BUITENLAND
Het nieuwe Spaansche Kabinet.
TENTOONSTELLING
AMSTERDAM
Naar een Constitutioneelen normalen toestand.
AUTOMOBIELEN
SLUITING Zondag 5 uur n.m.
AGENDA
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 31 JANUARI 1930
TWEEDE BLAD
En zijn programma.
Londen: Grandi spreekt.
Het gezichtsveld wordt helderder.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Berenguer.
Set nieuwe Spaansche Ministerie is als
folgt samengesteld:
Generaal Berenguer: Premier en Minister
Van Oorlog.
Marzo: Binnenlandsche Zaken.
De Hertog van Al va: Onderwijs.
Estrada: Justitie.
Vice-admiraal Carvia: Marine.
Matos: Openbare Werken.
Sangro: Arbeid.
Argue Hos: Financiën, ad interim Econo
mische Zaken.
Aangezien de eischen van Cambo niet voor
inwilliging vatbaar bleken, ging deze als mi
nister heen, evenals de zoon van Mauras,
Graaf Mortera.
De oriënteering van het nieuwe Kabinet is
Conservatief. Met uitzondering van den Mi
nister-President en den Hertog van Alva
ziet men hier een aantal vrijwel onbekende
personen, van wie niettemin Arguellos en
Matos reeds voor de dictatuur ministers
posten hebben bezet. Ook Estrada, die al
eens onderstaats-secretaris is geweest, is
nimmer op den voorgrond getreden.
Een gunstige reputatie als deskundig Mi
nister geniet de nieuwe minister van Marine,
evenals trouwens die van Financiën. Door
vooraanstaande politici wordt deze regeering
echter de slechtste genoemd, welke de laat
ste 25 jaar aan het bewind is geweest.
Het nieuwe kabinet heeft op de gebruike
lijke wijze den eed aan den koning afgelegd.
Hierna zette de minister-president in enkele
woorden de voornaamste doeleinden uiteen
van de nieuwe regeering. Deze bestaan in het
kalmeeren der opgewonden gemoederen, het
afwikkelen van de bestuursaangelegenheden
en in het doen overgaan van den uitzonde
ringstoestand in een constitutioneel norma
len.
Primo de Rivera wijdt zich thans uitslui
tend aan de Union Patriotica, die hij tot een
partij wil maken, die zich bij de komende
verkiezingen kan doen gelden.
Volgens berichten van de „Liberté", ont
vangen via de Spaansche grensplaats Hen-
daye, wordt door" aldaar aangekomen reizi
gers een niet zeer gunstig beeld van den toe
stand in Spanje opgehangen. Te Madrid zou
de politie slechts met moeite de politieke
manifestanten de basis zijn geworden, toen
zij zich voor het Koninklijk Paleis verdron
gen.
Te Barcelona zou het tot ernstige botsin
gen zijn gekomen.
Volgens andere berichten van reizigers uit
Spanje zou de toestand zoo critiek zijn, dat
slechts een zeer sterke regeering hem meester
kan worden.
Men beeft voorts den indruk gekregen, dat
Primo de Rivera heelemaal niet van plan is
zich in alle onzichten van het politiek terrein
terug te trekken.
Gisteravond heeft hij een bijeenkomst van
de Patriottische Unie gepresideerd en nadruk
kelijk verklaard, dat de aanhangers dezer
verueniging, die wel eens een vereeniging van
zwarthemden genoemd wordt, zich op den
strijd moeten voorbereiden, om Spanje van de
revolutie te redden-
Uit de bovenstaande telegrammen kan
men niet veel conclusies trekken. Wantrou
wen verwekt de stilzwijgendheid omtrent de
onrustige stemming der bevolking. De Spaan
sche telegrammen reppen met geen woord
over de jongste onlusten, die een sterke stroo
ming tegen de monarchie openbaarden. Het
is zeker mogelijk, dat de vlug verhitte zuide
lijke gemoederen ook weer vlug bekoeld wei
den. 't Is echter evenzeer mogelijk dat de
cersuur er voor waakt dat geen enkel op
windend bericht de grens overschrijdt.
