ÏJehkad&S CXeam ÖuclcAZU
H. D. VERTELLINGEN.
Fiiianeieele Kroniek*
HET TOONEEL
FEUILLETON
MET VERLOF NAAR HUiS
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 10 FEBRUARI 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Na den slap.
(OORLOGSHERINNERING.)
naar het Fransch, door
PAUL MARGUERITE.
De bevelhebber Pierre Dubreuil ontmoette
op het slagveld van Borny zijn vriend Bers
helm, een fabrikant uit Metz, die, geholpen
door zijn bediende Thlbauf, bezig was de ge
wonden in een voertuig te dragen om hen
naar de ambulance te vervoeren. Zij liepen
tusschen de gewonden en stervenden door
aeer bewogen door hun klagelijk hulpgeroep.
De hoop op redding verloren hebbend wa
ren de stervenden stil geworden en Bershelm
zei tot Dubreuil met de oogen vol tranen:
„ik kan het niet meer aanzienal die
ongelukkigenhet is vreeseHjk". Struike
lend verder gaand omdat het donker was en
de maan zich achter de wolken verschool en
terwijl zc het knarsen der wielen hoorden
van den wagen, waarop de gewonden ver
voerd werden, steeg plotseling uit de diepte
van een sloot een kreet om hulp op van dsn
vijand. Ze hadden belden dezelfde gedachten
en liepen, zonder iets te zeggen,- verder.Maar
smeekend herhaalde de man: „O, camarades,
camarades!"
De toon, waarop hij deze woorden uitsprak
was zoo ontroerend, dat de belde mannen
stil bleven staan. Een bleek gelaat werd
plotseling zichtbaar bij het schijnsel van de
lantaarn; de handen strekte de man gevou
wen naar hen uit; zijn hals bloedde.Bersheim
voer een rilling door de leden, hij sprak heel
zacht en heel snel als in een koortsaanval:
„Ik mag niet helpen: er liggen er nog zoo-
velen van de onzen en daarbij is het mijn
werk niet om voor den vijand zorg te dra-
HET SCHOUWTOONEEL.
WIE IS DE SCHULDIGE?
Men heeft ons met de meeste stelligheid
verzekerd, dat liet drama „Wie ls de Schul
dige?" waarvan wij Zaterdagavond In den
Stadsschouwburg de première hebben gekre
gen. werkelijk een Engelsch stuk is en dat
wij hier dus niet zooals met „Er staat ge
schreven" met een „mystificatie" te doen
hebben. Wij zullen dat dus maar op hoog
gezag aannemen, maar dan vragen wij ons
toch vol verwondering af, hoe „Het Schouw-
tooneel" er toe gekomen is om dat verschrik
kelijke prul op het repertoire te nemen. Zie
hier in den jare 1930 een stuk, dat
gedrenkt is in het onvervalschte, donker-
roode drakenbloed.
De Juffrouw van de vestiaire had mij al
vóór den aanvang der voorstelling voorbe
reid. dat het „erg griezeirg zou worden" en
zij lichtte even een tip van den sluier op.
toen ze zei: „Er ligt nu al 'n wassen pop in
hi bed op het tooneel!"
De juffrouw van dc vestiaire bleek gelijk
te hebben gehad, zoowel wat de griezeligheid
als wat de wassen pop betreft. Die wassen
pop was het beeld van de vermoorde on
schuld! Of eigenlijk is dat maar half waar,
want heelemaal onschuldig was zij niet. Op
haar blecke doode kaken giom nog het rou
ge van de zonde! Haar lichaam was be
smeurd, maar haar ziel was rein. Wanneer
zij 's avonds als een nachtvlinder door de
donkere straten doolde, dan deed zij dat
enkel om haar ouden, braven vader voor de
schande van het armhuis te bewaren! Zij
„verdiende" geld voor hem, will de verhaal
tjes, die zij overdag voor „Magazrnes"
schreef, niet genoeg opbrachten om hem te
steunen. Edele ziel in een be'dorven lichaam!
Bobby, dc agent, die bij het wassen beeld
staat, zegt het zoo treffend: „Zij was anders
dan de anderen!" Hoe hij aan die weten
schap kwam, hooren wil niet, maar hij zegt
het met een traan in zijn stem.
