TWEEDE KAMER
EERSTE KAMER
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK.
Nerveus en Overspannen
Onrustig en Slapeloos
Mijnhardt's Zenuwtabletten
BIOSCOOP
INGEZONDEN
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 1 MAART 1930
DERDE BLAD.
28 Februari.
De Indische begrooting. Onderwijs, hygiëne en
art 177.
Er is alweer een hoofdstuk van de Indische
begrooting afgedaan!
Alweer een hoofdstuk. Het wordt nu wer
kelijk tijd, dat er wat meer voortgang komt.
Dat kan ook zeer weL Er worden heel wat
detail-onderwerpen behandeld, die volkomen
thuis behooren bij de Indische begrooting.
Vragen, waarop de minister dan ook niet veel
anders antwoorden kan, dan dat hij ze ter
kennis brengen zal van de Indische regee
ring. Vragen, zooals die van den heer Van
Zadelhoff (pensioenkwesties) en van een
heer Moller (susidiedetails van het Bijzon
der Onderwijs in Indië).
Vandaag zijn er besproken het onderwijs,
de zending en de volkshygiëne.
Mevrouw De VriesBruins klaagde
over de krankzinnigen-verzorging in Indië,
De minister merkte eerst op, dat een
krankzinnige in een inrichting, welke ook.
altijd beter af is dan in de dessa, maar
daarnaast gaf hij uiting aan zijn meenin;
dat er nog veel te doen valt en dat er steeds
wordt voortgewerkt door de regeering. Hij
wilde er echter met den heer Van Kempen
op wijzen, dat goede hygiënische verzorgiui
ook bij de bevolking een voedingsbodem
moet vinden. En die is er nog lang niet over
al bij de voor het grootste deel primitieve
bevolking aanwezig.
Onderwijs. De heer en Gerhard en Moller
en Van Kempen hebben aaneengesloten ge
vraagd om onderwijs, dat aansluit bij de
behoeften van de bevolking. De heer van
Kempen was er over verheugd, dat er een
algemeene herziening der Onderwij swetge-
ving zal plaats grijpen, nu er ruimschoots
gelegenheid zal zijn rekening be houden met
de methoden, die voor de Inlandsche bevol
king het meest vruchtdragend kunnen zijn.
De heer Gerhard wilde in Indië onderwijs
doen geven overeenkomstig de geloofsover
tuiging der inlanders. De minister ant
woordde, dat er bij de Mohammedanen geen
afkeer is van het bijzonder confessioneel on
derwijs, integendeel het wordt gewaardeerd.
De minister zal er op uit zijn het in-
landsch onderwijs allereerst tot meerdere
ontwikkeling te brengen. Waarbij hij de Ka
mer verzocht er op te letten, dat het gebruik
van inheemsche talen kan geschaad worden
bij gelijktijdige aanwezigheid van een school
ter plaatse, alwaar Hollandsch wordt onder
wezen. Omdat het Hollandsch gaarne door
ieder wordt geleerd. Toch Hollandsch
blijft voor de inheemschen een vreemde
taal, al zullen zij, door het te leeren van de
eigen beschaving niet vervreemden.
De heeren Lingbéek en Kersten klaagden
over een Roomsch ingrijpen op zendlngsge-
bied van anderen. Zij vroegen om toepas
sing van art-. 177 I. R. R. De minister volgde
den heer Moller in diens betoog, dat die ar
tikel duidelijk spreekt van verstoring van
orde en rust. Wil men dus met het artikel
in de hand een of andere missie of zending
weren, dan moet er verstoring van orde en
rust geconstateerd worden of zajn.
De algemeene beschouwingen. Met
dankbetuiging ontslagen. Is Labour
socialistisch De strijd tegen de
onzedelijkheid.
De oud-gouverneur van Nederl. Indië. Mr.
Fock, heeft voor vandaag de rij der sprekers
bij de algemeene beschouwingen over de
Rijksbegrooting geopend.
Het spreekt vanzelf dat hij (weinige) ko
loniale beschouwingen hield.
