MEm&GAV©M
Een adellijke feministe in de XVIIe Eeuw.
MP—MiI
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1930
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
VIJFDE BLAD
Historische figuren.
rip
"--i >1.
.5
amfé^ 'v -■■■
I tfaËÈkSi
- F
<b'" Js£*Ts'
Anne Clifford.
Mrs. V. Sackville-West heeft verleden jaar
uitgegeven „The Diary of the Lady Anne
Clifford", van wie haar echtgenoot afstamt;
behalve de tekstuitgave (met noten) van
het dagboek, bevat het werkje ook een kort
overzicht van Lady Anne's Leven.
Zooals bekend is leven talrijke afstamme
lingen van de Engelsche Cliffords (C. Cocq
van Breugel, Oetgens van Waveren Pancras
C.) als Nederlandsche burgers hier te lande;
daarom, en vooral ook omdat het leven van
Lady Anne, dat van een vrouw is die door
eigen kracht, in weerwil van machtige tegen
werking en hardnekkige, veelvermogende
'bestrijders zich een hooge en ontastbare po
sitie heeft weten te veroveren, wil ik hier in
het kort een en ander omtrent haar meedee-
len. Bovendien geeft het dagboek een aar-
digen blik op het leven van den Engel-
schen adel in 't midden der XVIIe eeuw.Het
eerste gedeelte van (hetgeen er over is van)
het dagboek, loopt over het jaar 1603 en is
in den vorm van een verslag geschreven; dan
springt het over op het jaar 1616 en loopt
door tot eind 1619; het jaar 1618 ontbreekt
echter geheel. Ook over de laatste maanden
van haar leven, 1 Januari21 Maart 1676 is
't dagboek nog in wezen. 1) Lady Anne Clif
ford voelde veel voor biografieën; op haar
ouden dag liet zij een beschrijving maken
van haar ouders en haar voorouders; het
geschrift dat zij zelf noemde haar Groote
Werk; dit is vermoedelijk door haar aan
haar secretarissen gedicteerd.
Lady Anne Clifford werd geboren op het
kasteel Skipton in Craven, in het jaar 1590;
Skipton is nu nog in het bezit van de Clif
fords. Anne was de derde dochter van George
Clifford en Lady Margaret Russell, dochter
van Francis, Graaf van Bedford. Clifford is
een aanzienlijk Engelsch geslacht afstam
mende van Walter, zoon van Richard Fitz-
Ponce, die waarschijnlijk door huwelijk de
baronnie Clifford verkreeg (in 1138 teekende
hij voor het eerst als „baron C.") Zijn doch
ter, de schoone Viota Munde (geboren op
Skipton Castle 2) of op Clifford Castle, bij
Hereford), was de bekende minnares van
Koning Hendrik H (regeerde van 1154-1159
De vijfde baron C., Robert, was de eerste die
zitting had in het Parlement, 1299; hij be
wees Eduard I en n belangrijke diensten
en sneuvelde op 24 Juni 1314 bij Bannóck-
burn tegen de Schotten; Thomas, 8ste baron
C., sneuvelde in 1455 in dienst van Hendrik
VI bij St. Albans tegen Richard van York;
zijn zoon In 1461 in den vooravond van den
slag van Taronton tegen Eduard IV van
York. Zijn jongste zoon Robert, nam deel
aan den afstand van Perkin Warbeck (1497)
tegen Hendrik VII. Henry Clifford werd in
1525 tot graaf van Cumberland verheven. De
vader van Lady Anne, 3e graaf van Cumber
land, leefde van 1558—1605 en was niet veel
meer dan een kaperkapitein, die „in dienst
van koningin Elizabeth, voor het welzijn
van Engeland en van zijn eigen persoon",
zooals zijn dochter schrijft, een avontuurlijk
leven leidde door het buitmaken van Fran-
sche en Spaansche koopvaarders. Een ro
mantische figuur 7an schoone gestalte, in
een gouden harnas en met flonkerende ju-
weelen op den prachtlgen helm, een schit
terende verschijning, die het leven van den
vrijbuiter gekozen had uit natuurlijke nei
gingen en er zich met lijf en ziel aan overgaf.
Elf malen rustte hij op eigen kosten een
flottille uit en schuimde de kusten af van
Zuid-Amerika, de Azoren. de Canarische
eilanden, Spanje en Portugal, plunderde
1) Verdere bronnen over Lady Anne Clif
ford's leven zijn:
Dr. Williamson. „Lady Anne Clifford".
