C*TZ
1
Veïkadzó <=£cvige &e&eiudtj£é
H. D. VERTELLINGEN.
STADSNIEUWS
eb'J
clixci^
FEUILLETON
MET VERLOF NAAR HüiS
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door W. SOMERSET MAUGHAM.
(Nadruk verboden; auteursrecht
voorbehouden.)
Louise.
Ik kon nooit begrijpen waarom Louise
Slch met mij bemoeide, want zij mocht mij
niet lijden. Ik wist, ook dat zij zelden een
gelegenhend liet voorbijgaan, om achter
mijn rug op haar zachtaardige manier op
merkingen over mij te maken, die allesbe
halve vriendelijk waren.
Zij was te beleefd om ooit een uitgesproken
meening te hebben, maar met een toespeling,
een zucht en een sierlijke beweging van
haar mooie handen gaf zij te verstaan, was
zij bedoelde. Zij verstond meestelljk de kunst
haar lof op onverschillige, kille wijze tot
uiting te brengen.
Het is Juist, dat wij elkaar sedert vijfden-
twintig jaren goed kenden. Maar ik kon mij
niet voorstellen, dat dit feit haar te mijnen
gunste beïnvloedde. Zij vond mij ruw, bru
taal, cynisch, gemeen en het was mij een
raadsel, waarom zij niet het meeste voor de
hand liggende deed en mij aan mijn lot
overliet. Zij liet mij niet met rust; voort
durend noodigde zij mij ten eten en dikwijls
verzocht zij mij, het weekend in haar land
huis door te brengen. Eindelijk meende ik
haar beweegreden te hebben ontdekt. Zij
koesterde argwaan, dat ik niet in haar
geloofde. Dat was de reden van haar antipa
thie en het was tevens de reden, waarom zij
omgang met mij zocht.; het ergerde haar, dat
ik alleen, ln tegenstelling met de overige we
reld, haar niet ernstig nam en zij wilde niet
rusten, alvorens zij mij tot andere ovwtui-
ging zou hebben gebracht.
Ik kende Louise al voor zij trouwde. Zij
was toen een teer, gebrekkig meisje, met
groote, droofgeestige oogen. Haar vader en
haar moeder verafgoodden haar en vertroe
telden haar met angstige zorg, omdat zij
door een of andere ziekte ik meen, dat
het roodvonk was, een hartgebrek had
gekregen en zich zeer in acht moest nemen.
Toen Tom Maitland haar ten huwelijk kwam
vragen, wezen zij hem van de hand. Want zij
waren er van overtuigd, dat Louise nog veel
te zwak voor het huwelijk was. Maar zij wa
ren arm en Tom Maitland was rijk. Hij be
loofde, alles Sn de wereld voor Louise te
<ioen en tenslotte vertrouwden zij haar hem
toe als hun heiligste goed. Tom Maitland was
een groote pootige man, zeer knap en een
bekend sportliefhebber. Hij was dol op Loui
se. Met 'naar zwakke hart kon hij er niet op
rekenen haar lang te bezitten en hij streef
de er naar, haar weinige jaren op aarde
zoo gelukkig mogelijk te maken. Hij gaf zelfs
de sport op. niet omdat zij dat verlangde,
want zij ging er mede accoord, dat hij golf
speelde en jaagde. Maar door een wonder
lijke coïncidentie kreeg zij geregeld een hart-
beklemniing wanneer hij haar een dag al
leen wilde laten. Bij ieder verschil van mee
ning gaf zij onmiddellijk toe, want zij was
de meest inschikkelijke echtgenoote, die
men zich kan voorstellen. Maar haar hart
liet haar dan ln den steek en niet dan met
moeite kon hij er haar eindelijk toe bren
gen, haar wil te doen. Toen ik haar eens, bij
een uitstapje, waaraan zij graag deel wilde
nemen, acht mijlen ver zag gaan, waagde ik
de opmerking, dat zij eigenlijk sterker was,
dan men meende. Hij schudde echter hot
hoofd en zuchtte.
