TWEEDE KAMER
FLITSEN
BINNENLAND.
EERSTE KAMER
DE MOEILIJKE REIS
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 6 MAART 1930
5 Maart.
Loodstarieven. De regeling van rechts- en
belangengeschillen tusschen naties.
Twee feiten om te beginnen.
Allereerst werd het hoofdstuk Marine dei-
Indische bcgrooting aangenomen met 5732
stemmen. Tegen bleken de commun. de S. D.
en de V. D. fracties.
In de tweede plaats kreeg communist de
Visser op een nader te bepalen dag!
gelegenheid te interpelleeren over het werk
loosheidsvraagstuk.
Zonder veel moeite heeft de Kamer een
wetsontwerp aangenomen tot verbetering van
de havenplannen voor Vllsslngen. Aangeno
men zonder hoofdelijke stemming. Toch
werden bij dit ontwerp opmerkingen gemaakt
die eigenlijk geheel buiten het ontwerp
stonden, door de heeren v. d. Bilt, Brautlgam,
Krijger, en Bongaerts. Zij wilden gevieren de
Nederlandsche en Belgische loodstarievea ge
lijk maken. Den minister was 't onmoge
lijk aan dezen wensch tegemoet te komen
de loodsdlenst behoort nu eenmaal bij den
minister van defensie. Minister Reijmer be
loofde echter deze materie ter sprake te
brengen bij zijne ambtgenooten van De
fensie en Buitenlandsche Zaken.
Tegen het wetsontwerp „Goedkeuring van
de toetreding tot de hoofdstukken I. II en IV
van de door de negende Volkenbondsverga
dering op 26 September 1928 vastgestelde al-
gomecne akte nopens vreedzame regeling van
internationale geschillen, werd, zooals 't er
lag, geenerlel bezwaar ingebracht het werd
met algemeene stemmen aanvaard zelfs. Al
leen de heer Wijnkoop wilde geacht wezen
te hebben tegengestemd.
De heeren Joekes <en Vliegen hadden bc-
zwaaar tegen het feit, dat o o k de goedkeu
ring gevraagd was van hoofdstuk III der op
26 September 1928 vastgestelde akte. De
heeren Joekes en Vliegen hebben uiteraard
hun critlek op dit ontbreken toegespitst, op
het ontbreken van hoofdstuk III. hetwelk
do toetredende mogendheden tot arbitrage
verbindt voor belangengeschillen. Dit werd
hen door de heeren Knottenbelt, Heemskerk,
Sohokking en Beelaerts van Blokland min
of meer kwalijk genomen. En wel omdat zij
niet genoeg waardeering hadden uitgespro
ken, voor wat volgens de evengenoemde hee
ren leder moest waardeeren, nl. dat Neder
land zou toetreden tot het belangrijkste dei-
hoofdstukken, hetwelk een regeling trof
voor het oplossen van alle rechts
geschillen door het permanente Hof van in
ternationale Justitie.
De heer Joekes noemde het gebrek aan
moed van de regeering, dat zijn niet ook
aanvaarden durfde een bindende regeling
ïloor arbitrage voor de belangengeschillen.
En de heer Vliegen wilde toetreding tot
Hoofdstuk III omdat, naar zijn meening, het
nooit precies zou uit te maken zijn of een
geschil, een rechtsgeschil, dan wel een be-
langengeschil moest geacht worden, hij wees
op een veel voorkomende vraag, de vraag of
de meest-begunstiigingsclausule ln een han-
delstractaat wel zuiver wordt toegepast. Ook
hij achtte toetreding tot hoofdstuk Hl nood
zakelijk tot het brengen van vrede door
overleg.
