b&JuxM OleamOtac/ieïé H. D. VERTELLINGEN. Kroniek® STADSNIEUWS n DE MOEILIJKE REIS HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 3 MAART 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden)» Door ADINDA. Strijd. Fijna motregen sipelde door dunne mlstslulers, die tusschen de glibberlg-zwarte boomengestalten geweven hingen. Alle ge luiden werden gedempt in de kille, zwaar moedige grijsheid, die stil en gelaten lag over het winterlandschap. Het zwakke licht van den laten dag viel in het atelier van den schilder en deed de scherpe omlijning der dingen verdoezelen in loome schemering. Hij stond voor zijn ezel en schilderde In gespannen voort. Zijn oudachtige gestalte met de afgezakte schouders toekende zich in gespannen strakheid af en de witte vingers, dun en beenig als van een geraamte, voer den het penseel voorzichtig, voorzichtig over het doek. De blecke kunstenaarskop met de fijn ge bogen neus en korten baard was ver vooruit gestrekt op den mageren hals en onder de gefronste wenkbrauwen keken de oogen in angstige verwachting, 't Ging goed zoo, 'z werd goed! flitste 't door zijn hoofd en even maakte de strakheid in zijn binnenste plaats voor een triomfantelijke tevreden heid over zijn werk. Maar dadelijk daarop was daar de gedachte: „Neen, neen, niets denken daarvan, heelemaal niets, doorwer ken maar." Doch het werd al donkerder in het kleino vertrek en met een zucht legde hij tenslotte zijn penseel neer. Langzaam streek hij zich over de moede oogen; zijn handen trilden van het inge spannen werken; moe was hij, doodmoe. Peinzend bekeek hij het stilleven in den hoek. Prachtig was de slanke, doorzichtige vaas tegen den achtergrond van donker fluweeL Witte llchtvlekjes op het kleurlooze glas spat ten levendig op uit de donkere omgeving, verwijdden en versmalden zich en vloeiden dan weg In het diepe donker van de fiuwee- len lap. 't Fel-oranje van enkele sinaas appelen verbrak brutaal de wazige teerheid van het geheel, maar maakte toch 't stille ven niet grof. „Zoo moet het worden", dacht hij, nu niet meer er aan werken, morgen verder; bij lamplicht zou het niets worden. Des nachts ken hij niet slapen; woelde maar onrustig heen en weer. 't Was weer hetzelfde als altijd: de angst, dat zijn werk niet zou slagen. Maar het was toch goed geweest? Zooals hij het gezien had, enkele uren geleden nog, was het mooi, zat er iets in van hemzelf, iets van de ontroering die hij gevoeld had, toen zijn vingers gleden langs de fijne vaas en zijn oogen genoten hadden 't prachtige ef fect van de helle vruchten op de koele don kerte van het fluweel. Waarom had hij dan, telkens weer, als hij een half voltooid schilderij zag of er over dacht, die angst, dat het niets' zou worden? Nachten had hij zoo gelegen, slapeloos en woelend in zijn wanne bed en geworsteld had hij met zijn fantasieën, die snel als bliksem flitsen hem door het hoofd gingen. Hij pro beerde ze vast te houden en te groepee- ren tot een helder, stil beeld, maar het lukte niet. Ieder oogenblik veranderde hij het weer, neen, 't was niet, wat hij zocht. Enkele brok stukken waren goed, maar het geheel werd niets. En zijn gedachten Joegen, joegen maar steeds door zijn kloppend hoofd! Dan sprong hij plotseling op, deed het licht aan in zijn atelier en zocht en zocht en groe peerde met trillende, Eerveuze handen de dingen, zooals hij ze, heel vaag, gedacht bad. En soms, als hij de voorwerpen ln werkelijk held voor zich zag, wist hij het opeens. Dan werd het wat kalmer in hem en rustiger rangschikte hij zijn gedachten. Den volgenden dag begon hij met een schijnbare inwendige kalmte te werken. Al leen zijn