ÏJehkad&S CXeam ÖuclcAZU H. D. VERTELLINGEN. Fiiianeieele Kroniek* HET TOONEEL FEUILLETON MET VERLOF NAAR HUiS HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 10 FEBRUARI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Na den slap. (OORLOGSHERINNERING.) naar het Fransch, door PAUL MARGUERITE. De bevelhebber Pierre Dubreuil ontmoette op het slagveld van Borny zijn vriend Bers helm, een fabrikant uit Metz, die, geholpen door zijn bediende Thlbauf, bezig was de ge wonden in een voertuig te dragen om hen naar de ambulance te vervoeren. Zij liepen tusschen de gewonden en stervenden door aeer bewogen door hun klagelijk hulpgeroep. De hoop op redding verloren hebbend wa ren de stervenden stil geworden en Bershelm zei tot Dubreuil met de oogen vol tranen: „ik kan het niet meer aanzienal die ongelukkigenhet is vreeseHjk". Struike lend verder gaand omdat het donker was en de maan zich achter de wolken verschool en terwijl zc het knarsen der wielen hoorden van den wagen, waarop de gewonden ver voerd werden, steeg plotseling uit de diepte van een sloot een kreet om hulp op van dsn vijand. Ze hadden belden dezelfde gedachten en liepen, zonder iets te zeggen,- verder.Maar smeekend herhaalde de man: „O, camarades, camarades!" De toon, waarop hij deze woorden uitsprak was zoo ontroerend, dat de belde mannen stil bleven staan. Een bleek gelaat werd plotseling zichtbaar bij het schijnsel van de lantaarn; de handen strekte de man gevou wen naar hen uit; zijn hals bloedde.Bersheim voer een rilling door de leden, hij sprak heel zacht en heel snel als in een koortsaanval: „Ik mag niet helpen: er liggen er nog zoo- velen van de onzen en daarbij is het mijn werk niet om voor den vijand zorg te dra- HET SCHOUWTOONEEL. WIE IS DE SCHULDIGE? Men heeft ons met de meeste stelligheid verzekerd, dat liet drama „Wie ls de Schul dige?" waarvan wij Zaterdagavond In den Stadsschouwburg de première hebben gekre gen. werkelijk een Engelsch stuk is en dat wij hier dus niet zooals met „Er staat ge schreven" met een „mystificatie" te doen hebben. Wij zullen dat dus maar op hoog gezag aannemen, maar dan vragen wij ons toch vol verwondering af, hoe „Het Schouw- tooneel" er toe gekomen is om dat verschrik kelijke prul op het repertoire te nemen. Zie hier in den jare 1930 een stuk, dat gedrenkt is in het onvervalschte, donker- roode drakenbloed. De Juffrouw van de vestiaire had mij al vóór den aanvang der voorstelling voorbe reid. dat het „erg griezeirg zou worden" en zij lichtte even een tip van den sluier op. toen ze zei: „Er ligt nu al 'n wassen pop in hi bed op het tooneel!" De juffrouw van dc vestiaire bleek gelijk te hebben gehad, zoowel wat de griezeligheid als wat de wassen pop betreft. Die wassen pop was het beeld van de vermoorde on schuld! Of eigenlijk is dat maar half waar, want heelemaal onschuldig was zij niet. Op haar blecke doode kaken giom nog het rou ge van de zonde! Haar lichaam was be smeurd, maar haar ziel was rein. Wanneer zij 's avonds als een nachtvlinder door de donkere straten doolde, dan deed zij dat enkel om haar ouden, braven vader voor de schande van het armhuis te bewaren! Zij „verdiende" geld voor hem, will de verhaal tjes, die zij overdag voor „Magazrnes" schreef, niet genoeg opbrachten om hem te steunen. Edele ziel in een be'dorven lichaam! Bobby, dc agent, die bij het wassen beeld staat, zegt het zoo treffend: „Zij was anders dan de anderen!" Hoe hij aan die weten schap kwam, hooren wil niet, maar hij zegt het met een traan in zijn stem. Het wassen