WERK VAN COOPER SCHOEDSACK. [UIT DE OVERSTROOMDE GEBIEDEN. FILMRUBRIEK. EEN ONDERHOUD MET DEN MINISTER. HAARLEMMER HALLETJES ,Gras"f Chang" en ,,De vier Veeren". Het gaat met hen die over films schrijven als met de menschen die eiken dag een weer bericht in elkaar zetten. Als je je aan voor spellingen waagt komt meer dan de helft glad verkeerd uit, als je de verwachting op pert, dat een ster aan den filmhemel nu meer zal gaan schitteren, dan moet je meest al na zooveel maanden erkennen, dat die ster al bijna ondergegaan is. En naast, zou je er toe komen in een recensie te schrijven: „Ge moet deze film gaan zien, de pas-ont dekte filmster mejuffrouw Zus-en-zoo blijkt een buitengewoon goede actrice te zijn, zoo dat men thans nog van haar spel kan ge nieten", ofzij is zeer goed en belooft dus niets voor de toekomst". Voorbeelden? Och. ze zijn in series te ge ven. Het schijnt dat, met name in Hollywood, een filmster onder de omstandigheden waar onder gewerkt wordt, niet op peil kan blij ven. Hij of zij wordt gestandaardiseerd, krijgt een etiquetje, is tenslotte een mechaniek, een mensch zonder ziel die op commando kan huilen of lachen. En het dlep-menschelijke verdwijnt. Men denke slechts aan Jannings, eens de waarlijk grootc acteur die een figuur als Bos in „Variété" tot 'n brok werkelijkheid maakte, aan Greta Garbo, die in de „Freud- lose Gasse" zoo ontroerend was en nu voor en na óf zich aan vamp-rollen begaat óf het miskende kind-vrouwtje speelt. En het is een onmiskenbaar feit dat alles op 't gebied van de film waar de Amerikaan- sche film-massa-fabricage zich mee gaat be moeien, waar de Amerlkaansche geest van „make more money" over vaardig wordt, alle innerlijke waarde verliest. Wij geven hier geen meening, wij constateeren slechts. Twee jonge Amerikanen, Merian Cooper en Ernest Schoedsack, hebben de wereld twee films geschonken, die zonder daverende ad vertentieteksten. zonder hoofdrol-helden en, schattige heldinnetjes, zonder scenario, zon-' der dure decors wel de beste twee films zijn die ooit van over den Oceaan tot ons kwa men: „Gras" en „Chang". „Gras" was het epos van een volksverhui zing, van den trek der vijftigduizend No maden die een millioen stuks vee meevoer den, van hun land waar de grassteppen ver schroeid waren, door de woest-bruisende Karoen. over de Zardeh Koeh, een bergketen van 250 kilometer, duizenden meters hoog naar streken benoorden de Perzische Golf waar gras te vinden is, gras voor de dieren waarvan immers deze monadenstammen be staan. Het was een grandioze film, deze rol prent die zoo vol innerlijke spanning was en die zoo ongemeen boeide door het ontzag wekkende van dezen strijd der menschen tegen de natuurkrachten. En „Chang". Dat was het wondere verhaal van Kru. zijn vrouwtje Chantui en hun kin deren die leefden in het duistere oerwoud van Siam, waar zij een eeuwigen strijd voe ren moesten tegen de wildernis, tegen de die ren van die wildernis. „Chang" was dat grootsche, verhevene filmwerk van het on gebreidelde leven daar in de woeste natuur waar alles strijdt en waakt voor 't leven. Cooper en Schoedsack, die het bestonden den maandenlangen trek der Nomaden mee te maken, die den moed en de durf hadden om de aanstormende olifantenkudde te fil men, ze schiepen in „Gras" en „Chang" twee films, die onvergetelijk zijn, omdat ze zoo zuiver het leven in zijn uiterste manifesta ties, het warme, stoere leven in zijn wonder lijke uitingen weergeven. Cooper en Schoedack zijn toen naar den Soedan gegaan. En „Paramount", waarvoor ze werkten zou zorgen, dat de film die daar opgenomen werd, nog mooier, nog beter