IMAoM OtrnmOiacAMé H. D. VERTELLINGEN. Fieatieieele Kroniek. FEUILLETON MET VERLOF NAAR HUIS HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 3 FEBRUARI 1930 (Nadruk verboden; auteurirecht voorbehouden). Oom HANS VAN ZIJL. Hans. zei mijn vrouw tegen me, „ik heb je wat bijzonders te vertellen". Ik keek haar eens aan; de toon waarop ze dit zei beviel me niet. Haar gezicht stond echter effen: apres tout zijn het raadsels, die vrouwen. Ik vroeg niet wat het was, ik deed heelemaal niet belangstellend; ik had de smoor in. Den heelen dag was ik de straat op ge weest, onder mijn arm de portefeuille waarin drie lange verhalen, bedoeld als boelende ver- volgroman ln een of ander tijdschrift en on geveer zes en dertig korte schetsjes, maar helaas, niets was ik kwijtgeraakt, noch bij «en uitgever, noch bij een der tijdschrift redacteuren, zetelende in mijn aanzienlijke wonplaats. U moet niet denken, dat dat aan mij ligt. want mijn voorkomen heb ik best mee. al zeg ik het zelf en ik heb ook goede manieren; het lag ook niet aan mijn verhalen, want die zijn vlot geschreven en spannend, merkt u trouwens zelf wel, maar in geen geval lag het aan de uitgevers en redacteuren, want dit zijn allen, zonder uitzondering welleven de en beminnelijke menschen. Alleen jammer dat ze altijd overvloed van kopij hebben. Maar laten we op onze schaapjes terug komen; ik had geen zaken gedaan, was flink nat geworden, want het had natuurlijk den heelen dag geregend, dus mijn uit-het-humeur zijn was niet onredelijk. Mijn vrouw liet zich echter door mijn zwijg zaamheid niet uit het veld slaan, maar ver volgde: „Er is een brief gekomen". Noem je dat wat bijzonders?" snauwde ik, .natuurlijk weer een verhaal terug". „Neen jongen", antwoordde ze minzaam, doch met een zegevierend glimlachje, «een brief voor mij van mijn oom Willem". Het toeval wilde dat de eenige makkelijke stoel, die eenmaal onze glorie geweest was, Juist voor onbepaalden tijd uit logeeren was bij oome Jan en de verdere zitplaatsen me te hard waren om op neer te zijgen anders was ik vast van verbazing achterover ge slagen. Oom Willem, moet u weten, was de walgelijk rijke ongetrouwde broer van mijn schoon moeder. Hij woonde op het Museumplein in een ijselijk-dcftlg huis, waar alles geurde haar petroleum (dat vond ik alleen maar, omdat ik wist, waarin oompje zijn geld verdiend had). Zooals u begrijpt was hij heelemaal niet dol op zijn gedegenereerd nichtje en vulgairen neef en dus begreep ik absoluut niet, wat er in zijn brief zou staan. Ik las: £aste Ann le en Hans. „Morgen moet Ik voor zaken in Haarlem zijn lk heb me voorgenomen dan even bij jullie aan te komen en als 't kan te blijven eten. Ik las zoo'n aardig verhaaltje van Hans :n ..Het Oprechte Sloterdljksche Weekblad" en leidde daaruit af, dat het Jullie momenteel niet slecht gaat. Zonder tegenbericht zien jullie me dus morgen om 4 uur verschijnen". Vele groeten, „Wat bezielt dat petroleumstel", mopperde ik. „kan hij nu niet begrijpen, dat wij onmo gelijk menschen die het zoo rijk gewend zijn, te eten kunnen hebben? Stel je voor omdat ik nu toevallig in dat onzin-verhaal een Hlspano- suiza voor mezelf, een kirma voor mijn vrouw en een persianer voor mijn oudste dochter kocht, zou het ons goed gaan! Gek is ie". „Wees maar niet boos, Hans, ik heb van middag zoo gauw ik den brief gelezen had, opgebeld naar zijn huis, dat we er morgen waarschijnlijk niet waren. Ik sprak de huis houdster, oom was nog niet thuis". Heb je mijn gironummer wel opgegeven en het adres van mijn bankier, opdat ze het geld en de fondsen kunnen deponeeren. die oompje me morgen persoonlijk wilde overhan digen?" Mijn gezicht stond nog op storm uit het Noord-Oosten, maar mijn vrouw, een der vele hooggeroemde sphlnxen, zweeg en zwijgend dineerden wij: aardappelen met gesmolten Delfia-vet