PUROL
ZANDVOORTSCHE CAUSERIE
MUZIEK.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 5 MAART 1930
Het a.s. seizoen. -
Buiten.
1930 een keerpunt? 's Zomers
Zand voort bereidt zich voor op het a.s.
seizoen. Niet alleen de particulieren, die hun
woningen, pensions en hotels gaarne willen
verhuren, maar ook de gemeente is bezig
maatregelen te beramen en plannen uit te
voeren, om straks de groote massa's te ont
vangen.
Voor eenigen tijd hebben we in deze ru
briek front gemaakt tegen sommigen, die in
allerlei artikelen betoogen, dat Zandvoort
gebrek aan durf heeft, dat er geen initiatief
was enz. enz. Men kent het lied en den ma
ker.
Geklaagd werd dan over de entree van de
gemeente, over de nauwe straten en de dool
hof van slopjes, waarin alleen ingewijden
den weg weten te vinden.
Zoo bekrompen als onze straatjes, zou ook
de Zandvoortsche geest zijn.
Men behoeft slechts kennis te nemen van
de geweldige verbetering die de boulevards
ondergaan, om het meest afdoende bewijs te
hebben van de onjuistheid van een betoog,
dat wij op het oog hebben.
Is het, zoo zouden wij willen vragen, de
schuld van de tegenwoordige generatie, dat
oud Zandvoort betaat uit allerlei nauwe
straatjes en slopjes? Is dat laatste niet een
typisch verschijnsel in al onze steden? Doen
zich niet vrijwel in alle plaatsen thans groote
moeilijkheden voor, om het moderne verkeer
te leiden door de vee,al te smalle straten?
Daarvan is ieder overtuigd! Maar waar
om moet dan steeds deze bewering geuit wor
den als men critiek op Zandvoort wil uiten?
Wij weten het niet en meenen dat geen on
zer lezers er het antwoord op kan geven.
Als men in deze dagen over Zandvoort zou
willen schrijven en daarom eens de moeite
nam onze gemeente te bezoeken, dan zou een
ieder die copie „zoekt" onmiddellijk getroffen
worden door den ijver waarmede aan den
boulevard gewerkt wordt.
Zandvoort krijgt straks een boulevard,
waarmede het zeker de vergelijking kan
doorstaan met alle andere groote badplaat
sen.
Dat op dien boulevard nog niet direct het
mondaine gedoe zal zijn, dat men op andere
badplaatsen ziet, is, men kan dat betreuren
of niet, naar onze meening slechts een kwes
tie van tijd.
Naar onze meening zal binnen eenige ja
ren het geheele aspect van den boulevard
zeer groote verandering ondergaan.
Dat kan niet uitblijven.
We weten zeer wel, dat er ook in onze ge
meente personen gevonden worden, die de
meening hebben dat het uitgeven van zulke
belangrijke bedragen voor de verbreeding van
de boulevards niet te verantwoorden is, maar
dat is gelukkig een heel kleine minderheid,
en deze menschen zal men overal wel vinden.
De verbreeding van de boulevard is naar
onze meening slechts een begin van aanpas
sing bij datgene wat het moderne leven nu
eenmaal vraagt.
Er zal meer moeten komen, en wij houden
ons er van overtuigd, dat het komen zal.
Zandvoort zal in dit opzicht de verjongings
kuur volledig meemaken. Daarom durven wij
de bewering aan, dat 1930 voor Zandvoort
een keerpunt zal blijken te zijn.
Reeds is bekend geworden, dat het gemeen
tebestuur voorbereidingen treft om te komen
tot een grootsch opgezet en modern ingericht
zeebad.
Dat beteekent niet minder, dan dat de ta
rieven voor de zeebaden zeer beduidend om
laag zullen gaan en onze plaats ook in dit
opzicht volledig mee zal kunnen doen en
geen concurrentie van andere plaatsen meer
zal behoeven te vreezen. Wij zouden niet
gaarne willen beweren, dat de hoogte van
de tegenwoordige badprijzen een gevolg is
van het feit, dat de badexploitanten ontoe
laatbaar groote winsten zouden opstrijken.
