C*TZ 1 Veïkadzó <=£cvige &e&eiudtj£é H. D. VERTELLINGEN. STADSNIEUWS eb'J clixci^ FEUILLETON MET VERLOF NAAR HüiS HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). door W. SOMERSET MAUGHAM. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Louise. Ik kon nooit begrijpen waarom Louise Slch met mij bemoeide, want zij mocht mij niet lijden. Ik wist, ook dat zij zelden een gelegenhend liet voorbijgaan, om achter mijn rug op haar zachtaardige manier op merkingen over mij te maken, die allesbe halve vriendelijk waren. Zij was te beleefd om ooit een uitgesproken meening te hebben, maar met een toespeling, een zucht en een sierlijke beweging van haar mooie handen gaf zij te verstaan, was zij bedoelde. Zij verstond meestelljk de kunst haar lof op onverschillige, kille wijze tot uiting te brengen. Het is Juist, dat wij elkaar sedert vijfden- twintig jaren goed kenden. Maar ik kon mij niet voorstellen, dat dit feit haar te mijnen gunste beïnvloedde. Zij vond mij ruw, bru taal, cynisch, gemeen en het was mij een raadsel, waarom zij niet het meeste voor de hand liggende deed en mij aan mijn lot overliet. Zij liet mij niet met rust; voort durend noodigde zij mij ten eten en dikwijls verzocht zij mij, het weekend in haar land huis door te brengen. Eindelijk meende ik haar beweegreden te hebben ontdekt. Zij koesterde argwaan, dat ik niet in haar geloofde. Dat was de reden van haar antipa thie en het was tevens de reden, waarom zij omgang met mij zocht.; het ergerde haar, dat ik alleen, ln tegenstelling met de overige we reld, haar niet ernstig nam en zij wilde niet rusten, alvorens zij mij tot andere ovwtui- ging zou hebben gebracht. Ik kende Louise al voor zij trouwde. Zij was toen een teer, gebrekkig meisje, met groote, droofgeestige oogen. Haar vader en haar moeder verafgoodden haar en vertroe telden haar met angstige zorg, omdat zij door een of andere ziekte ik meen, dat het roodvonk was, een hartgebrek had gekregen en zich zeer in acht moest nemen. Toen Tom Maitland haar ten huwelijk kwam vragen, wezen zij hem van de hand. Want zij waren er van overtuigd, dat Louise nog veel te zwak voor het huwelijk was. Maar zij wa ren arm en Tom Maitland was rijk. Hij be loofde, alles Sn de wereld voor Louise te <ioen en tenslotte vertrouwden zij haar hem toe als hun heiligste goed. Tom Maitland was een groote pootige man, zeer knap en een bekend sportliefhebber. Hij was dol op Loui se. Met 'naar zwakke hart kon hij er niet op rekenen haar lang te bezitten en hij streef de er naar, haar weinige jaren op aarde zoo gelukkig mogelijk te maken. Hij gaf zelfs de sport op. niet omdat zij dat verlangde, want zij ging er mede accoord, dat hij golf speelde en jaagde. Maar door een wonder lijke coïncidentie kreeg zij geregeld een hart- beklemniing wanneer hij haar een dag al leen wilde laten. Bij ieder verschil van mee ning gaf zij onmiddellijk toe, want zij was de meest inschikkelijke echtgenoote, die men zich kan voorstellen. Maar haar hart liet haar dan ln den steek en niet dan met moeite kon hij er haar eindelijk toe bren gen, haar wil te doen. Toen ik haar eens, bij een uitstapje, waaraan zij graag deel wilde nemen, acht mijlen ver zag gaan, waagde ik de opmerking, dat zij eigenlijk sterker was, dan men meende. Hij schudde echter hot hoofd en zuchtte. „Neen, neen, geloof dat niet, zij is ver schrikkelijk zwak. Zij