oogen verrieden dan, dat diep m zijn ziel het niet rustig was, dat daar woelde de behoefte om te scheppen, om leven te geven, dat moeten, dat hem zichzelf deed vergeten om slechts te leven voor zijn werk, dagen en dagen lang: dat moeten dat hem verteerde en ondragelijk deed lijden, maar waaraan hij niet kon ontkomen! Want al die strijd zou niets wezen, als daar uit geboren werd een stralende voldoe ning, een eerbiedig bulgen in ademlooze be wondering voor eigen goddelijkheid. Maar oh! die weeë, haast physleke pijn van niet te kunnen, die machteloosheid, zijn eigen gedachten niet te kunnen volgen, die maakte hem kapot! Die deed hem, lederen keer weer, van hoop dat zijn werk ditmaal goed zou worden, verzinken tot den groot- sten twijfel.. Hij kon zich niet uiten, tot bloedens toe had hij zich gestooten tegen dien blinden muur van zijn machteloosheid, maar lederen keer weer hadden zijn fantasieën hem mee gesleept, hadden ze hem uitgetild boven het alledaagsche, ln de sferen van het on zienlijke, in wijde ruimten, waar ze voor hem uitjoegen en om hem heen dwarrelden tot hij, verward, zijn vergeefsche grijpen na liet. De onmacht van niet kunnen trok hem omlaag en maakte loom zijn arme ziel tot hij neerlag, suf-geslagen en niets-meer-we- tend De maan scheen in de kleine kamer en be scheen de magere handen, die slap op het dek lagen en 't ingevallen, witte gezicht, waarin de oogen. niets ziende, staarden in den donkeren nacht. DE GEMEENTE EN DE WEGENBELASTING. EEN ONBILLIJKE, VERDEELING. De wegenbelasting brengt millioenen op. Dit geld wordt verdeeld over het rijk (70 en over de provincies (30 pet.). De gemeen ten krijgen alleen iets als zij wegen verbete ren die op het provlnc'ale plan staan. Voor Haarlem zijn dit er al zeer weinig, alleen eenige wegen in de buitenwijken. Die verdeeling is evenwel zeer onbillijk. De gemeenten geven kapitalen uit voor de ver betering der verkeerswegen. Haarlem heeft nu voor een groot gedeelte den hoofdver keersweg ln de binnenstad voor het door gaand verkeer in orde gemaakt. Van Noord naar Zuid kan men. als aan het eind van het jaar de Houtbrug klaar is, en het Plein ook geasphalteerd zal zijn, op asphalt rijden. Aan den weg Oost-WesL wordt ook flink ge werkt. De brug bij de Amstcrdamsehe poort is klaar, de He eren vest Is op voldoende breed te gebracht. Nu is men bezig met den Kam per- en Gasthuissingel. Op het programma staat de verdere verbreeding der Anthonie- straat en het bouwen van een nieuwe Lange Brug. Binnenkort wordt ook de Zijlweg onder handen genomen voor de verbinding met Bloemenüaal en Zandvoort. Het Is al veel als Haarlem per Jaar een bijdrage uit het Rijkswegenfonds krijgt van 5000. Zoo Iets heeft natuurlijk geen be- teekenis. De regeling is daarom zoo onbillijk, om dat vele weggebruikers nooit of zeer zelden, buiten de Haarlemsche grenzen komen. Als men rekent dat er hier 25.000 rijwlelbezitters zijn die 2.50 in het jaar betalen, dan is wel te zeggen, dat 15.000 bijna uitsluitend va.n de Haarlemsche wegen gebruik maken. Toch strijken het rijk cn de provincie die 15000 rijksdaalders 37.500!) op. Er worden per jaar eenige tonnen ontvan gen van automobilisten en motorrijders. Als billijk gerekend zou worden, zou Haarlem misschien wel op de he1 ft daarvan aanspraak kunnen maken, omdat de helft van den tijd deze motorrijtuigen op Haarlemsche wegen rijden. Hst vraagstuk der onbillijke verdeeling van de opbrengst der wegenbelasting zal binnen kort eer. punt van discussie uitmaken in een congres van de Vereeniging van Nederland- sche gemeenten. DE SCHILDERIJENDIEFSTALLEN DE DADER IN BELGIë. In aansluiting op ons bericht