Thans iets over de vlootconferentie.
De oorspronkelijk tegengestelde opvattingen
van Engeland en Frankrijk, die hierop neer
kwamen, dat Engeland voorstander is van be
perking naar verhouding van de scheepsklas-
sen en Frankrijk van vaststelling van een
minimum-tonnage, alsmede volle vrijheid van
aanbouw voor de afzonderlijke categorieën,
zijn thans zoover tot elkaar gekomen, dat-
de practische werkzaamheden kunnen begin
nen in de volgende orde:
1. Vaststelling der scheepsklassen.
2. Vaststelling van hun tonnage.
3. Vaststelling van de totale tonnage.
Er zullen zes scheepsklassen worden ge
vormd en wel:
1. Slagschepen, gelijk vastgesteld door de
Conventie van Washington. Amerikaansche
interpretaties betreffende deze kwestie laten
evenwel de conclusie toe, dat alle kruisers
van meer dan 10.000 ton en met geschut, dat
een kaliber van 21 cM. overschrijdt, automa
tisch onder deze klasse komen te ressorteeren.
2. Vliegtuig-moederschepen in overeenstem
ming met de begripsbepaling van de
Washingtonsche Conventie.
3. Kruisers, die in twee groepen verdeeld
worden en wel van 10.000 ton met 21 cM. ge
schut en kruisers met een kaliber van 15 cM.
en minder en een waterverplaatsing van min
der dan 10.000 ton.
4. Destroyers.
5. Onderzeebooters.
6. Hulpschepen van allerlei aard.
Grandi.
Bij de plenaire zitting, die door Macdonald
werd geopend trad ook Grandi als spreker
op. Van belang was zijn mededeeling, dat
de Italiaansche delegatie niet bereid is over
andere zaken te spreken, zoolang niet twee
fundamenteele kwesties zijn opgelost, te weten,
de vaststelling van de afmetingen der oorlogs
schepen en de vaststelling van het globale
maximum tonnage voor ieder land.
Hij motiveerde dit besluit voorts nog al
dus door te zeggen dat de drie Fransche pun
ten en het Britsche punt- practisch over net-
zelfde vraagstuk liepen, ni., of de bepaling
van de beperking der bewapening ter zee zou
geschieden volgens het systeem van een
globale tonnage of door beperking der cats-,
gorie. Dit alles is een kwestie van methode
Daartegenover stelt de Italiaansche delegatie
een principe-kwestie aan de orde ni. de be
paling van de verhouding der krachten tus-
schen de mogendheden en het vaststellen
van maxima voor de totale tonnage voor de
vijf hier aanwezige landen. Door deze twee
punten op de agenda te zetten wenschte Italië
de conferentie zich te doen uitspreken over de
algemeene principes en de politieke criteria
der ontwapening. Italië geeft niettemin we
dat de kwesties betreffende de te voigen
methode en procedure op de agenda inmiddels
eveneens onderzocht dienen te worden. Aan
gezien de Italiaansche delegatie zich had
voorbereid om deel te nemen aan de discussies
over de eerstgenoemde kwesties was zij niet
bereid zich op eenige wijze te mengen in dis
cussie over te volgen methoden of deel te
nemen aan discussies over eenig punt van
ontwapening, zoolang men ten aanzien van
twee fundamenteele punten geen beslissing
had genomen, n.L de kwestie der onderlinge
verhouding en de maximum omvang der glo
bale tonnages.