zou worden. Dus werd een scenario in elkaar ge draaid, gingen verschillende goede acteurs scheep naar Afrika, werden honderden ka- meelen en heele negerstammen gehuurd en men toog aan het werk. Om de pacifisten en anti-imperialisten niet te veel in 't har nas te jagen speelde de film een Jaar of veertig geleden toen de dames nog queues de Paris hadden, men in Afrika nog niet vocht met gepantserde auto's en er nog een beetje romantiek was. Welnu, de film „De vier veeren" is heel onderhoudend, heel spannend, heel boeiend geworden, 't is een veel-verbeterd, broertje van „Beau-Geste". maar't is ons niet duidelijk wat Cooper en Schoedsack er mee te maken hebben gehad. Indertijd, in pers communiqués is ons medegedeeld, dat zij daar In den Soedan zeldzame opnamen van dieren en inboorlingen hadden gemaakt en we kwamen te weten dat het iets buitenge woons zou worden, waarover toen echter een streng stilzwijgen werd bewaard. Daarna boorde men niets meer van de camera-men en hun werk, tot we In de aankondiging van „De vier veeren" in de bultenlanasche film- pers de nam^n Schoedsack en Cooper zagen staan. Slechts enkele malen bij het zien van de film constateerden we: dat is werk van de makers van „Gras" en „Chang". Dat was bij de scènes van ae brandende steppe als dich te rook het zonlicht verduistert, vogels ang stig rondvliegen, bavianen wegrennen, een boom lnklauteren, zich storten in de rivier en boven op elkaar kruipen op een klein rots blok, als kudden nijlpaarden komen aan gestormd en van den stellen oever neer plonsen ln den stroom. Dat is geweldig knap werk. Daar wordt een spanning geschapen, daar krijgen we prachtige beelden van die druipnatte, angstige apen, van die kolossen van nijlpaarden die aandrommen en in 't wilde weg zich van den hoogen kant laten ploffen in 't woelige water. Dat, is werk van de mannen die „Gras" en „Chang" filmden. Maar de rest. Elke goede Amerikaansche cameraman weet tegenwoordig wel hoe hij een gevecht van man tegen man moet op nemen, hoe hij met de „entfesselte Kamera" kan werken. Maar deze film, hoe goed zij ook qua fotografie moge zijn, toont, buiten de dlerenscènes die wij zooeven noemden, niet door Cooper en Schoedsack gemaakt te zijn „De vier veeren" en „Chang" kan men bei de in de komende dagen in een der Haarlem- sche theaters zien, zoodat men dan een ver gelijking kan maken ten aanzien van het werk van Cooper en Schoedsack in deze films. Het is te hopen dat deze twee op avontuur beluste, knappe camera-men de reeks „Gras", „Chang", spoedig kunnen voortzetten, „De vier veeren" is er géén derde deel in. Het geen echter niets ten nadeele van dit laat ste werk zegt. TOCH „JIXI'S"? (Van onzen Londensehen correspondent) Nu bijna een half dozijn jaren geleden werden de Londen aars verblijd met het voor» uitzicht van taxi's voor twee personen. Men hoopte dat deze kleine taxi's veel goed- kooper ln het gebruik (voor den ondernemer en dus ook voor den passagier) zouden zijn dan de bestaande vehikels, die zijn en waren ingericht voor het vervoer van vier menschen en hun bagage. De bestaande taxi-ondernemingen, wier taTieven met recht te hoog werden geacht, hadden sinds jaren nul gezet op het request het publiek schap- pelijker te behandelen. De bedreiging van de ,,:wee*zitters" zou hun meende men zeker hun mensche'.ijkheid leeren. Of de bedreiging dezer kleinere voertuigen van invloed was of niet, de tarieven van de „vier-zitters" gingen inderdaad omlaag. De toenmalige Home Secretary, Sir William Joynson=Hicks familiaar bekend als „Jix" (thans Lord Brentford) had zich uitermate ingespannen om de komst der