en biet. Den volgenden ochtend werd lk gewekt door een hard en aanhoudend gebel aan de voor deur. Ik sprong op. cons'ateerde. dat het schoon weer was en stralende zonneschijn en ijlde vroolijk gestemd naar beneden. Daar stond mijn vriend Ernest. Een type! Zoon van schatrijke ouders, lanterfantte hij twintig jaar het leven door. totdat hij opeens schilders neigingen voelde ontwaken. Sindsdien had hy trouw alle na-oorlogsche stroomingen mee gemaakt en was nu tot het toppunt van realisme, namelijk de kleurige vierkantjes ge naderd. Hij bewoonde een zeer modern land huis nabij Santpoon, wanden wit, houtwerk wit, meubels staal, daarin woonde mijnheer blond, claen-shaven, in wit gekleed, plus twee Russische hazewinden. Deze ultra-moderne mensch stond nu op dezen gedenkwaardigen morgen op mijn stoep en belde me uit bed. Hij viel met de deur In huis en vertelde mij dat hij voor onbepaalden tijd op reis moest en of mijn vrouw en ik nu zoo goed wilden zijn, zijn huls te betrekken om op zijn bezittingen te passen. Daarvoor ln ruil konden wij natuurlijk van alles gebruik maken; zijn chauffeur en hulsknecht waren aanwezig. Wij hadden er belden veel lus! In en namen dus het aanbod gaarne aan. Ernst liet zich door zijn Lancia-Lambda naar het station rijden binnen een half uur stond de roomkleurige, slanke wagen weer voor onze schamele woning en wij stegen ln, met hoop volle oogen een blanke toekomst tegemoet starend langs den lichtkleurig gelivreiden rug van den chauffeur. Onderweg kreeg ik een plan en fluisterde het Annie in het oor Eerst voelde ze er niet veel voor, maar ik wist haar te overreden. In Ernest's huk aangekomen, verwis selde lk mijn kaal confectie-pakkie met een keurig crème flanellen colbert-pak. Een eveneens roomkleurige flambard sierde mijn in geen twee maanden geknipte lokken; ik zag er idioot uit, maar daar ging het juist om, hoef je niet te vragen hoe anderen het zouden vinden! Annie prijkte spoedig met een wit. Grieksch gewaad waarmede vermoedelijk kortelings een van Ernest's veelvuldige modellen zich getooid had. Zij ging den knecht orders ge ven voor de lunch en ik stapte koninklijk in mijn Lancia om er na zeer korten tijd weer uit te stijgen op de Keizersgracht, vóór het kantoor van oom Willem. In de lift naar boven. Op zijn privé kantoor. Monsterende blikken vanachter dikke brilleglazen, daarna handdrukken, vinniger dan ooit. Glimlachen. O, dat opbellen was een grapje van Annle, om u te verrassen. In de lift dalen, auto instappen, wegrijden, pratend over de zaken, die zoo goed gaan, die ons niet belemmerden, neen, integendeel, in staat stelden een hypermoderne, gesty- leerde, schier ascétische levenshouding aan te nemen. Daarna de aankomst voor ons landhuis te Santpoort. Oom viel van de eene verbazing in de andere. Vooral natuurlijk om onze on gewone en nooit-vermoede welgesteldheid, dan onze moderne opvattingen, het witte huis met aluminium wandbedekking, stalen meubels, centrale verwarming door glim mende buizen (denk eens aan onze „je brille tout l'hiver sans m'éteindre", klei ne maat, in geen jaren gepoetst!), witte vloermatten en vooral ons toilet. Ik geloof, dat hij zich langzamerhand een beetje beschaamd ging voelen over de be lachelijke overdadigheid van zijn kleeding, zijn woninginrichting, zijn eigen uiterlijk. De lunch was bijna ascetisch van aesthetiek: magere bouillon, cream-crackers met kaas en een sinaasappel toe. Hij kon er zich on mogelijk aan oveTeten, maar toch werd hij steeds rooder, hij kreeg het benauwd. Nadat hij een slokje spuitwater genomen had, kof fie is ongezond en leelljk, was hij in staat te spreken. „Hans, je moogt mijn vraag niet gek vin den. maar haal me eens even -papier en pen houder", ik bracht hem een stuk perkament en een witte vulpen. „Luister, kinderen. Jullie1 hebt waarschijn lijk wel