b&JuxM OleamOtac/ieïé
H. D. VERTELLINGEN.
Kroniek®
STADSNIEUWS
n
DE MOEILIJKE REIS
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 3 MAART 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden)»
Door ADINDA.
Strijd.
Fijna motregen sipelde door dunne
mlstslulers, die tusschen de glibberlg-zwarte
boomengestalten geweven hingen. Alle ge
luiden werden gedempt in de kille, zwaar
moedige grijsheid, die stil en gelaten lag over
het winterlandschap. Het zwakke licht van
den laten dag viel in het atelier van den
schilder en deed de scherpe omlijning der
dingen verdoezelen in loome schemering.
Hij stond voor zijn ezel en schilderde In
gespannen voort. Zijn oudachtige gestalte
met de afgezakte schouders toekende zich in
gespannen strakheid af en de witte vingers,
dun en beenig als van een geraamte, voer
den het penseel voorzichtig, voorzichtig over
het doek.
De blecke kunstenaarskop met de fijn ge
bogen neus en korten baard was ver vooruit
gestrekt op den mageren hals en onder de
gefronste wenkbrauwen keken de oogen in
angstige verwachting, 't Ging goed zoo, 'z
werd goed! flitste 't door zijn hoofd en
even maakte de strakheid in zijn binnenste
plaats voor een triomfantelijke tevreden
heid over zijn werk. Maar dadelijk daarop
was daar de gedachte: „Neen, neen, niets
denken daarvan, heelemaal niets, doorwer
ken maar."
Doch het werd al donkerder in het kleino
vertrek en met een zucht legde hij tenslotte
zijn penseel neer.
Langzaam streek hij zich over de moede
oogen; zijn handen trilden van het inge
spannen werken; moe was hij, doodmoe.
Peinzend bekeek hij het stilleven in den
hoek.
Prachtig was de slanke, doorzichtige vaas
tegen den achtergrond van donker fluweeL
Witte llchtvlekjes op het kleurlooze glas spat
ten levendig op uit de donkere omgeving,
verwijdden en versmalden zich en vloeiden
dan weg In het diepe donker van de fiuwee-
len lap. 't Fel-oranje van enkele sinaas
appelen verbrak brutaal de wazige teerheid
van het geheel, maar maakte toch 't stille
ven niet grof.
„Zoo moet het worden", dacht hij, nu niet
meer er aan werken, morgen verder; bij
lamplicht zou het niets worden.
Des nachts ken hij niet slapen; woelde
maar onrustig heen en weer.
't Was weer hetzelfde als altijd: de angst,
dat zijn werk niet zou slagen.
Maar het was toch goed geweest? Zooals
hij het gezien had, enkele uren geleden nog,
was het mooi, zat er iets in van hemzelf, iets
van de ontroering die hij gevoeld had, toen
zijn vingers gleden langs de fijne vaas en
zijn oogen genoten hadden 't prachtige ef
fect van de helle vruchten op de koele don
kerte van het fluweel.
Waarom had hij dan, telkens weer, als hij
een half voltooid schilderij zag of er over
dacht, die angst, dat het niets' zou worden?
Nachten had hij zoo gelegen, slapeloos en
woelend in zijn wanne bed en geworsteld had
hij met zijn fantasieën, die snel als bliksem
flitsen hem door het hoofd gingen. Hij pro
beerde ze vast te houden en te groepee-
ren tot een helder, stil beeld, maar het lukte
niet. Ieder oogenblik veranderde hij het weer,
neen, 't was niet, wat hij zocht. Enkele brok
stukken waren goed, maar het geheel werd
niets.
En zijn gedachten Joegen, joegen maar
steeds door zijn kloppend hoofd!
Dan sprong hij plotseling op, deed het licht
aan in zijn atelier en zocht en zocht en groe
peerde met trillende, Eerveuze handen de
dingen, zooals hij ze, heel vaag, gedacht bad.
