BUITENLAND Ter Vlootconferentie. Vragen in Hooger- en Lagerhuis. LETTEREN EN KUNST HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930 Engeland en de Sovjetregeering. Naar aanleiding der exécaties. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. In aansluiting op hetgeen wij gisteren schreven over Rusland en de vervolging van priesters en boeren kunnen wij nu nog mede- deelen, dat de sensationeele berichten om trent de talrijke executies groote ontroering hebben gewekt ln Engeland. De Engelsehe regeering die de vriendschappelijke betrek kingen met Sovjet Rusland heeft aange knoopt, verkeert niet in een aangename positie. Zoowel in Hooger- als ln Lagerhuis werden den minister vragen gesteld. Minister Henderson verklaarde dat de regeering een onderzoek doet instellen, en dat haar gezant in Moskou, bezig is, een rapport samen te stellen over de godsdienstvervolgingen. Er g'ngen stemmen op, die de wenschelijkheid uitdrukten deze quaestie aan den Volkenbond voor te leggen. Doch Henderson betwijfelt het of dit dienstig zou zijn. Een der leiders van de vrije kerken in En geland heeft zijn vollen steun toegezegd aan het besluit van den paus en van den aarts bisschop van Canterbury, om biddagen te houden voor de vervolgden in Rusland. Doch ook in het Hoogerhuis is de kwestie der anti religieuze actie in Rusland ter sprake geko men. De aartsbisschop van Canterbury pro testeerde nogmaals tegen de godsdienstver volgingen en verklaarde, dat, tenzij hieraan een einde komt, hij gedwongen zal zijn, de aandacht van het land nog een keer op deze zaak te vestigen. Lord Parmoor, die uit naam van de regee ring antwoordde, verklaarde, dat deze door drongen is van den ernst der zaak. Hij zelde echter dat er groote moeilijkheden verbon den waren aan inmenging in Rusland's bin- nenlandsche aangelegenheden en aan het verkrijgen van betrouwbare gegevens uit het land. llij voegde er echter aan toe, dat minis ter Henderson alles in het werk zal stellen om aan de afschuwelijke vervolgingen een einde te maken. Belangrijk is het, dat er op het oogenblik ook onderhandelingen gaande zijn inzake Engelsehe leeningen aan Rusland. Doch on langs heeft Moskou officiéél te verstaan ge geven, dat Engeland niet op Russische orders behoeft te rekenen. Ook dit onderwerp is in het Engelsehe Hoogerhuis ter sprake gekomen en Lord Cus- hendun gaf uiting aan de hoop, dat aan Rusland geen leening zou worden verstrekt, ook niet in den vorm van verlengde credle- ten voor goederen. Lord Thomson zelde in zijn antwoord, dat de regeering zakelijk te werk zou gaan. De onderhandelingen verkee- ren nog in het stadium van voorbereiding en op het oogenblik was het nog niet mogelij x een verklaring af te leggen. De zaak werd van alle kanten onderzocht en het verdrag zou worden openbaargemaakt direct na de onderteekening ervan en vóórdat de ratifica tie plaats had. Er gebeurt op het oogenblik maar weinig of het helpt mgde, om het huidige sovjet regime bij de overige naties in discrediet te brengen L. A. Het Japansche memorandum. De Japansche delegatie heeft ter Vloot conferentie een memorandum uitgegeven, waarin zij haar standpunt in het licht der laatste besprekingen uiteenzet. Het memo randum drukt den wil uit van Japan een formule wenscht te vinden ten einde de thoo- riën der globale tonnage en die der catego rieën met elkaar ln overeenstemming brengt, alsmede haar bereidwilligheid om accoord te gaan met het voorstel, dat voor 1936 geen nieuwe schepen op stapel zuilen worden ge zet. Zij stemt er in toe. dat slagschepen van 25 ton tot 25 ton worden teruggebracht, met als bewapening kanonnen van hoogstens 14 inches, terwijl Japan eveneens voorstander is van een levensduur der schepen van 26 jaar in plaats van 20 jaar. Wat de vliegtuiemoe- derscbenen aangaat, stelt Janan voor dat alle dergelijke schenen, onverschillig van