MEm&GAV©M Een adellijke feministe in de XVIIe Eeuw. MP—MiI ZATERDAG 8 FEBRUARI 1930 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Historische figuren. rip "--i >1. .5 amfé^ 'v -■■■ I tfaËÈkSi - F <b'" Js£*Ts' Anne Clifford. Mrs. V. Sackville-West heeft verleden jaar uitgegeven „The Diary of the Lady Anne Clifford", van wie haar echtgenoot afstamt; behalve de tekstuitgave (met noten) van het dagboek, bevat het werkje ook een kort overzicht van Lady Anne's Leven. Zooals bekend is leven talrijke afstamme lingen van de Engelsche Cliffords (C. Cocq van Breugel, Oetgens van Waveren Pancras C.) als Nederlandsche burgers hier te lande; daarom, en vooral ook omdat het leven van Lady Anne, dat van een vrouw is die door eigen kracht, in weerwil van machtige tegen werking en hardnekkige, veelvermogende 'bestrijders zich een hooge en ontastbare po sitie heeft weten te veroveren, wil ik hier in het kort een en ander omtrent haar meedee- len. Bovendien geeft het dagboek een aar- digen blik op het leven van den Engel- schen adel in 't midden der XVIIe eeuw.Het eerste gedeelte van (hetgeen er over is van) het dagboek, loopt over het jaar 1603 en is in den vorm van een verslag geschreven; dan springt het over op het jaar 1616 en loopt door tot eind 1619; het jaar 1618 ontbreekt echter geheel. Ook over de laatste maanden van haar leven, 1 Januari21 Maart 1676 is 't dagboek nog in wezen. 1) Lady Anne Clif ford voelde veel voor biografieën; op haar ouden dag liet zij een beschrijving maken van haar ouders en haar voorouders; het geschrift dat zij zelf noemde haar Groote Werk; dit is vermoedelijk door haar aan haar secretarissen gedicteerd. Lady Anne Clifford werd geboren op het kasteel Skipton in Craven, in het jaar 1590; Skipton is nu nog in het bezit van de Clif fords. Anne was de derde dochter van George Clifford en Lady Margaret Russell, dochter van Francis, Graaf van Bedford. Clifford is een aanzienlijk Engelsch geslacht afstam mende van Walter, zoon van Richard Fitz- Ponce, die waarschijnlijk door huwelijk de baronnie Clifford verkreeg (in 1138 teekende hij voor het eerst als „baron C.") Zijn doch ter, de schoone Viota Munde (geboren op Skipton Castle 2) of op Clifford Castle, bij Hereford), was de bekende minnares van Koning Hendrik H (regeerde van 1154-1159 De vijfde baron C., Robert, was de eerste die zitting had in het Parlement, 1299; hij be wees Eduard I en n belangrijke diensten en sneuvelde op 24 Juni 1314 bij Bannóck- burn tegen de Schotten; Thomas, 8ste baron C., sneuvelde in 1455 in dienst van Hendrik VI bij St. Albans tegen Richard van York; zijn zoon In 1461 in den vooravond van den slag van Taronton tegen Eduard IV van York. Zijn jongste zoon Robert, nam deel aan den afstand van Perkin Warbeck (1497) tegen Hendrik VII. Henry Clifford werd in 1525 tot graaf van Cumberland verheven. De vader van Lady Anne, 3e graaf van Cumber land, leefde van 1558—1605 en was niet veel meer dan een kaperkapitein, die „in dienst van koningin Elizabeth, voor het welzijn van Engeland en van zijn eigen persoon", zooals zijn dochter schrijft, een avontuurlijk leven leidde door het buitmaken van Fran- sche en Spaansche koopvaarders. Een ro mantische figuur 7an schoone gestalte, in een gouden harnas en met flonkerende ju- weelen op den prachtlgen helm, een schit terende verschijning, die het leven van den vrijbuiter gekozen had uit natuurlijke nei gingen en er zich met lijf en ziel aan overgaf. Elf malen rustte hij op eigen kosten een flottille uit en schuimde de kusten af van Zuid-Amerika, de Azoren. de Canarische eilanden, Spanje en Portugal, plunderde 1) Verdere bronnen over Lady Anne Clif ford's leven zijn: Dr. Williamson. „Lady Anne Clifford". Dr. Williamson. George, Third Earl of Cumberland. V. Sackville-West: Knole and the Sack- villes. 