En soms, als hij de voorwerpen ln werkelijk
held voor zich zag, wist hij het opeens. Dan
werd het wat kalmer in hem en rustiger
rangschikte hij zijn gedachten.
Den volgenden dag begon hij met een
schijnbare inwendige kalmte te werken. Al
leen zijn oogen verrieden dan, dat diep m
zijn ziel het niet rustig was, dat daar woelde
de behoefte om te scheppen, om leven te
geven, dat moeten, dat hem zichzelf deed
vergeten om slechts te leven voor zijn werk,
dagen en dagen lang: dat moeten dat hem
verteerde en ondragelijk deed lijden, maar
waaraan hij niet kon ontkomen!
Want al die strijd zou niets wezen, als
daar uit geboren werd een stralende voldoe
ning, een eerbiedig bulgen in ademlooze be
wondering voor eigen goddelijkheid.
Maar oh! die weeë, haast physleke pijn
van niet te kunnen, die machteloosheid, zijn
eigen gedachten niet te kunnen volgen, die
maakte hem kapot! Die deed hem, lederen
keer weer, van hoop dat zijn werk ditmaal
goed zou worden, verzinken tot den groot-
sten twijfel..
Hij kon zich niet uiten, tot bloedens toe
had hij zich gestooten tegen dien blinden
muur van zijn machteloosheid, maar lederen
keer weer hadden zijn fantasieën hem mee
gesleept, hadden ze hem uitgetild boven het
alledaagsche, ln de sferen van het on
zienlijke, in wijde ruimten, waar ze voor
hem uitjoegen en om hem heen dwarrelden
tot hij, verward, zijn vergeefsche grijpen na
liet.
De onmacht van niet kunnen trok hem
omlaag en maakte loom zijn arme ziel tot
hij neerlag, suf-geslagen en niets-meer-we-
tend
De maan scheen in de kleine kamer en be
scheen de magere handen, die slap op het
dek lagen en 't ingevallen, witte gezicht,
waarin de oogen. niets ziende, staarden in
den donkeren nacht.
DE GEMEENTE EN DE
WEGENBELASTING.
EEN ONBILLIJKE, VERDEELING.
De wegenbelasting brengt millioenen op.
Dit geld wordt verdeeld over het rijk (70
en over de provincies (30 pet.). De gemeen
ten krijgen alleen iets als zij wegen verbete
ren die op het provlnc'ale plan staan. Voor
Haarlem zijn dit er al zeer weinig, alleen
eenige wegen in de buitenwijken.
Die verdeeling is evenwel zeer onbillijk. De
gemeenten geven kapitalen uit voor de ver
betering der verkeerswegen. Haarlem heeft
nu voor een groot gedeelte den hoofdver
keersweg ln de binnenstad voor het door
gaand verkeer in orde gemaakt. Van Noord
naar Zuid kan men. als aan het eind van het
jaar de Houtbrug klaar is, en het Plein ook
geasphalteerd zal zijn, op asphalt rijden.
Aan den weg Oost-WesL wordt ook flink ge
werkt. De brug bij de Amstcrdamsehe poort
is klaar, de He eren vest Is op voldoende breed
te gebracht. Nu is men bezig met den Kam
per- en Gasthuissingel. Op het programma
staat de verdere verbreeding der Anthonie-
straat en het bouwen van een nieuwe Lange
Brug.
Binnenkort wordt ook de Zijlweg onder
handen genomen voor de verbinding met
Bloemenüaal en Zandvoort.
Het Is al veel als Haarlem per Jaar een
bijdrage uit het Rijkswegenfonds krijgt van
5000. Zoo Iets heeft natuurlijk geen be-
teekenis.