„Neen, neen, geloof dat niet, zij is ver
schrikkelijk zwak. Zij is bij dc grootste hart
specialisten ter wereld geweest en allen zeg
gen, dat haar leven aan een draad hangt.
Maar haar sterke wil behield steeds de over
hand."
Tom Maitland vertelde haar, dat ik een
opmerking over haar uithoudingsvermogen
had gemaakt.
..Morgen zal ik er voor boeten", zeide ze
mij met haar klagende stem. „Ik zal op den
drempel van den dood staan."
..Dikwijls komt het mij toch voor. dat u
voldoende kracht hebt voor hetgeen u graag
doet", mompelde ik. Ik vrees, dat dit ant
woord haar niet aanstond, want ondanks
haar beminneiijken glimlach bleven haar
groote blauwe oogen koud.
.,U kunt toch niet verwachten, dat lk ter-
wille van u dadelijk dood neerval", gaf zij
ten antwoord.
Louise overleefde haar man. Op een zeil
tocht had hij kou gevat en hij stierf kort
daarna. Louise had namelijk alle dekens
noodig, die in de boot waren, om zich warm
te houden. Hij liet haar een aardig vermo
gen na en een dochter. Louise was niet te
troosten. Het was bewonderenswaard, dat zij
dezen slag toch te boven kwam. Haar
vrienden vreesden dat zij haar armen man
terstond in het graf zou volgen. ZIJ verdub
belden hun aandacht en lieten haar zich
niet vermogen; zij stonden er op, alles voor
Louise te doen en haar al het werk uit de
handen te nemen. Zonder mannelijke be
scherming, zeide zij, voelde zij zich ten
eenenmaie verloren en verlaten en zij wist
niet, hoe zij met haar zwakke gezondheid
haar lieve Iris moest opvoeden. Haar vrien
den vroegen haar waarom zij niet hertrouw
de. O. met haar zwakke hart viel daar niet
meer aan te denken. Wel zou haar geliefde
Tom dat zeker hebben gewild en voor Iris
zou het misschien ook het beste zijn, maar
wie zou met zoo'n ernstig zieke willen op
trekken? Een Jaar na Toms dood trouwde zij
met George Hobhause. Hij was een fijne man
van nobel karakter en hij was niet zonder
middelen. Nog nooit heb ik een man gezien,
die zoo dankbaar was voor de genade, op
zoo'n teer, zwak ding te mogen passen.
„Ik zal je niet lang tot last zijn," zeide zij,
„ik zal weldra sterven." Hij was officier en
hij hield van zijn beroep, maar hij gaf het
op. Louise moet terwiile van haar gezond
heid den winter In Monte Carlo en den zo
mer in Deauville doorbrengen. Hij aarzelde
eerst een weinig, zijn beroep op te geven en
Louise wilde er ln het geheel niet van hoe
ren. Maar tenslotte gaf z(J toe, gelijk zij
steeds toegaf en nu wijdde hij zich alleen
aan haar, om haar laatste Jaren mooier te
maken.
„Het kan niet lang meer duren", zeide zij.
„Ik zal trachten, Je niet lastig te vallen."
Ondanks haar zwakke hart zag zij kans
gedurende de eerstvolgende drie jaren in
de prachtigste toiletten aan alle feestelijk
heden deel te nemen, grof te spelen en zelfs
met groote, slanke jongelingen te flirten.
Maar George Hobhouse was niet zoo ro
buust als Louise's eerste man en ik vermoed
sterk, dat hij als haar tweede echtgenoot
zich nu en dan met een „stiff drink" moest
sterken, om het met al haar wenschen eens
te worden. Toen kwam de oorlog. Natuurlijk
ging hij naar zijn regiment en drie maanden
later sneuvelde hij.
Dat was een nieuwe zware slag voor Louise,
maar zij wilde zich moedig gedragen, onder
drukte haar smart, en indien zij inderdaad
een hartbeklemmlng had, dan vernam nie
mand er iets van. Maar zij moest afleiding
hebben, zeide zij, en zij verandprde haar villa
te Monte Carlo in een herstellingsoord voor
officieren. Haar vrienden waren er van over
tuigd. dat zij deze inspanning niet lang zou
overleven.
