PUROL ZANDVOORTSCHE CAUSERIE MUZIEK. BURGERLIJKE STAND HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 5 MAART 1930 Het a.s. seizoen. - Buiten. 1930 een keerpunt? 's Zomers Zand voort bereidt zich voor op het a.s. seizoen. Niet alleen de particulieren, die hun woningen, pensions en hotels gaarne willen verhuren, maar ook de gemeente is bezig maatregelen te beramen en plannen uit te voeren, om straks de groote massa's te ont vangen. Voor eenigen tijd hebben we in deze ru briek front gemaakt tegen sommigen, die in allerlei artikelen betoogen, dat Zandvoort gebrek aan durf heeft, dat er geen initiatief was enz. enz. Men kent het lied en den ma ker. Geklaagd werd dan over de entree van de gemeente, over de nauwe straten en de dool hof van slopjes, waarin alleen ingewijden den weg weten te vinden. Zoo bekrompen als onze straatjes, zou ook de Zandvoortsche geest zijn. Men behoeft slechts kennis te nemen van de geweldige verbetering die de boulevards ondergaan, om het meest afdoende bewijs te hebben van de onjuistheid van een betoog, dat wij op het oog hebben. Is het, zoo zouden wij willen vragen, de schuld van de tegenwoordige generatie, dat oud Zandvoort betaat uit allerlei nauwe straatjes en slopjes? Is dat laatste niet een typisch verschijnsel in al onze steden? Doen zich niet vrijwel in alle plaatsen thans groote moeilijkheden voor, om het moderne verkeer te leiden door de vee,al te smalle straten? Daarvan is ieder overtuigd! Maar waar om moet dan steeds deze bewering geuit wor den als men critiek op Zandvoort wil uiten? Wij weten het niet en meenen dat geen on zer lezers er het antwoord op kan geven. Als men in deze dagen over Zandvoort zou willen schrijven en daarom eens de moeite nam onze gemeente te bezoeken, dan zou een ieder die copie „zoekt" onmiddellijk getroffen worden door den ijver waarmede aan den boulevard gewerkt wordt. Zandvoort krijgt straks een boulevard, waarmede het zeker de vergelijking kan doorstaan met alle andere groote badplaat sen. Dat op dien boulevard nog niet direct het mondaine gedoe zal zijn, dat men op andere badplaatsen ziet, is, men kan dat betreuren of niet, naar onze meening slechts een kwes tie van tijd. Naar onze meening zal binnen eenige ja ren het geheele aspect van den boulevard zeer groote verandering ondergaan. Dat kan niet uitblijven. We weten zeer wel, dat er ook in onze ge meente personen gevonden worden, die de meening hebben dat het uitgeven van zulke belangrijke bedragen voor de verbreeding van de boulevards niet te verantwoorden is, maar dat is gelukkig een heel kleine minderheid, en deze menschen zal men overal wel vinden. De verbreeding van de boulevard is naar onze meening slechts een begin van aanpas sing bij datgene wat het moderne leven nu eenmaal vraagt. Er zal meer moeten komen, en wij houden ons er van overtuigd, dat het komen zal. Zandvoort zal in dit opzicht de verjongings kuur volledig meemaken. Daarom durven wij de bewering aan, dat 1930 voor Zandvoort een keerpunt zal blijken te zijn. Reeds is bekend geworden, dat het gemeen tebestuur voorbereidingen treft om te komen tot een grootsch opgezet en modern ingericht zeebad. Dat beteekent niet minder, dan dat de ta rieven voor de zeebaden zeer beduidend om laag zullen gaan en onze plaats ook in dit opzicht volledig mee zal kunnen doen en geen concurrentie van andere plaatsen meer zal behoeven te vreezen. Wij zouden niet gaarne willen beweren, dat de hoogte van de tegenwoordige