Dr. Williamson. George, Third Earl of
Cumberland.
V. Sackville-West: Knole and the Sack-
villes.
2) Bij Folkestone wijst men de overblijfse
len aan van een oud „royal manor house"
waar Rosamunde veel vertoefd zou hebben.
naar hartelust en maakte zooveel mogelijk
gevangenen. Meermalen werd hij gewond,
stierf bijna van dorst, leed herhaaldelijk
schipbreuk, maar na eiken tegenspoed tot
meerdere energie geprikkeld, ondernam hij
een nieuwen kapertocht met ander volk en
andere schepen.
Cumberland huwde in 1577, 19 jaar oud, de
17-jarige Margaret Russell, in tegenwoordig
heid van Koningin Elisabeth; de eerste ne
gen jaren leefde hij als landedelman in het
Noorden van Engeland en kreeg, vreemd ge
noeg. eerst toen smaak in het kaperbedrijf of,
zooals Lady C. het uitdrukt-: „hij verwisselde
de genoegens van het landleven tegen die
van een ruimeren wereldkring". Bij de ko
ningin, hoewel zij nu en dan officieel haar
afkeuring uitte over Cumberland's ruw en
onrechtmatig optreden, stond hij in hooge
gunst wegens zijn dapperheid, de nadeelen
die hij den Spanjaarden berokkende en
de kostbare buit, die hij de Engelsche ha
vens binnenbracht; voor een groot deel
kwam deze de hebzuchtige Elizabeth ten
goede.
De strijdlustige Cumberland, hoe pracht-
lievend ook, was ongeschikt voor het hofle
ven en de jaren 15861598 bracht hij dan
ook bijna onafgebroken op den Oceaan door,
gevaren van eiken aard trotseerende. Na
een zijner kapertochten ontlaadde men
ongeveer 5 millioen zilverstukken, zoodat de
kade van Dartmouth geheel bedekt was
met het edele metaal, waarbij nog kwamen
paarlen, goud. kostbare tapijten, specerijen
en andere artikelen van waarde. De buit be
stond verder uit Spaansche matrozen, ne
gers, ivoor, porcelein, paarlmoer e.d.g.
Natuurlijk werd er veel gestolen door zee
lieden in weerwil van de wanhopige pogin
gen der koninklijke beambten om het te be
letten; Elisabeth zond zelfs Sir Robert Cecil
in alle haast naar Dartmouth om het tegen
te gaan; de koningin, de kaperkapiteins, de
schatkist en de plunderaars zochten om
strijd zich met datgene te verrijken wat
eigenlijk den koning van Spanje toebehoorde
of liever toebehoord had.
Elisabeth gaf het voorbeeld, geen peper
mocht op de Londensche markt ten ver
koop aangeboden worden vóór die van H. M.
van de hand gedaan was en de kaperkapi
teins, die het zware werk gedaan hadden,
beklaagden zich luide over de inhaligheid
der koningin.
De bijna voortdurende afwezigheid van
Cumberland was oorzaak dat van een ech
telijk leven zoo goed als geen sprake kon
zijn. „Wanneer mijn moeder en hij elkaar
een enkele maal ontmoetten, lieten zij dui
delijk merken dat zij een afkeer van elkaar
hadden (Lady C.); daarbij kwam dat Cum
berland een liaison had met- een dame van
stand, waardoor zijn gade vrijwel verdron
gen werd.
Lady Cumberland, moeder van drie jon
gens, waarvan twee zeer jong stierven, wordt
ons beschreven als een droevige figuur, zoo
als zij ook zichzelve noemt, er uit ziende als
een naar hulp zoekende geest, met grijze,
peinzende oogen, zwak van gestel, haar troost
zoekend in godsdienst en liefdewerken, lief
hebster van chemische, alchemistische en bo
tanische onderzoekingen, vriendelijk en hof
felijk jegens haar medemenschen. Haar hu
welijk was, met uitzondering van haar eerste
echtelijke jaren, één lange tragedie; zij had
haar eenige dochter Anne innig lief en gaf
haar een uitstekende, godsdienstige opvoe
ding.