De eerste dier beschouwingen hield een
uitnoodiging in, die men, wanneer men
vriendelijk gestemd is, noemen kan een „in
vitation a la valse" en wanneer men wat on
vriendelijk gezind is een uitnoodiging tot een
steekspel noemen kan. Mr. Fock toch, op
merkend, dat hij minister De Graaff had
leeren kennen als een krachtig bewindsman,
riep den leden die meenden dat het bewind
De Graaff-Fock zoo veel kwaads had gedaan
op, met feiten te komen bij de' eerstvolgende
behandeling van de Indische begrooting. Hij
zou ze te woord staan!
Mr. Fock heeft daaroa gevraagd aan de
regeering zich duidelijk uit te spreken over
haar staatsrechtelijke opvattingen ten op
zichte van Indië. De heer Fock zette uiteen,
dat het zwaartepunt van het koloniaal beleid
hier te lande moet liggen; de minister is
verantwoordelijk. Waar echter om die ver
antwoordelijkheid, de minister aanwijzingen
moet kunnen geven aan den Gouverneur-
Generaal daar bepleitte de heer Fock een
samenwerking vooral door overleg. Door
overleg, omdat zulks geëischt wordt door de
noodzakelijkheid van samenwerking tusschen
GG. en Volksraad, welke noodzakelijkheid
op haar beurt geëischt wordt door'de kwade
gevolgen, die verbonden zijn aan conflicten
tusschen G.G. en Volksraad.
Over het ontslag-met-dankbetuiging, dat
den heer Fruytier is toebedeeld geworden,
was de heer Fock allerminst tevreden. Wan
neer die dankbetuiging aldus Mr. Fock
samenhangt met het ambt (zooals de minis
ter deed gevoelen in de stukken) en niet met
de wijze, waarop het ambt werd vervuld, dan
is het maar beter, dat die dankbetuiging
wordt afgeschaft. „In die dankbetuigingen
ook moet de regeering waar zijn en waardig!"
De heer Ossendorp betoogde, dat de laat
ste herziening van het bezoldigingsbesluit
van de zijde der ambtenaren in het Georga
niseerd Overleg niet in volle vrijhe'd is be
sproken kunnen worden. En vervolgens be
toogde hij met vele cijfers, dat ook. wanneer
men alles wat de regeering aanvoert, zooals
het gladstrijken der plooien en het zakken
van de Index-cijfers, er nog talrijke ambte
naren. vooral onderwijzers zijn, die ver blij
ven beneden hunne salarissen van 1920. Dit
wilde hij veranderd hebben.
De heeren Polak en Serrarens hebben ge
zamenlijk gedisputeerd over de beteekenis
van socialisme en Roomsch-Katholicisme in
onderlinge tegenstelling of overeenkomst en
in hun beteekenis voor de toekomstige poli
tiek van ons land.
De heer Polak zette uiteen, dat de oude
traditioneele politieke groepeering hier te
lande rechts-links staat buiten elke
werkelijkheid. De eenige werkelijke politieke
onderscheiding acht de SD. Heemschutter
die tusschen democratisch en conservatief.
Aan conservatieve zijde staan de liberalen.
Daarom zal er nooit (met zekere reserve zei
de heer Polak dat „nooit", zooals hij van
Herbert Spencer had geleerd) een samen
hang kunnen komen van liberaal en rood.
Democratisch-conservatiefDat wordt vol
gens den heer Polak de tegenstelling der
toekomst.
Het zal nog wel wat duren voor de s.-d.
zullen worden geroepen tot mede-regeeren,
zei de heer Polak, maar kómen zal 't. Het zal
komen, wanneer de R.-K. arbeiders het in
zicht zullen hebben gekregen, dat hun plaats
is bij het socialisme. Hij zei, dat de R.-K.
meer en meer zullen beseffen, dat vakstrijd
politieke strijd is. Hij begreep niet, hoe een
R.-K. arbeider, die in de vakvereeniging
strijd voert tegen de R.-K. patroons, met
dezen in één politieke partij kan gaan zitten.
Hij verwees de R.-K. naar Engeland, waar
vele R.-K. arbeiders in de Labour-partij een
vooraanstaande plaats innemen. B.v. Wheat-
ley. En nu zegt men wel. dat de Labour-
partij geen zuiver socialistische groep is,
maar de heer Polak wilde wel zeggen, dat
toen hij lang in Engeland werkte, nooit eenig
verschil heeft gezien tusschen zich zelf en
de leiders van Labour.