welke tonnenmaat. on^erwomen zul'«n worden aan boT>/»rking. Het Verdrag van Wa«Mneton legt slechts beperking on aan v!tegtn'*moeder- sch«*v?n van meer dan 10.000 ton. De levens- duurb^erk'ng van deze schepen, indien zi.1 mcr dan lO.ooo ton meten wenscht zij voor tc stellen te brengen van 20 tot 26 jaar. Janan hecht eroote waarde aan de 8 inch- kru'^rs en heeft een aantal dez^r schenen noodig voor de bescherming van haar eigen belaneen. niettemin is Janan geneigd dit aantal in overeenstemming te brengen met het door andere naties voorgestelde aantal. De flottillelelders en torpedojagers zouden evenzeer beperkt moeten worden. De levens duur van kruisers zou 20 jaar moeten wor den, die van torpedojagers 16 jaar. Ten aan zien ran onderzeeërs wil Japan met andere mogendheden samenwerken, ten einde af doend het gebruik tegen koopvaardijschepen te regelen. Janan wenscht een cijfer van 78.000 ton dezer schepen, terwijl deze mo gendheid de beoerking voorstaat van de be perking van dit. wapen, terwijl Jaoan hun levensduur op 13 jaar zou willen vastgesteld te zien. DE RAZZIA'S TE CHICAGO. BIJ de razzia's in de afgeloopen dagen zijn ongeveer 3000 personen gearresteerd. Hier van werden 45 van revolvers voorziene per sonen en 1200 andere verdachte personen in arrest gehouden. De commissie van burgers tot bestrijding van de misdaad heeft met vol doening vastgesteld, dat gedurende de afge loopen 36 uur voor het eerst sedert langen tijd geen moordaanval is gepleegd. (N. T. A.). Sensationeel Fransch voorstel TARDIEU. Veel opzienbarender dan heb Japansche memorandum was een publicatie der Fran- schen, door Tardieu zelf in den kring der Conferentie-journalisten voorgelezen Het merkwaardige van dit stuk werd gevormd door zijn negatieve eigenschappen en door zijn positieven inhoud, aldus het Hbld. Het stuk zet uiteen, hoe Frankrijk zich se dert 1914 in zijn vlootbouw beperkt heeft. Het is daarin ongeveer met. Engeland en Ita lië te vergelijken. Uitvoerig worden alle be- nerkingen in materiaal en ln stelsel, die Frankrijk zich heeft opgelegd, opgesomd. Frankrijk zou bereid zijn. zich tot 1936 aan een bepaald program te houden, als ook de anderen dit doen. Dit program, dat Frank rijk bereid zou zijn als zijn maximum te aan vaarden, is echter het bekende vlootproeram- ma van Frankrijk en zal aan Frankrijk tot 1936 een vloot verschaffen van 724.470 ton in de voor beperking in aanmerking komende categorieën. Daarbij zijn b.v. tien kruisers van 10000 ton. Frankrijk heeft echter nog een tegoed van 70.000 ton voor nieuwe pant serschepen volgens het vervangingsschema van Washington. Door het verschijnen van een nieuw type pantserschip zal Frankrijk, nu verplicht zijn van een gedeelte van dit te goed gebruik te maken, zoo zegt het memo randum. In geval echter een conventie inzake den bouw van pantserscheoen tot stand kwam. ware Frankrijk bereid daaraan mee te doen, maar en nu komt het voorbehoud Frankrijk dringt er oonleuw op aan. dat iedere beperking betreffende de maritieme bewapening in verband moet worden ge bracht met het probleem der bewapening te lar.d en in de lucht. Verder zegt het Memorandum dat Frank rijk zich evenmin een oorlog met Engeland of Amerika kan voorstellen als deze tusschen die twee landen mogelijk is. Frankrijks be wapening ter zee is dus streng defensief. Frankrijk zal er zich dus nooit over veront rusten. als Amerika en Engeland hun mari tieme bewapeningen verminderen of uitbrei den. Daarom rekent ook Frankrijk er op, dat deze twee naties zich niet ongerust zullen maken over de behoeften van Frankrijk. Aan het slot heeft het, dat Frankrijk steeds bereid blijft, gunstig iedere formule voor wederzijdschen waarborg van veiligheid te overwegen, die gelegenheid zal scheppen de absolute behoefte van iedere mogendheid te veranderen in betrekkelijke behoefte. Kort «zezegd komt de mededeeling