2) Bij Folkestone wijst men de overblijfse len aan van een oud „royal manor house" waar Rosamunde veel vertoefd zou hebben. naar hartelust en maakte zooveel mogelijk gevangenen. Meermalen werd hij gewond, stierf bijna van dorst, leed herhaaldelijk schipbreuk, maar na eiken tegenspoed tot meerdere energie geprikkeld, ondernam hij een nieuwen kapertocht met ander volk en andere schepen. Cumberland huwde in 1577, 19 jaar oud, de 17-jarige Margaret Russell, in tegenwoordig heid van Koningin Elisabeth; de eerste ne gen jaren leefde hij als landedelman in het Noorden van Engeland en kreeg, vreemd ge noeg. eerst toen smaak in het kaperbedrijf of, zooals Lady C. het uitdrukt-: „hij verwisselde de genoegens van het landleven tegen die van een ruimeren wereldkring". Bij de ko ningin, hoewel zij nu en dan officieel haar afkeuring uitte over Cumberland's ruw en onrechtmatig optreden, stond hij in hooge gunst wegens zijn dapperheid, de nadeelen die hij den Spanjaarden berokkende en de kostbare buit, die hij de Engelsche ha vens binnenbracht; voor een groot deel kwam deze de hebzuchtige Elizabeth ten goede. De strijdlustige Cumberland, hoe pracht- lievend ook, was ongeschikt voor het hofle ven en de jaren 15861598 bracht hij dan ook bijna onafgebroken op den Oceaan door, gevaren van eiken aard trotseerende. Na een zijner kapertochten ontlaadde men ongeveer 5 millioen zilverstukken, zoodat de kade van Dartmouth geheel bedekt was met het edele metaal, waarbij nog kwamen paarlen, goud. kostbare tapijten, specerijen en andere artikelen van waarde. De buit be stond verder uit Spaansche matrozen, ne gers, ivoor, porcelein, paarlmoer e.d.g. Natuurlijk werd er veel gestolen door zee lieden in weerwil van de wanhopige pogin gen der koninklijke beambten om het te be letten; Elisabeth zond zelfs Sir Robert Cecil in alle haast naar Dartmouth om het tegen te gaan; de koningin, de kaperkapiteins, de schatkist en de plunderaars zochten om strijd zich met datgene te verrijken wat eigenlijk den koning van Spanje toebehoorde of liever toebehoord had. Elisabeth gaf het voorbeeld, geen peper mocht op de Londensche markt ten ver koop aangeboden worden vóór die van H. M. van de hand gedaan was en de kaperkapi teins, die het zware werk gedaan hadden, beklaagden zich luide over de inhaligheid der koningin. De bijna voortdurende afwezigheid van Cumberland was oorzaak dat van een ech telijk leven zoo goed als geen sprake kon zijn. „Wanneer mijn moeder en hij elkaar een enkele maal ontmoetten, lieten zij dui delijk merken dat zij een afkeer van elkaar hadden (Lady C.); daarbij kwam dat Cum berland een liaison had met- een dame van stand, waardoor zijn gade vrijwel verdron gen werd. Lady Cumberland, moeder van drie jon gens, waarvan twee zeer jong stierven, wordt ons beschreven als een droevige figuur, zoo als zij ook zichzelve noemt, er uit ziende als een naar hulp zoekende geest, met grijze, peinzende oogen, zwak van gestel, haar troost zoekend in godsdienst en liefdewerken, lief hebster van chemische, alchemistische en bo tanische onderzoekingen, vriendelijk en hof felijk jegens haar medemenschen. Haar hu welijk was, met uitzondering van haar eerste echtelijke jaren, één lange tragedie; zij had haar eenige dochter Anne innig lief en gaf haar een uitstekende, godsdienstige opvoe ding. Anne's talrijke brieven en haar Dagboek leveren hiervan de bewijzen; haar moeder was een schrandere vrouw met veel gezond verstand en Anne's jeugd werd sterk be- invloed door de tamelijk strenge moeder die haar nooit verliet en de bijna fantastische heldenfiguur van haar vader, te midden