handige ..twee^sittertjes" te verzekeren. Maar dat ging niet zoo gemakkelijk. Een commissie werd ingesteld om van advies te dienen- Die commissie rapporteerde na eenlgen tijd dat er alle aanleiding was de nieuwe voertuigen in openbaar verkeer toe te laten. Maar toen de bestaande ondernemingen haar tarieven gingen verlagen scheen de prikkel voor de voorziening van de stad met de kleinere modellen te zijn verdwenen. „Jix" zelf bekoelde dermate in zijn ijver voor deze goede openbare zaak dat hij in het Lager huis het verwyt moest hooren dat hij het rapport der ..Jixi"»commissie negeerde. Maar 1 ai waren de tarieven der bestaande taxi's verlaagd, dat was redeneerde men geen reden het plan voor de „jixi's" (de alsnog imaginaire twee-zitters waren naar „Jix jixi's" gedoopt) prijs te geven. Het bestaans. nut voor alle menschen. die er geen ge woonte van malven hun gezin op sleeptouw te nemen, van de kleine voertuigen was duidelijk. Eenlge fabrikan en waagden voorzien tig lijk een poging het voertuigje in gevoerd te krijgen. Twee of drie modellen werden de laatste vijf jaren aan Scotland Yard ter keurLng aangeboden. Maar slechts een enkele tweezitter kon genade vinden in de oogen van Bureaucratlus en Herman dad. En na al die jaren van actie is Londen slechts een enkele solitaire jixi rijk. Lord Brentford is nu ver uitgestegen boven den staat van zijn Jix jaren en siert het Hooger. huis met zijn tegenwoordigheid. In die hooge hallen staan taxi's in welken vorm ook als onderwerp van debat op den index. He: Hoogerhais iaat zich niet in me: zulke vul gaire zaken. En Londen bliift- zijn handige goedkoopo openbare vervoermiddelen voor individueel of nagenoeg individueel gebruik ontberen. Deze geschiedenis, een lijdens. geschiedenis, heeft deze week actueel be lang gekregen omdat zoo waar een machtige onderneming voor de vervaardiging van populaire auto's het plan voor de Jixi's" weer ter hand heeft genomen. De heer Morris niemand minder dan de heer Morris, zit er achter. En wanneer deze man ran actie iets onderneemt dan mogen wij in afwachting recht-op gaan zitten- Zouden wij dan toch ten langen leste de „jixi's" krijgen, ter aan vulling van het antedüuviale vehikel voor het gezin? Dat is de hoop die nu het hart van den Londenaar vervult. DE NIEUWE „GEVAARLIJKE LEEFTIJD". (Van onzen Londensehen correspondent). Deze week is bij de bespreking in het La gerhuis over het nieuwe verkeersontwerp de vraag behandeld op welken leeftijd een ver gunning voor rijden met een motorrijwiel lean worden gegeven. Het- ontwerp stelt voor dat die leeftijd 16 jaar zal zijn. Merkwaardig was dat zooveel leden over den leeftijd ver schillend oordeelden en dat de eene klaar blijkelijk zonder veel grond, 14 jaar oud ge noeg vond. en dat een ander 15 of 16 jaar geschikt vond. Men vraagt zich twijfelzuchtig af hoe deze menschen aan zulke weinig ver schillende leeftijdswaa rdeeringen komen voor dit speciale doel. Het debat verschafte nochtans iets van een antwoord op deze vraag. Een afgevaardigde wilde den thans bestaanden leeftijd handhaven daar hem nimmer gebleken was dat joneens tusscher. 