is bij dc grootste hart specialisten ter wereld geweest en allen zeg gen, dat haar leven aan een draad hangt. Maar haar sterke wil behield steeds de over hand." Tom Maitland vertelde haar, dat ik een opmerking over haar uithoudingsvermogen had gemaakt. ..Morgen zal ik er voor boeten", zeide ze mij met haar klagende stem. „Ik zal op den drempel van den dood staan." ..Dikwijls komt het mij toch voor. dat u voldoende kracht hebt voor hetgeen u graag doet", mompelde ik. Ik vrees, dat dit ant woord haar niet aanstond, want ondanks haar beminneiijken glimlach bleven haar groote blauwe oogen koud. .,U kunt toch niet verwachten, dat lk ter- wille van u dadelijk dood neerval", gaf zij ten antwoord. Louise overleefde haar man. Op een zeil tocht had hij kou gevat en hij stierf kort daarna. Louise had namelijk alle dekens noodig, die in de boot waren, om zich warm te houden. Hij liet haar een aardig vermo gen na en een dochter. Louise was niet te troosten. Het was bewonderenswaard, dat zij dezen slag toch te boven kwam. Haar vrienden vreesden dat zij haar armen man terstond in het graf zou volgen. ZIJ verdub belden hun aandacht en lieten haar zich niet vermogen; zij stonden er op, alles voor Louise te doen en haar al het werk uit de handen te nemen. Zonder mannelijke be scherming, zeide zij, voelde zij zich ten eenenmaie verloren en verlaten en zij wist niet, hoe zij met haar zwakke gezondheid haar lieve Iris moest opvoeden. Haar vrien den vroegen haar waarom zij niet hertrouw de. O. met haar zwakke hart viel daar niet meer aan te denken. Wel zou haar geliefde Tom dat zeker hebben gewild en voor Iris zou het misschien ook het beste zijn, maar wie zou met zoo'n ernstig zieke willen op trekken? Een Jaar na Toms dood trouwde zij met George Hobhause. Hij was een fijne man van nobel karakter en hij was niet zonder middelen. Nog nooit heb ik een man gezien, die zoo dankbaar was voor de genade, op zoo'n teer, zwak ding te mogen passen. „Ik zal je niet lang tot last zijn," zeide zij, „ik zal weldra sterven." Hij was officier en hij hield van zijn beroep, maar hij gaf het op. Louise moet terwiile van haar gezond heid den winter In Monte Carlo en den zo mer in Deauville doorbrengen. Hij aarzelde eerst een weinig, zijn beroep op te geven en Louise wilde er ln het geheel niet van hoe ren. Maar tenslotte gaf z(J toe, gelijk zij steeds toegaf en nu wijdde hij zich alleen aan haar, om haar laatste Jaren mooier te maken. „Het kan niet lang meer duren", zeide zij. „Ik zal trachten, Je niet lastig te vallen." Ondanks haar zwakke hart zag zij kans gedurende de eerstvolgende drie jaren in de prachtigste toiletten aan alle feestelijk heden deel te nemen, grof te spelen en zelfs met groote, slanke jongelingen te flirten. Maar George Hobhouse was niet zoo ro buust als Louise's eerste man en ik vermoed sterk, dat hij als haar tweede echtgenoot zich nu en dan met een „stiff drink" moest sterken, om het met al haar wenschen eens te worden. Toen kwam de oorlog. Natuurlijk ging hij naar zijn regiment en drie maanden later sneuvelde hij. Dat was een nieuwe zware slag voor Louise, maar zij wilde zich moedig gedragen, onder drukte haar smart, en indien zij inderdaad een hartbeklemmlng had, dan vernam nie mand er iets van. Maar zij moest afleiding hebben, zeide zij, en zij verandprde haar villa te Monte Carlo in een herstellingsoord voor