FEM1NA MANNENKLEEDING. HAARLEM'S DAGBLAD DONDFRDAG 20MRT. 1930 BOLEROJAPON. y OOR JAARS JAPON. Men nemo als stof zwarte crêpe de chine voor deze aardige japon, waarop men als garneering beige crêpe de chine voor het kraagje kan kiezen en eveneens be'ge, maar met een rose drukpatroontje, voor het lijfje onder de bolero. De manchetten z\jn gelijk aan den kraag en evenals deze met drie rijen plooitjes versierd. De rok valt van achteren en van voren in een puntvorm en heeft rond om ingezette godets. die den klokvorm aan brengen. In naden in het voorpand zijn twee draperiestrooken ingevoegd. De ceintuur is gegarneerd met een strassgesp. Maart is verplicht ons minstens negen mooie lentedagen te leveren. Hebben we dan een lichtere japon bij de hand? Misschien een oudje van verleden jaar; maar de mode is veranderd; de rokken zijn stukken langer geworden! Ziellier, daarom dan een model dat meer „bij" is.. Het is gemaakt van bois de rose kasha van dunne kwaliteit. De ele gante berthekraag van dezelfde stof heeft een strassgesp als garneering. De rechter zijde van den rok heeft een groote ingevoeg de draperie, van boven beëindigd met een strookje, waarop eenige stofovertrokken knoopjes. Voorjaarsstofjes en Voorjaarstoiletjes. Niet alleen komen er tegen het voorjaar allerlei nieuwe modelletjes op de proppen, ook de stoffenfabrikanten hebben hun beste beentje voor gezet en komen met de nieuw ste dessins te voorschijn waarin wij met de komende lente onze ledematen zullen hul len. En daar er veel vlotte mantelpakjes ge dragen worden, zijn de blousestoffen natuur lijk van veel belang. Er zijn heel wat varia ties, zoodat we niet uitsluitend op de klassie ke witte zijden blouse zijn aangewezen. Zoo zagen wij onder andere een heel aardige witte piqué zijden stof, met een klein rood ruitje, dat werkelijk bijzonder frisch en vroolijk aandoet. Het costuumpje links op het plaatje is er meer uitgerust. De blouse is er van gemaakt, met vier strikjes van voren als garneering. terwijl ook het jasje ermee ge voerd is. Dan zijn er veel bedrukte, gebloem de crêpes, waarbij het opvalt, dat de bloem pjes heel klein zijn en niet zoo erg dik ge zaaid. Het aardige japonnetje in het midden van de teokening is er zoo één, lichtblauw, met chartreuse-groene bloempjes en verder nog lieele fijne groene puntjes. De jurk is zonder mouwen, daarentegen met een groote schoudercape, terwijl de rok van onderen klokt. Een heel populair motlelletje, dat, met kleine indivldueele variaties, zeer veel ge dragen zal worden en heel jeugdig en vlot staan. Heel modern is ook een stof van witte ondergrond met onregelmatige blokjes en figuurtjes in rood bedrukt. Dit is bijzonder geschikt voor een mouwlooze sportmantel. te dragen op een eenvoudige jurk van witte shantung. Kraagje en manchetjes zijn ge schulpt. De mode wordt hoe langer hoe „vrouwelijker", hetgeen tot uitdrukking komt o a. in de vele zoogenaamde lingerie-garnce- rlngen van de nieuwe japonnen, n.l. kraag jes en manchetjes, die nog weer afgezet zijn met aparte ruches, heel bewerkelijke jabots, opengewerkte breede randen langs den hals, van geborduurde kant of anderszins. In ieder geval, de mode vertoont een zoo groote verscheidenheid van modellen en détails, ook ln de verschillende weefsels en stoffen, als in jreen tien Jaar is voorgekomen. En dat wil wat zeggen! MADELEINE. DE BAKVISCH EN DE VROUW VAN DERTIG. Kort of lang of kort èn lang. Het is nu wel aan geen twijfel meer on derhevig: de tijd die komt, zal gekenmerkt worden door den strijd tusschen de bakvisch en de vrouw van dertig. Wij hebben de eeuw van het kind beleefd we leven vlug tegen woordig en dat ging ook wel een beetje bui ten de mode om maar toen is het jonge meisje haar rechten komen opeischen, is de emancipatie ook in haar wereld doorgedron gen. Zij heeft geheerscht in den roman, op het tooneel, in het leven, zij was oppermach tig in dancings en op promenades of in haar elegante twoseater. En in Amerika heeft ze het aanzien gegeven aan dien eigenaardigen vrijbuiterigen vorm