Hiertegen opponeerden de heeren Knot
tenbelt. Heemskerk. Schokking en de minister
Zij noemden het wijs beleid, eerst eens de
werking in de practijk af te wachten van
hoofdstuk Hl- Zij noemden het juister, wan
neer de rechtsontwikkeling langzaam maar
zeker voortschreed in de practijk, dan wan
neer men door mooie tractaten. die niet op de
■werkelijkheid steunden, sohijn-resultaten
oogsten wiL
Schijnresultaten, omdat naar het inzicht
van de evengenoemde vier heeren er in het
tractaat geen vaststaande regelen worden
gesteld voor de samenstelling van de scheids
gerechten en geen regelen voor de gedragin
gen bij de uitspraak. Door dit onbreken was
alles te veel aan wisselvalligheden overge
laten, wisselvalligheden 'die nooit grondslag
voor rechtsgroei h.i. kunnen zijn: men wilde
toch uit de arbitrage het recht doen groeien.
De heer Knottenbelt was bevreesd, dat
kwaadwilligen door eenvoudig een geschil op
te werpen, voordeelen zouden kunnen berei
ken door arbitrage, die ze met het recht in
de hand niet zouden hebben verkregen. De
heer Schokking vreesde, dat er'geen arbi
ters zouden te vinden zijn, nu er geen rege
len getroffen zijn, hoe een geschil moet om
schreven worden.
Al deze heeren spraken van een stap ln het
duister.
Iniusschen, drie hoofdstukken zijn aan
vaard.
Nog enkele kleine dhtwerpen 'een grens
regeling in Borneo en een consulair verdrag)
benevens een aantal conclusies, waarover
geen woord viel, werden aangenomen en af
gedaan.
Morgen begint de Kamer aan de Win-
kelwet
De Rijksbegrooting. Een salaris
voor Eerste Kamerleden? Belas-
tingvragen. Behoud van Natuur
schoon. - Brandgevaar.
De nieuwe voorzitter der Kamer dringt de
Kamer tot werken en voortmaken. Geen
kleinigheden behandelen, althans niet al te
veel schijnt het door hem uitgegeven con
signe te zijn.
De Senaat heeft vandhag afgedaan de be
grooting voor de Hooge Colleges van Staat
en die voor het departement van Financiën.
Met de begrooting voor Binnenl. Zaken is de
Senaat zóó ver, dat morgenochtend de mi
nister aan het woord komt.
De hooge colleges van Staat dus allereerst.
Men moet werkelijk eerbied hebben voor
den heer Hermans, die vrij is van valsche
schaamte en die zich zelve opnoemt als een
Kamerlid, die versterking van inkomsten
hard noodig heeft.
De heer Hermans pleitte voor een vaste
vergoeding aan de Senatoren. Komt deze er
niet, dan verhindert men, voor het lidmaat
schap der Eerste Kamer aangewezenen, die
het niet breed hebben, dat lidmaatschap te
aanvaarden. Hij noemde 't niet overeenkom
stig de beteekenis van de Eerste Kamer, wan
neer de leden moeten zoeken naar het goed
koopste hotel. In Frankrijk zoo luidde zijn
laatste argument ontvangen de Senatoren
de helft van de vergoeding, welke de Kamer
leden incasseeren.
De heer van Lanschot legde namens de
rechtsche fracties de verklaring af, dat zij
over deze kwestie niet meer zullen spreken,
nu een vergoeding voor de Eerste Kamer,
met de Grondwet in de hand, niet toelaat
baar is. De heer Oudegeest had soortgelijke,
soms zelf woordelijke argumenten als de heer
Hermans.
Maar, hoe krachtig ook de betoogen, met
hoeveel vuur ook uitgesproken minister
de Geer deed alle wenschen botsen op den
muur van de Grondwet. Wil men het anders
zei de bewindsman heel laconiek, dan
moet men streven naar Grondwetsherzie
ning
Bij financiën pleitte mevr. Pothuis-Smit
voor de oud-gepensionneerden. Zij wilde een
verhooging met een bepaald percentage over
de geheele linie. De minister antwoordde daar
op, dat zulk een verhooging ook hen zou ba
ten. die een verhooging niet noodig hebben,
terwijl ze niet genoeg zou zijn voor vele an
deren, die nu, als gevolg van den komenden
algemeenen maatregel van Bestuur naar de
mate hunner behoeften geholpen kunnen
worden.