badprijzen een gevolg is van het feit, dat de badexploitanten ontoe laatbaar groote winsten zouden opstrijken. We hebben bij onderzoek ervaren, dat deze winst soms maar heel matig is. Maar des ondanks of wellicht juist daarom zal naar middelen dienen te worden omgezien, waardoor het gebruik van zeebaden gewel dig kan toenemen en de tarieven sterk ver laagd. Want wel durven wij de bewering aan, dat de tegenwoordige tarieven zoo hoog zijn, dat de groote massa geen gebruik van de be staande inrichtingen kan maken en daarom veelal de voorkeur geeft aan het z.g. vrije strand, waar men^onder toezicht met alle gevaren daaraan verbonden een bad kan nemen. O, we mogen het wel. dat ongedwongen strandleven en we zien daarin niets minder waardigs. Is eigenlijk het geheele strandle ven niet heerlijk ongedwongen en werpt men aan het strand niet met graagte alle conven tie af. Waar valsche schaamte ons in de stad af wijzend tegenover laat staan, daar wordt aan het strand niet over gedacht en niemand maakt er een gewetenszaak van. Men moet ze jaren aaneen hebben zien komen, de stadsmenschen, keurig opgedirkt, vatzettend in hun opvatting, van dat mag niet en wat zal mijnheer of mevrouw die of die er wel van zeggen. Binnen het uur is dat alles als een looden last van de schouders gevallen en maakt men zich het behagelijk. Maar de zee, de groote aantrekkingskracht voor de stadsmenschen, wil men niet alleen zien, men wil er in rond- spartelen, zich heerlijk verfrisschen. Dat is voor de massa thans vrijwel onbe reikbaar, althans door middel van de be staande badinrichtingen. Dan maar naar het vrije strand! De zee echter is ook gevaar lijk voor de ongeoefende zwemmers en toe zicht is onontbeerlijk. Aan het vrije strand ontbreekt het aan dat toezicht. En wij, Zand- voorters, spreken ieder jaar van geluk als de zee slechts weinige of geen offers van de badlustigen heeft geëischt. Wij zijn er innig van overtuigd, dat indien het gelukken mocht de badprijzen aanmer kelijk te verlagen er talloozcn zullen zijn, die thans van het vrije strand gebruik maken, dan de badinrichtingen zullen kiezen, om dat daar het gevaar tot de kleinst mogelijke proportie is teruggebracht. Een groote toevloed van badlustigen zou bij de bestaande badinrichtingen tot gevolg hebben dat men alle menschen niet zou kun nen verwerken. Daarom zal er naar middelen omgezien moeten worden, om deze te vereenvoudigen en meer op het massaverbruik in te richten. Door verlaging van de pachtprijzen en ver eenvoudiging, zal men er in kunnen slagen de tarieven belangrijk te verlagen. Waar het gemeentebestuur thans een eigen badinrich ting wil exploiteeren heeft het naar onze meening ook tot plicht aan de badexploi tanten die concessies te verleenen, die naar het doel, verlaging der tarieven kun nen leiden. Wij gelooven niet, dat, gezien de gegroei de verhoudingen, het verstandig en mogelijk zal zijn, dat de gemeente de geheele badex- ploitatie onder haar hoede neemt. In den Raad is daar stellig geen meerderheid voor te vinden. Het is zelfs de vraag, of men zonder de door ons bedoelde concessies een meerderheid zal krijgen tot de stichting van een volksbad. Alle overdrijving en op de spitsdrijverij schaadt. Willen de voorstanders van een volksbad dan ook tot uitvoering van hun plannen ko men, dan zullen ze volkomen oog moeten hebben voor de moeilijkheden der badexploi tanten. Wij zijn zoo vrij bij voorbaat aan te ne men, dat men dat ook zal doen en