uit mijn houding en optreden be grepen, dat ik hier met mijn figuur geen raad weet; dat is iets, wat me nog nooit overkomen was," hier haalde oom diep adem, „ik weet nu, dat er menschen op deze wereld zijn, die hooger staan, dan een pe- troleumkoning. Ik heb buitengewone eerbied voor dit geval, maar voel dat lk den schok, die dit besef me gegeven heeft, niet overle ven kan. Daarom wil ik alles wat lk voor Jullie doen kan, als mijn laatste en meest grootsche daad verrichten en zet mij dus tot schrijven". En hij schreef. Al schrijvende werd hij rooder en dikker; toen hij bijna klaar was, was hij zoo rood en zoo uitgezet, dat de aluminium wanden rood licht uitstraalden en de stalen buizen van zijn stoel kromtrokken. Hij zette zijn kostbare handteekening on der het geschrevene, legde de pen neer en stierf, zacht en kalm. De teere aard van mijn vrouw kwam onmiddellijk boven, ze knielde bij hem neder en streelde de doode (hoewel nog dikke en roode) hand. Ik echter ging tot het zakelijk gedeelte over. las de laatste regels, die mijn oompje op dit onderniaanschc geschreven had. Het was een brief gericht aan zijn notaris en hield in het verzoek, of deze al zijn vorige beschikkingen voor nietig wilde verklaren en de aanwezige gelden, fondsen en onroe rende goederen doen overschrijven op den naam van Hans van Zijl, ex-broodschrijver, huidig rentenier. Men eerste govoel was een onuitspreke lijke vreugde en dankbaarheid Jegens oom. Toen echter kwam de twijfel: zou dit hand schrift als echt en geldig verklaard worden? Ik moest den notaris raadplegen, holde het huis uit, (mijn vrouw geknield bij oompje achterlatend) sprong in de nog steeds reed staande Lancia; de chauffeur gaf vol gas, we gingen vlug, vlugger, we raceten. Was die man gek geworden? Daar ging de weg naar beneden, we reden duinen af, da len in, vielen diep, dieper U begrijpt het wel hè, dat dit de ponv peuze droom was van een arm man, die den vorigen dag in killen regen doorgebracht had. Het was heelemaal niet waar, dat ik een schatrijken, hypermodernen vriend, Ernest, had (was het maar zoo!) Maar het was wel waarheid, dat ik beneden in de bus een postwissel van f 10 vond. van oom Willem, die wel begrepen scheen te hebben, waarom we hem niet ten eten dorsten te noodlgen. Dat was voor ons belangrijker, dan het ge droomde ongewisse testament, want nu werd het waarheid, dat we, voor het eerst in ons huwelijk, samen gingen dineeren in een res taurant. Lekker gegeten! En geen cream-crackers! INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cta. per repel. GROOTE HOÜTSTRAATVEREENIGING. In de vergadering van Vrijdagavond van de Groote Houtstraatvereeniglng werden klach ten geuit over verschillende verkeersbelem- merlngen in de Groote Houtstraat, zooals stationneerende auto's, rijwielen, die ln groo- ten getale voor bioscopen geplaatst worden over het blijven samengroepen van opge schoten jongens des avonds. Het bestuur zeg de toe, dat de medewerking der politie zal worden verzocht ter verbetering van den toe stand. Wat het statfefaneeren van auto's be treft. besloot het d« werking van het nieuwe artikel in de politieverordening af te wach ten. Verder werden de leden opgewekt om' hun organisaties bij de enquête, welke de Midenstandscentrale houdt inzake het Win- kelwerktijdenbesluit faiet zooveel mogelijk ge gevens te steunen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen bij; Schreur, Ternate- straat 44, bontstalen; v. d. Haak, Oostvest 72, Eng. sleutel: Kennel Haerlem: gestroom de hond en grauw hondje; Westerman, Se- ringenstraat 13, handschoen; Rabbe, Kruis straat 32, haakwerk; Kos, M. van Heems kerkstraat 47a R, herdershond; Ketting Spoorwegstraat 23 R. handschoen; de Heer Zonnebloemstraat 31. kinderhandschoen; Bouman. v. Zeggelenstraat 6, idem; v. Dam Gr. Houtstraat 12, portemonnafe