FEMINA ill Met naald en draad op het oorlogspad, Het woord is aan... OPRUIMWOEDE. MENU. Bmm HAARLEM'S DAGBLAD DONDFRDAG 6MAART1930 Complet. We zeiden reeds bij de beschrijving van model 446, dat er voor het komende seizoen allerlei stoffen in den handel komen, die op het eerste gezicht een zwaar mnzien hebben, maar op de hand verbazend licht en soepel zijn. Van een dergelijke stof, in aman- delgroene tint, is ook dit complet, dat be staat uit een eendeelige japon met een man tel. Deze japon is bijna geheel uit strooken samengesteld, waarvan de drie onderste met een groote ruimte geknipt zijn en los over elkaar vallen. De mouwen zijn lang en nauwsluitend, met een zelfde strikje van onderen als die, welke de linkerzijde der japon garneeren. De mantel Is nauw tot over de heupen, doch van daar af verwijd door middel van een aangezette strook, die naar achteren smaller wordt. Voor de garueering van kraag en manchetten diende bruin kortharig bont. Menige huisvrouw jonge, zoowel als minder jonge heeft een groote vaardigheid in het gebruik van naald en draad en durft zelfs het- maken van heele japonnen en man- telcostumes enz. aan. Om nog niet eens te spreken van het maken van allerlei kin- derkleeding. Sommige hebben daarin zulk een groote vaardigheid, dat haar werk bijna niet van beroeps-naaisterswerk is te onder scheiden. Bij anderen kan men altijd zien, dat het „zelf-gemaakt" is. Eén van die ken merken is dikwijlsde zoom. En daarom volgen hier een paar goede wenken voor dit onderdeel van het iurkenmaken. afkomstig van een beroepsnaaister, die het dus weten kan. En de eerste raad is. maak de zoom niet eerder dan het allerlaatste. Zelfs als men een ceintuurtje op de jurk gaat dragen, koop dat dan eerst en doe het om, voordat men de zoom gaat afteekenen. Want men moet wel bedenken, dat het gewicht van den ceintuur, den rok van onderen weer heele- maal ongelijk kan doen vallen. Meestal is de rok dan van achteren te kort. Verder moet men de japon of rok eerst eens een halfuur tje gewoon aantrekken en dragen, voordat men den zoom gaat afzetten, ook al zitten er plooien ingeregen. Eerst daarna, terwijl men in een natuurlijke houding staat, en zonder de japon weer heelemaal recht en af te trek ken, neemt men den rok van voren in het midden op en speit op die plaats de stof af, om aan te geven, hoe laag de rok moet vallen. Een handig hulpmiddeltje is ook, aan een uitstekendon rand of hoek van een kastje of tafelpoot krijt to smeren, en daar tegen aan te staan, terwijl men voorzichtig in het rond draait. Op die manier wordt de japon met krijt in het rond gemerkt, op gelijken af stand van den grond. Voor dat men de japon uittrekt, kan men op de vage krijtlijn hier en daar spelden steken. Als men dan precies in het rond overal een gelijken afstand bewaart tusschen krijtlijn en onderkant van den rok, krijgt men een absoluut gelijk vallenden rand van onderen. Voor alle zekerheid ech ter de stof niet direct afknippen, maar eerst omslaan en den zoom lnspelden en nog eens aantrekken, om te zien of alles inderdaad gelijk hangt. Na eventueele kleine wijzigin gen, de jurk uittrekken en plat op tafel leg gen, met de middellijn van rug en voorkant, links en rechts op tafel. Spelden versteken, zoodat dp rand van onderen aan beide kan ten gelijk is, alle ongelijkheden afknippen, door de twee dikten tegelijk. Vallen er naden in den zoom, dan vooral die naad aan den binnenkant open persen. Wordt de zoom van binnen afgewerkt met boorband, dan moet de zoom bij het persen met den verkeerden kant op ccn dubbelgevouwen badhanddoek gelegd worden, en bovenop den gorden kant van de stof een schoone lap En dan op den goeden kant met een heet ijzer persen. Op die manier zal het boorband