DE TRAGEDIE VAN MOISSAC.
MIJN AVONTUREN BIJ DEN GEHEIMEN DIENST
SCHILDERWERK
DE OVERSTROOMING VAN DEN TARN.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 18 MAART 1930
Hoe de plannen werden gemaakt voor de
Russische revolutie.
Door E. V. VOSKA, Chef van den Tsjecho-Slowaakschen
Geheimen Dienst in den oorlog.
Een-van de merkwaardigste en wel minst
bekende hoofdstukken in de geschiedenis
van den Grooten Oorlog is wel dat, hetwelk
handelt over de actie der Tsjechen in de
Vereenigde Staten. Ofschoon in 1914 zeer
weinig van de Tsjechen in Amerika bekend
was, speelden zij toch een zeer voorname rol.
Bij het begin van den oorlog was ik toe
vallig te Praag en vierde den vierden Juli,
een paar dagen na de treurige gebeurtenis
sen te Serajewo, door deel te nemen aan een
diner, waartoe Professor Massaryk, de groote
Tsjechische leider en verschillende andere
politici waren uitgenoodigd. Daar werd over
eengekomen dat ik naar Serajewo zou gaan
om, zoo mogelijk de daar gepleegde misdaad
op te helderen. Maar in Weenen hoorde ik
dat in Serajewo geen vreemdelingen werden
toegelaten. Ik ging daarom van Triest naar
Athene, waar ik vernam dat, hoewel de oor
log nog niet verklaard was, het Turksche
leger te Smyrna geconcentreerd werd onder
Duitsche leiding. Ik stak over naar Smyrna
en bevond dat de mij gedane mededeelingen
waarheid bevatten. Van daar reisde ik naar
Boekarest waar de Amerikaansche gezant,
Vopicka die van Tsjechische afkomst was
zeer behulpzaam voor mij was. Kort daar
op ging ik terug naar Praag.
Hier hoorde ik, dat de Amerikaansche
consul met vacantie afwezig was en de vice
consul, een zeer jonge man, trachtte daar
de oorlog niet uitgebroken was de Brit
sche, Fransche, Russische en andere belan
gen te behartigen. Mijn Jongere broeder en
ik boden gratis onze diensten aan. Zoo kreeg
ik Inzage van de dagelljksche rapporten, die
hoofdzakelijk gebaseerd waren op de memo
randa van den Italiaanschen consul, die toen
de best-ingelichte inwoner van Praag was.
Deze rapporten hadden veel meer waarde
dan de optim'stische Oostenrijksche be
schouwingen en ik bracht ze lederen dag
naar de juiste adressen. Daar was men aan
vankelijk geneigd te denken dat de Tsjechen
in de Vereenigde Staten te optimistisch wa
ren met betrekking tot wat de oorlog zou
brengen aan het oude koninkrijk Bohemen
maar toen bleek dat, in weerwil van alle
door Oostenrijk genomen voorzorgen, de
Tsjechische soldaten zich aan beide fronten
overgaven, werd het duidelijk dat de revolu-
tionnalre geest bezig was zich te demon-
streercn.
Terwijl de Tsjechische politieke leiders nog
niet zeker wisten, hoe zij zouden handelen,
besloot Masaryk, niet thuis te blijven, waar
hij onmogelijk op dezelfde afdoende wijze
tegen do Oostenrijkers kon optreden. Hij
zond mij dus naar Londen met. veel waarde
volle inlichtingen in den hak van mijn laars
verborgen en later volgde hij mij.
