LETTEREN
VAN KUNST EN
MUZIEK
EN KUNST
KUNSTENAARS.
HET TOONEEL
SCHILDERWERK
HAARLEM'S DAGBLAD
Nr. 198.
Februari-tijdschriften. De anders nog al
zwaarwichtige Gazette des Beaux Arts heeft
deze maand een aflevering vol afwisseling,
met een ook voor Hollandsche kunstvrienden
interessant opstel van Schmidt Degener, den
directeur van het Rijks-museum over een
schilderij van Prud'hon, onlangs op de Stad
houderskade gearriveerd. Door de gulheid van
den heer en mevrouw Drucker te Londen en
de medewerking van Jhr. Schimmelpenninck
is een verloren gewaand groot familieportret,
door Prud'hon van den pensionaris Rutger
Jan Schimmelpenninck en diens gezin ver
vaardigd. in het bezit van den Nederland-
schen staat gekomen. Men kende van dit
schilderij tot nu toe slechts een groote ge
schilderde schets in de collectie van Baron
Maurice de Rothschild, waar het als „Familie
reünie" gecatalogiseerd was, zonder dat men
wist wie de voorgestelde personen waren.
Door het aan den dag brengen van het schil
derij zelf en de gegevens die het archief der
familie Schimmelpenninck opleverde, is nu
ook voor het schilderij der Rothschilds de
juiste titel gevonden.
In het. als gewoonlijk, mooi gedocumen
teerde artikel van den heer Schmidt Degener
herinnert deze er aan dat Rutger Jan, in
1761 geboren, in de rechten gestudeerd had
en zich in de binnenlandsche politiek ge
worpen had toen hij in 1801 als gezant der
Bataafsche republiek naar het Congres van
Amiens werd afgevaardigd. Hij was een wel
sprekend en gematigd politicus, die, zooals
men dat noemt, het oor der natie had. en het
Hikt, zegt de schrijver, ook heel natuurlijk
dat toen Napoleon een eenvoudiger en min
der gecompliceerd regeerir.gstoestel noodig
achtte voor ons land, dan het Hollandsch
Directorium, hij aan Schimmelpenninck
dacht en dien als Grand-Pens5onnaire met
zijn souvereine macht bekleedde. Dat. was in
1805. En Rutger Jan kon rr toen geen flauw
vermoeden van hebben dat die schitterende
positie maar één jaartje duren zou. Want
toen maakte de heer Bonaparte er weer een
eind aan, van Holland een koninkrijk en van
zijn broer Louis een koning over deze ,.ge-
ancxeerrie provincies". Schimmelpenninck.
hoewel vereerd met hooge titels en orden, zal
zich niet zonder mokken aan het geval heb
ben kunnen onttrekken en ging op zijn land
goed in Gelderland wonen. Hij was een man
die op officieel vertoon gesteld was, goedig
en een beetje zelfingenomen; zijn echtge-
noote overtrof hem nog in eerstgenoemde
eig nschap en het is heel amusant hoe. zeer
scherpzinnig, de heer Schmidt Degener de
veranderingen verklaart die Proud'hon na de
schets (bij Rothschild) In de compositie van
het officieele schilderij heeft aangebracht.
In de schets staat de barones in een lieve
vertrouwelijkheid met den arm op Schlm-
melpennlnck's schouder geleund, op de schil-
LEDENCONCERT DER H. O. V.
Als de clou van het concert van 12 Febr.
mogen wo beschouwen het „Concerto Ro
mano" van Alfredo Caselia, waarvan de al
lereerste uitvoering plaats had. Een goede
twintig jaren geleden hoorde ik werken van
dezen, toen zeer „modernen" Italiaanschen
componist, deels onder diens eigen, deels on
der Mengclberg's leiding in het Concertge
bouw te Amsterdam. Ik vond toentertijd Ca
selias werken nog al erg leelijk. Maar in
twintig jaar tij ds kunnen 's menschen in
zichten heel wat verandering ondergaan.
