WERK VAN COOPER
SCHOEDSACK.
[UIT DE OVERSTROOMDE GEBIEDEN.
FILMRUBRIEK.
EEN ONDERHOUD MET DEN MINISTER.
HAARLEMMER HALLETJES
,Gras"f Chang" en ,,De vier Veeren".
Het gaat met hen die over films schrijven
als met de menschen die eiken dag een weer
bericht in elkaar zetten. Als je je aan voor
spellingen waagt komt meer dan de helft
glad verkeerd uit, als je de verwachting op
pert, dat een ster aan den filmhemel nu
meer zal gaan schitteren, dan moet je meest
al na zooveel maanden erkennen, dat die
ster al bijna ondergegaan is. En naast, zou
je er toe komen in een recensie te schrijven:
„Ge moet deze film gaan zien, de pas-ont
dekte filmster mejuffrouw Zus-en-zoo blijkt
een buitengewoon goede actrice te zijn, zoo
dat men thans nog van haar spel kan ge
nieten", ofzij is zeer goed en belooft dus
niets voor de toekomst".
Voorbeelden? Och. ze zijn in series te ge
ven. Het schijnt dat, met name in Hollywood,
een filmster onder de omstandigheden waar
onder gewerkt wordt, niet op peil kan blij
ven. Hij of zij wordt gestandaardiseerd, krijgt
een etiquetje, is tenslotte een mechaniek, een
mensch zonder ziel die op commando kan
huilen of lachen. En het dlep-menschelijke
verdwijnt. Men denke slechts aan Jannings,
eens de waarlijk grootc acteur die een figuur
als Bos in „Variété" tot 'n brok werkelijkheid
maakte, aan Greta Garbo, die in de „Freud-
lose Gasse" zoo ontroerend was en nu voor
en na óf zich aan vamp-rollen begaat óf het
miskende kind-vrouwtje speelt.
En het is een onmiskenbaar feit dat alles
op 't gebied van de film waar de Amerikaan-
sche film-massa-fabricage zich mee gaat be
moeien, waar de Amerlkaansche geest van
„make more money" over vaardig wordt,
alle innerlijke waarde verliest. Wij geven
hier geen meening, wij constateeren slechts.
Twee jonge Amerikanen, Merian Cooper en
Ernest Schoedsack, hebben de wereld twee
films geschonken, die zonder daverende ad
vertentieteksten. zonder hoofdrol-helden en,
schattige heldinnetjes, zonder scenario, zon-'
der dure decors wel de beste twee films zijn
die ooit van over den Oceaan tot ons kwa
men: „Gras" en „Chang".
„Gras" was het epos van een volksverhui
zing, van den trek der vijftigduizend No
maden die een millioen stuks vee meevoer
den, van hun land waar de grassteppen ver
schroeid waren, door de woest-bruisende
Karoen. over de Zardeh Koeh, een bergketen
van 250 kilometer, duizenden meters hoog
naar streken benoorden de Perzische Golf
waar gras te vinden is, gras voor de dieren
waarvan immers deze monadenstammen be
staan. Het was een grandioze film, deze rol
prent die zoo vol innerlijke spanning was en
die zoo ongemeen boeide door het ontzag
wekkende van dezen strijd der menschen
tegen de natuurkrachten.
En „Chang". Dat was het wondere verhaal
van Kru. zijn vrouwtje Chantui en hun kin
deren die leefden in het duistere oerwoud
van Siam, waar zij een eeuwigen strijd voe
ren moesten tegen de wildernis, tegen de die
ren van die wildernis. „Chang" was dat
grootsche, verhevene filmwerk van het on
gebreidelde leven daar in de woeste natuur
waar alles strijdt en waakt voor 't leven.
Cooper en Schoedsack, die het bestonden
den maandenlangen trek der Nomaden mee
te maken, die den moed en de durf hadden
om de aanstormende olifantenkudde te fil
men, ze schiepen in „Gras" en „Chang" twee
films, die onvergetelijk zijn, omdat ze zoo
zuiver het leven in zijn uiterste manifesta
ties, het warme, stoere leven in zijn wonder
lijke uitingen weergeven.