men tot een zoodanige overeenstemming zal weten te geraken, waardoor de belangen van Zand voort het allerbeste gediend zullen worden. Hoe groot het massaal gebruik van de zee baden bij goedkoopere tarieven wel zou wor den is natuurlijk moeilijk vooruit te schatten. Dat de Vereeniging ,,'s Zomers Buiten" het echter blijkt aan te durven met de gemeente een contract af te sluiten voor 20.000 baden, is wel een vingerwijzing. De leiders dezer vereeniging zijn nuchtere menschen, die het kloppen van de zweep kennen, en zeker niet bereid zijn onnoodige risico's zich op den hals te halen. Natuurlijk doet zich de vraag voor of indien het contract tusschen 's Zomers Bui ten en de gemeente tot stand komt er niet meer instellingen zullen zijn die met de ge meente een contract zullen willen aangaan. Wat men den een toestaat kan men anderen moeilijk weigeren. We zullen echter hebben af te wachten of er meer van deze soort af nemers zich zullen aanmelden. Nu we het toch over ,,'s Zomers Buiten" hebben meenen we goed te doen een nogal veel naar voren komende meening even recht te zetten. Er wordt nl. de vrees gekoesterd, dat door de stichting van dit arbeidersvacan- tieoord tal van verhuurders van kleine wo ningen en kamers in het gedrang zullen ko men. Hoewel ook hieromtrent niets met ze kerheid vooraf té zeggen valt, meenen we te moeten zeggen dat we die vrees niet koesteren. Onze opvatting is. dat de menschen welke de huisjes van ,,'s Zomers Buiten" zullen be volken voor de overgroote meerderheid niet behooren tot hen, die tot dusver onze bad gasten reeds zijn geweest. Niet dat ze onze plaats niet bezochten. Natuurlijk wel, maar dan slechts af en toe voor een dag. De leden van 's Zomers Buiten zijn die personen, die tot dusverre een langer verblijf in onze plaats niet konden betalen, tenzij als bewoner van ons tentenkamp. ,,'s Zomers Buiten" telt immers zijn leden hoofdzakelijk onder de arbeiders en kleine ambtenaartjes. In de plaats van vrees meenen wij de tot standkoming van dit arbeidershotel van har te te moeten toejuichen. Het zal naar onze stellige overtuiging in een groote behoefte blijken te voorzien. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. DE ROOFMOORD TE AMSTERDAM. DE VROUWEN ALS HEELSTERS. De pleidooien. Wij geven hier het vervolg van het verslag dat gisteren opgenomen werd over de behan deling in Hooger Beroep van de Amst-elveen- sohe moordzaak voor het Amsterdamsche Hof. Hierop is het woord aan den raadsman van verd. van P., Mr. A. Zeldenrust. Spreker zeide, dat één zinsnede in het von nis van de Rechtbank hem had getroffen, n.l. dat er van berouw van de zijde van verd. geen sprake was. Dat was zeer boud gespro ken van de rechtbank. Verd. v. P. heeft wel degelijk zeer veel berouw. (Verd. v. P. barst in luid snikken uit) PI. vroeg zich 'af. of verd. wel volledig toerekeningsvatbaar was, toen hij de misdaad pleegde, op zijn minst genomen was hij achterlijk. Helaas is verd. in aanraking gekomen met zijn medeverdachte, hij heeft een zwak karakter en laat zich spoedig ovehhalen. Pl. drong met klem aan op clementie voor zijn cliënt. Mr. M. Schorlesheim. de verdediger van verd. J. P. D., bepleitte medeplichtigheid van zijn cliënt, in tegenstelling met de mee ning van den Procureur-Generaal, die ver dachte D. als mededader beschouwde. Het R^clcme is het zout van handel en nijverheid. Iedere fabrikant en koopman fn Haarlem en Omstreken, die zijn belang begrijpt. adverteert geregeld