niet door de stof geperst worden en zich dus niet verraden. Een smakelijk sinaasappelpraatje. Zouden er wel menschen zijn, die niet van sinaasappelen houden? Voor een liefhebster van die heerlijke vrucht ls dat haast ondenk baar. In ieder geval ls de sinaasappel heei populair en voor massa's doeleinden te ge bruiken. Bovendien kan men deze vrucht bi)na het geheele Jaar door koopen. De zui nige huisvrouw, die er op uit is, zoo goed en zoo goedkoop mogelijk te koopen. kan sinaas appelen ln den goedkoopen tijd opslaan. Want wanneer men ervoor zorgt, dat de rlumte, waar men de sinaasappelen bewaart, een temperatuur heeft van ongeveer 55 tot 60 graden Fahrenheit (dat kan men gemak kelijk op den thermometer zien) en dat de lucht er frisch ls en niet al te droog, dan kan men de sinaasappelen van 1 tot 6 maanden bewaren en goed houden. Mits men ze na tuurlijk voorzichtig hanteert, den schil niet beschadigt of kneust en ze in de oorspron kelijke verpakking, hetzij zilver-, hetzij vloei papier, bewaart. Het sap en het vruchtvleesch van den sinaasappel gebruikt men op diverse manieren, voor vla's, dranken enz. Maar zelfs de schil kunnen ze gebruiken, namelijk om die te confijten en te gebruiken als gar neering op cakes en gebak, om smaakjes te geven aan puddingen enz. Daartoe ontdoet men ze zooveel mogelijk van het witte vel van binnen, en doet ze vervolgens in een kan met koud water, waarin men ze 24 uur laat staan trekken. Bij het water moet men name lijk twee eetlepels zout op elke liter water hebben gedaan. Dit trekken moet op oen koele plaats gebeuren. Dan giet men het water af en bedekt de schillen met kokend water en laat ze zachtjes koken gedurende een uur. Weer afgieten en in dunne reepjes snijden, om ze vervolgens op een plat bord uit te sprijden om te drogen. Nu kookt men één kopje suiker met 1 kopje water geduren de 3 minuten, om daarna de schillen erbij te doen en nog een kwartier te koken. Dan haalt men de schilletjes uit de stroop, spreidt ze weer uit op een bord of plaat en bestrooit ze met korrelsuiker. Ten slotte in de zon of ln een zacht brandende oven laten drogen, om ze ten langen leste in een goed gesloten glazen pot op een koele, droge plaats te be waren. Een oude beddensprei in een nieuwen tijd, ter af wisseling van de japonnen en de hoeden. \Q Q\ De „liefdesknoop" noemen onze Engelsche zusteren dit patroon, dat speciaal ontwor pen werd voor het garneeren van een heel ouderwetsche beddesprei, waarvan we de makelijk deze keer eens zullen bespreken, ter afwisseling van de Japonnen er. de hoe den en de mantels. Onze nijvere handwerk sters kunnen dus haar hart ophalen. Stel U gerust, het is niet de bedoeling deze figuren heelemaal met de hand te borduren, ten koste van vele strengen dure zijde. Neen, het is veel eenvoudiger. Het patroon wordt een voudig uit een kleurige lap geknipt. Daartoe maken we eerst een soort schabloon van bordpapier, op de grootte, die we noodig hebben. Dat is voor een normale beddesprei voor een tweepersoonsbed, 2 12 Meter stof van 2 meter breed- De blokken moeten dan dertig centimeter in het vierkant zyn, on geveer, waarna we in de lengte vijf blokken krijgen en in de breedte 4 en in het rond een mooien breeden rand overhouden. Langs dien rand kunnen we dan, om de sprei af te zet ten, in het rond weer een rand zetten van dezelfde kleur, als de blokken, doch niet breeder dan 5 centimeter- Men knipt dus, aan de hand van het bordpapieren patroon, de blokken uit de gekleurde stof, waarbij men moet bedenken, dat de witte plekken in het groote blok op de teekening beteekenen, dat dit opengewerkte stukken, gaten zijn. De zwarte plekken zijn de deelen gekleurde stof, waaruit elk blok bestaat. De blokken kan men nemen van