Cooper en Schoedack zijn toen naar den
Soedan gegaan. En „Paramount", waarvoor
ze werkten zou zorgen, dat de film die daar
opgenomen werd, nog mooier, nog beter zou
worden. Dus werd een scenario in elkaar ge
draaid, gingen verschillende goede acteurs
scheep naar Afrika, werden honderden ka-
meelen en heele negerstammen gehuurd en
men toog aan het werk. Om de pacifisten
en anti-imperialisten niet te veel in 't har
nas te jagen speelde de film een Jaar of
veertig geleden toen de dames nog queues
de Paris hadden, men in Afrika nog niet
vocht met gepantserde auto's en er nog een
beetje romantiek was.
Welnu, de film „De vier veeren" is heel
onderhoudend, heel spannend, heel boeiend
geworden, 't is een veel-verbeterd, broertje
van „Beau-Geste". maar't is ons niet
duidelijk wat Cooper en Schoedsack er mee
te maken hebben gehad. Indertijd, in pers
communiqués is ons medegedeeld, dat zij
daar In den Soedan zeldzame opnamen van
dieren en inboorlingen hadden gemaakt en
we kwamen te weten dat het iets buitenge
woons zou worden, waarover toen echter een
streng stilzwijgen werd bewaard. Daarna
boorde men niets meer van de camera-men
en hun werk, tot we In de aankondiging van
„De vier veeren" in de bultenlanasche film-
pers de nam^n Schoedsack en Cooper zagen
staan.
Slechts enkele malen bij het zien van de
film constateerden we: dat is werk van de
makers van „Gras" en „Chang". Dat was bij
de scènes van ae brandende steppe als dich
te rook het zonlicht verduistert, vogels ang
stig rondvliegen, bavianen wegrennen, een
boom lnklauteren, zich storten in de rivier
en boven op elkaar kruipen op een klein rots
blok, als kudden nijlpaarden komen aan
gestormd en van den stellen oever neer
plonsen ln den stroom. Dat is geweldig knap
werk. Daar wordt een spanning geschapen,
daar krijgen we prachtige beelden van die
druipnatte, angstige apen, van die kolossen
van nijlpaarden die aandrommen en in 't
wilde weg zich van den hoogen kant laten
ploffen in 't woelige water. Dat, is werk van
de mannen die „Gras" en „Chang" filmden.
Maar de rest. Elke goede Amerikaansche
cameraman weet tegenwoordig wel hoe hij
een gevecht van man tegen man moet op
nemen, hoe hij met de „entfesselte Kamera"
kan werken. Maar deze film, hoe goed zij
ook qua fotografie moge zijn, toont, buiten de
dlerenscènes die wij zooeven noemden, niet
door Cooper en Schoedsack gemaakt te zijn
„De vier veeren" en „Chang" kan men bei
de in de komende dagen in een der Haarlem-
sche theaters zien, zoodat men dan een ver
gelijking kan maken ten aanzien van het
werk van Cooper en Schoedsack in deze
films.
Het is te hopen dat deze twee op avontuur
beluste, knappe camera-men de reeks „Gras",
„Chang", spoedig kunnen voortzetten, „De
vier veeren" is er géén derde deel in. Het
geen echter niets ten nadeele van dit laat
ste werk zegt.
TOCH „JIXI'S"?
(Van onzen Londensehen
correspondent)
Nu bijna een half dozijn jaren geleden
werden de Londen aars verblijd met het voor»
uitzicht van taxi's voor twee personen. Men
hoopte dat deze kleine taxi's veel goed-
kooper ln het gebruik (voor den ondernemer
en dus ook voor den passagier) zouden zijn
dan de bestaande vehikels, die zijn en
waren ingericht voor het vervoer van vier
menschen en hun bagage. De bestaande
taxi-ondernemingen, wier taTieven met recht
te hoog werden geacht, hadden sinds jaren
nul gezet op het request het publiek schap-
pelijker te behandelen. De bedreiging van
de ,,:wee*zitters" zou hun meende men
zeker hun mensche'.ijkheid leeren. Of de
bedreiging dezer kleinere voertuigen van
invloed was of niet, de tarieven van de
„vier-zitters" gingen inderdaad omlaag. De
toenmalige Home Secretary, Sir William
Joynson=Hicks familiaar bekend als „Jix"
(thans Lord Brentford) had zich uitermate
ingespannen om de komst der handige
..twee^sittertjes" te verzekeren. Maar dat
ging niet zoo gemakkelijk. Een commissie
werd ingesteld om van advies te dienen- Die
commissie rapporteerde na eenlgen tijd dat
er alle aanleiding was de nieuwe voertuigen
in openbaar verkeer toe te laten. Maar
toen de bestaande ondernemingen haar
tarieven gingen verlagen scheen de prikkel
voor de voorziening van de stad met de
kleinere modellen te zijn verdwenen. „Jix"
zelf bekoelde dermate in zijn ijver voor deze
goede openbare zaak dat hij in het Lager
huis het verwyt moest hooren dat hij het
rapport der ..Jixi"»commissie negeerde. Maar 1
ai waren de tarieven der bestaande taxi's
verlaagd, dat was redeneerde men geen
reden het plan voor de „jixi's" (de alsnog
imaginaire twee-zitters waren naar „Jix
jixi's" gedoopt) prijs te geven. Het bestaans.