in Haarlem's Dagblad. Gecontroleerd aantal betalende Abonnés meer dan 18.500. was verd- D. niet om het leven van de vrouw to doen, hy wilde slechts het geld. D. :s naar buiten gegaan en teruggeroepen door v. P. dien hij niet in den steek wilde laten. Wat de strafmaat betreft merkte pleiter het volgende op: De levenslange gevangenis straf kunnen wij niet overzien, niemand wéét wat het is, wat moet iemand wel voelen als de gevangenisdeuren achter hem dicht ga-.n, om nooit meer voor hem geopend te worden. Dat is onmenschelijk! De taak van het recht is niet iemand kapot te maken, doch slechts dat te doen wat. in het algemeen belang noodig is. Het algemeen be lang wordt hier niet gediend door een levens lange veroor de eling. Pl. vroeg voor zijn cliënt een clemente straf. Na re- en dupliek werd de uitspraak be paald op Dinsdag 18 Maart. De heelsters. In de voortgezette zitting stonden giste ren in hooger beroep voor net Ams.erdam- sche Gerechtshof terecht, de vrouwen van J. P. D. en D. van P., welke vrouwen op 21 Novermber j.l. door de rechtbank terzake van heling ieder veroordeeld werden tot een gevangenisstraf van vier maanden. Verd. vrouw van P. werd het eerst gehoord. Verd. verklaarde dat haar man haar gezegd had, dat hij het geld bij Hoogeveen had ge stolen. De andere verdachte vrouw D. zeide hei aandeel van het geld f 30 te hebben bewaard om het „als er wat van kwam" terug te geven. De Procureur-Generaal, requisitoir nemend, achtte het tenlaste gelegde voldoende be wezen. Verd. vrouw D. was voldoende op de hoogte van de handelingen van haar man, evenals de andere verdachte. Spr. eischte vernietiging van het vonnis ten aanzien van de straf en veroordeeling van beide verdach ten tot een gevangenisstraf van één jaar. Vervolgens waren de verdedigers van beide vrouwen, mrs. Zeldenrust en Tahna aan het woord. Zij vroegen voorwaardelijke veroor deeling voor hun cliënten. 18 Maart zal het Gerechtshof ook in deze zaak uitspraak doen. NEGENDE GEiMEENTELIJK ORGELCONCERT. Het gemeentelijk orgelconcert in het sterre- beeld van de Moeder: het culminatiepunt in zijn jaarlijkschen kringloop. De Moeder, de Koningin-Moeder onzer Nederlandsche zangkunstenaressen. „Mevrouw A. NoordewierReddingius, zang"Weer is de simpele aankondiging voldoende om, evenals vroeger, de groote concertzaal te doen volstroomen totdat ook de laatste plaats bezet is. „Mevrouw A. NoordewierReddingius, zang"Telken jare begroeten we het be richt met vreugde; telkenmale mengt er zich in onze vertaachtlng een gevoel van vrees: de jaren klimmen en met dit crescendo zal eenmaal een onafwendbaar decrescendo der stemmiddelen komen. Angstig klopt het harte als we de gevierde nu geheel vergrijsde verschijning het podium zien betreden. En weer is een enkele toon voldoende om alle vrees weg te voeren: dit jaar althans is het decrescendo er nog niet; de gulden glans, de zonnige friscliheid, de zuivere schoonheid, de koninklijke majesteit van dezen zang zijn nog onverminderd. Verleden jaar meenden we- even een teruggang waar te nemen het bleek, gelukkig niet meer dan een tijdelijke indispositie. Het is als een wonder, hoe deze kunstenares bij Gods genade zelfs in de herfst des levens den adem der jonge lente schijnt te brengen., zoodra haar serene zang opklinkt. En evenzeer jeugdig en onverflauwd blijft haar belangstelling voor kunstwerken, blijft, haar blijdschap, iets nieuws te kunnen brengen, al is dat nieuwe ook reeds oud in jaren. Zoo