„Natuurlijk zal zij mij ter dood brengen",
zeide zij. „Dat weet ik. Maar wat doet het er
toe? Ik moet ook mijn plicht jegens ons land
vervuüen".
De inspanning bracht haar niet om. Ik ge
loof zelfs, dat dit de mooiste dagen waren van
haar leven. In ieder geval weet ik, dat geen
herstellingsoord in Frankrijk zoo gewild was
als het hare. Ik ontmoette haar eens te Pa
rijs. waar zij zakelijke dingen voor het her
stellingsoord had af te doen. Zij at met een
zeer knappen jongen Franschman en vertel
de mij, dat de officieren werkelijk allerliefst
voor haar waren. Zij wisten van haar zwakke
gezondheid en wilden haar niet het geringste
laten doen. Zij beschermden haar alsof Zij
allemaal haar echtgenooten waren. Zij zucht
te. „Anne George, wie zou ooit gedacht heb
ben, dat ik hem met mijn zwakke hart zou
overleven?"
„En de arme Tom", zeide'ik. Ik weet niet,
waarom deze opmerking haar niet aanstond.
Ze glimlachte smartelijk en haar mooie
oogen waren vol tranen.
„U spreekt altijd, alsof u mij de weinige
jaren, die ik nog te leven heb, misgunt".
„Uw hart is voor het overige nu gezonder,
nietwaar?"
„Het zal nooit beter worden. Vanochtend
was lk bij een specialist, die zeide mij, dat
ik oo het ergste moest ziin voorbereid".
..Dat is u toch al sedert twintig jaren",
antwoordde ik.
Toen de oorlog was ceëlndlerd, vesti?de
Louise zich te Londen. ZH was nu veertig ja
ren oud, nog steeds zwakjes 'en bleek: ook
haar slanke fisruur en haar groote. droef
geestige ooeen waren onveranderd en zii zav
er geen dag ouder uit dan vijf-en-twintig.
Haar dochter Iris, die tot dusver in een kost
school had gewoond, kwam nu naar huis.
„Zü zal mij verzorgen", maar het zal niet
gemakkelijk voor haar zijn. met een zoo ern
stig zieke vrouw als lk, te leven. Het kan ech
ter niet lang meer duren en ik ben er van
overtuigd, dat zij het graag zal doen".
Iris was een bekoorlijk meisje. Sedert haar
Jeugd was haar ingeprent hoe teer de. ge
zondheid van haar moeder was, geen won
der. dat zij zich ondanks Louise's tegenstand
in de verpleging als het ware opofferde. Geen
beroepsverpleegster had meer kunnen doen.
„Ik kan er haar niet toe brengen, wat ont-
ontspanning te nemen", zeide Louise. „De
hemel is mijn getuige, dat ik nooit gewenscht
heb, dat iemand ter wille van mij iets zou
ontberen".
En wanneer ik er met Iris over so rak, gaf
zij mij eenvoudig ten antwoord: „Mijn goede
arme moeder spreekt mij steeds van uitgaan,
zegt-, dat ik met goede vrienden uitstapjes
moet maken, maar juist, wanneer ik wil heen
gaan, krijgt zij geregeld hartaanvallen en
daarom geef ik er de voorkeur aan, thuis te
blijven".
Maar op zekeren dag werd Iris verliefd-
Een Jonge vriend van mij, een beste kerel,
vroeg haar ten huwelijk en zij weigerde niet.
Ik hield van het kind en was er verheugd
over, dat zij er nu eindelijk toe zou komen,
haar eigen leven te leven. Aan die mogelijk
heid scheen zij nooit te hebben gedacht.
Maar op zekeren dag kwam de jongeman my
vertellen, dat zijn huwelijk voor onbepaalden
tijd was uitgesteld. Iels laan haar moeder niet
alleen laten. Het ging mij weliswaar niet aan,
maar ik zocht een gelegenheid om Louise te
spreken. Het verheugde haar steeds, haar
vrienden op het thee-uur bij zich te zien en
thans, nu zij iets ouder werd, onderhield zij
in het bijzonder relatitis met schilders en
schrijvers.