Het wassen beeld is vermoord en de brave
eenvoudige zoon van een nog braver en een-
Vrij bewerkt naar
PAUL OSKAR HÖCKER.
Vertaling van Christine Kamp.
12)
Den volgenden dag was hij nog als in een
rees. Nu moest het. eindelijk gedaan zijn met al
die treurigheid. Hij zag de wereld weer met
heldere oogon aan.
Op Zaterdag begon het te sneeuwen en ge
durende den geheolen dag vielen de vlokken
onophoudelijk neer. Keel Neurenberg kreeg
een grappig voorkomen, alle torens, alle daken
en gevels kregen witte mutsen op, in de straten
maakten de kinderen sneeuwpoppen en
sleden vlogen onder schelgerinkel over de
wegen.
De burgerwacht maakte het plan tot een
groo'e sleepartij. Alle arren en sleden moesten
bijeen komen op het Maxfeld; in een langer,
stoet, een muziekcorps aan liet hoofd, zou een
rit om Neurenberg gemaakt worden. Des
avonds zou er dan in den omtrek, in de her
bergen van Rosen au en de oude vesting ge
danst worden.
Rector Kehrbacher had aan zijn neef een
ultnoodlglng gezonden voor hem en zijn ver
loofde.
..Natuurlijk gaan wij mee nep Frr-s over
moedig „Laten wij nu nog eens echt vrooiijk
zijn. wij moeten ons verheugen over ons ge
luk en laten de menschen dan maar eens
zien. hoe verschrikkelijk gelukk.g wij zijn!"
De sledevaart .verliep dan ook in de bes:e
Hemming. Het was geweldig koud, maar er
gen"....^
Er heerschte een oogenblik stilte. Bij het
zien van dat blecke gezicht ontsteld van
angst en lijden, werd Dubrieul aangegrepen
door een hevige ontroering. Niets was er
meer in hem van de verborgen woede en
wraakzucht van nog zoo kort geleden, toen
hij den vijand tegenover zich zag met blo
zend gelaat en harde blauwe oogen. Geval
len was hij. in een opwelling van haat der
onpersoonlijke massa! Een vaag gevoel
van broederschap kwam op in zijn binnen
ste. Hij zag alleen nog maar een ongelukkige
in hem, en z'n hart liep over van een on
weerstaanbaar menschlievend medegevoel.
De gewonde vestigde zijn oogen op hen, die
pen blijde glans kregen door zijn kans op
redding en zijn trekken veredelden. Bershelm
zuchtte. Dubrieul bemerkte wel, dat hij den
vijand niet durfde te hulp komen: in de eer
ste plaats, omdat hij officier was, maar voor
al ook, omdat er nog zoovele vrienden en on
bekende broeders om hulp vroegen en smar
telijk dooreen lagen. Een plot-selLnge en he
vlge smart beving ook hem: „Ach wat een
ellende, wat een ellende, zulk een slachting!
De vijand is toch ook een mensch! Pak hem
op," zei hij fluisterend. „Ja, ja," zei
Bershelm! „Help me, Thibaut!" „Dank u,
dank u, camarades!" zei de gewonde telkens
weer, en hij probeerde zich op te richten;
maar een golf bloed gutste uit zijn mond. Zij
legden hem zachtjes neer: hij was dood.
voudiger moeder wordt van de gruwelijke
misdaad verdacht, maar wij, toeschouwers,
weten, dat hij onschuldig rs. Heeft de moe
der niet aan den inspecteur van politie het
boek getoond, dat haar jongen op school als
prijs heeft gekregen en heeft de inspecteur
daarin niet gelezen, dat het Timmy was ga-
schonken „voor uitmuntend gedrag"? En
verklaart ook niet de moeder, dat hij reiner
is dan pas gevallen sneeuw? Neen, de schul
dige moeten wij niet zoeken in het stulpje
van de arme weduwe, maar in de weelderige
vertrekken van den rijken Fairfield! Het is
Harold, de zoon, die bij zijn eerste opkomen
al dadelijk 3 whisky's drinkt en in elkaar
schokt, wanneer de gasten over de dood
straf spreken! Harold is de dader, maar
schuldig is ook hij nietl Hij heeft in een
toeval het onreine reine meisje heelemaal
bij toeval de keel dichtgeknepen. Arme, be
klagenswaardige jongen! En nu zit hij er
mee, want het meisje dat daar niet tegen
kon is dood en Timmy, de brave zoon
van de brave moeder, wordt als verdacht
van den moord, ter dood veroordeeld!
