TWEEDE KAMER EERSTE KAMER LETTEREN EN KUNST MUZIEK. Nerveus en Overspannen Onrustig en Slapeloos Mijnhardt's Zenuwtabletten BIOSCOOP INGEZONDEN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 1 MAART 1930 DERDE BLAD. 28 Februari. De Indische begrooting. Onderwijs, hygiëne en art 177. Er is alweer een hoofdstuk van de Indische begrooting afgedaan! Alweer een hoofdstuk. Het wordt nu wer kelijk tijd, dat er wat meer voortgang komt. Dat kan ook zeer weL Er worden heel wat detail-onderwerpen behandeld, die volkomen thuis behooren bij de Indische begrooting. Vragen, waarop de minister dan ook niet veel anders antwoorden kan, dan dat hij ze ter kennis brengen zal van de Indische regee ring. Vragen, zooals die van den heer Van Zadelhoff (pensioenkwesties) en van een heer Moller (susidiedetails van het Bijzon der Onderwijs in Indië). Vandaag zijn er besproken het onderwijs, de zending en de volkshygiëne. Mevrouw De VriesBruins klaagde over de krankzinnigen-verzorging in Indië, De minister merkte eerst op, dat een krankzinnige in een inrichting, welke ook. altijd beter af is dan in de dessa, maar daarnaast gaf hij uiting aan zijn meenin; dat er nog veel te doen valt en dat er steeds wordt voortgewerkt door de regeering. Hij wilde er echter met den heer Van Kempen op wijzen, dat goede hygiënische verzorgiui ook bij de bevolking een voedingsbodem moet vinden. En die is er nog lang niet over al bij de voor het grootste deel primitieve bevolking aanwezig. Onderwijs. De heer en Gerhard en Moller en Van Kempen hebben aaneengesloten ge vraagd om onderwijs, dat aansluit bij de behoeften van de bevolking. De heer van Kempen was er over verheugd, dat er een algemeene herziening der Onderwij swetge- ving zal plaats grijpen, nu er ruimschoots gelegenheid zal zijn rekening be houden met de methoden, die voor de Inlandsche bevol king het meest vruchtdragend kunnen zijn. De heer Gerhard wilde in Indië onderwijs doen geven overeenkomstig de geloofsover tuiging der inlanders. De minister ant woordde, dat er bij de Mohammedanen geen afkeer is van het bijzonder confessioneel on derwijs, integendeel het wordt gewaardeerd. De minister zal er op uit zijn het in- landsch onderwijs allereerst tot meerdere ontwikkeling te brengen. Waarbij hij de Ka mer verzocht er op te letten, dat het gebruik van inheemsche talen kan geschaad worden bij gelijktijdige aanwezigheid van een school ter plaatse, alwaar Hollandsch wordt onder wezen. Omdat het Hollandsch gaarne door ieder wordt geleerd. Toch Hollandsch blijft voor de inheemschen een vreemde taal, al zullen zij, door het te leeren van de eigen beschaving niet vervreemden. De heeren Lingbéek en Kersten klaagden over een Roomsch ingrijpen op zendlngsge- bied van anderen. Zij vroegen om toepas sing van art-. 177 I. R. R. De minister volgde den heer Moller in diens betoog, dat die ar tikel duidelijk spreekt van verstoring van orde en rust. Wil men dus met het artikel in de hand een of andere missie of zending weren, dan moet er verstoring van orde en rust geconstateerd worden of zajn. De algemeene beschouwingen. Met dankbetuiging ontslagen. Is Labour socialistisch De strijd tegen de onzedelijkheid. De oud-gouverneur van Nederl. Indië. Mr. Fock, heeft voor vandaag de rij der sprekers bij de algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting geopend. Het spreekt vanzelf dat hij (weinige) ko loniale beschouwingen hield. De eerste dier beschouwingen hield een uitnoodiging in, die men, wanneer men vriendelijk gestemd is, noemen kan een „in vitation a la valse" en wanneer men wat on vriendelijk