van Frankrijk daarop neer: Wij hebben ons vlootprogram meegedeeld en zijn bereid ons daaraan te binden, als de anderen het doen ten opzichte van hun program, waarover wij het eens moeten worden. De vorderingen in Londen De werkzaamheden ter Vlootconferentie waren gewijd aan particuliere besprekingen tusschen de gedelegeerden Tardieu. Gibson en Donald, in de werkkamer van den Engel- schen premier in het Lagerhuis. De experts bestudeeren thans de documenten welke het kader vormen der comDromls-voorstellen op het alternatief der methoden ter beoerking van de bewaoenlng ter zee. De feitelijke cij fers der eischen door de verschillende mo gendheden gesteld, worden thans opgemaakt. Deze werkzaamheden maken voortgang. Ook bebben de experts behandeld de schenen voor speciale doeleinden, welke natuurlijk niet vallen in de categorieën, aangezien als basis der werkzaamheden wordt genomen het in 1927 te Genève voorloopig tot stand gekomen document. Htiysmans en de Gentsche Hoogeschool, Bij de behandeling van het vraagstuk der vervlaamsehink van de Gentsche universiteit kwam de gewezen minister Huysmans aan het woord, hij drukte zich als volgt uit, al dus het Hbld.: ,De thans gevoordc besoreking heeft een meer verheven karakter 1 de vorige de batten. De voorstanders d r vervlaamsching der Genteche universiteit worden niet meer voor heethoofden en bandieten aangezien De voorgestelde oplossing komt wat laat, zooals vewoonltjk elke sociale hervormingen. Voor te onlossing der Vlaamsche quaestie was het noodig, dat er zich In Vlaanderen de ver schijnselen van afvalligheid tegenover het vaderland voordeden, en dat er een scheu ring dreigde in de grootste politieke partij. Er bestaat een merkwaardig parallelisme van een sociale en cultureele beweging. De Belgische Werkliedenpartij heeft het vraag stuk bestudeerd en een oplossing gezocht. Wij zijn partijgangers van een algeheele oplossing; geen oplossing met stukken en brokken. Alle partijen worden door het vraagstuk in verlegenheid gebracht, zelfs de Nationalistische Vlaamsche Partij. De Socia listen meenen, dat een oplossing mogelijk is in het nationale kader en stelt een integrale oplossing voor. De Katholieken beproefden ook een algeheele oplossing voor te stellen. De Liberalen beperkten de oplossing tot de onderwijsquaestie en willen in het lager en middelbaar onderwijs terugnemen, wat in het hooger onderwijs toegegeven wordt. Die op lossing moet van de hand worden gewezen. Er zal onvermijdelijk een oorlog uit ont staan. Het recht der armen wordt opgeof ferd. De arbeiders zullen hun kinderen niet in de moedertaal kunnen laten opvoeden. De franschsprekenden ln Vlaanderen zijn rijk en kunnen hun kinderen opvoeden, zooals zij verlangen: de Vlaamsche werklieden in Wa- '•mland niet. Voor de a»-men is geen recht. Onze opvatting is: het Ne-terlandsch is d° taal van Vlaanderen, het Fransche de taal van Wallonië. De territoriale opvatting is: het lager onderwijs ln Vlaanderen geheel Nederlandsch. met aanleeren der tweede taal, van af het vijfde studiejaar; in het middel baar onderwijs zouden aanpassings- en over gangsklassen ingesteld worden, waar de hoofd voertaal zou de landstaal zijn. Wat wil de regeering doen op bestuurlijk gebied? Wallonië vraagt de tweetalligheid tot een minimum te herleiden. De Walen moeten gerustgesteld worden. Het ontwerp vervlaamsching der universiteit heeft be trekking op de vier faculteiten. De techni sche scholen zullen eerst in 1940 vervlaamscht worden, na de overbrenging der Fransche afdeeling naar Luik. Waarom niet in 1930? Vreemdelingen werden al te gemakkelijk onthaald en diploma's te gemakkelijk ver leend. Geen voorrechten. Wil de regeering verbintenissen aangaan voor de toekomst, dan moeten de Fransche secties der techni sche scholen onmiddellijk naar Luik overge bracht worden. Wat de Fransche vrije les sen