Harold zucht drie tafereelen lang en hij
kronkelt zich in allerlei bochten om dezen
ongelukkigen samenloop van omstandighe
den, waar hij, de brave Timmy, de brave
moeder en het ongelukkig vermoorde half-
reine meisje de dupe van zijn geworden. Wie
zegt hem. dat wanneer hij weer zal vallen,
hij niet opnieuw toevallig met zijn handen
op de keel van een juffrouw terecht zal ko
men en voor de tweede maal o, gruwel!
in onschuld en onwetendheid een mensch
zal dooden? Wat wacht hem. als hij bekent?
De gevangenis of het krankzinnigengesticht!
Wat, als hij zwijgt? Eeuwige wroeging en
verdoemenis? Het is. wat je noemt ,,'n lastig
geval", ter oplossing voor de Haagsche Post!
Er is maar één uitkomst voor Harold: daar
ginds op het heuveltje achter de coulissen
naast den brandwacht: de dood!
Nog eenmaal smeekt hij Madge, een on
schuldige bloem van achttien jaar, om voor
hem op den vleugel zijn lievelingslied:
„Ffühlingsrauscben" te spelen en onder de
tonen van dezen lentezang, schrijdt hij lang
zaam en plechtig met den revolver in zijn
colbertzakjc naar het heuveltje van den
brandwacht! Minuten van spanning, waarin
de dames in de zaal bij wijze van voor
zorg met de handen in de ooren zitten!
Dan eindelijk! een schot, een kreet en
de arme rijke vader stort wanhopig met zijn
even rijken vriend nnar buiten!
Maar het offer van den niet schuldigen
werd onderweg zooveel gelachen en grappen
gemaakt, dat men de koude niet voelde en
toen men in de danszalen kwam, kon men
zich spoedig verwarmen met heete punch en
warmen wijn.
Frits had voortdurend met zijn verloofde
gedanst, ofschoon de ceremoniemeester allerlei
pogingen deed om het paar te scheiden, waar
door telkens lachsalvo's weerklonken.
Plotseling, toen in een pauze Louise zich
bevond in een kring van ancere jonge meis
jes. kwam Frits naar haar toe met een jonge
man in matrozenkleeding. Juichend riep hij
haar van ver reeds toe! ..Denk toch eens aan,
wien ik daar ontmoet heb! Een van de Herta!
Ja. de eenige matroos die toen gered ward!
Maar dat moot je hooren, wat die bij Beachy
Head heeft doorgemaakt Zes uren lang heeft
hij voortgedreven langs de kust, aldoor het
land vlak voor zijn oogen, zonder het te
kunnen bereiken".
Hans Seiffert, de matroos, had al een paar
glazen punch meer genoten dan goed voor hem
was. Toch wist hij nog vlot te vertellen. Weldra
was hij het middenpunt van een grooten kring
aan wien hij zijn avonturen, niet zonder
eenige verfraaiingen, opnieuw ten beste gaf.
Hij was slechts voor eenige dagen hier geko
men om dc bruiloft van zijn zuster mee te
vieren. Twee Jonge meisjes, die bruidsmeisjes
bij het feest waren geweest, waren met hem
mee gekomen, trotsch op hun begeleider, die
,1e hoofdpersoon van het bal was geworden.
Kehrbacher en Seiffert waren aan boord
weinig met elkander bekend geweest, toch
voelden zij zich onmiddellijk als oude vrien
den. Het groote onseluk, samen doorleefd, de
herinnering aan andere makkers en vrien
den dien bij de ramp het leven hadden ge
laten. brachten hen te zamen. Zij dronken
broederschap en alles om zich heen vergaten
zij. terwiji zij herinneringen ophaalden over
moordenaar ls te laat gekomen. Zijn beken
tenis heeft den minister van justitie niet be- i
reikt en de brave Timmy moet sterven.
