FEMINA
ill
Met naald en draad
op het oorlogspad,
Het woord is aan...
OPRUIMWOEDE.
MENU.
Bmm
HAARLEM'S
DAGBLAD
DONDFRDAG
6MAART1930
Complet.
We zeiden reeds bij de beschrijving van
model 446, dat er voor het komende seizoen
allerlei stoffen in den handel komen, die
op het eerste gezicht een zwaar mnzien
hebben, maar op de hand verbazend licht en
soepel zijn. Van een dergelijke stof, in aman-
delgroene tint, is ook dit complet, dat be
staat uit een eendeelige japon met een man
tel. Deze japon is bijna geheel uit strooken
samengesteld, waarvan de drie onderste met
een groote ruimte geknipt zijn en los over
elkaar vallen. De mouwen zijn lang en
nauwsluitend, met een zelfde strikje van
onderen als die, welke de linkerzijde der
japon garneeren.
De mantel Is nauw tot over de heupen,
doch van daar af verwijd door middel van
een aangezette strook, die naar achteren
smaller wordt. Voor de garueering van kraag
en manchetten diende bruin kortharig bont.
Menige huisvrouw jonge, zoowel als
minder jonge heeft een groote vaardigheid
in het gebruik van naald en draad en durft
zelfs het- maken van heele japonnen en man-
telcostumes enz. aan. Om nog niet eens te
spreken van het maken van allerlei kin-
derkleeding. Sommige hebben daarin zulk
een groote vaardigheid, dat haar werk bijna
niet van beroeps-naaisterswerk is te onder
scheiden. Bij anderen kan men altijd zien,
dat het „zelf-gemaakt" is. Eén van die ken
merken is dikwijlsde zoom. En daarom
volgen hier een paar goede wenken voor dit
onderdeel van het iurkenmaken. afkomstig
van een beroepsnaaister, die het dus weten
kan. En de eerste raad is. maak de zoom niet
eerder dan het allerlaatste. Zelfs als men
een ceintuurtje op de jurk gaat dragen, koop
dat dan eerst en doe het om, voordat men
de zoom gaat afteekenen. Want men moet
wel bedenken, dat het gewicht van den
ceintuur, den rok van onderen weer heele-
maal ongelijk kan doen vallen. Meestal is de
rok dan van achteren te kort. Verder moet
men de japon of rok eerst eens een halfuur
tje gewoon aantrekken en dragen, voordat
men den zoom gaat afzetten, ook al zitten er
plooien ingeregen. Eerst daarna, terwijl men
in een natuurlijke houding staat, en zonder
de japon weer heelemaal recht en af te trek
ken, neemt men den rok van voren in het
midden op en speit op die plaats de stof af,
om aan te geven, hoe laag de rok moet vallen.
Een handig hulpmiddeltje is ook, aan een
uitstekendon rand of hoek van een kastje of
tafelpoot krijt to smeren, en daar tegen aan
te staan, terwijl men voorzichtig in het rond
draait. Op die manier wordt de japon met
krijt in het rond gemerkt, op gelijken af
stand van den grond. Voor dat men de japon
uittrekt, kan men op de vage krijtlijn hier en
daar spelden steken. Als men dan precies in
het rond overal een gelijken afstand bewaart
tusschen krijtlijn en onderkant van den rok,
krijgt men een absoluut gelijk vallenden
rand van onderen. Voor alle zekerheid ech
ter de stof niet direct afknippen, maar eerst
omslaan en den zoom lnspelden en nog eens
aantrekken, om te zien of alles inderdaad
gelijk hangt. Na eventueele kleine wijzigin
gen, de jurk uittrekken en plat op tafel leg
gen, met de middellijn van rug en voorkant,
links en rechts op tafel. Spelden versteken,
zoodat dp rand van onderen aan beide kan
ten gelijk is, alle ongelijkheden afknippen,
door de twee dikten tegelijk. Vallen er naden
in den zoom, dan vooral die naad aan den
binnenkant open persen. Wordt de zoom van
binnen afgewerkt met boorband, dan moet
de zoom bij het persen met den verkeerden
kant op ccn dubbelgevouwen badhanddoek
gelegd worden, en bovenop den gorden kant
van de stof een schoone lap En dan op den
goeden kant met een heet ijzer persen. Op
die manier zal het boorband niet door de
stof geperst worden en zich dus niet verraden.
Een smakelijk
sinaasappelpraatje.