De heer Serrarens sprak het tegenbetoog
uit In een maidenspeech. Hij betoogde, dat
het R.-Katholicisme met het socialisme niet
zal samengaan, wanneer het socialisme niet
van karakter verandert. Wanneer het. socia
lisme den klassenstrijd niet laat vallen, is
samenwerking nooit mogelijk! Klassestrijd
gaat in tegen de R.-K. leer. Die leer erkent
alle standen als gelijkwaardig waarom zij
geen strijd, maar vrede zoekt en dat moet
dan een vrede zijn, die op ordeJs gegrond.
De heer Serrarens zeide, evenzeer op grond
van ervaring tot de conclusie te moeten ko-
men, dat er wel degelijk een fundamenteel
onderscheid is tusschen hel continentale so
cialisme en Labour. Er zullen bij Labour on
getwijfeld socialisten zijn. maar heel de le>
vens- en wereldbeschouwing yan Labour is
anders dan die van het socialisme. Bovendien
de Labour-litteratuur kent vrijwel geen
woord voor klassenstrijd. Labour wil geen
klasse-partij zijn. Voorts wees de heer Serra
rens er op, dat de R.-K. n Engeland geen af
zonderlijke partij kunnen oprichten, zij vor-'
men slechts 5 pet. der bevolking, maar even
zeer staat 't vast. dat de Engelsche bisschop
pen hebben gezegd, dat een R.-K. wien het
onmogelijk wordt gemaakt zijn beginsel te
beleven, uit Labour treden moet.
De heer Polak en mevr. Pothuis-Smit spra
ken over de openbare zedelijkheid. De eerste
merkte op, dat men nu werkelijk niet over
den dag van het heden zoo ontzet behoeft te
zijn de oorlogswerking zal ook weer weg
ebben omdat er gedurende alle tijden veel
verkeerds is voorgekomen. De heer Polak
raadde Prof. Steger aan eens het Antwerpsch
Liedt-boeck te lezen! Men moest zei de
heer Polak ook niet zooveel ophef maken
van de boeken van Linüsey, die een uitweg
wil vinden tot- het voorkomen van vele ille
gitieme verhoudingen.
Mevr. Pothuis-Smit voelde zich getroffen
door den toon van Prof. Steger, dien zij als
dien van een Inquisiteur teekende. Gelooft de
professor werkelijk vroeg zij dat alleen
bij de kerkdijken de moeial te vinden is?
Hij moest dan maar eens bedenken, dat de
liberale burgemeester Teilegen in Amsterdam
nooit is overgegaan tot opheffing van het
dansverbod, wat wel door den a.-r. burge
meester de Vlugt geschiedde.
Wanneer de heer Steger sprak over den
Russischen wensch om den godsdienst te
vernietigen, dan bejammerde zij dat even
zeer als Prof. Steger, maar vroeg zij ook:
heeft de Kerk daaraan niet veel schuld. De
kerk, die vele maatregelen van knechting
steeds heeft gesanctiormeerd. De kerk van
het oogenblik wekt ook afkeer om den gods
dienst, wanneer zij het zenden van duikboo-
ten naar Indië goedkeurt.
Tenslotte de heer Polak heeft een warm
pleidooi gehouden tegen het steeds toenemen
van barbarismen, gallicismen en germanis
men in de Nederlandsche taaL En hij be
treurde 't, dat de regeering in de staatsstuk
ken het voorbeeld geeft in verslapping.
Minister Ruys heeft met enkele woorden
zijn rede begonnen, om deze a.s. Dinsdag
verder voort te zetten.
INTIMUS.
LIEDEREN- EN DECLAMATIE-MATINéE.
Al was het omschreven doel van mijn gang
naar de matinée die de afd. Haarlem der
Ned. Ver. van Huisvrouwen had georgani
seerd, in de eerste plaats: het debuut van
mej. Adr. Wolters a'.s zangeres te hooren, en
al heb Ik mej. Wolters, die door ongesteld
heid verhinderd bleek, niet hooren zingen,
toch heb ik allerminst een vergeefsche reis
gemaakt. Hooge kunst is ons geboden en
zelfs aarzel ik niet om al het gehoorde onder
de rubriek ..muziek" onder te brengen. Als
muziek klinken de verzen van Adama van
Scheltema: muziek is de declamatie van J. B.