beeld is vermoord en de brave eenvoudige zoon van een nog braver en een- Vrij bewerkt naar PAUL OSKAR HÖCKER. Vertaling van Christine Kamp. 12) Den volgenden dag was hij nog als in een rees. Nu moest het. eindelijk gedaan zijn met al die treurigheid. Hij zag de wereld weer met heldere oogon aan. Op Zaterdag begon het te sneeuwen en ge durende den geheolen dag vielen de vlokken onophoudelijk neer. Keel Neurenberg kreeg een grappig voorkomen, alle torens, alle daken en gevels kregen witte mutsen op, in de straten maakten de kinderen sneeuwpoppen en sleden vlogen onder schelgerinkel over de wegen. De burgerwacht maakte het plan tot een groo'e sleepartij. Alle arren en sleden moesten bijeen komen op het Maxfeld; in een langer, stoet, een muziekcorps aan liet hoofd, zou een rit om Neurenberg gemaakt worden. Des avonds zou er dan in den omtrek, in de her bergen van Rosen au en de oude vesting ge danst worden. Rector Kehrbacher had aan zijn neef een ultnoodlglng gezonden voor hem en zijn ver loofde. ..Natuurlijk gaan wij mee nep Frr-s over moedig „Laten wij nu nog eens echt vrooiijk zijn. wij moeten ons verheugen over ons ge luk en laten de menschen dan maar eens zien. hoe verschrikkelijk gelukk.g wij zijn!" De sledevaart .verliep dan ook in de bes:e Hemming. Het was geweldig koud, maar er gen"....^ Er heerschte een oogenblik stilte. Bij het zien van dat blecke gezicht ontsteld van angst en lijden, werd Dubrieul aangegrepen door een hevige ontroering. Niets was er meer in hem van de verborgen woede en wraakzucht van nog zoo kort geleden, toen hij den vijand tegenover zich zag met blo zend gelaat en harde blauwe oogen. Geval len was hij. in een opwelling van haat der onpersoonlijke massa! Een vaag gevoel van broederschap kwam op in zijn binnen ste. Hij zag alleen nog maar een ongelukkige in hem, en z'n hart liep over van een on weerstaanbaar menschlievend medegevoel. De gewonde vestigde zijn oogen op hen, die pen blijde glans kregen door zijn kans op redding en zijn trekken veredelden. Bershelm zuchtte. Dubrieul bemerkte wel, dat hij den vijand niet durfde te hulp komen: in de eer ste plaats, omdat hij officier was, maar voor al ook, omdat er nog zoovele vrienden en on bekende broeders om hulp vroegen en smar telijk dooreen lagen. Een plot-selLnge en he vlge smart beving ook hem: „Ach wat een ellende, wat een ellende, zulk een slachting! De vijand is toch ook een mensch! Pak hem op," zei hij fluisterend. „Ja, ja," zei Bershelm! „Help me, Thibaut!" „Dank u, dank u, camarades!" zei de gewonde telkens weer, en hij probeerde zich op te richten; maar een golf bloed gutste uit zijn mond. Zij legden hem zachtjes neer: hij was dood. voudiger moeder wordt van de gruwelijke misdaad verdacht, maar wij, toeschouwers, weten, dat hij onschuldig rs. Heeft de moe der niet aan den inspecteur van politie het boek getoond, dat haar jongen op school als prijs heeft gekregen en heeft de inspecteur daarin niet gelezen, dat het Timmy was ga- schonken „voor uitmuntend gedrag"? En verklaart ook niet de moeder, dat hij reiner is dan pas gevallen sneeuw? Neen, de schul dige moeten wij niet zoeken in het stulpje van de arme weduwe, maar in de weelderige vertrekken van den rijken Fairfield! Het is Harold, de zoon, die bij zijn eerste opkomen al dadelijk 3 whisky's drinkt en in elkaar schokt, wanneer de gasten over de dood straf spreken! Harold is de dader, maar schuldig is ook hij nietl Hij heeft in een toeval het onreine reine meisje heelemaal bij toeval de keel dichtgeknepen. Arme, be