welke men een reïncar natie van de klassieke amazone zou kunnen noemen, indien ze daarvoor niet een weinig te stijlloos was. De bakvisch, die zich allerlei rech ten veroorloofde, die zich in de korte rokjes zoo goed thuisgevoelde, die trotsch was op haar pagekopje of shingled hair heeft inmid dels haar opvolgster reeds weer gevonden. En al zal het waarschijnlijk een harden strijd geven, de „vrouw van dertig" moge dan iets van de donzen frischheid der allereerste Jeugd hebben ingeboet, en van dien fascl- neerenden moed, die het geheim is der on tembare Jeugd zij is op haar beurt toegerust met eigenschappen, welke het jonge meisje, ook al heeft het moderne leven deze laatste nog zoo zeer „l'art de comedie" geleerd, on miskenbaar niet in die hooge mate bezit. Dit zijn de vollere rijpheid van haar wezen, haar reeds veel bezonkener wereldkennis en haar omgangsvormen. Maar dit is niet 't grootste gevaar dat de bakvisch bedreigt; de „vrouw van dertig" ls in onzen tijd niet meer tra gisch te nemen, zooals vroeger wel het geval was. Het was de bakvisch, die haar het ge loof heeft geschonken in de eeuwige jeugd van de vrouw. Zij komt dus dubbel uitgerust en als geheel nieuwe verschijning haar rol spelen op het tooneel des levens. Als de tee kenen niet bedriegen, zal dus de strijd voor de bakvisch een harde zijn. Het succes, dat haar oudere zuster in het vorige seizoen in society-kringen had, toen ze nog wat schuch ter de mode, die haar het best kleedde, lan ceerde. wijzen onmiskenbaar de richting uit van een zege. Maar wat het merkwaardigst is; de bakvisch heeft, gewiekst als ze is, zich aanstonds aan de nieuwe omstandig heden aangepast. En men moet. toegeven de slanke modelijn, die in wat rijpere vor men thans haar uitdrukking vindt- kleedt ook haar rankheid best. Zij is hierbij van één ding overtuigd: nooit zullen de lange rok ken, met hoeveel gratie zij ook kleeden, den korten rok volkomen kunnen verdringen. De moderne jonge vrouw, die gelukkig niet al leen in crème en poeder, maar ook in de be weging in de buitenlucht het geheim der eeuwige jeugd ontdekte, zal den korten rok zelfs als dertigjarige niet meer kunnen ont beren. De mode van de vrouw van dertig, die in 't komende seizoen steeds stelliger zal wor den gelanceerd, opent onbeperkte verschie ten. En het mooie isdat ze ook een kans je geeft aan de vrouw van veertig; ja, wan neer we denken aan de gracieuze markiezin- netjes, die in de eeuw van den Zonnekoning den toon aangaven, zelfs aan die van vijftig jaar. En heet het niet. dat op dezen leeftijd dc vrouw haar tweede jeugd begint? Het woord is aan... De Kinderen: Een onderwijzeres die een verhaal had voorgelezen dat „de ijdelheden des levens" lot onderwerp had, vroeg: Wie kan me nu een voorbeeld geven van een ijdélheid?" Eén der leerlingen antwoordde in alle on schuld zijns harten: „De bloemen op uw hoed, juf/rouio". (Uit „Children's Funny Sayings".) Leltie (4 jaarkomt pruilend binnen. Moeder vraagt vriendélijk-bélangstellend, waarom Let-tie niet buiten speelt met de kin- deren „van hiernaast". Lettie: „Die zijn 'r niet". Moeder: Waarom niet?" Lettie: „Zij moeten mazelen". In den tuinJan stoot Kees met zijn schep. De juffrouw: „Jan je moet voorzichtig zijn!" Jan: „Ja jujfrouio, 't was pardon". Camembert-Croquetten. Benoodigd: 1 d-L. melk, 30 gr. rijstmeel, 50 gr. bloem, 250 gr- camembert kaas, 60 gr- boter. Roer de melk, het rijstmeel en de bloem goed dooreen, zoodat er vooral geen klontjes in blijven. Voeg daar de in blokjes gesneden camembert bij, de boter, iets zout, wat ge raspte nootmuskaat en een weinig cayenne peper. Laat dit papje al roerende gaar wor den, daarna afkoelen en giet het uit op een platte schotel, het overal even dik uitsme rende. Verdeel de massa naar eigen verkie zing in vierkantjes of rondjes, haal ze ver volgens door frituurdeeg en laat ze in koken de frituur lichtbruin worden. Hoe men de kleuters bezig houdt. EEN POP ALS FEESTVERSIERING. Voor ee:i kinderfeestje en voor het komen de Paaschfeest zijn weer verschillende feest