Zouden er wel menschen zijn, die niet van
sinaasappelen houden? Voor een liefhebster
van die heerlijke vrucht ls dat haast ondenk
baar. In ieder geval ls de sinaasappel heei
populair en voor massa's doeleinden te ge
bruiken. Bovendien kan men deze vrucht
bi)na het geheele Jaar door koopen. De zui
nige huisvrouw, die er op uit is, zoo goed en
zoo goedkoop mogelijk te koopen. kan sinaas
appelen ln den goedkoopen tijd opslaan.
Want wanneer men ervoor zorgt, dat de
rlumte, waar men de sinaasappelen bewaart,
een temperatuur heeft van ongeveer 55 tot
60 graden Fahrenheit (dat kan men gemak
kelijk op den thermometer zien) en dat de
lucht er frisch ls en niet al te droog, dan kan
men de sinaasappelen van 1 tot 6 maanden
bewaren en goed houden. Mits men ze na
tuurlijk voorzichtig hanteert, den schil niet
beschadigt of kneust en ze in de oorspron
kelijke verpakking, hetzij zilver-, hetzij vloei
papier, bewaart. Het sap en het vruchtvleesch
van den sinaasappel gebruikt men op diverse
manieren, voor vla's, dranken enz. Maar
zelfs de schil kunnen ze gebruiken, namelijk
om die te confijten en te gebruiken als gar
neering op cakes en gebak, om smaakjes te
geven aan puddingen enz. Daartoe ontdoet
men ze zooveel mogelijk van het witte vel
van binnen, en doet ze vervolgens in een kan
met koud water, waarin men ze 24 uur laat
staan trekken. Bij het water moet men name
lijk twee eetlepels zout op elke liter water
hebben gedaan. Dit trekken moet op oen
koele plaats gebeuren. Dan giet men het
water af en bedekt de schillen met kokend
water en laat ze zachtjes koken gedurende
een uur. Weer afgieten en in dunne reepjes
snijden, om ze vervolgens op een plat bord
uit te sprijden om te drogen. Nu kookt men
één kopje suiker met 1 kopje water geduren
de 3 minuten, om daarna de schillen erbij te
doen en nog een kwartier te koken. Dan haalt
men de schilletjes uit de stroop, spreidt ze
weer uit op een bord of plaat en bestrooit
ze met korrelsuiker. Ten slotte in de zon of
ln een zacht brandende oven laten drogen,
om ze ten langen leste in een goed gesloten
glazen pot op een koele, droge plaats te be
waren.
Een oude beddensprei in
een nieuwen tijd, ter af
wisseling van de japonnen
en de hoeden.
\Q
Q\
De „liefdesknoop" noemen onze Engelsche
zusteren dit patroon, dat speciaal ontwor
pen werd voor het garneeren van een heel
ouderwetsche beddesprei, waarvan we de
makelijk deze keer eens zullen bespreken,
ter afwisseling van de Japonnen er. de hoe
den en de mantels. Onze nijvere handwerk
sters kunnen dus haar hart ophalen. Stel U
gerust, het is niet de bedoeling deze figuren
heelemaal met de hand te borduren, ten
koste van vele strengen dure zijde. Neen, het
is veel eenvoudiger. Het patroon wordt een
voudig uit een kleurige lap geknipt. Daartoe
maken we eerst een soort schabloon van
bordpapier, op de grootte, die we noodig
hebben. Dat is voor een normale beddesprei
voor een tweepersoonsbed, 2 12 Meter stof
van 2 meter breed- De blokken moeten dan
dertig centimeter in het vierkant zyn, on
geveer, waarna we in de lengte vijf blokken
krijgen en in de breedte 4 en in het rond een
mooien breeden rand overhouden. Langs dien
rand kunnen we dan, om de sprei af te zet
ten, in het rond weer een rand zetten van
dezelfde kleur, als de blokken, doch niet
breeder dan 5 centimeter- Men knipt dus, aan
de hand van het bordpapieren patroon, de
blokken uit de gekleurde stof, waarbij men
moet bedenken, dat de witte plekken in het
groote blok op de teekening beteekenen, dat
dit opengewerkte stukken, gaten zijn. De
zwarte plekken zijn de deelen gekleurde stof,
waaruit elk blok bestaat. De blokken kan men
nemen van oranje, rose of blauw, te zetten
op een witte sprei. Men kan ook anders te
werk gaan. Men ziet in de groote figuur, dat
dit blok weer verdeeld is in vier blokken, die
alle vier hetzelfde patroon vertoonen. Nu
kan men deze kleine blokken apart maken,
ook weer met behulp van een nu veel een
voudiger bordpapieren schabloontje. Nü
neemt men in elke groote ruit dan twee
kleine blokjes van verschillende kleur, bij
voorbeeld twee oranje en twee wit, twee rose
en twee wit, twee blauw en twee wit. Voor de
b x 4 is 20 groote blokken heeft men dus
noodig 40 oranje en 40 itte blokjes, of 40
rose en 40 witte, of 40 blauwe en 40 witte.
