley nauwkeurige instructies gegeven inzake het opstellen van de kruitvaten. Hij kent zijn werk. Ik kan mij er op verlaten. Het oproer heeft thans drie dagen ge duurd. Wij zullen het niet lang meer vol kunnen houden. Dat verwondert mij niet. Elk denkend mensch had het kunnen voor zien. Wat beginnen wij. een paar honderd armzalige boeven, tegen de georganiseerde beschaving? Natuurlijk hebben wij het geprobeerd. Wat was er ook te verliezen? Straks, als aan alle kanten de door ons zelf voorbereide explo sies losbarsten, zal het einde komen van ons leven. Ons leven. Het heeft drie dagen geduurd. Drie dagen van verrukkelijke vrijheid en on begrensd machtsbewustzijn. Hoe hebben wij Wisfleld doodgemarteld, den man dien wij haatten om den satanLschen grijnslach, daarmede hij altijd door het getraliede luikje in onze cel keek! Ook Bevers en Hompstone zijn dood. Rem- sey hebben we van den hoogen buitenmuur af naar beneden gegooid, voor de oogen van de politiet roepen, die ons belegeren. Hij bleef met gebroken armen en beenen kreu nend liggen, zonder dat iemand hem kon komen helpen, want geweren hebben wij genoeg en er zijn verscheidene scherpschut ters onder ons. Later hebben de Jongens het stuiptrekkende lichaam met olie begoten en in brand geschoten. Dat was niet heeiemaal fair, maar wat kan men beter verwachten van mannen, die jarenlang als beesten in een kooi hebben gezeten? Ik begrijp niet, dat. Bevers gemeend heeft het er levend af te zullen brengen. Hij had een persoonlijken wrok tegen Wisfield, den directeur. Als lk het wèl heb, heeft deze Be vers, die vroeger eerste cipier was, ln rang teruggezet. 's Nachts werd ik gewekt door een hand, die mij bij mijn schouder heen en weer schudde. Ik herkende direct Bevers' stem, al fluisterde hij zoo zacht hij kon. Sta op. Je bent vrij! Maar denk er om, je hebt niets of niemand gezien! Je hebt een voudig je celdeur open gevonden.... Op den corridor trof lk Stanley en Da vids. Die domme Bevers. Hij begreep niet, dat vele jaren celstraf Je allemaal tot broeders maakt. Wij wilden niet de eenigen zijn, die in vrijheid waren. In een donkeren hoek van den bovensten corridor grepen we met zijn drieën tegelijk Bevers vast en sloegen hem met het hoofd tegen de balustrade. Hij gaf geen kik. Wij namen hem zijn sleutels af en openden alle cellen op de bovenste verdieping Het was jammer voor Hompstone, dat Bovers niet ook de sleutels van zijn ver dieping had. Hompstone was een goeie lummel, die altijd een hartelijk woord voor ons over had. Toen we eenmaal meester waren van de tweede verdieping hadden we ook toegang tot de kelders en het wapenmagazijn. De eerste verdieping en het slapende gevange nispersoneel gelijkvloers hebben we in zoete rust gelaten, tot we allen een geweer had den en van 'n goeden voorraad ammunitie waren voorzien. Toen kon de dans beginnen! Wonderlijk, zoo'n prachtige discipline als er onder de jongens is. Niet één heeft ook maar een oogen blik tegen onze bevelen be denkingen gemaakt. Met Stanley als rech terhand van Cobs, Davids en een paar an deren als onderluitenants had ons leger in minder dan een half uur bijna geruischloos leder uit den weg geruimd die tevoren onze „bewaring" hadden moeten helpen verzeke ren. We hebben éen groote fout gemaakt. Dat is, dat wij er niet aan gedacht hebben, vóór alles Dickson, den telegrafist., onschadelijk te maken. In de eerste verwarring zag hij nog kans. om hulp te telegrafeeren. Geen half uur later waren van alle kanten de po- litietroepen in aantocht. Als we geprobeerd hadden