H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
DE MOEILIJKE REIS
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 11 MAART 1930
(Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden).
door DESIDER KOSZTOL&NY.
Jaguar Zeep
Uitroeptekens vlammen in de duisternis!
In de duisternis, aan den hemel! De electri-
sche lichtkrant fonkelt! Zeep! Vogelvooder!
Bretels! Bitterwater! Alles het beste! Het
smakelijkste! Het soliedste! Het meest effect
rijke! Waarom stoort deze reclame mijn
rust, opdringerig- brullend, fonkelend? Ik
geloof hot juist niet! Maar mettertijd moest
ik toegeven, dat degenen gelijk hebben, die
opdringerig zijn, brullen, fonkelen en hun
medemenschen nooit met rust laten. Ik wil
vertellen, hoe dat zich heeft toegedragen.
Op een avond stond lk op den hock van de
straat, bezig met mijn gedachten. Daar be
merk ik plotseling, dat zich boven aan de
zesde verdieping, op het dak, iemand wascht,
wiens geheelc lichaam uit kleine electrische
gloeilampjes bestaat en dien gouden sterren
uit het haar vallen,-welke schuim verlangen
voor te stellen. Ik bekijk het spelletje met
geringschatting.
Toen vlamde de tekst aan:
„Jaguar-zeep is de beste!"
Waarop lk stil maar stellig, met twee ult-
roepteekens verklaarde:
„Jaguarzeep Ls de slechtste!"
Blijkbaar dedon allen zoo, die tegelijk met
mij de flitsende letters zagen. Tenslotte is de
mensch een denkend wezen, dat niet toelaat,
dat anderen hem een volkomen ongemoti
veerde meening zonder cenig bewijs opdrin
gen. Een bewering lokt tot tegenstand uit,
lof tot afwijzing, reclame tot wantrouwen.
„Schuimt!"
Ik antwoordde boos:
„Schuimt niet!!"
De electrische letters:
„Verkwikkend! Welriekend!"
Ik: „Afmattend! Stinkend!"
Toen ging ik naar huis. zooals gewoonlijk.
Ik dacht niet meer aan de Jaguarzeep, waar
lk geheel mede had afgerekend. Recht moge
haar wedervaren. Toen ik den volgenden
da? de lichtreclame voorbij, kwam, glimlach
te ik alleen nog spottend. Den derden dag
echter schoot de Jaguarzeep mij op onver
klaarbare wijze weer te binnen. En ook den
vierden dag. En ook den vijfden dag. Ik ging
©ver haar te keer, maar ik moest vaststellen,
dat ik niet onafhankelijk van haar was, in
tegendeel, aan haar gebonden, juist door
mijn afschuwd en dat zU me te meer bezig
hield, naar mate ik haar meer trachtte te
minachten. Aan het einde van de week zag
ik na een slapeloozen nacht in, dat ik jegens
de zeep, die ik persoonlijk niet ken, onrecht
vaardig. ruw, heftig was en dat ik met on
verschilligheid voel verder zou komen. Zoo
doende kwam lk tot het besluit: men moet
nooit overdrijven. Het ls mogelijk, dat de
Jaguar zeep niet de beste ter wereld is, maar
in leder geval ls zij toch niet zoo slecht, als
Lk mijzelf wilde wijsmaken en al schuimt
Zij ook niet zoo, als wordt verkondigd, in
ieder geval schuimt zij stellig. Nadat ik
dit vraagstuk aldus had opgehelderd, werd
mijn gewetenswroeging minder hevig. Maar
lk leed nog altijd.
Vandaag ging ik naar den drogist om
aether te halen.
„Kebt u misschien ook zeep noodig?
„Neen", zeide ik en werd bleek. „Of",
voegde lk, mijn tweestrijd verbergend, er on
verschillig aan toe, „misschien toch."
„Welke zeep zal het zijn?"
„Welke u wlltt", zeide ik en sloeg de
oogen neer. „Of misschien", stamelde ik, als
iemand, die eindelijk murw wordt, deemoe
dig en boete doende zich werpt ter aarde
„een stuk Jaguarzeep.'"