Wanneer ik mijn gevoelens van toen ten op
zichte van de composities van sommige ver
tegenwoordigers van nieuwe richtingen ver
gelijk met die van nu, moet ik erkennen, ciie
verandering zelf ervaren te hebben. Ik was
dus benieuwd, welken indruk Casellas mu
ziek nu op me maken zou, en het spijt me.
te moeten constateeren dat ik zijn muziek
nog even ongenietbaar leelijk vind als twin
tig Jaar geleden. Dit pleit toch niet voor 'naar
Intrinsieke waarde. Van een stelletje dLsso-
nantén schrikken we nu heusch niet meer,
maar die clndelooze reeksen opeengestapel
de of tegen elkaar inloopende kwinten en
kwarten, die rauwe, snerpende, gillende
stooten, afgewisseld door bulkende, loeiende
en brommende geluiden, doen me onaan
genaam aan, maken me kregelig. Het is een
moderniteit van een voorbijgegane, leelijke
mode: het modieuze is er af, de leelijkheld is
gebleven. Reeds samenstelling van het or
kest: strijkers plus 3 trompetten en 3 trom
bones doet weinig zachtzinnigheid en lenig
heid van klank verwachten. En de uitkomst,
bevestigde de verwachting. Het orgel, dat.
toch vcor geen kleintje vervaard is, werd
soms puur overschreeuwd door de koperen
stemmen. In het Largo bliezen ze een mo
tief dat een twintlgste-eeuwschen Hunding
kon aanduiden en voorts kwam er een flauwe
herinnering aan een épisode uit het slot
koor van Mdhlcrs tweede Symphonie ln voor.
De rest van dit Romeinsche concert sch^n
me toe in zooverre min of meer ln onzen tijd
te passen, dat hard en ruw en prozaïsch
aandeed, zooiets als een straat met groote
huizenblokken en oneindig veel toeterende
autos. De poëzie van stille grachtjes behoort
tot het verleden, de hooge kunst, naar het
schijnt, helaas eveneens. Het heeft er we!
eens van alsof sommigen denken dat. ze van
het dak van een wolkenkrabber naar het
topje van den Olumpos kunnen overwippen.
Het. programma bevatte geen verklaring
waarom het concert „Romeinsch" heet. Is
het vn "k1 memoriam" voor Hucbald en
Cotton, een herinnering aan de kwintenpa
rallellen van het organum en de latere te
genbewegingen?
De uitvoering werd gevoed door een le
vendig applaus. De hoorders schenen dus
nog al tevreden of wilden althans Van Bei-
num., George Robert en het orkest voor hun
insoannenden arbeid danken.
En toen kwam een ander „Romeinsch"
werk: de Ouverture „Carnaval romaln", van
Eerlloz. dat ons weer met de eeuwige stad
verzoende.
Over de eerste helft van het programma
beho-f Ik niet uit te weiden. De herhaling
van Corelil's Con<vrto grosso. dat den avond
te voren op het Bachconcert werd gespeeld,
sc' mik hun die het r-ec'.s voor 1? tweed2
m al hoorden, opnieuw genot, den overigen
hcorders een aangename verrassing. En de
speelschheid en welluidendheid van Mozarts
.Kleine Nachtmusik" ach wat zou Mo
zart, de fijngevoelige van het „Concerto
DONDERDAG 13 FEBRUARI 1930
derij is de houding veel gereserveerder en
meer pose en S. D. vermoedt dat zijzelve
Prud'hon tot die wijziging zal hebben over
gehaald.
Over de relaties van Schimmelpenninck
met den Franschen schilder verhaalt de
schrijver van het opstel in de Gazette dan
nog uitvoerig en be.ipreekt ook PrudTion's
verschillende pastels, thans nog in het bezit
der familie S. Doch wij bepalen ons thans
tot het bovenstaande dat een aanleiding kan
zijn in het Rijksmuseum met de nieuwe aan
winst te gaan kennismaken.