De leider der Amerikaansche delegatie,
Stimson, verklaarde daarna dat de kwesties,
betrekking hebbend op de te volgen methoden
en procedure naar een commissie worden ver
wezen, welke zal worden samengesteld uit
joor de op de conferentie vertegenwoordigde
naties aan te wijzen gedelegeerden. Deze zul
len nauwkeurig de mogelijkheden en het
waarschijnlijk effect van de voorgestelde
methoden onderzoeken en het resultaat van
het onderzoek aan de conferentie rappor-
teerën. Stimson voegde hieraan toe, dat hij
door dit voorstel geenszins bedoelde de parti
culiere besprekingen tusschen de gedelegeer
den stop te zetten. Hij herinnerde aan de oude
vorostellen van Hugh Gobson, den voorzitter
van de vroegere drie mogendheden-conferentie
en voorzitter van de Amerikaansche dele
gatie naar de voorbereidende ontwapenings
commissie. Hij bracht de vorderingen die men
sedert 1926 had gemaakt in herinnering en
sprak als zijn meening uit dat de toen opge
dane ervaring thans aan het werk der con
ferentie ten goede zal komen.
Tenslotte werd het voorstel van Stimson tot
het doen instellen van een commissie aange
nomen, waarna de zitting werd gesloten
Na afloop gaf MacDonald tegenover de aan
wezige journalisten uiting aan zijn meening
dat men de oplossing van het vraagstuk ton
nage per categorie tegen globale tonnage
binnen afzienbaren afstand had bereikt en
dat de ingestelde commissie tot overeenstem
ming zou raken.
Men ziet dus, dat er thans teekening be
gint te komen in den chaos der voorloopige
besprekingen. Langzamerhand wordt het
nevelige gezichtsveld afgebroken.
Straks zal het eigenlijke werk kunnen be
ginnen.
L. A.
Ehrhardt en de valsche
tsjeruiontsen.
Voor de rechtbank te Berlijn werd kapi
tein Ehrhardt als getuige gehoord. Ehrhardt
moet o.a. een tusschenpersoon bij de Georgi
sche beweging benoemd hebben en volgens
de beklaagden op de hoogte zijn geweest van
het plan om Russisch bankpapier te vervai-
schen. De voorzitter maakt getuige opmerk
zaam, dat hij zich natuurlijk strafbaar heeft
gemaakt door zooiets te verzwijgen.
Ehrhardt zegt, dat Karoemidze hem niet
heeft ingewijd in de plannen om het Russi
sche betaalmiddel te vervalschen. Hij heeft
wel van de manieren van vervalsching ge
sproken en ik heb. aldus getuige, mijn mee
ning daarover gezegd, doch ten hoogste in
dezen geest, dat vervalsching wel een politiek
strijdmiddel kan zijn.
Ehrhardt verklaart dan, dat te München
Russische emigranten bij hem zijn gekomen,
die meestal geld wilden hebben. In hoofdzaak
gebruikten deze menschen het geld voor par
ticuliere doeleinden en niet voor politieke.
De plannen van Karoemidze hebben mij bij
zonder belang ingeboezemd, aldus getuige,
daar ik dacht, dat er invloedrijke mannen
achter stonden. Toen ik naar Berlijn verhuisd
was, is Karoemidze nog één keer bij mij ge
komen. Wij hebben toen echter niet over de
vervalsching. doch vooral over een politieken
opstand in Kaukasië gesproken, waardoor,
zooals Karoemidze het uitdrukte, aan Rus
land het „vloeibare goud", nl. de olie zou
ontnomen worden. De voorzitter vraagt Ehr
hardt of hij hier succes van verwachtte,
waarop hij antwoordde: „Ik persoonlijk niet".
Vervolgens wordt hem gevraagd of hij daar
over met generaal Hoffmann heeft gesproken
aldus de N. R. Ct.
Getuige antwoordt bevestigend en zegt den
indruk te hebben gekregen dat Hoffman zeer
optimistisch was.
De voorzitter merkt dan op dat er meer
dan optimisme toe behoorde om van een op
stand in den Kaukasus de ontbinding van de
Sovjet-Unie te verwachten.
Ehrhardt antwoordt dat beklaagden reken
den op steun der groote mogendheden als de
opstand plaatselijk succes zou hebben gehad.
Getuige vertelt dan nog dat beklaagde Ka
roemidze om hem voor zijn plannen te win
nen, ook gezegd had het communisme in
Dultschland te willen bestrijden, want „wilde
men Rusland treffen dan kon dit niet beter
geschieden dan door het zijn voornaamste
bondgenoot (sic!) te ontnemen".