Precies zoo ging het mij met het vogelvoer,
met de bretels, met het bitterwater, Ja, zelfs
met een gemaniereerden schrijver, dien ik
aanvankelijk minachtte, omdat hij even ge
nietbaar is als bijvoorbeeld bretels. Maar
voor hem wordt thans met alle mogelijke
middelen reclame gemaakt, zooaat ik hem in
in het belang van mijn gemoedsrust even er
kentelijk ben als zijn groote lezerskring. Ja,
ook hij schuimt en is verkwikkend, o zoo ver
kwikkend
Invloeden en teger.invloeden sturen ons
armzalig leven, naar rechts en naar links
loopende stroomingen schokken in ons en
wij zijn ons ook niet bewust hoe het ne
gatieve verandert in het positieve, haat ia
liefde en het positieve weder in het nega
tieve.
Het is een kringloop gelijk de liefde. Uit
een kus komt een oorvijg en uit een klap
weer een kus.
WEER EEN BESLAGQUAESTIE.
EEN BELASTINGSCHULDIGE IN EEN
MOEILIJK PARKET.
lomand die zicih Maandag voor den Po
litierechter „bloemen-koopman of bloemist"
noemde was cloor den fiscus in een moeilijk
parket gebracht!
Deze belastingbetaler, of wij moeben in dit
geval eigenlijk zeggen: deze niet-belasting-
Ibetaler, bezat op een gegeven oogenblik twee
oostuums. Dat „gegeven oogenblik" eischt
nadere omschrijving. Het was het oogenblik
waarop den deurwaarder namens den fiscus
bij hem beslag kwam leggen op een blauw
costuum en een portemonnaie, over welke
Baken hij vervolgens als bewaarder werd aan
gesteld. (Wij hebben er al eens meer de
aandacht op gevestigd dat die aanstelling
als bewaarder van dingen, die één seconde te
voren nog onbetwist je eigendom waren, je
in een rare positie brengt).
Toen het beslag gelegd was. kreeg de bloe
mist eenige maanden uitstel en dus de ge
legenheid zijn belastingschuld alsnog „aan
te zuiveren".
Maar zijn omstandigheden veranderden
niet en dus zuiverde hij ook niets aan.
En de deurwaarder begaf zich dus op een
vooraf bepaalden datum naar den bloemist
om tot verkoop van de genoemde arvikelen
over te gaan on de opbrengst als aan het
Rijk toekomend geld te innen.
Maar de deurwaarder werd grievend teleur
gesteld. want toen hij den woning van den
Ibloemenkoopman beieikt had, bleek dat het
blauwe costuum. de portemonnale, mitsgaders
de bloemist verdwenen waren.
De veronderstelling lag voor de hand dat
de-bloemist in. het blauwe costuum zat en
de portemonnale op haar beurt in den porte-
monnalezak van het blauwe costuum.
Dit blcok ook Inderdaad het geval te zijn
Maar Ja: dat mag nu eenmaai niet.
En of je nu al beweert dat je tweede pak
ln de maanden dat het uitstel geduurd had
tot op den laatsten draad versleten was, daar
storen een deurwaarder en een fiscus, een
Openbaar Ministerie en een Politierechter
zich niet aan. En zij kunnen ook moeilijk
anders. Het mag niet en daarmee uit!
„Maar wat had ik dan moeten doen?",
vroeg deze niet-bolastingbetaler.
„Thuisblijven!" meende de Politierechter.
Daar de deurwaarder „vermeende" dat dit
de tweede keer was dat dep bloemenkoop-
man goederen aan beslag had onttrokken,
meende het O.M.. dat hier 8 dagen gevange
nisstraf op haar plaats waren maar de Politie
rechter wilde het nog ééns aanzien en legde
den bloemist met. een ernstige waarschu
wing een geldboete op.
HET STAALWATER.
DE BRON IN DF. HAARLEMMER
MEER.
De vorige week deelden we mede. dat bij
de Maatschappij tot exploitatie van Staal-
waterbronnen plannen in bewerking zijn om
de exploitatie van het Haarlemsche Staal-
water opnieuw en op modderne wijze ter
INGEZONDEN MEDED-EELINGEN a fiO Ct« per regel.