officieren. Haar vrienden waren er van over tuigd. dat zij deze inspanning niet lang zou overleven. „Natuurlijk zal zij mij ter dood brengen", zeide zij. „Dat weet ik. Maar wat doet het er toe? Ik moet ook mijn plicht jegens ons land vervuüen". De inspanning bracht haar niet om. Ik ge loof zelfs, dat dit de mooiste dagen waren van haar leven. In ieder geval weet ik, dat geen herstellingsoord in Frankrijk zoo gewild was als het hare. Ik ontmoette haar eens te Pa rijs. waar zij zakelijke dingen voor het her stellingsoord had af te doen. Zij at met een zeer knappen jongen Franschman en vertel de mij, dat de officieren werkelijk allerliefst voor haar waren. Zij wisten van haar zwakke gezondheid en wilden haar niet het geringste laten doen. Zij beschermden haar alsof Zij allemaal haar echtgenooten waren. Zij zucht te. „Anne George, wie zou ooit gedacht heb ben, dat ik hem met mijn zwakke hart zou overleven?" „En de arme Tom", zeide'ik. Ik weet niet, waarom deze opmerking haar niet aanstond. Ze glimlachte smartelijk en haar mooie oogen waren vol tranen. „U spreekt altijd, alsof u mij de weinige jaren, die ik nog te leven heb, misgunt". „Uw hart is voor het overige nu gezonder, nietwaar?" „Het zal nooit beter worden. Vanochtend was lk bij een specialist, die zeide mij, dat ik oo het ergste moest ziin voorbereid". ..Dat is u toch al sedert twintig jaren", antwoordde ik. Toen de oorlog was ceëlndlerd, vesti?de Louise zich te Londen. ZH was nu veertig ja ren oud, nog steeds zwakjes 'en bleek: ook haar slanke fisruur en haar groote. droef geestige ooeen waren onveranderd en zii zav er geen dag ouder uit dan vijf-en-twintig. Haar dochter Iris, die tot dusver in een kost school had gewoond, kwam nu naar huis. „Zü zal mij verzorgen", maar het zal niet gemakkelijk voor haar zijn. met een zoo ern stig zieke vrouw als lk, te leven. Het kan ech ter niet lang meer duren en ik ben er van overtuigd, dat zij het graag zal doen". Iris was een bekoorlijk meisje. Sedert haar Jeugd was haar ingeprent hoe teer de. ge zondheid van haar moeder was, geen won der. dat zij zich ondanks Louise's tegenstand in de verpleging als het ware opofferde. Geen beroepsverpleegster had meer kunnen doen. „Ik kan er haar niet toe brengen, wat ont- ontspanning te nemen", zeide Louise. „De hemel is mijn getuige, dat ik nooit gewenscht heb, dat iemand ter wille van mij iets zou ontberen". En wanneer ik er met Iris over so rak, gaf zij mij eenvoudig ten antwoord: „Mijn goede arme moeder spreekt mij steeds van uitgaan, zegt-, dat ik met goede vrienden uitstapjes moet maken, maar juist, wanneer ik wil heen gaan, krijgt zij geregeld hartaanvallen en daarom geef ik er de voorkeur aan, thuis te blijven". Maar op zekeren dag werd Iris verliefd- Een Jonge vriend van mij, een beste kerel, vroeg haar ten huwelijk en zij weigerde niet. Ik hield van het kind en was er verheugd over, dat zij er nu eindelijk toe zou komen, haar eigen leven te leven. Aan die mogelijk heid scheen zij nooit te hebben gedacht. Maar op zekeren dag kwam de jongeman my vertellen, dat zijn huwelijk voor onbepaalden tijd was uitgesteld. Iels laan haar moeder niet alleen laten. Het ging mij weliswaar niet aan, maar ik zocht een gelegenheid om Louise te spreken. Het verheugde haar steeds, haar vrienden op het thee-uur bij zich te zien en thans, nu zij iets ouder werd, onderhield zij