van talrijke familieleden vertoevende op feudale kasteelen in het noorden en zuiden van En geland; nu en dan zag zij de koningin met haar lang. bleek gelaat, vreemd beschilderd, haar slechte gezondheid en haar vurig tem perament; Anne Clifford zelf was een stil, plichtmatig, indachtig kind, dat een kasboek hield van haar uitgaven en inkomsten en zich vermaakte met zijwormen. Haar gouverneur, Samuel Daniel stond In hoog aanzien bij haar. hoewel de man zich beklaagde dat, terwijl hij daden van mannen zou hebben behooren te beschrijven, hij zijn tijd verknoeien moest met de opvoeding van kinderen. Op 15-jarigen leeftijd dacht zij er reeds over wie van de jongelieden, uit haar kring haar echtgenoot zou worden en schreef aan haar moeder: „Ik heb lang gesproken met my Lord (haar vader) omtrent de u bekende aangelegenheid in zake dat huwelijk en Z Ed. heeft mij beloofd dat er van geen enkel hu welijk sprake zal zijn of uw goedvinden zal in de eerste plaats gevraagd worden. Ik ver zoek UEd. eerbiedig mij mijn vrijmoedigheid om zoo rauwelijks over deze zaken te schrij ven te vergeven en laat niemand er iets van vernemen, hoe weinig beduidend het ook zijn moge". Een gehoorzaam, welgemanierd, gods dienstig jong meisje, met een zeer beslist besef van de waarde harer maatschappelijke positie was Lady Anne. In 1605 stierf haar vader en zijn testament gaf aanleiding tot jarenlangen strijd en ein- delooze processen. Hij vermaakte aan zijn broer Sir Francis Clifford, den nieuwen graaf van Cumberland, zijn landgoederen in het noorden, bij opvolging aan Lady Anne, als Sir Francis zou komen te overlijden, zonder mannelijk oir na te laten. Maar deze beschik king was in strijd met een vroegere uit den tijd van Koning Eduard n, waarbij die goe deren, bij eventueel overlijden zouden komen aan zijn kind, hetzij man of vrouw en dus was Lady Anne de natuurlijke erfgename van zijn kolossaal fortuin, volgens den eersten uitersten wil. Aldus ontstond een strijd tusschen eener zij ds Sir Francis en anderzijds Lady Anne en haai moeder, waarbij zich later Anne's echt genoot voegde, een verkwister die wilde dat zijn vrouw afstand zou doen van haar rech ten voor een ruim bedrag in gereed geld. Maar de beide vrouwen weigerden dit hard nekkig en Lady Anne vocht, eerst onder steund door haar moeder, na haar dood al leen, onverschrokken en stoutmoedig voor haar rechten. Toen de koning partij trok voor haar man verklaarde zij hem flink: „Nooit zal ik, zoo lang ik leef. op eenigerlei voorwaarde afstand doen van Westmore- land". (Dit was het groote familielandgoed). En hoe ook geplaagd, gekweld en op aller lei wijzen in het nauw gebracht, heldhaftig hield zij vol en eerst 38 jaren na den dood van haar vader kreeg zij het rustig en on gestoord bezit van haar vaste goederen, niet te laat echter om er nog lang van te kunnen genieten. Als haar dagboek begint, op haar 13e jaar. is koningin Elisabeth op 20 Maart 1603 ge storven en werd haar stoffelijk oversellot overgebracht van Whitehale naar Westmin ster (1), op 8 April d.a.v. Lady Anne had de plechtigheid niet mogen bijwonen „because I was not high enough" maar zag haar niet temin van uit een hoekje in de kerk. De troon van Engeland werd nu bezet door koning Jacob I uit het Huis Stuart en zijn gemalin Anna van Denemarken, die zeer dikwijls in het dagboek genoemd worden. Bijna in alle opzichten vormde dit echt paar een tegenstelling met Elisabeth, was deze zuinig geweest, de lieftallige maar on beduidende en genotzuchtige koningin Anna wierp het geld met volle handen weg, ver kwistte schatten aan praal en pronk en de leeghoofdige, frivole hovelingen, zoowel als het geïmponeerde volk zagen daardoor over het hoofd de