De heer De Veer heeft gevraagd of, wat
thans een plicht is voor de Raden van Be
roep ln belastingzaken, nl. 23 pet. van den
aanslag als boete op te leggen aan degenen,
die in het ongelijk worden gesteld, te veran
deren in een facultatieve bevoegdheid, het
komt toch wel eens voor, dat iemand te goe
der trouw in beroep komt, die toch in het on
gelijk moet worden gesteld. De heer de Jong
pleitte voor degenen, die een verschoonbaar
verzuim pleegden, bij het niet opgeven van
inkomsten, die niet over een geheel jaar zijn
genoten b.v. doordat een erfenis werd ver
kregen. De minister van Financiën zal beide
vragen overwegen.
De heer De Veer en de heer Polak hebben
hunne aandacht bepaald bij het brandge
vaar, dat verschillende rijksgebouwen loopen.
Minister De Geer antwoordde, dat wanneer
in de gebouwen.brandbluschmiddelen in vol
doende mate aanwezig zijn, om opkomende
brand te dooven, er voldoende Is gedaan. Be
scherming tegen brand van belendende per-
ceelen is een taak van de gemeenten.
Natuurlijk waren beide heeren met dit ant
woord niet tevreden, de heeren, die heel het
probleem van het brandgevaar en de organi
satie van de tegenweer bezien wilden heb
ben, het probleem, zooals dat door Lelden en
Middelburg zich aan de orde heeft gesteld.
Zij kwamen dus met nieuwe vragen over
concentratie en rijksdiensten op het tapijt.
toen de begrootlng van Binn. Zaken werd
besproken. Maar hierop heeft minister Ruys
de Beerenbrouck nog geen antwoord kunnen
geven hij is morgen eerst aan het woord.
Hij zal ook moeten zeggen of hij de „raads-
kelders" gevaarlijk vindt zooals de heer
Polak doet.
Over de toepassing der natuurschoonwet
waren de heeren Polak en de Geer het eens;
deze moest met de grootst mogelijke soepel
heid worden toegepast.
Voorts werd door den s.-d. Heemschutter
gepleit voor een nationale stichting tot be
houd van natuurmonumenten minister de
Geer zag die stichting aanwezig ln de Ver-
eeniging tot behoud van natuurmonumenten
Bij Binn. Zaken informeerde de heer De
Veer naar de kosten der werkverschaffing,
daarbij de meen'.ng verkondigende, dat de
loonen te hoog zijn, veel hooger dan b.v. een
Zeeuwsch landarbeider verdient.
De heer Polak opperde bezwaren tegen de
op het oogenblik gevolgde methode bij burge
meestersbenoemingen hij wil de burger
vaders doen benoemen door den gemeente
raad. Voorts wi! de heer Polak een absoluut
verbod tot gebruik van den hond als trekdier.
Eenstemmig bleek de s.d. afgevaardigde te
zijn met zijn bankgenoot Smeenge in den
hartgrondigen wensch in Drenthe een groot
brok hei als natuurmonument te reserveeren,
waarvoor thans van particuliere zijde pogin
gen worden in het werk gesteld.
De heer Westerdijk klaagde over de sterke,
ontstellende daling der productie-prijzen. Be
scherming zag hij als een niet deugdelijk
middel veel beter: goed landbouwonder
wijs, een goede voorlichtingsdienst en een
krachtig directeur-generaal van den land
bouw „een Lovink".
INTIMUS.
DE MOORD TE BENNEKOM.
H. NAAR ARNHEM OVERGEBRACHT.
Uit Ede meldt men aan de N. R. Ct.:
Woensdagmorgen half tien is de verdach
te H. per auto naar Arnhem overgebracht.
Gisteren werden de bosschen nog eens met
politiehonden afgezocht; mogelijk zou nog
iets gevonden kunnen worden wat op den
moord betrekking heeft.
H. is nog steeds blijven ontkennen. Hij
toont zich zeer verwonderd, dat zooveel men-
schen hem kennen, terwijl hij hen niet kent.
