H. D. VERTELLINGEN. RECHTZAKEN CACHET d FAÏVRE FEUILLETON MET VERLOF NAAR HUIS HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 31 JANUARI 1930 (Nfldruk varboden; auteursrecht voorbehouden)» door H. LINDT. Zwawi Het noodlot heeft zich voltrokken. Er viel tiiet aan te ontkómen. Tot het uiterste heb ik mij er tegen verzet. Het heeft niet mogen baten. Alle anderen -varen eenstemmig in hun oordeel: er moest een advertentie in de krant. Daat ik u de geheele tragische historie ver tellen van het begin af. Voor twee maanden namen wij een kat in huis. Ik bespaar u de opsomming van alle toemiddellngspersonen die er ons bij behulp zaam waren. Het feit is voldoende. Het beest was zwart, met een groote witte vlek op de borst en witte pooten. Een der hulsgenooten is op het vernuftige denkbeeld gekomen de kat op grond van deze kleuren combinatie ,.Zwa-wl" te noemen. Zulks in dankbare navolging van een bij handels firma's geliefde wijze van naam-geven. De kat heette voortaan Zwawi en deed wat alle huisdieren van zijn soort plegen ie doen: hij ging bij de kachel liggen en kwam er niet vandan dan om te drinken en te 'ten. Onkundig van de vele voorzorgsmaatregelen die tegen zijn cventueele ontvluchting waren genomen, beperkte hij het gebied van zijn vrije beweging uit eigen wil nog meer: een enkele vierkante meter in de huiskamer bij de Een kat hecht zich aan het huls. Als wij er ln slagen, Zwawi eenlge weken binnen onze woning te houden, zal het pleit gewonnen Zijn. Dit was de gedachtengang, die bij de ge noemde maatregelen voorzat. Acht lange weken openden wij in huis geen deur, zonder ons ervan te vergewissen, dat Zwawi verre was en niet met een onverwach- ten sprong kon descrteeren. De negende week meenden wij, dat Zwawi voldoende aan zijn nieuw tehuis gewend was. Wij lieten verdere bewaking achterwege. Den volgenden dag was Zwawi verdwenep. Een geheelen dag wachtten wij in span ning, of hij wellicht uit vrijen wil zou terug- keeren. Toen belegden wij familie-raad. Er kwam een advertentie ln de krant: „Verloren: een kater, zwart met witte borst en witte poolen- Luistert naar den naam Zwawi. Tegen ruime belooning terug te be zorgen bij Eerlijk gezegd, niemand had ooit bemerkt dat Zwawi naar zijn naam luisterde. Maar het is nu eenmaal zoo de term in annonces. Aan den anderen kant was er een herken- ningsteeken, dat wij verzuimd hadden te vermelden. Ik vermoed, omdat het een te uit voerige omschrijving noodig maakte. En om schrijvingen ln advertenties kosten geld. Echter, het herkenningsteeken was en zou te zijner tijd diensten kunnen bewijzen. Wan neer Zwawi namelijk in de huiskamer ge laten werd, liep hij zonder uitzondering recht met de kat maar even in de voorkamer en neer, na er een wijde cirkel om te hebben be schreven. Deze gewoonte was eens voor al ln onze herinnering vast gelegd als een on veranderlijke karaktereigenschap van Zwawi. Nog was het bewijsnummer van onze ad vertentie niet, bezorgd of er werd al gebeld. Wij zaten aan tafel en het is een heilige wet. dat niemand tusschentijds opstaat. Ga es eyen kijken, Elsie! Het daghitje was al naar de deur. Een jongen met een poes! kwam ze enkele oogenblik ken later vertellen. Een poes? Kun je dan niet zien of het Zwawi is? Och, hij lijkt er wel wat op, meende Elsie aarzelend. Hij is een beetje vuil, ziet u! Geen wonder, die kat is een paar dagen achtereen buiten geweest- Laat dien jongen met de kat maar even in de vorokamer en vraag of hij vijf minuten wil wachten, tot wij klaar zijn met eten. Hij had niet veel tijd en komt nog wel eens hooren, berichtte Elsie ons na een poosje. De kat heb ik maar zoolang in de voorkamer gezet. Goed, Elsie! Er werd gebeld. Een meneer met een poes! vertelde Elsie. Hij heeft niet veel Ujd. Zal ik de kat maar. Goed, Elsie, laat het beest maar in de voorkamer, bU de