van Zater dag over het ontdekken van het n Den Haag gestolen schilderijtje meldt men ons nog het volgende: Het schilderstukje van A. v. d. Venne, „De dansende invaliden", ter waarde van onge veer 1500, dat Zondag 23 Februari uit het Haagsche Gemeente-Museum is gestolen, is door de Belgische politie ln beslag genomen bij een kunsthandelaar te Antwerpen. Door een heer was het daar omgeruild voor eenige miniaturen. Het signalement, dat ge noemde schilderijhandelaar van zijn klant kon geven, komt volkomen overeen met dat van den persoon, die van de diefstallen in Utrecht, Haarlem en Den Haag verdacht wordt. Hij had ook nog bij zich het te Haar lem gestolen schilderijtje van Dirk Hals „een jongenskopje". De Belgische politie is er van overtuigd, dat dit brutale heerschap de da der is van de museumdiefstallerx. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTEL iORlSSTR A AT 16 ItLEF. No- 10756 Apex Klop-Veeg-Stofzuigers f 175.- DAJOS BELA EN ZIJN ORKEST. EEN CONCERT TE HAARLEM. Dajos Bela, die met zijn orkest naar ons land komt, zal een concert geven te Haar lem op 7 April in de Gemeente-Concertzaal. HET BRONGEBOUW. AANKOOP DOOR DE GEMEENTE VOOR ƒ65.000.—. Ter aanvulling van het bericht in ons nummer van Zaterdag kunnen wij mededoe len, dat B. en W. aan den raad schrijven: „De N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Staalwaterbronnen heeft ter kennis van ons college gebracht, dat zij bereid is den op stel van het Brongebouw met örinkhal (uit gezonderd het badhuis aan de Badhuisstraat) aam de gemeente in koop af te staan tegen een bedrag van f 65.000. Aankoop van genoemden opstel komt voor ln het belang van de gemeente te zijn. Aangezien wij den gevraagden prijs niet te hoog achten, stellen wij u voor tot aankoop te besluiten. Wij merken hierbij nog op, dat het Bron gebouw tijdens de voorgenomen verbouwing van het Raadhuis en van het gebouw van den dienst van openbare werken, zeer goed zal kunnen worden gebezigd voor het daarin tijdelijk onderbrengen van eenige afdeelir.- gen." „T WOONHUIS". De heer L. G. Smits heeft zijn zaak voor woning-inrichting ,,'t Woonhuis" uitgebreid en overgeplaatst van Koninginneweg 14 naar Koninginneweg 10. De nieuwe zaak is aanmerkelijk grooter dan de vorige en biedt ruim gelegenheid voor het exposeeren van verschillende ameuble menten. Handig heeft de heer Smits partij getrokken van de indeeling van het. nieuw? huis. zoo vindt men in de serre gezellige lage meubelen, in de voorkamer een salon-ameu blement. En elders kan men een uitgebreid? collectie gordijnen en tapijten en loopers be zichtigen. De zaak is er zeker op vooruit gegaan, is ruim. mooi en ieder vind er wel iets van zijn smaak. DE POST. Het poststation te Oud-Schoten is met in gang van 1 Maart 1930 omgezet in een post agentschap annex telegraaf- en telefoon station. Op Zon- en Feestdagen is het agentschap voor den post-, telegraaf- en telefoondienst gesloten. SCHOOLKLEEDING- B. en W. stellen aan den raad voor de rekening van de commissie voor schoolkle ding over 1929 vast te stellen op een bedrag van 5 339.78. Indertijd was 4500 door den raad toegestaan, zoodat nu alsnog G33.73 beschikbaar gesteld dient te worden. SPEELPLAATS. Onlangs is grond gekocht voor de uitbrei ding van de speelplaats bij school No. 5 voor L.O. B. en W'. vragen nu nog een crediet van 850 voor het maken van een goede terrein- afscheiding. BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZER. Voor de benoeming van een onderwijzer aan school 33 hebben B. en W. de volgende voordracht aan den raad ingezonden: 1. J. W. Fossen te Amsterdam, 2. J. Erkes te Wormerveer en 