14 en 16 jaar gevaarlijke rijders waren. Waarom zou men dan de bestaande bepaling (die een 14-jarige een rijvergunning seeft) veranderen? Deze afgevaardigde redeneerde dat men gerust kan zeggen dat een jongen tusschen 14 en 16 jaar als bestuurder van een motorfiets het minst gevaarlijk is. Hij ge bruikt nog geen alcohol en hij is nog niet begonnen een meisje het hof te maken. Zijn rijwiel mist alsnog den last van het meisje achterop. De jongen van omstreeks 19 jaar. die een meisje meevoert en haar wil doen zien wat een heldhaftige kerol hij is op zijn motor, is de gevaarlijke bestuurder. Hij stelde daarom onder hilariteit voor dat jon gemannen van 19 tot 21 jaar geen rijvergun ning zouden krijgen. Want die jaren bepaal den den gevaarlijken leeftijd. Deze afgevaar digde was klaarblijkelijk een deskundig man in de zaak van motorfietsen en leeftijden. Want hij meende ook dat aan menschen boven 60 jaar geen rijvergunning moest wor den gegeven. Zijn vader .zeide hij. reed ver leden jaar. 82 jaar oud. meer dan 10.000 mijl; maar hij had geen 10-000 meter mogen rijden. Verscheidene leden maakten zich verder warm over de kwestie. En de minister van Transport maakte daar een einde aan door te vragen om redelijkheid en gezond inzicht, in de zaak. Hij was niet bang dat de zaak een crisis voor de regeering zou maken en hij vond 16 jaar een niet onredelijk mini mum. Waarbij men zich tenslotte neer legde. „Roovers in avondcostuum" aldus luidt de kop van een sensationeel nieuwsbericht in een Londensch blad. Wij teekenen hierbij echter aan, dat vele kellners n ie t te veel rekenen. (Van onzen Parijschen correspondent). Het zijn altijd de tragische omstandighe den geweest, welke in Frankrijk het natio naal saamhoorigheldsgevoel opwekten. Zoo ook nu. Een groote ramp is over het land ge komen, een tiental departementen is ontzet tend geteisterd door de overstroomingen, honderden menschen zijn verdronken, hui zen en boerderijen zijn in elkaar gestort als kaartenhuisjes, duizenden menschen zijn van al hun hebben en houden beroofd en op slag straatarm geworden En daar heeft zich in eens over héél het land een hu.pcomité ge organiseerd en ieder mensch desa het zijne om te hulp te komen aan de onfortuinlijk landgenoot en. In de kerken, op de scholen, in de winkels, bij de banken, in cafes, op straat, overal en overal, tot ln de kleinste ge huchten Is gecollecteerd, zijn kleeren en le vensmiddelen ingezameld om hulp te bieden aan de ongelukklgen. Maar ondanks dat. on danks de hulp ook van de overheid is er nog een groote tekort om alle schade te herstel len. Toen Nederland geteisterd werd door na tuurrampen, door stormen of overstroomin gen ide Kloet-uitbarsting, de ramp van Borculo) zijn de Franschen spontaan te hulp gekomen .Moge het herinneren hieraan vol doende zijn. Nu het water wegtrekt ziet men eerst welk een schade er is aangericht. Ooggetuigen hebben ons de ontzettendste verha:en ge daan van de trieste tafereelen welke zich daar in het Zuiden afspeelden. En nog kan men niet bij benadering zeggen hoevee! men schen zijn omgekomen in het water en voor hoevee! millioenen er verloren zijn gegaan. "We hebben ons gewend tot. den onder staats-secretaris, Marcel Héraud, om hem te vragen hoe het er nu mee staat, in ho?verre de hulp-dienst is georganiseerd. De contro leur-generaal van de verwoeste gebieden, de heer Besques, was zoo Juist van zijn inspec tie-reis teruggekeerd en had den minister een uitvoerig en gedetailleerd verslag uitge bracht over zijn bevindingen. Kent men nu precies het aantal slacht offers, den omvang van het. overstroomde gebied en de materleele schade, meneer de minister? Helaas nog niet, eerst over enkele dagen zullen we een volledig overzicht hebben, zoo zei de heer Héraud ons. Zoudt u me willen vertellen hos het nu staat met de hulpdiensten? Ik kan u dan alvast dit zeggen: voor nieuwe overstroomingen hoeft men niet te vreezen. Niet alleen omdat de weersgesteld heid beter is maar ook omdat de noodigc voorzorgsmaatregelen werden getroffen om een herhaling van dit ontzettende drama te voorkomen. Een ander resultaat