nut voor alle menschen. die er geen ge
woonte van malven hun gezin op sleeptouw
te nemen, van de kleine voertuigen was
duidelijk. Eenlge fabrikan en waagden
voorzien tig lijk een poging het voertuigje in
gevoerd te krijgen. Twee of drie modellen
werden de laatste vijf jaren aan Scotland
Yard ter keurLng aangeboden. Maar slechts
een enkele tweezitter kon genade vinden
in de oogen van Bureaucratlus en Herman
dad. En na al die jaren van actie is Londen
slechts een enkele solitaire jixi rijk. Lord
Brentford is nu ver uitgestegen boven den
staat van zijn Jix jaren en siert het Hooger.
huis met zijn tegenwoordigheid. In die hooge
hallen staan taxi's in welken vorm ook als
onderwerp van debat op den index. He:
Hoogerhais iaat zich niet in me: zulke vul
gaire zaken. En Londen bliift- zijn handige
goedkoopo openbare vervoermiddelen voor
individueel of nagenoeg individueel gebruik
ontberen. Deze geschiedenis, een lijdens.
geschiedenis, heeft deze week actueel be
lang gekregen omdat zoo waar een machtige
onderneming voor de vervaardiging van
populaire auto's het plan voor de Jixi's"
weer ter hand heeft genomen. De heer Morris
niemand minder dan de heer Morris, zit er
achter. En wanneer deze man ran actie iets
onderneemt dan mogen wij in afwachting
recht-op gaan zitten- Zouden wij dan toch
ten langen leste de „jixi's" krijgen, ter aan
vulling van het antedüuviale vehikel voor
het gezin? Dat is de hoop die nu het hart
van den Londenaar vervult.
DE NIEUWE „GEVAARLIJKE
LEEFTIJD".
(Van onzen Londensehen correspondent).
Deze week is bij de bespreking in het La
gerhuis over het nieuwe verkeersontwerp de
vraag behandeld op welken leeftijd een ver
gunning voor rijden met een motorrijwiel
lean worden gegeven. Het- ontwerp stelt voor
dat die leeftijd 16 jaar zal zijn. Merkwaardig
was dat zooveel leden over den leeftijd ver
schillend oordeelden en dat de eene klaar
blijkelijk zonder veel grond, 14 jaar oud ge
noeg vond. en dat een ander 15 of 16 jaar
geschikt vond. Men vraagt zich twijfelzuchtig
af hoe deze menschen aan zulke weinig ver
schillende leeftijdswaa rdeeringen komen
voor dit speciale doel. Het debat verschafte
nochtans iets van een antwoord op deze
vraag. Een afgevaardigde wilde den thans
bestaanden leeftijd handhaven daar hem
nimmer gebleken was dat joneens tusscher.
14 en 16 jaar gevaarlijke rijders waren.
Waarom zou men dan de bestaande bepaling
(die een 14-jarige een rijvergunning seeft)
veranderen? Deze afgevaardigde redeneerde
dat men gerust kan zeggen dat een jongen
tusschen 14 en 16 jaar als bestuurder van
een motorfiets het minst gevaarlijk is. Hij ge
bruikt nog geen alcohol en hij is nog niet
begonnen een meisje het hof te maken. Zijn
rijwiel mist alsnog den last van het meisje
achterop. De jongen van omstreeks 19 jaar.
die een meisje meevoert en haar wil doen
zien wat een heldhaftige kerol hij is op zijn
motor, is de gevaarlijke bestuurder. Hij
stelde daarom onder hilariteit voor dat jon
gemannen van 19 tot 21 jaar geen rijvergun
ning zouden krijgen. Want die jaren bepaal
den den gevaarlijken leeftijd. Deze afgevaar
digde was klaarblijkelijk een deskundig man
in de zaak van motorfietsen en leeftijden.
