J UeftJvoudj&b H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN STADSNIEUWS DE MOEILIJKE REIS HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 28 FEBRUARI 1930 (Nadruk verboden; auteurtrecht voorbehouden). De Man, de Vrouw en de Roos. door C. G. B. M'n vriend-Jan was jarig en verstrooid. Het eerste geschiedt elk jaar op den vijf tienden Februari, het laatste komt haast nooit voor. Hij, zat vlak bij den open haard en voor hem stond een oude, fraai-besneden geldkist van donker eikenhout met een ge weldig slot. Ik waarschuwde hem dat zijn Jas zoo zou gaan schroeien. En terwijl hij op nieuw een stapel gele, aan de randen gekreu kelde papieren en met touwtjes en lintjes dichtgebonden rollen paperassen op zijn knieën heesch antwoordde hij: „Dan ruik Je wel" en graaide verder ln de papiermassa. „Zoek Je wat", vroeg ik. „Ja". „Wat?" nee, dat zijn die liefdesbrieven van fti'n tante Herminenee. ook nietre keningen achttienachttienvier-en- vijftlg „Wat zoek jo?" Geen antwoord. „Wil je een sigaret?" „Hè, vroeg Je wat?" M'n Jarige vriend keek op, 'k schoof hem m'n sigarettenkoker toe, achterste-voren stak hij zoo'n wit paplertje-met-tabak ln zijn mond. En ik vroeg hem wéér wat hij zocht. „Oh", zei hij krampachtig trekkend aan de sigaret waarvan het mondstuk bijna niet branden wilde, „kijk eens. 'k Moet in dien rommel nog een stuk papier hebben zitten waarvan ik ine flauw herinner dat het iets met m'n dertigsten verjaardag heeft te ma ken. 't Is een oud ding maar wat het behelst weet ik beslist niet meer". En hij wroette op nieuw ln de oude kist en was nóg bezig en nóg even weinig spraakzaam toen ik hem een uur later op z'n eentje liet. Twee dagen na den verjaardag belde hij me op. Hij had het gevonden. Ik moest ko men. En op zijn kamer dien avond rolde hij een groot vel papier voor me open. Gracieus ge bogen. nu verbruinde pennehalen die uitlie pen ln krullen en bloerften vormden een let ter A. de eerste van*het sierlijk geteekende zinnetje „Aan mijn nageslagt". Ik keek m'n vriend aan: „Wat moet lk daarmee?" „Lees maar", zei m'n vriend, „lees maar, Interesseert je misschien". En ik las. Daar stond alereerst met 'n geweldigen omhaal van -woorden te lezen, dat telkens de oudste zoon ln rechte lijn afstammende van den schrijver dier regelen, on zijn der tigsten verjaardag zoo kort mogelijk Iets neer moest schrijven over: de man, de vrouw en de roos. opdat dit een beeld zou geven .van het leven van het voorgeslacht. En wanneer er eens geen zoon meer zou zijn om op zijn der tigsten verjaardag een verhandeling te ge ven over den man, de vrouw en de roos, dan zou dit zeker belangrijke document aan den Koning der Nederlanden geschonken moeten worden. Nu volgde, dan. met kleine priegel lettertjes gekrabbeld, een zeer schoon gedicht van den grootvader van mijn vriend, gemaakt op 15 Februari 18Ö8. Ik heb het niet overgeschre ven, want dan zou elke regel over minstens drie kolom gezet moeten worden. Na een zeer geslaagde aaneenschakeling van verschillende kansel woorden, waarmee de grootvader zijn oprechten dank kenbaar maakte over 't feit, dat hij reeds dertig Jaar geworden was, begon hij zinnen ln elkaar te draalen over de maan en een bosch en een oude buitenplaats die me Kterk deden den ken aan wat me op de H B S. door 'n ouder- wetschen leeraar-Nederlandsch, die bijna al les van Vader Cats, Van Alphen, Rh ij n vis Felth, Potgieter enzoovoort uit het hoofd kende, was Ingepompt. En op die