feu
K.
HUISVLIJT
Postzegelrubriek:
RAADSELS
RUILRUBRIEK
AUTO.
We zullen nu onze auto afbouwen
Cn beginnen met de motorkap. Deze
bestaat uit 2 zijkanten, 2 bovenstuk
ken en een voorstuk. De zijkanten
(zie fig. 6) zijn aan de voorzijde 6,
aan de achterzijde 6.5 c.M. hoog en
37.5 c.M. lang (Zie voor de verbinding
op den bodem ook fig. 2) De boven
stukken (zie fig. 7) zijn 17.5 c.M.
lang en van voren 4.5 en van achte
ren 7 c.M. breed. Voor die verbinding
van deze deelen bekijken we fig. 8,
de voorzijde van de motorkap. De
gearceerde gedeelten zijn de kanten
van de zij- en bovenstukken. We
zien, dat deze stukken schuin bijge
vijld moeten worden, om ze passend
te maken. De voorzijde wordt tegen
den bodem getimmerd en steekt van
onderen 1 c.M. uit. De randen van
de motorkap schuren we alle iets
rond bij.
De achterspatborden (Zie fig. 1)
brengen we tegen de carrosserie aan.
De twee deelen, waaruit ze bestaan
zijn resp. 10.5 en 8.5 c.M. lang. De
breedte van alle spatborden is 3 c.M.
De voorspatborden zijn resp. 8.5 en
6.5 c.M. lang. Om deze, die we niet
tegen de motorkap kunnen timme
ren, aan den boden te verbinden,
timmeren we er aan dc binnenzijde
een opstaand gedeelte tegen aan
(zie fig. 9, ware grootte). Dit geheel
bevestigen we nu aan den bodem.
Aan de voorzijde, onder t uitste
kende deel van den motorkap bren
gen we het nummerbord aan (zie
fig. 10) We timmeren dit aan de
voorzijde van de kap en brengen
voor stevigheid een blokje aan tus-
sohen 't bord en 't voorbalkje.
Aan de achterzijde maken we een
stoplichtje, dat onder tegen den wa
gen aan den linkerkant komt te zit
ten. Dit bestaat uit 3 kleine plankjes
waarvan in t achterplankje het
woord „Stop" wordt uitgezaagd (zie
fig. 11). Tegen de achterzijde plak
ken we een stukje doorschijnend
rood papier. De zijplankjes zijn vol
gens flg. 12. Als al deze kleine onder
deden bevestigd zijn, brengen we
pas den achtei-wand en 't dak van
de carrosserie aan.
Aan den binnenkant tegen den
voorbalk maken we een hokje, waar
in een batterij past. Van hieruit
brengen we de draden langs de on
derzijde van den bodem naar de
verschillende lampjes en den scha
kelaar. Bekijk hiervoor 't model maar
eens in de Tijdingzaal. Wie dit te
moeilijk vindt, kan de verlichting
geheel achterwege laten.
Met ripolin of waterverf wordt de
wagen geschilderd. De bovenste helft
van de carrosserie, de treeplank en
di3 spatborden worden zwart, evenals
't middelste gedeelte van de voor
zijde van de motorkap. De rest, be
halve de banden van de wielen
wordt rood. Van binnen geven we
den wagen bijv. een gele kleur. De
voorrand van de motorkap en de
opstappen op de treeplank worden
zilverkleurig. De randen van de wie
len grijs; willen we ze echt doen ge
lijken op rubberbanden, dan la'en
we 't naar de kanten donker uit-
loopen. Op de achterspatborden
schilderen we fig. 13 en 14. Voor al
die kleine onderdeelen bekijken jul
lie 't model nog maai- eens goed.
Rustenburgerlaan 23.
8.
BOSNlë
vu.
/od
/ad.