klagenswaardige jongen! En nu zit hij er mee, want het meisje dat daar niet tegen kon is dood en Timmy, de brave zoon van de brave moeder, wordt als verdacht van den moord, ter dood veroordeeld! Harold zucht drie tafereelen lang en hij kronkelt zich in allerlei bochten om dezen ongelukkigen samenloop van omstandighe den, waar hij, de brave Timmy, de brave moeder en het ongelukkig vermoorde half- reine meisje de dupe van zijn geworden. Wie zegt hem. dat wanneer hij weer zal vallen, hij niet opnieuw toevallig met zijn handen op de keel van een juffrouw terecht zal ko men en voor de tweede maal o, gruwel! in onschuld en onwetendheid een mensch zal dooden? Wat wacht hem. als hij bekent? De gevangenis of het krankzinnigengesticht! Wat, als hij zwijgt? Eeuwige wroeging en verdoemenis? Het is. wat je noemt ,,'n lastig geval", ter oplossing voor de Haagsche Post! Er is maar één uitkomst voor Harold: daar ginds op het heuveltje achter de coulissen naast den brandwacht: de dood! Nog eenmaal smeekt hij Madge, een on schuldige bloem van achttien jaar, om voor hem op den vleugel zijn lievelingslied: „Ffühlingsrauscben" te spelen en onder de tonen van dezen lentezang, schrijdt hij lang zaam en plechtig met den revolver in zijn colbertzakjc naar het heuveltje van den brandwacht! Minuten van spanning, waarin de dames in de zaal bij wijze van voor zorg met de handen in de ooren zitten! Dan eindelijk! een schot, een kreet en de arme rijke vader stort wanhopig met zijn even rijken vriend nnar buiten! Maar het offer van den niet schuldigen werd onderweg zooveel gelachen en grappen gemaakt, dat men de koude niet voelde en toen men in de danszalen kwam, kon men zich spoedig verwarmen met heete punch en warmen wijn. Frits had voortdurend met zijn verloofde gedanst, ofschoon de ceremoniemeester allerlei pogingen deed om het paar te scheiden, waar door telkens lachsalvo's weerklonken. Plotseling, toen in een pauze Louise zich bevond in een kring van ancere jonge meis jes. kwam Frits naar haar toe met een jonge man in matrozenkleeding. Juichend riep hij haar van ver reeds toe! ..Denk toch eens aan, wien ik daar ontmoet heb! Een van de Herta! Ja. de eenige matroos die toen gered ward! Maar dat moot je hooren, wat die bij Beachy Head heeft doorgemaakt Zes uren lang heeft hij voortgedreven langs de kust, aldoor het land vlak voor zijn oogen, zonder het te kunnen bereiken". Hans Seiffert, de matroos, had al een paar glazen punch meer genoten dan goed voor hem was. Toch wist hij nog vlot te vertellen. Weldra was hij het middenpunt van een grooten kring aan wien hij zijn avonturen, niet zonder eenige verfraaiingen, opnieuw ten beste gaf. Hij was slechts voor eenige dagen hier geko men om dc bruiloft van zijn zuster mee te vieren. Twee Jonge meisjes, die bruidsmeisjes bij het feest waren geweest, waren met hem mee gekomen, trotsch op hun begeleider, die ,1e hoofdpersoon van het bal was geworden. Kehrbacher en Seiffert waren aan boord weinig met elkander bekend geweest, toch voelden zij zich onmiddellijk als oude vrien den. Het groote onseluk, samen doorleefd, de herinnering aan andere makkers en vrien den dien bij de ramp het leven hadden ge laten. brachten hen te zamen. Zij dronken broederschap en alles om zich heen vergaten zij. terwiji zij herinneringen ophaalden over moordenaar ls te laat gekomen. Zijn beken tenis heeft den minister van justitie niet be- i reikt en de brave Timmy moet sterven. Klokslag 8 zal het vonnis worden voltrok ken! Bij het potkacheltje zit de brave