Want hij meende ook dat aan menschen
boven 60 jaar geen rijvergunning moest wor
den gegeven. Zijn vader .zeide hij. reed ver
leden jaar. 82 jaar oud. meer dan 10.000 mijl;
maar hij had geen 10-000 meter mogen rijden.
Verscheidene leden maakten zich verder
warm over de kwestie. En de minister van
Transport maakte daar een einde aan door
te vragen om redelijkheid en gezond inzicht,
in de zaak. Hij was niet bang dat de zaak
een crisis voor de regeering zou maken en
hij vond 16 jaar een niet onredelijk mini
mum. Waarbij men zich tenslotte neer
legde.
„Roovers in avondcostuum" aldus luidt de
kop van een sensationeel nieuwsbericht in
een Londensch blad.
Wij teekenen hierbij echter aan, dat vele
kellners n ie t te veel rekenen.
(Van onzen Parijschen correspondent).
Het zijn altijd de tragische omstandighe
den geweest, welke in Frankrijk het natio
naal saamhoorigheldsgevoel opwekten. Zoo
ook nu. Een groote ramp is over het land ge
komen, een tiental departementen is ontzet
tend geteisterd door de overstroomingen,
honderden menschen zijn verdronken, hui
zen en boerderijen zijn in elkaar gestort als
kaartenhuisjes, duizenden menschen zijn van
al hun hebben en houden beroofd en op slag
straatarm geworden En daar heeft zich in
eens over héél het land een hu.pcomité ge
organiseerd en ieder mensch desa het zijne
om te hulp te komen aan de onfortuinlijk
landgenoot en. In de kerken, op de scholen,
in de winkels, bij de banken, in cafes, op
straat, overal en overal, tot ln de kleinste ge
huchten Is gecollecteerd, zijn kleeren en le
vensmiddelen ingezameld om hulp te bieden
aan de ongelukklgen. Maar ondanks dat. on
danks de hulp ook van de overheid is er nog
een groote tekort om alle schade te herstel
len.
Toen Nederland geteisterd werd door na
tuurrampen, door stormen of overstroomin
gen ide Kloet-uitbarsting, de ramp van
Borculo) zijn de Franschen spontaan te hulp
gekomen .Moge het herinneren hieraan vol
doende zijn.
Nu het water wegtrekt ziet men eerst welk
een schade er is aangericht. Ooggetuigen
hebben ons de ontzettendste verha:en ge
daan van de trieste tafereelen welke zich
daar in het Zuiden afspeelden. En nog kan
men niet bij benadering zeggen hoevee! men
schen zijn omgekomen in het water en voor
hoevee! millioenen er verloren zijn gegaan.
"We hebben ons gewend tot. den onder
staats-secretaris, Marcel Héraud, om hem te
vragen hoe het er nu mee staat, in ho?verre
de hulp-dienst is georganiseerd. De contro
leur-generaal van de verwoeste gebieden, de
heer Besques, was zoo Juist van zijn inspec
tie-reis teruggekeerd en had den minister
een uitvoerig en gedetailleerd verslag uitge
bracht over zijn bevindingen.
Kent men nu precies het aantal slacht
offers, den omvang van het. overstroomde
gebied en de materleele schade, meneer de
minister?
Helaas nog niet, eerst over enkele dagen
zullen we een volledig overzicht hebben, zoo
zei de heer Héraud ons.
Zoudt u me willen vertellen hos het nu
staat met de hulpdiensten?