Anne's talrijke brieven en haar Dagboek
leveren hiervan de bewijzen; haar moeder
was een schrandere vrouw met veel gezond
verstand en Anne's jeugd werd sterk be-
invloed door de tamelijk strenge moeder die
haar nooit verliet en de bijna fantastische
heldenfiguur van haar vader, te midden van
talrijke familieleden vertoevende op feudale
kasteelen in het noorden en zuiden van En
geland; nu en dan zag zij de koningin met
haar lang. bleek gelaat, vreemd beschilderd,
haar slechte gezondheid en haar vurig tem
perament; Anne Clifford zelf was een stil,
plichtmatig, indachtig kind, dat een kasboek
hield van haar uitgaven en inkomsten en
zich vermaakte met zijwormen.
Haar gouverneur, Samuel Daniel stond In
hoog aanzien bij haar. hoewel de man zich
beklaagde dat, terwijl hij daden van mannen
zou hebben behooren te beschrijven, hij zijn
tijd verknoeien moest met de opvoeding van
kinderen.
Op 15-jarigen leeftijd dacht zij er reeds
over wie van de jongelieden, uit haar kring
haar echtgenoot zou worden en schreef aan
haar moeder: „Ik heb lang gesproken met
my Lord (haar vader) omtrent de u bekende
aangelegenheid in zake dat huwelijk en Z Ed.
heeft mij beloofd dat er van geen enkel hu
welijk sprake zal zijn of uw goedvinden zal
in de eerste plaats gevraagd worden. Ik ver
zoek UEd. eerbiedig mij mijn vrijmoedigheid
om zoo rauwelijks over deze zaken te schrij
ven te vergeven en laat niemand er iets van
vernemen, hoe weinig beduidend het ook zijn
moge". Een gehoorzaam, welgemanierd, gods
dienstig jong meisje, met een zeer beslist
besef van de waarde harer maatschappelijke
positie was Lady Anne.
In 1605 stierf haar vader en zijn testament
gaf aanleiding tot jarenlangen strijd en ein-
delooze processen. Hij vermaakte aan zijn
broer Sir Francis Clifford, den nieuwen graaf
van Cumberland, zijn landgoederen in het
noorden, bij opvolging aan Lady Anne, als
Sir Francis zou komen te overlijden, zonder
mannelijk oir na te laten. Maar deze beschik
king was in strijd met een vroegere uit den
tijd van Koning Eduard n, waarbij die goe
deren, bij eventueel overlijden zouden komen
aan zijn kind, hetzij man of vrouw en dus
was Lady Anne de natuurlijke erfgename van
zijn kolossaal fortuin, volgens den eersten
uitersten wil.
Aldus ontstond een strijd tusschen eener
zij ds Sir Francis en anderzijds Lady Anne en
haai moeder, waarbij zich later Anne's echt
genoot voegde, een verkwister die wilde dat
zijn vrouw afstand zou doen van haar rech
ten voor een ruim bedrag in gereed geld.
Maar de beide vrouwen weigerden dit hard
nekkig en Lady Anne vocht, eerst onder
steund door haar moeder, na haar dood al
leen, onverschrokken en stoutmoedig voor
haar rechten. Toen de koning partij trok
voor haar man verklaarde zij hem flink:
„Nooit zal ik, zoo lang ik leef. op eenigerlei
voorwaarde afstand doen van Westmore-
land". (Dit was het groote familielandgoed).
En hoe ook geplaagd, gekweld en op aller
lei wijzen in het nauw gebracht, heldhaftig
hield zij vol en eerst 38 jaren na den dood
van haar vader kreeg zij het rustig en on
gestoord bezit van haar vaste goederen, niet
te laat echter om er nog lang van te kunnen
genieten.
Als haar dagboek begint, op haar 13e jaar.
is koningin Elisabeth op 20 Maart 1603 ge
storven en werd haar stoffelijk oversellot
overgebracht van Whitehale naar Westmin
ster (1), op 8 April d.a.v. Lady Anne had de
plechtigheid niet mogen bijwonen „because
I was not high enough" maar zag haar niet
temin van uit een hoekje in de kerk. De troon
van Engeland werd nu bezet door koning
Jacob I uit het Huis Stuart en zijn gemalin
Anna van Denemarken, die zeer dikwijls in
het dagboek genoemd worden.
Bijna in alle opzichten vormde dit echt
paar een tegenstelling met Elisabeth, was
deze zuinig geweest, de lieftallige maar on
beduidende en genotzuchtige koningin Anna
wierp het geld met volle handen weg, ver
kwistte schatten aan praal en pronk en de
leeghoofdige, frivole hovelingen, zoowel
als het geïmponeerde volk zagen daardoor
over het hoofd de Roomsclie neigingen van
koning Jacob, zij nregeeringsfouten en de
omtrent de koningin gefluisterde schandalen.