het gebouw te verlaten, zouden we zonder twijfel opgepikt of neergeschoten zijn. Onze belegeraars zijn goed uitgerust. Vooral missen wij het groote geschut, waar over zij beschikken. Zij werken systema tisch. Den geheelen linkervleugel hebben wij moeten ontruimen, nadat er niet veel meer dan een ruïne over was gebleven. We hebben ons teruggetrokken in het oude hoofdgebouw, dat steviger muren heeft. Daarna hebben wij gewacht, tot onze bele geraars het door ons verlaten 'gedeelte waren binnengedrongen en toende heele zaak Eenige avonturen van den Engelschcn Mccstcr-Speurder HERBERT PORTER. 11) Peter Carstens opende met moeite de zware ijzeren deur HIJ wierp het pistool als ln de grootste opwinding op den grond, bleef een oogenbllk staan, legde zijn handen op het hart, toen ging hij naar de beweginglooze gestalte toe en boog zich over hem neer „Vader! Vader!" Onwillig keerde Carstens zich om. Naast hem lag. op haar knieën, zijn dochter. „Je bederft de heele opname, Eilida!" schreeuwde hU vertwijfeld. Ze haalde diep adem, sloot haar oogen en antwoordde trillend: „Dat was geen spel, vader.... dat was geen spel Hij keek een beetje verward om zich heen. ..Wat.... bedoel.... je?" Aarzelend keek hij om. De operateur onder de linde was verdwenen. De tooneelspeler had een gevoel of zijn hart een oogenbllk ophield met kloppen. HU stond met knikkende knieftn op en keek naar de plaats, waar de directeur moest zijn. Deze was er ook niet meer. En nu hoorde men, hoe een auto ln volle vaart wegreed. Langzaam, met starende oogen, de handen krampachtig samengeperst, ging Peter Car stens naar den man, die nog steeds bewe gingloos op den grond lag. Hij boog zich over hem heen. Daar. onder de hartstreek vloeide bloed. HU keek naar daar opgeblazen. De drie kruitvaten, die Stanley had geplaatst, gingen nagenoeg te- gelyk deipcht m.. Daarmee ook het lijk van Wisfield en alle directeurs-appartementen. Het brengt mU in de gedachten, dat ik daar nog een wonderlUk document gevonden heb, toen we er drie dagen geleden binnen drongen. Nu zes jaar geleden heeft zich het geval- Ashburn voorgedaan. Het lUkt een eeuwig heid terug. Alle menschen zullen de zaak wel vergeten zyn, denk ik. Maar toen was het de hoofdschotel in alle kranten: een bankberooving en een neergeschoten bank directeur. Ik was by de Ashburn-Bank in dienst. Precies herinner ik mU niet meer de détails, maar vier maanden nadat de po litie het onderzoek begonnen was, arres teerden ze my en Jack Collins. Anderhalf jaar duurde het voorarrest en elke dag bracht nieuwe verhooren. We wisten ten slotte eigenlUk zelf niet meer. of we wel on schuldig waren. Men veroordeelde ons tot den electrischen stoel. Die arme duivel van een Collins! Hy had een vrouw en twee kin deren Het heeft niet terstond zoo'n vaart ge- loopen. Wy kregen gratie en levenslang. Ik heb sindsdien geleerd, dat dat geen verbe tering is. Collins heeft het niet langer dan drie jaar volgehouden. HU was niet sterk. Vier maanden voor zUji overhjden heb ik hem het laatst gezien. HU zag Dleek als de dood en in zUn ingevallen oogen glansde het eerste licht van de naderende, krankzinnig heid. Hij is uit de kleine sombere zieken zaal begraven. Sindsdien miste ik de dagelUksche klop- teekens tegen den westelUken wand van mijn cel. duurde de tUd my dubbel lang. Bevers, kerel, als ik daar aan terugdenk kan het mij spUten. dat wU Je niet wat schappe- lijker behandeld hebben. WonderlUk zijn de wegen van het lot. Op Wlsfields schrijfbureau vonden wU een map met documenten. „Loopende