De Gazette des Beaux Arts is zelf geen
tijdschrift van gisteren, doch al in haar 72en
jaargang. Als twee oudjes, die elkaar com
plimentjes maken fêteert zij thans de Revue
des Deux Mondes, die verleden jaar honderd
jarige was. Bij die gelegenheid heeft de
Revue een tentoonstelling gehouden van ge
schilderde en geteekende portretten, van
curiosa, brieven etc, die betrekking hadden
op de lieden die in die honderd jaar met
haar in relatie stonden. Dat waren er niet
weinigen en van de allerbeste figuren uit
het Fransche geestesleven. De Gazette be
spreekt nu die tentoonstelling zeer uitvoerig
en rijkelijk geïllustreerd terwijl de aflevering-
opent met een opstel over den pas gestor
ven kleermaker-millionnair-kunstbeschermer
JacquesDoucet, wiens naam zal blijven
voortleven in de Fondatlon Doucet, een
prachtige bibliotheek over kunst en kunst
geschiedenis die hij bijeen gebracht had en
aan de Parijsche Universiteit ten geschenke
gegeven. Misschien de best geoutilleerde
kunsthistorische boekerij van Europa, uit
méér dan 100.000 deelen, 15.000 manuscrip
ten en 150.000 fotographieën bestaande. En
behalve dat had Doucet nog andere collecties
aangelegd die eveneens voor de Universiteit
bestemd zijn. Een eigenaardige figuur in de
Parijsche kunstwereld, een onafhankelijke
natuur met een groot initiatief en een na
tuurlijk ontwikkelden goeden smaak, maar
die zich terecht of ten onrechte altijd
door zijn maatschappelijke positie achteraf
gesteld voelde in de officieele wereld, die het
Legioen van Eer weigerde en toch vond dat
de Staat zijn werk onvoldoende apprecieerde;
in één woord die met zich zelf onvoldaan
was, toen hij verleden jaar, 76 jaar oud, vrij
plotseling stierf temidden van weer nieuwe
plannen en pas aangevatten arbeid. Het is de
tegenwoordige directeur der Fondation Dou
cet, André Joubin, die hem in de Gazette op
hartelijke wijze herdenkt.
Het tijdschrift l'Amour de l'art heeft een
nummer aan Antoine Bourdelle gewijd.
Prachtig geïllustreerde en goed geschreven
artikelen eeren den meester beeldhouwer, en
maken deze aflevering tot een boek op zich
zelf, waarop ik misschien nog terug kom.
ll-2-'30. J. H. DE BOIS.
romano" gezegd hebben als hij het had kun
nen hooren? Maar neen, hij had het niet
verdragen: het zou hem te veel pijn hebben
gedaan
K. DE JONG.
KERKCONCERT TE HEEMSTEDE.
Het kerkgebouw aan de Koediefslaan her
bergde naast een flink aantal luisteraars de
leden der gemengde zangkoren „Sursum
Heemstede en „Veredeling door Zang" uit
Heemstede en „Veredoling door Zang uit
Haarlem-Noord. Belde worden door den heer
A. Bak geleid en onder hem studeert ook
sinds geruimen tijd Haarlem's dubbel man-
nenkwartet .Euterpe". Genoemde drie zang
ensembles gaven een gecombineerd concert
en hadden daartoe nog de medewerking in
geroepen der zangeres mej. Corry Bijster en
van den organist den heer Piet Halsema.
Het was licht te begrijpen dat nu het pro
gramma een tamelijke uitgebreidheid zou
verkrijgen, maar de vele en velerlei afwisse
ling maakte toch dat het nauwlettend toe
luisteren toch geen vermoeienis uitwerkte.
In den aanvang waren de beide gemengde
koren nog niet algeheel aangepast aan de
kerkruimte, en waren de uitvoerenden zich
nog niet recht bewust, dat het tooneel ietwat
naar omhoog zweefde. Van „Sursum Corda"
hoorden we al eerder Blumer's Trauergesang
wijdingsvol uitvoeren. Die wijding ontbrak
ook nu niet-, maar toch moest er, evenals in
het heel fragiel te zingen „Vrede" van Jos-
de Klerk verloren gaan aan uitwerking; ook
bij dit in goede stemvoering gezette gedicht
van Dirk Rafaelsz. Camphuyzen, dat onlangs
op den internat, wedstrijd van Inter Nos ln
de 2e afd. verplichte opgaaf was en teen
meerdere malen naar eisch werd uitgevoera,
was men blijkbaar nog niet ingezongen. Het
toonaangeven had hier zeer geschikt iets
hooger kunnen zijn.
Dat echter deze koor-combinatie ook tot
mooi klinkend werk in staat is. bewees ze bij
Hoogerwerf's „Stille nacht", een bewerking
van het aloude llc^. en met als slot een muzi
kale verrassing in oen vorm van een heel ge
lukkig gevonden saamgaan van twee bekende
kerstliederen, te aardig om er vooralsnog
meer van te vertellen; ook ln Haarlem zal
men het nogmaals uitvoeren en daar zullen
wij dan meteen Gounod's „Super flumma
Babiionis" en nog twee werkjes van Hooger-
werf kunnen hooren. „Stille nacht" vraagt
een zeer zorgvuldig instudeeren, wil het zijn
uitwerking niet missen, en gezien ae vrij
precaire acoustlek mag de heer Bak tevreden
zijn over hetgeen hij ten gehoore bracht.