nog is dat er op het oogenb'.ik geen eene daklooze meer is Alle ongelukklgen zijn ondergebracht of bU buren of in openbare gebouwen, scholen b.v Het eerst zijn we begonnen om al die men schen ook van kleeren te voorzien, want met de meesten was het allertreurigst gesteld. Dc doorweekte plunje welke ze droegen was zoo wat het eenige wat ze hebben kunnen red den. In allerhaast ook hebben we cantines georganiseerd waar de slachtoffe-s gratis hun maaltijden vinden. Veel, ontzettend vee', hebben we daarbij te danken aan het per soonlijk initiatief en de groote hulpvaardig heid van de heele bevolking, die onder lei ding van de prefecten en van de burgemees ters alles in het werk heeft gesteld om de minst fortuinlijken te helpen. Alle werkloo- zen zijn aan den arbeid gegaan. In allerhaast ook is men begonnen met het ontsmetten en beg aven van de lijken. Het ministerie van Hygicne is hier krachtig en daadwerkelijk te hulp gekomen. Dat alles vereischte natuurlijk een gewel dige administratie. Ja, maar we hebben het zoo eenvoudig mogelijk gedaan. Van den beginne af aan hebben we gezegd: practlsch en snel werken, voor alles, zoo min mogelijk paperassen en administratieve rompslomp. Ook om het gold te sparen en elke centime zoo nuttig mogelijk te besteden. Natuurlijk heeft u wel gelezen d3t er ook al dadelijk weer de noodige indi viduen waren die trachtten de ellende uit te buiten met het maken van plannen voor een wederopbouw. Daartegen zijn we onmiddel lijk heel krachtig opgetreden en we hebben die heeren zoo gauw mogelijk weggewerkt. Het ministerie van Bruggen en Wegen heeft ons dadelijk de meest kundige architecten gezonden om te constateeren wat moest worden opgeruimd, wat kon worden hersteld. Daar waar gevaar voor instorten bestond is de genie-troep aan het werk gegaan om af I Montauban. te breken of zoo mogelijk te repareeren. En hoe wordt het geld verdeeld? Van de in alle haast door het Parlement toegestane honderd mllloen zijn er vijf en twintig aan de prefecten gestuurd voor de eerste en allernoodzakelijkste onkosten. Aan een wederopbouw kan man eerst later begin nen. Maar 't is nu al zeker dat daarvoor een bedrag van honderd mlhioen bU lange na niet voldoende is. De regeering overweegt een wetsvoorstel om daarin te voorzien. Wel za! men. hetgeen ln het belang van héél het land is, zoo spoedig mogelijk de schade moe ten herstellen. Want vergeet u niet dat het voornamelijk landbouw-dlstricten zijn, welke door deze rampen werden getroffen. Onmogelijk is het dan ook niet dat men zal beginnen om een bepaald type lichte con structies te zetten ln afwachting dat de groote boerderijen weer zijn opgebouwd. En zal men een schadevergoeding ge ven aan de slachtoffers? Daaromtrent is nog niets bepaald. U be grijpt wel dat dat alles eenlgen tijd duurt, want natuurlijk was niemand voorbereid op zulke rampen. Maar waar iedereen in Frankrijk heeft ge toond zijn plichten te kennen, daar is er wel hoop dat alles ln het werk za! worden gesteld om zoo spoedLg mogelijk de materlee le schade althans te herstellen. HENRY A. TH. LESTURGEON EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Schoonmaak wij mannen wor den de deur uitgestuurd de moeilijkheid van lunch-bestellen luieren is zoo gemakkelijk niet groote inslag van bonbons de circuspaardcn hoe ons cadeau insloeg. Op dien morgen had mijn vrouw mij ge vraagd maar niet te komen koffiedrinken, omdat het schoonmaak was en zij met haar helpsters vandaag eens flink op wou schie ten. Natuurlijk heb ik daartegen niet gepro testeerd: het is in het algemeen verstandig thuis niet te protesteeren en zeker