Deze vereenigt men dan. bij het opnaaien,
vier aan vier tot de vlerkante groote blok
ken. die men weer punt aan punt- zet, :n den
hoek beginnend, op een sprei van een andere
kleur dan de twee kleuren, waarvan de blok
ken gemaakt zijn. Het ls een leuk knip- en
naaiwerk, dat alleraardigste effecten kan
opleveren.
De Kinderen
Doll je wil persé weten wat doodgaan is
en begraven. Moeder vertelt het hem zoo
eenvoudig mogelijk, zonder zijn kinderlijk
gemoed te kwetsen. Na verloop van eenigen
tijd zegt Dolf je dat het toch maar goed is
zoo'n kist, want dat je dan geen zand in je
oogen kunt krijgen".
Jimmy is 8 jaar oud en pleegt aan de ont
bijttafel zijn droomen te vertellen. Op zekeren
morgen zegt zijn vader,,'k Wed dat je niet
eens weet. wat een droom is".
„O ja, zegt JimmyBioscoop terwijl je
slaapt".
Dolf je tot een speelgenoot die hem uit
scheldt vqor alles wat leelijk is); t/Jij bent
een stofzuiger".
De andere (verstomd)„Waarom?"
Dolf je: „Omdat je alle vuile woorden van
de straat op zuigt".
lilUlllflllllllMIII
wrnrn
Hoe men de kleuters
bezig houdt.
EEN VLOEIBLAD.
Vandaag zullen wij eens beginnen met een
heel eenvoudig handwerkje voor de grootere
meisjes. Een handwerkje in den winkel koo
pen en thuis borduren, gaat heel gemakkelijk.
Maar dikwijls kan dit handwerkje uit den
kinderspaarpot niet betaald worden en is
het dan niet de beste manier zelf iets te be
denken? Ik laat U hier een vloeiblad zien,
dat keurig op moeder's schrijftafeltje zal
passen, men heeft slechts een stukje stra
mien of gaas noodig van-48 bij 26 c.M. en dan
eenige kleuren raffia.
Het is nu wel een klein formaat, maar voor
brieven te schrijven toch groot genoeg. Niet
het geheele lapje wordt geborduurd, alleen
de beide korte zijden, die men 6 c-M. om
slaat, worden met raffia bewerkt- Voor den
zoom wordt 1 cM. afgenomen, ook bij de
lange zijden wordt 1 c.M. voor den zoom ge
rekend, zoodat het vloeiblad de afmetingen
36 bij 24 c.M. krijgt. Dit borduren van de
omgeslagen strooken kan op verschillende
manieren gebeuren. Wij beginnen met een
klein randje te maken van naast elkaar lig
gende steekjes van een bruine of gele kleur.
-A
Daarna *.an men naar eigen smaak een
patroontje aanbrengen. Op afbeelding a zijn
een paar figuren weergegeven, die met aar
dige kleuren raffia worden opgevuld, terwijl
afbeelding b. slechts uit een paar opgevulde
bloempjes bestaat.
Iedereen kan zelf wel een patroontje be
denken, het lijkt altijd even moeilijk, maar
het is toch heusch zoo gemakkelijk. Een
paar bloempjes geteekend en men is klaar.
Dit handwerkje is met alle soorten raffia te
bewerken.
De ongeprepareerde raffia is niet duur en
werkt toch heel aardig op. Wel zijn hierbij
de raffiadraden grof, ongelijk en veel te
breed, daarom splitst men eerst de draad en
strijkt deze met duim en wijsvinger glad. Ook
het stramien moet men niet te fijn nemen,
opdat de steekjes netjes naast elkaar komen
te liggen. Men vult de figuren of de bloem
pjes met lange steekjes op. De opengebleven
ruimte bewerkt men met naturel raffia; men
gebruikt hiervoor de ingrijpsteek, d wz men
vult op met lange steken van pl m. 1 c.M., die
men telkens twee gaatjes laat verspringen.