betreft, die zullen door de studenten ge volgd worden, indien zij door gezaghebbende personen gegeven worden. De bevoegde mi nister en de faculteiten moeten bedoelde les sen inrichten. Ik vind dat buitenlandsche professoren van naam te Gent moeten ko men college geven. Het vraagstuk moet op gelost worden; anders gaat Vlaanderen naar het extremisme over. Wallonië wil niet weten van taalminderheden. Vlaanderen evenmin. Wij willen de tweede taal aanleeren, maar eerst onze eigen taal; wij willen ons zelf blij ven om beter Wallonië te begrijpen. Op dien grondslag zal België sterker worden. onze GROEMTJE5 DIM5DAG=| OOhDERDAj ZATERDAG Een Nederlander aanbevolen als directeur van de Int. Bank. Een Wolfftelegram meldt: Het „Berliner Tageblatt" bespreekt in een artikel de vraag, wie leider van de Bank voor internationale Betalingen zal worden en zegt daarbij: „Of de bank, die binnenkort te Bazel haar taak zal aanvangen, meer kan worden dan een „gecommercialiseerd reparatie-ageni- schap" zal in hooge mate afhangen van de personen die haar leiden. De bank zou, op zichzelf beschouwd, in de gelegenheid zijn, voor Europa's economisch leven in financieel opzicht te worden, wat de Geneefsche Vol kenbond voor de geheele wereld wil zijn: een centrum van samenwerking, een orgaan tot internationale uitschakeling van de moeilijk heden in het internationaal leven". Het blad zet dan uiteen, dat vooral de beide lei dende persoonlijkheden, de voorzitter van den raad van beheer en de directeur-gene raal niet slechts bijzondere capaciteiten die nen te bezitten, doch ook het vertrouwen van zoo mogelijk alle betrokken landen be- hooren te genteten. Daar de benoeming van Mac Garrah in eerstgenoemde functie door het blad als vrij wel vaststaand wordt beschouwd, komt het tot de conclusie, dat ook voor den tweeden post geen Duitscher of Franschman doch veeleer een onderdaan van een niet recht streeks bij de reparaties betrokken land zou moeten zijn. „Hiervoor",, aldus het „B.T.", „zou In de eerste plaats de Nederlander Bruins in aanmerking komen, die onder het Dawes-plan commissaris bij de Rijksbank is en zich in deze functie zeer objectief heeft betoond. Van Fransche zijde wordt echter met stelligheid beweerd, dat de keuze van den directeur der Banque de France. Ques- nay, reeds zoo goed als zeker zou zijn. De groote capaciteiten van Quesnay blijven bul ten kijf, doch geconstateerd dient te wor den, dat hij in Duitschland niet het vertrou wen geniet, dat de voornaamste figuur in ae leiding der bank noodig heeft, juist in het land, dat in zekeren zin het object der te stichten onderneming is." Het blad verklaart ten slotte, dat vóór al les ook in Duitschland een atmosfeer van algemeen vertrouwen moet worden gescha pen. In dit opzicht zal tusschen de regeer in g den president der Rijksbank en de Dultsche flnancleele wereld geen verschil van mee ning bestaan. De benoeming van Quesnay tot directeur-generaal der Bank voor In ternationale Betalingen zou a priori een be lemmering voor de geheele Instelling opleve ren en wellicht verhinderen, dat de bank meer zal worden dan een „reparatie-agent schap". DE SAARMIJNEN WEER AAN DUITSCHLAND? BERLIJN, 13 Febr. (VB.) De sociaal democratische Rijksdagfractie heeft de vol gende Interpellatie aangevraagd: Het is de eenstemmige wensch van het ge heele Dultsche volk, dat na de aanneming van het Youngplan het nog van het Rijk gescheiden Saargebied zoo snel mogelijk met het Dultsche Rijk hereenigd wordt. Bij de onderhandelingen ov^| deze kwestie moe;, het de taak der RIJksregeering zijn, om er voor te zorgen, dat de Saarmijnen weer onder Duitsch beheer komen en dat de vroegere staatsmijnen aan de voormalige eigenaars worden terug gegeven. Wij wenschen van de Rijksregeering te weten, of zij bereid is. mede deeling er van te doen of de onderhandelin gen der Duitsche delegatie te