in het bijzonder relatitis met schilders en schrijvers. „Ik hoor, dat Iris niet aal trouwen", zeide ik na een poosje. „Daar weet ik nïpts -\fan. Zij zal niet zoo spoedig trouwen als ik gewild had. hoewel ik haar op de knieën smeekte, met mij geen re kening te houden. Mdiar zij wil mij eenvoudig niet verlaten". „Vindt u dat niet hfeel droevig voor het kind'" „Bijzonder. Het kan met mij nog slechts enkele maanden duren, maar toch kan ik het niet weedragen, dat iemand zich voor ml) opoffert". „Beste Louise, je hebt twee mannen be graven en lk zie geen enkele reden, waarom je er niet nog twee zoudt- begraven". „O. ik weet heel goed. wat u altijd van mij gedacht heb. Nooit hebt u geloofd, dat ik wer kelijk ziek ben". Ik keek haar scherp aan. „Neen. nooit. Ik geloof eerlijk gezegd, dat Je de wereld vijf-en-twintig jaren lang. voor het lanje hebt gehouden. Je bent het meest zelfzuchtige monster van een vrouw, dat ik ooit heb ontmoet. Je hebt het leven van die twee ongelukkige mannen vernietigd en nu wil je ook het leven van je dochter vernieti gen". Ik zou niet verwonderd zifn geweest, wan neer Louise nu een hartaanval had gekregen, ten minste verwachtte ik een uitbarsting van woede, maar zij glimlachte alleen,wat ge dwongen en zeide: „Best vriend, weldra zal net je zeer iqed doen, zoo mat mij te hebben gesproken". „Heb je besloten, dat Irïs niet met don jongen zal trouwen?" „Ik heb haar gevraagd, mot hem te trou wen. Het zal weliswaar mijn dood zijn, dat weet ik. maar ik wil, dat zij met hem trouwt". „Heb je haar dat gezegd?" „Zij dwong er mij toe". „Alsof je je ooit tot iets zou laten dwin gen. Je doet toch steeds maar hetgeen je wilt". „Zij kan morgen met haar jongeman trou wen. wanneer zij wil. Wanneer het mijn dood is, dan is h^t mijn dood". „Laten we het daarop laten aankomen". „Heb je dam in het geheel geen medelijden met mij?" „Hoe kan men medelijden hebben met Iemand, die men niet ernstig neemt", gaf ik ten antwoord. Zwak rood huifde over Louise's bleeke wan gen. en ofschoon zij trachtte te glimlachen, namen haar oogen een booze, vijandige uit drukking aan. „Iris zal binnen een maand trouwen", zei de zij. „En wanneer mij iets mocht overko men, dan zul je het hen, hoop ik kunnen vergeven". Louise hield woord. De dag van het huwe lijk werd vastgesteld, een prachtig uitzet werd besteld en de ultnoodigingen verzon den. Iris en haar bruidegom straalden. Op den trouwdag, om tien uur des morgens, krijgt Louise, deze duivelsche vrouw, een aan val en sterft. Stervend vergaf zij Iris, dat zij haar gedood had. R.-K. VOLKSPARTIJ. DE HEEREN WESSELING EN HOUTSMA AAN HET WOORD. Voor de leden der afdeeling Haarlem der RK. Volkspartij traden Donderdagavond in het gebouw „Het Blauwe Kruis" twee sprekers op, n-1. de heeren: C. D. Wesseling te 's Gra- venhage, oud-lld der Prov. Staten van Zuid- Holland en van den Raad der gemeente 's Gravenhage voor de R.K. Volkspartij en vroeger parlementair redacteur van het RK. Dagblad „De Tijd" en J. Houtsma te Zwolle lid van den Raad der gemeente Zwolle. De eerste' spreker behandelde het onder werp: „In het politieke moeras", de tweede had als onderwerp gekozen: „Waarom blijft de RK. Volkspartij strijden?" Het bestuur der R.K. Kiesvereeniging te Haarlem was uitgenoodigd een debater te zenden. De voorzitter, de heer J. van Winsen, ge tuigde in zijn openingswoord dat de groote