GOEDKOOP DUURKOOP. Geef een kleinigheid meer uit, en ge hebt het beste
ARR'5
OUTBROOD
hand te nemen. Daartoe is het. in de eerste
plaats noodig, om de brond, die zich in den
Haarlemmermeerpolder bevindt,- te vernieu
wen.
Maandagmiddag zijn we even bij de
werkzaamheden aan den IJweg, waar het
gebouw staat, een kijkje gaan nemen om te
zien hoe ver men met de restauratie gevor
derd is.
De bron staat ln de oude hoeve
,,d' IJser-inck", het gebouw zelf, dat er zeer
vmvaasloosd uitziet., wordt van buiten opge
knapt en van binnen geheel gemoderniseerd.
De directeur van het bedrijf, die de vrien
delijkheid had om ons eenige inlichtingen te
verschaffen, is ten aanzien van het gereed
komen der restauratie heel optimistisch ge
stemd. „Over een week of drie, vier", aldus
sprak hij, „dan hoop ik hier alles gereed te
hebben en dan hopen we ons ideaal te berei
ken, namelk een smakelijk tafelwater aan
de markt te brengen tegen den allergoed-
koopsten prijs. Wij kunnen liet tafelwater,
dat door Dr. Van der Sleen van een uitne
mende kwaliteit en geneeskrachtig wordt
genoemd, acht cent per flesch natuurlijk
naar de Inhoudsmaat gerekend goedkoo-
pev leveren dan het goedkoopste tot heclen in
don handel zijnde water. De nieuwste tot he
den in den handel zijnde water. De nieuwste
machinerieën zullen hier in werking worden
gesteld, dan kunnen we vierhonderd fles-
schen per uur afleveren. En alles wordt elec-
trisch gedreven. Wij kunnen dit genees
krachtige water zoo goedkoop leveren, omdat
we met heel weinig werkkrachten behoeven
te werken,"
oVor zoover er al wat te bezichtigen viel
liot dc directeur ons een en ander van de
in verbouwing zijnde hoeve zien. De Wilhel-
mina-bron, die onder een aardig prieeltje af
zonderlijk naast het gebouw staat, is tijdens
de werkzaamheden stopgezet, zoodat er nu
geen druppel water uit den leeuwenkop in
het bassin vloeit. Het water wordt zoo lang
van een andere zijde in een sloot gevoerd,
want dit water blijft voortdurend stroomen.
Op het oogenblik zijn eenige metselaars
bezig om in één der vertrekken een reservoir
te metselen, bestemd voor 9000 L. reserve-
water. Dit reservoir wordt hermetisch afge
sloten, zoodat vervuiling absoluut niet kan
plaats hebben.
Het is voorloopig de bedoeling, om het Hol-
landiawater alleen aan den groothandel te
leveden. Misschien maar dat noemde de
directeur nog slechts toekomstmuziek
komt er later gelegenheid, om het tafelwater
daar terplaatse te drinken. Dan zal er een
aardig zitje gemaakt worden.
Aan den voorkant van het gebouw wordt
een vertrek voor de directie in orde ge
maakt. Op oen aruigere plaats komt een
woongelegenheid voor den „Bronmoester".
DE NrEUWE DIRECTEUR VAN
HET POSTKANTOOR.
DE INSTALLATIE.
Maandagmiddag had ten Posbkantore al
hier de installatie plaats van den nieuwen
Directeur van het Postkantoor, den heer J.
H. T. Pfaff.
De Inspecteur der Posterijen, de heer J.
P. Haan schoten hield daarbij, in tegen
woordigheid van. vele leden van het perso
neel, een korte toespraak, waarin hij den
nieuwen directeur, namens de administratie
en zijn af deeling welkom heette. Spr. ge
waagde van de aangename taak die de nieuwe
functionaris als directeur te Zwolle had ge
had. Moeilijker taak, aldus spr. wacht u te
Haarlem, welke stad is uitgegroeid tot een be
langrijke stad met een belangrijke omgeving.