Het geheel droeg den stempel van met liefde
le zijn bestudeerd; voorts zijn hier als elders
de kenteekenen eener goede school gemak
kelijk aan te wijzen: daar is evenwicht in
de klankyerdeeling, overleg in al wat kleur
combinatie heet en een rustige weloverwogen
leiding.
Het kwartet Euterpe" had met de acous
tlek een lichte taak. Ook nu hoorden we goea
geschreven wedstrijdwerken (Inter Nos, in
ternat.) en liet naast N. H. Lodewijkx ook
Bonset zien hoe hij, als hij wil, een heel
goede stemvorming kan schrijven die daarbij
nog prettig klinkt ook. Studie zal het Lmmer
blijven, de eerste tenoren niet bij tijden,
maar altijd en overal, dus ook ln het groote
forte, los en met goeden stand van het aar.-
zetstuk ie laten zingen. Maar ad ie vermag
veel. als ze ernstig v i .ut begonnen en err.sng
wordt volgehouden. Er is te veel goeds in het
kwartet om niet alles ernstig te lyillen aan
vatten, wat tot vervolmaking leidt
Van het orc;lspel van den heer Piet Hal
sema hebben we geen andere dan aangename
herinneringen. Niet slechts voerde hij Bach's
Praeludium en Fuga in e klein (men kent die
heerlijke claveclmbelachtige muziek) met
smaak en in gezonde techniek uit, maar hij
begeleidde ook met een mooi aanpassings
vermogen de zangeres, en gaf dan in Hendrik
Andrlessen's toonzetting bewijzen te over, hoe
hij de kleurmogelijkheden van het orgel weet
aan te wenden, om de werking zoo hoog mo
gelijk op te voeren. Corry Bijster dan zong
de Bach-aria's die wij nog onlangs van haar
hoorden, daarin naar vermogen bijgestaan
door een niet genoemde violiste. Maar zij
zong ook een zeer mooi lied van Ernest
Chausson, een lied dat den hoorder op één
maal plaatst in een wereld, die weinig con
tact meer heeft met ons staag draaiend pla
neetje; een wereld die beter steunpunten geeft
om Andriessen's driewerf heerlijk „Magna res
est amor" aan te voelen. Dit nog eenmaal zoo
schoon en. in zoo passende orgelkleuren te
hooren zingen, was ons een vreugde, waar
voor wij Corry Bijster oprecht danken.
G. J. KALT.
VOLKSZANG.
LIEDEREN VAN STAD. LAND EN ZEE.
Al koesteren de leiders van Volkszang
wenschen die voorloopig nog wel niet vervuld
zullen worden (in Arnhem bijvoorbeeld con
certeert „Volkszang" in Musis en volgens den
heer Sixma hoort een behoorlijke afdeellng
van „Volkszang" in de gToote concertzaal
thuis) de Haarlemsche afdeeling bestaat
toch uit een vasten kern die in omvang toe
neemt.
Op gezette tijden worden speciale avonden
georganiseerd, en deze avonden bewijzen
steeds dat een frissche geest de leiders be
zielt. Het enthousiasme van de heeren
Sixma (zang-leider) en Vink (accompagna-
teur) is dan ook zeer groot en men vraagt
zich af wat er van de zaak terecht zou komen
als het noodlot het eens wilde dat deze hee
ren hun krachten niet meer aan „Volkszang"
zouden kunnen geven.
Woensdagavond had de heer Sixma een
spel van stad, land en zee gearraneeerd. dat
van zeer goeden smaak getuigde. Een soliste
uit Amsterdam, de alt mejuffrouw Eysma,
zong de soli op verdienstelijke wijze, de heer
Sixma las de intermezzi voor, die de schakels
vormden tusschen een groot aantal bekende
Nederlandsche volksliederen slaande od de
stad, het land en de zee.
Af en toe las de heer Sixma een gedicht
voor. om de vereischte stemming te wekken
imet hoeveel aandacht werd „Waalwijk" van'
Van Kollum niet aangehoord?) en zoo werd
het uitgevoerde programma waarlijk één on
verbreekbaar geheel, waarin de schoonheid
van onze „levende Hollandsche liederen" tel
kenmale op typische wijze geaccentueerd
Op dergelijke avonden bewijst de vereeni-
jpng „Volkszang" haar bestaansrecht. En
leggen de heeren Sixma en Vink en die met
hen samenwerken getuigenis af van een lof
waardig enthousiasme.
DE TWEEDE LFF.RTTNGEN AVOND VAN
„TOONKUNST".