andere! Twee minuten later: weer gebeld. Als het soms iemand met een kat ls Het komt in orde, mevrouwI In een plechtige processie gingen wij allen naar de voorkamer. Goeie genadeI stoof ik terug, haastig de deur weer dichttrekkend. Wat is er? Kijk zelf maar! Ze keken. Het waf een aanblik om nooit te vergeten. In de voorkamer zat een helr- legcr van katten. Ze waren alle zwart, met witte borst en witte pooten. Op de divan, op de fauteuils, overal zaten ze. Wat moeten we in 's hemelsnaam begin nen? Zwawi er uit zoeken! Maar hoe? Er is geen beginnen aan- Herken jU hem? Die katten lijken op elkaar als druppels water. Als we hem eens bU zijn maara riepen? Zwawi, Zwawi! Jawel, we hadden evengoed Hector kun nen roepen We zullen ze een voor een voor de kamer deur zetten! juichte ik. Als er een om de kachel draait voor hU gaat liggen, is het Zwawi. We lieten Elsie stuk voor stuk een der bees ten oppakken en voor de kamerdeur zetten. Een oogenblik keken ze naar binnen. Dan draaiden ze zich om en liepen de gang in. Zwawi is er niet bij. En onze mooie voorkamerHet lijkt wel een stal. Inderdaad, gordUnen en bekleeding waren stuk ge trokken, alle meubels met krabben, de neéie kamer vol katte ha ren. Wat moeten wU met dat ongedierte be ginnen? We zullen het asyl opbellen en ze alle maal laten weghalen. Zoo gebeurde het. De kamerdeur kraakte en werd zachtjes open- Den volgenden dag zaten we weer aan tafel, geduwd. Op den drempel stond een zwart beest met witte borst en witte pooten- Er is er bU ongeluk een achtergebleven, was mUn eerste gedachte. Het beest keek ons stuk voor stuk oplettend aan. Toen liep hij naar den kachel. HU be schreef er een wijden kring omheen en ging toen gemakkelijk liggen. Hij is het. hUgde ik, Zwawi. Een dag daarna plaatsten wU onze tweede advertentie in de krant: „Goed tehuis gezocht voor kater. Zwart met witte borst en witte pooten. Te bevragen bUw NEDERLANDSCHE REIS- VEREENIGING. Afdeeling Haarlem. Lezing met lichtbeelden en filmvertooning. De afdeeling Haarlem van de Nederlandsche Reisvereeniging. hield Woensdagavond een bUeenkomst in den Schouwburg Jansweg.- die uitnemend slaagde, dank zU de medewerking van voorzitter J. G P. Sabel. De heer Sabel die een lezing hield over Scandinavië, Oslo. Kopenhagen en Spitsbergen, is een vlot causeur die de landen welke hU bespreekt goed kent. Hij kan daarom altUd rekenen op een dank baar gehoor. Bovendien kent hij tal van bUzonderheden die karakteristiek zUn voor den aard van het landschap en zUn bevolking. Het zou geen doen zUn om een resumé te geven van alles wat door den heer Kabel behandeld werd. WU moeten wel volstaan met de vermelding van het feit, dat de lezing, zoowel als de licht beelden, belangwekkend waren, en dat dank zU de ondervinding die de heer Sabel op het gebied van reizen heeftzUn bstooe steeds onderhoudend en gedocumen'eerd blijft. Na de pauze draalde een film, die ons een voortreffelijk idee gaf van een vereeniglngs- re!s met het prachtige schip de Monte Oliva, naar Denemarken. Zweden en Noorwegen. Het leven aan boord, de uitstapjes te land. de bezoeken aan de imposante fjorden en het gezicht op gletschers en watervallen, dit alles werd, na hetgeen men reeds van den heer Sabel hoorde, dubbel belangwekkend. De film zat technisch en artistiek goed in elkaar en vormt prachtig propagandamateriaal voor het mooie werk der Reisvereeniging. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. Gedurende de week van 19 tot en met 25 Januari werden in Haarlem 9 gevallen van diphtheritis geconstateerd, in Bloemendaal 2. In Zandvoort evenals in Heemstede kwam 1 geval van roodvonk voor. HET OFFER VAN TIJD AAN SNELHEID. De Rechtbank maakte Donderdag oen dag van vele aanrijdingszaken. Het genoegelijke spel met de blikken Neurenberger autotjes werd op de groene tafel bU herhaling met alle ernst gespeeld, ter reconstructie van de zoo emotioneele en droeve gebeurtenissen, die tot deze langdurige terechtzitting leld- den. En dat niet alleen, doch die voor de be trokkenen zoo onaangename gevolgen heb ben. Wanneer een fatums-statlsticus de cy nische ambitie zou hebben om op te tellen het aantal weken, dat de slachtoffers heb ben doorgebracht in ziekenhuizen, het aan tal dagen, dat de bedrUvers zullen zien ver- vlieden in het Huls van Bewaring en het aantal uren, dat de getuigen wachtende hebben gedood in de „wandelgangen van het Paleis van Justitie", dan zou hU kunnen opmerken, dat de sneiheidsdrang in don mensch tot verlies van een onevenredig groote mate van kostbaren levenstijd kan leiden. De eerste zaak was er een uit Zandvoort. Twee Haar'.emsche jongemannen reden op een motorfiets op de Zandvoortsche laan. De motorrUder had al den geheelen dag gereden was naar BeverwUk geweest en 's avonds van de stad uit nog eens naar de badplaats. Een rechter merkte op, waarom hU zoo overdreef en de jongeman gaf de zeer aan- nemeUjke verklaring, dat je „als je een meisje ln Zandvoort hebt zitten, niet zoo erg rustig blyft" De duorUder was er onderweg opgeklom men. ZU hadden ieder twee glazen bier op. Op de Zandvoortsche laan reden zU 55 K.M., tosn een voor hen uitrijdende auto plot seling naar links schoof om een daarvoor rUdend bespannen voertuig te passeeren, de motor slipte door de plotselinge beweging bU een poging om geheel links van den weg er nog door te glippen en de duorUder werd er af geslingerd en kreeg zoo zwaar licha- melUk letsel, dat hy 6 weken in het zieken huis heeft moeten liggen en nog 4 weken daarna zUn werk als bloemist niet heeft kunnen doen. De eisch in deze zaak was tegen den mo torrUder een geldboete van f 75 subsidiair 50 dagen hechtenis. Mr. L. G. van Dam achtte als verdediger de schuld van verdachte zoo problematiek, dat hij vrUspraak vroeg. Wat de boete be treft vestigde hU er de aandacht op, dat ver dachte onvermogend is, weshalve pleiter subsidiair een lagere boete vroeg. De andere aanrijding, die in de middag zitting behandeld werd, die van 's morgens meegeteld de derde van dezen dag dus, was zoo mogelUk van nog ernstiger aard. ZU was 20 September 1029 veroorzaakt door een chauffeur van een Brockwaybus, welke op den RUksstraatweg even voor de brug over de Jan GUzenvaart een man heeft ach terop gereden die in de richting Santpoort liep en hem door onoplettendlheid heeft aangereden, waardoor de man, een 52-jarlge kleermaker onder de auto kwam en een schedelbasisfractuur heeft gekregen, die eerst na een verblUf van 4 1/2 week in de Mariastichting en een langdurige bedrust thuis genezen is. De kleermaker zei. dat hij op den voet- weg had geioopen ëri de chauffeur, dat de man het asfalt betreden had. De chauffeur zou den man niet gezien hebben, doordat het regenachtig was en doordat hU verblind werd door het licht van een tegemoetko mende auto. De voetganger zou de signalen van den chauffeur niet gehoord hebben, om dat die in den stormwind verwoeien. Het slachtoffer wenschte een civiele vorde ring in te dienen van f 991. Mr. Andringa, de substituut-officier van justitie vestigde er de aandacht op, dat het de tweede keer is, dat verdachte een ernstig ongeluk veroorzaakt. In Friesland is hij reeds eenmaal veroordeeld tot zes weken hechtenis. Deze chauffeur heeft bewezen geen persoon te zijn om een auto te bestu ren. Derhalve vroeg spreker ook nu 6 weken hechtenis en ontzegging van de ry-bevoegd- held voor den rijd van een jaar. Mr. H. van Zutphen wilde als verdediger geen verband leggen tusschen het ongeval in Friesland en dit. Het is slechts toeval, dat beide ongelukken elkaar zoo snel opvol gen. Er hadden ook jaren tusschen kunnen liggen. Pleiter, niet geheel overtuigd van verdachte's schuld, vroeg om de