De regeling is daarom zoo onbillijk, om
dat vele weggebruikers nooit of zeer zelden,
buiten de Haarlemsche grenzen komen. Als
men rekent dat er hier 25.000 rijwlelbezitters
zijn die 2.50 in het jaar betalen, dan is wel
te zeggen, dat 15.000 bijna uitsluitend va.n de
Haarlemsche wegen gebruik maken. Toch
strijken het rijk cn de provincie die 15000
rijksdaalders 37.500!) op.
Er worden per jaar eenige tonnen ontvan
gen van automobilisten en motorrijders. Als
billijk gerekend zou worden, zou Haarlem
misschien wel op de he1 ft daarvan aanspraak
kunnen maken, omdat de helft van den tijd
deze motorrijtuigen op Haarlemsche wegen
rijden.
Hst vraagstuk der onbillijke verdeeling van
de opbrengst der wegenbelasting zal binnen
kort eer. punt van discussie uitmaken in een
congres van de Vereeniging van Nederland-
sche gemeenten.
DE SCHILDERIJENDIEFSTALLEN
DE DADER IN BELGIë.
In aansluiting op ons bericht van Zater
dag over het ontdekken van het n Den Haag
gestolen schilderijtje meldt men ons nog het
volgende:
Het schilderstukje van A. v. d. Venne, „De
dansende invaliden", ter waarde van onge
veer 1500, dat Zondag 23 Februari uit het
Haagsche Gemeente-Museum is gestolen, is
door de Belgische politie ln beslag genomen
bij een kunsthandelaar te Antwerpen.
Door een heer was het daar omgeruild voor
eenige miniaturen. Het signalement, dat ge
noemde schilderijhandelaar van zijn klant
kon geven, komt volkomen overeen met dat
van den persoon, die van de diefstallen in
Utrecht, Haarlem en Den Haag verdacht
wordt. Hij had ook nog bij zich het te Haar
lem gestolen schilderijtje van Dirk Hals „een
jongenskopje". De Belgische politie is er van
overtuigd, dat dit brutale heerschap de da
der is van de museumdiefstallerx.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTEL iORlSSTR A AT 16
ItLEF. No- 10756
Apex Klop-Veeg-Stofzuigers
f 175.-
DAJOS BELA EN ZIJN ORKEST.
EEN CONCERT TE HAARLEM.
Dajos Bela, die met zijn orkest naar ons
land komt, zal een concert geven te Haar
lem op 7 April in de Gemeente-Concertzaal.
HET BRONGEBOUW.
AANKOOP DOOR DE GEMEENTE
VOOR ƒ65.000.—.
Ter aanvulling van het bericht in ons
nummer van Zaterdag kunnen wij mededoe
len, dat B. en W. aan den raad schrijven:
„De N.V. Maatschappij tot Exploitatie van
Staalwaterbronnen heeft ter kennis van ons
college gebracht, dat zij bereid is den op
stel van het Brongebouw met örinkhal (uit
gezonderd het badhuis aan de Badhuisstraat)
aam de gemeente in koop af te staan tegen
een bedrag van f 65.000.
Aankoop van genoemden opstel komt voor
ln het belang van de gemeente te zijn.
Aangezien wij den gevraagden prijs niet te
hoog achten, stellen wij u voor tot aankoop
te besluiten.
Wij merken hierbij nog op, dat het Bron
gebouw tijdens de voorgenomen verbouwing
van het Raadhuis en van het gebouw van
den dienst van openbare werken, zeer goed
zal kunnen worden gebezigd voor het daarin
tijdelijk onderbrengen van eenige afdeelir.-
gen."
„T WOONHUIS".
De heer L. G. Smits heeft zijn zaak voor
woning-inrichting ,,'t Woonhuis" uitgebreid
en overgeplaatst van Koninginneweg 14
naar Koninginneweg 10.
De nieuwe zaak is aanmerkelijk grooter
dan de vorige en biedt ruim gelegenheid voor
het exposeeren van verschillende ameuble
menten. Handig heeft de heer Smits partij
getrokken van de indeeling van het. nieuw?
huis. zoo vindt men in de serre gezellige lage
meubelen, in de voorkamer een salon-ameu
blement. En elders kan men een uitgebreid?
collectie gordijnen en tapijten en loopers be
zichtigen.