nu oud en geheel grijs geworden weduwe en om haar heen de buren en kennissen. Hst uur der executie nadert! Tartend langzaam gaan de-wijzers vooruit! Een brief wordt binnen gebracht: het is het afscheidswoord van een stervenden zoon aan zijn moeder! Zij houdt den brief in haar bevende handen en een buurvrouw leest hem ons voor! Het is vrceselijk roerend en ieder op het tooneel snikt en van den weeromstuit snikken de dames ln de zaal mee en snuiten de heeren hun neus. Dan wijst de klok twee minuten voor 8, het noodlottige uur! Allen knielen neer op den grond en bidden voor de ziel van Timmy, die nu sterven gaat! Maar de moeder buigt haar knieën niet! Zij bidt niet voor de ziel maar voor het leven van haar Jongen! De klok slaat acht en een priester' treedt binnen! Maar de ongelukkige moeder weigert zijn troost! Zij vloekt alles en allen, nu zij haar haren zoon hebben ontnomen. „Vrouw, bezondig u niet, zwijg!" roept de priester. „Gij weet niet welk geluk u wacht!" De deur gaat langzaam op! „Moeder, zie hier uw zoon, zoon, zie hier uw moeder" en de onschuldig veroordeelde maar juist op tijd geredde Timmy stort precies drie minu ten over aohten aan de borst van zijn snikkende moeder. Het groeit aan tot een koor van snikken- den! Dan Met zoo veel wee begaan. Sluit het gordijn en het stuk is gedaan! Het was heel, heel aandoenlijk en treurig om dit alles aan te zien! Ons medelijden was groot met al deze onschuldig veroordeel den, maar nog meer met de dames en hee ren van Het Schouwtooneel, die dit drama moesten spelen en soms geen raad wisten met hun rollen! Zij deden, wat zij konden door dezen poel van zilte tranen heen te zwemmen, maar zelfs een knap acteur als Ko van Dijk gelukt het niet! Hij moest het halfweg opgeven en ging toen maar verder loopen. Willem de Vries verdronk als pater Collins geheel en al en maakte al spartelend een allcrjammerlijkst figuur. Carel Rijken was als de toevallige moordenaar, ln een po sitie, die allesbehalve gewoon en aangenaam was. Hij sloeg er zich dapper en met den moed der wanhoop door! En Ko Arnold! wist zoo waar als de eenige gewone mensch in dit drama een hartelijk accent te treffen. Mevrouw de Boervan Rijk was de oude, brave moeder! Dank zij haar groot talent, wist zij de sluizen aan het slot te openen en een watervloed *van tranen kwam los. Voor haar was dan ook het krachtig applaus aan het slot van het publiek, dat zich vijf tafe reelen lang zichtbaar had verveeld en dan ook opmerkelijk koel en gereserveerd was ge bleven. Wie is de schuldige aan dezen misdaad? Het is Percy Robinson, die dit monstrum ge schreven heeft! En medeplichtig is de di rectie van Het Schouwtooneel. die het met voorbijgaan van goede Nederlandsche stukken in Nederland heeft geïmporteerd. J. B. SCHUIL. SOC. DEM. RAADSLEDEN OVER GEMEENTE-POLITIEK. Door de Federatie Haarlem van de S.D-A.P. was besloten dat in een drietal afdeelings- vergaderingen verschillende raadsleden zou den spreken over de gemeentepolitiek. Deze vergaderingen werden Vrijdagavond gehou den n.l. in de Berkenstraat, het Blauwe Kruis en de Centrale waar de raadsleden mevr. Maarsc-hallKomin, mej. Van Vliet en de heeren Groenendaal. Scholl en De Vos over verschillende onderwerpen het woord voerden. Vooral het onderwerp door mej. Van Vliet te behandelen „Kinderverzorging en Opvoeding" trok de aandacht der vrouwe lijke leden der S.D.A.P-, doch ook de andere onderwerpen: het onderwijs, de bedrijfs- politiek, het voorbereidend onderwijs en het overheidspersoneel, werden alle met belang