zaken" stond er buitenop geschrevenIk heb die pa pieren doorgebladerd, voor we alles op een hoop gegooid hebben en verbrand. Eén was er by. waarop mijn naam stond. Het droeg een datum van de vorige maand. Dat stuk las lk wat nauwkeuriger. Revisieverzoek onschuldig gebleken voorloopig in vrUheid stellen tot de zaak opnieuw zou zUn behan deldBetref dat mij? Ik weer in de maatschappij terug? Wisfield had geen haast gemaakt het mU te vertellen, maar wat zou het ook. Ik was nu immers leider van een gevangenisoproer! Zooiets geeft geen gratie. Achteraf beschouwd, wat maakt het voor verschil, schuldig of onschuldig zes jaar achtereen in een cel te zitten? Over een uur is onze gevangenis puin. Stanley kent zUn werk DE STADSAUTOBUSSEN. EEN PARKEERVERBOD IN DE SPAARNWOUDERSTRAAT? Een bewoner van het Slachthuiskwartier schryft ons. dat hU het niet in alle opzichten eens is met onze beschouwing in het num mer van Zaterdag over de Stads-autobussen. Hy schrijft: De tegenwoordige route van lijn 2 wordt ongeschikt geacht omdat de Spaarnwouder- straat te smal Ls. Ik wys er evenwel op. dat indertijd ongeveer dezelfde route door B. en W. was vastgesteld als onderdeel van de kringlyn (No. 3). Het kan m.i. evenwel niet de bedoeling zUn van de politie om toe te staan, dat van de Spaarnwouderstraat een open garage gemaakt wordt. Er staan, be halve de auto's van industrieelen die daar moeten zUn, voor verschillende zaken luxe auto's, soms zelfs den geheelen dag. Daar hebben de autobestuurders dan ook het meeste last van. Voor de Spaarnwouderstraat zou een parkeerverbod absoluut noodzakelyk zUn. Waarom die wagens niet op den Burgwal of op het Stille Spaarne gezet als men ze toch verder den geheelen dag niet gebruikt? Men moet buiten beschouwing laten de vracht auto's welke er doorgaans niet lang staan en dan toch enkel maar voor laden en lossen. De hoek SpaarnwouderstraatHoogstraat ls van beide kanten behoorlijk te nemen. zUn gezicht. De oogen waren gebroken. „Moord" zei Carstens met een stem, die uit een andere wereld scheen te komen en toen viel hU machteloos naast den doode neer. „Dus tóch te laat", zei plotseling een man nenstem naast hem. Carstens keek met zoe kende oogen op. Voor hem stond een vreemde. ..Mr. Porter!" riep Eilida uit, verlicht. „Dus toch iets te laat", knikte hij. Hy ging naar den tooneelspeler en legde hem de hand op den schouder. „U bent het. blinde werktuig van een sa menzwering geweest, meneer Carstens". zei hij en zag hem in de oogen. ..U bent onschul dig Ik zal het. bewUzen. U hebt het pistool in goed geloof afgedrukt, want U kon niet weten dat het geladen was." HU liet het hoofd zinken en keek naar den man die op den grond lag. „Die hier ligt, is de vroegere president van een Zuid-Ameri- kaansche republiek", zei hU zacht. „Zoo straks, een half uur geleden, heb ik deze zekerheid gekregen. En het is niet mijn schuld dat ik vy'f minuten te laat ben ge komen. Deze man hier", liU wees naar den doode, „heeft jarenlang edn bloedig be wind gevoerd- ZUn politieke tegenstanders heeft hij naar de galeien of naar de gevan genis gestuurd. Of naar de galg. Ten slotte heeft men hem het land uitgejaagd. Maar de vloek en de wraak van degenen, die hU van vader, broeder of zoon beroofd heeft, dreven hem r areloos van land tot land. Nergens was hU zUn leven zeker. Zoo kwam hU einrielyk hier. Op deze afgelegen plaats, ln deze eenzame villa, dacht hij onvindbaar te zullen zyn. Maar ze hebben hem toch gevonden. ZUn vijanden wisten dat zUn eeuwig waakzaam wantrouwen een kennis