hoofdstraf te verminderen of om haar voorwaardelijk te maken. HU schetste de verstrekkende ge volgen voor verdachte's carrière bU intrek king van het rUbewUs en vroeg om den chauffeur in elk geval nog een kans te ge ven. Mr. Andringa repliceerde, dat dit zou zUn een opnieuw blootstellen van de maat schappij aan verdachte. Dit kan niet meer geriskeerd worden, hoe Jammer het ook voor den chauffeur is. De uitspraak in alle aanrijdingszaken is 13 Februari. HET JUBILEUM VAN HET LEERLINGENCORPS DER M.T.S. LUSTRUM-NUMMER VAN „DE KNOR". Ter gelegenheid van het tien-jarig bestaan van het corps van Leerlingen der M.T.S. te Haarlem is het Februari-nummer van „De Knor" verschenen als een Lustrum-nummer Het nummer wordt geopend met een ge- lukwensch van den directeur der school ir. G. Hofstede, waarin deze o.a. schrijft: „het lijdt geen twyfel, of de Herdenking zal klinken als een klok, sonoor, maar blijde, zonder wan klank. En gij allen, gU zult niet slechts de klok hooren luiden, maar gy zult- ook mede trekken aan het klokketouw. Deze kick spreekt van eendracht en samenwerking, van saara- hoorigheldj ondanks zoovele verschillen, van vertrouwen ln de t-oekomst van het corps". Onder „Bravo jubilaris" schrijft de oud- M.T.S.'er J. B. Nieman over den band tus schen oud-leerlingen en het corps en hU „Geacht Bestuur. gU kunt ons op den laten Februari welkom heeten, de Haarlemsche M T. S.'ers in Curasao zullen aanwezig zUn, zU het dan ook slechts in gedachten". Over de betrekking tusschen het corps en de leeraren schrijft ir. H. J. Meewis, mr. F. Vorstman wUdt een artikeltje aan de con structie van het corps, dat naar hU schrUft een democratische regeerlngsvorm heeft. D. Schuitenmaker Jr., eerste voorzitter van den Bond van Leerlingen en oud-leerlingen der MTS. geeft een herinnering aan de eerste dagen van het bestaan der school; over „Tien jaar Corps" heeft C. WUdooge, oud voorzitter het; C. van Schieveen Jr. schryft ais voorzitter der vereeniging van Afgestudeer den, de hoofdredactie behandelt het onder werp „Waardeering", de Redactie introduceert het jubileumnummer, dat tevens het eerste onder een nieuw omslag is; verder bevat het blad verslagen en tal van artikelen op tech nisch gebied zoowel als naar aanleiding van het jubileum, rUmen en herinneringen, een 3n ander door illustraties des te belang wekkender gemaakt. Gecompleteerd door de gewone d.w.z. aityo zeer opmerkenswaardige rubrieken geeft dit jubileumnummer een uitnemenden indruk van wat het corps na tien jaar vermag te prestee- Op een „Eerepagina" komen de portretten voor van ir. G. Hofstede, eerevoorzitter en de heeren J, B. Nieman en C. J. J- van Wyk eereleden. De nieuwe omslag vertoont oen afbeelding van het gebouw der M.T.S on de symbolen van de vUf takken, waaruit het onderwUs aan de M.T.S. bestaat. DR. PENON OVER DE MODERNE ZIELKUNDE VAN HET KIND. Dr. K. Penon, gemeentelijk schoolarts- osychlater te Rotterdam heeft voor de af deeling Haarlem van de Nederlandsche Mon- essori-vereeniging Donderdagavond in een der zalen van restaurant Brinkmann een lezing gehouden over: „De geestelijke ont wikkeling van het schoolgaande kind". Ter inleiding ging dr. Penon na de herkomst der handelingen van den mensch. Hij maakte het onderscheid duidelijk tusschen instinct handelingen en dressuurhandelingen, welke de dieren met den mensch gemeen hebben en de derde soort, alleen menschelijke han delingen. de intellecthandelingen, voortko mende uit het verstand. De ontwikkeling van üe handelingen bU het kind volgde spreker in zUn referaat. De ontwikkeling van het verstand begint met een steeds verder gaande bewustwording van ruimte en vormen. Het eerste stadium lezer ontwikkeling is dat van het waarnemen, het leeren zien van bUzonderheden. Het ordenen van die waargenomen byzon- derheden maakt de tweede phase uit