stelling door de leden gevolgd. Het doel van deze vergaderingen is, de be langstelling voor het werk der raadsleden grooter te maken en de leden meer in te doen zien wat er al zoo op het terrein van de gemeentepolitiek te doen is. De eerste po ging is dermate geslaagd dat besloten werd binnenkort opnieuw dergelijke vergaderin gen te beleggen waar dan weder door andere raadsleden het woord zal worden gevoerd over andere onderwerpen. Bij het einde der vergadering werd aan de leden medegedeeld dat op Woensdag 12 Februari de heer Joosten zal spreken over de nieuwe regeling van de financieele verhou ding tusschen Rijk en gemeenten, terwijl het nieuwe Kamerlid, de heer G. v. d. Houven op 26 Februari zal komen spreken over den politieleen toestand in Nederland. het leven aan boord. Den heldhaftigen kapi tein wijdden zij een stillen dronk en gedeelte lijk ontroerd, gedeeltelijk opgeruimd vertel den zij eikander hun avonturen. „Herinner Je je den tweeden machinist, Kehrbacher?" „Hubert Schratt? Hoe zou ik hem kunnen vergeten, hij was toch mijn onmiddellijke chef. Trouwens hU ls hier geweest, hij is geboortig uit Neurenberg". „Nuik trof hem in Hamburg, eer ik met verlof ging". „Ja. hij werkt nu op het veem ginds". Seiffert knikte. „Dat zou ik ook een paar maanden hebben moeten doen. Maar dat kreeg de directeur van mij niet gedaan". Lachend keek hij het jonge volkje aan, dat om dc tafel zat. „O, jelui landratten, jelui ziet niets van de wereld! Ja kindoren, zonder de zee beleeft men maar een half leven!" „Wanneer ga je weer naar boord, Seiffert?" vroeg Fr lts haastig. „In Maart wordt de Induna In de vaart gebracht. In plaats van de Herta, weet je. Daar ga ik met mee. O, er komen nog meer van de Herta. De inspecteur zei mij, dat het een prachtig schip ls....en enkel de beste matrozen". „Gaat Schratt mee?" „Verbeeld je, beste vriend, dat ik hem juist ontmoette, toen hij zijn oproeping voor de Induna had ontvangen. Je zou er mee ge lachen hebben! Hij zag zoo bleek als een doodeen oogen zette hij opToen dacht ik dadeljk: Dien ligt de ramp met de Herta nog te veel in het geheugen, hij is bang voor de zee". Frits keek nadenkend: „Jaeigenlijk is hij nooit een echte zeeman geweest". „Maar jij, Kehrbacher, wanneer ga jij weer weg?" „Ik? O, dat heb ik je nog niet verleid. Ik Onregelmatige stemming te New- York. De ParUsch§ disconto verlaging door Londen gevolgd. De Duitsche discontoverla- gipg. De lasten van den Duit- schen landbouw. Amerikaan- sche crcdietcn voor Duitschland Nieuwe winstverdeeling en bo- nusuitkeering der Duitsche Rijksbank. Piet Hein door Perena gewroken, ofwel de „Spaansche Griep". De omvang van zaken op de Amsterdam- sche beurs is omgekeerd evenredig aan de hoeveelheid nieuwsberichten over den geld en fondsenhandel. Alleen te New York zijn de vorige week de omzetten belangrijk ge stegen en heeft men getracht aller'ei hausse-factoren in de ko-ersen tot uitdruk king te brengen. Toch blijft ook hier de ten dentie onzeker, omdat tegenover gunstige bedrijfsberichten even zoovele slechte staan en in ernstige financieele kringen tegen een voorbarig optimisme wo:dt gewaarschuwd. Het aantal der wagonladingen is in Ja nuari beduidend achteruitgegaan, zoomede de bedrijvigheid in de bouwvakken en het uitblijven van extra-dividenden op gewone aandeeien Steel en Studebaker wijst er weï op dat men van den gewenschten voorspoed niet verzekerd is. Wij willen ditmaal over de Amerikaansche markt weinig zeggen, ook al omdat er in de Yankees deze week te Am sterdam