Roomsclie neigingen van koning Jacob, zij nregeeringsfouten en de omtrent de koningin gefluisterde schandalen. Koning Jacob zelf was minder populair; leelijk van uiterlijk, zwak en ijdel, vormde hij een tegenstelling met het schitterende optreden van zijn zoon en schoondochter, zonder bovendien bijzondere regeeringstalen ten te bezitten of op andere wijzen uit te blinken. Lady Anne stond bij het koninklijk echt paar in hoog aanzien; zij was de boezemvrien din van Lady Arabella Stuart; een intieme aan het hof, nam aan alle feesten daar deel en ontving tal van huwelijksaanzoeken; im mers was zij nu eeu volwassen jonge dame geworden, gezond, rijk, aantrekkelijk van uiterlijk, die nog grootere rijkdommen te wachten had. De keus van haar moeder en voogden viel vreemd genoeg op een vriend van Prins Henry, Richard Sackville, Lord Buckhurst en Dorset, een'liefhebber van duelleeren, kolven, vrouwen, hanengevechten, spelen en maske rades, bekend om zijn schitterende gewaden en zijn verkwistende leefwijze. Lady Anne, in eenvoud en spaarzaamheid opgevoed en zui nig van aard moet wel erg geleden hebben onder de schandelijke geldverspilling van haar echtgenoot; toch spreekt zij in haar Dagboek altijd met welwillendheid en toe geeflijk over hem, misschien niet van harte, maar uit aangeboren gevoel van plicht en be hoorlijkheid. Toen zij huwde was zij 19, haar echtgenoot 20 jaar. Het jonge paar ging wonen op het kasteel Knole in Kent en leefde daar op grooten voet, doch spoedig verliet Dorset haar om in den vreemde te gaan reizen. Aanvankelijk trok hij heen en weer tusschen Knole, Londen, Lewes en zijn huis te Buckhurst-, soms in ge zelschap van een bende rumoerige vrienden, soms alleen met zijn gunsteling Mr. Calde- cott een zonderling personage om zijn vrouw te kwellen over de permanente kwestie van het erfgoed, soms vriendelijk en soms knorrig, soms met zijn dochtertje spelend en haar liefkozend, soms weigerende haar te zien. zich alleen opsluitend in zijn kamer. En in de kamer van de huishoudster zaten de dienstboden dan te babbelen over de oneenig- held tusschen Mylady en haar man, terwijl zij de jonge vrouw met gebogen hoofd In den tuin zagen op en neer wandelen, met haar gebedenboek onder den arm. Maar hoe droe vig ook gestemd, afstand doen van West- moreland kon zij niet. al drong Dorset er hardnekkig bij haar op aan om die wilde hei develden en barbaarsche kasteelen toch van de hand te doen en in Londen een vroolijk leven te gaan leiden. Hoe neerslachtig ook gestemd, afstand doen van Westmoreland kon zij niet! In alles wilde zij hem ter wille zijn, alleen op dit punt nimmer' Sackville verkocht in tusschen al zijn be zittingen en verkwistte de opbrengst ervan, maar uit de inkomsten van Westmoreland ontving hij niets dan wat zijn vrouw hem vrijwillig daarvan toekende. Woedend over haar verzet wist hij den koning op zijn hand te krijgen en nam Anne haar kind af om te trachten haar aldus te dwingen. Maar West- moreland kreeg hij niet!" Arme Lady Anne! Haar leven was een voortdurende strijd, dan tegen haar echtge- nooten want zij heeft er twee gehad en beiden -waren haar tegenstanders tegen haar pachters, haar leveranciers en haar be dienden, en zij ontzag zich nimmer hun ronduit haar meening te zeggen; ook tegen Cromwell, dien zij verfoeide of tegen koning Karei I, wiens optreden zij afkeurde of tegen een stemmenwerver bij een verkiezing voor het Parlement wien zij schreef: ,Lk ben ge kweld door een overweldiger, door een hof minderwaardig behandeld maar ik heb geen zin mij de wet- te doen stellen door een on derdaan; uw man krijgt mijn stem niet." Het dagboek geeft allerlei bijzonderheden over haar dagelijksch leven, haar kleeding 1) 's