„Ik hoor, dat Iris niet aal trouwen", zeide ik
na een poosje.
„Daar weet ik nïpts -\fan. Zij zal niet zoo
spoedig trouwen als ik gewild had. hoewel ik
haar op de knieën smeekte, met mij geen re
kening te houden. Mdiar zij wil mij eenvoudig
niet verlaten".
„Vindt u dat niet hfeel droevig voor het
kind'"
„Bijzonder. Het kan met mij nog slechts
enkele maanden duren, maar toch kan ik
het niet weedragen, dat iemand zich voor
ml) opoffert".
„Beste Louise, je hebt twee mannen be
graven en lk zie geen enkele reden, waarom
je er niet nog twee zoudt- begraven".
„O. ik weet heel goed. wat u altijd van mij
gedacht heb. Nooit hebt u geloofd, dat ik wer
kelijk ziek ben".
Ik keek haar scherp aan.
„Neen. nooit. Ik geloof eerlijk gezegd, dat
Je de wereld vijf-en-twintig jaren lang. voor
het lanje hebt gehouden. Je bent het meest
zelfzuchtige monster van een vrouw, dat ik
ooit heb ontmoet. Je hebt het leven van die
twee ongelukkige mannen vernietigd en nu
wil je ook het leven van je dochter vernieti
gen".
Ik zou niet verwonderd zifn geweest, wan
neer Louise nu een hartaanval had gekregen,
ten minste verwachtte ik een uitbarsting van
woede, maar zij glimlachte alleen,wat ge
dwongen en zeide: „Best vriend, weldra zal
net je zeer iqed doen, zoo mat mij te hebben
gesproken".
„Heb je besloten, dat Irïs niet met don
jongen zal trouwen?"
„Ik heb haar gevraagd, mot hem te trou
wen. Het zal weliswaar mijn dood zijn, dat
weet ik. maar ik wil, dat zij met hem trouwt".
„Heb je haar dat gezegd?"
„Zij dwong er mij toe".
„Alsof je je ooit tot iets zou laten dwin
gen. Je doet toch steeds maar hetgeen je
wilt".
„Zij kan morgen met haar jongeman trou
wen. wanneer zij wil. Wanneer het mijn dood
is, dan is h^t mijn dood".
„Laten we het daarop laten aankomen".
„Heb je dam in het geheel geen medelijden
met mij?"
„Hoe kan men medelijden hebben met
Iemand, die men niet ernstig neemt", gaf ik
ten antwoord.
Zwak rood huifde over Louise's bleeke wan
gen. en ofschoon zij trachtte te glimlachen,
namen haar oogen een booze, vijandige uit
drukking aan.
„Iris zal binnen een maand trouwen", zei
de zij. „En wanneer mij iets mocht overko
men, dan zul je het hen, hoop ik kunnen
vergeven".
Louise hield woord. De dag van het huwe
lijk werd vastgesteld, een prachtig uitzet
werd besteld en de ultnoodigingen verzon
den. Iris en haar bruidegom straalden. Op
den trouwdag, om tien uur des morgens,
krijgt Louise, deze duivelsche vrouw, een aan
val en sterft. Stervend vergaf zij Iris, dat zij
haar gedood had.
R.-K. VOLKSPARTIJ.
DE HEEREN WESSELING EN
HOUTSMA AAN HET WOORD.
Voor de leden der afdeeling Haarlem der
RK. Volkspartij traden Donderdagavond in
het gebouw „Het Blauwe Kruis" twee sprekers
op, n-1. de heeren: C. D. Wesseling te 's Gra-
venhage, oud-lld der Prov. Staten van Zuid-
Holland en van den Raad der gemeente
's Gravenhage voor de R.K. Volkspartij en
vroeger parlementair redacteur van het RK.
Dagblad „De Tijd" en J. Houtsma te Zwolle
lid van den Raad der gemeente Zwolle.
De eerste' spreker behandelde het onder
werp: „In het politieke moeras", de tweede
had als onderwerp gekozen: „Waarom blijft
de RK. Volkspartij strijden?"