gezind is een uitnoodiging tot een steekspel noemen kan. Mr. Fock toch, op merkend, dat hij minister De Graaff had leeren kennen als een krachtig bewindsman, riep den leden die meenden dat het bewind De Graaff-Fock zoo veel kwaads had gedaan op, met feiten te komen bij de' eerstvolgende behandeling van de Indische begrooting. Hij zou ze te woord staan! Mr. Fock heeft daaroa gevraagd aan de regeering zich duidelijk uit te spreken over haar staatsrechtelijke opvattingen ten op zichte van Indië. De heer Fock zette uiteen, dat het zwaartepunt van het koloniaal beleid hier te lande moet liggen; de minister is verantwoordelijk. Waar echter om die ver antwoordelijkheid, de minister aanwijzingen moet kunnen geven aan den Gouverneur- Generaal daar bepleitte de heer Fock een samenwerking vooral door overleg. Door overleg, omdat zulks geëischt wordt door de noodzakelijkheid van samenwerking tusschen GG. en Volksraad, welke noodzakelijkheid op haar beurt geëischt wordt door'de kwade gevolgen, die verbonden zijn aan conflicten tusschen G.G. en Volksraad. Over het ontslag-met-dankbetuiging, dat den heer Fruytier is toebedeeld geworden, was de heer Fock allerminst tevreden. Wan neer die dankbetuiging aldus Mr. Fock samenhangt met het ambt (zooals de minis ter deed gevoelen in de stukken) en niet met de wijze, waarop het ambt werd vervuld, dan is het maar beter, dat die dankbetuiging wordt afgeschaft. „In die dankbetuigingen ook moet de regeering waar zijn en waardig!" De heer Ossendorp betoogde, dat de laat ste herziening van het bezoldigingsbesluit van de zijde der ambtenaren in het Georga niseerd Overleg niet in volle vrijhe'd is be sproken kunnen worden. En vervolgens be toogde hij met vele cijfers, dat ook. wanneer men alles wat de regeering aanvoert, zooals het gladstrijken der plooien en het zakken van de Index-cijfers, er nog talrijke ambte naren. vooral onderwijzers zijn, die ver blij ven beneden hunne salarissen van 1920. Dit wilde hij veranderd hebben. De heeren Polak en Serrarens hebben ge zamenlijk gedisputeerd over de beteekenis van socialisme en Roomsch-Katholicisme in onderlinge tegenstelling of overeenkomst en in hun beteekenis voor de toekomstige poli tiek van ons land. De heer Polak zette uiteen, dat de oude traditioneele politieke groepeering hier te lande rechts-links staat buiten elke werkelijkheid. De eenige werkelijke politieke onderscheiding acht de SD. Heemschutter die tusschen democratisch en conservatief. Aan conservatieve zijde staan de liberalen. Daarom zal er nooit (met zekere reserve zei de heer Polak dat „nooit", zooals hij van Herbert Spencer had geleerd) een samen hang kunnen komen van liberaal en rood. Democratisch-conservatiefDat wordt vol gens den heer Polak de tegenstelling der toekomst. Het zal nog wel wat duren voor de s.-d. zullen worden geroepen tot mede-regeeren, zei de heer Polak, maar kómen zal 't. Het zal komen, wanneer de R.-K. arbeiders het in zicht zullen hebben gekregen, dat hun plaats is bij het socialisme. Hij zei, dat de R.-K. meer en meer zullen beseffen, dat vakstrijd politieke strijd is. Hij begreep niet, hoe een R.-K. arbeider, die in de vakvereeniging strijd voert tegen de R.-K. patroons, met dezen in één politieke partij kan gaan zitten. Hij verwees de R.-K. naar Engeland, waar vele R.-K. arbeiders in de Labour-partij een vooraanstaande plaats innemen. B.v. Wheat- ley. En nu zegt men wel. dat de Labour- partij geen zuiver socialistische groep is, maar de heer Polak wilde wel zeggen, dat toen hij lang in Engeland werkte, nooit eenig verschil heeft gezien tusschen zich zelf en de leiders van Labour. De heer Serrarens sprak het tegenbetoog uit In een maidenspeech. Hij betoogde, dat het R.