Nachts was het per vaartuig yan Richmond naar Whitevervoerd, en haar boeken; over haar dochters en over het leven der edellieden aan het hof; ze hield van gezelligheid, was erg familiezwak; in haar slaapkamer hingen kartons, waarop rij door haar secretaris met sierlijke letters spreuken en teksten had doen schrijven. Lady Anne was een geboren matriarch; haar bestemming was huizen te bouwen en huishoudingen te besturen, gezag te voeren over talrijke onderhoorigen en over een groot aantal kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, nauwkeurig aanteeke- ning te houden van hun geboorte- en doop data, goede huwelijken voor hen te zoeken en raad te geven, dien zij niet gaarne in den wind geslagen zag! geacht en geeerd, maar vooral geëerbiedigd te worden. Als vrouw en jonge moeder voldeed zij maar redelijk, als grootmoeder en weduwe was ze uitstekend op haar plaats en zij werd dit tegen haar 50ste jaar. De zwarte met een weinig wit afgezette weduwkap omlijstte het harde, wat stugge gelaat beter dan de frivole Fransche kleurige muts had gedaan. In de streek van haar ge boorte. Noord-Engeland, gevoelde rij zich gelukkiger dan in het Zuiden, waarheen haar twee huwelijken haar gevoerd hadden; de zware, sombere kasteelen en landhuizen, Brough, Barden, Pendragon, the Barons Chamber en the Pagan-Tower en vooral Skipton, op een onbeklimbare rots gebouwd, pasten beter bij haar stugge, harde natuur dan het fraaie, liefelijk gelegen Knole of Wilton. Dorset werd bij haar vader van 5 kinde ren, 3 jongens die jong stierven en 2 meis jes; Dorset overleed in 1624, 35 jaar oud; zijn broer Anne's hardnekkige tegenstan der erfde Knole en Lady Anne ging met haar 2 dochters afwisselend wonen te Bole- Brooke, in Sussex, en te Londen. Terwijl haar echtgenoot ziek te bed lag werden haar dochters door de pokken aange tast en de moeder, die ze trouw verzorgde, werd zelf door de ziekte aangetast; toen zij hersteld was en inmiddels weduwe gewor den. bemerkte zij dat haar schoonheid voor immer verloren was en besloot nimmer te hertrouwen. Maarzes jaar na Dorset's dood sloot zij een tweede huwelijk met Philip Herbert, graaf van Pembroke, een heftig, minder waardig man, bijna zwakzinnig, wars van alle beschaving, zorgeloos en dwars, valsch, wreed en laf, zooals hij beschreven wordt-, en het is onverklaarbaar hoe hij de genegen heid van Lady Anne heeft weten te winnen! Op één punt althans stemde hij geheel met haar in; overigens ontstond er al spoedig twist en oneenigheld tusschen de echtgenoo- ten, vooral toen Pembroke een zijner vijf voorzoons wilde doen huwen met Anne s jongste dochter, Isabella Sackville, (Margret, „het kind", was reeds gehuwd met den graaf van Thanet) Lady Anne verzette zich twee jaar lang met kracht togen het drijven van haar echtgenoot en Isabelle huwde ten slot te, tot groote voldoening van haar moeder, met den graaf van Northampton. En weldra hadden er twee voor Lady Anne hoogst gewichtige gebeurtenissen plaats; in 1641 stierf haar oom Francis, Lord Cumberland, in 1643 zijn eenige kin- derloozc zoon Hendrik, en aldus kreeg zij, na 38 jaar lang en hardnekkig gestreden te hebben, langs natuurlijken weg den eigen dom van het groote grondbezit. In haar dag boek vermeldt zij Cumberland's overlijden zonder commentaar doch plaatst erbij: Job 1 vers 7: „Heeft niet de mensch een strijd op aarde en zijn zijn dagen niet als de dagen der daglooners?" Zij was toen 53 jaar oud; zes Jaar later (1649) overleed haar 2de echtgenoot na 19 jaar met haar gehuwd te zijn geweest De worsteling was ten einde, de overwin ning behaald, maar het strijdvuur in de oude kampioene niet uitgedoofd; aan Crom well liet zij weten dat als hij haar kasteelen liet