De zaak is er zeker op vooruit gegaan, is
ruim. mooi en ieder vind er wel iets van zijn
smaak.
DE POST.
Het poststation te Oud-Schoten is met in
gang van 1 Maart 1930 omgezet in een post
agentschap annex telegraaf- en telefoon
station.
Op Zon- en Feestdagen is het agentschap
voor den post-, telegraaf- en telefoondienst
gesloten.
SCHOOLKLEEDING-
B. en W. stellen aan den raad voor de
rekening van de commissie voor schoolkle
ding over 1929 vast te stellen op een bedrag
van 5 339.78. Indertijd was 4500 door den
raad toegestaan, zoodat nu alsnog G33.73
beschikbaar gesteld dient te worden.
SPEELPLAATS.
Onlangs is grond gekocht voor de uitbrei
ding van de speelplaats bij school No. 5 voor
L.O. B. en W'. vragen nu nog een crediet van
850 voor het maken van een goede terrein-
afscheiding.
BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZER.
Voor de benoeming van een onderwijzer
aan school 33 hebben B. en W. de volgende
voordracht aan den raad ingezonden:
1. J. W. Fossen te Amsterdam, 2. J. Erkes
te Wormerveer en 3. A. J. Groeneveld te
Driebergen.
Teekenen van economische ach
teruitgang. Scherp verminderde
opbrengst der Beursbelasting.
Dalende koersen aan alle beur
zen. De verminderde winsten in
het boerenbedrijf. Dalende
grondprijzen. Het jaarverslag
der „Amsterdam" Rubber.
Fe Amerikaansche methode van
dividcndbetaling veroordeeld.
Het is op de beursen duidelijk merkbaar
dat er in breede kringen nog ernstig aan
wordt getwijfeld of de malaise, welke tegen
het einde van 1929 Is begonnen, zoo spoe
dig zal zijn overwonnen als door de op imis-
ten voorzegd is. Zelfs te New Yo k, de
bakermat van het optimisme, kan een be
paalde haussestsmming aan de beurs niet
doorbreken, omdat tegenover elk symptoom
van economisch redres een waarschuwend
verschijnsel van bedrljfsverslapping staat-.
Zeer opmerkelijk is wel dat de kcers van
Stealshares gedurende de maand Februari
van 189 tot 179 pet. gedaald is in weerwil
van de berichten over meerdere bedrijvig
heid ln de fabrieken en toenemende orders.
Blijkbaar zijn dc teruggaande spoorweg-
entvangsten, het afnemend a an-al wagons
dat voor het transport noodig is, de aan
zienlijke werkloosheid, de steads terugkee-
rende prijsdaling van stepelproducten van
meerderen invloed op het sentiment van
het beurspubliek, dat trouwens voor zijn
overdréven optimisme zwaar heeft geboet.
Men bedroeft nog geen volslagen pessimist
te zijn. om voor de naaste toekomst de
grootst mogelijke bedachtzaamheid bij het
ondernemen van nieuwe zaken aan den
dag te leggen. In de voornaamste handel
drijvende landen zijn de teekenen van
economisch en achteruitgang nog niet ver
dwenen en zoolang de prijzen van belang
rijke stapelproducten, als suiker en tarwe,
katoen en rubber, nog blijven dalen, kan
men niet verwachten dat een periode van
nieuwen voorspoed haar intrede zal doen.