versieringen aan te brengen. Vooral de fa- tasie-pop kan op elk feestje een plaatsje vinden. Zoowel voor de kleuters, als voor de ouderen kan deze pop tot een aardig geheel bijdragen. Op de piano, op het buffet, op een stoel, aan de lamp, Je, overal kan de papie ren pop neergezet of opgehangen worden. De pop is tamelijk vlug in elkaar gemaakt. De kleuter kan natuurlijk meehelpen, b.v. met het knippen der strookjes, maar toch zal Moeder meer voor deze versiering moeten zorgen, terwijl de kleintjes dan de eenvou dige versieringen op zich kunnen nemen. Een klein celluloid popje helpt ons voor het samenstellen van deze pop. Het celluloid popje gaan wij ontleden, wij nemen n-1. het hoofdje en de armpjes er af, het verdere gedeelte wordt niet gebruikt, alleen laat men aan het hoofdje toch nog een klein ge deelte van het rempje zitten. Inplaats van de armpjes haalt men een stukje ptt-riet door. De pop krijgt zoodoende zeer lange ar men en aan het einde maakt men nog het armpje van het celluloid vast. Met een strookje crêpe papier maakt men dit af. Ook het strookje krijgt een kraagje, bestaande uit twee strookje* crêpe papier. Verder zet men het kopje op een kartonnen kokertje dat met crêpe papier wordt omstrengeld. Men kan de kleuter, door middel van rond jes hier een versiering op aan laten brengen. Voor de lange boenen gebruikt men meer een dik pit-riet. IJzerdraad of laiton kunnen natuurlijk ook dienst doen, maar deze laat ste moet men geheel met een draadje wol omwinden. Door het pit-riet even nat to maken, wordt het buigzaam en kan men dan aan de beenen een klein beetje model geven. Ook de beenen versiert men met boven elkaar liggende strookjes crêpe papier. Aan den onderkant buigt men het pit-riet even om, zoodat het model van een voetje ontstaat. U ziet, veel werk is het niet en toch ziet de pop er gezellig uit. Het modelletje is in de Tijdingzaal van ons blad te bezichtigen. W. R. Stop geen sokken of kousen met wol, dia niet eerst gekrompen is, anders krimpt die wol, als de sok of kous gewasschen wordt, en kunnen er gaten rondom de stop trekken. Middensoort slopwol kan men krimpen, door het kaartje wol een minuut of zoo in den stoom van een waterketel te houden. Goede wol moet echter een kwartier in kokend water geweekt worden, daarna in koud water gedompeld cn te drogen gehangen worden. En een mogelijke hervorming. In De Groene Amsterdammer van 8 Maart j.l. wijdt H. G. Cannegieter een artikel aan ,.De man en de Mode", een onderwerp, het welk hem aan de hand is gedaan door een lezeres naar aanleiding van een requisitoir van hem over den terugkeer der lange rokken. Ja, die mannenmode, dat is nu eens een onderwerp, waarover menigeen zich druk zal kunnen maken, hetzij op de eene manier van: mannen moeten niet aan mode mee doen, dat is onmannelijk, en laat het daar om maar blijven zooals het is; of op de andere: laten wij toch eens wat meer kleur en wat beter modellen in de mannenmode krijgen. De laat-sten worden dan door de eersten veelal als „fatten" bestempeld, ter wijl de tegenpartij de eersten ouderwetsch en saai noemt. Op die manier komt er echter geen ver betering tot stand, wanneer n.l. de mannen zich in twee partijen verdoelen, welke het voortdurend oneens zijn, maar die eigenlijk niets doen om eenige verandex-ing in den toestand te brengen. Terwijl zij toch zeker één lijn moesten trekken in dit belangrijk*: het onhygiënische van de tegenwoordige mannenkleeding. Zeker, de mannen zijn het roerend met ons eens, dat hun kleeding on hygiënisch en onpractisch is; er zijn er, die een colbertpak nooit langer dan een dag achtereen dragen en het daarna een dag laten luchten, zoodat zij er steeds twee om en om dragen. Anderen laten hun goed ge regeld uitstoomen, maar dat is een kostbare liefhebberij, want niet alleen het uitstoomen kost geld, maar de stof lijdt op den duur veel te veel, zoodat de pakken te gauw versleten zijn. Weer anderen laten hun bovenkleeren door vrouwlief geregeld met den stofzuiger bewerken, of iedere week hangt hun heele