met inh.; Stein, Stqrrenboschstraat 60. rijwielbelas- tingmerk; Stet. Wolstraat 4 R, ring: Post kantoor, Ged. Oude Gracht, vulpotlood. Iets betere stemming op de beur zen maar uiterst weinig zaken. De ontvangsten der Slceltrust in het vierde kwartaal belangrijk lager. Productie weer stijgen de. Lage geldkoersen brengen groote uitbreiding van het emis siebedrijf. zoowel in New York als te Amsterdam. Beduidende teruggang van den Nederland schen handel in December 1929. De winst der Nederlandsche Ford. De daling van den kunstzijde-uitvoer tot staan ge komen. In den hoek der Cul tuurwaarden „nichts Neues". Louter uit een menschlievend oogpunt be zien, moet de houding der effectenbeurzen gedurende de maand Januari tot groote te vredenheid stemmen, want gelijk wij eenige weken geleden opmerkten, zou een nieuwe speculatieve beweging op de beurzen naar beide zijden voorbarig zijn. wijl men voor- loopig nog in onzekerheid blijft verkeeren omtrent de vraag in welke richting het eco nomisch leven zich, na de scherpe inzinking der laatste maanden, zal ontwikkelen. Zoo wel hier als in Berlijn en te New-York heeft men eenige malen gepoogd het publiek weer voor de fondaenmarkt warm te maken, maar gelukt is het niet. Wel was de stemming doorgaans iets beter dan de vorige maand en zijn de koersen per saldo iets opgeloopen, wanneer de effectenmakelaars in 1929 geen appeltje voor den dorst hebben weggelegd is in Januari Schraalhans bij hen keuken meester geweest. De naaste vooruitzichten worden vooral te New-York, echter iets be ter beoordeeld, waarbij het nog ietwat on zeker is in hoeverre het optimisme om poli tieke redenen kunstmatig wordt aange kweekt. Terwijl de productie van ijzer en staal en ook van koper in December en Januari belangrijk is teruggegaan en thans een verlaging van den koperprijs van 18 tot 15 dollarcent wordt overwogen, spreken de laatste berichten weer van een toenemende productie bij de staalfabrieken en hebben Steelshares daarvan reeds geprofiteerd met een koersavans van 175 pet. tot 182 pet. In- tusschen blijkt uit den kwartaalstaat welke deze week is gepubliceerd, dat de ontvang sten in de laatste drie maanden van 1929 aanmerkelijk zijn verminderd, zoodat de netto's van 511/2 mlllioen in het derde kwartaal tot 40 millioen zijn teruggegaan en het surplus, na betaling van 7 pet. divi dend op beide soorten aandeelen 19 3/4 mll lioen bedraagt tegen 31 millioen in het derde kwartaal. Een ongunstigen indruk hadden deze cijfers op de beurs niet. omdat men zich hier meer met de toekomst dan met het verleden bezighoudt. Volgens Amerikaansche berichten zijn er reeds meer symptomen van economisch herstel waar te nemen en zou dus de crisis in het bedrijfs leven gepasseerd zijn. Deze conclusie lijkt ons wel wat vroeg genomen en wordt blij kens de terughoudendheid van het publiek dan ook niet algemeen aanvaard. Bevredigend is dat de geldkoersen op de groote beurzen voor korten termijn laag blij ven, hetgeen voor 'n groot deel gevolg is van de sterk verminderde speculatie, de inkrim ping der productie en het zooveel mogelijk beperken der bedrijfsvoorraden uit vrees voor nog lagere prijzen van grondstoffen en producten. Deze lage geldkoersen beteekenen het begin van een nieuw tijdperk in de ge schiedenis van den beurshandel, doordien zij voor Staten en Provincies, zoomede voor tal van ondernemingen de gelegenheid scheppen om de leege kassen aan te vullen. Het bedrag dat de laatste weken te New- York aan Obligaties wordt uitgegeven, is grooter dan ooit en ook hier te lande»neemt het aantal nieuwe emissies toe. Voor deze week is de uitgifte aangekondigd van f 13.000.000.4 1'2 obligatiën Amsterdam a 98.1/4 pet., van f 2.000.000— 4 1/2 pet. Obli gaties Zuid-Holland a 100 pet., voorts f 500 000.8 pet. Obligaties van het Insti- tut der Schulschwestern