We hebben bij onderzoek ervaren, dat deze
winst soms maar heel matig is. Maar des
ondanks of wellicht juist daarom zal
naar middelen dienen te worden omgezien,
waardoor het gebruik van zeebaden gewel
dig kan toenemen en de tarieven sterk ver
laagd.
Want wel durven wij de bewering aan, dat
de tegenwoordige tarieven zoo hoog zijn, dat
de groote massa geen gebruik van de be
staande inrichtingen kan maken en daarom
veelal de voorkeur geeft aan het z.g. vrije
strand, waar men^onder toezicht met alle
gevaren daaraan verbonden een bad kan
nemen.
O, we mogen het wel. dat ongedwongen
strandleven en we zien daarin niets minder
waardigs. Is eigenlijk het geheele strandle
ven niet heerlijk ongedwongen en werpt men
aan het strand niet met graagte alle conven
tie af.
Waar valsche schaamte ons in de stad af
wijzend tegenover laat staan, daar wordt aan
het strand niet over gedacht en niemand
maakt er een gewetenszaak van.
Men moet ze jaren aaneen hebben zien
komen, de stadsmenschen, keurig opgedirkt,
vatzettend in hun opvatting, van dat mag
niet en wat zal mijnheer of mevrouw die of
die er wel van zeggen.
Binnen het uur is dat alles als een looden
last van de schouders gevallen en maakt men
zich het behagelijk. Maar de zee, de groote
aantrekkingskracht voor de stadsmenschen,
wil men niet alleen zien, men wil er in rond-
spartelen, zich heerlijk verfrisschen.
Dat is voor de massa thans vrijwel onbe
reikbaar, althans door middel van de be
staande badinrichtingen. Dan maar naar
het vrije strand! De zee echter is ook gevaar
lijk voor de ongeoefende zwemmers en toe
zicht is onontbeerlijk. Aan het vrije strand
ontbreekt het aan dat toezicht. En wij, Zand-
voorters, spreken ieder jaar van geluk als
de zee slechts weinige of geen offers van de
badlustigen heeft geëischt.
Wij zijn er innig van overtuigd, dat indien
het gelukken mocht de badprijzen aanmer
kelijk te verlagen er talloozcn zullen zijn, die
thans van het vrije strand gebruik maken,
dan de badinrichtingen zullen kiezen, om
dat daar het gevaar tot de kleinst mogelijke
proportie is teruggebracht.
Een groote toevloed van badlustigen zou
bij de bestaande badinrichtingen tot gevolg
hebben dat men alle menschen niet zou kun
nen verwerken.
Daarom zal er naar middelen omgezien
moeten worden, om deze te vereenvoudigen
en meer op het massaverbruik in te richten.
Door verlaging van de pachtprijzen en ver
eenvoudiging, zal men er in kunnen slagen
de tarieven belangrijk te verlagen. Waar het
gemeentebestuur thans een eigen badinrich
ting wil exploiteeren heeft het naar onze
meening ook tot plicht aan de badexploi
tanten die concessies te verleenen, die naar
het doel, verlaging der tarieven kun
nen leiden.
Wij gelooven niet, dat, gezien de gegroei
de verhoudingen, het verstandig en mogelijk
zal zijn, dat de gemeente de geheele badex-
ploitatie onder haar hoede neemt. In den
Raad is daar stellig geen meerderheid voor te
vinden.
Het is zelfs de vraag, of men zonder de
door ons bedoelde concessies een meerderheid
zal krijgen tot de stichting van een volksbad.
Alle overdrijving en op de spitsdrijverij
schaadt.
Willen de voorstanders van een volksbad
dan ook tot uitvoering van hun plannen ko
men, dan zullen ze volkomen oog moeten
hebben voor de moeilijkheden der badexploi
tanten.
Wij zijn zoo vrij bij voorbaat aan te ne
men, dat men dat ook zal doen en men tot
een zoodanige overeenstemming zal weten te
geraken, waardoor de belangen van Zand
voort het allerbeste gediend zullen worden.
Hoe groot het massaal gebruik van de zee
baden bij goedkoopere tarieven wel zou wor
den is natuurlijk moeilijk vooruit te schatten.