Handel, Nijverheid en industrie stellen hier
hooge eischen aan de Post.
Dan is er de verhouding tusschen de leiding
en het personeel; deze verhouding moet wor
den gekenmerkt door wederzij dsch vertrou
wen.
Bij voorbaat gaf de Inspecteur den nieuwen
directeur de verzekering van zijn volle mede
werking en wenschte hem toe dat hij in de
gunstigste- omstandigheden het kantoor
Haarlem zou beheeren. Moge u daarvoor de
kracht en de lust ontvangen, zoo eindigde
spr.
In zijn antwoord zeide de heer Pfaff o.m.,
overtuigd te zijn, dat hem hier een zware
taak wacht, maar hij zal die taak met lust
aanvaarden en deed een beroep op de mede
werking van het personeel in al zijn lagen
Voor een goeden gang van zaken is een
goede samenwerking noodig. Spr. zeide het
personeel zijn volle waardeering voor Ieders
meening toe en beloofde ook de belangen van
het publiek steeds te zullen behartigen, voor
zoover de dienst het toelaat. Met de mode
werking van een leder zal het dagelijksch
beheer van dit kantoor mij niet zwaar val
len. zoo eindigde spr., die tenslotte den In
specteur dankte voor de vriendelijke en
waardeerende woorden tot hem gesproken.
De Inspecteur dankte vervolgens den heer
Kuiler voor de uitmuntende wijze, waar
op hij in drukke dagen het directoraat van
het Haarlemsche Postkantoor heeft waarge-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1559
DE HUISELIJKE HAARD
Vader heeft zorgvul
dig het vuur aange
legd en komt nu met
zijn lucifer
sluit de deur, zich
afvragend waarom
sommige mannen -
zioh zoo druk ma
ken over het aanma
ken van een kachel
gluurt naar binnen
en ziet dat elk spoor
van een vlam ver
dwenen is
gebruikt een geheel*
doos lucifers
hóórt zijn streven
eindelijk beloond met
een welkom geknet
ter
controleert opnieuw
en ziet dat do kran
ten verbrand zijn,
nochtans zonder het
hout aan te tasten
gaat naar boven om
meer papier en meer
hout en legt het vuur
opnieuw aan
steekt er weer een
lucifer in. opent elke
halve minuut het
deurtje en ziet ten
slotte een flinken
gloed
gooit er te gauw an-
thraciet op. waar
door het vuur weer
wordt gesmoord en
besluit dat het mor
gen nog vroeg ge
noeg is voor een
kachel.
(Nadruk verboden.)
nomen tot volle tevredenheid van den In
specteur.
De heer Kuiler maakte zich vervolgens
tot tolk van het geheele personeel om den
nieuwen directeur hartelijk welkom te heeten
en hem ieders volle medewerking toe te zeg
gen, teneinde den dienst goed en modern te
doen functioneeren.
De heer H. De Vos gaf den heer Pfaff
de verzekering van de medewerking der ver
schillende organisaties en de heer R. J. H.
Leenders, voorzitter van de afdeeling
Haarlem van den Bond van directeuren en
commiezen, wenschte den heer Pfaff geluk
met de groote onderscheiding, die hem door
zijn benoeming bij keuze tebeurt is gevallen.
Vroegere directeuren hebben hier met meer
of minder succes gewerkt, maar één van hen
werd door het personeel op de handen gedra
gen. Dat was de heer Helling. Spr. uitte
den wensoh, dat het den heer Pfaff zal ge
lukken, de voetstappen van den heer Helling
te drukken, dan gaat hij een aangenamen
tijd tegemoet.
Namens de hulppostkantoren Vogelenzang
en Bennebroek sprak de kantorhouder de
heer Mol, nog een kort woord van geluk-
wensch en welkom, waarna de Inspecteur
den heer Pfaff geïnstalleerd verklaarde als
directeur van het Haarlemsche Postkan
toor.
VERBODEN VAN KRINGEN.
EEN BEZWAAR VOOR DE STADS
UITBREIDING VAN HAARLEM?