in Speyer am Rhein a 100 pet. en eindelijk van f 10.000 000— 6 pet. Obligatien John Cockerill a 95 12 pet., zoodat de belegger niet om fondsen verlegen behoeft te zijn. Op de Amsterdamsche beurs was de ten- denz deze week doorgaans niet ongunstig maar bleven de zaken uiterst beperkt en was ook van een bepaalde richting geen sprake, omdat men noch aan de New Yorksche nocli aan de Berlijnsche koersen voldoende hou vast had. De cijfers van den Nederlandschen Handel over de maand December, die zoowel voor den invoer als voor den uitvoer een be langrijke vermindering doen zien. waren niet geschikt om de verwachtingen ten aanzien, van onzen handel voor de naaste toekomst hoog te stemmen. Ook de cijfers van den ex port der Philips Fabrieken zijn voor Decem ber weer lager, hoewel op zich zelf nog zeer bevredoigend. Toch zijn Phiiipsaandeelen in koers teruggeloopen mede doordien men niet zeker is of Philips zich na de uitspraak in zake het geschil met de Telefunken in Duitschland zal kunnen handhaven. Aand- Nederlandsche Ford werden aanvankelijk aangeboden op het teleurstellend dividend van 10 pet., maar hebben zich kunnen her stellen, nadat de bevredigende bedrijfsuit- kemsten meer tot het publiek waren door gedrongen. Bij een kapitaal van f 5 millioen is een netto winst van f 1.8 millioen na af schrijving van f 1 millioen op Goodwill, waarlijk niet slecht. En dat geen hooger di vidend uitgekeerd wordt, is enkel gevo'g van een gezond conservatisme. Kunstzijdeaan- deelen hielden zich, wat het hoofdfonds be treft, goed op prijs, waarbij vermoedelijk de grootere export van kunstzijde uit ons land in December een rol speelde, al was dan ook de gemiddelde verkoopprijs iets lager. n.l. f 3.05 per K.G. tegen f 3-07 in November en f 3.77 in December 1928. Voor aandeelen -Ac- coustlek blijft een vaste stemming bestaan, in verband met de vrijwel tot stand geko men overeenkomst met de Westinghouse Electric. Op de afdeeling der cultuurwaar den was het zoo stil dat leidende fondsen soms in het geheel niet genoteerd werden, of slechts enkele malen werden verhandeld. Nieuwe gezichtspunten zijn er over rubber, suiker, tabak, thee en koffie dan ook niet te openen en wij doen er daarom ditmaal het zwijgen toe. Hieronder vindt men een lijstje van enkele der voornaamste fondsen met de koersen van begin en eind Januari: 2 Jan. 29 Jan. Ned. 5 pet. 1918 f 1000 102 1/4 102 3/9 96 Ned 4 pet. 1916 f 1000 95 3/8 2 1/2 N. W. S. f 1000 62 3/4 65 7/8 Koloniale Bank 216 218 3/4 Javasche Cultuur Mpy. 395 396 Amsterdam Rubber 162 167 Hessa 200 194 Deli Batavia 378 375 Deli Maatschappy 340 347 Holland Amerika Lijn 36 33 Ned. Scheepvaart Unie 190 191 Stoomvaartmpij. Oostzee 60 61 Philips 473 508 A. K. U. 115 122 Van Berkels Patent 166 180 Küchenm. Accoustlek 126 135 Margarine Unie 329 350 New. Ford 263 270 A.NXE.M. 324 342 LErT'lNGA. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN t 60 Ct». per regel. na&ml.venn: j. d. posthumus KONINKLIJKE stempelfabrieken ZIJLSTRAAT 51 WIJ zijn specialiteiten In: FAMILIE-DRUKWERKEN AANKONDIGINGEN voor: UITNOODIGINGEN GEBOORTE DANKBETUIGINGEN VERLOVING MENU'S ONDERTROUW VISITEKAARTEN INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 Cu. per resel. Vrij bewerkt naar PAUL OSKAR HÖCKER. Vertaling van Christine Kamp. 6) „Het zou wel het verstandigste zijn om naar Kiel te gaan", antwoordde Frits. ..Daar begint in December een nieuwe cursus. Maar... ik zou toch ook zoo graag hier blijven". „Zoo. zoo! Bevalt het u hier zoo goed?" „Ja, zeker, Neurenberg is een prachtige stad". De oude heer glimlachte. „De bermoede oude huizen, niet waar.... waar de aanzienlijke burgers eertijds hebben gewoond?" „Ja, maar meer nog de menschen.... die er nu wonen 1" Dat kwam er zoo grappig uit, dat Ruif hem een knipoogje gaf. Toen zij een poos alleen