van de verstandelijke ontwikkeling. Dr. Penon stelde het nut van dagboeken, waarin de ouders hun observaties aanteekenen, in het licht. Alle ontdekkingen van bUzonderheden doet het kind niet alleen. Het voorgeslacht heeft er veel voor hem gedaan en ze aan hem over gedragen door de taal. Spreker vestigde er de aandacht op, hoe de ordening van het geestelijk bezit ook een geheele verandering in het geheugen te weeg brengt. De herinnering van het kind wordt sterker, naarmate het ouder wordt. Als het derde ontwikkelingsstadium is te beschouwen het toepassen van de kennis, het handelen op de juiste wyze. Het eenvoudigste hierin Is de herhaling. Denken is dikwijls een probeeren en wanneer het probeersel deugdelijk is gebleken kun nen wU het herhalen. Een andere manier van handelen is uit een bepaald aantal gevallen een regel af te leiden. Dat deze deductieve methode niet alrijd opgaat toonde spreker met een vermakelijk voorbeeld aan. In het vierde stadium valt het toetsen van het denkproduct aan de werkelijkheid. Door een logisch groepeeren van onze gedachten kunnen wU ons van een goeden uitslag dien aangaande verzekeren. Dit doet het kind nog niet, al heeft het sterke zin voor realiteit. Een DE PERSONEELSFORMATIE. VERGADERINGEN DER SUB- COMMISSIE, v. Er wordt een vergadering van de Sub commissie uit de Commissie van Overleg voor de ambtenaren inzake de Personeelsforma tie gehouden op Donderdagavond 13 Februari. De formaties van het archief, de bibliotheek en leeszaal. Bouw- en Woningtoezicht en het Gem. ElectriciteitsbedrUf zuilen worden be handeld. De bedoeling Is lederen Donderdag, hetzQ 's morgens of 's avonds, te vergaderen. voorbeeld van een onloglschen, dus met de werkelijkheid strUdigen gedachtengang gaf dr. Penon in de meening van een kind, dat bana nen aan den boom groeien, omdat de bakker ze niet kan maken. Behalve ervaring noemde de inleider als een manier tot ontwikkeling van het logisch lenken het gesprek. Hy voegde daaraan toe, dat reeds in het boek van Montessori de beginselen dezer latere zielkunde zUn neergelegd. Wanneer men dan ook vraagt hoe Montessori tegenover dit alles staat, dan antwoordt spreker, dat er geen conflict bestaat tusschen de moderne zielkun de en Montessori en dit komt omdat beiden uitgegaan zUn van hetzelfde, het kind zelf. Op de vraag: of ieder kind geschikt is voor Montessori-onderwUs luidde het antwoord, dat dit voor een zeer groot gedeelte afhangt van den leider of de leidster. De voorzitster, mevrouw M. E. Landde Vries zegde dr Penon dank. HET EEUWFEEST VAN „ZANG EN VRIENDSCHAP". Naar het Maandblad der Kon. Liedertafel .Zang en Vriendschap" meldt, zal binnen enkele dagen op de Groote Markt, op het gebouw der firma Keiler en Macdonald een electrische lichtreclame van „Zang en Vriend schap" worden aangebracht. Men zal, zoolang de feesten duren, daar alle avonden een paar spreuken of teksten, helder verlicht, in het luchtruim kunnen lezen. Het ligt in de be doeling een dezer' teksten er op te houden tot Juni en de andere iedere veertien dagen te veranderen. Tot het Eere-Comité is nog toegetreden Dr. v. d. Eist uit Utrecht, een kleinzoon van een der oprichters der Liedertafel, n.l. van een heer M. van der Eist, den eersten secretaris. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct*. per repel. een oogenblikkelijk geneesmiddel is voor HOOFDPIJN ZENUWPIJNEN RHEUMAT1EK KOORTS OF GRIEP Onschadelijk voor het organisme Doosjes eon UCochef tn Apotheken en Drogisterijen. Vrij bewerkt naar PAUL OSKAR HÖCKER. Vertaling van Christine Kamp. HU trok de schouders op en streek over zyn voorhoofd, alsof hU het te weelderige haar wilde wegstrijken. „Treurig was het inderrijd. toen mUn arme vader nog leefde en ondanks zijn ziekte zoo hard moest werken om zójn zaak in stand te houdentot hU ten laatste toch niet meer