R.K. Staatspartij vooral aan de ambtenaren onderwijzers en werklieden, slechts steenen voor brood heeft gegeven, géén daden. Voorts deelde de vooi-zitter mede, dat de R.K. Kiesvereeniging (afd. Haarlem) bericht had gezonden van de uitnoodiging tot debat- teeren, geen gebruik te zullen maken. De voorzitter heette ten slotte de ver tegenwoordigers der afdeelingen Amsterdam en Beverwijk der R.K. Volkspartij welkom. Daarna was het woord aan den heer Wes seling. Deze begon met te zeggen dat het woord moeras wel toepasselijk is op den politleken toestand van het oogenbllk. Er is onvrucht baarheid, dorheid, leegheid, er is ontevreden heid, men hoort niets van daden. De Jonge ren zijn niet tot eenlge politieke beweging te krijgen, omdat zij alles duf en dor vin den. Er valt een gemis aan idealen te con- stateeren. Wel is er veel baantjesjagerij als gevolg van oogendienarij en verder: kwaadsiprekerij en laster. De R.K. politiek heeft de geheele Ncder- landsohe politiek in het moeras gestuurd. Voortdurend wordt er maar gesproken over die massale eenheid in de RK. Staatspartij, die in werkelijkheid niet bestaat De schoolstrijd is gewonnen en daarmede is de aanleiding tot het vormen van de coalitie verdwenen. Voor die coalitie bestaat dan ook maar zeer weinig liefde, al wil men het wel anders doen voorkomen. Minister Ruys heeft geen kabinet kunnen vonnen, steunend op ci ie coalitie van de drie groote rechtsche par tijen. De dominés in de Tweede Kamer gaan tegen de coalitie te keer en hun aanhang groeit zienderoogen. En hun uitingen worden geslikt door die groo.e RK. Staatspartij, ai- teen maar om de macht te houden en de baantjes met de vriendjes te deelen. (applaus). Een groote eisch van de R.K. Staatspartij behoorde te zijn: vóór alles herstel van het gezantschap bij het Vaticaan. Dit is niet alleen een Katholiek maar ook een groot landsbelang. Maar men hoort daar niets meer van, evenmin als van de pi-ocessie-vrijheid. En toch hebben Katholieken een mtliloen kiezers en 30 leden in de Tweede Kamer. Een derde ideaal is de missie-vrijheid. Deze drie idealen zouden te veroveren zijn door een groot democratisch verbond van Katholieken, 3.D.A.P. en Vrijz. Democraten, (applaus). Over 1929 is 40 millioen meer opgebracht dan minister De Geer geraamd had. Maar van herstel van het groot onrecht aan de Staats dienaren gepleegd, de ambtenaren, de werk- lieden, kan niets komen. Alleen de suiker accijns is verlaagd en de Verdedigingsbelas ting H is niet eens geheel ingetrokken. Ziedaar de financieele idealen van het tegen woordig ministerie maar van groote cultureele en sociale belangen is geen spi'ake. En de R.K. Staatspartij vindt alles goed! Verschillende mooie idealen zouden te ver wezenlijken zijn, als men maar kwam tot een groot democratisch verbond. Maar spr. ziet- dat nog niet komen. Het is aan gerechte twijfel onderhevig, of er wel spoedig een ken tering zal komen. Komt zij. dan zal zij moe ten komen door de R K. Volkspartij (applaus). De beginselen van die partij moeten door dringen in alle lagen. Die partij moet groot worden dan zullen wij komen uit het moeras! (luid applaus). Vervolgens sprak de heer Houtsma. Hij be gon met den heer Wesseling hartelijk welkom te heeten, als eei-steklas politicus in de R.K. Volkspartij (applaus). Het is niet waar, vervolgde spr., dat de Volkspartij geen invloed heeft. Men