buiten plaats had de grootvader-van-mljn-vrlend, toen hij amper zos-en-twintig Jaar was. een lieftallig, bedeesd, schoon maagdeiyn ont meet. Het verwonderde me niets dat de Jon geman met het meisje was gaan wande'en, dat de maan rustig bleef schijnen, dat er bij de buitenplaat® een kerkhof was, dat er op dat kerkhof rozen groeiden over gescheurde grafzerken en dat. de Jongeling een dier ro zen plukte en aan het meisje gaf. Welke ver haal gevolgd werd door een zeer gewaagde beeldspraak over Jonge meisjes schoon en zacht, als rozen, óver rozen met en zonder doorns, over ontluikende rozeknopjes en treurrozen op een graf. Ik keek mijn vriend aan. Over m'n schou der had hij meegelezen, 'k Moet hem wel erg vreemd aangestaard hebben, want hij begon te lachen. „Geweldig romantisch, hè?" vroeg hij. „Trek je d'r maar niets van aan. M'n groot vader was een eerzaam winkelier en m'n grootmoeder was de dochter van een zaken vriend en zes jaar ouder dan d'r man. Je reinste fantasie. Lees maar verder. Onder een kunstig, uit pennekrassen sa mengesteld vogeltje tusschen roosjes, begon ln regelmatig schrift van donkerder letters op met potlood getrokken lijntjes een uiteen zetting in deurwaarders-exploit-styi: „Ik Willem Jan Gerrltgeboren den negentienden Augustus achttien honderd 74, zesde zoon van Jan Willem Gerrlt en Anne Hendrlka derzelver oudste nog in leven zijnde zoon, verklaar op heden, den negentienden Augustus negentien honderd 04en dan kwam er een zeer keurige beschrijving van verschillende soorten rozen en de wijze waar op men die moet enten en kweeken en ver zorgen. een volledlee inventaris van de kleer kast van een man in den Jare 1904, hetzelfde van een vrouw, benevens de manleren waar op een man geld moet verdienen en de ver melding dat vrouwen probeerden te denken en zich met zaken te bemoeien. Het was zeer droog en zeer vervelend. Verder was het papier b'ank. En weer keek ik mijn vriend Jan aan. Hij glimlachte. „Moet jij er nu niets bijschrijven?" vroeg ik. „Och man", was 't antwoord, „weet Jij wat?" Ik zweeg, hij eveneens. We piekerden, sta ken een nieuwe clgaret op, en peinsden over de vraag wat tegenwoordig de vrouw, de man. de roos beteekenen. Nog eens las m'n vriend het papier over. Zoo kort mogelijk moest het zijn. Het bleef een tijdje stil. Dan krabbelde m'n vriend met zijn vulpen wat op 't oude papier: roos duur vrouw ook duur man Achter dat „man" kwam geleidelijk een stel vraagteekens te staan. Dan rolde m'n vriend het papier op. Hij duwde het ln de blauwe vlammen van den haard die even fel lekten en oranje opsloegen. Het verbrande zwarte papier kreukelde ineen, viel in flarden weg over de kolen. En we bleven tot 's nachts half drie hoo rnen over romantiek die er niet meer is. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. C^J geeft geur en smaak ian uw glaasje. CATZ ZOON VAN PEKELA, G ROMiNG m naak 6 i J HERV. GEREF. STAATSPARTIJ. De afdeelbig Haarlem en Omstreken van de Herv. Ge-'ef. Staatspartij hield Donder dagavond in het Wijkgebouw aan de Ged Oude Gracht een bijeenkomst, welke ge presideerd werd door den heer H. A. Vromans, en die haar op de gebruikelijke wijze opende. Daarna verleende hU het woord aan den heer G- NieuwenhuUzen uit Den Haag. secre taris der partij en lid van het hoofdbestuur, die een rede hield over het onderwerp: „Nederland, let op uw saeck". Deze vestigde er allerleerst de aandacht, op, dat zijn partij nog klein was. Dit behoeft echter niet