weinig omging. Maar voornamelijk omdat er andere verschijnselen en gebeur tenissen zijn die voorshands meer beteeke- nis hebben. Wij beginnen met de reeds vroeger gesig naleerde normalisatie der geldmarkten waar van de disconto-verlaging te Parijs van 3 1.2 tot- 3 pet. en die van Berlijn van 6 1/2 tot 6 pet. nieuwe symptomen zijn en den weg effenen voor een discontoverlaging te Am sterdam. Londen en New-York. Frankrijk heeft de laatste maanden groote kapitalen' tot zich getrokken, niet alleen krachtens de herstelovereenkomst, maar ook wegens een druk toeristenverkeer en het repatrieeren van in het buitenland uitstaande bedragen zulks als gevolg van de najaarsbeurscrisis te New York. De Nederlandsche Bank heeft de laatste maanden voor circa f 8 millioen naar Frankrijk gezonden, om den gulden op pei' te houden en ook te Londen werd de Pon- denkcers door Fransche goud-onttrekkingen beïnvloed. Het is niet onwaarschijnlijk dat de verlaging der bankrente te Parijs tot 3 pet. de onderlinge verhouding blijvend zal verbeteren. De directie der Bank of England heeft Donderdag dan ook vrijheid gevonden om het Londensche disconto van 5 tot 4 1/2 pet. te verlagen. De verlaging van het Duitsche disconto is ongetwijfeld een gelukkig verschijnsel omdat Duitschland aan de hooge rentekoersen dreigt te gronde te gaan. In verband met de ruineuze daling der graanprijzen, welke vooral wat rogge, haver en gerst betreft voor Duitschland. van belang zijn, is onlangs me degedeeld dat de Duitsche landbouw onder een schuldenlast van Mk. 14 milliard geblikt gaat waarvan jaarlijks Mk. 1-3 milliard moet worden betaald. Dit beteekent een percen tage van meer dan 9 pet., zoodat het niet kan verwonderen dat in den Duitschen land bouw het aantal gedwongen verkoopen de laatste maanden aanmerkelijk is gestegen in overeenstemming met een sterke toeneming van het aantal faillissementen over heel het land. De eenige lichtzijde ten aanzien van Duitschland's economischen toestand is te vinden in de vrij bevredigende resultaten, der grootindustrie, welke, dank zij de onderlinge en internationale vertrusting blijkbaar in staat is de zware fiscale, sociale en interest- lasten te dragen. Het, verdient daarom wel de aandacht dat, voorzoover Amerika zich den laatsten tijd financieel bij Duitschland interesseert, zij zulks doet via de grootbe drijven en liefst tegen ontvangst van obliga ties. gelijk nu weer bij het Siemens-concern heeft plaats gevonden. De toestand van pu blieke lichamen steden en provincies is ook weinig geschikt om den geldbelegger te bekoren, gelet op den toenemenden in vloed van communisme en bolsjewiswe, de twee groote vijanden van alles wat kapitaal is, zoolang dit tenminste nog bij een an der berust. De verlaging van het Duitsche disconto heeft- kennelijk ten doel de lasten van het bedrijfsleven te verminderen en de voorwaarden der op handen zijnde, onder vi- gueur van het Young-plan uit te geven her- stelleening te vergemakkelijken. De voorstellen der Duitsche Rijksbank in zake de nieuwe winstverdeeling en de als compensatie daarvoor bedoelde uitreiking van bonusaandeelen heeft een goeden indruk heb de zee eraan gegeven. Ik benik zal een filiaal van een fabriek overnemenOch. ik zal je dat een anderen keer wel vertellen, hoe dat gekomen lsIk ben namelijk ver lóófd. Ja. en nu moet je eens dansen met mijn meisje". Hij liet hem geen tijd om iets te antwoor den. Daar juist de muziek weer begon te spe len, ging de kring weldra uiteen. Seiffert, nog heelemaal verbluft door het