Dat de Vereeniging ,,'s Zomers Buiten" het
echter blijkt aan te durven met de gemeente
een contract af te sluiten voor 20.000 baden,
is wel een vingerwijzing.
De leiders dezer vereeniging zijn nuchtere
menschen, die het kloppen van de zweep
kennen, en zeker niet bereid zijn onnoodige
risico's zich op den hals te halen.
Natuurlijk doet zich de vraag voor of
indien het contract tusschen 's Zomers Bui
ten en de gemeente tot stand komt er niet
meer instellingen zullen zijn die met de ge
meente een contract zullen willen aangaan.
Wat men den een toestaat kan men anderen
moeilijk weigeren. We zullen echter hebben
af te wachten of er meer van deze soort af
nemers zich zullen aanmelden.
Nu we het toch over ,,'s Zomers Buiten"
hebben meenen we goed te doen een nogal
veel naar voren komende meening even recht
te zetten. Er wordt nl. de vrees gekoesterd,
dat door de stichting van dit arbeidersvacan-
tieoord tal van verhuurders van kleine wo
ningen en kamers in het gedrang zullen ko
men. Hoewel ook hieromtrent niets met ze
kerheid vooraf té zeggen valt, meenen we
te moeten zeggen dat we die vrees niet
koesteren.
Onze opvatting is. dat de menschen welke
de huisjes van ,,'s Zomers Buiten" zullen be
volken voor de overgroote meerderheid niet
behooren tot hen, die tot dusver onze bad
gasten reeds zijn geweest. Niet dat ze onze
plaats niet bezochten. Natuurlijk wel, maar
dan slechts af en toe voor een dag.
De leden van 's Zomers Buiten zijn die
personen, die tot dusverre een langer verblijf
in onze plaats niet konden betalen, tenzij als
bewoner van ons tentenkamp.
,,'s Zomers Buiten" telt immers zijn leden
hoofdzakelijk onder de arbeiders en kleine
ambtenaartjes.
In de plaats van vrees meenen wij de tot
standkoming van dit arbeidershotel van har
te te moeten toejuichen.
Het zal naar onze stellige overtuiging in
een groote behoefte blijken te voorzien.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
DE ROOFMOORD TE
AMSTERDAM.
DE VROUWEN ALS HEELSTERS.
De pleidooien.
Wij geven hier het vervolg van het verslag
dat gisteren opgenomen werd over de behan
deling in Hooger Beroep van de Amst-elveen-
sohe moordzaak voor het Amsterdamsche
Hof.
Hierop is het woord aan den raadsman van
verd. van P., Mr. A. Zeldenrust.
Spreker zeide, dat één zinsnede in het von
nis van de Rechtbank hem had getroffen, n.l.
dat er van berouw van de zijde van verd.
geen sprake was. Dat was zeer boud gespro
ken van de rechtbank. Verd. v. P. heeft wel
degelijk zeer veel berouw. (Verd. v. P. barst in
luid snikken uit)
PI. vroeg zich 'af. of verd. wel volledig
toerekeningsvatbaar was, toen hij de misdaad
pleegde, op zijn minst genomen was hij
achterlijk.
Helaas is verd. in aanraking gekomen met
zijn medeverdachte, hij heeft een zwak
karakter en laat zich spoedig ovehhalen. Pl.
drong met klem aan op clementie voor zijn
cliënt.
Mr. M. Schorlesheim. de verdediger van
verd. J. P. D., bepleitte medeplichtigheid
van zijn cliënt, in tegenstelling met de mee
ning van den Procureur-Generaal, die ver
dachte D. als mededader beschouwde. Het
R^clcme is het zout
van handel en nijverheid. Iedere fabrikant en koopman fn Haarlem en
Omstreken, die zijn belang begrijpt.
adverteert geregeld in Haarlem's Dagblad.
Gecontroleerd aantal betalende Abonnés meer dan 18.500.
was verd- D. niet om het leven van de vrouw
to doen, hy wilde slechts het geld. D. :s
naar buiten gegaan en teruggeroepen door
v. P. dien hij niet in den steek wilde laten.