Hij doet zeer vroom en bidt en dankt bij zijn
maaltijden.
Dinsdagavond is H. door een inspecteur uit
Dusseldorp in verhoor genomen. De moorden
te Dusseldorp zouden namelijk veel overeen
komst hebben met den moord te Bennekom;
ook daar werden de slachtoffers door dolk
steken gedood.
INBRAAK TE ROTTERDAM.
VOOR DUIZENDEN GULDENS
GESTOLEN.
Dinsdagnacht ontdekte een waker van den
nachtveiligheidsdienst, dat de achterdeur van
de firma R., handel in optische instrumenten
aan de Hoogstraat të, Rotterdam, welke deur
uitkomt aan den Steiger, open stond. Hij
waarschuwde de politie, die dadelijk een on
derzoek instelde, waaruit al spoedig bleek,
dat er was ingebroken. Kasten en Iaden
waren overhoop gehaald en een cylinderbu-
reau was opengebroken. Naar alle waar
schijnlijkheid hebben de dieven zich Dins
dagavond In het pand verstopt, om, toen dit
verlaten was, hun slag te slaan. Zij hebben
het slot van de achterdeur geforceerd, waar
na zij het pand hebben veriaten. Uit het cy-
linderbureau is een bedrag van circa f 12C0
aan bankpapier gestolen. Uit de kasten en
laden zijn tal van optische instrumenten,
lenzen, fotocamera's, enz. gestolen. Eerst na
inventarisatie zal nauwkeurig kunnen wor
den vastgesteld, wat er alzoo is gestolen,
maar het is zoo goed als zeker dat het ge-
stolene een waarde van eenige duizenden gul
dens heeft, meldt de N. R. Ct.
HET WERK VAN DE COMMISSIE INZAKE
HET DANSVRAAGSTUK.
Men meldt aan de N. R. Ct. dat de onlangs
door de regeering ingestelde commissie in
zake het dansvraagstuk een aanvang
heeft gemaakt met haar arbeid. De commis
sie stelt zich op de hoogte van de in het
binnenland met betrekking tot het dansen
bestaande toestanden en tevens gaat zij na
of en zoo ja, welke maatregelen in deze reeds
plaatselijk werden getroffen. Ook hetgeen
in het buitenland, in het bijzonder in de
West-Europeesche staten on dit onderwerp
werd vastgesteld en geregeld, heeft haar
aandacht.
Van particuliere zijde bereikten de com
missie reeds zeer belangrijke gegevens.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1558
WIEGELIED
Baby ligt lekker onder de
dekens en is klaar om te
gaan slapen
het is eenig om hier te lig
gen en naar de gebruikelij
ke geluiden in huls te
luisteren
moeder maakt lawaai met
schalen en borden in de
keuken en vader knutselt
iets in de gang
nou is vader met de radio
bezig, het klinkt zacht en
als hü zoo begint, kun je
eenvoudig niet wakker blij
ven
nou is het stil, moeder heeft
vader zeker gewaarschuwd
dat die muziek baby uit den
slaap houdt
maar gelukkig kan hij hun
stemmen nog hooren. dat
zal hem wel in slaap helpen
maar nu hoort hij die ook
al niet meer
hy kan onmogelijk slapen
in die onnatuurlijke stilte
en het is hoog tijd om hun
dat aan het verstand te
brengen.
(Nadruk verboden.)
VREES VOOR COMMUNISTEN.
UITGEBREIDE VOORZORGSMAAT
REGELEN IN AMERIKA.
NEW-YORK, 5 Maart (N.T.A.) In ver
band met de voor Donderdag vastgestelde
demonstraties door communisten heeft de
politie uitgebreide voorzorgsmaatregelen ge
nomen. Alle kerken, openbare gebouwen en
huizen van bekende nüliionairs worden op
een bijzondere wijze bewaakt. De autoriteiten
gelooven niet, dat de demonstraties zóó
groot zullen worden, als door de communis
ten wordt voorgesteld. Toch heerscht er on
der de bevolking een groote nervositeit.