garderobe vroolijk in den wind te wapperen. Zij zijn trotsch op deze welovex-wogen hy giëne, maar bedenken niet, dat het verwij deren van stof alleen niet voldoende is: veel erger dan stof is het zweet, dat juist door de warme en dikke stoffen zoo spoedig wordt opgewekt, en dat in de kleeding achterblijft en ze rondweg gezegd onsmakelijk kan maken. Maar iets doen om een einde hieraan te maken, zelf het voorbeeld geven tot een gezonder en practischer kleeding. ho maarl En dat komt, schrijft de heer Cannegieter, omdat de mannen zoo conservatief zijn. Daar schuilt de moeilijkheid. De man foe tert wel op zijn kleeding die zoo ongezond, zoo leelijk en zoo onpractisch is, maar wan neer ge zegt: maar verander ze dan eens, dan zegt hij: dat kan ik toch niet doen. Waarom niet van de toonaangevende kleermakers in Londen moeten wij in dit op zicht geen heil verwachten, die schreeuwen al moord en brand, wanneer de prins van. Wales vex-schijnt met omgeslagen broeks pijpen bij zijn conferentie jasje; zij zijn de meest consex-vatieve mannen ten opzichte van de kleeding hunner sexegenootên, die er bestaan. Anderen zullen er dus mee moeten begin nen, en de heer Cannegieter heeft het over .,de fatten van Buenos Ayres die de pyama tot straatdracht hebben gepromoveex-d door liaar te styleeren en te versieren". Zie hier nu een uiterst gevaarlijke opmerking! „De fatten van Buenos Ayres" welke man wil voor een fat uitgemaakt worden, en welke vrouw wil haar man voor een fat zien uitge kreten? Mij dunkt, dat die gestyleerde pyama al zeer weinig kans heeft om er „in" te gaan, juist doordat het een fattendracht is. Wilt ge modern gekleed gaan, zal het dan binnenkort heeten, schaar u dan onder de rijen der fatten. Dat nooit, dan liever on doelmatige, hinderlijke, overwarme en onge zonde kleeding zullen de meeste mannen zeggen, en vermoedelijk de meeste vrouwen ook. Intusschen komt het mij voor, dat in deze pyama-richting de verandering niet gezocht moet worden, want hoe lang zouden de meeste mannen toekunnen met pyamas van crêpe georgette, dunkt u, zooals zij dan in Argentinië gedragen schijnen te worden. Crêpe georgette is een avondjapon-, hoog stens een gekleede zomerjapon-dracht, en geen enkele vrouw, die haar vaste dagelijk- sche werkkring heeft, tenzij als huisvrouw, hetzij als werkende vrouw buitenshuis zal dit gemakkelijk doen in crêpe georgette. Luchtig katoen en shantung of kunstzijde voor den zomer zijn voor onze vrouwen en meisjes van tegenwoordig de meest gebruikte stoffen, terwijl in den winter de dunne wol len stoffen aan bod komen. En stel u dan eens voor, on ae mannen in crêpe georgette pyama-achtige pakken, dit dunste aller dunne stofjes, dat na luttele malen wasschen al is opgebruikt. Dit zou het paard achter den wagen zijn: van dik, on gemakkelijk colbertpak naar ragfijne, daar door niet minder ongemakkelijke pyama. En ook geen zachte kleuren alstublieft. Frisch korenfclauw, helder rood, donker groen of frisch groen, maar geen zoete pas teltinten de alle mannelijkheid missen. Ook geen kant of strikken, zooals de pruikentijd, die had, geen wijde mantels of groote zwie- riege hoeden, die maar in den weg zijn bij de vrije bewegingen. En omdat achter al die negatieve opmer kingen toch ook een positieve moet staan, zou ik willen voorstellen: een eenvoudig jongenssporthemd met liggend, rond kraagje aan den voet van den hals, een kort broekje en niet die afgrijselijke plus fours, sportkou sen van katoen of fil d'ecosse en lage schoe nen, Bij dit alles een slappe vilthoed, zoo dun mogelijk en stevig op het hoofd staand, of anders een slappe stroohoed. In den win ter kan het sporthemd van flanel, vyella of een andere waschbare wollen stof zijn, de pantalon reikt tot onder de knieën en de kousen sluiten de kou voldoende buiten. De pantalon kan 's zomers evengoed van linnen of shantung zijn, terwijl zij 's winters van een dikkere stof gemaakt is, die ook gewas schen kan worden. Al deze kleedingstukken zijn er al, het is nu alleen nog maar de moeilijkheid om ze aldus te