Wat de strafmaat betreft merkte pleiter
het volgende op: De levenslange gevangenis
straf kunnen wij niet overzien, niemand
wéét wat het is, wat moet iemand wel
voelen als de gevangenisdeuren achter hem
dicht ga-.n, om nooit meer voor hem geopend
te worden. Dat is onmenschelijk! De taak
van het recht is niet iemand kapot te
maken, doch slechts dat te doen wat. in het
algemeen belang noodig is. Het algemeen be
lang wordt hier niet gediend door een levens
lange veroor de eling.
Pl. vroeg voor zijn cliënt een clemente
straf.
Na re- en dupliek werd de uitspraak be
paald op Dinsdag 18 Maart.
De heelsters.
In de voortgezette zitting stonden giste
ren in hooger beroep voor net Ams.erdam-
sche Gerechtshof terecht, de vrouwen van
J. P. D. en D. van P., welke vrouwen op 21
Novermber j.l. door de rechtbank terzake
van heling ieder veroordeeld werden tot een
gevangenisstraf van vier maanden.
Verd. vrouw van P. werd het eerst gehoord.
Verd. verklaarde dat haar man haar gezegd
had, dat hij het geld bij Hoogeveen had ge
stolen.
De andere verdachte vrouw D. zeide hei
aandeel van het geld f 30 te hebben bewaard
om het „als er wat van kwam" terug te
geven.
De Procureur-Generaal, requisitoir nemend,
achtte het tenlaste gelegde voldoende be
wezen. Verd. vrouw D. was voldoende op de
hoogte van de handelingen van haar man,
evenals de andere verdachte. Spr. eischte
vernietiging van het vonnis ten aanzien van
de straf en veroordeeling van beide verdach
ten tot een gevangenisstraf van één jaar.
Vervolgens waren de verdedigers van beide
vrouwen, mrs. Zeldenrust en Tahna aan het
woord. Zij vroegen voorwaardelijke veroor
deeling voor hun cliënten.
18 Maart zal het Gerechtshof ook in deze
zaak uitspraak doen.
NEGENDE GEiMEENTELIJK
ORGELCONCERT.
Het gemeentelijk orgelconcert in het sterre-
beeld van de Moeder: het culminatiepunt in
zijn jaarlijkschen kringloop.
De Moeder, de Koningin-Moeder onzer
Nederlandsche zangkunstenaressen.
„Mevrouw A. NoordewierReddingius,
zang"Weer is de simpele aankondiging
voldoende om, evenals vroeger, de groote
concertzaal te doen volstroomen totdat ook
de laatste plaats bezet is.
„Mevrouw A. NoordewierReddingius,
zang"Telken jare begroeten we het be
richt met vreugde; telkenmale mengt er zich
in onze vertaachtlng een gevoel van vrees:
de jaren klimmen en met dit crescendo zal
eenmaal een onafwendbaar decrescendo der
stemmiddelen komen. Angstig klopt het
harte als we de gevierde nu geheel vergrijsde
verschijning het podium zien betreden. En
weer is een enkele toon voldoende om alle
vrees weg te voeren: dit jaar althans is het
decrescendo er nog niet; de gulden glans,
de zonnige friscliheid, de zuivere schoonheid,
de koninklijke majesteit van dezen zang zijn
nog onverminderd. Verleden jaar meenden
we- even een teruggang waar te nemen het
bleek, gelukkig niet meer dan een tijdelijke
indispositie. Het is als een wonder, hoe deze
kunstenares bij Gods genade zelfs in de
herfst des levens den adem der jonge lente
schijnt te brengen., zoodra haar serene zang
opklinkt. En evenzeer jeugdig en onverflauwd
blijft haar belangstelling voor kunstwerken,
blijft, haar blijdschap, iets nieuws te kunnen
brengen, al is dat nieuwe ook reeds oud in
jaren. Zoo bracht zij ons ditmaal vol vreug
de de solocantate „Sicut Moses", van den
ouden beroemden orgelmeester Dietrich
Buxtehude en verhoogde daarmede hem en
zich zelve in onze waardeering: het schoone
stuk was de superieure vertolking waard. De