DUITSCH SCHIP AAN DEN GROND.
LONDEN, 5 Maart (Reuter). Het Duit-
sche stoomschip „Erik Larsen" is wegens den
dichten mist nabij Hastings aan den grond
geloopen. Er bestaat geen gevaar voor de
bemanning. Men hoopt het schip vlot te
krijgen.
IN EEN KUIP MET VETZUREN GEVALLEN.
Dinsdag nacht heeft in de olicfabriek de
Engel, van de firma Crok Laan te Wormer-
veer, een ongeluk met doodelijken afloop
plaats gehad. De 23-jarige ongehuwde fa
brieksarbeider L., uit Schermerhorn, was be
last met het opkoken van een kuip vetzuren.
In deze kuip waren ongeveer 10,000 L. vet
zuren, welke door middel van een stoomlei-
ding werden verhit. L. was belast met het
openen en sluiten van de stoomkraan. Toen
de voorman bemerkte, dat de kuip overkook
te, werd L. vermist, en men vermoedde, dat
hij door de gladheid in de kuip was gevallen
Nadat de inhoud was weggevloeid, vond men
den arbeider in de kuip. Vermoedelijk is L.
bij het sluiten van de kraan in de kokende
massa gevallen, doordat hij van een loop
plank uitgleed. Het lijk is per politiebran-
card naar het gemeentelijk ziekenhuis ver
voerd, aldus de N.R.C.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORLSSTRAAT 15
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F 125.-
DE PAUS OVER HET PROBLEEM
DER OPVOEDING.
VATICAANSCHE STAD, 5 Maart (B.T.A.)
De Paus heeft een delegatie ontvangen van
de geestelijkheid van verschillende pa
rochies en Vasten-predikers, aan wie hij
raadgevingen heeft gegeven omtrent de taak
der prediking of het apostolaat, waaraan hij
twee aanbevelingen toevoegde, speciaal be
trekking hebbende op het ernstige probleem
der opvoeding.
De eerste aanbeveling/betreft het groote
kwaad van het steeds toenemende afdwalen,
dat naar wij moeten erkennen, voor een groot
deel over de zee is gekomen. Deze afdwaling
bestaat in het ontkennen van alle recht en
plicht der ouders tot toezicht op de jonge
mannen en de jonge meisjes, die vrij zijn te
doen wat hun behaagt. Vader en moeder
worden zóó zeer beschouwd geen recht tot
controle over het gedrag hunner kinderen
te hebben, dat dezen hen zelfs een hinder
lijke last noemen. De gevolgen van dit kwaad
is verlies van eerbied der kinderen voor hun
ouders.
ROME, 5 Maart. (B.T.A.) De tweede
raadgeving van den Paus betreft het gevaar
dat slechte lectuur voor de jeugd oplevert.
Er bestaat een groote stroom van gevaarlijke
lectuur, gevaarlijk niet alleen voor God, maar
ook voor de menschelijke natuur.
De Paus wees er op dat hij bij het lezen
van den catalogus der fascistische uitgaven
voor de jeugd boeken had gevonden, die zeer
schadelijk waren, hetgeen hem groote droef
heid had bezorgd, daar de fascistische uit
gaven in den regel zeer goed waren.
Het is dus voor de predikers voldoende de
geloovigen te waarschuwen om de goede
boeken te onderscheiden van de slechte.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CU. per regeL
GEEN MODESNUFJE, maar vanouds bekend gezondheidsbrood is:
ARR'3
lOUTBROOD
FF.UILLETON
Roman van
IUÏLBERT FOOTNER.
17)
Natalie had sinds lang haar schuilplaats
verlaten en volgde met verlangende ooeen
Garth en Charley. Garth was overal tegelijk.
Hij vond zoo nu en dan een oogenblik tijd
om haar een bemoedigend woord toe te roe
pen en zij hunkerde er naar te kunnen mee
helpen.