Ik kan u dan alvast dit zeggen: voor
nieuwe overstroomingen hoeft men niet te
vreezen. Niet alleen omdat de weersgesteld
heid beter is maar ook omdat de noodigc
voorzorgsmaatregelen werden getroffen om
een herhaling van dit ontzettende drama te
voorkomen. Een ander resultaat nog is dat er
op het oogenb'.ik geen eene daklooze meer is
Alle ongelukklgen zijn ondergebracht of bU
buren of in openbare gebouwen, scholen b.v
Het eerst zijn we begonnen om al die men
schen ook van kleeren te voorzien, want met
de meesten was het allertreurigst gesteld. Dc
doorweekte plunje welke ze droegen was zoo
wat het eenige wat ze hebben kunnen red
den. In allerhaast ook hebben we cantines
georganiseerd waar de slachtoffe-s gratis
hun maaltijden vinden. Veel, ontzettend vee',
hebben we daarbij te danken aan het per
soonlijk initiatief en de groote hulpvaardig
heid van de heele bevolking, die onder lei
ding van de prefecten en van de burgemees
ters alles in het werk heeft gesteld om de
minst fortuinlijken te helpen. Alle werkloo-
zen zijn aan den arbeid gegaan. In allerhaast
ook is men begonnen met het ontsmetten en
beg aven van de lijken. Het ministerie van
Hygicne is hier krachtig en daadwerkelijk te
hulp gekomen.
Dat alles vereischte natuurlijk een gewel
dige administratie.
Ja, maar we hebben het zoo eenvoudig
mogelijk gedaan. Van den beginne af aan
hebben we gezegd: practlsch en snel werken,
voor alles, zoo min mogelijk paperassen en
administratieve rompslomp. Ook om het gold
te sparen en elke centime zoo nuttig mogelijk
te besteden. Natuurlijk heeft u wel gelezen
d3t er ook al dadelijk weer de noodige indi
viduen waren die trachtten de ellende uit te
buiten met het maken van plannen voor een
wederopbouw. Daartegen zijn we onmiddel
lijk heel krachtig opgetreden en we hebben
die heeren zoo gauw mogelijk weggewerkt.
Het ministerie van Bruggen en Wegen heeft
ons dadelijk de meest kundige architecten
gezonden om te constateeren wat moest
worden opgeruimd, wat kon worden hersteld.
Daar waar gevaar voor instorten bestond is
de genie-troep aan het werk gegaan om af I
Montauban.
te breken of zoo mogelijk te repareeren.
En hoe wordt het geld verdeeld?
Van de in alle haast door het Parlement
toegestane honderd mllloen zijn er vijf en
twintig aan de prefecten gestuurd voor de
eerste en allernoodzakelijkste onkosten. Aan
een wederopbouw kan man eerst later begin
nen. Maar 't is nu al zeker dat daarvoor een
bedrag van honderd mlhioen bU lange na
niet voldoende is. De regeering overweegt
een wetsvoorstel om daarin te voorzien. Wel
za! men. hetgeen ln het belang van héél het
land is, zoo spoedig mogelijk de schade moe
ten herstellen. Want vergeet u niet dat het
voornamelijk landbouw-dlstricten zijn, welke
door deze rampen werden getroffen.
Onmogelijk is het dan ook niet dat men zal
beginnen om een bepaald type lichte con
structies te zetten ln afwachting dat de
groote boerderijen weer zijn opgebouwd.
En zal men een schadevergoeding ge
ven aan de slachtoffers?
Daaromtrent is nog niets bepaald. U be
grijpt wel dat dat alles eenlgen tijd duurt,
want natuurlijk was niemand voorbereid op
zulke rampen.
Maar waar iedereen in Frankrijk heeft ge
toond zijn plichten te kennen, daar is er
wel hoop dat alles ln het werk za! worden
gesteld om zoo spoedLg mogelijk de materlee
le schade althans te herstellen.
HENRY A. TH. LESTURGEON
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Schoonmaak wij mannen wor
den de deur uitgestuurd de
moeilijkheid van lunch-bestellen
luieren is zoo gemakkelijk niet
groote inslag van bonbons de
circuspaardcn hoe ons cadeau
insloeg.