Zoowel in Engeland als in Duitschland
houdt de depressie aan, in vergelijking
waarmede de toestand ln ons land nog be
vredigend kan worden genoemd. De cijfers
van den buitenlandschen handel over de
maand Januari waren niet ongunstig en de
staat der Rijksmiddelen heeft over die maand
nog geen noemenswaardige vermindering ge-
bracht. Maar, gelijk wij vroeger opmerkten,
komt- de verminderde welvaart eerst gelei
delijk daarin tot uitdrukking. Langzamer
hand daalt het bedrag van het volksinkomen
en daarmede de opbrengst der verschillende
belastingen, zoodat overschotten op de Rijks-
begrooting vermoedelijk wel tot het verleden
zullen behooren en belastingverlaging alleen
door besparing kan worden verkregen. Hoe
snel veranderingen kunnen intreden, blijkt
wel uit de opbrengst der Beursbsiasting over
de maand Januari, welke slechts f 170.000
bedroeg, tegen ca. f 1.100000 in dezelfde
maand van 1929. Op de effectenbeurzen
is de handel tot een minimum ingekrompen
en als gewoonlijk brokkelen die koersen
daarbij af. Het indexcijfer voor de 12
voornaamste effectenbeurzen ter wereld
is in de maand Februari van 93.2 tot 90.5
pet. teruggeloopen en waar Ln den goederen
handel algemeen de voorraden uiterst klein
worden gehouden wegens de vrees voor een
nog verdere daling der prijzen, kan het niet
verwonderen, dat de geldmarkten ruim
blijven en de geldkoersen laag. Men sprak,
deze week al weer van een nieuwe discon
to-verlaging te Berlijn, waar men lang
zamerhand financieel in wat beter con
dyle komt door de nieuwe credieten, welke
aan het Rijk en aan verschillende steden
worden toegestaan. Maar op de beurs gaat
var. dezen verbeterden toestand nog geen
prikkel tot nieuwe zaken uit. De Berlijn-
sche beurs had ook in de afgeloopen week
een onbelangrijk verloop. Eerst langzamer
hand zal men zich kunnen aanpassen bij
de lagere prijzen voor stepelproducten, welke
in eerste instantie aan vele groepen der be
volking verliezen berokkenen.
Wij snuffelden dezer dagen in oude pa
parassen en vonden daarbij een landbouw-
tijdschrift van eenige jaren geleden, waarin
voor het jaar 1925/26 een berekening voor
kwam van de gemiddelde inkomsten van
309 landbouwbedrijven in de provincie Gro
ningen. Volgens die becijfering, stond in
dat jaar tegenover een totale bruto op
brengst van f 402.03 per H.A. een onlcosten-
cijfer van f 275.24, zoodat een netto be
drijfswinst van f 126.79 per H.A. resteerde.
Over het bedrijfskapitaal maakte deze winst
niet meer dan 11 pet. uit. Wanneer men
nu de graanprijzen van dien tijd met die
van thans vergelijkt, blijken aezs sedert
zoo zeer te zijn gedaald, dat het aan alle
kanten duidelijk moet zijn, dat bij de te
genwoordige noteeringen voor het boeren
bedrijf loonende winsten niet meer verkre
gen kunnen worden. Het volgende staatje
geeft de graanprijzen aan de beurs te Gro
ningen op 25 Februari 1930 en op 24 Fe
bruari 1925:
25 Febr. '30
24 Febr. >25
Roode Tarwe
7.60
810
1113.75
Witte Tarwe
8.15
9—
11.— 14—
Rogge
4.75
5.30
13.— 14.75
Wintergerst
5 50
6 30
12— 13.25
Witte Haver
4.25
4.90
8.50 11—
Zwarte Haver
4.75
5.60
9.50 11.25
Gr. Erwten
8.25
9.30
11— 15—
Wierbconen
7.50
8.25
10— 12.75
Waal. boonen
8.25
9.25
10— 16—
Ka rw ij zaad
25-
31—
20— 34—
Geel Mosterdzaad
15.