kon. Ik was toen een Jongen van veertien Jaar. Ik kon de ellende thuis niet meer aanzien en ben weggeloopcn. Mijn ouders zUn er lang boos om geweest, maar ik had toch gelijk. Dat .heeft moeder mU ook nog kort voor haar dood geschreven". HU keek opLouise zag, dat zijn blauwe oogen voch tig glansden, maar met inspanning ging hU voort; „Ja, dat er »u Juist zoo'n ongeluk moest gebeuren, opdat moeders Frits naar Neuren berg zou komen en haar laatste rustplaats bezoeken! Ach. het was zoo stil en plechtig ginds op het Johanneskerkhof. Nu heeft zy rust en verheugt zich, naar ik hoop- Ik ben zoo blij, dat zU nu rust heeft na al het vreeselijke leed heel haar leven lang gedra gen. En rozen bloeien op haar graf. Denk eens aan, er waren nog cenige bloemen nu m November! Eén heb ik meegenomen- Eerst durfde ik die niet te plukken. Zij heeft :n haar leven zoo weinig moois gehad en b!.v>- men, Ja, die heeft, zij nooit kunnen knopen, daarom kwam het mU als een diefstal voor. Maar opeens was het. mU or Ik haar lieve hartelijke stem mU hoorde toespreken.... ZU had zoo'n grappig, fijn stemmetje, MJna als een heel Jong meisje. zoo als de juffrouw hier,werkelijk juist zoo, vooral als u lacht!HU hield een oogenblik de hand aan zUn voorhoofd, alsof hij een stem in zUn binnenste hoordeDan hernam hU weer welgemoed: „Ja, het was zoo mooi daar op het kerkhof. Ik heb daar met mUn gestorven moedertje gepraat alsof zU vlak bU mU was. ZU was toch zoo'n allerliefst vrouwtje, myn moesje!" Louise was ontroerd. Er lag in de frissche en Innige manier, waarmede hU over zijn moeder sprak een schijnbare tegenspraaken toch ook een zekere poëzie. Zelf was hU aan hei leven gehecht en toch verheugde hU zich, dat de twee, die hem het dierbaarste op aarde waren geweest, verlost waren van een leven, waarin zU slechts geleden hadden. Die op vatting had een zekere verhevenheid, die haar imponeerde. Bovendien was hU een man. wien men achten en liefhebben moest. Zijn prach tig optimisme had iets triomfantelijks. „U moet nog wat hier blijven", zei Louise tot den jongeman, toen juffrouw Schratt naar de keuken was gegaan om het een en ander gereed te maken. „Ik geloof, dat het u eer dan mU gelukken zal Huberts moeder vroolijker te stemmen. ZU voelt nog steeds te zeer den Indruk van de vreeselijke dagen, die zU doorleefd heeft". „Ja. voor de families thuis is het mis schien erger geweest, dan voor ons zelf, dat kan ik best gelooven. Maar, Goddank, nu is het leed toch alweer voorbij! Binnen veer tien dagen is Hubert hier, kerngezond en op geruimd. waarom zou zijn moeder dan nog klagen en jammeren?" Louise lachte: „Ja, maar ieder is niet zooals u. die overal het beste weet uit te vinden. En zeker is tante Schratt zoo niet". „Hubert Ujkt daarin op haar. Och, Juf frouw, wat heeft die man ons dikwijls neer slachtig gemaakt. HU is eigenlijk mijn chef... ik heb niet, zooals hU, gestudeerd op de machlnistenschool en moet nog eerst myn examen in Kiel doenmaar tegenover hem heb ik nooit een blad voor den mond genomen. Dikwyls heeft hU de heele beman ning met zUn helmwee aangestoken. Vooral den kleinen scheepsjongen. Flink wezen, in alles, vooral wat den dienst betreft, dat kan hU niet. Eigenlijk ls hU veel te weekhartig voor een zeeman". „Dat beseft hU zelf. daarom wil hU ook heelemaal niet terug naar zee". Frits schudde ongeloovig het hoofd. „Hij zal er wel weer naar verlangen. Zeker, de dienst als machinist is harden gevaren zUn er aan boord meer dan op het land. Maar alles, wat men bij zoo'n reis te zien krUgt: de vreemde havens, de landen, dc menschen en zedenen den Oceaan en den eindeloos hoogen hemel met al zijn won deren... Neen, ik zou de zee niet kunnen missen. Zoo groot, zoo geweldig is de zee en als men haar adem eens gevoeld heeft, dan voelt men zich dichter bU God. aan staat men niet meer zoo