making met vreemden onmogelUk zou ma- kon. Daarom kwam men op de gedachte een fllmopnemlngen te fingeeren en U, meneer I Carstens, daarvoor te engageeren. In U, dien De Melkbrug is zonder autobussen al zwaar genoeg belast, schrijft u, dan zullen die 4 autobussen per uur het wel doen. Dan het Spaarne. ik geloof zeker, dat de daar geves tigde Stoomboot-Mij. liever 10 autobussen ziet voorbijgaan als 1 tram. De Damstraat schryft u, is ongeschikt voor autobussen-verkeer in twee richtingen en destijds de tram dan? Bo vendien gebeurt het zelden dat 2 bussen elkaar in de Damstraat tegen komen en daar- by nemen de chauffeurs hun bochten groot genoeg dat aanrUdingen evenmin kunnen voorkomen. De hoek Gr. HoutstraatSpek- straat is absoluut niet gevaarlyk. want die hoek is schitterend te overzien, bovendien heeft men in de Gr. Houtstraat een-rich- tingsverkeer. DaarbU en dit is de hoofdzaak, het publiek is met deze route gebaat, men kan nu ten minste van de Amsterdamsche- en Slacht- huisbuurt uit behoorlijk in het Centrum ko men. Verder schrijft u dat destijds de interlo- cale bussen van de Gr. Markt verwijderd zUn. Dit is een heel ander geval als met de stads bussen. De interlocale bussen bleven gemid deld 10 a 20 min. op de Gr. Markt staan, ter wijl de dienstregeling van de stadsbussen zoo is. dat er 1 hoogstens 2 bussen, tegeHjk op de Gr. Markt zijn en dan nog maar enkele mi nuten. Het is daar geen autobussen-station doch een gewone halte welke de tram ook heeft. Ik ben het ook niet met u eens, dat van de opzet om goede verbindingen met de bui tenwijken te maken niet veel meer overgeble ven is. M-i. zijn de nu bestaande routes schit terend. De routes zullen wel gewijzigd zUn omdat er in eenige buurten weinig vervoer was. Tenslotte het kardinale punt: de buslijnen loopen langs de tramlijnen en nu is de tram- maatschappU bang voor concurrentie. Dit is in zoover waar, dat niet eerder dan op de Gr. Markt de 3 buslijnen bU elkaar komen, terwUl zaj verder nog maar gedeeltelyk met de tram parallel loopen. De trammaatschap- pU had eerder bang voor concurrentie moe ten zUn. immers jarenlang zUn de buiten- wUken verstoken geweest van een of andere verbinding en toen voelde de trammaat schappij er niets voor om die verbinding tot stand te brengen. Nu die verbinding er een maal is door middel van de bussen, zou men die aan banden willen leggen. Tot zoover de opmerkingen van dezen lezer. Wij teekenen hierby aan: Niet alleen wU. maar ook verschillende lie den van de gemeentelijke verkeerscommissie achten de Spaarnwouderstraat en de Hoog straat ongeschikt voor autobusverkeer in twee richtingen. Het is juist, dat indertijd de Spaarnwouderstraat ook opgenomen was in de opgeheven kringlijn (No. 3) maar dat ver andert aan de zaak zelf niets. Bovendien wordt het verkeer in de Spaarnwouderstraat geregeld drukker, zoodat het bezwaar nu nog sterker geldt dan in 1928. Wij hebben den tocht met lUn 2 de laatste weken herhaalde lijk gemaakt, zoodat wij uit ervaring kunnen oordeelen. Natuurlyk zouden de bezwaren tegen het autobusverkeer in de Spaarnwouderstraat en de Hoogstraat belangrijk verminderen als voor de straten een parkeerverbod zou be staan. WU bUjven ook volhouden, dat de Dam straat ongeschikt is voor dubbel verkeer van twee autobuslUnen. In twee weken is het ons tweemaal over komen, dat in die straat twee autobussen slechts door krachtig remmen een botsing konden voorkomen. Er rUden per uur wel is waar niet meer dan 4 autobussen over de Lange Brug, maar als men rekent, dat de bussen