20.50
20— 30—
Kanariezaad
14
17.50
17— 22—
BL Maanzaad
27.—
33—
30— 42—
Over het afgeloopen jaar stonden tegen
over de slechte prijzen der landbouwpro
ducten in vele gevallen enkele voord eelen,
die het eindresultaat nog dragelijk maak
ten. Wij noemen de hooge strooprijzen, de
groóte opbrengst per H.A. Maar ais deze
voordeelen dit jaar wegvallen en in de prij
zen geen verbetering komt, staan de vooruit
zichten van den landbouw uiterst ongunstig,
In de prijzen der gedurende de laaitere maan
den verkochte boerderijen is zulks reads merk
baar. De prijzen der landerijen slaan een
dalende richting in, hetgeen in zeker op
zicht kan worden toegejuicht, orruiat daar
door tenslotte weer meer normale voorwaar
den voor het boerenbedrijf worden gescha
pen, maar tengevolge waarvan toch kapi
taalverliezen worden geleden, welke op heel
het economisch leven terugslaan. Onder zul
ke omstandigheden is het ahc-szns begrij
pelijk, dat de beurzen, die de thermometer
zijn der algemeene volkswelvaart, een onge»
animeerde stemming aan den dag leggen.
Dit was ook de afgeloopen week te Am
sterdam het geval. Het eenig evenement was
de verschijning van het jaarverslag der Rub
ber Cultuur Mpij. „Amsterdam", waarvan de
cijfers en het dividend over 1929 niet tegen
vielen, maar de verminderde geldmiddelen
een slechten indruk maakten. Het dividend
van 15 pet. kan in contanten worden ontvan
gen, maar ook in aandeelen, waarbij acht
oude recht geven op een nieuw, zoodat men
dus in plaats van 15 pet. in kas. een achtste
aandeel kan ontvangen. Tegen den koers van
Woensdag had dit achtste aandeel een waar
de van ca. 20 pet. wat dus een prikkel is om
geen betaling in geld te verlangen. Deze
Amerikaansche methode van dividendbeta-
ling is hier allerminst populair, omdat zij
het kapitaal automatisch vergroot, zonder
dat nieuw geld in de zaak komt. Men had het
beter gevonden, wanneer de directie uit voor-
zachtigheidsoverwegingen geen of lager di
vidend had uitgekeerd. Deze teleurstelling
drukte de gaheele rubberafdeeling. De ove
rige afdeelingen leveren geen stof tot be
spreking. Voor Beleggingsfondsen blijft ma
tige vraag bestaan. Prolongatie werd door
gaans beneclen 3 pet. afgesloten.
LETTING A,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
NAAMI.VENN: J.D. POSTHUMUS'
KONINKLIJKE STEMPELFABRIEKEN
Wij zijn specialiteiten In: FAMILIE-DRUKWERKEN
AANKONDIGINGEN voor:
UITNOODIGINGEN
GEBOORTE
DANKBETUIGINGEN
VERLOVING
MENU'S
ONDERTROUW
VISITEKAARTEN
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
FEUILLETON
14>
Roman van
HULBERT FOOTNEK.
Er was nog iets in Charley's hoofd, dat hij
niet kon uiten, maar eindelijk kwam het er
uit.
Zeg! Ze Is het mooiste meisje, dat Ik
ooit gezien heb.
Garth, legde zijn arm om Charley's schou
ders.
Zij is het eerste blanke meisje, dat ik
.sinds twee jaar gezien heb, en toon beleeken-
den meisjes nog niets voor mij. Maar ik ?.!e
verdraaid goed, dat zij geen gewoon meisje
is. Het is wonderlijk hoe zij kijkt, en hoe zfj
haar arm opheft. Een mooie arm, niet? En
het mooiste is: ze deelt alles met u als een
kameraad. 4 x
Als Garth den jongen al mocht van het
begin af, nu was hij in staat van hem te
houden voor wat hij van Natalie zei.