Klokslag 8 zal het vonnis worden voltrok
ken! Bij het potkacheltje zit de brave nu
oud en geheel grijs geworden weduwe en
om haar heen de buren en kennissen. Hst
uur der executie nadert! Tartend langzaam
gaan de-wijzers vooruit! Een brief wordt
binnen gebracht: het is het afscheidswoord
van een stervenden zoon aan zijn moeder!
Zij houdt den brief in haar bevende handen
en een buurvrouw leest hem ons voor! Het
is vrceselijk roerend en ieder op het tooneel
snikt en van den weeromstuit snikken de
dames ln de zaal mee en snuiten de heeren
hun neus. Dan wijst de klok twee minuten
voor 8, het noodlottige uur! Allen knielen
neer op den grond en bidden voor de ziel
van Timmy, die nu sterven gaat! Maar de
moeder buigt haar knieën niet! Zij bidt niet
voor de ziel maar voor het leven van haar
Jongen! De klok slaat acht en een priester'
treedt binnen! Maar de ongelukkige moeder
weigert zijn troost! Zij vloekt alles en allen,
nu zij haar haren zoon hebben ontnomen.
„Vrouw, bezondig u niet, zwijg!" roept de
priester. „Gij weet niet welk geluk u wacht!"
De deur gaat langzaam op! „Moeder, zie hier
uw zoon, zoon, zie hier uw moeder" en de
onschuldig veroordeelde maar juist op tijd
geredde Timmy stort precies drie minu
ten over aohten aan de borst van zijn
snikkende moeder.
Het groeit aan tot een koor van snikken-
den! Dan
Met zoo veel wee begaan.
Sluit het gordijn en het stuk is gedaan!
Het was heel, heel aandoenlijk en treurig
om dit alles aan te zien! Ons medelijden
was groot met al deze onschuldig veroordeel
den, maar nog meer met de dames en hee
ren van Het Schouwtooneel, die dit drama
moesten spelen en soms geen raad wisten
met hun rollen! Zij deden, wat zij konden
door dezen poel van zilte tranen heen te
zwemmen, maar zelfs een knap acteur als
Ko van Dijk gelukt het niet! Hij moest het
halfweg opgeven en ging toen maar verder
loopen. Willem de Vries verdronk als pater
Collins geheel en al en maakte al spartelend
een allcrjammerlijkst figuur. Carel Rijken
was als de toevallige moordenaar, ln een po
sitie, die allesbehalve gewoon en aangenaam
was. Hij sloeg er zich dapper en met den
moed der wanhoop door! En Ko Arnold!
wist zoo waar als de eenige gewone
mensch in dit drama een hartelijk accent
te treffen.
Mevrouw de Boervan Rijk was de oude,
brave moeder! Dank zij haar groot talent,
wist zij de sluizen aan het slot te openen en
een watervloed *van tranen kwam los. Voor
haar was dan ook het krachtig applaus aan
het slot van het publiek, dat zich vijf tafe
reelen lang zichtbaar had verveeld en dan
ook opmerkelijk koel en gereserveerd was ge
bleven.
Wie is de schuldige aan dezen misdaad?
Het is Percy Robinson, die dit monstrum ge
schreven heeft! En medeplichtig is de di
rectie van Het Schouwtooneel. die het
met voorbijgaan van goede Nederlandsche
stukken in Nederland heeft geïmporteerd.
J. B. SCHUIL.
SOC. DEM. RAADSLEDEN OVER
GEMEENTE-POLITIEK.
Door de Federatie Haarlem van de S.D-A.P.
was besloten dat in een drietal afdeelings-
vergaderingen verschillende raadsleden zou
den spreken over de gemeentepolitiek. Deze
vergaderingen werden Vrijdagavond gehou
den n.l. in de Berkenstraat, het Blauwe
Kruis en de Centrale waar de raadsleden
mevr. Maarsc-hallKomin, mej. Van Vliet en
de heeren Groenendaal. Scholl en De Vos
over verschillende onderwerpen het woord
voerden. Vooral het onderwerp door mej.
Van Vliet te behandelen „Kinderverzorging
en Opvoeding" trok de aandacht der vrouwe
lijke leden der S.D.A.P-, doch ook de andere
onderwerpen: het onderwijs, de bedrijfs-
politiek, het voorbereidend onderwijs en het
overheidspersoneel, werden alle met belang
stelling door de leden gevolgd.