coloratuur schitterde even ongerept als in
vroegere jaren; de uiting van de bewonde
ring der hoorders kon het „Amen" niet af
wachten. Ook de naïeve schoonheid der Ouö-
Nederlandsche liederen kwam in weldadige
warmte tot ons en vol innigheid klonken
de vier liederen uit „Vater unser" van Peter
Cornelius. Aan het slot stond het geheele
auditorium óp en juichte de groote kunste
nares eerbiedig toe. En zij liet ook den or
ganist Robert in de hulde deelen. Robert had
den weg nar Buxtehude geëffend met de
Fantasie in d-min. van J. P. Sweelinck, een
werk waaruit meer kunstvaardigheid en
virtuositeit dan inspiratie spreekt; het
chromatisch dalende thema is op vele wijzen
bewerkt, maar verwarmen doet het werk
weinig. Muf fats Passacagla is zeker niet
minder interessant. Het „Ora pro nobis"
van Liszt zal menigeen wat zoet en één-
kleurig toegeschreven hebben; als Inleiding
tot de liederen van zijn volgeling Cornelius
had Liszt's naam ln elk geval recht op een
plaats ln het programma, al was hü dan
niet door een zijner belangrijkste werken
vertegenwoordigd. En het Koraal voorspel
„Mein Jesu, der du mich" vormde een waar
dig, zij het ook geen vroolijk slot van een
avond, waarop we „niet dan engelensanc en
or.gelgespel" hoorden.
KAREL DE JONG.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN
Terug te bekomen bijHorn, Godfried v.
Bouillonstr. 45. broekspijp van motorrijder;
Bureau van politie Smdeestraat, ceintuur en
lorgnet; Koster, v. Lcostraat 8, postduif;
Kennel Haerlem: wit-zwarte hond. bast.
Groenendaeler en geel hondje; Dmlver, Hof
dijkstraat 35. handschoenen; v. d. Nouw-
land, Gen. Cronjéstraat 19, handschoen: Lu
cas, Tetterodestraat 30, signaalhoorn; Neer
voort, Romolenstraat 38 c, herdershond;
Postma, Rozenhagenstraat 67, terrier; Heems
kerk. Turfmarkt 28, motorhandschoen:
Dreijer, Omvalspoort 14 rood, jas; Kennel
Fauna; zwart-witte Angorakat en bonte kat;
Konings, Gen. de la Reijstraat 97, zakmesje;
Blomjous. Floresstraat 80, klnderportemon-
naie met inhoud; Andrea, Gr. Houtstraat
144 f, pakje met bont; v. d. Broek, Heem
st,êedsche Dreef 282, potlood; Dreijer, Om
valspoort 14 rood, pet; Langenberg, Leid-
schestraat 119. rijwiel; Konings, Oostvest,
(Woonschip 20961, rijwielbelastingmerk; Ka-
tee. Kamperstraat 7. rozenkrans; Apeldoorn
Reitzstraat 109, rijwielbelastingmerk; Ebelie,
Jansstraat 25. schooltasch; Peters, Zoetestr
17 rood, schroevendraaiers; Bórreger, van
Zeggelenstraat 5, sleutel van melkbus; Brug
wachter Melkbrug, tasch; Schappert, Groo
te Houtstraat 50, tasch met inhoud; Bonfrer,
Prinsen Bolwerk 42, voltmeter.
DE VERLOTING VAN „CAECILIA'
OP 50 LOTEN VOCALE MEDEWERKING
VAN „INTER ROS" CADEAU.
Ten behoeve van het mannen koor t „Cae-
cilia" en het dubbelmannenkwartet „Inter
Nos", onder leiding van Nico Hoogerwerf. al
hier, is om het tekort ran het laatste
concours te dekken een groote verloting
georganiseerd. Van de 10.000 loten zijn reeds
ongeveer 9000 geplaatst, aoodat nog 1000 lo
ten in voorraad zijn.
Op initiatief van het dubbelkwartet „Inter
Nos" zal aan alle bestaande muziek-, zang
en tooneelvereenigingen een circulaire wor
den gezonden, teneinde te bewerken dat de
besturen dezer corporatie's zich voorzien van
minstens 50 loten a f 1, waardoor zij zich
de belangelooze medewerking van „Inter-
Nos" verzekeren op een concert of feest
avond. Voor vereenlgingen bulten de gemeen
te slechts tegen vergoeding van reiskosten.