weet zeer goed, ook bij de RK. Staatspartij, dat er onder de R.K. kiezers groote ontevredenheid bestaat. Daarom moet de RK. Volkspartij blijven strijden. Die partij is niet in strijd met de Katholieke Kerk, die partij blijft strijden voor: een meer democratische politiek een meer principieel-Katholieke politiek en ten derde: het eindigen van de samenwerking met de coalitie. Het zijn deze drie dingen die de RK. Staatspartij scheiden van <de RK. Volkspartij. De leden der Staatspartij doen liever dienst als wachters bij de brand kast (applaus). Met een opwekking de' RK. Volkspartij tot groei en bloei te brengen eindigde spr. Ook de voorzitter sprak nog eenlge opwek kende woorden, evenals de heer Van Weely, oud-'bestuurslid der afdeeling Amsterdam, waarna de vergadering gesloten werd. HAAS' AZIJN'FABRIEKEN. Haas' azijnfabrieken worden blijkbaar gaarne voor studiedoeleinden bezocht door scholen, waaronder natuurlijk wel in de eerste plaats de huishoudscholen. Eenigen tijd geleden kwamen de leerlingen van de huishoudschool te Roermond, verle den week bezichtigden de leerlingen der Landbouwhuishoudschool en der Opleidings school voor leer ar essen bij het land- bouwhuishoudonderwijs te Posterholt uit Limburg de fabriek. Heden was de N.V. Nieuwe Huishoudschool uit Amsterdam op bezoek met 12 leerlingen. BADHUIZEN „WITTE KRUIS". Het aantal genomen baden in de maand Januari was: Badhuis Koudenhorn: 1225 mannen, 597 vrouwen, totaal 1822. Badhuis Leidscheplein 2136 mannen, 1162 vrouwen, 856 schoolbaden, totaal 4154. Badhuis Schotersingel3174 mannen, 1046 vrouwen, totaal 4829. Badhuis Hofdijkplein: 1750 mannen, 764 vrouwen, schoolbaden 991, totaal 3505. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 2 tot en met 8 Februari 'ijn te Haarlem 4 gevallen van roodvonk en 6 van diphtherle voorgekomen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct« per reeel. Lettergreep voor lettergreep! Aldus, zoo nauwkeurig en duidelijk mogelijk moei U Aspirin vragen. Het is niet voldoende "een tabletje* of "een middel tegen hoofdpijn" enz. te verlangen, want dit leidt vaak tot onaan gename vergissingen. Natuurlijk moet U den ook letten op de onbedriegelijke kenmerken der echte Aspirin-Tabletten: origlueele ver pakking met het BAYER-kruis en den oranje band. Alleen dan heeft U de volle zekerheid, de echte Aspfrln- Tobletien te ontvangen, welke bij alle verkcudheidsziekten, rheumatiek, hoofd-en kiespijn_ enz. onmisbaar zijn. NOODBRUG RAAMSINGEL. NIET MEER STILSTAAN! Reeds eerder is er in ons blad de aandacht op gevestigd, dat het verkeer op de noodbrug over den Raamsingel veel hinder ondervindt van personen, die midden op het bruggetje stil blijven staan om naar het sloopingswerk van de Groote Houtbrug te kijken en er heele gesprekken over te voeren, zoodat men, vooral midden op den dag, vaak moeite had om te passeeren. Het stilstaan is nu verboden, want aan beide kanten van de noodbrug is een wjï bordje geplaatst met het volgende opschrift: VERBODEN zich zonder noodzaak op de brug op te houden. Art. 45. Dit is een maatregel die toe te juichen i». Als men nu ook nog sommige lastige jon gens (en meisjes) kan beletten, fietsende over de brug te gaan, wat herhaaldelijk ge beurt als er geen politie-agent ln de buurt staat, dan kan men daar rustig passeeren. JUBILEUM. Zondag 18 Februari hoopt de heer H. Boivma, wagenmaker