bracht zij ons ditmaal vol vreug de de solocantate „Sicut Moses", van den ouden beroemden orgelmeester Dietrich Buxtehude en verhoogde daarmede hem en zich zelve in onze waardeering: het schoone stuk was de superieure vertolking waard. De coloratuur schitterde even ongerept als in vroegere jaren; de uiting van de bewonde ring der hoorders kon het „Amen" niet af wachten. Ook de naïeve schoonheid der Ouö- Nederlandsche liederen kwam in weldadige warmte tot ons en vol innigheid klonken de vier liederen uit „Vater unser" van Peter Cornelius. Aan het slot stond het geheele auditorium óp en juichte de groote kunste nares eerbiedig toe. En zij liet ook den or ganist Robert in de hulde deelen. Robert had den weg nar Buxtehude geëffend met de Fantasie in d-min. van J. P. Sweelinck, een werk waaruit meer kunstvaardigheid en virtuositeit dan inspiratie spreekt; het chromatisch dalende thema is op vele wijzen bewerkt, maar verwarmen doet het werk weinig. Muf fats Passacagla is zeker niet minder interessant. Het „Ora pro nobis" van Liszt zal menigeen wat zoet en één- kleurig toegeschreven hebben; als Inleiding tot de liederen van zijn volgeling Cornelius had Liszt's naam ln elk geval recht op een plaats ln het programma, al was hü dan niet door een zijner belangrijkste werken vertegenwoordigd. En het Koraal voorspel „Mein Jesu, der du mich" vormde een waar dig, zij het ook geen vroolijk slot van een avond, waarop we „niet dan engelensanc en or.gelgespel" hoorden. KAREL DE JONG. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen bijHorn, Godfried v. Bouillonstr. 45. broekspijp van motorrijder; Bureau van politie Smdeestraat, ceintuur en lorgnet; Koster, v. Lcostraat 8, postduif; Kennel Haerlem: wit-zwarte hond. bast. Groenendaeler en geel hondje; Dmlver, Hof dijkstraat 35. handschoenen; v. d. Nouw- land, Gen. Cronjéstraat 19, handschoen: Lu cas, Tetterodestraat 30, signaalhoorn; Neer voort, Romolenstraat 38 c, herdershond; Postma, Rozenhagenstraat 67, terrier; Heems kerk. Turfmarkt 28, motorhandschoen: Dreijer, Omvalspoort 14 rood, jas; Kennel Fauna; zwart-witte Angorakat en bonte kat; Konings, Gen. de la Reijstraat 97, zakmesje; Blomjous. Floresstraat 80, klnderportemon- naie met inhoud; Andrea, Gr. Houtstraat 144 f, pakje met bont; v. d. Broek, Heem st,êedsche Dreef 282, potlood; Dreijer, Om valspoort 14 rood, pet; Langenberg, Leid- schestraat 119. rijwiel; Konings, Oostvest, (Woonschip 20961, rijwielbelastingmerk; Ka- tee. Kamperstraat 7. rozenkrans; Apeldoorn Reitzstraat 109, rijwielbelastingmerk; Ebelie, Jansstraat 25. schooltasch; Peters, Zoetestr 17 rood, schroevendraaiers; Bórreger, van Zeggelenstraat 5, sleutel van melkbus; Brug wachter Melkbrug, tasch; Schappert, Groo te Houtstraat 50, tasch met inhoud; Bonfrer, Prinsen Bolwerk 42, voltmeter. DE VERLOTING VAN „CAECILIA' OP 50 LOTEN VOCALE MEDEWERKING VAN „INTER ROS" CADEAU. Ten behoeve van het mannen koor t „Cae- cilia" en het dubbelmannenkwartet „Inter Nos", onder leiding van Nico Hoogerwerf. al hier, is om het tekort ran het laatste concours te dekken een groote verloting georganiseerd. Van de 10.000 loten zijn reeds ongeveer 9000 geplaatst, aoodat nog 1000 lo ten in voorraad zijn. Op initiatief van het dubbelkwartet „Inter Nos" zal aan alle bestaande muziek-, zang en tooneelvereenigingen een circulaire wor den gezonden, teneinde te bewerken dat de besturen dezer corporatie's zich voorzien van minstens 50 loten a f 1, waardoor zij