Nauwelijks had de boot haar weg gevon
den. of de storm ging liggen, even plotseling
als hij gekomen was. en de maan gluurde
weer door de wolken. Denkend aan Nick en
Hooliam. die op het strand lagen, overlegde
Garth met Charley wat hij beter had kun
nen doen. Het kostte hun slechts drie secon
den om tot een besluit te komen.
Het is ongeveer tusschen acht en tien
mijl naar den kop van het meer, zei Charley.
Laat de heeren dan maar wandelen, zei
Garth.
De Indianen-jongens stelden geen enkele
vraag en na het zeil geheschen te hebben,
vielen zij ln slaap.
Garth en Natalie ontmoetten elkaar pas
toen het dag geworden was en beiden uitten
een kreet, toen zij elkaar zagen. Natalie keek
hem aan met een blik waarin sympathie en
oen gevoel van berouw schuilden, en Garth
zag met bewondering naar haar stralende
frischheld.
Toen zU zaten te ontbijten op de kust,
kwam een deplorabele, beschaamde figuur
uit ccn boschje geslopen. Het was Hooliam.
Hij droeg in zijn hand een klein flesehje en
een bankbiljet cn keek voldaan naar de klei
ne boot toen hij zag, dat zij veilig uit den
striid was gekomen.
Hij trad op Garth toe.
Nick Grylls in het bosch. zei hij. Hij ziek
en misschien dood gaan. Hij geven vijf dollar
voor drinken whisky.
Garth vulde de flesch uit de zijne.
Hou je geld! zei hij kort.
HOOFDSTUK XII.
De weg van negentig mijl.
De Settlement ligt drie mijl boven Grier's
Point, de noordelijkste punt, van het meer.
Garth vermeed de hulzen voor het oogenblik
en sloeg het kamp op op eenigen afstand van
den weg.
Het beste zal zijn, dat jij hier wacht,
terwijl ik er op uit ga, zei hij tot Natalie.
Maar zij keek, als altijd wanneer deze kwes
tie werd aangeroerd, zeer bedroefd.
Ik vrees, dat we hem anders weer zullen
missen aan den Kruisweg. En ik heb gehoord,
dat ginds maar een paar hutten staan en dat
er geen blanke vrouwen zijn. Het zou daar
moeilijk voor je zijn.
Natalie's zwijgen bemoedigde hem nu juist
niet om verder te gaan.
Maar hier. zoo ging hU toch voort, kun
Je blijven bij de vrouw van den inspecteur
der bergpolitie, terwijl ik Mabyn ga opzoe
ken om hem bij je te brengen. Ik veronder
stel niet. dat Je Jezelf aan hem zult toever
trouwen.
Hij zou zeker niet met je meegaan, zei
ze ontwijkend.
Ik be!oof je, dat. ik hem zal meebrengen,
zei Garth beslist. Als hij leeft tenminste.
Neen, zei ze, er is een andere reden.
Welke reden?
Ikik wil niet ongerust over je zijn,
zei ze zacht.
Maar ik beloof je, dat ik hem veilig bij
je zal brengen.
Zij maakte een afwerende beweging met
haar hand.
Ik wil Je niet laten gaan. zei ze. terwijl
zij het hoofd afwendde. Waarom ben je boos?
vroeg zij. We zijn duizendmaal veiliger dan
gisteren, want je hebt onze vijanden versla
gen. Waarom mag ik niet bij je blijven. Ik
kan niemand meer vertrouwen dan Jou!
Hoe kon Garth zulk een beroep weerstaan?
Bovendien had hij geen andere taak meer te
vervullen.
Hij gaf zijn tegenstand op en Natalie ging
mee.
Hun weg ging nu over een lengte van ne
gentig mijl naar de Spirit River Crossing. Er
waren geen zijwegen, zoodat de reizigers ge
makkelijk hun route konden vinden. Den
volgenden dag bij zonsopgang vertrokken zij
op de paarden, die Charley den vorigen avond
gehaald had. Garth drong er weder bij den
jongen op aan, dat hij terug zou keeren om
naar zijn werk te gaan en onder heete tra
nen nam de goede jongen afscheid. Gart-h
en Natalie trokken alleen verder met hun
gezadelde en gepakte ponnies. Het was een
prachtige dag en. jong als ze waren, vergaten
zij hun wederwaardigheden en praatten ver
genoegd en opgewekt. Hun lastpaarden
luisterden naar de namen van Caspar cn
Emmy.