oranje, rose of blauw, te zetten op een witte sprei. Men kan ook anders te werk gaan. Men ziet in de groote figuur, dat dit blok weer verdeeld is in vier blokken, die alle vier hetzelfde patroon vertoonen. Nu kan men deze kleine blokken apart maken, ook weer met behulp van een nu veel een voudiger bordpapieren schabloontje. Nü neemt men in elke groote ruit dan twee kleine blokjes van verschillende kleur, bij voorbeeld twee oranje en twee wit, twee rose en twee wit, twee blauw en twee wit. Voor de b x 4 is 20 groote blokken heeft men dus noodig 40 oranje en 40 itte blokjes, of 40 rose en 40 witte, of 40 blauwe en 40 witte. Deze vereenigt men dan. bij het opnaaien, vier aan vier tot de vlerkante groote blok ken. die men weer punt aan punt- zet, :n den hoek beginnend, op een sprei van een andere kleur dan de twee kleuren, waarvan de blok ken gemaakt zijn. Het ls een leuk knip- en naaiwerk, dat alleraardigste effecten kan opleveren. De Kinderen Doll je wil persé weten wat doodgaan is en begraven. Moeder vertelt het hem zoo eenvoudig mogelijk, zonder zijn kinderlijk gemoed te kwetsen. Na verloop van eenigen tijd zegt Dolf je dat het toch maar goed is zoo'n kist, want dat je dan geen zand in je oogen kunt krijgen". Jimmy is 8 jaar oud en pleegt aan de ont bijttafel zijn droomen te vertellen. Op zekeren morgen zegt zijn vader,,'k Wed dat je niet eens weet. wat een droom is". „O ja, zegt JimmyBioscoop terwijl je slaapt". Dolf je tot een speelgenoot die hem uit scheldt vqor alles wat leelijk is); t/Jij bent een stofzuiger". De andere (verstomd)„Waarom?" Dolf je: „Omdat je alle vuile woorden van de straat op zuigt". lilUlllflllllllMIII wrnrn Hoe men de kleuters bezig houdt. EEN VLOEIBLAD. Vandaag zullen wij eens beginnen met een heel eenvoudig handwerkje voor de grootere meisjes. Een handwerkje in den winkel koo pen en thuis borduren, gaat heel gemakkelijk. Maar dikwijls kan dit handwerkje uit den kinderspaarpot niet betaald worden en is het dan niet de beste manier zelf iets te be denken? Ik laat U hier een vloeiblad zien, dat keurig op moeder's schrijftafeltje zal passen, men heeft slechts een stukje stra mien of gaas noodig van-48 bij 26 c.M. en dan eenige kleuren raffia. Het is nu wel een klein formaat, maar voor brieven te schrijven toch groot genoeg. Niet het geheele lapje wordt geborduurd, alleen de beide korte zijden, die men 6 c-M. om slaat, worden met raffia bewerkt- Voor den zoom wordt 1 cM. afgenomen, ook bij de lange zijden wordt 1 c.M. voor den zoom ge rekend, zoodat het vloeiblad de afmetingen 36 bij 24 c.M. krijgt. Dit borduren van de omgeslagen strooken kan op verschillende manieren gebeuren. Wij beginnen met een klein randje te maken van naast elkaar lig gende steekjes van een bruine of gele kleur. -A Daarna *.an men naar eigen smaak een patroontje aanbrengen. Op afbeelding a zijn een paar figuren weergegeven, die met aar dige kleuren raffia worden opgevuld, terwijl afbeelding b. slechts uit een paar opgevulde bloempjes bestaat. Iedereen kan zelf wel een patroontje be denken, het lijkt altijd even moeilijk, maar het is toch heusch zoo gemakkelijk. Een paar bloempjes geteekend en men is klaar. Dit handwerkje is met alle soorten raffia te bewerken. De ongeprepareerde raffia is niet duur en werkt toch heel aardig op. Wel zijn hierbij de raffiadraden grof, ongelijk en veel te breed, daarom splitst men eerst de draad en strijkt deze met duim en wijsvinger glad. Ook het stramien moet men niet te fijn nemen, opdat de steekjes netjes naast elkaar komen te liggen. Men vult de figuren of de bloem pjes met lange steekjes op. De opengebleven ruimte bewerkt men met naturel raffia; men gebruikt hiervoor de ingrijpsteek, d wz men vult op met lange steken van pl