zich de belangelooze medewerking van „Inter- Nos" verzekeren op een concert of feest avond. Voor vereenlgingen bulten de gemeen te slechts tegen vergoeding van reiskosten. De besturen kunnen deze loten onder hun leden verkoopen waardoor zij, naast de bestaande winstkans, een bijzonder voor- deelige vocale medewerking kunnen bekomen bij een concert of feestavond. VOORBEREIDEND ONDERWIJS B. en W. stellen aan den raad voor om als hoofd van de omstreeks April te openen scho len voor voorbereidend onderwijs aan de Ternate- en aan de Mamixstraat over te plaatsen mej. A. Heilo thans hoofd van de voorbereidende school ln het voormalige Bar- baragasthuls en mej. B. Bogers, thans hoofd der school in de Smedestraat. Het ligt in het voornemen van B. en W. om. bijaldien de raad zich met laatstgenoemde overplaatsing kan vereenigen, Mevr. D. Schmld-van der Veer, onderwijzeres aan de School voor V. L. O. No. 2 aan de Smedestraat voorloopig met de waarneming van het hoofdschap te belasten en ter voorziening in de vacature aan de School voor V. L. O. No. 1 nadere voorstellen te doen. VONDEL-VONDSTEN Mr. Izak Prins heeft by het verzamelen in het Amsterdamsche Gemeente-archief van gegevens over de oudste Hollandsch-Joodsché geschiedenis op 24 Februari toevalligerwijs eenige belangwekkende notarleele akten be treffende den grooten dichter Joost van den Vondel aangetroffen. Tot deze vondst be hoort een testament van 's dichters dochter Anna van 26 Augustus 1651 en een van Von del zelf van den dertigsten Augustus 1651. De Vondel-kenner Dr. J. F. M. Sterck te Aerden- hout zal deze stukken eerlang uitgeven. FAILLISSEMENTEN. Door de arrondlssements Rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen uitgesproken op Dinsdag 4 Maart. 1. De N.V. Algemeene Brandstoffenhandel, gevestigd te Zaandam, thans in liquidatie. Curator Mr. F. A. Davidson, te Haarlem en Th. H. Reynders accountant te Wormerveer. 2. H. Bruinink, loodgieter, wonende te Wor merveer, Noorddijk 13. Curator mr. J. A. San ders. te Beverwijk. 3. H. de Wolff, handelsagent, wonende te Heemstede. Dr. J. Cuyperslaan 32. Curator Mr. P. Tideman te Haarlem. 4. Jac. Keur Tzn., manufacturier, wonende te IJmuiden, Bloemstraat 31. Curator mr. A. A. van der Flier te IJmuiden. Rechter-commlssaris in deze Faillissemen ten is mr. M. A. van Rijn van Alkemade. HAARLEMSCIIE COÖPERATIEVE DINER VEREENIGING In de Jaarhjksche algemeene vergadering werd bij acclamatie tot voorzitter herkozen de heer Dr. G. Nolst Trenité. Uit de goedge keurde jaarverslagen bleek, dat ae vereeni ging in een groeienden en bloelenden toe stand verkeert. Tot leden der commissie voor het nazien der rekening en verantwoording van den penningmeester over het jaar 1930 werden benoemd de heeren P. Volbeda en G. H. Veenhoven en als hun plaatsvervangers de heeren Rip en Buys. (Onderstaande berichten zyn reeds ln een deel van de vorige oplaag opgenomen.) VOOR DEN POLITIERECHTER. Maartje. Het kanten kapje op, ragfijn, helder wit glanzend, daar stond Maartje nu. In het bankje voor den politierechter. Was dat nu een figuur om in het schamele houten bankje te staan. De wit met blauwe halsdoek had ze stijf om haar hals gewonden, de groen met gele omslagdoek hing breed over haar schouders en uit het gestreepte gekleurde jak staken de roode handen. Die roode handen, die frlssche Volendam- sche handen, die gewend zyn het baai uit te wringen boven de sloot of op een vlonder in de haven, die de netten breien