waren, zei hij tot den jongeman: „Hier in Neurenberg zijn er ook minder vriendelijke menschen. die altijd bereid zijn de menschen te belasteren. En zie eens hier ik wil heel openhartig met u sprekenu zou juffrouw Ense in opspraak brengen, als u zoo aan alle hoeken en straten haar opwacht. Neem het mij niet kwalijk, dat ik het zoo zeg". Frits was vuurrood geworden, hij was zoo ontdaan, dat hij geeu antwoord wist te vin den. ..Kom maar eens een uurtje bU mij op de fabriek", ging mijnheer Ruff op jovialen toon verder. „Als machinist stelt u mogelijk belang in onze werkplaatsen, dan zuLen v-ij wel verder spreken. Ik meen het goed met u en vooral meen ik het goed met juffrouw Ense. Wantin vertrouwen gezegd, dat is een flink, degelijk meisje". Van dien tijd af werden zij vrienden. Ruff stelde den jongen machinist ook voor aan een hem bekenden leeraar aan de industrie school, die zich bereid verklaarde den jonge man voor te bereiden voor zijn theoretisch examen. Overgelukkig vertelde Frlts op een avond, toen hij haar ontmoette wat overeen gekomen was. „Dus blijft u den heelen winter in Neuren berg?" vroeg zij. ook zelf blij en gelukkig. Hij knikte: „Een ding heeft echter mijn heer Ruff mij streng verboden. Ik mag over dag niet meer in het magazijn komen". Zij sloeg de oogen neer. „Dar. is ook beter voor uw studie en voor mijn werk". ..Maar 's avonds mag ik u toch bezoe ken?" „Als tante Schratt het veroorlooft". „Waarom zou zij dat niet? Wij behoeven haar toch niet te zeggen, dat „Dat"Zij herhaalde dat woord, verward, als uitwijkend, daar hij haar met een war men, stralenden blik aanzag, zonder den zin te voltooien. Lachend antwoordde hij: „Neen, dat zeg ik nog niet-, juffrouw Louise". Toen zij echter dien avond het- huis van juffrouw Schratt gezamenlijk verlieten, ver gezelde hij haar tot aan haar deur. „Juffrouw Louise", vroeg hU zachtjes, haar hand vasthoudend, ..heeft u werkelijk nog niet gemerkt, waarom ik in Neurenberg wil blij ven?" „Ja. ik geloof van wel. Maar „Wil je het niet hooren?" ging hy voort, toen zij steken bleef. „Ik blijf alleen om jou hierWant ik heb Je lief, Louise". Twee dagen later kwam Hubert in Neuron- berg aan. Hij zag er bleek en zwak uit na zijn lang ziekbed, maar het geluk over het weerzien van zijn moeder, huurlieden en be kenden. vooral van Louise Ense, zijn jeugd vriendin, wekte weldra weer levenslust in hem op. Dat de moedige vastberadenheid, waarmede Fxits Kehrbacher het geheele machinisten- en stokerspersoneel had gered, hier naar waaide geprezen werd, deed hem veel ge noegen. Op de eersten avond drukte hij zijn jongen kameraad vol dankbaarheid de hand. Maar zoowel Frits als Louise bemerkten weldra, dat hun tegenwoordigheid het samen zijn tusschep moeder en zoon stoorde. Zij gingen dus vroeg heen. Buiten verklaarde Louise, dat. zij een zeer moeilijk stuk moest instudeeren en daaraan een paar uren wilde wijden. Maar den avond was zoo zacht, de sterren stonden aan een helderen hemel te stralen en over de ouderwetsche gewis en erkers scheen de maan zoo verlokkelijk, dat Louise het verzoek van Frits om hem nog een kwar tiertje te gunnen, niet kon weerstaan. Zoo wandelden zij dan in de smalle straten onwillekeurig aan de donkerste zijde naar het park, waar tusschen de kale takken de maan haar zacht, zilver licht op nog andere paartjes liet vallen. Den volgenden dag spraken zij met nie mand over die wandeling. Maar 's avonds her haalden zij die. Ook de volgende dagen, het was als een heimelijke overeenkomst tusschen hen. In den eersten tijd had de tegenwoordigheid van Kehrbacher inderdaad Hubert Schrattj gestoord. Frits sprak altijd onverschillig over de ontzettende ramp en over den tocht door de woedende golven naar Holywell, als was het de moeite niet waard daar lang over uit te weiden. Hubert daarentegen sprak er