De besturen kunnen deze loten onder
hun leden verkoopen waardoor zij, naast de
bestaande winstkans, een bijzonder voor-
deelige vocale medewerking kunnen bekomen
bij een concert of feestavond.
VOORBEREIDEND ONDERWIJS
B. en W. stellen aan den raad voor om als
hoofd van de omstreeks April te openen scho
len voor voorbereidend onderwijs aan de
Ternate- en aan de Mamixstraat over te
plaatsen mej. A. Heilo thans hoofd van de
voorbereidende school ln het voormalige Bar-
baragasthuls en mej. B. Bogers, thans hoofd
der school in de Smedestraat.
Het ligt in het voornemen van B. en W. om.
bijaldien de raad zich met laatstgenoemde
overplaatsing kan vereenigen, Mevr. D.
Schmld-van der Veer, onderwijzeres aan de
School voor V. L. O. No. 2 aan de Smedestraat
voorloopig met de waarneming van het
hoofdschap te belasten en ter voorziening in
de vacature aan de School voor V. L. O. No. 1
nadere voorstellen te doen.
VONDEL-VONDSTEN
Mr. Izak Prins heeft by het verzamelen in
het Amsterdamsche Gemeente-archief van
gegevens over de oudste Hollandsch-Joodsché
geschiedenis op 24 Februari toevalligerwijs
eenige belangwekkende notarleele akten be
treffende den grooten dichter Joost van den
Vondel aangetroffen. Tot deze vondst be
hoort een testament van 's dichters dochter
Anna van 26 Augustus 1651 en een van Von
del zelf van den dertigsten Augustus 1651. De
Vondel-kenner Dr. J. F. M. Sterck te Aerden-
hout zal deze stukken eerlang uitgeven.
FAILLISSEMENTEN.
Door de arrondlssements Rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen
uitgesproken op Dinsdag 4 Maart.
1. De N.V. Algemeene Brandstoffenhandel,
gevestigd te Zaandam, thans in liquidatie.
Curator Mr. F. A. Davidson, te Haarlem en
Th. H. Reynders accountant te Wormerveer.
2. H. Bruinink, loodgieter, wonende te Wor
merveer, Noorddijk 13. Curator mr. J. A. San
ders. te Beverwijk.
3. H. de Wolff, handelsagent, wonende te
Heemstede. Dr. J. Cuyperslaan 32. Curator
Mr. P. Tideman te Haarlem.
4. Jac. Keur Tzn., manufacturier, wonende
te IJmuiden, Bloemstraat 31. Curator mr. A.
A. van der Flier te IJmuiden.
Rechter-commlssaris in deze Faillissemen
ten is mr. M. A. van Rijn van Alkemade.
HAARLEMSCIIE COÖPERATIEVE DINER
VEREENIGING
In de Jaarhjksche algemeene vergadering
werd bij acclamatie tot voorzitter herkozen
de heer Dr. G. Nolst Trenité. Uit de goedge
keurde jaarverslagen bleek, dat ae vereeni
ging in een groeienden en bloelenden toe
stand verkeert. Tot leden der commissie voor
het nazien der rekening en verantwoording
van den penningmeester over het jaar 1930
werden benoemd de heeren P. Volbeda en G.
H. Veenhoven en als hun plaatsvervangers de
heeren Rip en Buys.
(Onderstaande berichten zyn reeds ln een
deel van de vorige oplaag opgenomen.)
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Maartje.
Het kanten kapje op, ragfijn, helder wit
glanzend, daar stond Maartje nu. In het
bankje voor den politierechter. Was dat nu
een figuur om in het schamele houten bankje
te staan. De wit met blauwe halsdoek had
ze stijf om haar hals gewonden, de groen
met gele omslagdoek hing breed over haar
schouders en uit het gestreepte gekleurde
jak staken de roode handen.
Die roode handen, die frlssche Volendam-
sche handen, die gewend zyn het baai uit te
wringen boven de sloot of op een vlonder in
de haven, die de netten breien kunnen en
met taan omgaan als het bruine zeil op de
groene bieek gespreid ligt en vader zwalkt
op zee, die handen van Maartje waren oor
zaak geworden van haar komst voor den po
litierechter.