Dat de verboden kringen van de verdedi
gingswerken te Spaarndam groote bezwaren
zouden opleveren ton opzichte van de stads
uitbreiding van Haarlem, kan de minister
van oorlog in zijn memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer, gelet op de ligging van
die kringen en de mogelijkheden tot uitbrei
ding voor die gemeente, niet inzien.
ZORG VOOR DE ONGEHUWDE
MOEDER.
EEN WETSONTWERP IN STUDIE.
De minister van Arbeid. Mr. Verschuur,
deelt in zijn Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer mede. dat hij aan den Ge
zondheidsraad advies heeft gevraagd over
hetgeen gedaan kan worden voor ongehuwde
moeders bij zwangerschap en bevalling. De
Gezondheidsraad heeft dit onderwerp in
studie genomen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORlSSTRA AT 16
TELEFOON 10756
VAMPYR STOFZUIGERS f98.—
DE MOORD BIJ BENNEKOM.
WAT DE VERDACHTE OP ZIJN
KERFSTOK HEEFT.
De verdachte van den (moord op mej.
Koperberg te Bennekom heeft indertijd ge
woond in de gemeente Vrlei? bij Assen en
van hem werd beweerd, dat (hij reeds op 15
a 16-jarigen leeftijd te Rhee bij Vries den
openbaren weg onveilig maakte en destijds
verdacht werd. van aanranding van een
onderwijzeres.
Op Vrijdag 24 October 1919, had bij de
weduwe Boerma aan den Zwartwatersweg
te Assen op klaarlichten dag een inbraak
plaats, waarvan H. later als de dader wer*d
aangehouden. Bij die gelegenheid was een
kast met een spade opengebroken en waren
een kistje met f 75, benevens eenige sieraden
ontvreemd.
De „Prov. Dr. en Asser Crt." schreef dat
de inbreker daarbij zeer brutaal was opge
treden. Terwijl hij n.l. in huis was, kwam er
een bakker aan de deur. Brutaalweg deeldo
de inbreker hem mede, dat er „vandaag niets
noodig" was, waarop de bakker wegging.
Voor dezen diefstal werd H. die toen ook
reeds te Ede woonachtig was en daar voor
al de Veluwe onveilig gemaakt- moet heb
ben, niettegenstaande hardnekkig ontken
nen in Jan. 1920, door de Asser Rechtbank
veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf, rot
welke straf hem eveneens het Leeuwarder
Gerechtshof in hooger baroép veroordeelde.
Een groot aantal andere vonnissen heeft
H. reeds achter den rug o.a. één wegens aan
randing der eerbaarheid, waarbij hij te
Arnhem veroordeeld werd tot 11/2 jaar ge
vangenisstraf.
Indertijd was er tijdens zijn verblijf in het
Huis van Bewaring te Assen geen slot voor
hem veilig. Vijf a zes hangsloten werden
achtereenvolgens door hem vernield naar
hij zelf zeide met de tanden zoodat er
tenslo'te een smid bij te pas moest komen
die de deur op doeltreffender wijze verzeker
de.
FEUILLETON
21)
Roman van
HULBERT FOOTNER.
ZIJ Ls steeds heel lief voor m!J geweest
al die Jaren, ging zij voort-, en om haar het
leven dragelijker te maken, beloofde ik haar
met haar medo te gaan om jou te zoeken.
Maar haar leeftijd en haar verdriet verhin
derden haar verder te gaan dan Prince Geor
ge. Gelukkig vond ik een vriend, die mij hielp
op mijn verdere reis. Ik ben gekomen om je
op last. van je modder naar haar toe te komen
voor zij sterft. Zij wacht in Prince George.
ZIJ verzocht mij Jo te zeggen, dat noch ar
moede. noch wangedrag haar liefde voor jou
hebben verminderd en dat zij tevreden zou
sterven, als zij nog eenmaal jou hand tegen
haar wang mocht drukken.