Plotseling hoorden zij opzij van den weg,
achter de boomen het geluid van een stein.
Zij keken verbaasd op. Het was de zwakke,
vriendelijke stem van een ouden man.
Ik zou zeggen half twaalf, hoorden zij
en zit glimlachten tegen elkaar. Er was niefs
in die stem, dat gevaarlijk voor hen kon zijn.
En zij luisterden verder naar de vriendelijke
samenspraak die zich ontspon. Maar toen de
lastdieren achter de andere paarden waren
aangekomen, stokte het gesprek.
Daar komt iemand, zei de stem.
Garth en Natalie bevonden zich nu op een
open plek in het bosch. Een uitgespannen
wagen stond midden in en twee paarden
graasden in de nabijheid. Een oude man zat
op den grond. Ze keken onwillekeurig rond
naar de andere personen, die zij vermoed
hadden, maar zagen niets dan den ouden
man.
Toen hij hen zag klaarde zijn gezicht op
met de naïviteit van een kind.
Kalm aan maar, zei hij. Mijn paarden
zijn rustig en zullen de uwe niets doen.
Hij verzoende zich onmiddellijk met 'len
toestand en sprak alsof hij het gesprek weer
opnam. Hij keek oplettend naar Natalie met
haar glanzende oogen en toen Garth het
vuur wat opgestookt had en ging zitten,
vroeg hij
Waarheen?
Spirit River Crossing, zei Garth.
Voor zaken?
Garth weerde af.
U doet ook niet als zakenmannen. Poli
tie misschien?
Persoonlijke aangelegenheden, zei Garth.
De oude man keek verbaasd. Hij zweeg even
en begreep er niet veel van.
U bent een zwerver uit deze streek, zie
ik, zei Garth.
Juist sir. Tom Lillywithe kent lederen
koopman in dit land. Ben vijf-en-dertig jaar
hier en altijd in actie.
Dus u kent iedereen hier?
Natuurlijk, zei Tom.
Zijn er veel menschen op Spirit River
Crossing?
Acht of negen man, zei Tom en hij
noemde meteen alle namen op.
Anders niemand? vroeg Garth.
O! ja, daar is er nog een, die"eens of
twee maal od de Crossing komt. Die vergeet
ik nog. Iedereen vergeet hem. 't Is Bert
Mabyn.
Garth en Natalie spitsten hun ooren en
hun hart klopte sneller.
Ik heb wel aanleiding om Bert Mabyn
te kennen, ging Tom voort. Maar dat is lang
geleden. Ik draag hem nu geen kwaad hart
meer toe. Wilt u iets van hem weten?
Garth keek Natalie aan.
Ja zei ze.
Nou. het is drie Jaar geleden, begon Tom
Lillywithe. De regoering zond vier verken-
ningstroepen naar hier en ik had meer te
doen dan ik af kon met miin reizen van de
Settlement naar het kamp. Maar de regee
ring betaalde goed cn dus. Ik had een
nieuw span noodig en kocht er een op cre-
aiet. Maar ik had ook een naar man noodig,
Hefst blanken, want de Ind'anen vermoorden
ie paarden In het gareel! On een goeien dag
komt een vreemdeling naar me vragen. Wat
een vent! Hl.1 droeg zwarte kleeren. en dat
op een werkdag. Hij hield zijn jas met ean
veiligheidspeld in den nek bii e'kaar. Hij
droeg ook een Zondagschen hoed. Een schoon
heid was het niet.
NataMe rilde.
Garth, die haar leed meevoelde, durfde
haar niet aan te zien.
Misschien hoor Je liever een ander ver
haal? vroeg hij.
Zij herstelde zich en zei:
Neen, ga door!
(Wordt vervolgd).