aleen en eenzaam". Verwonderd keek zU hem aan. „Waar zou men eenzamer kunnen zUn dan aan boord van een schip midden op den oceaan" Een droefgeestig lachje kwam op zUn gezicht. „Ja. weet u, Juffrouw? Aan boord, waar allen eenzaam zUn, voel ik mUn ver latenheid niet zoo erg. Maar als wU aan land zUn, in het vaderland, waar al mUn kamera den familie bezitten, alleen ik niet, daar vooral voel ik mij eenzaam". Hij zuchtte diep. „Daarom zal ik ook wel niet het eind van mUn verlof afwachten". „Wilt u weer zoo gauw naar zee?" „Wat zou ik hier ook doen?" „U moet toch weer op -uw verhaal komen". „Och. een paar dagen zal ik wel graag nog hier blijven. Wie weet of ik ooit weer hier zal komen. Met de familie Kehrbacher heb ik eigenlijk nooit zoo goed omgegaan Maar naar het kerkhof daar zal ik eiken mor gen heen gaan, daar is het mU zoo goed te moede. En als ik dan weer aan boord ben. zal dat voor my een zoete herinnering zUn". De jonge machinist huurds een kamer In de buurt, met uitzicht op het plein. Het was voor hem een groot plezier aan het open venster te zitten, zyn kort pUpJs te rooken en naar het leven op de straat te kijken. Kinderen, die naar school gingen, wilden kastanjes opraapten en daarmede elkander om de ooren wierpen, vrouwen en meisjes, die naar de markt gingen, de oude heeren, die naar den herberg gingen om een glaasje te drinken. Maar lang hield hij het. daar niet uit. HU maakte zich weldra geweldig boos: niemand kwam voorbU zUn raam, die niet bleef staan om hem aan te kUkenen waren het er twee of meer, dan werd er zachtjes wat ge zegd, dat hU niet verstaan kon, zelfs naar hem gewezen! Juist zag bij Louise Ense over het plein komen om naar haar werk in de pianozaak te gaan. Met een kort besluit greep hij zUn scheepspet en liep haar an. Louise keek verschrikt op, toen hU plotse ling in het magazUn verscheen. Haar chef de agent van de groote planofabriek, mUn- heer Ruff, was nog niet aanwezig. HU was er niet op gesteld dat zU gedurende haar werkzaamheden bezoeken ontving, want hU meende, dat daardoor hem te kort werd ge daan. Kehrbacher zou zich daar niet aan gestoord hebben, ook al was de chef aanwezig ge weest, „Zeg toch eens, beste juffrouw, wat wil len de menschen toch van mU? Zie ik er zoo gek uit, dat zy allen naar mij idjken, als ik voor het raam zit en mU beschouwen alsof ik een zeldzaam beest üi den dierentuin was?" ZU lachte over zUn grappige manier van spreken, hoewel zU toch zag dat hU boos was. „Maar weet u dan niet, dat u een beroemd persoon geworden bent?" „Ik?" „Ja, u. In de kranten heeft een uitvoerig bericht gestaan over de scheepsramp met de Herta. Daarin wordt u zoo geprezen, omdat u acht kameraden het leven gered heeft. En daar iedereen daarvan heeft gelezen of ge hoord, wil ook iedereen u zien". „Dan vertrek ik onmiddellijk!" HU was vuurrood geworden. „Vindt u het dan zoo lastig om gevierd te worden als held?" vroeg zU lachend. „Als held!Maar beste juffrouw, ik heb toch niets anders gedaan dan myn plicht! Elke eerlijke waterrat zou in mijn plaats juist zoo gehandeld hebben". „U moet het. nu maar goed vinden, mijn heer Kehrbacher, dat de menschen u een beetje bewonderen. Al verlaat u Neurenberg, dan zal u het elders juist zoo ondervinden". „Maar dat is verschrikkelijk! Neen, het 'even in een stad ls niets voor mU; eer het Kerstmis is. wil ik weer aan boord van het een of andere schip zijn!" De volgende dag was Zondag. Juffrouw Schratt had Frits Kehrbacher dien dag te eten gevraagd. Louise bracht de Zondagen reeds jarenlang bU haar door. 's Morgens gingen zy te zamen naar de kerk, gebruikten dan op hun gemak het middagmaal en maak ten 's middags een wandeling, indien het weer gunstig was. Nu ging Frits mee en aldoor moest hij over Hubert spreken. (Wordt vervolgd.)^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10