neerhalen zij ze even spoedig weer zou doen opbouwen en onder de Restauratie nam zij een uitnoodiging om ten hove te komen alleen aan op voorwaarde dat rij er oogklep pen mocht dragen, opdat zij zich niet zou be hoeven ie ergeren. Overigens voelde zij wei nig voor het publieke leven; zij regeerde als een vorstin in haar klein Koninkrijk, bracht haar tijd door met regelen, besturen, beve len, en onderhouden van haar bezittingen en haar macht uitoefenen over kinderen en kleinkinderen, waarvan zij er resp. 17 en 19 bezat! „Ik hield mij bezig", schrijft ze. .met bou wen en herstellen en het vaststellen van de landscheidingen, hield afwisselend verblijf op de verschillende manors en zorgde voor het in orde brengen en regelen var. al het geen mijn landbezit betrof, want alles had ik in wanorde en verwaarloosd aangetroffen, omdat men het mij zoo lang onthouden had; in dien tijd begonnen de processen en dag vaardingen met felheid doorgezet te worden tusschen mijn pachters in Westmoreland en sommige in Craven, en mij zelf." Nog 33 jaren zou de strenge, doortastende oude dame leven enstrijden. Haar kas teel Skipton was in den Burgeroorlog drie jaar lang belegerd geworden; de toren van Barden, een deel ervan, was door Cumber land afzonderlijk gelegateerd aan zijn doch ter Lady Cork. maar Anne nam het in bezit, behield het en liet er zich niet meer uit ver drijven. „It was not- easy to fight with Lady Anne", zegt Dr. Williamson. Cromwell, wien het ter oore was gekomen, dat zij overhoop lag met twistzieke, recalci trante pachters, bood haar zijn bemiddeling aan maar Lady Anne wees die met veront waardiging van de hand. „Denkt hij soms dat ik. die me niet aan Koning Jacob wilde onderwerpen, het aan hem zou doen!" riep zij uit. En zij procedeerde voort, even on vervaard voor de wet als voor koningen, pro tectors en echtgenooten. Een anecdote omtrent een harer processen moge hier volgen. Op een harer pachters rustte de verplichting haar jaarlijks, bij het voldoen van de pachtsom, een hoen aan te bieden; de man weigerde dit laatste te doen en een proces volgde, dat door Lady Aan gewonnen werd, maar haar 400— kostte! De man bracht toen het verschuldigde hoen: Lady Anne liet het braden en noodigde den pachter uit het maar samen op te eten; aldus geschiedde! Wanneer zij haar kasteelen bezocht ge schiedde dit steeds met veel praal en luister. 1. Wie Is de schrijver van Dc Spaansché Brabander? 2. Wie is de dichter ran Eliza's Vlucht? 3. Wie schreef den roman Eline Vcrc? 4. Wie schiep de figuur Woutertje Pictersc? 5. Wie is de schrijver van Het Wassende Water? 6. Wie is de dichter van de Lucifer? 7. Wie schreef De Roos van Dekama? 8. Wie ls de dichter ran Bellamy's Roosje? 9. Wie is de schrijfster van Hilda van Suylcnburg? 10. Wie schreef den roman André Campo's Witte Rozen? 11. Wie ls de schrijver van Geertje? 12. Wie is de dichter van Mei? Onze lezers moeten maar eens probecren of zij de antwoorden op deze letterkundige vragen uit het hoofd kennen. Zoo niet, dan vinden zij de oplossing elders in dit nummer. „Zelf zat zij dan in een draagstoel, die tu?- schen twee paarden hing; de dames van haar gevolg en de edelvrouwen volgden in een koets met zes paarden bespannen; haar beambten en mannelijke bedienden te paard, de vrouwelijke in een andere koets en de bagage van al deze menschen, soms wel 100, volgde." Men moet hierbij in het oog hou den dat in dion tijd het noodige beddegoed steeds meegevoerd werd, benevens stoelen, kleeden, tapijten, gordijnen enz.; alles verd geplaatst en opgehangen vóór de reizigers aankwamen. Op deze reizen werd Lady Anne dikwijls nog vergezeld door buren en vrienden; lrn haar kwaliteit van „High Sheriffers of the Country