Het doel van deze vergaderingen is, de be
langstelling voor het werk der raadsleden
grooter te maken en de leden meer in te
doen zien wat er al zoo op het terrein van
de gemeentepolitiek te doen is. De eerste po
ging is dermate geslaagd dat besloten werd
binnenkort opnieuw dergelijke vergaderin
gen te beleggen waar dan weder door andere
raadsleden het woord zal worden gevoerd
over andere onderwerpen.
Bij het einde der vergadering werd aan
de leden medegedeeld dat op Woensdag 12
Februari de heer Joosten zal spreken over de
nieuwe regeling van de financieele verhou
ding tusschen Rijk en gemeenten, terwijl het
nieuwe Kamerlid, de heer G. v. d. Houven
op 26 Februari zal komen spreken over den
politieleen toestand in Nederland.
het leven aan boord. Den heldhaftigen kapi
tein wijdden zij een stillen dronk en gedeelte
lijk ontroerd, gedeeltelijk opgeruimd vertel
den zij eikander hun avonturen.
„Herinner Je je den tweeden machinist,
Kehrbacher?"
„Hubert Schratt? Hoe zou ik hem kunnen
vergeten, hij was toch mijn onmiddellijke
chef. Trouwens hU ls hier geweest, hij is
geboortig uit Neurenberg".
„Nuik trof hem in Hamburg, eer ik
met verlof ging".
„Ja. hij werkt nu op het veem ginds".
Seiffert knikte. „Dat zou ik ook een paar
maanden hebben moeten doen. Maar dat
kreeg de directeur van mij niet gedaan".
Lachend keek hij het jonge volkje aan, dat
om dc tafel zat. „O, jelui landratten, jelui
ziet niets van de wereld! Ja kindoren, zonder
de zee beleeft men maar een half leven!"
„Wanneer ga je weer naar boord, Seiffert?"
vroeg Fr lts haastig.
„In Maart wordt de Induna In de vaart
gebracht. In plaats van de Herta, weet je.
Daar ga ik met mee. O, er komen nog meer
van de Herta. De inspecteur zei mij, dat het
een prachtig schip ls....en enkel de beste
matrozen".
„Gaat Schratt mee?"
„Verbeeld je, beste vriend, dat ik hem juist
ontmoette, toen hij zijn oproeping voor de
Induna had ontvangen. Je zou er mee ge
lachen hebben! Hij zag zoo bleek als een
doodeen oogen zette hij opToen
dacht ik dadeljk: Dien ligt de ramp met de
Herta nog te veel in het geheugen, hij is bang
voor de zee".
Frits keek nadenkend: „Jaeigenlijk is
hij nooit een echte zeeman geweest".
„Maar jij, Kehrbacher, wanneer ga jij weer
weg?"
„Ik? O, dat heb ik je nog niet verleid. Ik
Onregelmatige stemming te New-
York. De ParUsch§ disconto
verlaging door Londen gevolgd.
De Duitsche discontoverla-
gipg. De lasten van den Duit-
schen landbouw. Amerikaan-
sche crcdietcn voor Duitschland
Nieuwe winstverdeeling en bo-
nusuitkeering der Duitsche
Rijksbank. Piet Hein door
Perena gewroken, ofwel de
„Spaansche Griep".
De omvang van zaken op de Amsterdam-
sche beurs is omgekeerd evenredig aan de
hoeveelheid nieuwsberichten over den geld
en fondsenhandel. Alleen te New York zijn
de vorige week de omzetten belangrijk ge
stegen en heeft men getracht aller'ei
hausse-factoren in de ko-ersen tot uitdruk
king te brengen. Toch blijft ook hier de ten
dentie onzeker, omdat tegenover gunstige
bedrijfsberichten even zoovele slechte staan
en in ernstige financieele kringen tegen een
voorbarig optimisme wo:dt gewaarschuwd.
Het aantal der wagonladingen is in Ja
nuari beduidend achteruitgegaan, zoomede
de bedrijvigheid in de bouwvakken en het
uitblijven van extra-dividenden op gewone
aandeeien Steel en Studebaker wijst er weï
op dat men van den gewenschten voorspoed
niet verzekerd is. Wij willen ditmaal over de
Amerikaansche markt weinig zeggen, ook al
omdat er in de Yankees deze week te Am
sterdam weinig omging. Maar voornamelijk
omdat er andere verschijnselen en gebeur
tenissen zijn die voorshands meer beteeke-
nis hebben.