Koning Jacob zelf was minder populair;
leelijk van uiterlijk, zwak en ijdel, vormde
hij een tegenstelling met het schitterende
optreden van zijn zoon en schoondochter,
zonder bovendien bijzondere regeeringstalen
ten te bezitten of op andere wijzen uit te
blinken.
Lady Anne stond bij het koninklijk echt
paar in hoog aanzien; zij was de boezemvrien
din van Lady Arabella Stuart; een intieme
aan het hof, nam aan alle feesten daar deel
en ontving tal van huwelijksaanzoeken; im
mers was zij nu eeu volwassen jonge dame
geworden, gezond, rijk, aantrekkelijk van
uiterlijk, die nog grootere rijkdommen te
wachten had.
De keus van haar moeder en voogden viel
vreemd genoeg op een vriend van Prins
Henry, Richard Sackville, Lord Buckhurst en
Dorset, een'liefhebber van duelleeren, kolven,
vrouwen, hanengevechten, spelen en maske
rades, bekend om zijn schitterende gewaden
en zijn verkwistende leefwijze. Lady Anne, in
eenvoud en spaarzaamheid opgevoed en zui
nig van aard moet wel erg geleden hebben
onder de schandelijke geldverspilling van
haar echtgenoot; toch spreekt zij in haar
Dagboek altijd met welwillendheid en toe
geeflijk over hem, misschien niet van harte,
maar uit aangeboren gevoel van plicht en be
hoorlijkheid.
Toen zij huwde was zij 19, haar echtgenoot
20 jaar.
Het jonge paar ging wonen op het kasteel
Knole in Kent en leefde daar op grooten voet,
doch spoedig verliet Dorset haar om in den
vreemde te gaan reizen. Aanvankelijk trok
hij heen en weer tusschen Knole, Londen,
Lewes en zijn huis te Buckhurst-, soms in ge
zelschap van een bende rumoerige vrienden,
soms alleen met zijn gunsteling Mr. Calde-
cott een zonderling personage om zijn
vrouw te kwellen over de permanente kwestie
van het erfgoed, soms vriendelijk en soms
knorrig, soms met zijn dochtertje spelend en
haar liefkozend, soms weigerende haar te
zien. zich alleen opsluitend in zijn kamer. En
in de kamer van de huishoudster zaten de
dienstboden dan te babbelen over de oneenig-
held tusschen Mylady en haar man, terwijl
zij de jonge vrouw met gebogen hoofd In den
tuin zagen op en neer wandelen, met haar
gebedenboek onder den arm. Maar hoe droe
vig ook gestemd, afstand doen van West-
moreland kon zij niet. al drong Dorset er
hardnekkig bij haar op aan om die wilde hei
develden en barbaarsche kasteelen toch van
de hand te doen en in Londen een vroolijk
leven te gaan leiden.
Hoe neerslachtig ook gestemd, afstand doen
van Westmoreland kon zij niet! In alles wilde
zij hem ter wille zijn, alleen op dit punt
nimmer'
Sackville verkocht in tusschen al zijn be
zittingen en verkwistte de opbrengst ervan,
maar uit de inkomsten van Westmoreland
ontving hij niets dan wat zijn vrouw hem
vrijwillig daarvan toekende. Woedend over
haar verzet wist hij den koning op zijn hand
te krijgen en nam Anne haar kind af om te
trachten haar aldus te dwingen. Maar West-
moreland kreeg hij niet!"
Arme Lady Anne! Haar leven was een
voortdurende strijd, dan tegen haar echtge-
nooten want zij heeft er twee gehad en
beiden -waren haar tegenstanders tegen
haar pachters, haar leveranciers en haar be
dienden, en zij ontzag zich nimmer hun
ronduit haar meening te zeggen; ook tegen
Cromwell, dien zij verfoeide of tegen koning
Karei I, wiens optreden zij afkeurde of tegen
een stemmenwerver bij een verkiezing voor
het Parlement wien zij schreef: ,Lk ben ge
kweld door een overweldiger, door een hof
minderwaardig behandeld maar ik heb geen
zin mij de wet- te doen stellen door een on
derdaan; uw man krijgt mijn stem niet."