Op dien morgen had mijn vrouw mij ge
vraagd maar niet te komen koffiedrinken,
omdat het schoonmaak was en zij met haar
helpsters vandaag eens flink op wou schie
ten. Natuurlijk heb ik daartegen niet gepro
testeerd: het is in het algemeen verstandig
thuis niet te protesteeren en zeker niet in
schoonmaaktijd. Bovendien is het wel eens
aardig om buitenshuis te eten. want dan
krijg je nog eens wat anders dan het kopje
koffie en het broodje mot kaas of koek, nu
en dan afgewisseld door een kliokje van den
vorigen dag. Tegen half een stapte ik dus
naar 3rinkmann om te gaan lunchen, daar
het immers onze Nederlandsche gewoonte ls
om, wanneer wij iets bijzonders doen. daar
voor ook een buitenlandsche uitdrukking te
gebruiken. Thuis drink Je koffie en ga je
eten. elders ga Je lunchen of dlneeren. Dit
is een van de ingewikkeldheden van onze
taal en ik meet zeggen, dat de man. die het
eerst op de gedachte gekomen is een noen-
maalgelegenheid op te richten, wel een groot
men sch en kenner moet zijn geweest, dat hij
die lunchroom noemde, al raakt menige
Nederlandsche tong met die ch in den knoop
en houden somm gen het nog altijd voor een
soort van room, d.w.z het fijnste van de melk.
Goed dan. Ik stapte dus naar Brinkmann.
«a op den hoek van de Groote Markt en
Gioote Houtstraat zorgvuldig te hebben om
gekeken of er niet uit de eene of andore
richting, want er zijn er twee. die je den
dood kunnen aandoen, een auto of een fiets
nadesde. die het op mijn leven voorzien had.
Dit niet zoo zijnde, stapte ik den Rubicon
over en Brinkmann binnen, maar wie schetst
mijn verbazing (zouden de oude romanschrij
vers 2eggen) toen ik daar Hupstra zag zitten
eenzaam aan een tafeltje.
„Wat doe jij hier, Hup?"
„Schoonmaak", zei Hupstra. „En jij dan?"
..Schoonmaak", zei ik en na dit antwoord
bestudeerden wij de kaart en bestelden hot
een en ander, dat U niet interesseeren zal,
maar waarvan ik alleen dit zeggen wil: zoo
dra Je het besteld hebt, ben je ervan over
tuigd, dat iets anders lekkerder geweest zou
zijn. Onze lunch was nog niet aangekomen
of in ons gezichtsveld verscheen vriend Hop-
ma, die lijnrecht op ons tafeltje afstevende
en het wachtwoord van den dag „schoon
maak" liet hooren. Er waren niet veel woor
den noodlg om elkaar te begrijpen, maar wij
vonden het toch wel merkwaardig, dat van
den anderen kant opeens van Stuiteren na
derde. dien wij onmiddellijk herkenden aan
zyn kuchje, geen gewichtig doend kuchje,
geen verlegen kuchje, maar toch zoo'ets van
„daar kom ik eau" Zoo waren wü dus met
ons vieren; wel mocht één van ons zeggen,
dat het op een ki'airsbijeenkomst leek. want
laat daar nu zelfs Wouter het eethirfs bin
nenstappen en zich by ons scharen, zoodat
de kellnor, daar een vierkant tafeltje maar
vier kanten heeft, genoodzaakt was een
tweede tafeltje bij te schuiven.
Ik zal U niet vermoeien met de opsomming
van de verschillende menu's, hoewel ook
daaruit misschien menschenkennis zou zijn
te puren, maar onze lunch duurde nog al
lang; het kopje koffie werd uitgesmeerd,
figuurlijk natuurlijk, want wij zijn als ge
trouwde mannen veel te goed gedresseerd om
niet te weten, dat een koffievlek op een
tafellaken bijna een doodzonde is, behalve
op Zaterdag maar er kwam dan toch ein
delijk een eind aan en de merkwaardigheid
was, dat na afloop niemand zin had om weer
naar zijn werk te gaan. Bij zoo'n ongedachte
ontmoet 'r.g voel Je Je feestelijk nietwaar en
nu wij dan toch eenmaal door onze vrouwen
om zoo te zeggen de wei waren ingestuurd,
kwam er meteen een gevoel over ons van
jonge veulens, die wel eens een dartelheid je
willen doen.
De vraag was evenwel wat. Een voorstel
van Wouter om ergens in e?n hoekje wat te
gaan zitten whisten, werd met algemeen
BIJZONDERE VERDEDIGINGS
MIDDELEN.