af te schrikken, zei spreker, want alle dingen in het wereldgebeuren zijn klein begonnen. Hij sche'ste uitvoerig de oprichting van de Her.v Geref. Staatspartij, nu ongeveer acht jaar geleden, en de aanleiding daartoe. De leden dezer partij kantten zich tegen de coalitie: de samenwerking met Rome konden zij niet dulden. „Wie met Rome samengaat", pleegt landsverraad", zei spreker. De beweging der Herv. Ger. Staatspartij is uiit den nood der tijden geboren. God heeft deze partij ge zegend; bij de eerste stemming na de op richting werden er al 20 000 stemmen op deze partij uitgebracht. Wie had dat <jurven den ken?, vroeg spreker. En by de tweede stem ming was dit getal reeds tot 30.000 gestegen. Toen werd Ds. Lingbeck als lid der Tweede Kamer gekozen. En by de laatste stemming bedroeg het aantal op deze party uitge brachte stemmen 36.000, zoodat Ds. Llwgbeek herkozen werd. „Die toeneming van het aantal stemmen is geen wonder", zei spre ker. „Dat is een bewijs, dat die mensclien zich niet meer veilig voelen by de huidige Christelijke partyen; zy willen hun knie voor Baal niet bulgen. zy willen hun geweten vry maken voor God en de mensclien. zy willen niet leven by de gratie der Chrlst.- Hlst. Unie. zy elschen het rechit op om hun party te handhaven. God heeft ook aan ons volk een Mozes gegeven; dat was de Prins van Oranje, die ons volk van den on dergang gered heeft". Als het volk het leerde verstaan, waaruit God het heeft gered, zou het de beste politiek beoefenen, alius spreker.. De zaak van Ne derland ls een Godszaak. Het volk van Ne derland moet zyn historie leeren verstaan God iaat ons volk nog niet los; Hij ham cl - hooft zyn verbond, hoewel het volk Hem van alle kanten loslaat. Als Nederland voort blijft gaan, den God des Verbonds te looche nen, en r.og wel onder Christelijke leuzen, dan geeft het }JJn onafhankelijkheid prys. Het Christelijk volk moet de coalitie laten varen. Wie den God der Wonderen ver loochent. gaat ten onder. Ons volk snelt Rome en het heldendom tegemoet. Laat het daar mee ophouden. Nederland meet op zyn saeck letten. Ons volk moet weer hebben een Staat met den Bybel, waarvoor onze voorouders tachtig Jaren lang. gevochten hebben. De klare waarheid is, dat Nederland zyn 80.000 martelaren heeft gehad, die hun goed en bloed voor het vaderland hebben geofferd. Dat mag nooit vergelen worden. Groen van Prinsterer heeft eens gezegd: „Nederland ls geen Christenland" meer; het. Christendom wordt alleen getolereerd, om dat ons land een Grondwet heeft, waarin het woord God niet eens voorkomt" Toen de coalitie tot stand kwam, onder het drinken van een glaasje wijn, werd Neder land met huid en haar verkocht. De Lager Onderwijswet breekt ons den nek, zei spreker, dat komt door het Roomse he gevaar. De Staat betaalt wel het geld voor de Roomsche nonnen en brooders, die onderwijs geven, maar zy mogen het niet zelf houden; dat moeien zy afstaan aan him kerken en kloosters. Het is aan den protestant Dr. J. Th. de Visser te wyten, zei spreker, dat de Lager-Onderwyswet tot stand kwam en dat ons volk aan Rome werd overgegeven. De Bijbel moet weer op de openbare school worden toegelaten. Dat is een eisch van zuiver Protestantsche beginselen. De Herv. Ger. Staatsparty wil geen anti papist zyn, maar alleen Protestant, om de zuivere waarheid te dienen. Wie lid wordt van de Herv. Ger. Staatspartykan niet rijk worden, maar die krijgt een vrij geweten ..Ons staat een sterke Held ter