Na eenigen tijd opende in The Hudson Termi
nal Building in New York de Pneumograph
Company een kantoor, waarin een vertrek
was dat niemand dan ik en vier anderen
ooit betraden. Hier was het dat onder ande
ren de Oostenrijksche offlcleele mail ge
opend werd en de belangrijkste documenten
werden gefotografeerd. Mijn vier medewer
kers waren Turdy, mijn rechterhand; Max
well, van de Harmsworth Press: Kopecky,
een lid van het Oostenrijksch-Hongaarsche
Consulaat en een vrouw, die taalles gaf bij
een Duitsche familie en die, toen haar eens
gevraagd werd of zij niet een werkelijk be
trouwbare dienstbode wist er in slaagde een
Tsjechisch meisje in die functie in huis te
krijgen bü een dame, voor wie de Duitsche
gezant zich bijzonder interesseerde. De zoo
genaamde Pneumograph Company maakte
er ook haar werk van telephonische gesprek
ken af te luisteren, hetgeen een geweldige
opschudding in New-York veroorzaakte en
aanleiding gaf dat de aan het geval geheel
onschuldige commissaris van politie te
New-York zijn ambt moest neerleggen.
Terwijl ik in New-York was. wijdde ik mijn
bijzondere aandacht aan de Russische afdee-
ling van mijn Geheimen Dienst. Van Russi
sche bannelingen, in 't bijzonder van één
van hen, Katz, een lid van de oude Nihilis
tische organisatie, vernam ik dat de Russi
sche regeering wilde trachten een revolutie
in Rusland te provocceren, opdat dit land
afzonderlijk vrede zou kunnen sluiten.
Rusland was met de Geallieerden over
eengekomen dat in geval van een revolutie
ln Rusland, dit land het recht zou hebben,
zulk oen vrede te sluiten. Door zulk een op
stand In het leven te roepen hoopten de
Russische autoriteiten ook de werkelijke re-
volutionnaire beweging in het land machte
loos te maken. Stürmer. de pro-Duitsche
minister, liet vele fabrieken sluiten en dreef
zoo de arbeiders de straat op. Het zou niet
moeilijk zijn, dacht hij. de revolutie die zou
uitbreken, te onderdrukken en terwijl hij
daarmede bezig was, zou hij een afzonder
lijken vrede kunnen sluiten. Maar de leiders
van het Russische proletariaat, die hoopten
op een échte revolutie, waarschuwden de
arbeiders, zich niet te laten maken tot werk-
tulgen der regeering van den Czar en zich
te onthouden van daden die ln strijd waren
met de wet en de goede orde. De arbeiders
eischten dus. dat de munitiefabrieken weer
geopend zouden worden en dat het land zich
zou onttrekken aan Duitschen invloed.
Die Invloed was in Rusland overal merk
baar en het is verheugend te kunnen mede-
deelen hoe deze actie werd tegengewerkt
door de Tsjechen in de Vereenigde Staten.
Het gebeurde herhaaldelijk dat Oostenrijk
sche'en Duitsche officieren, die aan het
Russische front gevaneen genomen waren,
later uit Weenen en Berlijn wèl voorzien
werden van geld. Dit geld gebruikten zij om
zich in het bezit te stellen van Russische
passen, ten einde naar Wladlswostock te
kunnen gaan en van daar naar San Fran
cisco Zij vonden hun weg naar New-York,
waar zij verbleven in het Oostenrijksch
Hongaarsche Emigranten Huls, een gebouw,
dat anders in dien tijd leeg zou hebben ge
staan. De officieren woonden daar onder hun
eigen namen, niet die welke op hun Rus
sische passen voorkwamen. De rekeningen
voor wat voor hun onderhoud noodig was.
werden naar de Oostenrijksch-Hongaarsche
en Duitsche Consulaten-generaal gezonden.
Er was een afdeeling in difc gebouw, van
waaruit de vluchtelingen werden voorzien
van allerlei nieuwe passen: Roemeer.sche,
Amerikaansche en Engelsche bij voorbeeld;
maar de meesten van de officieren reisden
naar Europa met de passen, die zij uit Rus
land hadden medegebracht. Zij gingen over
zee naar Zweden met de bedoeling, naar
Rusland terug te keeren en daar te werken
voor den Duitschen Inlichtingendienst-
Ik had mijn agenten in het Emigratiehuis,
die zich vergewisten van de werkelijke na
men van alien die daar verbleven, welke
namen voorkwamen op de rekeningen van
levensbehoeften enz. voor de officieren. Deze
namen werden dan doorgegeven aan den
Britschen Inlichtingendienst, met het ge
volg dat de officieren bij dozijnen van de
stoombooten werden gehaald.