3. A. J. Groeneveld te Driebergen. Teekenen van economische ach teruitgang. Scherp verminderde opbrengst der Beursbelasting. Dalende koersen aan alle beur zen. De verminderde winsten in het boerenbedrijf. Dalende grondprijzen. Het jaarverslag der „Amsterdam" Rubber. Fe Amerikaansche methode van dividcndbetaling veroordeeld. Het is op de beursen duidelijk merkbaar dat er in breede kringen nog ernstig aan wordt getwijfeld of de malaise, welke tegen het einde van 1929 Is begonnen, zoo spoe dig zal zijn overwonnen als door de op imis- ten voorzegd is. Zelfs te New Yo k, de bakermat van het optimisme, kan een be paalde haussestsmming aan de beurs niet doorbreken, omdat tegenover elk symptoom van economisch redres een waarschuwend verschijnsel van bedrljfsverslapping staat-. Zeer opmerkelijk is wel dat de kcers van Stealshares gedurende de maand Februari van 189 tot 179 pet. gedaald is in weerwil van de berichten over meerdere bedrijvig heid ln de fabrieken en toenemende orders. Blijkbaar zijn dc teruggaande spoorweg- entvangsten, het afnemend a an-al wagons dat voor het transport noodig is, de aan zienlijke werkloosheid, de steads terugkee- rende prijsdaling van stepelproducten van meerderen invloed op het sentiment van het beurspubliek, dat trouwens voor zijn overdréven optimisme zwaar heeft geboet. Men bedroeft nog geen volslagen pessimist te zijn. om voor de naaste toekomst de grootst mogelijke bedachtzaamheid bij het ondernemen van nieuwe zaken aan den dag te leggen. In de voornaamste handel drijvende landen zijn de teekenen van economisch en achteruitgang nog niet ver dwenen en zoolang de prijzen van belang rijke stapelproducten, als suiker en tarwe, katoen en rubber, nog blijven dalen, kan men niet verwachten dat een periode van nieuwen voorspoed haar intrede zal doen. Zoowel in Engeland als in Duitschland houdt de depressie aan, in vergelijking waarmede de toestand ln ons land nog be vredigend kan worden genoemd. De cijfers van den buitenlandschen handel over de maand Januari waren niet ongunstig en de staat der Rijksmiddelen heeft over die maand nog geen noemenswaardige vermindering ge- bracht. Maar, gelijk wij vroeger opmerkten, komt- de verminderde welvaart eerst gelei delijk daarin tot uitdrukking. Langzamer hand daalt het bedrag van het volksinkomen en daarmede de opbrengst der verschillende belastingen, zoodat overschotten op de Rijks- begrooting vermoedelijk wel tot het verleden zullen behooren en belastingverlaging alleen door besparing kan worden verkregen. Hoe snel veranderingen kunnen intreden, blijkt wel uit de opbrengst der Beursbsiasting over de maand Januari, welke slechts f 170.000 bedroeg, tegen ca. f 1.100000 in dezelfde maand van 1929. Op de effectenbeurzen is de handel tot een minimum ingekrompen en als gewoonlijk brokkelen die koersen daarbij af. Het indexcijfer voor de 12 voornaamste effectenbeurzen ter wereld is in de maand Februari van 93.2 tot 90.5 pet. teruggeloopen en waar Ln den goederen handel algemeen de voorraden uiterst klein worden gehouden wegens de vrees voor een nog verdere daling der prijzen, kan het niet verwonderen, dat de geldmarkten ruim blijven en de geldkoersen laag. Men sprak, deze week al weer van een nieuwe discon to-verlaging te Berlijn, waar men lang zamerhand financieel in wat beter con dyle komt door de nieuwe credieten, welke aan het Rijk en aan verschillende steden worden toegestaan. Maar op de beurs gaat var. dezen verbeterden toestand nog geen prikkel tot nieuwe zaken uit. De Berlijn- sche beurs had ook in de afgeloopen week een onbelangrijk verloop. Eerst langzamer hand zal men zich kunnen aanpassen bij