kunnen en met taan omgaan als het bruine zeil op de groene bieek gespreid ligt en vader zwalkt op zee, die handen van Maartje waren oor zaak geworden van haar komst voor den po litierechter. Maar niet zoo zonder meer. Er was oc$. een klein Volendamsch jongetje in het spel. Jammer dat hy geen wUde broek droeg en een rood kieltje, want dan was hy nog aar diger geweest, zooals hy vlak voor de groene tafel kwam te staan, zyn neus er nauweiyks boven uit. zoodat hij den politierechter maar net zien kon. Hy deed heel bedeesd nu, om dat hy wel voelde dat hy heel klein was, maar zoo bescheiden was hij in zyn eigen omgeving niet. Anders had hy hier niet ge staan en dan had hy Maartje deze gang ook bespaard. Want Maartje had hy geplaagd, getreiterd, net zoo lang tot Maartje's groote handen waren uitgeschoten en hem geraakt hadden, keer op keer. Maartje had verstandiger moeten zyn en dat bekende zy ook ten volle, maar het was nu eenmaal gebeurd en het kleine bedeesde ventje, dat nu niet eens „Ja" durfde knik ken, toen de politierechter hem vroeg of die Juffrouw hem geslagen had, had er minstens evenveel schuld aan, want hy plaagde niet ééns, maar zei altyd leeiyke woorden. „Dan zou ik maar eens watjes in myn ooren doen" raadde de officier van justitie Maartje aan. Maar omdat Maartje gezegd had zich verstandiger te zullen gedragen, eischte hij vyf gulden of vyf dagen. Toen kwam de vader van het Jongetje nog eens voor het hekje. En hy zei dit omtrent Maartje: „Met me handen maak ik haar af. Ik zal haar koud maken." De politierechter ontraadde den vertoom- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. den vader deze represaille ernstig, zy zou voor hem wel eens gevolgen kunnen hebben, die niet tn overeenstemming zouden zyn met den ernst van de zaak, zooaLs deze zich in eerste instantie heeft voorgedaan. Maartje kreeg vyf gulden of vyf d3gen. Nog iemand die klappen uitdeelde. Er was nog een man ln Deemster, die een jongetje geslagen had. Het ventje liep achter een auto en dit was voor den niet versche nen verdachte biykbaar aanleiding om het jongske een bloedneus te stompen. De herinnering aan de euveldaad was voor den minimaal grooten getuige biykbaar zeer onaangenaam. Want niet dan onder luid geschrei kon hij een toelichting geven van de zaak. een toelichting, die daardoor niet al te duldeiyk werd. Een grootere en flinkere getuige kwam vertellen, dat de thuisgebleven verdachte wel meer ruw optrad. Daarom kreeg hy I 15 of 15 dagen. „Voor zoo'n persoon hier te land". Dat de maand Februari slechts 28 dagen telt wisten wy een omstandigheid te zijn, die vele voordeelen met zich brengt. Laten wij ons niet aan een opsomming wagen, want wy zouden toch onvolledig zyn. Want zie. Maandagmorgen bij den politierechter werd ons een nieuw voordeel geopenbaard, dat wij in de verste verte niet vermoed hadden. Hoor slechts, wat een verdachte van een ge tuige vertelde: „Als er 31 dagen in de maand zyn. wordt hij 31 maal uit de herberg ge dreven". De getuige glimlachte. Hy wordt waar- achterlaat. Of: hy legde de beschuldiging naast zich neer. Want er werd nog meer te gen hem ingebracht. Laten wy weer luisteren naar den ver dachte: „Die man leeft op kosten van een ander." Ook dit. legde getuige naast zich neer. Waarschyniyk had hy reden om aan te nemen, dat de verdachte niet onbe%-ooroor- deeld sprak, want de verdachte moest nog geld hebben van getuige. Om dat geld was het eigenlijk begonnen. Verdachte had