De jaarlijksche leerlingen-uitvoering van
de Muziekschool van „Toonkunst"; dat be-
teekent de Stadsschouwburg vol. Vol blijde
kinderen en trotsche vaders en moeders en
een belangstellend, welwillend publiek. Dat
beteekent inspanning voor de leerlingen en
voldoening voor de leeraren om de bereikte
resultaten en het succes. Want succes heb
ben de jongens en meisjes van de Muziek
school altijd bij hun optreden. De een meer
dan de ander, maar een warm applaus weet
ieder der jonge virtuozen immer zijn of haar
deel te doen worden. Omdat zij steeds weer
een bewijs er van afleggen, dat het onderwijs
aan de Muziekschool goed is en dat jonge ta
lenten er tot ontwikkeling kunnen komen. En
juist om dat laatste te bevorderen is een
avond zooals die van gisteren en zooals de
eerste van een week geleden zoo goed. Die
succesjes van de leerlingen zijn een aanmoe
diging voor hen.
Zoo traden ze dan Woensdagavond een
voor een weer voor het voetlicht, de meisjes
in haar mooiste jurken, de jongens in het
strak blauw en later ook de vergevorderde
jongelui, de grooten. Zij speelden weer hun
„gavotte's" en „Caprices" op piano en viool,
de leerlingen van de heeren Zwaan en
Draaisma en mejuffrouw Bekkers.
Het programma noemde de namen der uit
voerenden niet en wij willen hen ook niet
allen stuk voor stuk bespreken en zeker niet
critisch, doch ongemerkt dient te worden, dat
er zeer begaafde jongelui onder zijn.
Een belangrijk nummer was het „Largo en
Allegro" voor twee fluiten met klavier van
J B. Loeillet, uitgevoerd door leerlingen van
den heer Jos. de Klerk en de jongelui, Ieer-
lineen van den directeur en van den heer M.
J. Lürsen, die de Rhapsodie op. 79 no. 1 van
Brahms uitvoerden en de Sonate c kl. t. (Ie
deel) van Schubert toonden zich waardige
leerlingen van kundige leermeesters.
Zuiver klonk de solozang in liederen van
Cath. van Rennos en H'endrika van Tussen
broek. ..Wolk. waarheen gaat ge?" en „Cupi
dootje" en „Les Larmes" van J. Massenet.
De leerares mejuffrouw- Brockniann heeft
alle eer van haar onderwijs. Dit werd later
nogmaals bewezen door het meisje, dat de
„Aria des Pagen" uit .Figaro" van Mozart-
zong en de Ital'aansche aria „Se tu m' ami"
van G. B. Pergolesi.
Wat er in de samenspelklasse bereikt wordt
toonde het trio van klavier, viool en alt. dat
het „Allegretto uit bet- trio in Es gr. t." van
Mozart speelde. Onder de steeds tactvolle
leiding van den directeur hebben de leerlin
gen zich ingesteld op goed ensemblespel.
Het succes van den avond werd wel de Kin-
der-Symphonie van Haydn. uitgevoerd dooi
de opleidings-orkestklasse onder leiding van
den heer Draaisma. Het was een waar ge
noegen de meest nog jonge leerlingen van
den heer Draaisma te hooren en ook te zien
musiceeren in uitstekend samenspel Het gees
tige werk sloeg in als geen ander nog had
gedaan. De bespelers van slagwerk en de
fluitjes allen lof voor hun maatvastheid.
De werken aan het slot van den avond
voeren uiteraard altijd naar het hoogtepunt.
Het zijn de moeilijkste en zij worden door de
oudste leerlingen gespeeld. Zoo hoorden wij
nog achtereenvolgens het le deel van het
Concert van Ch. de Bériot van een violiste,
het Scherzo bes kl. U van Chopln door een
pianiste en een Nocturne van J. Popper door
een cellist. Een celio-ieerling van den heer
De Maaré was reeds eerder opgetreden met-
..Contemplation" van C. Liegois. en had de
uitmuntende kwaliteiten van diens onderwijs
gedemonstreerd. De begeleiding door andere
leerlingen viel zeer ie prijzen.
Evenals vorige jaren vormde het optreden
van het koortje van mevrouw Sybrandi-Hal-
berstadt het mooie slot van den avond. De
dames, die het koor vormen, hebben uitge
voerd „Veni Domine" van Mendelssohn en
„Zigeunerleben" van R Schumann. De fris
sche heldere en zuivere zang bleef in de har
ten der bezoekers nazingen als een laatste
herinnering aan de opwekkende sfeer van
deze weer uitstekend geslaagde muziekschool
uitvoering.