van 7 uur 's mor gens tot 12 uur 's nachts uit beide richtingen om het kwartier rUden, dan beteekent dit 126 bussen per dag. In de Damstraat rijden 2 autobuslynen. Daar passeeren dus per dag ongeveer 250 bussen. De smalle Damstraat was ook voor het tramverkeer in twee richtingen ongeschikt. Het is waar, dat de autobusbestuurders die uit de Spekstraat komen en de Groote Hout straat inrijden goed uitzicht hebben, maar toch blijft het een gevaarlyke hoek omdat het verkeer in de Houtstraat zeer groot is. De inzender stelt het autobusverkeer op de Groote Markt wel wat eenvoudig voor. Daar komen per dag ongeveer 375 autobussen. Herhaaldelijk hebben wU er 3 en 4 tegelUk gezien. Het is waar. dat de bewoners van het Slacht huiskwartier nu een goede verbinding met. de binnenstad verkregen hebben, maar dat is gegaan ten koste van de bewoners van den Harmenjansweg en omgeving, die nu weer van elke verbinding verstoken zUn. De inzender erkent blijkbaar de juistheid van onze opmerking in het artikeltje van Za terdag, dat de verschillende wijzigingen die in de routes der autobussen zijn gemaakt, tengevolge hebben gehad, dat de buslUnen nu meer dan bU de opening parallel loopen met de tram. VOOR DE WERKLOOZEN. Door de Arbeiders Tooneelvereen. „Voor uitgang"' werden 100 toegangsbewUzen be schikbaar gesteld, ter uitreiking onder de werkloozen leden der bij den HaarL Best. Bond aangesloten organisaties. hU kende, zou hU geen vUand vermoeden. Zoo werd de fllmopnerning gearrangeerd, zoo drukte men U het pistool In de hand, dat den man moest dooden. Maar "daar alle land wegen zUn afgezetHalloWat ls dat?" Een groote auto kwam in suizende vaart den hoek omrUden en stepte met een gewel- digen schok. Verscheiden mannen zaten er in; een hunner, een politie-inspecteur trad op den detective toe en salueerde; ,.Mr. Por ter, bU Taerback hebben we ze ingehaald." De Engelschman knikte. „Waar zijn ze?" „Hier in de auto". ..Ik dank U." De inspecteur wierp een blik op den too neelspeler. „En wie is dat?", vroeg hy kortaf. Het jonge meisje kwam naderbU eu koek met angstige oogen in het gelaat van den detec tive. „Deze man", antwoordde Herbert Porter op rustigen toon, „deze man is het slacht offer van de samenzweerders, net zoo goed als de doode. HU is onschuldig; ik sta voor hem in." De inspecteur maakte een lichte buiging voor Carstens. ..Dat is voldoende, meneer. U bent vrij EINDE. m. DE WERVELWIND. De frissche zeewind woei koel en zilt om de belde mannen, die reeds twee uren lang den Kustweg langs wandelden die van Salsjóba- deb naar de stad voert. Ginds, in het westen, verhieven zich de geweldige silhouetten van de torens van Stockholm togen den neveligen horizont en iet-s verder aor.k de vuurroode zonnebal langzaam weg in het goudglinste- rende Ma'.armeer. De beide mannen stonden in gedachten verloren en keken zwUgend HET MONUMENT VOOR B. GROENEWEGEN ONTHULD. „VADER VAN DEN NEDERLAND- SCHEN KEGELBOND". De onthulling van het monument op het graf van den heer B. Groenewegen, oud voorzitter van den Nederlandschen Kegel bond en van den Haarlemschen Kegelbond, die 13 Juni van het vorige jaar overleden is heeft Dinsdagmiddag op de R.K. begraaf plaats „St. Barbara" aan het Soendaplein in plechtigen eenvoud plaats gehad in te genwoordigheid van de familie van den overledene. Er waren veel belangstellenden, behalve het Hoofdbestuur van den Neder landschen Kegelbond waren de besturen vertegenwoordigd van de Kegelbonden te Haarlem, Amsterdam, Den Haag, Rotter dam, Arnhem en Apeldoorn, voorts woonden