Een groot aantal ontploffingen had plaats
in de schepen, die beladen waren met be-
noodigdheden voor de geallieerden in Europa.
De Brltsche marine-attaché, kapitein (nu
admiraal) Gaunt, vertelde mij dat in één
week negeii van de veertien schepen door
een ramp getroffen waren. Het was natuur
lijk, dat Gaunt aan ons, Tsjechen, hierover
mededeelingen deed, want onze ijver en be
kwaamheid werden meer en meer bekend bij
de autoriteiten der geallieerden in Amerika
en Gaunt wilde, zooals vanzelf spreekt, gaar
ne een einde gemaakt zien aan deze prac-
tijken op de transportschepen. Ik nam op
mij, dat te doen als ik honderd van mijn
eigen mannen aan boord van de schepen
mocht brengen en als de andere geheime
agenten ontslagen werden.
De gewone methode was geweest het
plaatsen van brandbommen te midden van
de lading. De samenstelling van die ontplof
fingsmiddelen hing af van de lading en van
den tijd, waarop de ontploffing moest plaats
hebben. Vele van deze bommen werden ge
maakt aan boord van de geïnterneerde Duit
sche schepen die in de haven van New York
lagen. Ook plachten eenige zeer bekwame
Duitsche scheikundigen samen te komon in
het Hotel Macalpine, waar verschillende per
sonen van Iersche afkomst met hen samen
werkten. Een van deze ex-Ieren was een be
kend rechter. Mevrouw Pankhurst, die groo
te diensten bewees aan de zaak der gealli
eerden, zoowel in Rusland als ln de Ver
eenigde Staten, verbleef In dit hotel, waar
haar gangen voortdurend werden nagegaan
door den Duitschen geheimen dienst Maar
zij en ik slaagden er toch in, een lijst te
krijgen van de bezoekers van het hotel. Er
werd een brief aan den rechter gezonden,
waarin hem werd medegedeeld dat, wanneer
er weer brand zou uitbreken aan boord van
een der transportschepen, hij in de „New
York Times" aan de kaak zou worden ge
steld- De branden hielden op. Wie weet of
dit meer te danken was aan de tegenwoor
digheid van de honderd Tsjechen in de haven
of aan den ex-Ierschen rechter? Eenige van
de schepen, die op deze wijze gered werden,
waren Italiaansche; en als wederdienst
vroeg ik aan de Italiaansche ambassade te
Washington of zij blaadjes, bestemd voor de
Tsjechische troepen, aan het Italiaansche
front uit vliegtuigen wilden laten vallen. De
embassade wilde wel hieraan medewerken,
maar de autoriteiten te Rome hadden be
zwaar. Later voldeden zij toch aan hetzelfde
verzoek van het Britsche ministerie van
buitenlandsche zaken.
De geallieerden hadden dus zeer veel ver
plichting aan de Tsjechen., die niets liever
wilden dan hun zaak dienen. Toen de Cen-
tralen trachtten in de Vereenigde Staten
staking van munitiewerkers te verwekken
werd een groot aantal pamfletten uitge
geven in alle Slavische talen 70% van de
werklieden in het munittebedrijf waren van
Slavische afkomst en ook in het Engelsch
en Duitsch. Zij waren onderteekend door de
„Pan-Slavonische Federatie", zen niet be
staande organisatie, die echter toch goed
werkte.