/rd
/f/6
Uef»a.
aA
sd
JIA
</d
sd
/od
/f/ó
iet
/s/l
/ad
/sd
JOA
4*d
ik
sod
jdi
Gedurende 191618 werden eeni-
ge weldadigheidszegels uitgegeven
met een toeslag van 2 heller ten
bate van de oorlogsverminkten. De 5
en 15 heller vertoonen een gewonde
soldaat, die op de berm langs een
weg zit, de 10 heller een blinde sol
daat aan de hand van een jong
„K. u. K. Militarpost", beneden de
landsnaam en de waardecijfers. Hst
zijn: 5 heller (groen), 10 heller
(wijnrood), 10 heller (blauwgroen)
en 15 heller (roodbruin). Grootte
van de vakjes 4 bij 3 c.M.
In 1916 verscne 'en 2 expreszegels,
waarop een Mercuriuskop met blik
semflitsen. In den bovenrand staat:
„Militarpost Ellmarke", in den bene
denrand 't woord „heller" met In de
hoeken 't waardecijfer. Deze zijn 2
heller rood) en 5 heller (groen).
Grootte van de vakjes 4 2 bij 2.8 c.M.
In 1916 verscheen nog een port-
serle. Groote witte waardecijfers
staan in een platte zeshoek. Hierbo
ven staat vermeld „Militarpost Por-
tomarke", er onder 't woord „heller"
en de waardecijfers in t klein. Uit
gegeven werden: 2 4 5 6 10 15 20
25 30 40 50 heller (alle rood), 1 krone
en 3 kronen (beide blauw). Grootte
van de vakjes 3.2 bij 3 cM. Zie voor
de Indeeling 't schetsje.
Nieuwe deelnemers:
140. C. Sluis, Allanstraat 91.
142. Dirk v. d. Vlerk, Zijlstr. 5.
In de Groepen I (Pijlslaanbuurt),
III (KI. Houtweg en Heemstede) en
XIV (Saenredambuurt) zijn de zen
dingen veel te lang onderweg. Laten
één of meer deelnemers uit die groe
pen eens uitzoeken, waar de porte
feuille is blijven steken. Door nala
tigheid van één zijn velen de dupe,
want er gaat geen nieuwe zending
weg vóór de oude terug is.
Rustenburgerlaan 23.
DUIMELIJNTJE.
Sprookje van
HANS ANDERSEN
naverteld door W. B.—Z.
6)
Daar boven in de boomen
Daar is het o zoo mooi
Daar zie je gansch de wereld
Altijd in zomertooi."
„En heb je daar een nestje,
Mijn lief, trouw vogeJijn,
Dan wil ik o zoo gaarne
Wel altijd bij je zijn
„Neen, lieve Duimelijntje
Jij bent een menschenkind
Ik weet hoe jij de bloemen
Altijd toch hebt bemind.
Zoek nu de mooiste bloem uit,
Die je hier vinden kunt.t
Dan wordt dat jouw lief huisje,
Het is je best gegund."
„Wat zal dat prettig wezen,"
Juichte nu Duimelijn.
,,'k Wou dat dat witte bloempje
Voortaan mijn huis mocht zijn."
„Goed, zet je nu maar neder
Op 't groote, mooie blad.
Het wordt jouw klein paleisje.
Zeg, hoe bevalt je dat?"
Maar toen ons Duimelijntje
De blaadjes openboog
En toen de goede zwaluw
Naar 't eigen nestje vloog.
Toen zag ze op een meeldraad
Een elfje fijn als glas,
Die ook wel graag wou weten,
Wie Duimelijntje was.
Het mooie witteelfje
Droeg ook een gouden kroon,
Wat vond ons kleine meisje
Dat elfje wonderschoon.
De elf vond Duimeiijntje
Toch ook zoo lief en goed.
Hij zei: „Ik ben zoo blij kind,
Dat ik je heb ontmoet.
Ik maak jou koninginne
Van al de bloemen hier.
En 'k zet je nu mijn kroon op,
lk doe het met plezier."
Ze gingen later trouwen
De e'.f en Duimelijn,
Ze vierden samen bruiloft,
Zoo heerlijk en zoo fijn.
De bloemen dansten mede,
De zwaluw zong een lied,
Ze kregen veel geschenken,
Hceveel dat weet ik niet.