Het dagboek geeft allerlei bijzonderheden
over haar dagelijksch leven, haar kleeding
1) 's Nachts was het per vaartuig yan
Richmond naar Whitevervoerd,
en haar boeken; over haar dochters en over
het leven der edellieden aan het hof; ze
hield van gezelligheid, was erg familiezwak;
in haar slaapkamer hingen kartons, waarop
rij door haar secretaris met sierlijke letters
spreuken en teksten had doen schrijven.
Lady Anne was een geboren matriarch;
haar bestemming was huizen te bouwen en
huishoudingen te besturen, gezag te voeren
over talrijke onderhoorigen en over een
groot aantal kinderen, kleinkinderen en
achterkleinkinderen, nauwkeurig aanteeke-
ning te houden van hun geboorte- en doop
data, goede huwelijken voor hen te zoeken
en raad te geven, dien zij niet gaarne in
den wind geslagen zag! geacht en geeerd,
maar vooral geëerbiedigd te worden. Als
vrouw en jonge moeder voldeed zij maar
redelijk, als grootmoeder en weduwe was ze
uitstekend op haar plaats en zij werd dit
tegen haar 50ste jaar.
De zwarte met een weinig wit afgezette
weduwkap omlijstte het harde, wat stugge
gelaat beter dan de frivole Fransche kleurige
muts had gedaan. In de streek van haar ge
boorte. Noord-Engeland, gevoelde rij zich
gelukkiger dan in het Zuiden, waarheen
haar twee huwelijken haar gevoerd hadden;
de zware, sombere kasteelen en landhuizen,
Brough, Barden, Pendragon, the Barons
Chamber en the Pagan-Tower en vooral
Skipton, op een onbeklimbare rots gebouwd,
pasten beter bij haar stugge, harde natuur
dan het fraaie, liefelijk gelegen Knole of
Wilton.
Dorset werd bij haar vader van 5 kinde
ren, 3 jongens die jong stierven en 2 meis
jes; Dorset overleed in 1624, 35 jaar oud;
zijn broer Anne's hardnekkige tegenstan
der erfde Knole en Lady Anne ging met
haar 2 dochters afwisselend wonen te Bole-
Brooke, in Sussex, en te Londen.
Terwijl haar echtgenoot ziek te bed lag
werden haar dochters door de pokken aange
tast en de moeder, die ze trouw verzorgde,
werd zelf door de ziekte aangetast; toen zij
hersteld was en inmiddels weduwe gewor
den. bemerkte zij dat haar schoonheid voor
immer verloren was en besloot nimmer te
hertrouwen.
Maarzes jaar na Dorset's dood sloot
zij een tweede huwelijk met Philip Herbert,
graaf van Pembroke, een heftig, minder
waardig man, bijna zwakzinnig, wars van
alle beschaving, zorgeloos en dwars, valsch,
wreed en laf, zooals hij beschreven wordt-,
en het is onverklaarbaar hoe hij de genegen
heid van Lady Anne heeft weten te winnen!
Op één punt althans stemde hij geheel met
haar in; overigens ontstond er al spoedig
twist en oneenigheld tusschen de echtgenoo-
ten, vooral toen Pembroke een zijner vijf
voorzoons wilde doen huwen met Anne s
jongste dochter, Isabella Sackville, (Margret,
„het kind", was reeds gehuwd met den graaf
van Thanet) Lady Anne verzette zich twee
jaar lang met kracht togen het drijven van
haar echtgenoot en Isabelle huwde ten slot
te, tot groote voldoening van haar moeder,
met den graaf van Northampton.
En weldra hadden er twee voor Lady
Anne hoogst gewichtige gebeurtenissen
plaats; in 1641 stierf haar oom Francis,
Lord Cumberland, in 1643 zijn eenige kin-
derloozc zoon Hendrik, en aldus kreeg zij, na
38 jaar lang en hardnekkig gestreden te
hebben, langs natuurlijken weg den eigen
dom van het groote grondbezit. In haar dag
boek vermeldt zij Cumberland's overlijden
zonder commentaar doch plaatst erbij: Job
1 vers 7: „Heeft niet de mensch een strijd
op aarde en zijn zijn dagen niet als de dagen
der daglooners?"