Maar niet zoo zonder meer. Er was oc$. een
klein Volendamsch jongetje in het spel.
Jammer dat hy geen wUde broek droeg en
een rood kieltje, want dan was hy nog aar
diger geweest, zooals hy vlak voor de groene
tafel kwam te staan, zyn neus er nauweiyks
boven uit. zoodat hij den politierechter maar
net zien kon. Hy deed heel bedeesd nu, om
dat hy wel voelde dat hy heel klein was,
maar zoo bescheiden was hij in zyn eigen
omgeving niet. Anders had hy hier niet ge
staan en dan had hy Maartje deze gang ook
bespaard.
Want Maartje had hy geplaagd, getreiterd,
net zoo lang tot Maartje's groote handen
waren uitgeschoten en hem geraakt hadden,
keer op keer.
Maartje had verstandiger moeten zyn en
dat bekende zy ook ten volle, maar het was
nu eenmaal gebeurd en het kleine bedeesde
ventje, dat nu niet eens „Ja" durfde knik
ken, toen de politierechter hem vroeg of die
Juffrouw hem geslagen had, had er minstens
evenveel schuld aan, want hy plaagde niet
ééns, maar zei altyd leeiyke woorden.
„Dan zou ik maar eens watjes in myn
ooren doen" raadde de officier van justitie
Maartje aan. Maar omdat Maartje gezegd
had zich verstandiger te zullen gedragen,
eischte hij vyf gulden of vyf dagen.
Toen kwam de vader van het Jongetje nog
eens voor het hekje.
En hy zei dit omtrent Maartje: „Met me
handen maak ik haar af. Ik zal haar koud
maken."
De politierechter ontraadde den vertoom-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
den vader deze represaille ernstig, zy zou
voor hem wel eens gevolgen kunnen hebben,
die niet tn overeenstemming zouden zyn met
den ernst van de zaak, zooaLs deze zich in
eerste instantie heeft voorgedaan.
Maartje kreeg vyf gulden of vyf d3gen.
Nog iemand die klappen uitdeelde.
Er was nog een man ln Deemster, die een
jongetje geslagen had. Het ventje liep achter
een auto en dit was voor den niet versche
nen verdachte biykbaar aanleiding om het
jongske een bloedneus te stompen.
De herinnering aan de euveldaad was voor
den minimaal grooten getuige biykbaar zeer
onaangenaam. Want niet dan onder luid
geschrei kon hij een toelichting geven van
de zaak. een toelichting, die daardoor niet al
te duldeiyk werd.
Een grootere en flinkere getuige kwam
vertellen, dat de thuisgebleven verdachte wel
meer ruw optrad.
Daarom kreeg hy I 15 of 15 dagen.
„Voor zoo'n persoon hier te land".
Dat de maand Februari slechts 28 dagen
telt wisten wy een omstandigheid te zijn, die
vele voordeelen met zich brengt. Laten wij
ons niet aan een opsomming wagen, want
wy zouden toch onvolledig zyn. Want zie.
Maandagmorgen bij den politierechter werd
ons een nieuw voordeel geopenbaard, dat wij
in de verste verte niet vermoed hadden.
Hoor slechts, wat een verdachte van een ge
tuige vertelde: „Als er 31 dagen in de maand
zyn. wordt hij 31 maal uit de herberg ge
dreven".
De getuige glimlachte. Hy wordt waar-
achterlaat. Of: hy legde de beschuldiging
naast zich neer. Want er werd nog meer te
gen hem ingebracht.
Laten wy weer luisteren naar den ver
dachte: „Die man leeft op kosten van een
ander."
Ook dit. legde getuige naast zich neer.
Waarschyniyk had hy reden om aan te
nemen, dat de verdachte niet onbe%-ooroor-
deeld sprak, want de verdachte moest nog
geld hebben van getuige.
Om dat geld was het eigenlijk begonnen.