dik- wllls over. want hij kon nog altijd dien vreese- lllken tijd niet vergeten. Hoewel hij telkens ervoor sidderde, en zijn moeder met hem mede leed, werd hij als het ware gedwongen telkens weer alle gebeurtenissen van dien schipbreuk te beschrijven. Er lag voor hem daarin een demonische bekoring. In de tegen woordigheid van zijn kameraad was hij gi- wooniijk stil en eenzelvig. Hoe hoog hij hem achtte, hoe groot de dankbaarheid was. die hij voor hem koesterdehet was voor hem een zekere teleurstelling, dat Kehrbacher zijn verlof eveneens hier in Neurenberg door bracht. Bovendien voelde hij zich door Louise achteruit gezet. zy was altyd voor hem een goede vriendin geweest en was dit ook nog. Maar zy toonde zich jegens hem meer zusterlijk, terwyl het hem leek. dat zyn jonge kameraad zich in niger ln haar ban. bad genesteld. Hy vermeed het met Frlte over zyn heime- lyke liefde te spreken. Ook vroeger, aan boord, had hy nooit een woord daarover met wie dan ook gewisseld. Dat ruwe scheeps volk zu hem toch niet begrepen hebben en Frits Kehrbacher heel zeker niet. Men meende algemeen, dat deze met zyn voortdurend op timisme, zyn triomfantelijke meerderheid, zyn veranderlijkheid in alles, wat niet met zijn beroep samenhing, niet in staat was een innige liefde te toegrijpen, laat staan te voelen. Hubert Schratt behoorde by dat soort van ongelukkige karakters, die geen energie be zitten, die zich willoos buigen voor elk lot. die nooit openlijk protesteeren, maar in het verborgen zooveel te meger ïyden. Met groeiende bezorgdheid lette hy op den omgang van zyn vriend met Louise; een eigeniyke jalouzle was het nog niet. Hy meende, dat het absoluut onmogelijk was, dat een zoo fyngevoelig schepseltje als Louise behagen kon scheppen in de grappige ruw heid, die Frits ten toan spreidde. Bovendien dacht hy dan met voldoening, dat zdjn vriend het op den duur toch niet zou kunnen uit houden. zonder de zoozeer door hem beminde zee. De eerste week n* zijn terugkeer was het leven voor alle vier echt idyllisch. Des avonds kwamen zy zamen in den winkel van moeder Schratt. Daar Kerstmis aanstaande was, was er meer dan gewoonlijk te doen en bereidwillig hielpen de twee gasten benevens haar zoon by het uit- en Inpakken. Daarbij ging het gewoonlijk erg vrolijk toe en de vroolijkste was altijd Frits. Hij zetelde moppen uit het leven aan boord, plaagde Hubert of Louise, of wel hij sprak over zUn studies en liet zich door Louise Engelsche uitdrukkingen, die hy niet begrepen had, vertalen. Hij legde het er niet bepaald op aan. maar toch hy was altyd het middelpunt van het gezel schap. Over de scheepsramp werd weinig meer ge sproken, ook Hubert deed het niet, ook al was hy met zijn moeder alleen. De winter was met sneeuw en scherpen noord-oosten wind begonnen en by de gedachte aan den oceaan gedurende die periode van koude werd het hem even angstig om het ahrt als bij de herinnering aan vroegere Kerstfeesten, die hy beleefd had onder de tropen. Neen, van de zee wilde hy niet meer weten. Des te grooter genoegen vond hy erin zich meer en meer in de zsiak van zijn moeier •m te werken. Hy was altyd een knutse'aar geweest en nu amuseerde hy zich ermee de gedeeltelijk primitieve, gedeeltelijk kunts ge nachinerieën te onderzoeken, die bij het nechanische speelgoed der Neurenberger in dustrie aangewend worden. Menige reoara-ie voerde hy zelfstandig uit en onder dé hand gelukte het hem ook een mooi klein model samen te stellen, dat de fabriek, aan wie hij net zond. goed kon gebruiken en royaal be loonde. Van dag tot dag voelde hy zich meer op zyn plaats in deze omgeving, tenslotte had rijn moeder, die in andere jaren in don Kerst- tijd zelfs geen half uurtje kon vinden om haar maaltyden te gebruiken, nu bijna niets meer te doen. .(Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6