TONEVO.
EEN HELD.
DE MACHT EENER VROUW.
Het is wel eens interessant een stuk te
zien uit- een periode die geheel voorbij is! Zoo
kwam Tonevo gisteren mei Een Held, een
tooneelspel van Fokko Bos. dat naar ik
meen 'n veertig jaar geleden door de Kon.
Ver. Het Nederlandsch Tooneel gespeeld is
geworden. Tijdens de opvoering van zoo'n stuk
zit je nu en dan paf en vraag je je vol van
verwondering af, hoe het mogelijk is, dat zoo'n
t-ooneelspel eens door het groote publiek
en door de kritiek geslikt werd en zoo'n
schrijver ooit au sérieux genomen is kunnen
worden. Zoo'n avond is leerzaam en maakt
ons voorzichtig, want onwillekeurig zeg je
tot je zelf: Hoe zullen de menschen'over 40
jaar over ons en onzen smaak oordeelen?
De „held" is in dit stuik van Fokko Bos
een advocaat, die een „vrouw met 'n verleden"
wier kind door gasverstikking is gestorven,
verdedigt en vrij pleit. Dit feit alleen is vol
doende voor de menschen om kwaad te spre
ken van den advocaat; want als 'n advocaat
zoo warm voor 'n vrouw met een verleden
pleit, dan moet er wel iets achter zitten. De
advocaat wil natuurlijk haar raadsman zijn
ook voor het Hof, als de zaak in hooger
beroep mocht komen, maar tegen dat besluit
komen alle familieleden en kennissen in op
stand.
„Zoo iets kun je niet doen!", zegt schoon
papa die n.b. oud-officier van justitie is! Dat
ki vrouw in een vlaag van krankzinnige
jalouzie zoo dwaas is, soit, dat willen wij voc-r
'n enkelen keer aannemen ofschoon ze dan
wel heel abnormaal moet worden genoemd
maar wat te zeggen van een bankier en een
officier van justitie, die zonder eenige aan
nemelijke reden met zoo'n voorstel komen!
Ja, schoonpapa en schoonmama gaan zelfs zoo
ver om hun dochter aan te raden haar man
te verlaten, als hij niet afziet van zijn plan
om verder de vrouw met het verleden die
natuurlijk een engel-rein wezen is bij te
staan!
Maar Rettich is 'n héld, 'n ware héld! Hij
besluit tegen de geheele wereld in, ook verder
de pleiter van de arme vrouw te zijn. Pa
de officier van justitie die? eenige malen
ons verzekerd heeft dat moeders met onwet
tige kinderen minderwaardige wezens zijn,
wijst schoonzoon de deur, maar Corrie, des
advocaat's vrouw valt hem aan het slot van
het stuk eindelijk en ten leste om den hals
en roept vol bewondering: Je bent 'n held,
Anton, mijn held!"
Het was in den tijd van Fokko Bos ndet
erg moeilijk om 'n held, maar blijkbaar wel
heel lastig om 'n advocaat te zijn! Wat zou
er gebeuren, als alle advocaten-vrouwtjes in
den tegenwoordigen tijd het voorbeeld van
deze Corrie gingen volgen? De advocaten
zouden in een minimum van tijd zonder
vrouwen zitten!
Maar zulke dwaasheid suikte het groote pu
bliek toch maar 'n veertig jaar geleden!
Als les en waarschuwend voorbeeld was de
opvoering van gisteren dan ook belangrijk.
De werkende leden van Tonevo hebben
hun best gedaan maar het gelukte hun niet
ons te overtuigen! Laten zij zich troosten:
zelfs als het stuk gespeeld was door de eer
ste artisten van Nederland zouden wij er
hoofdschuddend naar hebben gekeken.
De heer Pollé was de held! ïk zie hem lie
ver in ander soort rollen dan van dezen bra
ven, nobelen man. die niet anders dan zijn
advocaten-plicht doet! Pollé pleitte met
warmte voor de ongelukkige, maar hij kwam
als acteur toch pas tot zijn recht in het na-
stukje, waarin hij als Stamper, de choleri
sche echtgenoot van een draak van een
vrouw, zijn werkelijk niet gewone gave als
dilettant kon toonen.