zij. door God ons uitverkoren". Met deze woorden van Maarten Luther eindigde spreker zijn rede. De by eenkomst die door slechts vyftien menschen werd bygewoend, werd met ge- meensohappeiyk gezang en dankgebed ge sloten. ARROND. RECHTBANK. Oplichting bij een voor- schotkas. Een 30-jarig schilder uit Haarlem stond terecht wegens verduistering van f 16.26. genleegd in de tweede helft van 1929 ten nadeele van een snaar- en voorschotkas te Amsterdam, waarvoor hy als hoofdagent ln dienst was en wegens vervalsching van eëh accept van f'110 door het plaatsen van een valsehe handteekening. Verdachte was als hoofdagent in dienst van deze spaar- en voorschotkas en had tot taak het ineasseeren van de terugbetalingen op verschotten, het uitreiken van de voor schotten in den vorm van bonnen voor ver schillende artikelen en het ineasseeren bij de gewone agenten van wat zij aan voorschot ten terug ontvangen hebben. Naar de eerste getuige, de bedrijfsleider van de firma, die de soaarkas exo'oiteerde, mededeelde genoot verdachte het volle ver trouwen van de directie. Het tweede ten laste gelegde delict «leegde verdachte op de volgende wyze: Wanneer hy den by de voorschotkas aangeslotenen de voorschotten in den vorm van bonnen uit reikte teekenden de betrokkenen een accept, waarby zy zich verplichtten tot terugbeta ling. Dit accept werd wekelyks ten hoofdkan- tore ingeleverd. Verdachte nu heeft gedu rende eenigen tijd de bonnen, die hij van het hoofdkantoor kreeg voor zich zelf behouden doch wel een accept ingeleverd, dat door hem zelf van een valsehe handteekening was voorzien. Met de bonnen ging hij voor zich zelf han- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1556 NAAR BED Jantje leest een fijn beek, gluurt naar de klok en ziet dat het zijn bedtijd is besluit, zich zoo stil mogelijk te houden, in de hoop dat nie mand er voorloopig aan zal denken hoort met een zin kend hart moeder koel mee.oogen'oos zeggen: Jantje - bed tijd 1 doet of hy het niet hoort in de hoop, dat zy er een tüaje met meer aan denkt moeder herhaalt haar waarschuwing Jantje informeert of hy het hoofdstuk mag uitlezen rapporteert da t er nog zestien bladzij den komen voor het uit is vraagt of hy dan de bladzy nog mag uit lezen, hy ls daar al zucht, nou goed dam eindigt de bladzü al opstaande en ver wekt naar bed. (Nadruk verboden.) delen. Het voordeel was, dat hy de bonnen verkoopen kon, hetgeen hem eenmaal f 40 heeft opgebracht. Het eerste ten laste gelegde delict, het niet afdragen van het van een onderagent te Santpoort ontvangen geld bekende verdachte. Van het tweede zeide hij geen ander voor deel genoten te hebben dan die f 40. Getuige H. N., bakker te Haarlem, had zich ln Maart 1929 tot verdachte gewend om een voorschot te ontvangen. Hy heeft nadat ver dachte met zijn vrouw gesproken had een aanvraagformulier geteekencl voor een voor schot van f 30 tot f 50. Het bedrag herinnert getuige zich niet nauwkeurig. Doch aange zien getuige later by de aanbieding van de bonnen verdachte medegedeeld heeft van het voorschot te willen afzien, heeft hy ook geen accept geteekend en kon hy verklaren, dat het accept, dat de president hem nu toonde dat zijn naam droeg, valsch was. Nadat de boekhoudster van de voorschot kas nog verklaard had, dat de contróle op verdachte moeilijk was, en hy een vertrou- wenspost bekleedde, kwam de verdachte aan het woord. Hy zelde niet den opzet te heb ben gehad om zichzelf te bevoordeelen. Hy beklaagde