m. 1 c.M., die men telkens twee gaatjes laat verspringen. Zijn beide kanten geborduurd, dan snijdt men een kartonnetje van 36 bij 24 c.M., ook eenige stukjes vloeipapier van hetzelfde for maat en legt deze op het stramien. De ge borduurde strooken worden omgeslagen, ter wijl met een raff ia-draadje boven- en on derkant vastgenaaid worden- Het vloeiblad is gereed. Het is een eenvoudig, aardig mo delletje geworden, in de Tijdingzaal van ons blad kunt u het vinden. W. R. Macaronisoep. Breng 1 L. water aan de kook en strooi er 30 gram in kleine stukjes gebroken macaroni in en laat die zachtjes gaar worden- 1 2 uur). Los er 4 maggi bouillonblokjes in op. Klop ln de soepterrine 1 eierdooier, roer er 1 eet lepel melk en 1 volle eetlepel geraspte kaas door, en giet dan, onder voortdurend flink roeren, de heete soep ln de terrine. WENKEN. Lichte vilthoedjes reinigt men door met heet zou te wrijven. Neem telkens nieuw zout. Donkere vilthoedjes behandelt men op de zelfde manier met heete zemelen Smoezelige peau de suède handschoenen trekt men aan en wrijft ze met een flanellen lapje in, meel gedoopt. Tot grooten schrik van het mannelijk deel van het gezin wordt vandaag of morgen de opruimwoede vaardig over ons, vrouwen. En dan is het ons zulke bloedige ernst, dat geen enkel plagerijtje geen goedbedoeld grapje, geen ironische opmerkingen ons daarvan terug kunnen houden opgeruimd zal er worden. Volgens de echtgenoot en vader is de eenige, die wél vaart bij deze voorjaars ziekte de voddenkoopman, die aan de deur komt of zijn welluidend „voddó" door de straat laat klinken, en die plotseling van een slapend bestaantje een bloeiend nerlnkje kan krijgen. Dit is echter niet heelemaal juist- Het is waar, nooit komen er meer vodienkooplui aan de deur dan ln de maanden Maart, Aprii en Mei. waaruit dus wel blijkt, dat er iets mee te verdienen valt. Maar dat hij de eenige is. die profijt trekt van onzer, ja&r- lJJkschen opruim-aan vaJ, is toch ".vel wat boud gesproken. Als er niet zoo nu en dan eens grondig werd opgeruimd in een huis houden. waar zouden wij dan tenslotte de bergruimte vandaan willen ha'en om al onze bezittingen ln te bewaren. Elk huis zou te klein worden voor zijn bewoners, niet om hun aantal of hun grootte en ouderdom, maar alleen door hun „boel" zooals dat dan heet. En zoo komt er dan eens in het jaar die neiging over ons. om te gaan nazien hoe het met onze bezittingen staat, en daarvan dan weg te doen, waf om een of andere reden niet meer wordt gebruikt. Dit nu is het critloke moment, want we vinden in de kast van manUef een r.elle'd colbert-jasje, dat- er mper dan onooglijk uitziet en we besluiten kort, en goed: het moet weg. Een beetie laf zijn we daarbij ook wel, onder ons gezegd en gezwegen, w-n* we vragen niets meer. we doen het terwijl we weten, dat de vraag of het w°g mocht, zeker protest zou uitlogen, omdat het zoo heerillk zit en zoo huiselijk is. Maar het is werk" ijk al te ontoonbaar geworden, en dus moet het weg. Dat het protest zal uitlokken is al erg genoeg, maar dat het een noodzakelijk ls, om zoo nu en dan eens schoon schln te maken, wordt er gehoel bij over het hoofd gezien. Iedereen weet. tot welk een hartstocht de verzamelwoede zich kan uitstrekkenpost zegels. schilderijen, lucifersdoosjes, sigaret tenmerken en aller'ei kostbare of m'nder kostbare verzamelingen hebben al heet wat ellende ovpr de menschen uitgestort. Het is waar: er zijn verzamelingen, die wel degelijk kapitalen vertegenwoordigen, maar ten eer ste vertegenwoordigen zij een kapitaal dat geen rente afwerpt, en bovendien is vrijwel elke verzameling een kwestie van mode. zoo dat er een oogenb' k kan komen waaron al dat met moeite verkregen bezit geen waarde meer heeft, en