Merkwaardig zijn de middelen "oor zelf
verdediging, waarover sommige dieren be
schikken. De lnktvisch bijvoorbeeld, maakte
al lang vóór den wereldoorlog een rook
scherm. Dit dier kan nl. een dikke, zwarte
inkt uitspuiten (die gebruikt wordt bij het
maken van sepia) en die, vermengd met het
zeewater, een onzichtbaar makend scherm
vormt.
De ..zeekomkommers", cilindervormige die
ren \-an ongeveer een voet lang en donker
van kleur, bezitten speciale organen, die lan
ge, fijne draden kunnen uitschieten, welke,
zoodra zij met het zeewater ln aanraking ko
men, taal en klcve.rlg worden. Andere dieren
raken ln deze draden verward en kunnen
niet meer loskomen.
Zee-anemonen zijn zachte, gelel-achtige
dieren, die het zeker hard te verantwoor :on
zouden hebben als zij niet over een eigen
„geschut" beschikten, waarmee zij scho
ten lossen, als zij worden aangevallen. Dit
„geschut" bestaat uit lange draden, die oen
vloeistof, soms wel een vergiftige vloeistof,
bevatten. Deze draden kunnen de zee-ane
monen. door middel van een soort „trekker"
plotseling doen uitschieten. ZIJ dringen dan
in het lichaam van den vijand. Er is een ze
ker soort krabben, die zelf over geen wapens
beschikken en daarom ln hun scharen zee
anemonen vasthouden en met zich meedra
gen. In tijden van gevaar treden de anemo
nen dan als verdedigers van de krabben op.
hoongelach ontvangen. „Wat! Zouden wij
onze reputatie in gevaar brengen door
midden op den dag, ja zelfs nog vroeger,
want het was pas half twee. ten aanschouwe
van iedereen, die binnen bliefde te komen,
te gaan zitten kaartspelen?" Tegenover de
algemeene afkeuring bleef hij op den achter
grond en zei voorloopig niets meer.
Een voorstel van Hopma om gezamenlijk
naar dc bioscoop te gaan, werd als te kin
derlijk verworpen, maar gaf toch aanleiding
tot een uitgebreide gedachtenwlsseling tot op
het oogenblik. dat van Stuiteren opmerkte,
dat wij er niet verder over hoefden te spre
ken, omdat er op Donderdag geen matinée
in de bioscopen is. Van Stuiteren, altijd spor
tief, stelde voor, dat wij een wandeling zou
den gaan doen in het belang van onze ge
zondheid, onze hartfuuctie en de slanke lijn,
waaraan de meesten van ons inderdaad be
hoefte hebben. Ook dit kon geen instemming
verwerven .De menschen", zei Hopma.
„zullen vragen: „waar gaan die vijf kerels
naar toe midden op den dag?"
Wel vermat ik mij om daarop te antwoor
den. dar. het publiek daarmee toch niets te
maken had, maar nu de mogelijkheid, dat
wij een mal figuuY of een ongunstig figuur
of een raar figuur of een zonderling figuur
zouden maken in de oogen van onze mode-
menschen, eenmaal was geopperd, was het
denkbeeld van de wandeling ten eencnmale
verloren. Vooral toen Hopma de opmerking
maakte: „wie wandelt er tegenwoordig nog!"
Na die opmerking kwam de valsche schaam
te. een van de meest kenmerkende eigen
schappen van den Nederlandschen stam, in
haar volle kracht naar boven. Als men niet
meer wandelt, dan mogen wij dat ook niet
meer doen. In het buitenland is dat wat
anders, daar ga je heen om er te wandelen
en dan wordt het ln Nederland verachte
wandelen opeens bijzonder lofwaardig. Dit
!s wat men de samenleving noemt; je kunt
het ook apenkooi noemen, omdat apen de
gewoonte hebben elkander na te bootsen.
..Het zou alleen kunnen," zei Wouter, die
na zijn teleurstelling weer wat moed had ge
kregen. .diet zou alleen kunnen, wanneer wij
een hoogen hoed droegen en dus bij het
publiek den indruk vestigden, dat wij een i
vriend gingen begraven''. Intusschen was tot
deze maskerade niemand bereid en de naar
geestige Indruk, die bij ons gewekt was
door de gedachte van een begrafenis van
een vriend, werd weggenomen door de tref
fend juiste opmerking van Hupstra: „waar
zou je in den schoonmaaktijd Je hoogen
hoed kunnen vinden?"