Wij beginnen met de reeds vroeger gesig
naleerde normalisatie der geldmarkten waar
van de disconto-verlaging te Parijs van
3 1.2 tot- 3 pet. en die van Berlijn van 6 1/2
tot 6 pet. nieuwe symptomen zijn en den weg
effenen voor een discontoverlaging te Am
sterdam. Londen en New-York. Frankrijk
heeft de laatste maanden groote kapitalen'
tot zich getrokken, niet alleen krachtens de
herstelovereenkomst, maar ook wegens een
druk toeristenverkeer en het repatrieeren
van in het buitenland uitstaande bedragen
zulks als gevolg van de najaarsbeurscrisis te
New York. De Nederlandsche Bank heeft de
laatste maanden voor circa f 8 millioen naar
Frankrijk gezonden, om den gulden op pei'
te houden en ook te Londen werd de Pon-
denkcers door Fransche goud-onttrekkingen
beïnvloed. Het is niet onwaarschijnlijk dat
de verlaging der bankrente te Parijs tot 3
pet. de onderlinge verhouding blijvend zal
verbeteren.
De directie der Bank of England heeft
Donderdag dan ook vrijheid gevonden om
het Londensche disconto van 5 tot 4 1/2 pet.
te verlagen.
De verlaging van het Duitsche disconto is
ongetwijfeld een gelukkig verschijnsel omdat
Duitschland aan de hooge rentekoersen
dreigt te gronde te gaan. In verband met de
ruineuze daling der graanprijzen, welke
vooral wat rogge, haver en gerst betreft voor
Duitschland. van belang zijn, is onlangs me
degedeeld dat de Duitsche landbouw onder
een schuldenlast van Mk. 14 milliard geblikt
gaat waarvan jaarlijks Mk. 1-3 milliard moet
worden betaald. Dit beteekent een percen
tage van meer dan 9 pet., zoodat het niet
kan verwonderen dat in den Duitschen land
bouw het aantal gedwongen verkoopen de
laatste maanden aanmerkelijk is gestegen in
overeenstemming met een sterke toeneming
van het aantal faillissementen over heel het
land. De eenige lichtzijde ten aanzien van
Duitschland's economischen toestand is te
vinden in de vrij bevredigende resultaten, der
grootindustrie, welke, dank zij de onderlinge
en internationale vertrusting blijkbaar in
staat is de zware fiscale, sociale en interest-
lasten te dragen. Het, verdient daarom wel
de aandacht dat, voorzoover Amerika zich
den laatsten tijd financieel bij Duitschland
interesseert, zij zulks doet via de grootbe
drijven en liefst tegen ontvangst van obliga
ties. gelijk nu weer bij het Siemens-concern
heeft plaats gevonden. De toestand van pu
blieke lichamen steden en provincies
is ook weinig geschikt om den geldbelegger
te bekoren, gelet op den toenemenden in
vloed van communisme en bolsjewiswe, de
twee groote vijanden van alles wat kapitaal
is, zoolang dit tenminste nog bij een an
der berust. De verlaging van het Duitsche
disconto heeft- kennelijk ten doel de lasten
van het bedrijfsleven te verminderen en de
voorwaarden der op handen zijnde, onder vi-
gueur van het Young-plan uit te geven her-
stelleening te vergemakkelijken.
De voorstellen der Duitsche Rijksbank in
zake de nieuwe winstverdeeling en de als
compensatie daarvoor bedoelde uitreiking
van bonusaandeelen heeft een goeden indruk
heb de zee eraan gegeven. Ik benik zal
een filiaal van een fabriek overnemenOch.
ik zal je dat een anderen keer wel vertellen,
hoe dat gekomen lsIk ben namelijk ver
lóófd. Ja. en nu moet je eens dansen met
mijn meisje".