Schuil, het in de meest verscheiden toonre-
gisters en toonsterkten gesproken woord, dat
elke gevoelige snaar in de ziel der hoorders
doet mede trillen. Voor mij. die den heer
Schuil nooit als declamator gehoord had was
zijn diepgevoelde, van fijnen smaak en groo-
te bekwaamheid getuigende voordracht een
ware verrassing. Schuil heeft zich het voor
beeld van zijn greote kunstbroeders Jan
Musch en wijlen Willem Royaards ten nutte
gemaakt. Er zit muziek in zijn dictie, die de
hulp der zuivere toonkunst niet behoeft om
den gewenschten. den vereischten indruk ten
volle te wekken. De grootste variatie was In
zijn programma aanwezig; de felste contras
ten werden te voorschijn geroepen. En alles
was even raak. Ik noemde de gedichten van
Adama van Scheltema; diens revolutionnaire
zangen „Meer" en „de Daad" droeg Schuil
voor met een overtuigenden gloed, die bij een
publiek van arbeiders een laaiende geest
drift zou hebben doen ontbranden. Doch ook
het uiteraard meer bezadigde auditorium dat
de tuinzaal van 't gemeentelijke concertge
bouw tot de laatste plaats vulde en zelfs ten
deele het podium had moeten innemen, toon
de zich voor de schoonheden van poëzie en
voordracht ontvankelijk; wist ook een
„Scheepspraet" van Constantijn Huygens te
waardeeren.
De presidente had met een geestig ope
ningswoord (zij zeide oa. dat men den heer
Schuil revanche schuldig was, wijl hij bij een
vorige gelegenheid als verslaggever genoegen
had moeten nemen met een zitplaats op een
oude piano, met het uitzicht op 300 dames
ruggen; daarom mocht hij nu naast een
vleugel staan en zijn gehoor in hot gezicht
zien) de bijeenkomst ingeleid, mededeeling
gedaan van de verhindering van mej. Wol
ters door een lichte keelaandoening en van
de welwillendheid van mej. Annie Woud om
de afwezige te vervangen. Met het- oog op
het concert van denzelfden avond moest
Annie Woud zich sparen, en dus zou zij al
leen vóór de pauze een paar nummers zin
gen. De onverwachte medewerking van onze
gevierde altzangeres was natuurlijk een blij
de verrassing. En Annie Woud heeft gezon
gen, zoo mooi als zij maar kan en zoo mooi
als eigenlijk van de mij bekende zangeressen
alleen zij 't maar kan. De wonderlijke
diepte en warmte van haar stem wendde zij
aan om in drie Schubert-liederen drie ver
schillende stemmingswerelden te scheppen,
„Heisst mich nicht reden" vol beklemmende
somberheid, ,An Sylvia" vol pure schoon
heid; „Standchen" vervuld met de frischheid
van den morgenstond. Dit laatste lied was
in deze omgeving wel bijzonder toepasselijk;
het refrein „Steh auf. du süsse Maid, steli
auf" zal bij menige huisvrouw aangename
herinneringen inzake het dienstbodenvraag-
stuk opgeroepen hebben. Behalve de liederen
van Schubert zong Annie Woud nog arias uit
..Orpheus" van Gluck en ..Sanvon ef. Dé1"»"
van' Saint-Saëns. Mej. Emmy van Eden ver
tolkte de begeleidende partijen volgzaam en
correct als steeds.
Een woord van lof komt aan het bestuur
der af deeling toe voor zijn tegemoetkomend
heid jegens de Pers, aan wie ondanks de ge
weldige volte de meest mogelijke faciliteiten
werden verstrekt.
De heer Schuil droeg na de pauze nog
eenige nummers voor. die ik niet meer kon
bijwonen. Zijn succes was, evenals dat van
Annie Woud, zeer groot.
KAREL DE JONG.
FEESTCONCERT VAN „ZANG EN
VRIENDSCHAP"
Dit concert was een herhaling van het vo
rige week gegevene. doch ditmaal tegen
eenigszins eereduceerden toegangsprijs. De
gemeentelijke concertzaal was weer op nage
noeg dezelfde wijze als de eerste maal ver
sierd: de talrijke Zondag aangeboden bloem
stukken garneerden nu het podium.