De Tsjechen werden ook gewikkeld in de
zaken van Dr. Albert, Trebitsch Lincoln en
Archibald. Oogenschijrilijk kwam Dr. Albert
naar de Vereenigde Staten als afgevaardigde
van „Het Roode Kruis" maar in werkelijk
heid kwam hij bestellingen doen voor levens
middelen en munitie voor Duitschl&nd. Deze
bestellingen werden gegeven door Holland-
sche en Zweedsche agenten; de rekeningen
werden door Albert betaald, die er zóó goed
op paste, dat zelfs wanneer hij lunchte hij
de portefeuille met de rekeningen in zijn
onmiddellijke nabijheid op tafel legde- Mijn
dochter kreeg een betrekking als secretaresse
op Albert's kantoor, waar zij alleen mede
deelde dat haar ouders van Oostenrijksche
afkomst waren. Tot de taak van Juffrouw
Voska behoorde ook het verzenden van de
post. lederen avond. Zij bracht ze altijd eerst
bij mij en ik fotografeerde de belangrijkste
en overhandigde die foto's aan de Britsche
autoriteiten. Ik kon echter de genoemde re
keningen maar niet in handen kregen, tot
ik op zekeren dag kennis maakte met een
journalist, Brown geheeten, die later toetrad
'tot den Amerikaanschen geheimen dienst.
Deze Brown constateerde dat Albert's por
tefeuille al dikker en dikker werd, zoodat hij
tenslotte een nieuwe moest koopen. Brown
zorgde in Albert's nabijheid te zijn, toen
deze ln een winkel een nieuwe portefeuille
kocht en toen Albert weg was, kocht hij er
juist zoo een en liet er ook het monogram op
aanbrengen dat Albert voor de zijne besteld
had. Een paar dagen later gelukte het
Brown, in de drukte van een station, Albert
zijn portefeuille te ontrollen en hem een
uiterlijk geheel gelijk exemplaar, maar ge
vuld met waardeloos papier, ln den zak te
steken.
Eerst laat in den avond ontdekte Albert de
verruiling- Hij geloofde zeker, dat het in zUn
huis was gebeurd, belde de politie op, liet
het gehoele personeel fouilleeren en een
huiszoeking doen, alles vergeefs en waar
schijnlijk heeft, hij tot op dezen dag nooit
geweten, hoe zich deze zaak eigenlijk heeft
toegedragen.
(Nadruk verboden).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regel.
VKAAGT VOOR UW BINNEN- EN BUITEN
FIRMA J. HEYDANUS Zn
KONINGSTRAAT 25 PARKLAAN 60 ro
TeL 11361 van 812 «n ljf5. Zaterd. 81
DREIGEND CONFLICT IN HET
MEUBELBEDRIJF.
De drie gezellenorganisaties
stellen een ultimatum.
De onderhandelingen tusschen de vertegen
woordigers van de werkgevers- en van de
werknemersorganisaties in het meubel- en
behangersbedrijf over een nieuwe collectieve
arbeidsovereenkomst, hebben niet tot overeen
stemming geleld.
De hoofdbesturen van de drie samenwer
kende gezellenorganisaties zijn naar aan
leiding daarvan in overleg getreden met hun
ledenvergaderingen. Dit overleg heeft geleld
tot het besluit om aan de belangrijkste
werkgevers te Amsterdam en den Haag, die
deel uitmaken van de Combinatie van Werk
geversorganisaties, een ultimatum te stellen.
Het ultimatum is Zaterdag 15 Maart verzon
den.
Als er voor den aflooptermijn van het
ultimatum geen overeenstemming wordt ver
kregen, dan zullen op Maandag 24 Maart
de personeelen van tien der belangrijkste
werkgevers in Amsterdam en Den Haag in
staking gaan.
De werkgevers waarbU de staking is aange
kondigd, hebben tezamen ongeveer 800 ar
beiders in hun dienst. Daarvan zijn er 550
a 600 georganiseerd in den modernen meu-
belmakersbond en de overigen in de Roomsch
Katholieke- en Christelijke meubelmakers-
bonden. Er zijn slechts enkele ongeorgani
seerden.
Als het ln Amsterdam en den Haag tot
staking komt, is het niet uitgesloten, dat
het conflict nog verdere uitbreiding onder
gaat.
DE OVERVAL OP CURA5AO.