-Katholicisme met het socialisme niet zal samengaan, wanneer het socialisme niet van karakter verandert. Wanneer het. socia lisme den klassenstrijd niet laat vallen, is samenwerking nooit mogelijk! Klassestrijd gaat in tegen de R.-K. leer. Die leer erkent alle standen als gelijkwaardig waarom zij geen strijd, maar vrede zoekt en dat moet dan een vrede zijn, die op ordeJs gegrond. De heer Serrarens zeide, evenzeer op grond van ervaring tot de conclusie te moeten ko- men, dat er wel degelijk een fundamenteel onderscheid is tusschen hel continentale so cialisme en Labour. Er zullen bij Labour on getwijfeld socialisten zijn. maar heel de le> vens- en wereldbeschouwing yan Labour is anders dan die van het socialisme. Bovendien de Labour-litteratuur kent vrijwel geen woord voor klassenstrijd. Labour wil geen klasse-partij zijn. Voorts wees de heer Serra rens er op, dat de R.-K. n Engeland geen af zonderlijke partij kunnen oprichten, zij vor-' men slechts 5 pet. der bevolking, maar even zeer staat 't vast. dat de Engelsche bisschop pen hebben gezegd, dat een R.-K. wien het onmogelijk wordt gemaakt zijn beginsel te beleven, uit Labour treden moet. De heer Polak en mevr. Pothuis-Smit spra ken over de openbare zedelijkheid. De eerste merkte op, dat men nu werkelijk niet over den dag van het heden zoo ontzet behoeft te zijn de oorlogswerking zal ook weer weg ebben omdat er gedurende alle tijden veel verkeerds is voorgekomen. De heer Polak raadde Prof. Steger aan eens het Antwerpsch Liedt-boeck te lezen! Men moest zei de heer Polak ook niet zooveel ophef maken van de boeken van Linüsey, die een uitweg wil vinden tot- het voorkomen van vele ille gitieme verhoudingen. Mevr. Pothuis-Smit voelde zich getroffen door den toon van Prof. Steger, dien zij als dien van een Inquisiteur teekende. Gelooft de professor werkelijk vroeg zij dat alleen bij de kerkdijken de moeial te vinden is? Hij moest dan maar eens bedenken, dat de liberale burgemeester Teilegen in Amsterdam nooit is overgegaan tot opheffing van het dansverbod, wat wel door den a.-r. burge meester de Vlugt geschiedde. Wanneer de heer Steger sprak over den Russischen wensch om den godsdienst te vernietigen, dan bejammerde zij dat even zeer als Prof. Steger, maar vroeg zij ook: heeft de Kerk daaraan niet veel schuld. De kerk, die vele maatregelen van knechting steeds heeft gesanctiormeerd. De kerk van het oogenblik wekt ook afkeer om den gods dienst, wanneer zij het zenden van duikboo- ten naar Indië goedkeurt. Tenslotte de heer Polak heeft een warm pleidooi gehouden tegen het steeds toenemen van barbarismen, gallicismen en germanis men in de Nederlandsche taaL En hij be treurde 't, dat de regeering in de staatsstuk ken het voorbeeld geeft in verslapping. Minister Ruys heeft met enkele woorden zijn rede begonnen, om deze a.s. Dinsdag verder voort te zetten. INTIMUS. LIEDEREN- EN DECLAMATIE-MATINéE. Al was het omschreven doel van mijn gang naar de matinée die de afd. Haarlem der Ned. Ver. van Huisvrouwen had georgani seerd, in de eerste plaats: het debuut van mej. Adr. Wolters a'.s zangeres te hooren, en al heb Ik mej. Wolters, die door ongesteld heid verhinderd bleek, niet hooren zingen, toch heb ik allerminst een vergeefsche reis gemaakt. Hooge kunst is ons geboden en zelfs aarzel ik niet om al het gehoorde onder de rubriek ..muziek" onder te brengen. Als muziek klinken de verzen van Adama van Scheltema: muziek is de declamatie van J. B. Schuil, het