De ouverture „de Vogels" van Dlepenbrock
slaagde technisch nog beter dan de eerste
maal: toch lijken de klankverhoudingen in
dit stuk mij eenigszins problematiek. Mis
schien is het voor een veel sterker bezet
strijkensemble berekend; maar of het zelfs
dan algeheele voldoening zou geven, zou
moeten worden afgewacht. De beteekenis van
de Spaansche boléro met castagnetten in dit
Grieksch-Hollandsche werk ls mij evenmin
duidelijk geworden als die van de herhaalde
paukenslagen tegen het einde. Of illustreeren
die soms de projectielen van de moderne
„beschavings"vogels: de bombardements
vliegtuigen?
Laten we ons bij dit feestconcert niet in
sombere veronderstellingen verdiepen: de
dronk op volkenbond en vrede. Zondagavond
bij het feestdiner van Z. en V. uitgebracht
moge de zangers aansporen, zich met die van
andere landen te verbroederen en zóó het
hunne bij te dragen tot verwezenlijking van
het ideaal: Vrede op aarde!
En laten we dus ons verheugen over de
schoone en waardeerende woorden, des mid
dags op de receptie door den voorziter van
het Haarlemsche mannenkoor „Caecilia" tot
het bestuur van Z. en V. gesproken; en over
het feit dat het tweede feestconcert even
goed geslaagd is als het eerste. Zelfs heeft de
vertolking van één der Symphonische schet
sen van Lieven Duvosel, nL van „De Leie"
door den heldenbariton Jan van Rijsselberg
met het orkest. Vrijdagavond zulk een gewel
dig applaus doen losbarsten, dat een herha
ling noodig bleek, die weer met even donde
renden bijval beloond werd.
Wederom bleek de Psalm van Loots een
goed voor mannenkoor geschreven stuk, en
stak de Alt-rhapsodie van Brahms er toch
verre boven uit; wederom schonken Annie
Woud en Louis van Tulder superieur kunst
genot met de vertolking hunner solopartijen.
Van de voorgedragen stukken uit Duvosel's
„Leie-cyclus" vind ik de schets voor tenor en
orkest wel de mooiste: alles sprankelt daar
in van leven en licht; in „De Navond" is wel
de stemming goedgetroffen, maar die blijft
wat lang zonder afwisseling.
De „Fantasie op een oud-Hollandsch Volks
lied" van Wagenaar vormde weer 'n pakkend
slot. Aan Lieven Duvosel werd vóór de pauze
een krans aangeboden.
De concertzaal was geheel uitverkocht.
KAREL DE JONG.
DR. J. BOUTEN OVER
OSCAR WILDE.
LEZING VOOR DE ENGLISH
ASSOCIATION.
Voor de .English Association" heeft Vrij
dagavond in de bovenzalen van De Kroon
dr. J. Bouten uit Amsterdam een lezing ge
houden over „The tragedy of the life of
Oscar Wilde as reveled by his works".
Na ingeleid te zijn door den voorzitter
der Haarlemsche afdeeling, dr. C. B. A-
Proper, heeft de heer Bouten in een helder
betoog uiteengezet, hoe Wilde de tragedie
der aanvankelijk gelukkige ontwikkeling van
zijn leven en den la "eren neergang heeft
neergelegd in twee zijner boeken: „The
Portrait of Dorian Gray" en „De Profun-
dis".
Vooraf stelde dr. Bputen in het licht, dat
om Wilde objectief te beschouwen het
noodig is zich in te denken in diens eigen
zeer bijzondere aesthetische opvattingen.
Deze zijn samen te vatten „in a nutshell"
in wat de schrijver zelf als zijn opinie ge
geven heeft over gedichten. Voor mij be
staat slechts de vraag of een gedicht goed
geschreven is, dan wel of het slecht geschre
ven is, niet of het moreel is of niet mo-
reeL
Hoe eigen deze kunstbeschouwing ook is,
Wilde staat hierin niet alleen, hij deelt haar
met Shelley, Browning en Rossetti. Men zou
hen kunnen onderbrengen in een groep van
aesthetisch-phllosofische dichters. En nog
krachtiger uitspraak is er van Oscar Wilde:
Literatuur behoorde a-moreel te zijn" en
„Al! art is quite useless".