nieuws, dat Kehr bacher niet meer naar zee zou gaan. noodigde Louise ten dans. Fr:ts danste om de beurt met Seifferts gezellinnen, twee aardige hand- schoenenmaakstertjes. aan wie hij veel moest vertellen over het leven aan boordwant zij vertrouwden den fllnken matroos niet ge heel en al en vermoedden, dat hij in zijn ver telsels heel veel Zeemanslatijn had inge vlochten. De dans kreeg echter een onderbreking, toen het orkest een bijzonder stuk begon te spelen. Eerst meende men, dat een of andere humo rist een voordracht zou gaan houden, maar het was een andere verrassing: de muziek speelde op algemeen verlangen: Het Duitsche Vloo tiled. Iedereen in de zaal begreep ter wiens eer die gespeeld werd. er werd in de handen geklapt Kehrbacher en Seiffert werden naar het podium gesleeptdaar moesten zij gaan staan en de tekst van het lied zingen. Alle aanwezigen zongen het refrein mee: „U willen wij ons leven wijden aan de vlig zwartwitrood!" Dan weerklonk er een luid applaus er werd hoera geschreeuwddan begon de dans weer en alle deelnemers verkeerden in een grootere feestvreugde. Slechts Frits Kehrbacher danste niet meer mee. Onbemerkt was hij de zaal uitgegaan. Sedert hij het lied had gezongen, dat hem gemaakt. De aandeeien der Duitsche Rijks bank zijn in 1928 van 185 tot 340 pet. ges e- gen hoewel over 1927 en 1928 niet meer dan 12 pet. dividend uitgekeerd is. De koersstij ging berustte echter op de groots winstbeóra- gen welke werden gereserveerd, zoodat einde 1928 bij een kapitaal vap Mk. 120 millioen in totaal Mk. 240 milhoen reserven aanwezig waren. Men ziet dus dat de beurs de intrin sieke waarde der aandeeien met 300 pet. '/rij nauwkeurig heeft afgewogen. Thans wordt per Mk. 400 aandeel Mk. 100 nieuw aandeel uitgereikt, benevens Mk. 200 aandeel der Goiödiskont-Bank, welke in 1924 is opgericht voor de financiering van den Duitschen ex port en welker aandeeien door de Duitsche Rijksbank worden gehouden. Deze Godds- kontbank heeft bij een kapitaal van Mk. 200 millioen, Mk. 50 millicen reserves en zal naar men meent de eerste jaren 5 pet. dividend uitkeeren. Neemt men deze aan deeien op pari aan en het dividend eer aan deeien Duitsche Rijksbank over 1929 op 12 pet., dan biijft er bij den tegenwoordigen beurskoers str aks voor de aandeeien een koers van 200 pet. over, zoodat dan 6 pet. rendement wordt verkregen bij een dividend van 12 pet., waarop ook onder de nieuwe winstverdeeling mag worden gerekend. Een en ander doet zien dat de koersstijging der" aandeeien tot boven 300 pet. niet ongemoti veerd is geweest. Dit kan helaas van slechts enkele aan deeien worden gezegd. Allerminst geldt net van de aandeeien der Belgische kurktrust, waarvoor men ruim anderhalf jaar geleden ook ons goed gel oovig publiek heeft wanm kunnen maken. De ruimte ontbreekt ons om uitvoerig de oprichting en de geschiedenis van deze trust na te gaan. Het zij genoeg te vermelden dat een paar Spaansche heeren. luisterend naar den welluidenden naam van Perena. in enkele maanden tijds voor de ex ploitatie van kurk- en kurkafvalfabrieken in Spanje, een gansche serie zoogenaamde holding-mpijen wist te creëeren, welke Iun- geerden ais even zoovele kanalen waarlangs het geld van een verdwaasd publiek in aller lei valuta naar Spanje werd afgevoerd. Wij kennen hier aan de Amsteraamsche beurs de aandeeien C. I. L. (de Belgische mpij.), Le Linoleum, (ook een Belgische mpij.), voorts de Financieele Mpij. voor Kurkondern. („So- fiiiège", een Hollandsche mpij.) en de Ver- einigte Korkindustrie, (een