er zich over, dat er weinig con trole op hem was. hoewel hy als leek het agentschap als bybetrekking vervulde en hoewel de inkomsten van de provisie niet groot waren. Het O. M. achtte zoowel de verduistering in dienstbetrekking als de valschheid in ge schrifte bewezen. Het eisch te 6 maanden ge vangenisstraf. De verdediger, mr. TL O. Drilsma stelde de vraag of bewezen is het oogmerk om door de valschheid in geschrifte nadeel toe te bren gen en of er nadeel door is ontstaan. Hoe wel niet goed te praten noemde pleiter de feiten niet zeer ernstig. Verdachte is een slachtoffer van de uitwassen van het afbeta- tingssysteem, 't welk pl. niet aarzelt immoreel te noemen en dat ook zyn uitwerking niet mist op hen, die het dienen. Mr. Drilsma vroeg een voorwaardehjke gevangenisstraf. Uitspraak Donderdag. NIEUW LEVEN De geheelonthouderstooneelvereeniging „Nieuw Leven" geeft een bal masqué op 1 Maart. De jury zal bestaan uit de heeren: Kees Koeman, kunstschilder, van Heuven, leeraar teekenen, en Rees, kunstschilder. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Hi Stofzuigerhuis MAERTENS D ■BSB B ARTE L JORIS STRAAT 16 WÊSM 129 Telefoon No. 1075ó fifiöi Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties, DIRK SCIIaFER. De beroemde pianist Dirk Schafer zal dit seizoen zyn eersten pianoavond te Haarlem geven op Donderdag 6 Maart in den Stads schouwburg. Het programma bevat werken van: Beet hoven, Chopin, Milhaud, Ravel en Debussy. Den muziekliefhebbers wacht dus een zeer byzondere avond, GEM. ORGELCONCERT. SOLISTE: MEVR. NOORDEWIER. Binnenkort gaat Mevrouw Noordewier een groote buitenlandsche reis ondernemen, ox naar Sicilië, maar alvoréns te vertrekken, komt zij in Haarlem nog een concert geven en wel op Dinsdag 4 Maart in de Gem. Con certzaal. Het zal haar op dit concert zeker niet aan bewonderende luisteraars ontbreken. SYNAGOGEDIENSTEN NED. ISRAëL. GEMEENTE Sabbath Vrydagavonddienst by den Ingang te 5 uur Ochtenddienst te 8 uur. Middagdlenst te 1 uur. Avonddienst te 6.17 uur. Werkdagen: Ochtenddiensten te 7 uur. Zondag te 7.30 uur. Avonddiensten te 7.45 uur. Talmoed Torah: Sabbath niet. Werkdagen: 's avonds te 7.15 uur. Zondag te 7 uur. De diensten op Sabbath worden verricht ter Synagoge L. Begynestraat 11. De overige diensten, alsmede Talmoed To rah, worden verricht in het Gemeentegebouw L. Wijngaardstraat 1$. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu p«r regel. FEUILLETON 12) Roman van DULBERT FOOTNEK. Wanneer is Pierre Torna vertrokkon? Vandaag, zei Anoose. vyf uur geleden. Zyn paardeu. versch. Misschien kunnen wy hem inhalen! riep Garth. zy vertrokken. De af te leggen weg was vyf en twintig mijl lang. Pake spaarde zyn paarden niet, maar de vetgemeste paarden hadden reeds allen lust- voor de reis verloren en maakten slechts matige vorderingen. Men was nu genoodzaakt een uur rust te nemen en de paarden te voederen. Garth werd on gerust over z}jn provisie en over de wegen, die steeds smaller werden. Bovendien meende hij. dat Nick Gryils niet de man was. om half werk te doen. Terwyi hy naar Natalie keek, begreep Jiy, dat een man tot lage mid delen ln staat kon zijn om haar te bezitten. Intusschon trachtte hy haar en zichzelf op te beuren met de herhaaldeiyk uitgedrukte verwachting, dat de bisschop Pierre Torna zeker niet zou verlaten voor den volgenden morgen. Het was reeds over zessen, toen z.y aan oer. kleine hut kwam. het eerste teeken van eenig leven op hun