De heer Bouten ging nu de gevolgen na,
die deze bijzondere aesthetische opvatting
op Wilde gehad heeft. En daarbij onder
scheidde hij in het leven van den schrijver
INGEZONDEN MEDEDEEL!NGEN a 60 Cts. per rejreï.
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
Glazen Buisje 75 cent Bij Apoth. en Drog sten.
twee perloden, die vóór zijn veroordeeling
en die er na.
Als van de eerste periode den besten
Indruk gevend, besprak dr. Bou.en „The
portrait of Dorian Gray". Het boek is zeer
immoreel genoemd door alle critici, uitge
zonderd een, Walter Pater. Het ls niet te
ontkennen dat het jonge lezers fascineer:
door zijn paradoxen. Doch het is tevens bij
uitstek de beschrijving van de tragedie, die
Oscar Wilce zelf tegemoet liep.
Spreker wilde nu de vraag behandelen, in
hoeverre Oscar Wilde in de tweede periode
teruggekomen is op de geestesgesteldheid uit
de eerste, die hij zelf in De Profundis ge
karakteriseerd heeft, aldus: „Het geluk had
mijn hoofd op hol gebracht, zoodat ik dacht
te kunnen doen, wat ik wilde".
Daartoe besprak dr. Boutens verscheidene
gedeelten uit Dorian Gray, waarbij hij ge
legenheid had om op te merken, dat het boek
niet alleen ais zuiver kunstwerk belangrijk
is. doch tevens als psychologisch werk in
hooge mate.
Indien Wilde niet iedere moreele beteeke
nis aan zijn werk on'.hield, zou dr. Bouten
hem een groot moreel kunstenaar noemen.
In het tweede gedeelte van zijn lezing
behandelde dr. Bouten in aansluiting hierop
den invloed van de nieuwe phase in Wilde's
bestaan op zijn zieleleven. voornamelijk aan
de hand van diens postihume werk „De
Profundis", uitgegeven in 1905.
Sommige passages in „De Profundis"
toon en. dat de auteur gekomen is tot zekere
religieuse gcdach.en. Zoo er dus een groot
verschil is in den geest van Dorian Gray
en De Profundis. niet minder is dit het ge
val met dien van de In de gevangenis ge
schreven „Ballad of RedingGaol".
Door eenige passages uit deze ballade te
declameeren lichtte dr. Bouten dit nader
toe en onder den indruk van de treffende
bekentenissen van een zoo doode-lijk ge
wonde ziel als die van dezen schrijver,
dankte het puhhek den spreker met een
hartelijk applaul;
STANDAARD-THEATER.
Een veelzijdig programma. —Henri
le Dent op het toonceL
De nieuwe directie van het „Standaard-
Theater" heeft voor deze week een voor
treffelijk programma samengesteld. Als op
deze wijze wordt voortgegaan dan is succes
gewaarborgd!
Na een uitnemend journaal wordt een
alleraardigste klucht vertoond, „de Verguld
Zilveren Bruiloft" met eenige bekende komi
sche krachten in de hoofdrollen. Deze film
ls een loflied op de ongebreldeldste dwaas
heid, met tallooze ren-, val- en vechtpar
tijen, die echter dank zij de uitnemende
regie van een onweerstaanbare grappigheid
zijn.
„De laatste opstand der Comanchen".
voert ons naar het land van warmbloedigste
romantiek, waar het heldendom nog hoogtij
viert. Paarden, Indianen, bleekgezicliten,
mooie vrouwen, primitieve zeden en primi
tieve hartstochten. Kolonel Tom Mac Gry,
die al zoovele avonturen in het wilde Westen
tot een goed einde heeft gebracht brengt ook
nu weer de liefhebbers van dit soort films in
verrukking.
Uit een technisch oogpunt is dit product
wel zeer goed geslaagd, de opnomingen zijn
waarlijk zeer interessant en de regie heeft
inderdaad alles in het werk gesteld om de
locale sfeer, zoo natuurgetrouw mogelijk
weer te geven.
Op het tooneel dit keer een bekende fi
guur uit de revuewereld Henri le Dent heeft
in de vertooningen in Flora triomfen ge
vierd en met zijn vernieuwd repertoire be
wees deze zonderlinge vertegenwoordiger van
de wereld der spot, ironie en kinderlijke vroo-
lijkheid, dat hij nog steeds in staat ls zijn
publiek alleraangenaamst bezig te houden.