Hebt u opgemerkt, dat ze mij mr. Lan-
drum noemde? Ze deed dat om mU een ge
noegen te doen. dat weet ik wel. Maar was
he; niet lief van haar0 Dat had zij volstrekt
niet behoeven te doen. O' als lk eens iets voor
haar doen mocht, wat zou ik de kans gaarne
waarnemen.
Nadat zij nog wat verder gepraat haaden,
viel Charley ln slaap to midden van hun ge
sprek.
s Morgens ontwaakte hij ineens, zooals
jongens doen en terwijl hij zich omrolde,
zei hij:
Natalie is ongetwijfeld de mooiste naam,
dier; ik ken.
Later op den dag, te midden van hopelooze
besprekingen hoe zij de half vergane Flat-
iron zouden opkalefateren, klonk plotseling
een schot uit de richting stroomafwaarts. Zy
keken om en zagen vier zwarte figuren, die
om den hoek van een inham roeiden. Toen
schoot de scherpe neus van een prauw om
den hoek en een lange, lage boot. kwam aan
drijven met den stroom mee als een reus
achtige eend.
Hoera! riep Charley, dat is uw kans om
het meer over te steken!
Hm! zei Garth. We zullen eerst eens af
wachten wat nieuws zij meebrengen.
Op het gezicht van het open water, verdub
belden de inboorlingen hun kracht en het
was prachtig om te zien hoe hun boot over
het water scheerde. Toen zij tegenover de
hut aankwamen, sprongen zij aan wal juist
waar Garth en Charley stonden. Natalie, die
niet de kans wilde loopen om weer met stom
me verbazing te worden aangegaapt, had zich
in de hut teruggetrokken. Op de boeg van de
boot was de naam Losels geschilderd. De
stuurman kwam op Garth toe met vriende
lijke gebaren, naar hij meende. De man was
klein van gestalte en hoogstens dertig jaar
oud, doch reeds grijzend.
Wel, Charley! zei hij en zij gaven elkaar
de hand en toen stak Hooüam zijn hand uit
naar Garth, terwijl hij iets in zijn dialect
zeide.
Hij zegt. dat u het meer over wil, ver
taalde Charley.
Hoe weet hij dat? vroeg Garth snel.
Hooiiam antwoordde reeds voor Charley
vertaald had. Hij verslond blijkbaar als alle
Indianen meer EngeLsch dan hij wilde weten.
Hij zegt, dat Pierre Torna hem dat ver
teld heeft, zei Charley.
Vraag hem, waarom hij gekomen is met
zoo'n kleinen last? vroeg Garth.
Charley vertaalde en Iiooliam's antwoord
kwam onmiddellijk.
Hij zegt. dat het water te laag stond om
een volle lading mee te nemen, vertaalde
Charley.
Vraag hem, wanneer hij denkt verder
te gaan, zei Garth.
Hooiiam kook naar het meer.
Zoodra de wind gaat Hggen of omslaat,
luidde hot antwoord.
Zeg hem, dat hij mij waarschuwt, voor
hij vertrekt, dan zal ik zeggen of ik mee
ga, zei Garth koel.
Ik moet eerst eens met u praten, zei
hij op zachteren toon tot Charley.
Zij gingen even apart zitten in het zand.
Wat denk jij van dit geleide, Charley?
vroeg Garth.
De jongen was verrast door die vraag.
Wel, zei hij, het lijkt wel een beetje
vreemd, om dien langen tocht te maken met
een halve lading. Maar je kunt nooit weten
met die rare nikkers.
Wie is die Hooiiam? vroeg Garth.
Zoover ik weet, is hij betrouwbaar. Wat
vrees je? vroeg de jongen nieuwsgierig. Als
hij je aan boord neemt, brengt hij je aan
den overkant.
Garth keek Charley aan, maar er kon geen
twyfel aan zijn oprechtheid bestaan na zijn
betoonde aanhankelijkheid ten opzichte van
Natalie. Hij beraamde snel zijn plannen en
deelde Charley in het kort mee, wat hun op
reis overkomen was.