de lagere prijzen voor stepelproducten, welke in eerste instantie aan vele groepen der be volking verliezen berokkenen. Wij snuffelden dezer dagen in oude pa parassen en vonden daarbij een landbouw- tijdschrift van eenige jaren geleden, waarin voor het jaar 1925/26 een berekening voor kwam van de gemiddelde inkomsten van 309 landbouwbedrijven in de provincie Gro ningen. Volgens die becijfering, stond in dat jaar tegenover een totale bruto op brengst van f 402.03 per H.A. een onlcosten- cijfer van f 275.24, zoodat een netto be drijfswinst van f 126.79 per H.A. resteerde. Over het bedrijfskapitaal maakte deze winst niet meer dan 11 pet. uit. Wanneer men nu de graanprijzen van dien tijd met die van thans vergelijkt, blijken aezs sedert zoo zeer te zijn gedaald, dat het aan alle kanten duidelijk moet zijn, dat bij de te genwoordige noteeringen voor het boeren bedrijf loonende winsten niet meer verkre gen kunnen worden. Het volgende staatje geeft de graanprijzen aan de beurs te Gro ningen op 25 Februari 1930 en op 24 Fe bruari 1925: 25 Febr. '30 24 Febr. >25 Roode Tarwe 7.60 810 1113.75 Witte Tarwe 8.15 9— 11.— 14— Rogge 4.75 5.30 13.— 14.75 Wintergerst 5 50 6 30 12— 13.25 Witte Haver 4.25 4.90 8.50 11— Zwarte Haver 4.75 5.60 9.50 11.25 Gr. Erwten 8.25 9.30 11— 15— Wierbconen 7.50 8.25 10— 12.75 Waal. boonen 8.25 9.25 10— 16— Ka rw ij zaad 25- 31— 20— 34— Geel Mosterdzaad 15. 20.50 20— 30— Kanariezaad 14 17.50 17— 22— BL Maanzaad 27.— 33— 30— 42— Over het afgeloopen jaar stonden tegen over de slechte prijzen der landbouwpro ducten in vele gevallen enkele voord eelen, die het eindresultaat nog dragelijk maak ten. Wij noemen de hooge strooprijzen, de groóte opbrengst per H.A. Maar ais deze voordeelen dit jaar wegvallen en in de prij zen geen verbetering komt, staan de vooruit zichten van den landbouw uiterst ongunstig, In de prijzen der gedurende de laaitere maan den verkochte boerderijen is zulks reads merk baar. De prijzen der landerijen slaan een dalende richting in, hetgeen in zeker op zicht kan worden toegejuicht, orruiat daar door tenslotte weer meer normale voorwaar den voor het boerenbedrijf worden gescha pen, maar tengevolge waarvan toch kapi taalverliezen worden geleden, welke op heel het economisch leven terugslaan. Onder zul ke omstandigheden is het ahc-szns begrij pelijk, dat de beurzen, die de thermometer zijn der algemeene volkswelvaart, een onge» animeerde stemming aan den dag leggen. Dit was ook de afgeloopen week te Am sterdam het geval. Het eenig evenement was de verschijning van het jaarverslag der Rub ber Cultuur Mpij. „Amsterdam", waarvan de cijfers en het dividend over 1929 niet tegen vielen, maar de verminderde geldmiddelen een slechten indruk maakten. Het dividend van 15 pet. kan in contanten worden ontvan gen, maar ook in aandeelen, waarbij acht oude recht geven op een nieuw, zoodat men dus in plaats van 15 pet. in kas. een achtste aandeel kan ontvangen. Tegen den koers van Woensdag had dit achtste aandeel een waar de van ca. 20 pet. wat dus een prikkel is om geen betaling in geld te verlangen. Deze Amerikaansche methode van dividendbeta- ling is hier allerminst populair, omdat zij het kapitaal automatisch vergroot, zonder dat nieuw geld in de zaak komt. Men had het beter gevonden, wanneer de directie uit voor- zachtigheidsoverwegingen geen of lager di vidend had uitgekeerd. Deze teleurstelling drukte de gaheele rubberafdeeling. De ove rige afdeelingen leveren geen stof tot be spreking. Voor Beleggingsfondsen blijft ma tige vraag bestaan. Prolongatie werd door gaans beneclen 3 pet. afgesloten. LETTING A, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL NAAMI.VENN: J.D. POSTHUMUS' KONINKLIJKE STEMPELFABRIEKEN Wij zijn specialiteiten In: FAMILIE-DRUKWERKEN AANKONDIGINGEN voor: UITNOODIGINGEN GEBOORTE DANKBETUIGINGEN VERLOVING MENU'S ONDERTROUW VISITEKAARTEN INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. FEUILLETON 14> Roman van HULBERT FOOTNEK. Er was nog iets in Charley's hoofd, dat hij niet kon uiten, maar eindelijk kwam het er uit. Zeg! Ze Is het mooiste meisje, dat Ik ooit gezien heb. Garth, legde zijn arm om Charley's schou ders. Zij is het eerste blanke meisje, dat ik .sinds twee jaar gezien heb, en toon beleeken- den meisjes nog niets voor mij. Maar ik ?.!e verdraaid goed, dat zij geen gewoon meisje is. Het is wonderlijk hoe zij kijkt, en hoe zfj haar arm opheft. Een mooie arm, niet? En het mooiste is: ze deelt alles met u als een kameraad. 4 x Als Garth den jongen al mocht van het begin af, nu was hij in staat van hem te houden voor wat hij van Natalie zei. Hebt u opgemerkt, dat ze mij mr. Lan- drum noemde? Ze deed dat om mU een ge noegen te doen. dat weet ik wel. Maar was he; niet lief van haar0 Dat had zij volstrekt niet behoeven te doen. O' als lk eens iets voor haar doen mocht, wat zou ik de kans gaarne waarnemen. Nadat zij nog wat verder gepraat haaden, viel Charley ln slaap to midden van hun ge sprek. s Morgens ontwaakte hij ineens, zooals jongens doen en terwijl hij zich omrolde, zei hij: Natalie is ongetwijfeld de mooiste naam, dier; ik ken. Later op den dag, te midden van hopelooze besprekingen hoe zij de half vergane Flat- iron zouden opkalefateren, klonk plotseling een schot uit de richting stroomafwaarts. Zy keken om en zagen vier zwarte figuren, die om den hoek van een inham roeiden. Toen schoot de scherpe neus van een prauw om den hoek en een lange, lage boot. kwam aan drijven met den stroom mee als een reus achtige eend. Hoera! riep Charley, dat is uw kans om het meer over te steken! Hm! zei Garth. We zullen eerst eens af wachten wat nieuws zij meebrengen. Op het gezicht van het open water, verdub belden de inboorlingen hun kracht en het was prachtig om te zien hoe hun boot over het water scheerde. Toen zij tegenover de hut aankwamen, sprongen zij aan wal juist waar Garth en Charley stonden. Natalie, die niet de kans wilde loopen om weer met stom me verbazing te worden aangegaapt, had zich in de hut teruggetrokken. Op de boeg van de boot was de naam Losels geschilderd. De stuurman kwam op Garth toe met vriende lijke gebaren, naar hij meende. De man was klein van gestalte en hoogstens dertig jaar oud, doch reeds grijzend. Wel, Charley! zei hij en zij gaven elkaar de hand en toen stak Hooüam zijn hand uit naar Garth, terwijl hij iets in zijn dialect zeide. Hij zegt. dat u het meer over wil, ver taalde Charley. Hoe weet hij dat? vroeg Garth snel. Hooiiam antwoordde reeds voor Charley vertaald had. Hij verslond blijkbaar als alle Indianen meer EngeLsch dan hij wilde weten. Hij zegt, dat Pierre Torna hem dat ver teld heeft, zei Charley. Vraag hem, waarom hij gekomen is met zoo'n kleinen last? vroeg Garth. Charley vertaalde en Iiooliam's antwoord kwam onmiddellijk. Hij zegt. dat het water te laag stond om een volle lading mee te nemen, vertaalde Charley. Vraag hem, wanneer hij denkt verder te gaan, zei Garth. Hooiiam kook naar het meer. Zoodra de wind gaat Hggen of omslaat, luidde hot antwoord. Zeg hem, dat hij mij waarschuwt, voor hij vertrekt, dan zal ik zeggen of ik mee ga, zei Garth koel. Ik moet eerst eens met u praten, zei hij op zachteren toon tot Charley. Zij gingen even apart zitten in het zand. Wat denk jij van dit geleide, Charley? vroeg