Duimelijn kreeg van haar bruigom
Twee vleugels van satijn,
Die blonken als juweelen
Steeds in den zonneschijn.
Ze gingen samen vliegen
Heel ve~ de wereld door,
De zwaluw dacht: Ik hoop zoo,
Dat 'k nc-g eens wat hoor.
En Ja een volgend voorjaar
Keerden v beiden terug.
Duime.ijntje vloog als 't elfje
Zoo statig en zoo vlug.
En de elf zei: .Duimelijntje is nu
een kleine fee,
En waar ze kemt is blijdschap
En waar ze blijft is vree
Wij zullen nooit vergeten.
Wat Jij eens voor haar deed,
'k Weet wel goede zwaluw,
Dat jij ons nooit vergeet."
De zwaluw zong zijn lied nu
Zoo helder en zoo fijn.
Hij zong van zon en bloemen.
Van eif en Duimelijn.
EINDE.
(Deze raadsel* *Un Ingezonden
•oor Jongens en Meisjes, die Onze
feugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beet* oplosser* vier boeken "erloot
AFDEELING I
XLeeftlJd 10 Jaar en ouder.?
1. (Ingez. door Wenda).
Mijn geheel ligt in de nabijheid
Van Haarlem en bestaat uit 14 let
ters.
I 2 3 4 wordt geknipt.
5 6 7 8 9 10 is een plaats aan de
Fiiesohe kust.
II 12 13 14 wil men van de Zui
derzee maken.
2. (Ingez. door Damlaatje.)
Ik ben een spreekwoord van 14 let
ters.
10 9 is een zangnoot.
7 2 eet je bij de boterham.
1 3 is een voegwoord.
4 13 7 5 gebruikt de bakker.
5 6 is een verkorte meisjesnaam.
8 9 10 is in de bergen.
14 12 is een zangnoot.
11 12 13 14 is het tegenovergestel
de van slecht.
3. (Ingez. door Appeltje. Verbor
gen beroepen.
a. Wat doet Do Avcaat?
b. Wat doet Ant Egletilop?
c. Wat doet Kees Chonmar?
d Wat doet Kee Mareker?
e. Wat doet Rie Winkel?
f. Wat doet Ant Sipi?
g'. Wat doet Ru Monte?
h. Wat doet Pree der Stof?
4. (Ingez. door Appeltje.) Verbor
gen plaatsen in Nederland.
a. Aan den held, ergens In een ver
geten hoekje, dacht niemand meer.
b. Er staan in deze straat zeer mo
derne huizen.
c. Spreek wat harder, wij kunnen
U niet verstaan.
d. Die renpaarden kosten veel geld.
e. Van wie kreeg je die roomsoes?
Tracteerde moeder er op?
f. De Drachenfels is een van de
zeven bergen.
5. (Ingez. door Sprinkhaantje.)
Ik ben een spreekwoord van 51
letters.
20 21 27 is een huisdier.
7 8 9 10 11 is niet boven.
13 15 16 13 zit aan een theepot.
18 19 is een lidwoord.
35 38 41 39 is een herkauwer.
48 49 50 51 is eei> deel van t ge
laat.
l 3 is 't zelfde lidwoord als 45 46
32 30 36 27 40 gebruikt iedere huis
moeder dagelijks.
6 4 5 14 is een drank.
23 10 28 maakt de spin.
42 43 44 zit om vele vruchten.
34 51 hebben we 's winters graag.
26 24 25 42 21 is een meisjesnaam.
29 2 22 31 19 22 is niet buiten.
37 21 33 12 komt uit denneboomen.
17 16 25 hebben duiven.
45 46 47 is een boom.
6 (Ingez. door Appeltje.)
Met b ben ik een werktuig.
Met g ben ik niet helder.
Met m ben ik zwart.
Met N kom ik uit 't Noorden.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 Jaar en Jonger.)
1. (Ingez. door Appeltje.)
Neem uit onderstaande Rubrieker-
tjesnamen telkens één letter, zoodat
ge een nieuwen Rubriekertjesnaam
krijgt.