Charley fluisterde verbaasd:
Dus Nick Grylls is van cat soort! Maar
dat heeft hij dan toch dom aangepakt!
Deze Hooiiam, ging Garth voort, ls zoo
angstig in vergelijking met anderen van zijn
soort. Ik vrees dat Nick Grylls de hand in dit
geval heeft. Van den anderen kant hebben
we niet voldoende voedsel. Wat heb jij nog
te missen, Charley?
Niets dan wat boomen, zei de jongen
onthutst. En het is niet eens goed genoeg
voor haar.
Bestaat er eenige kans op een andere
boot? vroeg Garth.
De eerste drie weken niet, zei Charley
hoofdschuddend.
Dan is er niets aan te doen, zei hij be
slist. Dan zullen we mee moeten gaan met
Hooiiam. Ik zal hem zeggen onze kleine boot
ook mede te nemen, dan zijn we tenminste
niet heelemaal aan hem overgeleverd.
Charley wendde zich tot Garth.
Laat mij met je meegaan, Garth, pleit
te hij.
Garth keek hem dankbaar aan. Niemand
dan Charley kon zoo edelmoedig zijn.
Maar ik mag je toch niet van je eigen
werk meenemen, wierp hij hem tegen.
Charley weerde heftig af:
Wat doet dat er toe. Het kan wachten.
Ik zou zoo graag. Garth. Om haar een beetje
van dienst te kunnen zijn! Misschien kan
lk helpen. Jij denkt, dat ik nog een dwaas
kind ben en misschien ben ik dat ook, maar
ik kan denken als een man en plannen ma
ken als een man.... voor haar! Jij en ik
kunnen om beurten de wacht houden. Kijk
eens, na alles wat je me verteld hebt, zou ik
Je niet kunnen zien vertrekken, terwijl ik
achter bleef zonder te weten wat er gebeurde!
Garth was meer bewogen dan hU wilde too-
nen.
Je bent een flinke kerel, Charley, zei hij
op zaclitcn toon. Kom, ga mes!.
HOOFDSTUK X.
Op het Caribou-meer.
Van zonsondergang tot het ochtendgloren
weerklonk gehamer en geklop zonder opont
houd door den stillen nacht. Maar kort na
zonsopgang, toen de wind was gaan liggen,
gaf Hooiiam te kennen dat hij wilde vertrek
ken Ze waren in enkele minuten gereed en
toen Hooiiam ook Charley's pak bij de an
dere zag, sputterde hij in zijn geheimteaL
Hij zegt. dat hij mij niet kan meene
men, zei Charley.
Garth viel uit
Dat ontbrak er nog maar aan. Vraag
hem, waarom niet!
Hij klets maar wat, zei Charley. Hij zegt
dat hij geen plaats genoeg heeft.
Onzin! riep Garth. Zeg hem dat hij ons
alle drie meeneemt of niemand.
Na ontvangst van dit ultimatum haalde Hoo
iiam zijn schouders op en zei niets meer; en
alle drie gingen ze aan boord van de Loseis.
Even later vertrok men zonder meer, maar
toen men een mijl ver het meer oogevaren
was. ontstond er groote oneenigheid onder
de bemanning. Er werd besoroken of de wind
weer zou opstaan, hoewel de blanke mannen
geen spoor van v.-lnd konden ontdekken. Toch
werden de zeilen gereefd en de groote mast
werd met veel moeite over het dek gelegd.
Tenslotte werd een klein zeiltje gsheschen,
dat flauwtjes on de voorp'-eht heen en weer
flapperde. Hooüam deed onverschillig en de
kleurlingen gingen lui op het dek liggen.
Garth hield zich in zoo lang hij kon.
Hoor een3. zei hij tenslotte tot Charley,
vraag hem hoe lang dit duurt.
(Wordt vervolgd),