Zij was toen 53 jaar oud; zes Jaar later
(1649) overleed haar 2de echtgenoot na
19 jaar met haar gehuwd te zijn geweest
De worsteling was ten einde, de overwin
ning behaald, maar het strijdvuur in de
oude kampioene niet uitgedoofd; aan Crom
well liet zij weten dat als hij haar kasteelen
liet neerhalen zij ze even spoedig weer zou
doen opbouwen en onder de Restauratie nam
zij een uitnoodiging om ten hove te komen
alleen aan op voorwaarde dat rij er oogklep
pen mocht dragen, opdat zij zich niet zou be
hoeven ie ergeren. Overigens voelde zij wei
nig voor het publieke leven; zij regeerde als
een vorstin in haar klein Koninkrijk, bracht
haar tijd door met regelen, besturen, beve
len, en onderhouden van haar bezittingen en
haar macht uitoefenen over kinderen en
kleinkinderen, waarvan zij er resp. 17 en 19
bezat!
„Ik hield mij bezig", schrijft ze. .met bou
wen en herstellen en het vaststellen van de
landscheidingen, hield afwisselend verblijf
op de verschillende manors en zorgde voor
het in orde brengen en regelen var. al het
geen mijn landbezit betrof, want alles had
ik in wanorde en verwaarloosd aangetroffen,
omdat men het mij zoo lang onthouden had;
in dien tijd begonnen de processen en dag
vaardingen met felheid doorgezet te worden
tusschen mijn pachters in Westmoreland en
sommige in Craven, en mij zelf."
Nog 33 jaren zou de strenge, doortastende
oude dame leven enstrijden. Haar kas
teel Skipton was in den Burgeroorlog drie
jaar lang belegerd geworden; de toren van
Barden, een deel ervan, was door Cumber
land afzonderlijk gelegateerd aan zijn doch
ter Lady Cork. maar Anne nam het in bezit,
behield het en liet er zich niet meer uit ver
drijven. „It was not- easy to fight with Lady
Anne", zegt Dr. Williamson.
Cromwell, wien het ter oore was gekomen,
dat zij overhoop lag met twistzieke, recalci
trante pachters, bood haar zijn bemiddeling
aan maar Lady Anne wees die met veront
waardiging van de hand. „Denkt hij soms
dat ik. die me niet aan Koning Jacob wilde
onderwerpen, het aan hem zou doen!" riep
zij uit. En zij procedeerde voort, even on
vervaard voor de wet als voor koningen, pro
tectors en echtgenooten.
Een anecdote omtrent een harer processen
moge hier volgen. Op een harer pachters
rustte de verplichting haar jaarlijks, bij het
voldoen van de pachtsom, een hoen aan te
bieden; de man weigerde dit laatste te doen
en een proces volgde, dat door Lady Aan
gewonnen werd, maar haar 400— kostte!
De man bracht toen het verschuldigde hoen:
Lady Anne liet het braden en noodigde den
pachter uit het maar samen op te eten; aldus
geschiedde!
Wanneer zij haar kasteelen bezocht ge
schiedde dit steeds met veel praal en luister.
1. Wie Is de schrijver van Dc Spaansché
Brabander?
2. Wie is de dichter ran Eliza's Vlucht?
3. Wie schreef den roman Eline Vcrc?
4. Wie schiep de figuur Woutertje Pictersc?
5. Wie is de schrijver van Het Wassende
Water?
6. Wie is de dichter van de Lucifer?
7. Wie schreef De Roos van Dekama?
8. Wie ls de dichter ran Bellamy's Roosje?
9. Wie is de schrijfster van Hilda van
Suylcnburg?
10. Wie schreef den roman André Campo's
Witte Rozen?
11. Wie ls de schrijver van Geertje?
12. Wie is de dichter van Mei?
Onze lezers moeten maar eens probecren
of zij de antwoorden op deze letterkundige
vragen uit het hoofd kennen.
Zoo niet, dan vinden zij de oplossing elders
in dit nummer.
„Zelf zat zij dan in een draagstoel, die tu?-
schen twee paarden hing; de dames van
haar gevolg en de edelvrouwen volgden in
een koets met zes paarden bespannen; haar
beambten en mannelijke bedienden te paard,
de vrouwelijke in een andere koets en de
bagage van al deze menschen, soms wel 100,
volgde." Men moet hierbij in het oog hou
den dat in dion tijd het noodige beddegoed
steeds meegevoerd werd, benevens stoelen,
kleeden, tapijten, gordijnen enz.; alles verd
geplaatst en opgehangen vóór de reizigers
aankwamen.