Parijs in dezen zin worden gevoerd. MEVROUW ROLAND HOLST OVER DE HUIDIGE CULTUUR- STROOMINGEN. VOOR HET MARXISME EEN IDEALISTISCHER SOCIALISME IN DE PLAATS GEKOMEN. Voor de R.K. vereeniging „Geloof en Weten schap" heeft Donderdagavond ln den Schouw burg Jansweg mevrouw Henriëtte Roland Holstv. d. Schalk een lezing gehouden over „Strcomlngen en tegen-stroomingen in de huidige cultuur". Mevrouw Roland Holst begon met in een algemeene inleiding te schetsen hoe m elk tijdperk stroomingen ontstaan in een be paalde richting doch hoe deze nooit optreden zonder een tegen strooming, een onderstroom, die er tegengesteld aan is. Het individualisme ging altijd gepaard met een gemeenschapstrooming en omgekeerd. Spreekster bezag daarna in het bijzonder het afgeloopen tijdperk, de laatste drie kwar ten van de vorige eeuw, een periode, die zich kenmerkt door drie stroomingen: het materialisme, het mechanisme en het ratio nalisme. Elk dezer drie richtingen besprak mevrouw Roland Holst. Aan het materialisme is het positivisme verwant. Na het mechanisme ge definieerd te hebben, ging de inleldster het rationalisme na met zijn overschatting van alles wat uit het verstand voortkomt, een gevolg van de ontwikkeling der techniek. Ten voorbeeld dat de drie genoemde op vattingen alle levensverrichtingen zijn gaan behecrschen noemde spreekster het Darwinis> me in de biologie, het historisch materialisme in de Staathuishoudkunde. In de laatste 30 jaar nu zijn tegenstroomhr gen opgekomen, hoewel de geest der vorige eeuw sterk bleef doorleven. In de wetenschap is de overmoed van het rationalisme reeds lang ingetoomd, doch in het practisch leven niet. Wel wordt in de rationalisatie de arbeid uitgebuit, doch men heeft geen oogenblik gedacht aan den inhoud van den arbeid en de mensch geldt als een radertje slechts in het productieproces. De ontwikkeling van de tegenstrooming nu ligt niet zoozeer in tegenzin als wel in de ontwikkeling van de wetenschap zelf en dit is verheugend. „De voornaamste opgave van de physica in de eerste vrijftig jaar zal zijn de demate rialisatie van de materie, kon een jong pro fessor verleden jaar in zijn intreerede zeggen. De mensch heeft de begrenzing van de mogelijkheid om zijn kennis te verrijken uit sluitend langs verstandelijken weg ingezien en bewondering is in de plaats gekomen voor verstandelijk verklaren. En ook in de biologie is het mechanische verlaten, gelijk mevrouw Roland Holst met een citaat van prof. Buriger toelichtte. Voorts is de huidige psychologie daar om te bewijzen, dat er een tegenstrooming is tegen wat in de vorige eeuw gold. De mensch wordt niet meer als een tezamenvoeglng van allerlei functies beschouwd maar als een to taliteit, een „Ganzheit". Vervolgens bracht de inleldster het lndivl- alisme ter sprake, Het was een uiting van het burgerlijk liberalisme en bloeide lang. Doch hiertegen kwam een tegenstroom, samenwer king werd begrepen als iets beters dan con currentie. Hoe sterk het individualisme echter nog heerscht leert ons een blik op het school wezen, dat geheel geïnspireerd is op het zich handhaven tegenover elkaar. En zoolang het schoolwezen geschoeid is op de oude leest kan daarin ook niet zoo heel veel verande ren, meent spreekster. Indien zij dan ook van een tegenstrooming spreekt dan bedoelt zij meer den geest van te dienen, die in de menschen is. Spreekster zou het een kwestie van leven en dood voor onze Westersche cultuur willen noemen of de individualistische strooming overwonnen wordt. Wanneer de wil tot macht blijft bestaan, dan drijven wij naar een nieuwen wereldoorlog toe, ondanks den goeden wil van staatslieden. In aansluiting op deze opmerkingen sprak mevrouw Roland Holst over den invloed van de idee van dienen op het maatschappelijk leven, over het socialisme. Het Marxistische socialisme toerustte op de drie door spreekster in den