Ehrhardt ontkent echter dat er een bin
dende afspraak gemaakt was om het com
munisme met vereende krachten zoowel in
Duitschland als in Rusland te bestrijden.
Hierna wordt gepauzeerd.
Waf zal Zaleski doen?
Naar de „Voss. Z." uit Warschau verneemt
heeft de begrootingscommissie van den Land
dag ook bij de derde lezing van de begroo
ting van buitenlandsche zaken de posten
voor de beide fondsen van minister Zaleski
geschrapt, niettegenstaande diens protesten
en bedreiging er de consequenties uit te zul
len trekken.
Waarschijnlijk zal de stemming over de
begrooting in het plenum van den Landdag
de volgende week plaats hebben.
In politieke kringen betwijfelt men, of de
minister inderdaad zal heengaan.
Gandhi over revolutie en
geweld.
BOMBAY, 30 Jan. (ReuterV In een arti
kel in zijn blad „Jong Indië" verklaart
Gandhi te wenschen dat de revolutionaire
en gewelddadige bedrijvigheid algeheel zal
worden gestaakt. Hij vraagt aan lord Irwln
het initiatief te nemen tot hervormingen om
vattend verlaging van de landbouwrechten,
de militaire uitgaven en de salarissen der
hooggeplaatste ambtenaren, afschaffing van
de zoutbelasting, instelling van invoerrech
ten op buitenlandsche weefsels, vrijlating
van politieke gevangenen en staking van po
litieke vervolgingen.
Gandhl besluit met te zeggen, dat dit
geenszins een volledige lijst is van de drin
gende behoeften des land, maar als de on
derkoning in deze eenvoudige maar onmis
bare behoeften van Indië voorziet, zal hij
niet van burgerlijke ongehoorzaamheid hoo-
ren spreken en zal het congres van harte
deelnemen aan iedere conferentie waar vol
ledige vrijheid van meeningsuiting bestaat.
DE VALSCHE VAN GOGH'S.
Dezer dagen verscheen het supplement op
Mr J. B. de la Faille's catalogus van het
complete werk van Vincent van Gogh, die
twee jaar geleden ln vier statige deelen het
licht zag. Ook dit supplement-, waaraan de
samensteller den titel ..Les faux Van Gogh"
gaf, verscheen bij de firma Van Oest, te Pa
rijs en BrusseL
Zooals de titel aangeeft, behandelt Mr. de
la Faille hier alle werken door anderen aan
Var. Gogh toegeschreven, doch door hem bij
het samenstellen van zijn oeuvre-catalogus
niet als zoodanig erkend. Van al deze be
sproken en in opspraak gebrachte wer
ken geeft de schrijver zooveel hem doenlijk
was, reproducties en plaatst er ter vergelij
king de reproducties naast van de als echt
erkende werken, die met de in twijfel ge-
trokkene overeen stemmen. Zelfs wie in
sommige gevallen met den heer De la Faille
van meening verschilden, hebben hem in
dertijd voor den reusachtigen eeleverden ar
beid hulde gebracht en dit geldt m.i. weer
evenzeer voor dit vervolgwerk, waarin al het
dubieuse materiaal dat den schrijver bij zijn
samenstellende werkzaamheid onder de oogen
kwam, ter waarschuwing, ter leering ook is
vastgelegd, voor wie in Vincent's werk be
lang stellen of er belang bij hebben. Voor de
belangstellenden Is dit boekdeel geworden tot
een chronique scandaleuse eener op dwaalwe
gen geraakte van Gogh-vereering; voor -de be
lar.ghebbenden is het een testimonium pau-
pertatis geworden, waarmee ze maar matig
in hi i schik zullen zijn.