in de meest verscheiden toonre- gisters en toonsterkten gesproken woord, dat elke gevoelige snaar in de ziel der hoorders doet mede trillen. Voor mij. die den heer Schuil nooit als declamator gehoord had was zijn diepgevoelde, van fijnen smaak en groo- te bekwaamheid getuigende voordracht een ware verrassing. Schuil heeft zich het voor beeld van zijn greote kunstbroeders Jan Musch en wijlen Willem Royaards ten nutte gemaakt. Er zit muziek in zijn dictie, die de hulp der zuivere toonkunst niet behoeft om den gewenschten. den vereischten indruk ten volle te wekken. De grootste variatie was In zijn programma aanwezig; de felste contras ten werden te voorschijn geroepen. En alles was even raak. Ik noemde de gedichten van Adama van Scheltema; diens revolutionnaire zangen „Meer" en „de Daad" droeg Schuil voor met een overtuigenden gloed, die bij een publiek van arbeiders een laaiende geest drift zou hebben doen ontbranden. Doch ook het uiteraard meer bezadigde auditorium dat de tuinzaal van 't gemeentelijke concertge bouw tot de laatste plaats vulde en zelfs ten deele het podium had moeten innemen, toon de zich voor de schoonheden van poëzie en voordracht ontvankelijk; wist ook een „Scheepspraet" van Constantijn Huygens te waardeeren. De presidente had met een geestig ope ningswoord (zij zeide oa. dat men den heer Schuil revanche schuldig was, wijl hij bij een vorige gelegenheid als verslaggever genoegen had moeten nemen met een zitplaats op een oude piano, met het uitzicht op 300 dames ruggen; daarom mocht hij nu naast een vleugel staan en zijn gehoor in hot gezicht zien) de bijeenkomst ingeleid, mededeeling gedaan van de verhindering van mej. Wol ters door een lichte keelaandoening en van de welwillendheid van mej. Annie Woud om de afwezige te vervangen. Met het- oog op het concert van denzelfden avond moest Annie Woud zich sparen, en dus zou zij al leen vóór de pauze een paar nummers zin gen. De onverwachte medewerking van onze gevierde altzangeres was natuurlijk een blij de verrassing. En Annie Woud heeft gezon gen, zoo mooi als zij maar kan en zoo mooi als eigenlijk van de mij bekende zangeressen alleen zij 't maar kan. De wonderlijke diepte en warmte van haar stem wendde zij aan om in drie Schubert-liederen drie ver schillende stemmingswerelden te scheppen, „Heisst mich nicht reden" vol beklemmende somberheid, ,An Sylvia" vol pure schoon heid; „Standchen" vervuld met de frischheid van den morgenstond. Dit laatste lied was in deze omgeving wel bijzonder toepasselijk; het refrein „Steh auf. du süsse Maid, steli auf" zal bij menige huisvrouw aangename herinneringen inzake het dienstbodenvraag- stuk opgeroepen hebben. Behalve de liederen van Schubert zong Annie Woud nog arias uit ..Orpheus" van Gluck en ..Sanvon ef. Dé1"»" van' Saint-Saëns. Mej. Emmy van Eden ver tolkte de begeleidende partijen volgzaam en correct als steeds. Een woord van lof komt aan het bestuur der af deeling toe voor zijn tegemoetkomend heid jegens de Pers, aan wie ondanks de ge weldige volte de meest mogelijke faciliteiten werden verstrekt. De heer Schuil droeg na de pauze nog eenige nummers voor. die ik niet meer kon bijwonen. Zijn succes was, evenals dat van Annie Woud, zeer groot. KAREL DE JONG. FEESTCONCERT VAN „ZANG EN VRIENDSCHAP" Dit concert was een herhaling van het vo rige week gegevene. doch ditmaal tegen eenigszins eereduceerden toegangsprijs. De gemeentelijke concertzaal was weer op nage noeg dezelfde wijze als de eerste maal ver sierd: de talrijke Zondag aangeboden bloem stukken garneerden nu het podium. De ouverture „de