vele particulieren de onthulling bij. De heer Ir. C. Spaan uit Maastricht, voor zitter van den Nederlandschen Kegelbond hield een rede. „Toen zeven maanden geleden de mare door het land ging. dat onze Brur.o er niet meer was", zeide deze, „voelden wy allen, dat wU iets misten. Wy misten den vader van de organisatie, die voor hem een levens werk geweest is. Zeven maanden geleden heeft kegelend Nederland met bloemen be wezen ,wat het voor hem voelde. Nu zeven maanden later staan wU hier om hem een tweede gedachtenis, een tweede monu ment te geven. Het eerste heeft hU zich zelf gegeven met opoffering van zeer veel. Bruxio, wij allen weten, hoeveel je was voor jouw Bond, voor je sport, hoe eerlijk je was en hoe goed voor vriend en vijand. Dat is het monument, dat jy gewrocht hebt. En nu het monument dat wU je geven. Dank zij het initiatief van den heer Nico de Ruyter, en het werk van de commissie, die hU in het leven riep kwam dit monu ment tot stand. Heel kegelend Nedeiiand hielp er zyn steentje aan by dragen, en daarby merkten wy hoe lief Nederland hem had. En niet al leen Nederland, want spreker memoreert dankbaar, hetgeen ook de Bandoengsche vrienden deden. Groenewegen is in het harnas gestorven. Zyn Bond, zyn Kegelblad waren tot het laatst alles voor hem. Er is een leemte in de plaats, die je hebt opengelaten en die leemte trachten wij te vullen met het monument, dat Veldheer ge schapen heeft. Met deze woorden wilde de heer Spaan het gedenkteeken onthullen, hetgeen hij verzocht te doen aan den waarnemenden voorzitter van den Haarlemschen Kegel bond, den heer Jac. van Maris. Bij het neervallen van het doek, dat het gedenkteeken bedekt had, ontblootten allen het hoofd. De heer Van Maris sprak nog namens den Haarlemschen Kegelbond. „Als ik spreek van „onzen trouwen voor zitter", zoo begon hy, „dan is dat goed ge kozen, want hU was de voorzitter van den Nederlandschen Kegelbond in het alge meen, van den Haarlemschen m het byzon- dèr. Hy heeft het ledental van zUn Bond zien vertienvoudigen, het Kegelgebouw mo gen wij wel zUn schepping noemen. Wij ho pen zUn taak in zyn geest te mogen voort zetten. Rust zacht!" Een schoonzoon van den heer Groenewe gen. de heer Ed. Kimman, dankte namens de familie. Hierop begaf men zich naar de woning van mevrouw Groenewegen, waar een gedenkboek met handteekeningen werd aangeboden. Het monument, dat boven den grafkelder, ongeveer midden op de begraafplaats is op gericht, is vervaardigd door derx Haarlem schen beeldhouwer C. Veldheer en uitge voerd in blanc-clair manner, waarop het medaillon met het portret in brons is aan gebracht. Het rust op een blauw hardstee- nen voetstuk, waarop een lauwertak gelegd was. VF.ERTIG JAAR BIJ „DE PHILANTROOP". Dinsdag was mej. Mary Fleisch- mann alhier 40 jaar werkzaam by de Ver zekering My. „De Philantroop", gevestigd te Bolsward. De Maatschappy liet dezen dag voor mej. Fleischmann niet onopgemerkt voorbijgaan. Zij werd hedenmorgen verrast met een bloe menhulde, namens de MaatschappU en de Inspecteur kwam haar persoonlyk geluk- wenschen. JUBILé. De heer Theoöorus van der Linden, Teij- lershofjestraat, hoopt Zondag 26 Ja nuari den dag te herdenken dat hy vóór 25 jaar by de Gemeentelyke lichtfabrieken te Haarlem als machinebankwerker in dienst kwam. naar het majestueuze schouwspel. De grootste van de twee nam den hoed van het hoofd en liet zUn gloeiend voorhoofd door den l'risschen wind afkoelen. ,.De wind was niet sterker dan nu. mr. Por ter", zei de kleinste van de twee. „Eerder nog zwakker. En