reis. Een oude man met grijze haren kwam naar bulten gestrom peld. HU keek verbaasd en beantwoordde Garth's, vraag, voor zU gesteld werd. Waar is de bisschop? De oude man spreidde zUn handen open en zei: L, Vertrokken, vier uur geleden! HOOFDSTUK VIII. Op de kleine Rivier. De volgende ochtend vond Garth en Nata lie op de golfjes van de Musquasepi. alleen ln het noorden, 's Nachts had een zekere be sluiteloosheid Garth overvallen, zyn verar.t- woordeiykheid was zoo groot! Maar Natalie had op haar lip gebeten en gezegd: We moe ten vooruit op alle manleren, al moesten we op handen en voeten kruipen. Op alle veilige manieren, vond Garth. Nick Gryils rekent er natuuriyk op, dat wij opgehouden worden, zei zy. Ik durf wed den. dat hy ons op de hielen zit. Dat vond Garth zeit ook. We moeten dus dcorrUden. We. moeten doen, wat het beste ls voor uw veiligheid, zei Garth. Een stralende blos kwam weder op Nata lie's wangen. Alleen maar mUn veiligheid, riep zy uit. Maar ook myn eerzucht is met dezen tocht gemoeid, precies alsof tk een man was. Ik zei dat ik het volbrengen zou en lk zal het volbrengen en zoodra Ik nog één woord ver neem over mUn veiligheid, op mUn woord, dan ga ik alleen verder! Garth glimlachte en gaf geen bescheid, omdat, het tenslotte veiliger leek om verder te trekken dan om terug te gaan en heime- lUk was hy verheugd over den geest, die haar bezielde. Ze hadden de boot van Pierre Torna ge kocht. een inboorling van het fiere oudere ras. in wiens oude oogen nog de geest van den woudlooper fonkelde, zy rekenden nu op de boot, die hen wel tot het meer Caribou zou kunnen brengen en daar aldus had Pierre Torna hun verzekerd zouden zy den bisschop we', ontmoeten. In leder geval zou Wall-eye Macgregox wel een sterke boot heb ben, die hen de resteerende tachtig myi ver der zou kunnen brengen. Na een langen tocht, die Garth een gru- welijken namiddag had bezorgd, drong Na talie aan op kampeeren. Ze zochten een klei ne inham op het water en toen hy de tent had opgeslagen en een vuur had aangelegd, stond Natalie er op, dat hij languit in het gras zou gaan liggen. terwUl zy voor het avondmaal zou zorgen. Hy zag haar Uverig en zorgzaam bezig. Met het ondergaan van de zon kwam ©en stilte over ben. Het water van de kleine ri vier vloeide stil en donker aan him voeten en onwillekeurig dempten zU hun stem. Maar er is altyd een geluid, dat de stilte vergezelt en dat uit de verte doordringt in de nachtehjke lucht het bevende gehuil van de dieren uit de bosschen. Garth en Natalie spraken slechts weinig. Toen de duisternis dieper viel en het hel dere firmament van het noorden meer en meer verlicht werd, kwamen nieuwe geluiden van nachtvogels de stilte verstoren. Om Na talie zooveel moseiyk gerust te stellen, sta pelde hy rotsblokken om haar tent en ver zorgde het vuur. Natalie stak haar hand naar bulten en zei angstig: Ik kan het niet verdragen, dat u alleen onder den blooten hemel moet b'.yven. Garth's hart stond een oogenblik stil, maar hy riep uit: Onzin, dat gaat best. Om u een genoe gen te doen, zal lk den geheelen nacht het vuur aan houden. Stralend brak de dag open en kort na zonsopgang trokken zy verder. Naarmate zy verder afdaalden, veranderde het karakter van de rivier. De boomen verdwenen om plaats te maken voor rnalsch gras dar, op mensehenhoogte groot© vlakten bedekte. Over de oevers hingen nu boschjes en hout gewas, die Garth verraderlijk toeschenen. De kant werd modderig en het