Het bestuur der R.K. Kiesvereeniging te
Haarlem was uitgenoodigd een debater te
zenden.
De voorzitter, de heer J. van Winsen, ge
tuigde in zijn openingswoord dat de groote
R.K. Staatspartij vooral aan de ambtenaren
onderwijzers en werklieden, slechts steenen
voor brood heeft gegeven, géén daden.
Voorts deelde de vooi-zitter mede, dat de
R.K. Kiesvereeniging (afd. Haarlem) bericht
had gezonden van de uitnoodiging tot debat-
teeren, geen gebruik te zullen maken.
De voorzitter heette ten slotte de ver
tegenwoordigers der afdeelingen Amsterdam
en Beverwijk der R.K. Volkspartij welkom.
Daarna was het woord aan den heer Wes
seling.
Deze begon met te zeggen dat het woord
moeras wel toepasselijk is op den politleken
toestand van het oogenbllk. Er is onvrucht
baarheid, dorheid, leegheid, er is ontevreden
heid, men hoort niets van daden. De Jonge
ren zijn niet tot eenlge politieke beweging
te krijgen, omdat zij alles duf en dor vin
den. Er valt een gemis aan idealen te con-
stateeren.
Wel is er veel baantjesjagerij als gevolg van
oogendienarij en verder: kwaadsiprekerij en
laster.
De R.K. politiek heeft de geheele Ncder-
landsohe politiek in het moeras gestuurd.
Voortdurend wordt er maar gesproken over
die massale eenheid in de RK. Staatspartij,
die in werkelijkheid niet bestaat
De schoolstrijd is gewonnen en daarmede is
de aanleiding tot het vormen van de coalitie
verdwenen. Voor die coalitie bestaat dan ook
maar zeer weinig liefde, al wil men het wel
anders doen voorkomen. Minister Ruys heeft
geen kabinet kunnen vonnen, steunend op
ci ie coalitie van de drie groote rechtsche par
tijen.
De dominés in de Tweede Kamer gaan
tegen de coalitie te keer en hun aanhang
groeit zienderoogen. En hun uitingen worden
geslikt door die groo.e RK. Staatspartij, ai-
teen maar om de macht te houden en de
baantjes met de vriendjes te deelen. (applaus).
Een groote eisch van de R.K. Staatspartij
behoorde te zijn: vóór alles herstel van het
gezantschap bij het Vaticaan. Dit is niet
alleen een Katholiek maar ook een groot
landsbelang. Maar men hoort daar niets meer
van, evenmin als van de pi-ocessie-vrijheid.
En toch hebben Katholieken een mtliloen
kiezers en 30 leden in de Tweede Kamer.
Een derde ideaal is de missie-vrijheid. Deze
drie idealen zouden te veroveren zijn door een
groot democratisch verbond van Katholieken,
3.D.A.P. en Vrijz. Democraten, (applaus).
Over 1929 is 40 millioen meer opgebracht
dan minister De Geer geraamd had. Maar van
herstel van het groot onrecht aan de Staats
dienaren gepleegd, de ambtenaren, de werk-
lieden, kan niets komen. Alleen de suiker
accijns is verlaagd en de Verdedigingsbelas
ting H is niet eens geheel ingetrokken.
Ziedaar de financieele idealen van het tegen
woordig ministerie maar van groote cultureele
en sociale belangen is geen spi'ake. En de
R.K. Staatspartij vindt alles goed!
Verschillende mooie idealen zouden te ver
wezenlijken zijn, als men maar kwam tot
een groot democratisch verbond. Maar spr.
ziet- dat nog niet komen. Het is aan gerechte
twijfel onderhevig, of er wel spoedig een ken
tering zal komen. Komt zij. dan zal zij moe
ten komen door de R K. Volkspartij (applaus).
De beginselen van die partij moeten door
dringen in alle lagen. Die partij moet groot
worden dan zullen wij komen uit het moeras!
(luid applaus).
Vervolgens sprak de heer Houtsma. Hij be
gon met den heer Wesseling hartelijk welkom
te heeten, als eei-steklas politicus in de R.K.
Volkspartij (applaus).