lanceer en, dat niemand er meer iets bijzonders in ziet. De hoed zal meer moeilijkheden opleveren, en eexiljk gezegd is het beste model mijzelf ook nog niet geheel duidelijk. ,.Een baskische muts" zullen sommigen zeggen goed en wel, maar dat staat alleen de heel jonge mannen of de overmoedigen, maar de mees ten onzer doorsnee burgers zien er wat dwaas mee uit. Hoe zou een gladde bol lijken met een rand van 8 c-M. ongeveer die zoo slap is, dat hij altijd goed staat: zoo'n hoofd deksel geeft beschutting en waait ook niet gemakkelijk af. Alleen zullen wij een nieuwe begroetingsmethode moeten gaan uitdenken, want een hoed, waarin het hoofd past, kan niet met zwier worden afgenomen. Laten wij hopen, dat binnen niet al te langen tijd iemand den moed zal hebben een algeheele omwenteling teweeg te brengen. Mijn plan geef ik met graagte voor beter als het ons maar verlost van de huidige kleeding waarbij initialen in een hoed noodig zijn ter onderscheiding en waarbij een kapstok vol mannen jassen steeds de grootste vei-w airing teweeg brengt. E. E. J.—P, MENU. Gevulde pannekoek. Kalfsborst, Aardappelen, Gedroogde appelen, Warme griesmeelpudding met Orgeadesaus. Neem voor de gevulde pannekoek een be slag van: 50 gr. boter, 1 ei, 1 1/2 d.L. melk, 1 klontje boter, wat zout, en bereid het vulsel van: kalfsvleeschresten, bloem en boter, 11/2 d.L. jus met water of bouillon, kruiden naar smaak. Maak op de bekende wijze een saus van boter, bloem en vocht, voeg hierbij het ge hakte vleesch en naar smaak de kruiden Bak daarna van het beslag vlug twee panne koeken mooi bruin en gaar, doe het vulsel er- tusschen en presenteer de pannekoek op een verwarmden schotel, als taart in punten gesneden. Braad kalfsborst op de bekende wijze en reken een half uur per pond. Neem voor den griesmeelpudding: 3 d-L. melk, 40 gr. grlesmeeL 25 gr. amandelen, 1'2 ons boter, 1 '2 ons suiker. 2 eieren, schil van 1/2 citroen of sinaasappel. Trek de melk met het smaakje, strooi er griesmeel door, daarna de boter en als alles dik wordt de gebroeide, gepelde, gehakte amandelen. Roer de eidooiers met de suiker, doe dit-, van de kachel af, in de massa en tenslotte voorzichtig het stijfgeklopte eiwit. Schep den pudding in een beboterden en met paneermeel bestrooiden puddingvorm sluit hem goed af en kook hem gedurende anderhalf uur in waterbad. Neem voor de saus: 1 rolletje amandelpers, 1 eidooier, twee eetlepels suiker, 1 2 eetlepel maïzena. 2 d-L. melk, 1 di. room. Roer de eidooier schuimig met de suiker en vermeng hiermee de amandelpers. Verwarm de melk met den room, doe de maizena bij de amandelpers, voeg er melk en room bij onder goed roeren en laat dit, steeds roe rende op een zacht vuur nog even doorkoken. Iets over den modernen schoen. Het is ïn de schoenenmode een gestadig zoeken tegenwoordig en er is bij de mode schoenmakers weinig eensgezindheid. Som migen blijven hardnekkig vasthouden aan de lage, stevige sportieve hak en anderen zou den niets liever willen dan een terugkeer naar de hooge hak van een aantal jaren terug, om tegelijk de élegance op allerlei wijzen zooals het gebruik van goud en zilver, meerdere kleuren, strassgespen enz. hooger op te voeren. We zien van beide stroomingen op bijgaande toekening een voorbeeld en het lijkt ons toe, dat de lagere hak en het eenvoudigste model voor ons land verkieselijk is boven overdreven élegance en verfijning, die bovendien zoo spoedig ordi nair aandoen. SNEL PANVISCn MAKEN. Op 1 pond koude aardappelen (die men in een ijzeren potje met 1 2 ons boter goud bruin laat bakken) neemt men 1 pond ont- grate visch, die men er op legt- Verder legt men op de gebakken aardappelen en de visch nog 2 fijngesnipperde uien, 1/2 eetlepel mos terd, 1.2 theelepel peper en bouillon van 1 maggi-blokje op 1 kopje water (kokend). Alles zachtjes door elkaar laten bakken, ter wijl men voortdurend in het mengsel met een pannekoekmes blijft hakken en roeren, tot het een gelijke moes wordt, licht bruin van kleur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14