Garth bekeek Mabyn nauwkeurig terwijl
Natalie sprak. HIJ zag aan z(]n gelaatsuit
drukking dat Natalie's stem zijn zinnen
streelde, terwijl dé beteekenls van haar woor
den hem volkomen ontging. Toen haar stem
aan het slot even doorsloeg, ging Mabyn's
mond open en zijn adem ging sneller, maar
dit was geen genegenheid voor een geliefde
moedor, doch ntots anders dan een zelfzuch
tig vprlangen, dat Zijn oogen een nieuwen
S 'L. Deze brieven, besloot- Natalie, terwijl zij
hem de brieven voorhield, waarvan ik er
d-ie van het posthuis heb meegebracht-, ter
wijl zij zoü mij den vierden heeft gegeven,
rullen je beter zeggen wat Je moeder voor je
yoelt, dan lk het kan.
Mabyn nam de brieven en stak ze slordig
in zijn zak waardoor er een op den grond
viel en hij greep naar Natalie's hand.
Maar zij deed haar paard terugspringen en
ontsnapte aan zijn greep.
Een vleugje schaamte kwam ln Mabyn's
oogen.
Ik ben geen melaatsche. stotterde hij.
Je kwam toch hierheen uit vrijen wil, niet
waar?
Beeld je vooral niets in. zei Natalie. Ik
ontzeg Je alle recht op mij.
Mabyn veranderde snel zijn tactiek.
Tk wil niet met je twisten. Natalie, zei
hij. Vooral niet na hetgeen Je zoo Juist ge
daan hebt.
Hij ging terug naar zijn bank en ging
moeizaam zitten, sloeg zich weer tegen het
voorhoofd.
Lieve hemel, lk kan niet gelooven, dat
JU werkelijk hier bent.
Natalie keek naar Garth om te kennen te
geven, dat haar taak volbracht was.
Mabvn had den blik gezien. Hij sprong op
Ik zal alles doen wat Je wenscht! riep
riep hU uit. Ik ga naar Prince George, van
daag nog, nu dadelUk! De hemel weet. dat
niets mij hier houdt. Jij hebt vermoedelijk
wel een paard voor me. Ik behoef geen toe
bereidselen te maken. Laten we dus gaan.
Natalie aarzelde. De wending had rij nog
niet voorzien. Zij rilde bij de gedachte aan
de mogelijkheden die zich voordeden. In haar
verbijstering keek zij naar Garth.
Wij zullen een paard voor je achterla
ten, ze! hij. En je reis van Settlement af zul
len wij eveneens regelen.
En voor je geld zullen wc ook zorgen, zei
Natalie. terwUl zU kleurde.
Maar Mabyn liet zich niet afschepen.
Ik kan even goed met je meegaan,
bracht hij uit.
Weer keek Natalie naar Garth.
Je kunt ons volgen, zoodra je wil, zei
Garth koel. Wij wenschen Je gezelschap niet
onderweg.
Voor het eerst scheen Mabyn de aanwezig
heid van Garth op te merken. Hij keek hem
woedend aan en zijn onderlip krulde min
achtend.
Wie ben Jij? snauwde hij met een vloek.
Dat doet niets ter zake. Ik spreek na
mens miss Bland.
Mrs. Mabyn. bedoel je. bitste de ander,
in de hoop hem te treffen met deze mede-
deeling.
Zij gebruikt dezen naam niet, ketste
Garth terug.
Mabvn richtte zich woedend tot Natalie.
Wie is die man? riep hij, terwijl zijn
krakende stem over sloeg, wie is die jonge
snoeshaan, die alleen met jou door de prairie
zwbrft? Ik heb het recht om dat te weten!
Ik ontzeg Je dat recht, zei Natalie be
slist.
Mabyn, bulten zichzelf van razernij, wist
niet meer wat hij zei.
Wil je geen verklaring geven? Je kunt
het niet! schreeuwde hij. Dit i« een onge
paste omstandigheid voor een getrouwde
vrouw.
Garth's zelfbeheersching brak plotseling.
Zijn gezicht vertoonde een lach. een gevaar
lijke lach die zUn lippen deod trillen.