niet in schoonmaaktijd. Bovendien is het wel eens aardig om buitenshuis te eten. want dan krijg je nog eens wat anders dan het kopje koffie en het broodje mot kaas of koek, nu en dan afgewisseld door een kliokje van den vorigen dag. Tegen half een stapte ik dus naar 3rinkmann om te gaan lunchen, daar het immers onze Nederlandsche gewoonte ls om, wanneer wij iets bijzonders doen. daar voor ook een buitenlandsche uitdrukking te gebruiken. Thuis drink Je koffie en ga je eten. elders ga Je lunchen of dlneeren. Dit is een van de ingewikkeldheden van onze taal en ik meet zeggen, dat de man. die het eerst op de gedachte gekomen is een noen- maalgelegenheid op te richten, wel een groot men sch en kenner moet zijn geweest, dat hij die lunchroom noemde, al raakt menige Nederlandsche tong met die ch in den knoop en houden somm gen het nog altijd voor een soort van room, d.w.z het fijnste van de melk. Goed dan. Ik stapte dus naar Brinkmann. «a op den hoek van de Groote Markt en Gioote Houtstraat zorgvuldig te hebben om gekeken of er niet uit de eene of andore richting, want er zijn er twee. die je den dood kunnen aandoen, een auto of een fiets nadesde. die het op mijn leven voorzien had. Dit niet zoo zijnde, stapte ik den Rubicon over en Brinkmann binnen, maar wie schetst mijn verbazing (zouden de oude romanschrij vers 2eggen) toen ik daar Hupstra zag zitten eenzaam aan een tafeltje. „Wat doe jij hier, Hup?" „Schoonmaak", zei Hupstra. „En jij dan?" ..Schoonmaak", zei ik en na dit antwoord bestudeerden wij de kaart en bestelden hot een en ander, dat U niet interesseeren zal, maar waarvan ik alleen dit zeggen wil: zoo dra Je het besteld hebt, ben je ervan over tuigd, dat iets anders lekkerder geweest zou zijn. Onze lunch was nog niet aangekomen of in ons gezichtsveld verscheen vriend Hop- ma, die lijnrecht op ons tafeltje afstevende en het wachtwoord van den dag „schoon maak" liet hooren. Er waren niet veel woor den noodlg om elkaar te begrijpen, maar wij vonden het toch wel merkwaardig, dat van den anderen kant opeens van Stuiteren na derde. dien wij onmiddellijk herkenden aan zyn kuchje, geen gewichtig doend kuchje, geen verlegen kuchje, maar toch zoo'ets van „daar kom ik eau" Zoo waren wü dus met ons vieren; wel mocht één van ons zeggen, dat het op een ki'airsbijeenkomst leek. want laat daar nu zelfs Wouter het eethirfs bin nenstappen en zich by ons scharen, zoodat de kellnor, daar een vierkant tafeltje maar vier kanten heeft, genoodzaakt was een tweede tafeltje bij te schuiven. Ik zal U niet vermoeien met de opsomming van de verschillende menu's, hoewel ook daaruit misschien menschenkennis zou zijn te puren, maar onze lunch duurde nog al lang; het kopje koffie werd uitgesmeerd, figuurlijk natuurlijk, want wij zijn als ge trouwde mannen veel te goed gedresseerd om niet te weten, dat een koffievlek op een tafellaken bijna een doodzonde is, behalve op Zaterdag maar er kwam dan toch ein delijk een eind aan en de merkwaardigheid was, dat na afloop niemand zin had om weer naar zijn werk te gaan. Bij zoo'n ongedachte ontmoet 'r.g voel Je Je feestelijk nietwaar en nu wij dan toch eenmaal door onze vrouwen om zoo te zeggen de wei waren ingestuurd, kwam er meteen een gevoel over ons van jonge veulens, die wel eens een dartelheid je willen doen. De vraag was evenwel wat. Een voorstel van Wouter om ergens in e?n hoekje wat te gaan zitten whisten, werd met algemeen BIJZONDERE VERDEDIGINGS MIDDELEN. Merkwaardig zijn de middelen "oor zelf verdediging, waarover sommige dieren be schikken. De lnktvisch bijvoorbeeld, maakte al lang vóór den wereldoorlog een