Garth. De jongen was verrast door die vraag. Wel, zei hij, het lijkt wel een beetje vreemd, om dien langen tocht te maken met een halve lading. Maar je kunt nooit weten met die rare nikkers. Wie is die Hooiiam? vroeg Garth. Zoover ik weet, is hij betrouwbaar. Wat vrees je? vroeg de jongen nieuwsgierig. Als hij je aan boord neemt, brengt hij je aan den overkant. Garth keek Charley aan, maar er kon geen twyfel aan zijn oprechtheid bestaan na zijn betoonde aanhankelijkheid ten opzichte van Natalie. Hij beraamde snel zijn plannen en deelde Charley in het kort mee, wat hun op reis overkomen was. Charley fluisterde verbaasd: Dus Nick Grylls is van cat soort! Maar dat heeft hij dan toch dom aangepakt! Deze Hooiiam, ging Garth voort, ls zoo angstig in vergelijking met anderen van zijn soort. Ik vrees dat Nick Grylls de hand in dit geval heeft. Van den anderen kant hebben we niet voldoende voedsel. Wat heb jij nog te missen, Charley? Niets dan wat boomen, zei de jongen onthutst. En het is niet eens goed genoeg voor haar. Bestaat er eenige kans op een andere boot? vroeg Garth. De eerste drie weken niet, zei Charley hoofdschuddend. Dan is er niets aan te doen, zei hij be slist. Dan zullen we mee moeten gaan met Hooiiam. Ik zal hem zeggen onze kleine boot ook mede te nemen, dan zijn we tenminste niet heelemaal aan hem overgeleverd. Charley wendde zich tot Garth. Laat mij met je meegaan, Garth, pleit te hij. Garth keek hem dankbaar aan. Niemand dan Charley kon zoo edelmoedig zijn. Maar ik mag je toch niet van je eigen werk meenemen, wierp hij hem tegen. Charley weerde heftig af: Wat doet dat er toe. Het kan wachten. Ik zou zoo graag. Garth. Om haar een beetje van dienst te kunnen zijn! Misschien kan lk helpen. Jij denkt, dat ik nog een dwaas kind ben en misschien ben ik dat ook, maar ik kan denken als een man en plannen ma ken als een man.... voor haar! Jij en ik kunnen om beurten de wacht houden. Kijk eens, na alles wat je me verteld hebt, zou ik Je niet kunnen zien vertrekken, terwijl ik achter bleef zonder te weten wat er gebeurde! Garth was meer bewogen dan hU wilde too- nen. Je bent een flinke kerel, Charley, zei hij op zaclitcn toon. Kom, ga mes!. HOOFDSTUK X. Op het Caribou-meer. Van zonsondergang tot het ochtendgloren weerklonk gehamer en geklop zonder opont houd door den stillen nacht. Maar kort na zonsopgang, toen de wind was gaan liggen, gaf Hooiiam te kennen dat hij wilde vertrek ken Ze waren in enkele minuten gereed en toen Hooiiam ook Charley's pak bij de an dere zag, sputterde hij in zijn geheimteaL Hij zegt. dat hij mij niet kan meene men, zei Charley. Garth viel uit Dat ontbrak er nog maar aan. Vraag hem, waarom niet! Hij klets maar wat, zei Charley. Hij zegt dat hij geen plaats genoeg heeft. Onzin! riep Garth. Zeg hem dat hij ons alle drie meeneemt of niemand. Na ontvangst van dit ultimatum haalde Hoo iiam zijn schouders op en zei niets meer; en alle drie gingen ze aan boord van de Loseis. Even later vertrok men zonder meer, maar toen men een mijl ver het meer oogevaren was. ontstond er groote oneenigheid onder de bemanning. Er werd besoroken of de wind weer zou opstaan, hoewel de blanke mannen geen spoor van v.-lnd konden ontdekken. Toch werden de zeilen gereefd en de groote mast werd met veel moeite over het dek gelegd. Tenslotte werd een klein zeiltje gsheschen, dat flauwtjes on de voorp'-eht heen en weer flapperde. Hooüam deed onverschillig en de kleurlingen gingen lui op het dek liggen. Garth hield zich in zoo lang hij kon. Hoor een3. zei hij tenslotte tot Charley, vraag hem hoe lang dit duurt. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6