Doornroosje, Kerstroosje, Poppen-
verpleegstertje, Stoffeerder, Pelikaan
Egmondertje, Appelmootje, Blauw
oog je, Graspieper, Blauwdruifje,
Zangvogeltje.
2 (Ingez. door Appelmootje.)
Vul de kruisjes in met klinkers,
zoodat ge een bekend spreekwoord
krijgt.
Nx rxgxn kxmt zxnnxschxn.
i. (Ingez. door J. v. d. S.) Strik
vragen.
a. Welke edelman is een vogel, als
men hem onthoofd?
b. (Ingez. door Mimi Poesekat.)
Wat staat hier? rrrrrrrr het huis
van onzen boer loopen V 10 paarden.
c. Welke 4 letters uit het alpha bei,
zijn een schrik voor hen, die kwaad
doen?
d. Wie heeft volop den kost en
houdt nog een derde deel over?
e. Als 4 lucifers bij elkaar liggen,
wat krijgt men dan?
f. Wat ls de uitkomst van 5 sol
daten?
g. Al is een goudsmid nog zoo knap
Voor t maken van een zekeren
keten,
Zou hij zijn heele leven lang,
Geen enkel afdoend middel weten.
Hij had er zelfs geen plaatsje voor.
Wie kent den naam nu van dien
keten?
h. Wie heeft er zonder klagen,
Niet maar een aantal dagen.
Maar eeuwen reeds een kruis
gedragen?
i. Een vierde deel en een beest.
Zijn toch steeds vierde deel
geweest.
4. (Ingez. door Mimi Poesekat).
Mijn 1ste deel is een deel van een
boom, mijn 2de deel is een bloem
en mijn geheel is een bloem.
5. (Ingez. door Sprinkhaantje).
Kruisraadsel.
X X X X X
een medeklinker,
van hout.
een specerij,
een bloem,
een lichaamsdeel,
een hoofddeksel,
een medeklinker.
De kruisjes moeten dienzelfden
naam noemen.
6. (Ingez. door Sprinkhaantje.)
Bij onderstaand woord zijn 5 let
ters weggelaten. Vul deze in.
H r s s o m.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorig*
week zijn:
AFDEELING L
1. Het is geen man, die niet rooken
kan.
2. a. Appel. b. geld, c. Hoe. d. Dit.
3. Petten.
4. Voorzichtigheid is de moeder
der porceleinkast.
5. Elburg.
6. Door oefening wordt de kunst
verkregen.
AFDEELING II
1. Roodborstje.
2. Sprinkhaantje.
3. Doctor Mystero.
4. Kaneel.
5. Haarlem.
6. Na regen komt zonneschijn.
Goede oplossingen ontvangen van:
Dwingeland 6 Pelikaan 5 De kleine
Bakker 6 Vergeet mij nietje 6 Joh.
Oosterbaan 6 Rangeerdertje 6 Tee-
kenaarster 6 Piet Hein 6 Dicky Durf
6 Het Rietvoorntje 5 Arie Hteuper-
man 5 Hardlooper 6 De kleine Bak
ker 6 Doornroosje 6 De kleine Koop
man 6 Annie Arendsen 4 Juffertje
Wildzang 3.
Rozenknopje 6 De kleine Voetbal
ler 6 De kleine Vogelvriend 6 De
kleine Violist 6 Ballenbreistertje 6
Heidebloempje 6 Gouden regen 4
Wenda 5 Blauwdruifje 6 Mimi Poe
sekat 6 Zomerbloempje 5 Gouds
bloem 6 Goudelsje 6 Prikkebeen 6
Kerstroosje 6 Teekenaarster 6 Ran
geerdertje 6 Roodkapje 3 Poesen-
moedertje 3 Cathrien v. Waarde 2
Pelikaan 6 Dwingeland 6 Obione 6
Zwemster 6 Amico 5 Zangvogeltje 5
De Schipperin 6 Graaf Lode wijk 6
Katuil 6 Karei I 6 Goudkopje 5 Bab
belkous 2 Brillantster 6 Nachte
gaaltje 6 Zeeuwseh Boerinnetje 3
Draaitol 5 Appelbloesem 6 Papaver -
tje 6 Riek v. d. Stad 6 Joop v d.