Hij liet hem geen tijd om iets te antwoor
den. Daar juist de muziek weer begon te spe
len, ging de kring weldra uiteen. Seiffert, nog
heelemaal verbluft door het nieuws, dat Kehr
bacher niet meer naar zee zou gaan. noodigde
Louise ten dans. Fr:ts danste om de beurt
met Seifferts gezellinnen, twee aardige hand-
schoenenmaakstertjes. aan wie hij veel moest
vertellen over het leven aan boordwant
zij vertrouwden den fllnken matroos niet ge
heel en al en vermoedden, dat hij in zijn ver
telsels heel veel Zeemanslatijn had inge
vlochten.
De dans kreeg echter een onderbreking, toen
het orkest een bijzonder stuk begon te spelen.
Eerst meende men, dat een of andere humo
rist een voordracht zou gaan houden, maar
het was een andere verrassing: de muziek
speelde op algemeen verlangen: Het Duitsche
Vloo tiled.
Iedereen in de zaal begreep ter wiens eer
die gespeeld werd. er werd in de handen
geklapt Kehrbacher en Seiffert werden naar
het podium gesleeptdaar moesten zij gaan
staan en de tekst van het lied zingen.
Alle aanwezigen zongen het refrein mee:
„U willen wij ons leven wijden aan de vlig
zwartwitrood!"
Dan weerklonk er een luid applaus er werd
hoera geschreeuwddan begon de dans
weer en alle deelnemers verkeerden in een
grootere feestvreugde.
Slechts Frits Kehrbacher danste niet meer
mee. Onbemerkt was hij de zaal uitgegaan.
Sedert hij het lied had gezongen, dat hem
gemaakt. De aandeeien der Duitsche Rijks
bank zijn in 1928 van 185 tot 340 pet. ges e-
gen hoewel over 1927 en 1928 niet meer dan
12 pet. dividend uitgekeerd is. De koersstij
ging berustte echter op de groots winstbeóra-
gen welke werden gereserveerd, zoodat einde
1928 bij een kapitaal vap Mk. 120 millioen in
totaal Mk. 240 milhoen reserven aanwezig
waren. Men ziet dus dat de beurs de intrin
sieke waarde der aandeeien met 300 pet. '/rij
nauwkeurig heeft afgewogen. Thans wordt
per Mk. 400 aandeel Mk. 100 nieuw aandeel
uitgereikt, benevens Mk. 200 aandeel der
Goiödiskont-Bank, welke in 1924 is opgericht
voor de financiering van den Duitschen ex
port en welker aandeeien door de Duitsche
Rijksbank worden gehouden. Deze Godds-
kontbank heeft bij een kapitaal van Mk.
200 millioen, Mk. 50 millicen reserves en
zal naar men meent de eerste jaren 5 pet.
dividend uitkeeren. Neemt men deze aan
deeien op pari aan en het dividend eer aan
deeien Duitsche Rijksbank over 1929 op 12
pet., dan biijft er bij den tegenwoordigen
beurskoers str aks voor de aandeeien een
koers van 200 pet. over, zoodat dan 6 pet.
rendement wordt verkregen bij een dividend
van 12 pet., waarop ook onder de nieuwe
winstverdeeling mag worden gerekend. Een
en ander doet zien dat de koersstijging der"
aandeeien tot boven 300 pet. niet ongemoti
veerd is geweest.
Dit kan helaas van slechts enkele aan
deeien worden gezegd. Allerminst geldt net
van de aandeeien der Belgische kurktrust,
waarvoor men ruim anderhalf jaar geleden
ook ons goed gel oovig publiek heeft wanm
kunnen maken. De ruimte ontbreekt ons om
uitvoerig de oprichting en de geschiedenis
van deze trust na te gaan. Het zij genoeg te
vermelden dat een paar Spaansche heeren.
luisterend naar den welluidenden naam van
Perena. in enkele maanden tijds voor de ex
ploitatie van kurk- en kurkafvalfabrieken
in Spanje, een gansche serie zoogenaamde
holding-mpijen wist te creëeren, welke Iun-
geerden ais even zoovele kanalen waarlangs
het geld van een verdwaasd publiek in aller
lei valuta naar Spanje werd afgevoerd. Wij
kennen hier aan de Amsteraamsche beurs
de aandeeien C. I. L. (de Belgische mpij.), Le
Linoleum, (ook een Belgische mpij.), voorts
de Financieele Mpij. voor Kurkondern. („So-
fiiiège", een Hollandsche mpij.) en de Ver-
einigte Korkindustrie, (een Duitsche mpij.).