Verdachte had het aanvankelijk aan getuige
geleend om dezen in staat te stellen er han
del mee te dryven. Maar hij was niet zóó
philantropisch of hy vroeg het geld terug
toen de ander door zaken met hem te doen
bewezen had bedryfsvaardlg te zyn, De nieuw
gecreëerde handelsman was echter niet zoo
vlot in de terugbetaling als de geldgever ge-
wenscht had. Tenslotte scheen een accoord
bereikt te zyn. In de Begynestraat het
was in Beverwyk zou de schuld terugbe
taald worden. Op 26 Januari had de ontmoe
ting plaats, doch het zy vooraf vermeld, dat
zy van eenigszlns zonderlingen aard was.
Hoe het precies toegegaan Ls, was In deze
zaak het duistere punt, doch al werd dit ook
op de zitting niet ten volle opgehelderd eenig
idee van de toedracht was te distilleeren uit
deze verklaring van den verdachte, betrek
king hebbende op de nageschiedenis: „Ge
tuige heeft my nog een poosje staan uit
schelden."
Wat het feit zelf betreft, volgens verdachte
kwam het nergens anders op neer. dan dat
hy het hoofd zUner tegenpartij tusschen
zyn belde handen gevat heeft en hem aldus
gemaand tot de zoo verlangde terugbetaling.
De getuige bevestigde deze ietwat zonder
linge handelwyze. die den politierechter aan
leiding gaf om te vragen of het een soort
liefkoozing was, maar volgens hem was er
een gradueel verschil in dc wijze van uit
voering. Inderdaad had getulge's hoofd zich
op een zeker oogenbllk tusschen verdachte's
handen bevonden, maar de behandeling was
allerminst pynloos.
Een andere getuige, die de schuldvereffe
ning van nabij had gade geslagen daarente
gen was in zyn verklaringen op verdachte's
hand.
Dc officier eischte tien gulden of tien da
gen.
„Moet ik nou voor zoo'n persoon nog boe
te betalen, voor zoo'n persoon ben ik hier
nou te land", zei verdachte nog aan het
adres van den schuldenaar, die in betrek
king staat tot de berberg.
De politierechter vroeg verdachte naar
diens verdienste in verband met zijn capa
citeit om boete te betalen.
Deze bleken zeer wisselvallig te zyn. wel
eens twintig gulden wel eens dertig gulden,
wel eens niks en wel eens vyftig gulden.
De politierechter vond het nog zoo slecht
niet.
Hy bepaalde de boete op tien gulden. Dat
is nog beneden dc helft van het gemiddelde
van twintig, dertig, niks en vyftig guldenl
NED VER. VAN CïlR. KANTOOR- EN
HANDELSBEDIENDEN.
De afdceling Haarlem van bovengenoemde
vereeniging zal Woensdag 5 Maart haar 31-
jarlg bestaan feesteiyk herdenken in een
byeenkomst, te houden in de groote zaal
van het Gebouw van den Haarlemschen
Christeiyken Besturenbond aan de Bakcncs-
sergracht. Het programma vermeldt oa. uit
reiking van het gouden Insigne met diploma
aan den heer D. van Berge, wegens diens
25-jarlg lidmaatschap der vereeniging. Ver
der is er installatie van 17 nieuwe leden,
muziek en film.
HEEMSTEDE.
Ondertrouwd; H, C. M. Hofman en F. Ch.
Boomgaard.
Getrouwd: H. A. M. Ru^senaars en E. W.
E. M. Wittcveen.
Bevallen: C. E. Diependaal—v. d. Putten z.
M. G. Eveleens—Bloemendaal z A. J. Goos-
sens—Warmerdam z. W. van Deursen—van
Egmond z.
Overleden: Wa. C. Zelisse, echtgen. D. v.
d. Lee, 62 J. E. Aa. Verkaalk, 6 jaar.
VELSEN.
Geboorten: A. Sinlerïe—Rutte d. S. Hos-
de Greef z. A. Boxs—Slik d. E. Kok—van
Yperen d. A. Zahn—van Duyn z A. L. Berg
werfPorck z. G. van KampenKlepper d.
E. C. OudendijkHooggreef d.
Overleden: Nicolaas van der Pol, 34 Jaar,
echtgen. van J. v. d. Pas; Gerrit de Boer]
66 J., wede. van J. Bakker,