Onderzoek naar de ge
dragingen van kapitein
Borren en luitenant Ber
ger.
Bij informatie op het ministerie van Defen
sïe naar aanleiding van een bericht, dat
kapitein Borren en luitenant Berger voor een
militaire commissie van onderzoek zijn ge
daagd, in verband met den overval op Wil
lemstad in Juni van het vorige jaar, werd
medegedeeld, dat de procedure op zichzelf
niets ongebruikelijks heeft. Wanneer men
meent dat een officier bij de uitoefening
van zijn dienst ln gebreke is gebleven of
andere grieven tegen hem bestaan, dan wel
op eigen verzoek van den betrokkene, kan
een dergelijke commissie worden ingesteld.
De commissie in kwestie zal kennis hebben te
nemen van de in het Curagaosche geval uit
gebrachte rapporten en de gedaagden zullen
gelegenheid hebben zich daarover te ver
antwoorden. Op den uitslag van dit onder
zoek kan. zoo zeide men nog, uit den aard
der zaak, niet worden vooruitgeloopen.
ACTIE TEGEN DIENSTPLICHT.
Zaterdag is te Utrecht op initiatief van de
Nooit-Meer-Oorlog-Federatie een voorloo-
pig comité van actie tegen de dienstplicht
opgericht, aldus lezen wij in de N. R. Ct. Dit
comité zal zich spoedig wenden tot alle daar
voor in aanmerking komende corporaties in
Nederland, binnen zoowel als buiten de ge
organiseerde vredesbeweging. Onder de inter
nationale leiding van den Vereenigden Vre-
desraad (Joint Peace Council), gevestigd te
Weenen. hoopt men in samenwerking met
soortgelijke comités in alle landen der we
reld gelijktijdig en internationaal een groot-
sche beweging tegen den militairen dienst-
dwang en de militaire africhting van de
jeugd, zooals die in vele landen toeneemt, te
organiseeren Ree.ds zijn in verschillende lan
den, o.a. in Noord-Amerika, comités ge
vormd. Het Nederlandsch comité bestaat uit:
mevrouw T. van Berkum. mej. A. Hers, ds. J.
B. Tli. Hugenholtz, mevrouw A Luyten—
Block, H. H. Meulenbelt Jr., mevrouw Slrks,
I. van der Sluys en J. A. van Sijn. Het secre
tariaat wordt voorloopig waargenomen door
den heer H. H. Meulenbelt te Utrecht.
VERGADERING SOC. DEM. RAADS- EN
STATENLEDEN.
Zaterdag en Zondag vond te Amterdam
onder voorzitterschap van den heer Ed- Po
lak de jaarlijksche algemeene vergadering
plaats van de socialistische raads- en staten
leden.
De geheele Zaterdag werd besteed aan
een huishoudelijke zitting.
Tot bestuursleden werden gekozen: Ed.
Polak, voorzitter, J- J. Reynders, secretaris,
S. de Wolff, penningmeester, dr. mr. G- v.
d- Bergh, D. Battels, H. de Boer, J. H. Paris
en W. v. d. Valk. Tot redacteur van het or
gaan ,J>e Gemeente" werd herbenoemd A.
F. Ankersmit.
Zondagmorgen hield dr. Jan v. d. Tempel
een zeer uitvoerige inleiding over de nieuwe
wet op de Financieele verhouding tusschen
het Rijk en de Gemeenten, waarbij hij de
taak van de soc. dem. leden van gemeente
raden schetste bij de uitvoering van deze
wet, waarbij Iedere gemeente echter afzon
derlijk beoordeeld zal moeten worden. Na
deze inleiding vond een uitgebreide discussie
plaats, waaraan tal van soc. dem- raadsleden
en wethouders deelnamen.
De conclusie van den inleider, dat getracht
moest worden de wet zoo toe te passen, dat
zij eenige verruiming zal dienen te brengen
aan de minst kapitaalkrachtigen, werd al
gemeen gedeeld.