vreemd genoeg voor den eigenaar dikwijls niet eens meer eenige schoonheid. Niet minder gevaarlijk dan de verzamel woede. alleen vermoedelijk m'nder korthaar is de bewaarwoede van sommige menschen. Zij kunnen van geen enkel ding hoe gering en hoe oud ook. afstand doen. en tenslotte sïnan hun kasten vol met oude afgedankte voor werpen. waaraan niemand meer iets heeft en die ledereen in den weg staan. Een andere vorm van die bewaarwoede ls het. bewaren, omdat het „nog weieens te pas zou kunnen komen". We krijgen bijvoorbeeld een mantel thuis gestuurd in een kartonnen doos: de mantel wordt in de kast gehangen en de doos gaat naar den zolder. zij nog weieens te pas zou kunnen komen. Eerst staat het ding er meestal ettelijke maanden en dan plotseling hebben wij een kartonnen doos noodig Maar bij nadere beschouwing blijkt het ding veel te groot of veel te klein te zijn. In plaats dat we haar nu meteen ook maar wegdoen, zetten we haar op haar oude plaats op zolder terug, en zoo kan zij daar Jaren lang blij ven staan: leder Jaar komt zU met de schoonmaak van haar plaats, ieder jaar trouw gaat zij er ook weer op terug, terwijl het toch zoo gemakkelijk zou zijn om het ding met den vuilnisman mee te geven- Zoo zijn er ook heel wat vrouwen, die oude kloeren bewaren, omdat zij zoo'n vaag denkbeeld in hun hoofd hebben, om cr nog eens lots nieuws voor een der kinderen of voor zichzelf van te maken. Maar het idee wordt nooit uitgewerkt, anders zou misschien ook wel blijken dat het heelemaal niet kan, terwijl het kleedlngstuk er maar op blijft wachten Wie met zoo'n plan voor verande ring rondloopt en er de eerste maanden net toe komt. doet het verstandigst, het goed weg te geven, dan Ls er tenminste nog Iemand anders die er plezier van kan hebben. Tot welke uitwassen zoo'n bewaarwoede kan voeren, blijkt, weieens uit. de nalaten schap van iemand, die bij zijn leven nauwe lijks het hoofd boven water heeft kunnen houden, en in wiens bezit dan kostbare stukken blijken te zijn. die als zij bij het leven verkocht waren, nog wel degelijk groote financieele verlichting hadden kunnen bren gen. Een typisch staaltje daarvan was In het leven van eenige ongetrouwde zusters, die prachtig oud Delftsch blauw bezaten ln een niet geringe hoeveelheid, en die op haar ouden dag nog hard moesten ploeteren om een schamele boterham te kunnen eten. Toen zij tenslotte overleden waren, werd haar boeltje verdeeld onder de erfgenamen en zoo ging het oud Delftsch blauw in aller lei richtingen uiteen. Er is iets intens tra gisch ln zoo'n onberedeneerde bewaarwoede, en men denkt er onwillekeurig bij: wat hadden zulke stakkerds nog veel plezier kunnen hebben van een sommetje geld, waardoor zij op haar ouden dag zich Iets ruimer hadden kunnen bewegen. Binnenkort is nu elk van ons radicaal aan het opruimen van dingen die niet meer noodig zijn of die kapot zijn gegaan. Wan neer er nu een plank is leeggekomen in een kast laten wij dan niet dadelijk weer van allerlei daarop neerleggen: over een tijdje, wanneer onze inventaris zoo onmerkbaar weer begint te groeien, hebben we wat open ruimte dubbel en dwars noodig en dan kan zoo'n leege plank in de kast een ware uit komst zijn. Wie nog goede kleeren heeft, die verkleurd zijn, of te vaak versteld, of ouderwetsch, moet zich eens bezinnen, voordat zij ze gaat verkoopen, of er niet een of andere liefdadige instelling is, die ze kan gebruiken. Tien tegen een dat er haar eenige te binnen Schie ten, die met het grootste genoegen alle oude kleeren komen halen, die gemist kunnen worden, terwijl men dan zeker weet, diu de armsten ln onze maatschappij er nog plezier van kunnen beleven. Boeken die niet meer gelezen worden, zijn in de ziekenhuizen soms zeer welkom, ter