aan den Centrale Werkplaats den dag te herdexaken dat hij voor 25 jaar in dienst kwam der Nederlandsche Spoorwegen. EERSTE HULP BIJ ONGELUKKEN „SNELVERBAND". Deze vereeniging hoopt den 2en Maart a.s. haar 20-jarig bestaan te herdenken. Dit zal geschieden door het geven van een openbare demonstratie der leden in het ver- leenen van de Eerste Hulp bij ongevallen van verschillenden aard. Er bestaat groote belangstelling voor deze demonstratie die Zaterdagmiddag 1 Maart gegeven wordt in den schouwburg aan den Jansweg. AANBESTEDING. Vanwege den Rijkswaterstaat werd heden aanbesteed de bouw van een vaste befcon- brug over de Hillegommefbeek. in den Rijks weg van 's-Gravenhage naar de Noord- Hollandsche grens, onder Hillegom en bij komende werken Laagste inschrijver was: N. Dfepstrats te Made voor f 20.143. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. geeft geuren smaak - aan uw glaasje r CATZ ZOON 'AH PEKELA, G RO NtNG E W INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cts. per regel. Vrij bewerkt naar PAUL OSKAR HÖCKER. Vertaling van Christine Kamp. IC) Met uitwendige gevaren kon bij den strijd moedig opnemen; hij was immers weer zee man! En zoo ging hij het onzekere tegemoet een stil geluk aan den huiselljkcn haard was niet zijn deel geworden, maar hij was rUker door de groote liefde, die zijn ziel geadeld had. Ook voor Louise was de ondervonden teleurstelling niet nutteloos. Zij aette zich weer met vollen IJver aan haar studie en toen na eenigen tijd haar vingers weer lenig en vlug waren geworden, bleek ook, dat haar spel nu zoodanig in diopte had gewonnen, dat haar meester niet meer afkeurend de wenk brauwen fronste, als zij een prelude van Bach of een etude van Chopin speelde. Eens zelfs jxoeg hU haar mee te werken bij een con cert en bij die gelegenheid werd haar spel zoodanig geprezen in de kunstrubrieken der dagbladen, dat zij plotseling bekend werd en reeds aanvragen ontving om als pianiste op te treden. De roem. dien zij zoolang gezocht lxad en die haar steeds ontweken had, was nu tot haar gekomen en volop genoot zij daarvan, tenminste in het begin van haar artistieke loopbaan. Toch bleef zij voor zoo ver dit haar mogelijk was, juffrouw Sdhi-att bezoeken. Hubert was nu voor goed thuis gekomen; zijn vroegere plannen omtrent de vergrooting van den speelgoedwinkel werden ingevoerd en hij scheen het daarmede zoo druk te heb ben, dat hij geen tijd had om op Louise acht e slaan. Kwam zij 's avonds, als zij vrij was van haar werk, dat zij nog steeds had aange houden, want mijnheer Ruff wilde haar voor- loopig niet missenmen kon toch niet weten of de roem haar steeds genegen zou blijvenen niet behoefde op te treden. naar ouder gewoonte een uurtje bij juffrouw Schratt babbelen, dan had Hubert plotse ling iets heel dringends ln zijn werkplaats te doen en verliet hij het vertrek. Louise vond dat eerst erg vreemd, maar zij weerhield zich van opmerkingen. Zoo ging de tijd voorbij, reeds twee jaren waren verstreken sedert Frits Kehrbacher vertrokken was. Van hem vernamen zij niets, het. was alsof hfj nooit bestaan had. maar Louise had hora niet vergeten en dacht er dikwijls over na, hoe geheel anders haar leven zou geweest zijn, als zij met hem getrouwd was geweest. Of zij dan volkomen gelukkig zou zijn geworden, dat was ten slotte zeer te betwijfelen. Toch dacht zij niet met bitter heid aan hem, maar de tijd had de wonde geheeld, die haar was geslagen door de plotse linge verbreking van hun verloving. Op zekeren avond kwam zij weer bij juf frouw Schratt en begroette haar op de ge wone wijze: „Goeden avond, moeder, hoe gaat het met u?" „Moederzuchtte de goede vrouw en barstte opeens ln tranen uit. „Wat scheelt u?" 