De vergadering, die door ruim 200 afge
vaardigden van soc. dem. raadsfracties was
bezocht, werd daarna met een woord van
dank aan den inleider gesloten.
SCHIP VERBRAND.
ROTTERDAM, 17 Maart (V-D.) Aan boord
van het stoomschip Blijdendijk van de Hoi-
land-Amerikalijn, gezagvoerder kapitein Ti-
rion, op weg van Java naar New-York, gela
den met stukgoederen, is gisteren even ten
Zuiden van Suez een hevige brand uitgebro
ken, die ontstond in de lading, opgeslagen in
het achterschip. Het geheele achterschip is
één groote vuurzee. Op het oogenblik is de
geheele bemanning reeds overgegaan op een
boot, die ter assistentie is uitgevaren. Het
schip kan als verloren worden beschouwd.
In de straten van Moissac. De ramp.
De eerste hulp. Nood en menschenliefds,
(Dienst van de United Telegraph)
(Van een speclalen correspondent).
Door het water ontwrichte rails,
MOISSAC, 9 Maart.
Te Montauban wordt het reddingswerk in
het overstroomde gebied met bewonderens
waardige omzichtigheid en 'discipline voort
gezet. Een afdeeling van 250 man trekt er
op uit om de cadavers van dieren te ver
nietigen, die een ernstig gevaar opleveren
voor de algemeene gezondheid. Tegenover
dieven die zich willen verrijken ten koste
van de menschen, die door de ramp werden
getroffen wordt een strenge justitie uitge
oefend en het vonnis wordt bekend gemaakt.
Padvinders helpen zoowel aan de pompen,
bij het wegruimen van het puin zoowel als
telegrambestellers. De drinkwatervoorziening
vereischt strenge voorschriften.
Maar het gaat er om, Moissac, de plaats
die het ernstigst door de ramp is getroffen,
op 30 K.M. afstand van Montauban, te be
reiken. Aan een treinverbinding is natuurlijk
niet te denken. En het is uiterst moeilijk een
auto te vinden. Alles is ter beschikking ge
steld van den stedelijken dienst. Tenslotte
gelukt het evenwel, een wagen te huren.
De eerste tien Kilometer leiden door een,
door de ramp volkomen gespaard, lenteland
schap. Dan echter begint de verwoeste
streek met een ontzettend begin: vier ver
dronken koeien liggen dwars over den weg.
En dan akkers en velden, waar nog steeds
het water op staat, vernielde huizen en ont
wortelde boomen. De verwoesting neemt toe,
de weg opengescheurd en met modder en
takkebosschen bedekt, is nauwelijks berijd
baar; wij bereiken de Aveyron, een klein
riviertje, een van de hoofdoorzaken van de
tragedie van Moissac. De auto wordt door
militairen aangehouden. Men moet te voet
naar het stadje gaan.
Van de zeven wijken van het 8000 a 9000
inwoners tellende stadje zijn er vijf geheel
verwoest. Tot dusver kwamen op het stadhuis
400 verklaringen binnen, die een schade van
15 millioen melden; maar dit getal kan niet
meer dan een klein deel van de schade om
vatten. Werden in Montauban eenige, zij het
ook dichtbevolkte, buitenwijken getroffen,
voornamelijk bewoond door arbeiders en on-
bemiddeiden, in Moissac is geheel d^ stad,
arm en rijk, door de ramp geteisterd. In de
wijk Sainte-Blanche is een enkel dak blijven
staan. Het water heeft de muren tot op ?en
hoogte van iets meer dan vier Meter geheel
doortrokken, Geheele straten zijn totaal ver
nield; de hulzen, hier zoowel als in geheel
de omgeving uit baksteenen opgetrokken,
vielen eenvoudig uit elkaar en begroeven alles
onder een berg steenen.