wijl vooral ook oude afleveringen van ge ïllustreerde tijdschriften ln den smaak vallen. Gooi uw rommel weg. of verkoop de oude vodden, maar probeer met het bruikbare van uw opruimingsberg nog iemand een klein genoegen te doen: dat kan zelfs aan het schoonmaken van kasten nog wat vroo- Ujks geven. E. E J P. Varkensrib met Sauce Robert, Aardappelen, Spruitjes, Chocoladesaus met soezen. Voor de saus bij het vleesch, waarvan de bereiding welbekend is. maken wij eerst als uitgangspunt een donkere saus door boter te fruiten met een uitje, een worteltje, Spaansche peper en een laurierblaadje, zoo mogelijk ook een tomaat of een eetlepel to- matenpurée. Voeg er een paar lepels bloem bij, laat dit bruin branden, maak de saus dan af met bouillon, wat soja of iet* derge lijks en zeef ze. Intusschen hebben wij een paar uitjes fijn gehakt en in weinig bouillon gaar gekookt. Voeg deze uitjes bij de gebon den donkere saus en maak ze verder naar smaak af met wat opgeloste mosterd en een scheutje wijn. Voor de chocoladesaus zijn de Ingrediënten: 1 ons cacaopoeder, wat vanillepoeder, 1 ons suiker, 1 d-L. room. 1 dl., melk. Los de cacaopoeder op ln wat water, voeg de vanillepoeder en de suiker eraan toe, ver warm dit. voorzichtig en voeg er de melk en de room aan toe. Laat dit samen even koken totdat het gebonden ls en roer ze dan. tot- ze afgekoeld is, zoodat er geen vlies meer op kan komen. Presenteer bij deze saus kleine ongevulde soezen of kleine Moscovische ge bakjes. Wie niet rijk is, moet handig zijn. Wel, wie had dat nu gedacht, hè? Daar gaat Fietje trouwen, en vrij gauw ook al. Natuurlijk moet er een cadeautje „in het huishouden" gegeven worden, en dat komt ons op het oogenblik heelemaal niet gelegen. Maar hoor eens: het hoeft niet altijd veel geld te kosten. Geef Fietje bijvoorbeeld een half dozijn „servetringen", of c-igenüjk „servetfoudraals", die U zelf kunt maken. U neemt voor ieder foudraal een dubbel stuk gekleurd linnen van ongeveer 18 cM. lang en 5 c.M breed Naai de twee stukken op elkaar (desnoods stikken met de machine) en werk de kanten netjes af. Maak van boven en van onderen (wellicht ook nog m het midden) een knoop en knoopsgat, zóó danig, dat er, wanneer het servet ln het fou draal gerold is, en het foudraal dicht ge knoopt, een overslag is van ongeveer 11/2 C.M. ln plaats van mooie perlemoeren knoo- pen, kan men gespjes of een ander eenvou dig sluitinkje nemen. Borduur buitenop, met een eenvoudig steekje een bloem Wanneer men dan nog elk van de 6 servet foudraaltjes met een andere bloem of andere kleur bor duurt. krijgt men een heel aardig stelletje En Fietje zal er net aoo mee ingenomen zijn. als met „gekochte" servetringen. Of ik moet me al heel sterk ln Fietje vergissen l Sportjapon. Ook ln de kleeding zJen we langzaam eenige verandering kom die op de nade ring van het voorjaar duidt. Wintermantels zijn natuurlijk reeds geheel van de baan; de modezaken hebben de laatste modellen in de opruiming gedaan en waarschijnlijk groo te ndccls verkocht. Maar voor het dragen van een voorjaarsmantel is het do tijd nog niet* dus vult men deze kortstondige hiaat aan met een aantal geheel nieuwe Japonnen, dia als overgnngskleedlng bedoeld zijn. Onder deze ziet men veel sportjurken van dunne wollen stof, effen of met een even zichtbaar nopje. Door de eigenaardige manier van weven zou men meenen met een zware tweed of ander grof weefsel te doen te hebben, maar in werkelijkheid is de stof zeer dun en soepel. Ook bijgaand model is van een dergelijke stof, in chocolade-beige kleur, met rood en lichtbeige als garneering. Deze garneer]ng fantasie-figuren, een vierkant en een strook in den rok is geïncrusteerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 11