Vogels" van Dlepenbrock slaagde technisch nog beter dan de eerste maal: toch lijken de klankverhoudingen in dit stuk mij eenigszins problematiek. Mis schien is het voor een veel sterker bezet strijkensemble berekend; maar of het zelfs dan algeheele voldoening zou geven, zou moeten worden afgewacht. De beteekenis van de Spaansche boléro met castagnetten in dit Grieksch-Hollandsche werk ls mij evenmin duidelijk geworden als die van de herhaalde paukenslagen tegen het einde. Of illustreeren die soms de projectielen van de moderne „beschavings"vogels: de bombardements vliegtuigen? Laten we ons bij dit feestconcert niet in sombere veronderstellingen verdiepen: de dronk op volkenbond en vrede. Zondagavond bij het feestdiner van Z. en V. uitgebracht moge de zangers aansporen, zich met die van andere landen te verbroederen en zóó het hunne bij te dragen tot verwezenlijking van het ideaal: Vrede op aarde! En laten we dus ons verheugen over de schoone en waardeerende woorden, des mid dags op de receptie door den voorziter van het Haarlemsche mannenkoor „Caecilia" tot het bestuur van Z. en V. gesproken; en over het feit dat het tweede feestconcert even goed geslaagd is als het eerste. Zelfs heeft de vertolking van één der Symphonische schet sen van Lieven Duvosel, nL van „De Leie" door den heldenbariton Jan van Rijsselberg met het orkest. Vrijdagavond zulk een gewel dig applaus doen losbarsten, dat een herha ling noodig bleek, die weer met even donde renden bijval beloond werd. Wederom bleek de Psalm van Loots een goed voor mannenkoor geschreven stuk, en stak de Alt-rhapsodie van Brahms er toch verre boven uit; wederom schonken Annie Woud en Louis van Tulder superieur kunst genot met de vertolking hunner solopartijen. Van de voorgedragen stukken uit Duvosel's „Leie-cyclus" vind ik de schets voor tenor en orkest wel de mooiste: alles sprankelt daar in van leven en licht; in „De Navond" is wel de stemming goedgetroffen, maar die blijft wat lang zonder afwisseling. De „Fantasie op een oud-Hollandsch Volks lied" van Wagenaar vormde weer 'n pakkend slot. Aan Lieven Duvosel werd vóór de pauze een krans aangeboden. De concertzaal was geheel uitverkocht. KAREL DE JONG. DR. J. BOUTEN OVER OSCAR WILDE. LEZING VOOR DE ENGLISH ASSOCIATION. Voor de .English Association" heeft Vrij dagavond in de bovenzalen van De Kroon dr. J. Bouten uit Amsterdam een lezing ge houden over „The tragedy of the life of Oscar Wilde as reveled by his works". Na ingeleid te zijn door den voorzitter der Haarlemsche afdeeling, dr. C. B. A- Proper, heeft de heer Bouten in een helder betoog uiteengezet, hoe Wilde de tragedie der aanvankelijk gelukkige ontwikkeling van zijn leven en den la "eren neergang heeft neergelegd in twee zijner boeken: „The Portrait of Dorian Gray" en „De Profun- dis". Vooraf stelde dr. Bputen in het licht, dat om Wilde objectief te beschouwen het noodig is zich in te denken in diens eigen zeer bijzondere aesthetische opvattingen. Deze zijn samen te vatten „in a nutshell" in wat de schrijver zelf als zijn opinie ge geven heeft over gedichten. Voor mij be staat slechts de vraag of een gedicht goed geschreven is, dan wel of het slecht geschre ven is, niet of het moreel is of niet mo- reeL Hoe eigen deze kunstbeschouwing ook is, Wilde staat hierin niet alleen, hij deelt haar met Shelley, Browning en Rossetti. Men zou hen kunnen onderbrengen in een groep van aesthetisch-phllosofische dichters. En nog krachtiger uitspraak is er van Oscar Wilde: Literatuur behoorde a-moreel te zijn" en „Al! art is quite useless". De heer Bouten ging nu de gevolgen na, die deze bijzondere aesthetische opvatting op Wilde gehad heeft. En daarbij onder scheidde hij in het leven van den schrijver INGEZONDEN MEDEDEEL!NGEN a 60 Cts. per rejreï. Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Glazen Buisje 75 cent Bij Apoth. en Drog sten. twee perloden, die vóór zijn veroordeeling en die er na. Als van de eerste periode den besten Indruk gevend, besprak dr. Bou.en „The portrait of Dorian Gray". Het boek is zeer immoreel genoemd door alle critici, uitge zonderd een, Walter Pater. Het ls niet te ontkennen dat het jonge lezers fascineer: door zijn paradoxen. Doch het is tevens bij uitstek de beschrijving van de tragedie, die Oscar Wilce zelf tegemoet liep. Spreker wilde nu de vraag behandelen, in hoeverre Oscar Wilde in de tweede periode teruggekomen is op de geestesgesteldheid uit de eerste, die hij zelf in De Profundis ge karakteriseerd heeft, aldus: „Het geluk had mijn hoofd op hol gebracht, zoodat ik dacht te kunnen doen, wat ik wilde". Daartoe besprak dr. Boutens verscheidene gedeelten uit Dorian Gray, waarbij hij ge legenheid had om op te merken, dat het boek niet alleen ais zuiver kunstwerk belangrijk is. doch tevens als psychologisch werk in hooge mate. Indien Wilde niet iedere moreele beteeke nis aan zijn werk on'.hield, zou dr. Bouten hem een groot moreel kunstenaar noemen. In het tweede gedeelte van zijn lezing behandelde dr. Bouten in aansluiting hierop den invloed van de nieuwe phase in Wilde's bestaan op zijn zieleleven. voornamelijk aan de hand van diens postihume werk „De Profundis", uitgegeven in 1905. Sommige passages in „De Profundis" toon en. dat de auteur gekomen is tot zekere religieuse gcdach.en. Zoo er dus een groot verschil is in den geest van Dorian Gray en De Profundis. niet minder is dit het ge val met dien van de In de gevangenis ge schreven „Ballad of RedingGaol". Door eenige passages uit deze ballade te declameeren lichtte dr. Bouten dit nader toe en onder den indruk van de treffende bekentenissen van een zoo doode-lijk ge wonde ziel als die van dezen schrijver, dankte het puhhek den spreker met een hartelijk applaul; STANDAARD-THEATER. Een veelzijdig programma. —Henri le Dent op het toonceL De nieuwe directie van het „Standaard- Theater" heeft voor deze week een voor treffelijk programma samengesteld. Als op deze wijze wordt voortgegaan dan is succes gewaarborgd! Na een uitnemend journaal wordt een alleraardigste klucht vertoond, „de Verguld Zilveren Bruiloft" met eenige bekende komi sche krachten in de hoofdrollen. Deze film ls een loflied op de ongebreldeldste dwaas heid, met tallooze ren-, val- en vechtpar tijen, die echter dank zij de uitnemende regie van een onweerstaanbare grappigheid zijn. „De laatste opstand der Comanchen". voert ons naar het land van warmbloedigste romantiek, waar het heldendom nog hoogtij viert. Paarden, Indianen, bleekgezicliten, mooie vrouwen, primitieve zeden en primi tieve hartstochten. Kolonel Tom Mac Gry, die al zoovele avonturen in het wilde Westen tot een goed einde heeft gebracht brengt ook nu weer de liefhebbers van dit soort films in verrukking. Uit een technisch oogpunt is dit product wel zeer goed geslaagd, de opnomingen zijn waarlijk zeer interessant en de regie heeft inderdaad alles in het werk gesteld om de locale sfeer, zoo natuurgetrouw mogelijk weer te geven. Op het tooneel dit keer een bekende fi guur uit de revuewereld Henri le Dent heeft in de vertooningen in Flora triomfen ge vierd en met zijn vernieuwd repertoire be wees deze zonderlinge vertegenwoordiger van de wereld der spot, ironie