JU. ellendeling! zei hij koel en afgeme
ten want hU was door zijn liefde verblind
na een ellendig leven dat je haar hebt op
gelegd. durf Je nog beslag op haar te leggen'
Je durft haar goeden naam aan te randen?
Heb Je geen spiegel, waarin je zien kunt, hoe
Je bent?
Mabyn stond aan den grond genageld.
Garth's scherpe uitval vernielde zUn laatste
greiatiif «eifveipec.t. Hij keek hem onderzee
kend aan. keek toen naar de hut. toen weer
naar Garth, alsof hU benieuwd was, hoeveel
Garth zou weten.
Garth was nog niet klaar met hem. Hij
liet zijn stijgbeugel los, gereed om van z'n
paard te springen.
Natalie rilde bU hetgeen zij verwachtte.
Garth! riep zU dringend.
De klank van haar stem riep hem tot zich
zelf. HU liet zich weer in het zadel, rukte het
paard opzij en trok, een weinig terug, wor
stelend om zijn beheersching te herwinnen.
Mabyn begreep Natalie verkeerd en kwam
op haar toe.
O! Natalie, zei hy met tranen in zUn
stem. Luister niet naar hem. Hij kan ons
niet scheiden. Stuur hem weg. O. Natalie, de
schUn is tegen mij. maar ik kan je alles ver
klaren. De omstandigheden hebben mij tegen
gewerkt. Ik houd nog altijd van je. Ik droom
altijd van je in mUn eenzaamheid. Waar ik
ook, kijk, ik zie steeds jouw gelaat voor mijn
oocen!
Het was de oude truc. die Natalie zoo vaak
had gehcord. Zij wendde het hoofd af. ZU
vreesde, dat zU het zou uitschreeuwen en was
er zeker van dat Garth hem zou dooden, als
hij het zag.
Mabyn. die zijn miserabel figuur niet voel
de. ging voort.
Natalie, ga niet weg van mU- Je trof mij
vandaag in een ellendigen toestand aan. Ik
ben niet altUd zoo africhtelyk als nu. En jU
kunt van me maken wat Je wilt. Denk aan
vroeger: ik ben nog dezelfde man, Bert, jouw
Bert! Kijk hU kan ons niet zien ik kniel
voor je. zooals lk toen deed!
En hij viel op zijn knieën cn strekte rijn
armen naar haar uit.
Plotseling klonk een lichte kreet achter
hem. ZU keken beiden en verstyfden bij den
blik. Garth spoedde rich naderbij.
Daar om den hoek van de hut stond de fi
guur van een vrouw. Haar bruine huid was
tot een bleek geel vertrokken en haar oogen
keken als die van een doode.
Mabyn snrong op, beschaamd, verbitterd
en woedend.
Wat loop je hier rond te spieden?
schreeuwde hy brutaal, om haar te over
meesteren.
Het meelijwekkend meisje bewoog haar lip
pen en kon nauwelijks de woorden uitbren
gen:
Herbert-, wie is deze vrouw?
Gaat jou dat aan? rien hU ruw, in de
hoop haar te kleineeren Dit is miin vrouw.
O! neen, neen! lisoclde Natalie, gebro
ken by het zien van zooveel ellende.
Hoorde het meisje die woorden n'et? Zij
kwam op Mabyn toe en nam zyn arm. Zij
ademde moeizaam a's oon gewond dier. Haar
oogen keken onwezenlUk.
Herbert, wie ben ik dan? bracht zij uit.
Mabyn. ziende dat Natalie haar verstond,
sloeg het meisje met een smak tegen den
grond.
JU vervloekte meid! schreeuwde hij. JU
bent
Natalie gaf met een kreet van afschuw
haar paard de snoren en rende den heuvel af.
Garth kwam achter haar aan.
O! blijf, blijf en help haar! riep zU.
JU komt eerst-, gromde Garth.
Mabyn liep Natalie na en trachtte zich aan
haar stijgbeugels vast te klamnen. Haar
paard sprong echter met een ruk opzij en
smakte hem neer. HU lag op den grond, wen
telde heen en weer en trachtte op te staan.
(Wordt vervolgd).