De stad is streng afgesloten; een ver
gunning van den burgemeester is noodig, om
door de straten te mogen gaan; hij stelde
een gids tot mijn dienst. De rondgang door
de verwoeste wijken geeft een opeenvolging
van ontstellende indrukken. Doode paar
den, koeien, varkens, liggen al bijna een week
lang onaangeroerd, half in staat van ont
binding overgegaan. Op bijna alle puinhoopen
werken soldaten, bijgestaan door burgers,
mannen, vrouwen, jongens; ieder, die kan.
steekt de handen uit de mouwen. Het is er
niet om te doen, meubelen en huisraad te
zoeken, men graaft nog steeds naar de ver
ongelukten. Tot Vrijdag waren al meer dan
honderd dooden gemeld. Ter aarde besteld
werden er Woensdag 19, Donderdag 35. Vrij
dag 25. gisteren, Zaterdag 6 en vandaag is
in de kerk St. Catharine een geheele reeks
dooden geplaatst, die nog niet geïdentifi
ceerd werden. De slachtoffers zijn van alle
leeftijden, van kinderen van eenige maanden
tot grijsaards van meer dan tachtig jaren.
Een gezin van vier personen werd bedol
ven en levend begraven en hoewel men hun
hulpgeroep kon hooren, gelukte het pas na
drie dagen tot hen door te dringen. Drie
van de slachtoffers waren intusschen ge
storven en maar één vrouw werd gered.
Zulke ontzettende tafereelen hebben zich
overal afgespeeld. Mijn gids noemt huis voor
huis: hier zijn vier dooden geweest, hier twee,
daar is een klein kind verdwenen, men heeft
nog geen spoor gevonden. Zoo gaat het de
geheele stad door, door straten, die wegens
het puin en de steeds nog Instortende huizen
niet dan met levensgevaar zijn te passeeren,
langs het Garonne-kanaal, dat de stad door
snijdt, hetwelk door aangespoelde boomen,
meubelen en steenen is verstopt. Overal el
lende, wanhopige menschen. die uit de puin
hoopen de overblijfselen van hun vernielde
meubilair zoeken. Overstroomde groente-
kweekerljen en boomgaarden (Moissac is een
van de belangrijkste en vruchtbaarste groen
testreken van F-'ankrijk) die, met grind, zand
en modder bedekt, langen tijd geen oogst
zullen afwerpen, wisselen af met geheel ver
nielde fabrieken en werkplaatsen.
Moissac beleefde al in 1875 een ontzettende
overstrooming, maar toen overs toom den al
leen de wateren van de rivier de Tarn de
Zuidelijke wijken. Thans was het echter ook
de iets ten Oosten van deze stad in den Tarn
uitmondenden Aveyron, die de ramp ver
oorzaakte. Reeds des Zondagsnachts (het
rampzalig uur van de stad Montauban) steeg
de Tarn angstwekkend en zette in het bij
zonder de Zuidelijke deelen van de stad
onder water. In den nacht van Maandag
op Dinsdag bezweek echter de spoorwegbrug
over den Tarn, een Kilometer boven Moissac,
verstopte de rivier en zoo kwam de water
vloed de stad binnen. Het water steeg Ir
enkele minuten drie Meter en bereikte op 4
Maart des morgens om twee uur een hoogte
van ongeveer vijf meter. Vele inwoners waren
op de daken gevlucht en bleven daar urenlang
tot zij in den loop van den morgen eindelijk
met bootjes konden worden bevrijd. Het wa
ter daalde nu even snel als het was gestegen,
maar voortdurend stortten nieuwe gebouwen
in, voortdurend nieuwe vluchtelingen kwamen
hoofdzakelijk van de omliggende boerderijen
binnen.
De stad was volkomen van de buitenwereld
afgesneden. Het eerste bericht van buiten
werd dor vliegtuigen overgebracht, die pak
ken telegrammen en brieven boven de stad
uitwierpen. Donderdag kwam een legeraf-
deellng hulp bieden en Zaterdag gelukte het
een automobielverbinding met Toulouse tot
stand te brengen. Des Zaterdags kwamen oo.-.
de president van de republiek, de minister
president en de minister van onderwijs met
eenige hooge ambtenaren aan; de heeren
bezochten de kerk Sain te-Catherine, waar
23 kisten op een rij stonden en maakten een
rondgang door de wijk van Sainte-Blanche
die het meest was geteisterd.