en kinderlijke vroo- lijkheid, dat hij nog steeds in staat ls zijn publiek alleraangenaamst bezig te houden. „Madame Parvenue" is een blijspel waarin de niet te evenaren J. Farrel Mac Donald een hoofdrol speelt.Wie herinnert zich dezen ori- gineele kunstenaar niet. uit films als „Abie's Irish Rose"? Farrel Macclonald is de vertolker van den Amerikaanschen Ier bij uitnemendheid in hem aan het werk zien, is één der prettigste ervaringen die je in het bioscooptheater kunt opdoen. Waarlijk, „Madame Parvenu" Is een film die alleen reeds om zijn spel, de belang stelling van een groot publiek verdient. REMBRANDT THEATER. De Maangodin. Een tweeslachtige schepping van Lang en Thea von Harb ou. Zij is er dan eindelijk, de Maangodin. De veelbesprokene. Ook in dit blad is reeds een recensie aan deze Duitsche film, de jongste schepping van Fritz Lang, gewijd. En er is werkelijk niets nieuws meer van te vertellen. Wij weten nu wel, dat Lang een knap regisseur is, die van de wel wat heel erg onhandig geschreven manuscripten zijner vrouw, toch altijd wel zeer interessante films weet te maken. De algemeene opinie die men zich door de vele critieken heeft kunnen vormen, kan hier worden onderschreven: uit een clne- matografisch-oogpunt heeft het werk tallooze mooie fragmenten; het ls alleen zoo jammer dat Thea von Harbou geen Jules Verne is; zij kan ons nu eenmaal in het geheel nie overtuigen, met deze zwakke compositie van aanvechtbare fantasieën. „De Maangodin" ls echter een curiositeit, een rariteit met vele facetten, en daarom de belangstelling waard. Het zal zonde: twijfel storm loopen in het Rembrandt Theater, en niemand zal spijt hebben van het bezoek, al was het alleen maar om de hoogst spannende en in terssan te voorbe reidingen van de reis naar de maan, en het afschieten van het wereldruimte-schip. Het onderwerp, de reis naar de maan zal altijd de nieuwsgierigheid trekken, en de nieuwsgierigheid wordt door tallooze. fraaie details dezer film, bevredigd. Het spel van de vertolkers der hoofdrollen is boven alle lof verheven. Prof. van Mm- felat is een prachtige figuur en Rasp. (de super-ploert van Neubabelsberg) overtreft zich zelf dit keer. Hij is toch een acteur van beteekenis! Van het bijprogramma vermelden wij het voortreffelijke intermezzo op lvet tooneel. Kremo en Karllno verrichten werkelijk ver bazingwekkende toeren. De ééne is dik en niet jong meer, de andere ziet er uit als....l4. De oudste jongleert met de jongsteDe jongste is een acrobaat zoo jeugdig als hij is zooals men die maar zelden ziet en de oudste spot met de wetten der zwaarte krachtEen merkwaardig duo voorwaar! Ten slotte noemen wij het prachtige ge- lulds-teekenfilmpjc. waarin op allergeluk kigste wijze twee elementen tot één artistiek geheel samengevoegd werden. PALACE Een huwelijk uit Wraak. Wie van een vroolijk bioscoop-programma houdt kan deze week in „Palace" terecht. Buster Keaton laat ln ..Een huwelijk uit Wraak" de dolste acrobatiek zien. Even vaak als hij ln de knel raakt weet hij zich er op on verwachte wijze weer uit te redden. De in houd van het stuk is ln 't kort als volgt: een broekenperser wordt verliefd op een actrice. Z'n toewijding is zoo groot, dat hij vijf en der tig maal ach.er elkaar het stuk gaat zien, waarin Trilby optreedt. Eindelijk kan hij z'n geliefde, die hrm alleen kent van de eerste stoelenrij ln het theater, op 'n avond meer van nabij zien als het hem lukt de plaats van een der figuranten in te nemen. Trilby ze f is verliefd op 'n acteur en als deze blijk gerit niet van haar te houden, huwt zij uit w aak den