het aanvankelijk aan getuige geleend om dezen in staat te stellen er han del mee te dryven. Maar hij was niet zóó philantropisch of hy vroeg het geld terug toen de ander door zaken met hem te doen bewezen had bedryfsvaardlg te zyn, De nieuw gecreëerde handelsman was echter niet zoo vlot in de terugbetaling als de geldgever ge- wenscht had. Tenslotte scheen een accoord bereikt te zyn. In de Begynestraat het was in Beverwyk zou de schuld terugbe taald worden. Op 26 Januari had de ontmoe ting plaats, doch het zy vooraf vermeld, dat zy van eenigszlns zonderlingen aard was. Hoe het precies toegegaan Ls, was In deze zaak het duistere punt, doch al werd dit ook op de zitting niet ten volle opgehelderd eenig idee van de toedracht was te distilleeren uit deze verklaring van den verdachte, betrek king hebbende op de nageschiedenis: „Ge tuige heeft my nog een poosje staan uit schelden." Wat het feit zelf betreft, volgens verdachte kwam het nergens anders op neer. dan dat hy het hoofd zUner tegenpartij tusschen zyn belde handen gevat heeft en hem aldus gemaand tot de zoo verlangde terugbetaling. De getuige bevestigde deze ietwat zonder linge handelwyze. die den politierechter aan leiding gaf om te vragen of het een soort liefkoozing was, maar volgens hem was er een gradueel verschil in dc wijze van uit voering. Inderdaad had getulge's hoofd zich op een zeker oogenbllk tusschen verdachte's handen bevonden, maar de behandeling was allerminst pynloos. Een andere getuige, die de schuldvereffe ning van nabij had gade geslagen daarente gen was in zyn verklaringen op verdachte's hand. Dc officier eischte tien gulden of tien da gen. „Moet ik nou voor zoo'n persoon nog boe te betalen, voor zoo'n persoon ben ik hier nou te land", zei verdachte nog aan het adres van den schuldenaar, die in betrek king staat tot de berberg. De politierechter vroeg verdachte naar diens verdienste in verband met zijn capa citeit om boete te betalen. Deze bleken zeer wisselvallig te zyn. wel eens twintig gulden wel eens dertig gulden, wel eens niks en wel eens vyftig gulden. De politierechter vond het nog zoo slecht niet. Hy bepaalde de boete op tien gulden. Dat is nog beneden dc helft van het gemiddelde van twintig, dertig, niks en vyftig guldenl NED VER. VAN CïlR. KANTOOR- EN HANDELSBEDIENDEN. De afdceling Haarlem van bovengenoemde vereeniging zal Woensdag 5 Maart haar 31- jarlg bestaan feesteiyk herdenken in een byeenkomst, te houden in de groote zaal van het Gebouw van den Haarlemschen Christeiyken Besturenbond aan de Bakcncs- sergracht. Het programma vermeldt oa. uit reiking van het gouden Insigne met diploma aan den heer D. van Berge, wegens diens 25-jarlg lidmaatschap der vereeniging. Ver der is er installatie van 17 nieuwe leden, muziek en film. HEEMSTEDE. Ondertrouwd; H, C. M. Hofman en F. Ch. Boomgaard. Getrouwd: H. A. M. Ru^senaars en E. W. E. M. Wittcveen. Bevallen: C. E. Diependaal—v. d. Putten z. M. G. Eveleens—Bloemendaal z A. J. Goos- sens—Warmerdam z. W. van Deursen—van Egmond z. Overleden: Wa. C. Zelisse, echtgen. D. v. d. Lee, 62 J. E. Aa. Verkaalk, 6 jaar. VELSEN. Geboorten: A. Sinlerïe—Rutte d. S. Hos- de Greef z. A. Boxs—Slik d. E. Kok—van Yperen d. A. Zahn—van Duyn z A. L. Berg werfPorck z. G. van KampenKlepper d. E. C. OudendijkHooggreef d. Overleden: Nicolaas van der Pol, 34 Jaar, echtgen. van J. v. d. Pas; Gerrit de Boer] 66 J., wede. van J. Bakker,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 11