roeien daar door bemoeliykt-, zoodat zy slechts weinig vooruitkwamen. Maar eindeiyk konden zy na veel moeite weer aan land gaan om hun middagmaal te gebruiken. Nauwehjks waren zij gezeten, of Natalie ontdekte in den mod der van de rivier een groote bruine beer, die daar zat met hangende voorpooten en de houding van een baby. Hij zag er zoo huise- lyk en komiek uit, dat Natalie in een scha terlach uitbarstte, waarna bruin verontwaar digd en verbaasd op zijn vier pooten viel en er vandoor ging. De fijne yle lucht van den noord eiy ken zomer maakte hen vrooiyk en opgewekt en de lucht weergalmde van hun lach en vroolyken kout. zy hadden elkaar lief en hun oogen be kenden het vry uit. hoewel hun mond zweeg, zy hadden geen uitleg noodlg. want alles was duidelijk bij iederen blik. Op zulk een dag, bij zulk weerwelk gevaar, welke moei lijkheden konden hen deren? Nick Gryils bestond niet meer voor hen. Den ganschen dag zagen zy geen teeken van menscheiyk leven. En zoolang de zon scheen behielden zy hun kinderiyke biymoedigheid. Hun ge sprekken werden vriendschappeiyker en zy noemden elkaar by den naam. Maar na het avondeten, toen de zon was ondergegaan, kwam weder de groote stilte over hen. Natalie liet lusteloos haar armen hangen, Garth's pUp ging uit en een onzeg bare moeheid viel over beiden. ZU zwegen. Boven hen_ stond een rU boomen en op den rand van den oever zat een groote uil, het eenlge levende wezen buiten hen, dat zicht baar was. Natalie zat in elkaar gedoken op een kist. met Garth's jas over haar schouder. ZU dachten aan wat hen. scheidde. ü*j, die elkaar liefhadden. En Garth, die haar daar zag zitten, zoo tenger en klein onder zUn ias. snakte er naar haar naar zich toe te trekken, maar hij verdreef dit verlangen met de steeds her haalde gedachte: Ik moet over haar waken. Natalie verdween in haar tent en schreide zich in slaap. Garth luisterde naar haar snik ken. die hem als kleine messen in de borst sneden. Toen zU sliep stond hy op. ontkleed de zich en zwom de rivier in tot het water hem koud maakte. Toen kleedde hy zich weer, stak een pUo op en de rust kwam weer over hem. Tenslotte legde hU zich neer in het gras en sliep tot den morgen. Toen de zon opkwam verscheen Natalie dapper en frlsch als voorheen. Zij keek dank baar naar Garth en vond allerlei kleine at tenties om hem een genoegen te doen. Dien dag veranderde het karakter van de rivier een weinig en rij roeiden verder van het eene punt naar het andere. Plotseling zagen zU een groote griize boot. Een breede kerel met een grooten baard stond op het dek. Het leek wel een piraat op zijn roover- schip. Alle twee keken met open mond elkaar aan, vol verbazing over de plotsel'nge ont moeting en bUna was de boot reeds voo-blj toen Garth de teeenwoordigbeid van geest had om in een lulden roep te vragen naar den afstand van het meer. Het antwoord kwam. VUf en twintig m'1l! En het leek wel alsof er een tooverkracht in hen kwam. De wind was mi gekeerd en zware wolken kwamen aangerold uit het we*+en. De on derkant van de wolken werd grijzer en grU- zer en de blauwe strepen smaller en smal ler. Tenslotte s^oeg een fijne slavregen om laag en de reizigers zochten dekking onder hgt kreupelhout. Om hen heen plaste de re gen in het water van de rivier, tot hij ook door de blaren begon te druipen, en zij be sloten toen om maar door te roeien en den regen te laten plassen waar hy wilde. .(Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6