daarom is het een raadsel dat dit vreeselyke ongeluk heeft kunnen gebeu ren. En dat met, onze uitstekend geoefende vliegers!" Herbert Porter knikte. „Ik moet bekennen dat deze zaak een van de raadselachtigste is waarmee ik ooit in aanraking ben gekomen. En u bent vast overtuigd Excellentie, dat deze eigenaardige ongelukken niet het gevolg zyn van atmospherische storingen?" De Minister schudde levendig het hoofd. „Neen, Mr. Porter. We hebben door onze eerste natuurkundigen van Stockholm en Up- sala een onderzoek laten instellen. Ze hebben alies nauwkeurig nagegaan en zijn eenstem mig tot de conclusie gekomen dat de natuur geen schuld heeft aan deze mysterieuze ge beurtenissen. Bovendien zyn boven de haven van Stockholm nog nooit dergelyke wervel winden waargenomen. Bedenkt u eens, me neer, een volkomen-rustige atmosfeer, kJaar en doorzichtig als kristal. Eenmaal, voor veer tien dagen, was het absoluut windstil. Hier, waar wU staan, ginds verderop, overal ston den menschen om onze koene vliegers te zien. Juist komt de eerste en snelste aan snorren. Opeens.... de menschen zien da een wervelwind de machine te pakken krijgtde vlieger glUdt een eindje stel! naar beneden en schUnt een oogenbllk zUn evenwicht terug te krygen. Men hoort duide- lUk het ratelen van den motor: de bestuur der probeert de verloren hoogte terug te kry gen plotseling draait het toestel om zyn eigen as als een schip dat in een maalstroom terecht gekomen is.een ontzettende kree! uit duizenden kelen en drie minuten later ligt de veelbelovende bestuurder verpletterd I aan onze voeten. De detective schudde het hoofd. „Allereers 1 HET WERKTIJDENBESLUIT. DE ACTIE VOOR EEN VRIJEN MIDDAG In een „Nabetrachting" over de raadszit ting van 8 Januari schi'Uft het orgaan van den Algem. Bond van Handels- en Kantoor bedienden, o.m.: „De vrije middag voor de winkelbedienden is in Haarlem dus nog geen feit geworden. Heeft de Raad hier een principieele uit spraak gedaan? Hij noodigt werkgevers en werknemer® uit, om in gezamenlyk overleg tot een oplos sing te komen over een vrijen middag. In dien wy den geest van de besprekingen in den Raad nagaan, dan bemerken wij, dat men over het algemeen ervan overtuigd is, dat uit sociaal oogpunt esn vrye middag voor de winkelbedienden de voorkeur ver dient boven een vryen ochtend. Men deinsde echter voor de consequenties van een algeheele sluiting op dit ocgenblik terug en wilde pas dan een definitieve be slissing nemen, indien mocht bHJken dat dit overleg zou falen. Wy vragen ons af, moeten de belangen van een belangryke groep werknemers hier worden opgeofferd aan de tegenstrUdige belangen en belangentjes van werkgevers? Wij meenen van niet! Desniettemin zyn wU loyaal genoeg, om elke poging in deze richting te steunen en ons afdeelingsbestuur zal dan ook ongetwy- feld in overleg met de zusterorganisaties, de maatregelen bespreken, welke in verband met bovenstaande noodig en noodzakelijk zyn. Maar daarnaast zullen onze ledei^ gedurende de komende maanden alle krach ten moeten inspannen om de ongeorgani seerde bedienden in de organisatie te bren gen, opdat wij naast onze pogingen bU de overheid om tot een behoorlyke oplossing te komen, tot de werkgevers kunnen zeg gen: De winkelbedienden eischen een vryen middag, wilt gij hem niet geven, welnu dan zullen wij hem nemen!" GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Terug te bekomen bU: v. Ommeren, Mr. Cornelisstraat, 1. armbandje; Erkams, 2e Vooruitgangstraat 5. bont. Wesselink, Kruis tochtstraat 18, bril; Andreas, Kleverpark