De bevolking van Moissac gedroeg zich be-
wonderenswaard. De door de ramp gespaarde
bewoners van het stadsgedeelte St. Pierre
stonden alles af, wat zij maar eenigszins kon
den missen; de geheele mannelijke bevolking
heeft zich aangemeld voor den hulpdienst.
Alle huizen van de stad zijn vol vluchtelin*
gen.
In de stadsbibliotheek werd een magazijn
voor kleedir\g voor de ongelukkigen ge
ïmproviseerd. Al hetgeen de bewoners van de
stad en de omgeving maar eenigszins Kon
den missen, beddelakens, kleeren, linnen
goed. dekens enz. werd afgeleverd en de jonge
meisjes hebben de ^orteering en verdeeling
ter hand genomen. In het seminarium werd
een can tine ingericht, die de vluchtelingen'
van voedsel voorziet. De zalen van het semi
narium werden met balen stroo' in slaap
zalen veranderd, die honderden onderdak
bieden. Uit Frankrijk, Zwitserland, België en
Italië zijn al hulpzendingen aangekomen; de
ramp is echter zoo omvangrijk, dat nog on
eindig veel meer en zoo snel mogelijk nood
zakelijk is om alleen een eersten en meest
dringenden nood te lenigen.
De auto, die de verwoeste stad langs schier
onberijdbare wegen, over de door ponton
niers juist geslagen bruggen verlaat, rijdt
door een droefgeestige streek; opengescheur
de velden, ingestorte huizen, en misschien
de verschrikkelijkste aanblik lijken van
dieren herinneren voortdurend aan de ramp.
Wanneer hier en daar een gebouw tegen het
water heeft standgehouden, dan is dat een
schamele troost; het moet in de volgende
dagen indien het niet vanzelf instort
toch omvergehaald worden; alle fundamen
ten zijn ondermijnd, de muren tot een hoog
te van 3.5 M. geheel doorweekt. Dijken, kana
len, wegen, tramlijnen, het werk van tien
tallen jaren, werden in enkele uren ver
nield.
Een blik over het verwoeste land geeft het
besef, dat hier vele jaren van ingespannen
arbeid en enorme middelen noodig zullen
zijn, om den ouden toestand te herstellen.
Enkele dagen geleden waren de landstreken
aan den Tarn en de Garorme de vruchtbaar
ste van het Zuiden, rijk aan vroege groenten,
vruchten, wijn en graan. Nu hangen de
vruchtboomen, de takken geknakt, vol mad
der en wijntuinen, graanvelden en weiden
vormen een woestijn. Het stadje Moissac is
het ernstigst getroffen. Bijna ieder gezin
heeft een lid onder de meer dan honderd
dooden en in de kerk loopen nog steeds de
wanhopigen in en uit, die een familielid
trachten te herkennen onder de daar neer
gezette 35 schier onherkenbare lijken.
Maar naast zooveel nood'en ellende krijgt
men menigen aangrijpenden indruk va a
nobele menschelijkheid. Veie levensmiddelen
en kledingmagazijnen van het stadje, die
gespaard zijn gebleven, hesbben bun zaken
geopend om de ongelukkigen te voeden en te
kleeden, zonder nog te weten, waar de be
taling vandaan moet komen. Bijzonder ver
dienstelijk maken zich de troepen, vooral de
zwarte Soedannegers, die onafgebroken, dik
wijls in de moeilijkste omstandigheden wer
ken. Het meerendeel der vrouwen, kinderen
en grijsaards werd op de hooger gelegen hof
steden van de omgeving ondergebracht, zoo
dat in de geteisterde stad alleen achterge
bleven zijn degenen, die armen hebben om
te helpen en te redden.
MANUEL GASSER.
(Nadruk verboden),