Stad 6 Roodhuid 6 Krielkip 5 De
Woudlooper 5 Bloemendaalstertje 3
De kleine Kapitein 6 Damiaatje 6
Schotenaartje 6 Kruimeltje 6 Ver
geet mij nietje 6 A. Ammerlaan 6
Koekoek 4 Roodborstje 4 Alba 6 Wip
neusje 6 Moeders Kleinste 6 Tram
bestuurder 6 Paaschhaasje 6 Droom
koninkje 5 Moeders grootste Hulp 2
Palle 5 Poppenverpleegstertje 5
Blauwoogje 6 Naamlooze 4 De kleine
Bouwer 6 Bloze Kriekske 6 Het Ti-
moreesje 6 Sprinkhaantjte g Sneeuw
klokje 5 Francis Vere 2 Eddie 6
Doe tor Mystero 4 Verpleegstertje 4
JUFFERTJE WILDZANG. Franken-
straat 47 heeft 14 Paddestoelpl. Ver-
kade, 1 Haas-Azijnpl., 1 Kwiek-bon,
l Bussink-Album 4 Wijbertbonnen,
1 Amstelpenning, 2 Wennik's Bleekp.
omsl. Hiervoor vraagt ze Sickesz-
omsl., Sunlightbonnen. Vim-bonnen
of H. O. bonnen. Rulltijd van 1 tot
half 3 of na 8 uur. 's Zondags van
12—1.
POESENMG EDERT JE, de Ge-
nestetstr. 20 heeft 4 Amstelpennin-
gen, 4 Pellkaantjes, 3 Eranckens-
bonnen, 1 Hoe heet die Vogel, 4
Huisdieren, 21 Karnemelkzeeppl. Di.
alles wil ze ruilen voor Turmac-
punten.
KRIELKIP bedankt de moeder
van Ballenbreistertje hartelijk voo.
de gezonden bonnen.
RUBRIEKERTJES-LIJST.
803. Joh. Oosterbaan, oud 14 jaar,
Paus Leostraat 14.
804. Linl Rosenberg, oud 8 jaar,
Haitsma Mulierstraat 25.
805. Arie Heuperman, oud 10 Jaar,
woonplaats?
806. Dina Dieckman, oud 11 Jaar,
Burgwal 66.
807. EDDIE HOOGENDORP, oud 7
jaar, Ollvierstraat 4.
808. ROELOFJE VEENENDAAL,
oud 12 Jaar, Rijksstraatweg 253.
BRIEF VAN ZUSTER SCHOUTEN.
Lieve Rubriekertjes.
Willen Jullie nog eens aan moeder
vragen, of er in koffer of kast ook
baby-kleertjes liggen die niet ge
bruikt worden? Ik heb zooveel kin
dertjes om aan te kleeden; maar ik
heb geen kleertjes. Oude zomerjur
ken zijn ook welkom. Daar maken
arme moedertjes nachtponnetjes en
hemdjes van. Als ik een berichtje
krijg, wil ik het gaarne laten halen.
Bij voorbaat hartelijk dank.
ZUSTER SCHOUTEN.
St. Elisabeths Gasthuis.
FEBRUARI-WEDSTRIJD
Inzending ontvangen van:
Hunkerhartje, oud?
WAT ONZE
BELANGSTELLING WEKT
De grootste hardlooper onder de
dieren is: De gazelle, een soort hert.
Hij legt 27 M. per seconde af, dan
volgt het renpaard met 25 M. per sec.
Achtereenvolgens de windhond met
23 M., de giraffe 15 M., het rendier
14 M. de wolf 10 M.
Vogels leggen per seconde veel
grooter afstanden af. De gierzwaluw
149 M. per seconde, de zwaluw 80 M.
de valk 75 M. de postduif 50 M.