Het spreekt vanzelf dat de beruchte ver-
valschingen die door den Berlljnschen han
delaar Otto Wacker in omlooD zijn gebracht,
hier ter sprake komen, niet alleen, doch van
den tekst het overgroote deel in beslag ne
men En het treft nu al heel bijzonder dat
juist in deze dagen in de pers een bericht uit
Berlijn circuleert, volgens hetwelk de Duit-
sche justitie bij haar onderzoek een belang
rijke stap verder gedaan zou hebben (het
gaat inderdaad niet al te vlug met dat on
derzoek) maar ook en dat Is veel aardiger voor
het ooizenblik. zoo het bericht juist is dat
Prof. Meyer Graefe, die eerst de Wacker'sche
van Gogh's voor echt, daarna voor echt
maar zwak verklaard heeft nu schriftelijk
zijn meening herroept en met Baart de la
Faille van de valschheid overtuigd blijkt. Een
succesvoor dezen laatste zonder twijfel,
waar hij Meyer Graefe juist op pag. 13 van
zijn nieuw werk verwijt, niet den moed te
hebbt gehad zijn vergissing ruiterlijk te
erkennen. De la Faille kon daarop te geree-
dci- aandringen, daar hij in hetzelfde geval
verkeerd had en aanvankelijk de geheele
Wacker-collectie als echte Van Gogh's in zijn
boek had opgenomen.
Zoo is het een eigenaardig samengesteld
probleem geworden, dat nu wel zoo wat, voor
zoover het de al of niet echtheid betreft, als
verklaard en opgehelderd kan worden be
schouwd. Voor een klein gedeelte blijft er
echter nog Iets van het nrobleem voor de
liefhebbers over. Dat wordt daardoor gefour
neerd doordat de Hollandsche Van Gogh-
kenner H. P. Bremmer een aantal van Wac-
ker's schilderijen als echte Van Gogh's be
schouwd heeft en ze door derden, die op zijn
a-'v'ezer plegen af te gaan, heeft doen aan
koop er. En deze heer denkt er eenvoudig niet
over, ook maar iets van zijn inzicht urljs te
geven. En zoo zijn uit de beruchte Wacker -
verzameling een drietal werken, op advies
van Bremmer in andere handen overgegaan,
die hier nu nogmaals door De la Faille als
falsificaties gesignaleerd worden. Het zijn een
Troot zelfportret door den Hollandschen han-
de' aan den Amerikaan Chester Dale ver-
^o-ht, een zeestuk thans in het museum-
Kvölier in Den Haag. en een Cypressenstuk,
gekocht door den Utrechtschen kunsthan
delaar Scherjon. die in de school van den
Haaaschen kunstleeraar is opgevoed.
Nu i- de heer Bremmer, juist op dit terrein,
niet de eerste de beste. Of misschien ook juist
wél de eerste en de beste. Want al 40 jaar ge
leden hield hij zich met het werk van Vincent
bezig, toen er nog geen kip om heen kakelde
en behalve familie en kennissen der Van
Gogh's, in Holland, er nog niemand -ota
van genomen had. En door zijn jarenlangen
omg? nj met het werk van een kunstenaar,
voor wien hij steeds een waren cultus bleef
le'*er,d houden is hij, zeker in ons land, de
aangc ezen expert, voor werken van Van
Gogh. Voor zoover wij menschen en toestan
den in ons kunstwereldje meenen te ken-en
is er weinig kans dat de heer Bremmer zal
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Ct*. per regel.
24 JANUARI -2 FEBRUARI
RAI
MOTORRIJWIELEN
GEOPEND VAN ij
P II 1 IOVM.-5NM-, 0NM.-IOMM.Dfll
kom „n vertellen zich te hebben vergist. Daar
voor is er tegenover het betoog van den heer
De la Faille weer te veel gelegenheid een an
der betoog op te zetten. Die quaesties heb
ben de eigenaardigheid, dat zij in stroomen
van woorden verdronken worden, en in ver-
rer sïaat van ontbinding verkeeren, wanneer
ze f1- lijkjes worden opgevischt. Het is zelfs
de vraag of de zaak zou rijn opgelost als mor-
of overmoeen de broer van Wacker, of
de neer van Wacker of een ander dier wak
ke--. lieden voor de rechtbank bekent de Van
Gcgh's eigenhandig gemaakt te hebben. La
ten wU het maar eens even afwachten.