Het is niet waar, vervolgde spr., dat de
Volkspartij geen invloed heeft. Men weet zeer
goed, ook bij de RK. Staatspartij, dat er
onder de R.K. kiezers groote ontevredenheid
bestaat. Daarom moet de RK. Volkspartij
blijven strijden. Die partij is niet in strijd
met de Katholieke Kerk, die partij blijft
strijden voor: een meer democratische politiek
een meer principieel-Katholieke politiek en
ten derde: het eindigen van de samenwerking
met de coalitie. Het zijn deze drie dingen
die de RK. Staatspartij scheiden van <de
RK. Volkspartij. De leden der Staatspartij
doen liever dienst als wachters bij de brand
kast (applaus).
Met een opwekking de' RK. Volkspartij
tot groei en bloei te brengen eindigde spr.
Ook de voorzitter sprak nog eenlge opwek
kende woorden, evenals de heer Van Weely,
oud-'bestuurslid der afdeeling Amsterdam,
waarna de vergadering gesloten werd.
HAAS' AZIJN'FABRIEKEN.
Haas' azijnfabrieken worden blijkbaar
gaarne voor studiedoeleinden bezocht door
scholen, waaronder natuurlijk wel in de
eerste plaats de huishoudscholen.
Eenigen tijd geleden kwamen de leerlingen
van de huishoudschool te Roermond, verle
den week bezichtigden de leerlingen der
Landbouwhuishoudschool en der Opleidings
school voor leer ar essen bij het land-
bouwhuishoudonderwijs te Posterholt uit
Limburg de fabriek.
Heden was de N.V. Nieuwe Huishoudschool
uit Amsterdam op bezoek met 12 leerlingen.
BADHUIZEN „WITTE KRUIS".
Het aantal genomen baden in de maand
Januari was:
Badhuis Koudenhorn: 1225 mannen, 597
vrouwen, totaal 1822.
Badhuis Leidscheplein 2136 mannen, 1162
vrouwen, 856 schoolbaden, totaal 4154.
Badhuis Schotersingel3174 mannen, 1046
vrouwen, totaal 4829.
Badhuis Hofdijkplein: 1750 mannen, 764
vrouwen, schoolbaden 991, totaal 3505.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 2 tot en met 8 Februari
'ijn te Haarlem 4 gevallen van roodvonk en
6 van diphtherle voorgekomen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct« per reeel.
Lettergreep voor lettergreep!
Aldus, zoo nauwkeurig en duidelijk
mogelijk moei U Aspirin vragen.
Het is niet voldoende "een tabletje*
of "een middel tegen hoofdpijn" enz. te
verlangen, want dit leidt vaak tot onaan
gename vergissingen.
Natuurlijk moet U den ook letten
op de onbedriegelijke kenmerken der
echte Aspirin-Tabletten: origlueele ver
pakking met het BAYER-kruis en den
oranje band.
Alleen dan heeft U de volle
zekerheid, de echte Aspfrln-
Tobletien te ontvangen, welke
bij alle verkcudheidsziekten,
rheumatiek, hoofd-en kiespijn_
enz. onmisbaar zijn.
NOODBRUG RAAMSINGEL.
NIET MEER STILSTAAN!
Reeds eerder is er in ons blad de aandacht
op gevestigd, dat het verkeer op de noodbrug
over den Raamsingel veel hinder ondervindt
van personen, die midden op het bruggetje
stil blijven staan om naar het sloopingswerk
van de Groote Houtbrug te kijken en er
heele gesprekken over te voeren, zoodat men,
vooral midden op den dag, vaak moeite had
om te passeeren.
Het stilstaan is nu verboden, want aan
beide kanten van de noodbrug is een wjï
bordje geplaatst met het volgende opschrift:
VERBODEN
zich zonder noodzaak op de
brug op te houden.
Art. 45.
Dit is een maatregel die toe te juichen i».
Als men nu ook nog sommige lastige jon
gens (en meisjes) kan beletten, fietsende
over de brug te gaan, wat herhaaldelijk ge
beurt als er geen politie-agent ln de buurt
staat, dan kan men daar rustig passeeren.