Zijn beide kanten geborduurd, dan snijdt
men een kartonnetje van 36 bij 24 c.M., ook
eenige stukjes vloeipapier van hetzelfde for
maat en legt deze op het stramien. De ge
borduurde strooken worden omgeslagen, ter
wijl met een raff ia-draadje boven- en on
derkant vastgenaaid worden- Het vloeiblad
is gereed. Het is een eenvoudig, aardig mo
delletje geworden, in de Tijdingzaal van ons
blad kunt u het vinden.
W. R.
Macaronisoep.
Breng 1 L. water aan de kook en strooi er
30 gram in kleine stukjes gebroken macaroni
in en laat die zachtjes gaar worden- 1 2 uur).
Los er 4 maggi bouillonblokjes in op. Klop
ln de soepterrine 1 eierdooier, roer er 1 eet
lepel melk en 1 volle eetlepel geraspte kaas
door, en giet dan, onder voortdurend flink
roeren, de heete soep ln de terrine.
WENKEN.
Lichte vilthoedjes reinigt men door met
heet zou te wrijven. Neem telkens nieuw zout.
Donkere vilthoedjes behandelt men op de
zelfde manier met heete zemelen Smoezelige
peau de suède handschoenen trekt men aan
en wrijft ze met een flanellen lapje in, meel
gedoopt.
Tot grooten schrik van het mannelijk deel
van het gezin wordt vandaag of morgen de
opruimwoede vaardig over ons, vrouwen. En
dan is het ons zulke bloedige ernst, dat geen
enkel plagerijtje geen goedbedoeld grapje,
geen ironische opmerkingen ons daarvan
terug kunnen houden opgeruimd zal er
worden. Volgens de echtgenoot en vader is
de eenige, die wél vaart bij deze voorjaars
ziekte de voddenkoopman, die aan de deur
komt of zijn welluidend „voddó" door de
straat laat klinken, en die plotseling van een
slapend bestaantje een bloeiend nerlnkje
kan krijgen.
Dit is echter niet heelemaal juist- Het is
waar, nooit komen er meer vodienkooplui
aan de deur dan ln de maanden Maart,
Aprii en Mei. waaruit dus wel blijkt, dat er
iets mee te verdienen valt. Maar dat hij de
eenige is. die profijt trekt van onzer, ja&r-
lJJkschen opruim-aan vaJ, is toch ".vel wat
boud gesproken. Als er niet zoo nu en dan
eens grondig werd opgeruimd in een huis
houden. waar zouden wij dan tenslotte de
bergruimte vandaan willen ha'en om al onze
bezittingen ln te bewaren. Elk huis zou te
klein worden voor zijn bewoners, niet om
hun aantal of hun grootte en ouderdom,
maar alleen door hun „boel" zooals dat dan
heet.
En zoo komt er dan eens in het jaar die
neiging over ons. om te gaan nazien hoe
het met onze bezittingen staat, en daarvan
dan weg te doen, waf om een of andere
reden niet meer wordt gebruikt.
Dit nu is het critloke moment, want we
vinden in de kast van manUef een r.elle'd
colbert-jasje, dat- er mper dan onooglijk
uitziet en we besluiten kort, en goed: het
moet weg. Een beetie laf zijn we daarbij ook
wel, onder ons gezegd en gezwegen, w-n* we
vragen niets meer. we doen het terwijl we
weten, dat de vraag of het w°g mocht, zeker
protest zou uitlogen, omdat het zoo heerillk
zit en zoo huiselijk is. Maar het is werk" ijk
al te ontoonbaar geworden, en dus moet het
weg. Dat het protest zal uitlokken is al erg
genoeg, maar dat het een noodzakelijk
ls, om zoo nu en dan eens schoon schln te
maken, wordt er gehoel bij over het hoofd
gezien.
Iedereen weet. tot welk een hartstocht de
verzamelwoede zich kan uitstrekkenpost
zegels. schilderijen, lucifersdoosjes, sigaret
tenmerken en aller'ei kostbare of m'nder
kostbare verzamelingen hebben al heet wat
ellende ovpr de menschen uitgestort. Het is
waar: er zijn verzamelingen, die wel degelijk
kapitalen vertegenwoordigen, maar ten eer
ste vertegenwoordigen zij een kapitaal dat
geen rente afwerpt, en bovendien is vrijwel
elke verzameling een kwestie van mode. zoo
dat er een oogenb' k kan komen waaron al
dat met moeite verkregen bezit geen waarde
meer heeft, en vreemd genoeg voor den
eigenaar dikwijls niet eens meer eenige
schoonheid.