'vroeg Louise verschrikt ZIJ liet zich op de knieën zakken en trachtte de handen, die de schreiende voor de oogen hield, te verwijderen, maar tevergeefs. Het scheen, dat er iets vreeselijks was gebeurd en Louise wist niet wat te doen. Zij kon haar niet troosten, daar zij hoegenaamd niet be greep, wat de ooi-zaak van al dat verdriet was. Eindelijk bedaarde juffrouw Schratt en nog snikkend zei zij: „je geeft mij den naam van moeder, maar dat ben ik niet en zal het wel nooit worden!" „Wat bedoelt u toch?" vroeg Louise aarze lend, want opeens begreep zij het verdriet, der oude vrouw. ..Laat mij het je zeggen, want hij zal het nooit wagen te doen. Hubert bemint je, xnaar hij begrijpt evenals ik, dat zulk een be roemde kunstenares nooit de hand zal willen reiken aan een armen werkman. Daarom 'ijdt hij en ik niet minder! Wij hadden ge hoopt. dat als je verdriet om Kehrbacher mettertijd bedaarde, je Hubert's vrouw zon geworden zijn. Maar daarvan kan nu geen sprake meer zijn, dat begrijpen wij beiden 'e goed! Och, mijn arme jongen! Voor nem '.s er geen geluk meer te vinden! Hij spreekt er reeds over om weer naar zee te gaan!" „Maar moeder, dat is toch niet nood'.g! Laat Hubert gerust spreken, ik zal hem aan- hooren. Neen, de roem is niet hetgeen ik verondersteld had. Roem kan bittere ervarin gen meebrengen en die zijn ook mij niet be spaard gebleven. Liever wil lk daaraan ver baken en het geluk zoeken ln de liefde van een braven en rechtschapen werkman, dan avond aan avond de toejuichingen van een menigte, die mij zoo onverschillig is, te aan vaarden. Laat Hubert Zij hield op met spreken. De deur was opengegaan en de jongeman wilde binnen komen, denkende, dat hun buurmeisje zich reeds verwijderd had. Sne! opstaande nader de zy hem. legde haar hand ln de zijne en hem naar juffrouw Schratt voerende, sprak zij. „Moeder, nu gebrrak ik weer dien naam! Moeder, zegen uw kinderen Niet lang daarna werd hun huwelijk ge sloten- Louise hield zich voortaan alleen met haar huishouden bezig en als zij 's avonds nog eens een uurtje vond om zich aan de muziek te wijden, dan waren het geen inge wikkelde en moeilijke studies, maar vroohjke wijsjes, die door Hubert werden meegezon gen en door zijn moedgr nageneuried. Frils Kehrbacher liet niets van zich hooren. Zij hadden hem kennis gegeven van hun huwelijk, maar geen antwoord gekregen, tot zij opeens in de kranten de tijding lazen, dat de Iduna, waarop hij neg steels varende was geweest, in de Japansche wateren gedu rende een typhoon met man en muis was vergaan. Toch bleek het kort daarna, dat hy nog steeds aan zijn vroegere verloofde nad gedacht, want zijn verzameling Japansche curiositeiten, die hij aan zijn neef, rector Kehrbacher in bewaring had gegeven, had hij aan haar vermaakt. Die nalatenschap werd door het jonge echtpaar op hooge waarde ge houden en om niets ter wereld zouden ze die vreemdsoortige en soms grappige voorwer pen. die hen spraken over hun vroeger en vriend, willen missen. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6