en Lady of the Manor" liet zij deze daartoe oproepen. Ter plaatste van bestem ming gekomen, ontbood zij hen in haar kamer, reikte de mannen de hand. kuste de vrouwen en gaf hen daarna vergunning naar huis terug te keeren. Soms r<|sde zij in een ruime koets, die slingerenden schuddend de heuvels van Yorkshire, Westmoreland en Cumberland op en af ging; het strenge, Indrukwekkende ge laat voor het raampje, zag haar scherpe blik voortdurend onderzoekend rond, tenvljl haar edelvrouw op de bank tegenover haar zicht vastklemde aan de wegglijdende kof fers en tasschen, angstig naar haar opziende, in vrees voor een berisping. Lady Anne spaarde zichzelf even- weinig als haar bedien den en haar paarden; de ruwste, onbegaan- baarste wegen waren haar het liefst cn ze volgde ze bij voorkeur, tot schrik voor liaar gevolg. Onafgebroken liet ze bouwen en verbouwen met een ware passie; op de plek, waar zij voor het laatst afscheid genomen had van haar moeder, liet zij een gedenkzuil oprich ten en verschillende graltombcn hadden haar ontstaan aan haar te danken. Lord Dorset had bij testament bepaald dat voor zijn vrouw, na haar overlijden, een ge- den kteeken zou worden opgericht in zijn familiegraf maar Lady Anno wilde hiervan niets weten, bepaalde dat zij in AAclby Church begraven moest worden en liet nier voor de noodige maatregelen nemen. Op elk harer kasteelen moest een steenen plaat komen met het opschrift„Gravin Douarière Dorset, Pembroke en Montgomery, Barones Clifford, Westmoreland cn Vescl, Vrij vrouwe van Shlpton in Craven en High Shcrlffess van Westmoreland heeft dit kas teel, in verwaarloosden staat door haar aan getroffen, doen restaureer en"; daarnaast een toepasselijke tekst uit den Bijbel. Zij had voor alles tijd. bemoeide zich met alles en oefende een volmaakt gezag; geen boeredeerne mocht trouwen, geen winkel mocht geopend worden, geen kerk Ingewijd zonder haar goedkeuring. Soms zond zy haar koets om een oude vrouw, die bij haar in de gunst stond, in de gelegenheid te stellen haar te komen bezoeken. In zijn grafrede zegt Bisschop Rainbow van haar: „Ze was absoluut meester van zichzelf haar beslissingen, handelingen en dagverdee- ling en gaf voor alles een bepaalden tijd. Niemand werd tot haar toegelaten, zonder haar vergunning, maar niemand werd ook afgewezen. Niemand bleef langer dan zij goed vond maar niemand vertrok ook onvol daan. Als een goed stuurman maakte zij den indruk weinig of niets te doen maar inder daad bestuurde en beheerschte zij alles." Langzamerhand begonnen de gebreken des ouderdoms, flauwten en aanvallen van zwak te, zich te doen gevoelen maar Lady Anne negeerde ze evenals de welgemeende waar schuwingen van haar vrienden om zich wat te sparen. „Ik weet dat ik eens moet sterven," zei ze, „en 't kan me weinig scholen of dit onderweg, ergens in een huis of in mijn bed geschieden zal." Haar dagboek hield z|J bij tot den laatsten dag voor haar dood en in het laatste et maal van haar leven gaf zij, op de angstige vragen van haar vrienden hoe zij zich voelde, ten antwoord dat zij volmaakt wel was. Maar ten slotte moest zij het opgeven en op 22 Maart 1676, 86 Jimr oud. kwam de on vermoeide strijdster vSbr eeuwig tot rust. in dezelfde kamer van Braugham Carble waar in haar vader geboren en haar moeder ge storven was. Lady Anne Clifford's lange leven was een voortdurende worsteling geweest maar nim mer had zij toegegeven of zich zwak getoond wanneer zij meende dat haar rechten ge schonden werden; kan het verwondering wekken dat haar kracht soms Sn hardheid haar vasthoudendheid ta koppigheid, haar vastheid van wil in heerschzucht ontaardde?. Mr. J. WACKLE EY8TEN,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15