Niet minder gevaarlijk dan de verzamel
woede. alleen vermoedelijk m'nder korthaar
is de bewaarwoede van sommige menschen.
Zij kunnen van geen enkel ding hoe gering en
hoe oud ook. afstand doen. en tenslotte sïnan
hun kasten vol met oude afgedankte voor
werpen. waaraan niemand meer iets heeft en
die ledereen in den weg staan.
Een andere vorm van die bewaarwoede ls
het. bewaren, omdat het „nog weieens te pas
zou kunnen komen".
We krijgen bijvoorbeeld een mantel thuis
gestuurd in een kartonnen doos: de mantel
wordt in de kast gehangen en de doos gaat
naar den zolder. zij nog weieens te pas
zou kunnen komen. Eerst staat het ding er
meestal ettelijke maanden en dan plotseling
hebben wij een kartonnen doos noodig Maar
bij nadere beschouwing blijkt het ding veel
te groot of veel te klein te zijn. In plaats
dat we haar nu meteen ook maar wegdoen,
zetten we haar op haar oude plaats op zolder
terug, en zoo kan zij daar Jaren lang blij
ven staan: leder Jaar komt zU met de
schoonmaak van haar plaats, ieder jaar
trouw gaat zij er ook weer op terug, terwijl
het toch zoo gemakkelijk zou zijn om het
ding met den vuilnisman mee te geven-
Zoo zijn er ook heel wat vrouwen, die
oude kloeren bewaren, omdat zij zoo'n vaag
denkbeeld in hun hoofd hebben, om cr nog
eens lots nieuws voor een der kinderen of
voor zichzelf van te maken. Maar het idee
wordt nooit uitgewerkt, anders zou misschien
ook wel blijken dat het heelemaal niet kan,
terwijl het kleedlngstuk er maar op blijft
wachten Wie met zoo'n plan voor verande
ring rondloopt en er de eerste maanden net
toe komt. doet het verstandigst, het goed
weg te geven, dan Ls er tenminste nog
Iemand anders die er plezier van kan hebben.
Tot welke uitwassen zoo'n bewaarwoede
kan voeren, blijkt, weieens uit. de nalaten
schap van iemand, die bij zijn leven nauwe
lijks het hoofd boven water heeft kunnen
houden, en in wiens bezit dan kostbare
stukken blijken te zijn. die als zij bij het
leven verkocht waren, nog wel degelijk groote
financieele verlichting hadden kunnen bren
gen. Een typisch staaltje daarvan was In het
leven van eenige ongetrouwde zusters, die
prachtig oud Delftsch blauw bezaten ln een
niet geringe hoeveelheid, en die op haar
ouden dag nog hard moesten ploeteren om
een schamele boterham te kunnen eten.
Toen zij tenslotte overleden waren, werd
haar boeltje verdeeld onder de erfgenamen
en zoo ging het oud Delftsch blauw in aller
lei richtingen uiteen. Er is iets intens tra
gisch ln zoo'n onberedeneerde bewaarwoede,
en men denkt er onwillekeurig bij: wat
hadden zulke stakkerds nog veel plezier
kunnen hebben van een sommetje geld,
waardoor zij op haar ouden dag zich Iets
ruimer hadden kunnen bewegen.
Binnenkort is nu elk van ons radicaal aan
het opruimen van dingen die niet meer
noodig zijn of die kapot zijn gegaan. Wan
neer er nu een plank is leeggekomen in een
kast laten wij dan niet dadelijk weer van
allerlei daarop neerleggen: over een tijdje,
wanneer onze inventaris zoo onmerkbaar
weer begint te groeien, hebben we wat open
ruimte dubbel en dwars noodig en dan kan
zoo'n leege plank in de kast een ware uit
komst zijn.
Wie nog goede kleeren heeft, die verkleurd
zijn, of te vaak versteld, of ouderwetsch,
moet zich eens bezinnen, voordat zij ze gaat
verkoopen, of er niet een of andere liefdadige
instelling is, die ze kan gebruiken. Tien
tegen een dat er haar eenige te binnen Schie
ten, die met het grootste genoegen alle oude
kleeren komen halen, die gemist kunnen
worden, terwijl men dan zeker weet, diu de
armsten ln onze maatschappij er nog plezier
van kunnen beleven.
Boeken die niet meer gelezen worden, zijn
in de ziekenhuizen soms zeer welkom, ter
wijl vooral ook oude afleveringen van ge
ïllustreerde tijdschriften ln den smaak vallen.