Op deze reizen werd Lady Anne dikwijls
nog vergezeld door buren en vrienden; lrn
haar kwaliteit van „High Sheriffers of the
Country en Lady of the Manor" liet zij deze
daartoe oproepen. Ter plaatste van bestem
ming gekomen, ontbood zij hen in haar kamer,
reikte de mannen de hand. kuste de vrouwen
en gaf hen daarna vergunning naar huis
terug te keeren.
Soms r<|sde zij in een ruime koets, die
slingerenden schuddend de heuvels van
Yorkshire, Westmoreland en Cumberland op
en af ging; het strenge, Indrukwekkende ge
laat voor het raampje, zag haar scherpe
blik voortdurend onderzoekend rond, tenvljl
haar edelvrouw op de bank tegenover haar
zicht vastklemde aan de wegglijdende kof
fers en tasschen, angstig naar haar opziende,
in vrees voor een berisping. Lady Anne
spaarde zichzelf even- weinig als haar bedien
den en haar paarden; de ruwste, onbegaan-
baarste wegen waren haar het liefst cn ze
volgde ze bij voorkeur, tot schrik voor liaar
gevolg.
Onafgebroken liet ze bouwen en verbouwen
met een ware passie; op de plek, waar zij
voor het laatst afscheid genomen had van
haar moeder, liet zij een gedenkzuil oprich
ten en verschillende graltombcn hadden
haar ontstaan aan haar te danken.
Lord Dorset had bij testament bepaald dat
voor zijn vrouw, na haar overlijden, een ge-
den kteeken zou worden opgericht in zijn
familiegraf maar Lady Anno wilde hiervan
niets weten, bepaalde dat zij in AAclby
Church begraven moest worden en liet nier
voor de noodige maatregelen nemen.
Op elk harer kasteelen moest een steenen
plaat komen met het opschrift„Gravin
Douarière Dorset, Pembroke en Montgomery,
Barones Clifford, Westmoreland cn Vescl,
Vrij vrouwe van Shlpton in Craven en High
Shcrlffess van Westmoreland heeft dit kas
teel, in verwaarloosden staat door haar aan
getroffen, doen restaureer en"; daarnaast
een toepasselijke tekst uit den Bijbel.
Zij had voor alles tijd. bemoeide zich met
alles en oefende een volmaakt gezag; geen
boeredeerne mocht trouwen, geen winkel
mocht geopend worden, geen kerk Ingewijd
zonder haar goedkeuring. Soms zond zy haar
koets om een oude vrouw, die bij haar in
de gunst stond, in de gelegenheid te stellen
haar te komen bezoeken. In zijn grafrede
zegt Bisschop Rainbow van haar:
„Ze was absoluut meester van zichzelf
haar beslissingen, handelingen en dagverdee-
ling en gaf voor alles een bepaalden tijd.
Niemand werd tot haar toegelaten, zonder
haar vergunning, maar niemand werd ook
afgewezen. Niemand bleef langer dan zij
goed vond maar niemand vertrok ook onvol
daan. Als een goed stuurman maakte zij den
indruk weinig of niets te doen maar inder
daad bestuurde en beheerschte zij alles."
Langzamerhand begonnen de gebreken des
ouderdoms, flauwten en aanvallen van zwak
te, zich te doen gevoelen maar Lady Anne
negeerde ze evenals de welgemeende waar
schuwingen van haar vrienden om zich wat
te sparen. „Ik weet dat ik eens moet sterven,"
zei ze, „en 't kan me weinig scholen of dit
onderweg, ergens in een huis of in mijn bed
geschieden zal."
Haar dagboek hield z|J bij tot den laatsten
dag voor haar dood en in het laatste et
maal van haar leven gaf zij, op de angstige
vragen van haar vrienden hoe zij zich voelde,
ten antwoord dat zij volmaakt wel was.
Maar ten slotte moest zij het opgeven en
op 22 Maart 1676, 86 Jimr oud. kwam de on
vermoeide strijdster vSbr eeuwig tot rust. in
dezelfde kamer van Braugham Carble waar
in haar vader geboren en haar moeder ge
storven was.
Lady Anne Clifford's lange leven was een
voortdurende worsteling geweest maar nim
mer had zij toegegeven of zich zwak getoond
wanneer zij meende dat haar rechten ge
schonden werden; kan het verwondering
wekken dat haar kracht soms Sn hardheid
haar vasthoudendheid ta koppigheid, haar
vastheid van wil in heerschzucht ontaardde?.
Mr. J. WACKLE EY8TEN,