aanvang ge noemde grondslagen: materialisme, mechanis me, rationalisme en het is spreekster een raadsel, dat zij zooveel jaren de vonk van het Idealisme daarin niet gemist heeft. Het Marxisme was gedrenkt van een burgerlijke levensbeschouwing die het niet paste en daarom was het nog zoo machteloos. Daartegenover is opgekomen in den tijd r.a den wereldoorlog dat wat men noemen kan het religleuse socialisme, doch waarvoor nog geen alomvattende naam is gevonden. Een socialisme dat een andere opvatting heeft van doel cn middel en van den klassen strijd. Deze nieuwe tegenstrooming kunnen wij •egenover de oudere stellen als een meer spi- ritueele en geestelijk verdiepte. Het resultaat van het doorzetten van deze stroomingen moge zijn een grooter zinrijkheid van het leven der arbeidersmassa en een bete re i waarborg voor den vrede. Door het zoeken van die tegenstroomlngen tenslotte kunnen wij ons geestelijk en maat schappelijk leven versterken. Door een langdurig applaus gaf het gehoor te kennen het eens te zijn met de woorden van den voorzitter, mr. F. Vorstman, zooals hij ze in den aanvang gesproken had en waarin hij zeide, dat hoeveel verschil er ook is tusschen de levensbeschouwing van de leden van Geloof en Wetenschap en die van me vrouw Roland Holst, zij tooh allen trachten naar de bereiking van het hoogste. Vader: „En nu het plan-Young geteekend is, zou je het bezettingsleger wel eens af kunnen schaffenvind je niet Marietje?" HET TOONEEL TE 's-GRAVENHAGE. VER. ROTTERD. HOFSTAD TOONEEL. MéLO door HENRY BERNSTEIN. Henrv Perristeln heeft altijd een zekere voorliefde getoond voor het ..mé'o". Van alle Fransche tooneelsehrljvers is hij het meest discipel van Victorien Sardou. Tooneel- «chrijver op en ton. meester van de techniek, hield hij als Sardou van wat de Fran- schen „un fort sujet" noemen. Een kras ge geven, sterk-ulterlUke handeling, hevige spanning, virtuose uitwerking, grove effecten en volkomen maling aan psychologische ana lyse. dat waren de voornaamste kenmerken van zijn drama's als La Rafale. Le Voleur. La Griffe, Samson en Israël! In al deze stukken vinden wij iets van het oude melo-drama te rug; litterair waren ze heel weinig, tooneel des te meer! Zijn jongste drama, dat thans door Het Hofstad Tooneel gespeeld wordt, heeft hij den titel van M 1 o gegeven. Een poging tot vergiftiging van een jonge vrouw op haar man en een zelfmoordmen zou zoo zeg gen, dat de titel zeer gerechtvaardigd is. En toch was Bernstein zelden minder melodra matisch dan in het werk, dat hij Mélo heeft genoemd. Reeds zijn Le Secret, Judith en Félice wezen op een kentering, een innerlij- ken groei, in Mélo voltrekt zich deze veran dering nog meer. Hoeveel soberder van uit werking is dit werk en hoeveel zuiverder van psychologische visie! Henry Bernstein heeft ook thans gebroken met de indeeling in drie actes en volgt met zijn elf tafereelen in uiterlijken vorm Wede- kind, Lenormand en de Duitsche moderne auteurs. Ook in Mélo toont Bernstein zich in zijn vorm-beheersching hoe nieuw dan oók voor hem dadelijk weer de meester in de techniek. De handeling ontwikkelt zich ge leidelijk en met groote zekerheid tot een prachtigen climax in het gesprek tusschen de tweè mannelijke hoodpersonen aan het slot. Pierre Delcroix, een violist van middelmatig talent en een man van bijna kinderlijke naïviteit, is getrouwd met een jong, min of meer wuft vrouwtje, Romaine! Zij gaat als een vlindertje door het leven, maar Pierre, die nog meer dan zijn vrouw een groot kind is gebleven, vertrouwt haar volkomen. De kleine escapades van Romaine zijn ook niet veel meer dan onschuldige „Spielerei!", totdat de groote passie over haar komt. Marcel Blanc een violist van wereldnaam en een jeugdvriend van Pierre, komt het jonge, gelukkige paar bezoeken en de indruk, dien hij op Romaine dadelijk maakt, is zóó groot, dat zij niet