Duitsche mpij.). De aandeeien van al deze maatschappijen hebben in 1929 ongelooflijk hooge koersen bereikt, die der C. I. L. b.v. 400 pet., die der „Sofiliège" 145 pet., zoodat volgens een glo bale berekening de beurswaarde der kapi talen van de vier genoemde mpijen een waarde van meer dan f 100 millioen heeft vertegenwoordigd. Terwijl in 1928 door de C. I. L. nog een winst van B. Frs. 54 mil lioen werd becijferd, komt thans de me- dedeeling dat in 1929 een verlies van B. Frs. 100 millioen is geleden, waaraan eenige „onregelmatigheden" van den zwierigen Spanjaard mede debet staan. Langzamerhand is de beurswaarde van het hierboven genoemde kapitaal tot f 20 millioen geslonken en als d,e gewoonste zaak van de. wereld worden thans voorstellen tot liquidatie gedaan, waarbij dan nog de 'noodige erkentelijkheid opgeëisebt wordt voor ..een Spaansche groep" die zoo bereid willig was de voornaamste activa van de kurktrust over te nemen. De grootste verlie zen uit deze Spaansche oplichting worden in België geleden, maar ook menig Nederland sche speculant is door deze „Spaansche griep" aangetast. Welk bedrag op deze wijze in de zakken dor Spanjaarden is verdwenen kan moeilijk precies worden becijferd: in elk geval kan wel gezegd worden dat de in 1628 door Piet Hein „gewonnen" zilvervloot in 1928 door den edelen heer Perena behoorlijk is gequltteerd. Bij den Anisterdamschen fondsenhandel kunnen we ditmaal, wegens bovenstaande uitweidingen, niet stilstaan. Wij releveeren derhalve slechts dat er op de meeste locale afdeelingen uiterst weinig omging, dat voor Philips' aandeeien en Kunstzijde-aandeelen doorgaans aanbod bestond wegens nieuwe berichten over bedrijfsbeperking en dat aan deeien Holland-Amerika-Lijn en de 6 pet. obligaties beduidend hooger werden verhan deld, in verband met geruststellende verkla ringen over de uitkomsten van 1929 en den goeden gang van zaken bij den Maildienst, die de „Statendam" exploiteert en over 1929 zelfs een dividend op de aandeeien heeft ver diend. Geld op prolongatie 3 pet. LETTING A. begeleid had op zoo menige reis, stormde en streed het weer ln zijn gemoed. Hij schaamde zich, dat zijn daden in zoo groote tegenstelling stonden met de woorden, die hij voor al jie menschen met zoo groote geestdrift had ge zongen Hij was een afvalligehij toch had de zee afgezworen Als krampachtig drukte hij de hand op zijn hart, hij had wel luide kunnen huilen. Daar stond by in de sneeuw en keek door het venster in de zaal, waar die vroolijke dansers dooreen zwierden. Louise had juist den dans beëindigd en haar makker verlaten. Onrustig keek zij om zich heen, als zocht zij hem. Een gevoel, waarover hij zelf schrikte, s'ecg plotseling in hem op. Het was als een gevoel van haat. Maar dadelijk daarop drukte hij de handen voor het gezicht, leunde tegen den muur en weende. Een vrooiijk, helder gelach schrikte hem op. Haastig keerde hij zich om en zag -.en aantal meisjes, die hand aan hand, voor de deur der zaal' stonden. „Hè, wat is er?" riep hij zoo barsch moge lijk. De meest uitgelatene van het troepje was de kleine handschoer.enmeakster. met wie hij te voren gedanst had. „Hans zegt, dat jelui nog veel meer liederen kent". „Ik zing niet meer". Hij zei het zoo stug en grimmig, dat zij hem verwonderd aan keken. „Hè, wat kijkt die boos", riep de jongste. „Heeft iemand hem wat gedaan?" vroeg een ander. .iaat me met rust", snauwde hU. I Wordt vervolgd.) INGEZONDEN MEDE DEELINGEN k 60 Ct«. per regel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6