weg 73, bril; Nachtegaal, Schoterveenstraat 5, bal; Hessels, Teding van Berkhoutstraat 6 rood, band v. autolantaarn; Kennel Fauna, bruin hondje; De Droog, Leidschestraat 20 rood, kinderhandschoentje; Luiten, Sophia- straat 8, horlogeglas: Bonfrère, HooimarkC 12, horloge: de Feber, Schermerstraat 4 rd., jas: v. d. Boogaard. Kleverlaan 24. zwarte kat: Deen. Leidschevaart 14. kindermuts;' Bureau van politie Smedestraat; mes. rij- wielbelastingmerk en tasch met inhoud i Werf, v. Oosten de BruUnstraat 91, para- pluie; Blom, Lange Boogaardstraat 7, werk pak: de Langen, Leidschevaartv/eg 134, portemonnaie met inhoud; v. Dyk, Kritzin- gerstraat 16, idem; Lodder, Colensostraat 32 jongenspet; HasselmeUer, Jud. LeUsterstraat' 9, tasch je met inhoud. DE TOENEMING VAN HET AUTOVERKEER. ER KWAMEN 15717 MOTORRIJTUIGEN BIJ IN 7 MAANDEN. In de dezer dagen gehouden bijeenkomst voor de Verkeerscommissie heeft de Amster damsche Hoofdinspecteur van het Ver keerswezen. de heer G. J. Staal, gewezen op de moeilykheden van een behoorlyke regling van het verkeer, mede in verband met het toenemend aantal automobielen enz. Hoe groot die toeneming wel is zal dui- delyk worden uit o.s. gegevens, ontleend aan de uitgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 1 Jan. 1928 1 Aug. '28 Rijwielen met motor 413 258 Motorrijwielen 19503 27527 Personenauto s 46030 51922 Autobussen 3094 3159 Vrachtauto's 26843 28734 95883 111600 In zeven maanden tijd dus een toeneming met niet minder dan 15717 motorrUtuigen. Geen wonder dat zfch by een zoo snelld uitbreiding voor het verkeer op den weg moeilijkheden voordoen. geloofde u natuurhjk aan een toeval Zijn Excellentie Sophus Bark, de Minister van Oorlog, knikte. „Ja, we dachten aan at mosferische storingenaan verband met aardschokken en stormen, die juist in Mid- den-Duitschiand en Zwitserland waren voor gekomen. Drie dagen later steeg weer een van onze beste vliegers cp. Weer was het byna volkomen windstil; plotseling slaat het toe stel over den kop, blijkbaar door een wervel wind gegrepenen op datzelfde oogenblik was het bepaald bladstil. Ik zag toevallig dat een van de officieren naast me een cigaret aanstaken op hetzelfde oogenblik daar boven die geheimzinnige cycloon ik krijg nu nog een gevoel van beklemming als ik aan het gebeurde terugdenkeen oogen bllk later haalden ze den gruwelijk-vermink ten aviateur onder zyn verbryzeld toestel vandaan. Dien zelfden avond ging er een ge rucht door Stockholm, dat men hier met een onverklaarbare, griezelige, mysterieuze mis daad te doen hadde dolste veronderstel lingen werden geuit." Den volgenden Zondag steeg Olaf Söder- stróm op, de trots van onze militaire lucht vaart, de beste piloot van Zweden, een man met stalen zenuwen, een volmaakt aviateur in elk opzicht. Alle voorzorgsmaatregelen die maar te bedenken waren, waren genomen. De hangar waarin zUn toestel geborgen was werd dag en nacht door een detachement soldaten bewaakt, zelfs op het dak stond een schild wacht. Soderström zelf sliep bU zyn toes el Het was een stralende herfst-Zondag toen Olaf Soderström opsteeg. Alle schenen in de haven waren gepavoiseerd. van den "toren van de Riddarholkerk luidden de klokken een half uur later stortte hij met zUn toestel in het water: de geweldige weerstand van het opspattende water had zUn ledematen ge broken (Wordt vervolgd.). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. p«r regmL Nederiandsch fabrikaat, prima kwaliteit, 5 tabletten 5 cent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6