In mevrouw J. de Vos-Jacobs heeft Tonevo
een zeer goede kracht gevonden! Ook nu trof
zij mij door haar vlot, natuurlijk en be
schaafd spel en het heeft wezenlijk niet aan
haar gelegen, dat wij dit advocaten-vrouw
tje een alleronmogelijkst wezen vonden. Een
extra woord van lof komt mevr. de Vos toe
voor het levendige tempo, dat zij telkens weet
te nemen; de meeste dilettanten mogen daar
een voorbeeld aannemen! De schoonpapa van
gisteren in de eerste plaats! Een officier van
justitie behoeft toch niet zoo plechtstatig
langzaam te spreken! Trouwens erg overtui
gend waren de familie-leden en vrienden
van Corrie niet. wat wij echter maar aan
het stuk zullen toeschrijven.
Mej. Busquet was de nobele, jonge door de
wereld vervolgde „vrouw met 'n verleden"!
Zij speelde deze dame in den stijl van den
tijd. waarin Een Held geschreven werd! Het
was zwaar-sentimenteel en theatraal! Het
zou wel eens merkwaardig zijn geweest, wan
neer wij het heele stuk in dezen zwaar gela
den, ouderwetschen stijl hadden zien spelen!
Het beste deel van den avond kreeg vrouw
Kempers. de hospita, die door mevrouw Kaart
zeer raak werd getypeerd! Dat tooneeltje gaf
dank zij mevrouw Kaart een verkwik
king en het publiek be'oonde haar dan ook
terecht met 'n open doekje!
Na de pauze kregen wij een ouderwetsche
klucht, De Macht der Vrouw van J. J.
Rentmeester! Hierin was het vooral Pollé,
die de lachers mee kreeg en hij was als het
renteniertje dan ook uitstekend op dreef. Je
ziet, dat Pollé in zoo'n rol plezier heeft en
hij speelt hem met 'n animo en 'n verve, die
de zaal veroveren! Mevrouw Kaart was nu
Rosalie, een romantische-aangelegde Xan
tippe. Zij speelde de rol wel heel sterk in de
caricatuur! Als juffrouw Kemper heb ik
haar spel méér kunnen waai'deeren dan als
Rosalie. De dames Vos en van der Schaaf en
de heeren Th. van der Have en Stomoe se
condeerden naar wensch, zoodat het klucht
spel van Rentmeester een daverend lach
succes had.
Ook de opvoering van Een Held heeft bil
het publiek blijkbaar indruk gemaakt, wat
uit de stille aandacht tijdens het spel en het
krachtige applaus aan het slot. wel duidelijk
bleek. Tenslotte nog een woord van lof voor
de tooneelaankleedir.g. zoovel in Een He'i
als in De Macht der Vrcuw. Vele der vereer.i-
gingen kunnen in dit op ;icht een voorbee'd
nemen aan Tonevo. De heer Pollé zorgt altijd,
dat het op het tooneel tip-top verzorgd is.
9. B. SCHUIL.
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN
bO Ct*. per regel.
VRAAGT VOOR UW BINNEN- EN 8Uli EN
FIRMA J. HEYDANUS Zn
KONINGSTRAAT 25 PARKLAAN 60rd
Tel. 11361 van 8 12 en 5. Zaterd. 8—1
NED. VEREEN. VAN SPOOR- EN
TRAMWEGPERSONEEL.
HET JAARVERSLAG
Verschenen is het jaarverslag van secras»
aris en penningmeester van de afdeeling
Haarlem van bovengenoemde vereeniging.
Ket ledental bleef constant. Op 31 Januari
1929 was dit 999 tegen 1001 op 31 December
1929.
Er werden in den loop van het jaar 19 be-
stuurs-, 6 algemeene leden-, 30 vakgroep
en 7 cursus- en propagandavergaderingen ge
houden.
Aan de afdeeling was ook dit jaar een tech
nische cursus voor opleiding tot machinist ver
bonden, waarvan alle leerlingen, die opge
roepen werden voor het examen, slaagden.
Een cursus voor een administratieve functie
bij de Spoorwegen had hetzelfde succes.
Mededeeling wordt gedaan van de goedge
slaagde samenwerking met de Arb. Tooneel-
vereeniging „Vooruitgang", waardoor het mo
gelijk was den leden voor weinig geld een
kunstavond te bereiden.
Aan het Klein Overleg' met den chef der
Centrale Werkplaats is het Hoofdbestuurslid
G. Joustra toegevoegd, terwijl het aantal pre
mie-commissarissen werd gebracht van 2
op 4.
In alle diensttijdcommissies bij de N.z.H.T.M.
heeft de afdeeling haar vertegenwoordigers.