Gooi uw rommel weg. of verkoop de oude
vodden, maar probeer met het bruikbare
van uw opruimingsberg nog iemand een
klein genoegen te doen: dat kan zelfs aan
het schoonmaken van kasten nog wat vroo-
Ujks geven.
E. E J P.
Varkensrib met Sauce Robert,
Aardappelen,
Spruitjes,
Chocoladesaus met soezen.
Voor de saus bij het vleesch, waarvan de
bereiding welbekend is. maken wij eerst als
uitgangspunt een donkere saus door boter
te fruiten met een uitje, een worteltje,
Spaansche peper en een laurierblaadje, zoo
mogelijk ook een tomaat of een eetlepel to-
matenpurée. Voeg er een paar lepels bloem
bij, laat dit bruin branden, maak de saus
dan af met bouillon, wat soja of iet* derge
lijks en zeef ze. Intusschen hebben wij een
paar uitjes fijn gehakt en in weinig bouillon
gaar gekookt. Voeg deze uitjes bij de gebon
den donkere saus en maak ze verder naar
smaak af met wat opgeloste mosterd en een
scheutje wijn.
Voor de chocoladesaus zijn de Ingrediënten:
1 ons cacaopoeder,
wat vanillepoeder,
1 ons suiker,
1 d-L. room.
1 dl., melk.
Los de cacaopoeder op ln wat water, voeg
de vanillepoeder en de suiker eraan toe, ver
warm dit. voorzichtig en voeg er de melk en
de room aan toe. Laat dit samen even koken
totdat het gebonden ls en roer ze dan. tot- ze
afgekoeld is, zoodat er geen vlies meer op
kan komen. Presenteer bij deze saus kleine
ongevulde soezen of kleine Moscovische ge
bakjes.
Wie niet rijk is, moet
handig zijn.
Wel, wie had dat nu gedacht, hè? Daar
gaat Fietje trouwen, en vrij gauw ook al.
Natuurlijk moet er een cadeautje „in het
huishouden" gegeven worden, en dat komt
ons op het oogenblik heelemaal niet gelegen.
Maar hoor eens: het hoeft niet altijd veel
geld te kosten. Geef Fietje bijvoorbeeld een
half dozijn „servetringen", of c-igenüjk
„servetfoudraals", die U zelf kunt maken. U
neemt voor ieder foudraal een dubbel stuk
gekleurd linnen van ongeveer 18 cM. lang
en 5 c.M breed Naai de twee stukken op
elkaar (desnoods stikken met de machine)
en werk de kanten netjes af. Maak van
boven en van onderen (wellicht ook nog m
het midden) een knoop en knoopsgat, zóó
danig, dat er, wanneer het servet ln het fou
draal gerold is, en het foudraal dicht ge
knoopt, een overslag is van ongeveer 11/2
C.M. ln plaats van mooie perlemoeren knoo-
pen, kan men gespjes of een ander eenvou
dig sluitinkje nemen. Borduur buitenop, met
een eenvoudig steekje een bloem Wanneer
men dan nog elk van de 6 servet foudraaltjes
met een andere bloem of andere kleur bor
duurt. krijgt men een heel aardig stelletje
En Fietje zal er net aoo mee ingenomen zijn.
als met „gekochte" servetringen. Of ik moet
me al heel sterk ln Fietje vergissen l
Sportjapon.
Ook ln de kleeding zJen we langzaam
eenige verandering kom die op de nade
ring van het voorjaar duidt. Wintermantels
zijn natuurlijk reeds geheel van de baan; de
modezaken hebben de laatste modellen in
de opruiming gedaan en waarschijnlijk groo
te ndccls verkocht. Maar voor het dragen van
een voorjaarsmantel is het do tijd nog niet*
dus vult men deze kortstondige hiaat aan met
een aantal geheel nieuwe Japonnen, dia als
overgnngskleedlng bedoeld zijn. Onder deze
ziet men veel sportjurken van dunne wollen
stof, effen of met een even zichtbaar nopje.
Door de eigenaardige manier van weven zou
men meenen met een zware tweed of ander
grof weefsel te doen te hebben, maar in
werkelijkheid is de stof zeer dun en soepel.
Ook bijgaand model is van een dergelijke
stof, in chocolade-beige kleur, met rood en
lichtbeige als garneering. Deze garneer]ng
fantasie-figuren, een vierkant en een strook
in den rok is geïncrusteerd.