rook scherm. Dit dier kan nl. een dikke, zwarte inkt uitspuiten (die gebruikt wordt bij het maken van sepia) en die, vermengd met het zeewater, een onzichtbaar makend scherm vormt. De ..zeekomkommers", cilindervormige die ren \-an ongeveer een voet lang en donker van kleur, bezitten speciale organen, die lan ge, fijne draden kunnen uitschieten, welke, zoodra zij met het zeewater ln aanraking ko men, taal en klcve.rlg worden. Andere dieren raken ln deze draden verward en kunnen niet meer loskomen. Zee-anemonen zijn zachte, gelel-achtige dieren, die het zeker hard te verantwoor :on zouden hebben als zij niet over een eigen „geschut" beschikten, waarmee zij scho ten lossen, als zij worden aangevallen. Dit „geschut" bestaat uit lange draden, die oen vloeistof, soms wel een vergiftige vloeistof, bevatten. Deze draden kunnen de zee-ane monen. door middel van een soort „trekker" plotseling doen uitschieten. ZIJ dringen dan in het lichaam van den vijand. Er is een ze ker soort krabben, die zelf over geen wapens beschikken en daarom ln hun scharen zee anemonen vasthouden en met zich meedra gen. In tijden van gevaar treden de anemo nen dan als verdedigers van de krabben op. hoongelach ontvangen. „Wat! Zouden wij onze reputatie in gevaar brengen door midden op den dag, ja zelfs nog vroeger, want het was pas half twee. ten aanschouwe van iedereen, die binnen bliefde te komen, te gaan zitten kaartspelen?" Tegenover de algemeene afkeuring bleef hij op den achter grond en zei voorloopig niets meer. Een voorstel van Hopma om gezamenlijk naar dc bioscoop te gaan, werd als te kin derlijk verworpen, maar gaf toch aanleiding tot een uitgebreide gedachtenwlsseling tot op het oogenblik. dat van Stuiteren opmerkte, dat wij er niet verder over hoefden te spre ken, omdat er op Donderdag geen matinée in de bioscopen is. Van Stuiteren, altijd spor tief, stelde voor, dat wij een wandeling zou den gaan doen in het belang van onze ge zondheid, onze hartfuuctie en de slanke lijn, waaraan de meesten van ons inderdaad be hoefte hebben. Ook dit kon geen instemming verwerven .De menschen", zei Hopma. „zullen vragen: „waar gaan die vijf kerels naar toe midden op den dag?" Wel vermat ik mij om daarop te antwoor den. dar. het publiek daarmee toch niets te maken had, maar nu de mogelijkheid, dat wij een mal figuuY of een ongunstig figuur of een raar figuur of een zonderling figuur zouden maken in de oogen van onze mode- menschen, eenmaal was geopperd, was het denkbeeld van de wandeling ten eencnmale verloren. Vooral toen Hopma de opmerking maakte: „wie wandelt er tegenwoordig nog!" Na die opmerking kwam de valsche schaam te. een van de meest kenmerkende eigen schappen van den Nederlandschen stam, in haar volle kracht naar boven. Als men niet meer wandelt, dan mogen wij dat ook niet meer doen. In het buitenland is dat wat anders, daar ga je heen om er te wandelen en dan wordt het ln Nederland verachte wandelen opeens bijzonder lofwaardig. Dit !s wat men de samenleving noemt; je kunt het ook apenkooi noemen, omdat apen de gewoonte hebben elkander na te bootsen. ..Het zou alleen kunnen," zei Wouter, die na zijn teleurstelling weer wat moed had ge kregen. .diet zou alleen kunnen, wanneer wij een hoogen hoed droegen en dus bij het publiek den indruk vestigden, dat wij een i vriend gingen begraven''. Intusschen was tot deze maskerade niemand bereid en de naar geestige Indruk, die bij ons gewekt was door de gedachte van een begrafenis van een vriend, werd weggenomen door de tref fend juiste opmerking van Hupstra: „waar zou je in den schoonmaaktijd Je hoogen hoed kunnen