„Madame Parvenue" is een blijspel waarin
de niet te evenaren J. Farrel Mac Donald een
hoofdrol speelt.Wie herinnert zich dezen ori-
gineele kunstenaar niet. uit films als
„Abie's Irish Rose"? Farrel Macclonald is de
vertolker van den Amerikaanschen Ier bij
uitnemendheid in hem aan het werk zien, is
één der prettigste ervaringen die je in het
bioscooptheater kunt opdoen.
Waarlijk, „Madame Parvenu" Is een
film die alleen reeds om zijn spel, de belang
stelling van een groot publiek verdient.
REMBRANDT THEATER.
De Maangodin. Een
tweeslachtige schepping
van Lang en Thea von
Harb ou.
Zij is er dan eindelijk, de Maangodin.
De veelbesprokene. Ook in dit blad is reeds
een recensie aan deze Duitsche film, de
jongste schepping van Fritz Lang, gewijd.
En er is werkelijk niets nieuws meer van
te vertellen. Wij weten nu wel, dat Lang een
knap regisseur is, die van de wel wat heel
erg onhandig geschreven manuscripten zijner
vrouw, toch altijd wel zeer interessante
films weet te maken.
De algemeene opinie die men zich door
de vele critieken heeft kunnen vormen, kan
hier worden onderschreven: uit een clne-
matografisch-oogpunt heeft het werk tallooze
mooie fragmenten; het ls alleen zoo jammer
dat Thea von Harbou geen Jules Verne is;
zij kan ons nu eenmaal in het geheel nie
overtuigen, met deze zwakke compositie van
aanvechtbare fantasieën.
„De Maangodin" ls echter een curiositeit,
een rariteit met vele facetten, en daarom
de belangstelling waard. Het zal zonde:
twijfel storm loopen in het Rembrandt
Theater, en niemand zal spijt hebben van
het bezoek, al was het alleen maar om de
hoogst spannende en in terssan te voorbe
reidingen van de reis naar de maan, en
het afschieten van het wereldruimte-schip.
Het onderwerp, de reis naar de maan zal
altijd de nieuwsgierigheid trekken, en de
nieuwsgierigheid wordt door tallooze. fraaie
details dezer film, bevredigd.
Het spel van de vertolkers der hoofdrollen
is boven alle lof verheven. Prof. van Mm-
felat is een prachtige figuur en Rasp. (de
super-ploert van Neubabelsberg) overtreft
zich zelf dit keer. Hij is toch een acteur van
beteekenis!
Van het bijprogramma vermelden wij het
voortreffelijke intermezzo op lvet tooneel.
Kremo en Karllno verrichten werkelijk ver
bazingwekkende toeren. De ééne is dik en
niet jong meer, de andere ziet er uit als....l4.
De oudste jongleert met de jongsteDe
jongste is een acrobaat zoo jeugdig als
hij is zooals men die maar zelden ziet en
de oudste spot met de wetten der zwaarte
krachtEen merkwaardig duo voorwaar!
Ten slotte noemen wij het prachtige ge-
lulds-teekenfilmpjc. waarin op allergeluk
kigste wijze twee elementen tot één artistiek
geheel samengevoegd werden.
PALACE
Een huwelijk uit Wraak.
Wie van een vroolijk bioscoop-programma
houdt kan deze week in „Palace" terecht.
Buster Keaton laat ln ..Een huwelijk uit
Wraak" de dolste acrobatiek zien. Even vaak
als hij ln de knel raakt weet hij zich er op on
verwachte wijze weer uit te redden. De in
houd van het stuk is ln 't kort als volgt: een
broekenperser wordt verliefd op een actrice.
Z'n toewijding is zoo groot, dat hij vijf en der
tig maal ach.er elkaar het stuk gaat zien,
waarin Trilby optreedt. Eindelijk kan hij z'n
geliefde, die hrm alleen kent van de eerste
stoelenrij ln het theater, op 'n avond meer
van nabij zien als het hem lukt de plaats van
een der figuranten in te nemen. Trilby ze f
is verliefd op 'n acteur en als deze blijk gerit
niet van haar te houden, huwt zij uit w aak
den eersten den besten man die haar tegen
komt. Dat is natuurlijk Elmer (Buster Kea
ton) en na allerlei wederwaardigheden bo
s'uit Trllb'- ten laatste toch maar liever bij
haar, uit wraak getrouwden, man te blijven.