JUBILEUM.
Zondag 18 Februari hoopt de heer H. Boivma,
wagenmaker aan den Centrale Werkplaats
den dag te herdexaken dat hij voor 25 jaar in
dienst kwam der Nederlandsche Spoorwegen.
EERSTE HULP BIJ ONGELUKKEN
„SNELVERBAND".
Deze vereeniging hoopt den 2en Maart a.s.
haar 20-jarig bestaan te herdenken.
Dit zal geschieden door het geven van een
openbare demonstratie der leden in het ver-
leenen van de Eerste Hulp bij ongevallen
van verschillenden aard.
Er bestaat groote belangstelling voor deze
demonstratie die Zaterdagmiddag 1 Maart
gegeven wordt in den schouwburg aan den
Jansweg.
AANBESTEDING.
Vanwege den Rijkswaterstaat werd heden
aanbesteed de bouw van een vaste befcon-
brug over de Hillegommefbeek. in den Rijks
weg van 's-Gravenhage naar de Noord-
Hollandsche grens, onder Hillegom en bij
komende werken
Laagste inschrijver was: N. Dfepstrats te
Made voor f 20.143.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
geeft geuren smaak -
aan uw
glaasje
r CATZ ZOON 'AH PEKELA,
G RO NtNG E W
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cts. per regel.
Vrij bewerkt naar
PAUL OSKAR HÖCKER.
Vertaling van Christine Kamp.
IC)
Met uitwendige gevaren kon bij den strijd
moedig opnemen; hij was immers weer zee
man!
En zoo ging hij het onzekere tegemoet
een stil geluk aan den huiselljkcn haard was
niet zijn deel geworden, maar hij was rUker
door de groote liefde, die zijn ziel geadeld
had.
Ook voor Louise was de ondervonden
teleurstelling niet nutteloos. Zij aette zich weer
met vollen IJver aan haar studie en toen na
eenigen tijd haar vingers weer lenig en vlug
waren geworden, bleek ook, dat haar spel
nu zoodanig in diopte had gewonnen, dat
haar meester niet meer afkeurend de wenk
brauwen fronste, als zij een prelude van Bach
of een etude van Chopin speelde. Eens zelfs
jxoeg hU haar mee te werken bij een con
cert en bij die gelegenheid werd haar spel
zoodanig geprezen in de kunstrubrieken der
dagbladen, dat zij plotseling bekend werd en
reeds aanvragen ontving om als pianiste op
te treden. De roem. dien zij zoolang gezocht
lxad en die haar steeds ontweken had, was
nu tot haar gekomen en volop genoot zij
daarvan, tenminste in het begin van haar
artistieke loopbaan. Toch bleef zij voor zoo
ver dit haar mogelijk was, juffrouw Sdhi-att
bezoeken.
Hubert was nu voor goed thuis gekomen;
zijn vroegere plannen omtrent de vergrooting
van den speelgoedwinkel werden ingevoerd
en hij scheen het daarmede zoo druk te heb
ben, dat hij geen tijd had om op Louise acht
e slaan. Kwam zij 's avonds, als zij vrij was
van haar werk, dat zij nog steeds had aange
houden, want mijnheer Ruff wilde haar voor-
loopig niet missenmen kon toch niet
weten of de roem haar steeds genegen zou
blijvenen niet behoefde op te treden.
naar ouder gewoonte een uurtje bij juffrouw
Schratt babbelen, dan had Hubert plotse
ling iets heel dringends ln zijn werkplaats
te doen en verliet hij het vertrek. Louise
vond dat eerst erg vreemd, maar zij weerhield
zich van opmerkingen.
Zoo ging de tijd voorbij, reeds twee jaren
waren verstreken sedert Frits Kehrbacher
vertrokken was. Van hem vernamen zij niets,
het. was alsof hfj nooit bestaan had. maar
Louise had hora niet vergeten en dacht er
dikwijls over na, hoe geheel anders haar leven
zou geweest zijn, als zij met hem getrouwd
was geweest. Of zij dan volkomen gelukkig
zou zijn geworden, dat was ten slotte zeer
te betwijfelen. Toch dacht zij niet met bitter
heid aan hem, maar de tijd had de wonde
geheeld, die haar was geslagen door de plotse
linge verbreking van hun verloving.