Visschen komen ^eel wat langza
mer vooruit. Een dolfijn 10 M. per
seconde, een zalm 7 M. een haring 6
meter.
ONZE BIBLIOTHEEK.
Velen hebben nog niet de geperfo
reerde strook ingeleverd. Willen zij
daar Zaterdag aan denken?
Van G. v. d. Nleuwenhof is een
veldzakboekje en een reglement ge
vonden.
H. Beringen heeft zijn lees- en
kleskaart vergeten.
DEELNEMERSLIJST.
13. H. v. d. Mey de Bie, KI. Heilig
land 74.
14. M. v. d. Mey de Bie.
15. H. Beringen, Eschdoornstr. 9
16 Booms, Leldschestraat 55.
17. E. Baas, Schermerstraat 8 rd.
18. D. Baas.
19. A. v. Keulen, KI. Heiligland 54,
20. B. Brakel, Botermarkt 17.
FEBRUARI-WEDSTRIJDEN
Inzendingen ontvangen van?
SPRINKHAANTJE, oud 12 Jaar;'
HET TIMOREESJE, oud 9 Jaar,
BRILLANTSTER, oud 11 Jaar.
OVER BLOEMEN EN INSECTEN.
Hooren die bij elkaar? Ja, in ze
ker opzicht wel. Ze kunnen elkaar
dikwijls niet missen. Neem 't st-aks
zelf maar waar. De bloemen bren
gen honing voort ter wille van de in
beten. En als de Insecten dien ho
ning komen halen, bewijzen ze de
bloem weer een anderen dienst. Ze
brengen het stuifmeel van de meel
draden over naar de stempels van
ie stampers. Door deze bestuiving
kan de bevruchting plaats hebben.
Om de insecten te lokken hebben
veel bloemen behalve honing ook
een mooie kleur en een heerlijken
geur. Zoo zie je, dat bloemen en in
secten elkaar wel degelijk noodlg
hebben.
Natuurlijk zijn er ook planten, die
't best zonder insecten kunnen stel
len, b.v. de brandnetel, de grassoor
ten. de boomen met hun katjes. Hier
heeft óf zelfbestuiving plaats of
windbestuiving. De insectenbloemen
zijn niet op alle Insecten gesteld.
Hun liefste bezoekers zijn bijen en
vlinders De vlinder heeft Juist een
langen roltong gekregen om diep in
Ie bloemen den honing te puren. De
bijen zijn de ijverigste bloemenbe-
zoekers. Ze hebben een behaardert
'ong, die in een soort koker is gele
gen. Ze kan den tong gemakkelijk
naar buiten steken en door middel
van de borstels, die aan de pooten
voorkomen, verzamelt ze het stuif
meel.
Jaag nooit vlinders en bijen vari
de bloemen weg.
W. B.—Z.
Een foto uit den dierentuin.
«f
.f
.\v
°V, i s\
j
-v
Dat zou je nu toch waarlijk niet
zeggen, hè, dat dit plaatje een foto
voorstelt die ergens in een dieren
tuin genomen is! En toch is het
heusch waar, hoor! Het is een oli
fant, die een appeltje te pakken ge
kregen heeft. De lekkere vrucht
klemt hij vast tusschen de lippen
van zijn langen slurf. Kun je het
zien? Neen, natuurlijk niet! Maar
als je er een kwartiertje werk voor
over hebt, zul je weldra den olifant
voor je hebben.
Neem maar eens een potlood en
begin dan bij nummer 1. Dit num-
mertje moet Je eerst zoeken natuur
lijk en ais je het eenmaal gevonden
hebt dan trek je van daar uit een
lijntje naar nummertje 2 en dan
verder naar 3 en naar 4 en zoo ver-
aer, tot je alle nummers gehad hebt.
Dan is het plaatje klaar.
Pas echter op, dat je geen fouten
maakt, want dat kan zeer licht ge
beuren als je niet goed uitkijkt. Je
meet altijd eerst het volgende num
mertje opzoeken, voor je het lijntje
trekt, anders kom Je niet uit en raak
je in de war!