Eveneens bevinden zich vertegenwoordigers in
het O. O.-fons en de Commissie van Bijstand
voor het Pensioenfonds dezer Maatschappij.
Voor het verkiezingsfonds der S. D. A. P.
brachten de leden f 229 bijeen; voor de sta
kende landarbeiders f 3396.31 en voor de be
hoeftige oud-stakers 1903 f 1346.43, terwijl aan
17 van deze personen over 1929 f 2415 werd
uitgekeerd. Aan in moeilijkheden verkeerende
leden werden f 147 uitbetaald; aan een 'ld
dat een ongeval was overkomen f 100 en aan
de weduwen van 6 overleden leden een totaal
bedrag van f 300.
Er werden door de afdeeling niet minder
dan 329 verschillende zaken met de Spoor- en
Tramwegmaatschappijen behandeld.
Dit verslag zal op een op 18 Februari aa.
te houden huishoudelijke vergadering in de
groote zaal van het „Blauwe Kruis" aan de
leden ter goedkeuring worden aangeboden.
TEGEN DE KINDERVERLAMMING.
NederlandschBelgische be
sprekingen.
Belga meldt uit Brussel, dat daar Woens
dagmiddag onder leiding van den minister
voor de volksgezondheid Baels, een bijeen
komst is gehouden van de Nederlandsch—
Belgische commissie voor de bestrijding van
de kinderverlamming. Uit. on§ land waren
daarbij aanwezig dr. N. M. Josephus Jitta,
voorzitter van den Gezondheidsraad, prof.
dr. H. Aldershoff, directeur van het Serolo-
gisch Instituut, en hoofdinspecteur dr. J. Th.
Terburg Jr.
DE VREDESGEDACHTE EN GESCHIEDENIS
BOEKEN.
De Vereeniging „School en Vrede" heeft
een commissie ingesteld, welke tot taak heeft
een onderzoek in te stellen naar de geschie
denisboeken, die in gebruik zijn op de lagere
en middelbare scholen, teneinde te zien in
hoeverre deze boeken de vredesgedachte be
vorderen of daaraan afbreuk doen.
Deze commissie bestaat uit de heeren S.
Elte, leeraar M.O. geschiedenis te Zwolle. G.
Jacobs, idem te Den Haag en P. van Wijk,
idem te Utrecht, meldt de TeL
DE MIDDENPARTIJ VOOR STAD EN LANDE.
Ontevreden over Floris Vos.
Bij de Tweede Kamer is een adres ingeko
men van het bestuur der Middenpartij voor
Stad en Lande (Middenstandspartij) van den
volgenden inhoud:
De algemeene vergadering van de Midden
partij voor Stad en Lande (Middenstands-
partij), in vergadering op 15 Januari te Am
sterdam bijeen, spreekt haar ernstig leed
wezen uit over de houding van den heer
Floris Vos, afgevaardigde dezer partij in de
Tweede Kamer, bij verschillende gelegen
heden in strijd met met het programma der
party aangenomen, en verzoekt het bestuur
van deze motie kennis te geven aan de leden
der Tweede Kamer.
VOOR HET REDDINGSWEZEN.
Woensdag heeft de overdracht van de
gelden plaars gehad, die het „comité tot
steun" heeft byeengebracht ten behoeve van
de Zuid-Hollandsche maatschappy toe redding
van schipbreukelingen. Aan het bestuur der
maatschappy is f 185004.29 overgedragen,
meldt de N.R.C.
HET ONTSLAG VAN IR. FRUYTIER.
Aan de Memorie van Antwoord op het Voor
loopig Verslag nopens de Algemeene beschou
wingen onleenen wy o.a.:
Wat het koloniaal beleid aangaat, houden
de leden, die er bezwaar tegen maakten, dat
het aan den vorigen gouverneur van Curasao
verleend eervol ontslag is gepaard gegaan,
met een dankbetuiging voor de door hem be
wezen diensten, niet voldoende rekening met
het gewicht van dat ambt.
De waarde van al gedurende de bekleeding
van dat ambt bewezen diensten mag niet uit
bultend worden afgewogen naar de door den
'andvoogd by de gebeurtenissen van 8—9 Juni
1929 aangenomen houding, die bovendien,
"-ooals andere leden deden blijken, verschillend
beoordeeld wordt.
BRAND IN EEN WEVERIJ.
ROME. 12 Februari <N. T. A.) Tengevolge
van een br^d in een wevery te Como rijn
twee arbeidsters in de vlammen omgekomen.