Lastig zijn die expertises zeer zeker. Eén
van c:e schilderijen, de schepen te St. Marles,
hebber wij een half uurtje in handen gehad
en rustig kunnen bekijken. Wij zouden er
niet aan getwijfeld hebben een echt werkjo
van Vincent in handen te hebben, als die
Wacker-affaire al niet aan 't rollen geweest
was. er wij dat doekje elders ontmoet had
den. laten we zeggen: ln een nette familie.
Zóó eoed is in ieder geval het wezen van Van
Gogii's kunst hierin tot uiting gekomen.
Maar er moeten er bij die verzameling ook
een groot aantal zijn de reproducties wijzen
het al uit waarvan men zich werkelijk niet
begrijpen kan, dat ze voor werk van Vincent
kondei doorgaan. Dat zelfde kan men her
haaldelijk zeggen bij het doorbladeren van
De la Faille's laatste boek; ook voor wat be
tref: ö- falsificaties der Hollandsche periode.
Wonderlijke dingen vertoont hij; maar nog
wonderlijker lijkt het steeds dat er lieden op
intippclon. Want ze rijn alle bijna leelljk,
foei-ieelijk. die valsch gesigneerde, of nage
maakte kunstproducten van een oorspronke
lijk artist als Van Gogh geweest Is. De zucht
naar 't zoet gewin, ook het ongeoorloofde,
speelt den lieden parten; ze zoeken geen
schoonheid maar centjes, gaan ter markt bij
wien niets te verliezen heeft (wie had er ooit
van Wacker gehoord?) en het eind is: de
kater.
WIJ zullen over deze publicatie nog wel niet
uitgepraat zijn.
J. H. DE BOI8.
29 Januari ^0.
Heden;
VRIJDAG 31 JANUARI.
Stadsschouwburg: Het Schouwtooneel?
„Elias weet het beter", 8 uur.
Schouwburg Jansweg- „Rose Marie". 8.15 u.
De Nijverheid. Jansstraat 85: Volksuniver
siteit. Cursus Ds. A. R. de Jong. 8.15 uur.
Remonstrantenhuis, Wilhelmlnastraat 22:'
Volksuniversiteit. Cursus Prof. Romano Nob.
Guarnieri, 8.15 uur.
Palace: „De Triomf der Liefde". Tooneel:
De 2 Gezetty's. 8.15 uur.
Luxor Theater; „De Her Duivels". Too
neel: Harolds en Anny van Eykeren 8.15 uur
Rembrandt Theater: „Abie's Irish Rose",
Tooneel: Lajos Rlgo, 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 1 FEBRUARI.
Schouwburg Jansweg: ,Rose Marle", 8.15
uur.
Bioscoopvoorstellingen, *s middags en
's avonds.
Tcyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags, toegang vrij.
Amsterdam: R. A. I.-tentoonstellIng 10—5
en 810 uur.
In 1930 zal IJsland zijn 1000-jarig zelfstandig bestaan vieren. In tegenstelling tot de Scandinavische koninkrijken werd hier reed-
in het ver verleden een vrije staat gegrondvest. He in 930 voor het eerst bestuurd werd door het Althing, welke Raad rechterlijke en
wetgevende macht had. Desalniettemin werd IJsland sedert 1380 door een verdrag met Denemarken verbonden. De Deensche regee
ring echter heeft IJsland van dit verdrag, hoewel de termijn nog niet verstreken wasontslagen, opdat het in volledige vrijheid
zou kunnen feestvieren. Het bovenste plaatje links laat u het gebouw van het Althing zien in Reykjavik, rechts boven de
typische houten hutten van Akureyri, onder links panorama van Reykjavik, de zeer oudo Luthersche kerk in Thingveller waar da
Peensche koning een bezoek aan zal brengen