Met dat al was er nog geer. plan de cam
pagne aanvaard. Eer. denkbeeld Van Hopma
om het Frans Hals Museum te gaan zien,
werd met algemeene stemmen op één na
afgekeurd. Zoover was het met ons nog niet;
dat doe je alleen als Je gasten hebt op een
regenachtigen Zondag. De quallteit van de
plannen, die er geopperd worden om geza
menlijk den middag door te brengen, nam
voortdurend af. Tenslotte kwam van Stuite
ren op het idee om te gaan kijken naar de
nieuwe sluis te IJmuide.n en dat zou mis
schien ook wel gebeurd zijn, wanneer niet op
datzelfde oogenblik sombere regenwolken
een blijkbaar ijskoude stortbui hadden los
gelaten Onder zulke omstandigheden konden
vrij er niet toe komen, één van de wonderen
der Nederlandsche techniek te gaan bekijken,
zelfs niet na do droge opmerking van
Hopma: ..'t is grappig, in LJmuiden zijn de
duinen afgegraven om het water toe te laten
en in de Zuiderzee wordt het water wegge
werkt om den bodem droog te krijgen.
Wij bestelden nog een kopje koffie, omdat
je toch niet kosteloos op Brinkmann's stoe
len kunt blijven zitten, toen Hupstra plot
seling een verboden onderwerp aanroerde,
want ik weet niet of ik het vroeger al eens
verteld heb, maar het ls al lang geleden, dat
wij besloten crltiek op de schoonmaak in en
buiten de krans niet toe te laten. Wat wij
mannen erover denken, weten we precies,
maar terwille van den lieven vrede houden
wij het voor onszelf en toen Hupstra de
eerste woorden van critlek Liet hooren. werd
hij door een gesis in den heelen kring tot
zwijgen aangemaand. Zelfs had dit Incident
ten gevolge, dat van Stuiteren, die werke
lijk dikwijls aardige ideeën kan hebben, ons
aanspoorde van de gelegenheid gebruik te
maken om hulde te brengen aan den yver
van onze schoonmakende vrouwen door een
parig, een ieder voor zich. een groote doos
bonbons te koopen om die met etenstijd
thuis aan de belanghebbenden te verceren-
We braken dus op en kochten de mooisto
doozen bonbons, die er ln den winkel to
vinden waren, met het gevolg, dat t.oen we
weer buiten op straat stonden, dezelfde on
zekerheid terugkeerde over wat wij nu moes
ten doen. Zij. die kantoren hebben, g'ngen
daarheen, hoewel zU naar hun eigen zeggen
in dezen slappen tijd daar niets te doen
hadden. Wouter, die rentenier is zooals men
weet. ging een wandeling maken naar B'.oe-
mendaal, want ai is met Je vijven wandelen
verboden, tegen een wandeling alléén bestaat
geen bezwaar. Hiermee was onze bijeenkomst
geëindigd en maar weer opnieuw gebleken,
dat een man. wanneer hij aan zichzelf la
overgelaten, toch maar een zwak en gebrek
kig schepsel ls en niets anders weet te be
denken dan als een clrcuspaard te gaan in
denzelfden draa! van toderen dag.
En als nu de lezer wil weten, hoe onze kos
telijke bonbons t.huts ontvangen werden, dan
kan ik hem vertellen, dat twee van de dames
waren gaan rusten, doodmoe van de inspan
ning van de schoonmaak, dat er één niet kon
eten van vermoeidheid, dat één de doos ln
de kast zette voor de kleinkinderen Zondag
en dat de vijfde, heel dankbaar, deed op
merken: „Je weet toch. dat ik niet van bon
bons hou."
Uit een en ander zal blijken, dat het best
bedoelde geschenk op een mislukking kan
uitloopen en dat wij maar liever op de ge
wone manier thuis moeten koff'edrlnken met
een broodje met kaas- Dat gebeurt nu ook
weer: het hoogtepunt, het koortspunt als ik
zoo zeggen mag. van de schoonmaak is voor
bij. er blijven nog wat restantjes. maar die
komen niet ln botsing met den gewonen
hulselijken gang van zaken en zoo gaan wij
het voorjaar opgewekt tegemoet.
FTDELIO-