aar zelt den volgenden dag naar hem toe te gaan om op zijn kamer te imisiceeren. Marcel be hoeft geen moment te twijfelen, waarom Romaine bij hem komt, maar alles in hem verzet zich tegen de gedachte zijn besten en oudsten vriend te bedriegen. Doch Romaine blijkt de sterkste van de twee; Marcel be zwijkt en van dat oogenblik af, voltrekt zich de groote verandering in Romaine. Van het vroolijke, onbezorgde kindervrouwtje wordt rij een vrouw, beheerseht door een groote, haar verterende passie voor MarceL Al haar denken is alleen nog maar voor hem en in haar leven staat nu als hindernis: de goedige kinderlijk in haar geloovende Pierre! Haar verlangen naar bevrijding wordt als een obsessie in haar, een obsessie zóó groot, dat zij groeit tot de misdaad! Zij tracht wel wetend, dat Marcel zijn vriend niet willens en wetens ongeluk- kie zal maken Pierre uit den weg te ruimen door hem te vergiftigen. Doch haar plan mis lukt! De toevallig geroepen dokter stelt de juiste diagnose en Romaine ontvlucht in haar angst voor wat de toekomst haar brengen zal het huis. In vertwijfeling blijft de zieke Pierre, die in zijn onbevangen geloof en zijn groote liefde voor Romaine, niets van haar begrijpt, achter. In zijn verlatenheid snikt hij het uit, totdat Romaine. wier medelijden met hem ten slotte toch te sterk is, terug keert. Nog eenmaal is zij het kindvrouwtje van vroeger, speelt zij met hem de spelletjes, waarin hij de groote jongen altijd zoo kinderlijk genoot, tot het haar te machtig wordt en zij opnieuw vlucht, maar dan voor goedl Haar laatste bezoek aan Marcel is een afscheid! Langs de kade van de Seine doolt zij terwijl de muziek van de kermis tot haar doordringt rond, verwezen en wan hopig! Wij denken bij dat tafereel aan „Pro- blcmes" van Xavler Privas. Elle a l'sommeil pour les gueux La Seine! Ook voor Romaine, die het leven niet ver der aandurft! Zoo simpel verteld, lijkt dit alles puur „mélo". Het zou het ondanks de sobere behandeling ook zijn, wanneer het stuk als het oude melodrama hiermee eindigde. Maar Bernstein weet na den zelfmoord van Romaine zijn drama tot een prachtigen, sterk-ontroerenden climax op te voeren. De herinnering aan de doode laat Pierre niet los en wanneer hij na jaren een rozen blaadje in een oude agenda van Romaine vindt, vastgehecht op den datum, waarop zij Marcel voor het eerst ontmoette, sluipt de twijfel in zijn hart en gaat hij naar zijn vriend om zekerheid te verkrijgen. Het is een tooneel van aangrijpende tragiek, wanneer de twee mannen tegenover elkaar staan. in hun liefde voor de doode één, beiden ge marteld, de één ln zijn verlangen om te ver bergen, de ander om te weten. Marcel liegt om zijn vriend te sparen, hoe zwaar het hem ook valt zijn innerlijke gevoelens te verber gen, nu hij bemerkt, hoe lief Romaine hem had. De schim van de doode staat tus schen hen en verbindt hen. Het is een tooneel in zijn soberheid van veel grooter werking dan de meest effect volle, sterke speelscènes, ooit door Bern stein in zijn vroegere stukken geschreven. Voor mij is Plërre Delcroix en niet Ro maine de hoofdpersoon van Mélo en in de teekening van dit gevoelig, naïef, aanhanke lijk, groot kind, dat deze violist ook als man is gebleven, is Bernstein wel bijzonder ge lukkig geweest. En doordat in de boeiende opvoering van Het Hofstad Tooneel Pierre Delcroix in Cor van der Lug: Melsert een werkelijk superieur vertolker heeft gevon den, komt de rol in deze Hoüandsche ver tooning ook volkomen tot haar recht. Welk een bijzonder knap acteur bezitten wij toch in Cor van der Lugt. vooral voor zulk soort werk, dat fijn afgestemd spel verlangt. Koe voortreffelijk was dadelijk dat zekere spel in die jongensachtige uitbundigheid van der overgelukkigen Pierre! Een argeloos groov kind, dat heel het leven als een altijd du-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10