eersten den besten man die haar tegen komt. Dat is natuurlijk Elmer (Buster Kea ton) en na allerlei wederwaardigheden bo s'uit Trllb'- ten laatste toch maar liever bij haar, uit wraak getrouwden, man te blijven. Zooals gezegd: een echt vroolijk stuk. dat hen die van dit soort films houden, zeker tevreden zal stellen. Het bij programma Is uit nemend veivo-gd, het wereldnieuws geeft beelden uit a'le wind streken, High Waters laat uitnemende opna men van een overstrooming zien. ..Een luchtig Meisje" is ook al komisch en Margo Graf zingt keurig een aantal liederen. Al met al geeft Palace deze week een op wekkend programma. LUXOR THEATER. net Schan^aa'proces. met Werner Krauss in de hoofdrol. Dit keer voeren de Duitsche reisjes ons naar Bad-Kreuznach. Deze filmreizen wekken hoe Langer hoe meer de lust op al dat film- moois ook eens in werkelijkheid te gaan zien. De tooneelnummers: Professor X., illusio nist en de Robinetto's Jongleur-act worden door het publiek naar waarde geschat. Het Schandaalproces, de hoofdfilm speelt voor een deel in de rechtszaal, voor een deel in de kringen, waar men geheimen handel drijft in blanke slavinnen. Het is een film van liefde, haat en vergelding, die met net noodlge vuur gespeeld wordt. Werner Krauss maakt van Ibrahim Hulam een zeer bijzondere creatie, het is knap werk, al is het voor ons. Europeanen, moeilijk Ibrahim Hulam te begrijpen en ;e kunnen volgen in zijn manier van optreden en in zijn bewegingen. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN Terug te bekomen bij: Kooy, M. v. Heems- kerkstraat. 3, broche. Louw. DaCos'estraat 24 broche. Kennel Fauna, bruin hondje, grijze kat. Hart, LootssUaat 10, handschoen, Ha zenberg, P. Kies: traat 10. handschoen. Bur. van Politie, Smedestraat. handschoen. Bel- Jaars, Zuidpolderstraat 36. pet, Seegers. Du- venvoordestraat 86. portemonnaie met lnh., Laukamp, Bellamystraat 29, rijwLelbelasting- merk, de Ligt, L. Boogaardstraat 15, rin getje, Hendriks, Gasthuislaan 97, tochtscherm van een auto. Voor den inhoud derer rubriek stelt de Redactie •ich niet verantwoordelijk- Van inpezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug» gegeven. WINKELSLUITING. Zeer geachte redactie. Naar aanleiding van eenige ingezonden stukjes betreffende het werktijdenbesluit, wilde ik onderstaand (volledig ondertee kend, naar den wcnsch van den heer v. Tete- rlng) geplaatst zien. Als klein-winkelier, dus zonder personeel, kan ik niet anders dan ten volle instemmen met klelnwinkeller S. Mijns inziens is er ve- gen een dergelijke regeling (officieel vast gestelde middag liefst) geen enkel be zwaar. Zooals voorheen het publiek er aan wennen moest en rekening mee houden, dat het 8 uur verplichte winkelsluiting was (waar van geen enkele winkelier schade gehad zal hebben) zoo goed zal ook een verplichte sluiting op een middag geen schade doer- ->t publiek van Haarlem en omstreken zal er zich bij aanpassen. Ock het van n heer S. betreffende de controle kan ik on derschrijven. Dit zal ook de heer Van Te te ring moeten erkennen. Waarop de hardnekkige verwering van 'n bepaalde groep berust kan ik mij niet zui ver voorstellen. Ik wil mij echter liever niet aan een oor deel wagen en bepleit alleen mijn stand punt, omdat ik er het voordeel van „ons al len" als „winkeliers" in zie. De bezwaren er tegen moeten volgens mij. het tegen dat voordeel afleggen niet alleen, maar teil en nagenoeg niet mee. Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend, JAC. VAN WEERT. Rietmeubelindustrie, Gierstraat 81.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 9