Op zekeren avond kwam zij weer bij juf
frouw Schratt en begroette haar op de ge
wone wijze: „Goeden avond, moeder, hoe gaat
het met u?"
„Moederzuchtte de goede vrouw en
barstte opeens ln tranen uit.
„Wat scheelt u?" 'vroeg Louise verschrikt
ZIJ liet zich op de knieën zakken en trachtte
de handen, die de schreiende voor de oogen
hield, te verwijderen, maar tevergeefs. Het
scheen, dat er iets vreeselijks was gebeurd
en Louise wist niet wat te doen. Zij kon haar
niet troosten, daar zij hoegenaamd niet be
greep, wat de ooi-zaak van al dat verdriet
was.
Eindelijk bedaarde juffrouw Schratt en nog
snikkend zei zij: „je geeft mij den naam van
moeder, maar dat ben ik niet en zal het wel
nooit worden!"
„Wat bedoelt u toch?" vroeg Louise aarze
lend, want opeens begreep zij het verdriet,
der oude vrouw.
..Laat mij het je zeggen, want hij zal het
nooit wagen te doen. Hubert bemint je, xnaar
hij begrijpt evenals ik, dat zulk een be
roemde kunstenares nooit de hand zal willen
reiken aan een armen werkman. Daarom
'ijdt hij en ik niet minder! Wij hadden ge
hoopt. dat als je verdriet om Kehrbacher
mettertijd bedaarde, je Hubert's vrouw zon
geworden zijn. Maar daarvan kan nu geen
sprake meer zijn, dat begrijpen wij beiden
'e goed! Och, mijn arme jongen! Voor nem
'.s er geen geluk meer te vinden! Hij spreekt
er reeds over om weer naar zee te gaan!"
„Maar moeder, dat is toch niet nood'.g!
Laat Hubert gerust spreken, ik zal hem aan-
hooren. Neen, de roem is niet hetgeen ik
verondersteld had. Roem kan bittere ervarin
gen meebrengen en die zijn ook mij niet be
spaard gebleven. Liever wil lk daaraan ver
baken en het geluk zoeken ln de liefde van
een braven en rechtschapen werkman, dan
avond aan avond de toejuichingen van een
menigte, die mij zoo onverschillig is, te aan
vaarden. Laat Hubert
Zij hield op met spreken. De deur was
opengegaan en de jongeman wilde binnen
komen, denkende, dat hun buurmeisje zich
reeds verwijderd had. Sne! opstaande nader
de zy hem. legde haar hand ln de zijne en
hem naar juffrouw Schratt voerende, sprak
zij. „Moeder, nu gebrrak ik weer dien naam!
Moeder, zegen uw kinderen
Niet lang daarna werd hun huwelijk ge
sloten- Louise hield zich voortaan alleen met
haar huishouden bezig en als zij 's avonds
nog eens een uurtje vond om zich aan de
muziek te wijden, dan waren het geen inge
wikkelde en moeilijke studies, maar vroohjke
wijsjes, die door Hubert werden meegezon
gen en door zijn moedgr nageneuried.
Frils Kehrbacher liet niets van zich
hooren. Zij hadden hem kennis gegeven van
hun huwelijk, maar geen antwoord gekregen,
tot zij opeens in de kranten de tijding lazen,
dat de Iduna, waarop hij neg steels varende
was geweest, in de Japansche wateren gedu
rende een typhoon met man en muis was
vergaan. Toch bleek het kort daarna, dat
hy nog steeds aan zijn vroegere verloofde nad
gedacht, want zijn verzameling Japansche
curiositeiten, die hij aan zijn neef, rector
Kehrbacher in bewaring had gegeven, had hij
aan haar vermaakt. Die nalatenschap werd
door het jonge echtpaar op hooge waarde ge
houden en om niets ter wereld zouden ze
die vreemdsoortige en soms grappige voorwer
pen. die hen spraken over hun vroeger en
vriend, willen missen.
EINDE.