Zooals gezegd: een echt vroolijk stuk. dat hen
die van dit soort films houden, zeker tevreden
zal stellen.
Het bij programma Is uit nemend veivo-gd,
het wereldnieuws geeft beelden uit a'le wind
streken, High Waters laat uitnemende opna
men van een overstrooming zien. ..Een luchtig
Meisje" is ook al komisch en Margo Graf zingt
keurig een aantal liederen.
Al met al geeft Palace deze week een op
wekkend programma.
LUXOR THEATER.
net Schan^aa'proces. met
Werner Krauss in de hoofdrol.
Dit keer voeren de Duitsche reisjes ons
naar Bad-Kreuznach. Deze filmreizen wekken
hoe Langer hoe meer de lust op al dat film-
moois ook eens in werkelijkheid te gaan zien.
De tooneelnummers: Professor X., illusio
nist en de Robinetto's Jongleur-act worden
door het publiek naar waarde geschat.
Het Schandaalproces, de hoofdfilm speelt
voor een deel in de rechtszaal, voor een deel
in de kringen, waar men geheimen handel
drijft in blanke slavinnen. Het is een film
van liefde, haat en vergelding, die met net
noodlge vuur gespeeld wordt.
Werner Krauss maakt van Ibrahim
Hulam een zeer bijzondere creatie, het is
knap werk, al is het voor ons. Europeanen,
moeilijk Ibrahim Hulam te begrijpen en ;e
kunnen volgen in zijn manier van optreden
en in zijn bewegingen.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN
Terug te bekomen bij: Kooy, M. v. Heems-
kerkstraat. 3, broche. Louw. DaCos'estraat 24
broche. Kennel Fauna, bruin hondje, grijze
kat. Hart, LootssUaat 10, handschoen, Ha
zenberg, P. Kies: traat 10. handschoen. Bur.
van Politie, Smedestraat. handschoen. Bel-
Jaars, Zuidpolderstraat 36. pet, Seegers. Du-
venvoordestraat 86. portemonnaie met lnh.,
Laukamp, Bellamystraat 29, rijwLelbelasting-
merk, de Ligt, L. Boogaardstraat 15, rin
getje, Hendriks, Gasthuislaan 97, tochtscherm
van een auto.
Voor den inhoud derer rubriek stelt de Redactie
•ich niet verantwoordelijk-
Van inpezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug»
gegeven.
WINKELSLUITING.
Zeer geachte redactie.
Naar aanleiding van eenige ingezonden
stukjes betreffende het werktijdenbesluit,
wilde ik onderstaand (volledig ondertee
kend, naar den wcnsch van den heer v. Tete-
rlng) geplaatst zien.
Als klein-winkelier, dus zonder personeel,
kan ik niet anders dan ten volle instemmen
met klelnwinkeller S. Mijns inziens is er ve-
gen een dergelijke regeling (officieel vast
gestelde middag liefst) geen enkel be
zwaar. Zooals voorheen het publiek er aan
wennen moest en rekening mee houden, dat
het 8 uur verplichte winkelsluiting was (waar
van geen enkele winkelier schade gehad zal
hebben) zoo goed zal ook een verplichte
sluiting op een middag geen schade doer- ->t
publiek van Haarlem en omstreken zal er
zich bij aanpassen. Ock het van n
heer S. betreffende de controle kan ik on
derschrijven. Dit zal ook de heer Van Te te
ring moeten erkennen.
Waarop de hardnekkige verwering van 'n
bepaalde groep berust kan ik mij niet zui
ver voorstellen.
Ik wil mij echter liever niet aan een oor
deel wagen en bepleit alleen mijn stand
punt, omdat ik er het voordeel van „ons al
len" als „winkeliers" in zie. De bezwaren
er tegen moeten volgens mij. het tegen dat
voordeel afleggen niet alleen, maar teil en
nagenoeg niet mee.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
JAC. VAN WEERT.
Rietmeubelindustrie, Gierstraat 81.