De aandeeien van al deze maatschappijen
hebben in 1929 ongelooflijk hooge koersen
bereikt, die der C. I. L. b.v. 400 pet., die der
„Sofiliège" 145 pet., zoodat volgens een glo
bale berekening de beurswaarde der kapi
talen van de vier genoemde mpijen een
waarde van meer dan f 100 millioen heeft
vertegenwoordigd. Terwijl in 1928 door de
C. I. L. nog een winst van B. Frs. 54 mil
lioen werd becijferd, komt thans de me-
dedeeling dat in 1929 een verlies van B. Frs.
100 millioen is geleden, waaraan eenige
„onregelmatigheden" van den zwierigen
Spanjaard mede debet staan.
Langzamerhand is de beurswaarde van
het hierboven genoemde kapitaal tot
f 20 millioen geslonken en als d,e gewoonste
zaak van de. wereld worden thans voorstellen
tot liquidatie gedaan, waarbij dan nog de
'noodige erkentelijkheid opgeëisebt wordt
voor ..een Spaansche groep" die zoo bereid
willig was de voornaamste activa van de
kurktrust over te nemen. De grootste verlie
zen uit deze Spaansche oplichting worden in
België geleden, maar ook menig Nederland
sche speculant is door deze „Spaansche
griep" aangetast. Welk bedrag op deze wijze
in de zakken dor Spanjaarden is verdwenen
kan moeilijk precies worden becijferd: in elk
geval kan wel gezegd worden dat de in 1628
door Piet Hein „gewonnen" zilvervloot in
1928 door den edelen heer Perena behoorlijk
is gequltteerd.
Bij den Anisterdamschen fondsenhandel
kunnen we ditmaal, wegens bovenstaande
uitweidingen, niet stilstaan. Wij releveeren
derhalve slechts dat er op de meeste locale
afdeelingen uiterst weinig omging, dat voor
Philips' aandeeien en Kunstzijde-aandeelen
doorgaans aanbod bestond wegens nieuwe
berichten over bedrijfsbeperking en dat aan
deeien Holland-Amerika-Lijn en de 6 pet.
obligaties beduidend hooger werden verhan
deld, in verband met geruststellende verkla
ringen over de uitkomsten van 1929 en den
goeden gang van zaken bij den Maildienst,
die de „Statendam" exploiteert en over 1929
zelfs een dividend op de aandeeien heeft ver
diend.
Geld op prolongatie 3 pet.
LETTING A.
begeleid had op zoo menige reis, stormde en
streed het weer ln zijn gemoed. Hij schaamde
zich, dat zijn daden in zoo groote tegenstelling
stonden met de woorden, die hij voor al jie
menschen met zoo groote geestdrift had ge
zongen
Hij was een afvalligehij toch had de zee
afgezworen
Als krampachtig drukte hij de hand op zijn
hart, hij had wel luide kunnen huilen. Daar
stond by in de sneeuw en keek door het
venster in de zaal, waar die vroolijke dansers
dooreen zwierden. Louise had juist den dans
beëindigd en haar makker verlaten. Onrustig
keek zij om zich heen, als zocht zij hem.
Een gevoel, waarover hij zelf schrikte, s'ecg
plotseling in hem op. Het was als een gevoel
van haat.
Maar dadelijk daarop drukte hij de handen
voor het gezicht, leunde tegen den muur
en weende.
Een vrooiijk, helder gelach schrikte hem
op. Haastig keerde hij zich om en zag -.en
aantal meisjes, die hand aan hand, voor de
deur der zaal' stonden.
„Hè, wat is er?" riep hij zoo barsch moge
lijk.
De meest uitgelatene van het troepje was
de kleine handschoer.enmeakster. met wie hij
te voren gedanst had. „Hans zegt, dat jelui
nog veel meer liederen kent".
„Ik zing niet meer". Hij zei het zoo stug
en grimmig, dat zij hem verwonderd aan
keken. „Hè, wat kijkt die boos", riep de
jongste.
„Heeft iemand hem wat gedaan?" vroeg
een ander.
.iaat me met rust", snauwde hU.
I Wordt vervolgd.)
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN k 60 Ct«. per regel.