vinden?" Met dat al was er nog geer. plan de cam pagne aanvaard. Eer. denkbeeld Van Hopma om het Frans Hals Museum te gaan zien, werd met algemeene stemmen op één na afgekeurd. Zoover was het met ons nog niet; dat doe je alleen als Je gasten hebt op een regenachtigen Zondag. De quallteit van de plannen, die er geopperd worden om geza menlijk den middag door te brengen, nam voortdurend af. Tenslotte kwam van Stuite ren op het idee om te gaan kijken naar de nieuwe sluis te IJmuide.n en dat zou mis schien ook wel gebeurd zijn, wanneer niet op datzelfde oogenblik sombere regenwolken een blijkbaar ijskoude stortbui hadden los gelaten Onder zulke omstandigheden konden vrij er niet toe komen, één van de wonderen der Nederlandsche techniek te gaan bekijken, zelfs niet na do droge opmerking van Hopma: ..'t is grappig, in LJmuiden zijn de duinen afgegraven om het water toe te laten en in de Zuiderzee wordt het water wegge werkt om den bodem droog te krijgen. Wij bestelden nog een kopje koffie, omdat je toch niet kosteloos op Brinkmann's stoe len kunt blijven zitten, toen Hupstra plot seling een verboden onderwerp aanroerde, want ik weet niet of ik het vroeger al eens verteld heb, maar het ls al lang geleden, dat wij besloten crltiek op de schoonmaak in en buiten de krans niet toe te laten. Wat wij mannen erover denken, weten we precies, maar terwille van den lieven vrede houden wij het voor onszelf en toen Hupstra de eerste woorden van critlek Liet hooren. werd hij door een gesis in den heelen kring tot zwijgen aangemaand. Zelfs had dit Incident ten gevolge, dat van Stuiteren, die werke lijk dikwijls aardige ideeën kan hebben, ons aanspoorde van de gelegenheid gebruik te maken om hulde te brengen aan den yver van onze schoonmakende vrouwen door een parig, een ieder voor zich. een groote doos bonbons te koopen om die met etenstijd thuis aan de belanghebbenden te verceren- We braken dus op en kochten de mooisto doozen bonbons, die er ln den winkel to vinden waren, met het gevolg, dat t.oen we weer buiten op straat stonden, dezelfde on zekerheid terugkeerde over wat wij nu moes ten doen. Zij. die kantoren hebben, g'ngen daarheen, hoewel zU naar hun eigen zeggen in dezen slappen tijd daar niets te doen hadden. Wouter, die rentenier is zooals men weet. ging een wandeling maken naar B'.oe- mendaal, want ai is met Je vijven wandelen verboden, tegen een wandeling alléén bestaat geen bezwaar. Hiermee was onze bijeenkomst geëindigd en maar weer opnieuw gebleken, dat een man. wanneer hij aan zichzelf la overgelaten, toch maar een zwak en gebrek kig schepsel ls en niets anders weet te be denken dan als een clrcuspaard te gaan in denzelfden draa! van toderen dag. En als nu de lezer wil weten, hoe onze kos telijke bonbons t.huts ontvangen werden, dan kan ik hem vertellen, dat twee van de dames waren gaan rusten, doodmoe van de inspan ning van de schoonmaak, dat er één niet kon eten van vermoeidheid, dat één de doos ln de kast zette voor de kleinkinderen Zondag en dat de vijfde, heel dankbaar, deed op merken: „Je weet toch. dat ik niet van bon bons hou." Uit een en ander zal blijken, dat het best bedoelde geschenk op een mislukking kan uitloopen en dat wij maar liever op de ge wone manier thuis moeten koff'edrlnken met een broodje met kaas- Dat gebeurt nu ook weer: het hoogtepunt, het koortspunt als ik zoo zeggen mag. van de schoonmaak is voor bij. er blijven nog wat restantjes. maar die komen niet ln botsing met den gewonen hulselijken gang van zaken en zoo gaan wij het voorjaar opgewekt tegemoet. FTDELIO-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19