BRIEVENBUS Aan Allen HET TAMME HERT. EEN ARM JONGETJE Brieven ann do Redactie van d« Kinder-Afdeellng moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN. Marnixstraat 20. DO RUS RIJKERS. Zoo, kom je claar ook weer eens aanzetten. Je hebt maar een besten verjaardag ge had. Doet je vlieger het fijn? Welk boek heb Je van Hillcs bons gekre gen? En wanneer komt de fiets? Dat is het allerprachtigste cadeau, hè? Hoeveel oliebo len heb je wel naar binnen gewerkt? En wat waren de schoolkinderen ln liun nopjes, dat Jij zoo fijn tracteeren ging. De choco lade smaakte zeker ook lekker. JOPIE SLIM. Wat een grappig postpapier was dit. 't Is maar heer lijk, dat Je met de belde ku sens k aar bent. Iloe gaat 't nu met Roe..kopje? Mag JIJ al weer imar school? Je heb den MaartwodstrUd toch zeker wel «Oiczen. Wat voor opstellenbookje be doel Je? POESEN MOEDERTJE en ROOD KAPJE. Neen, 't was niets e:g, dat jullie een paar weken vacantie heb ben genomen. Is 't voor jullie soms gemakkelijker om den brief naar de Groote Houtstraat te brengen? Dat mag best. MARINIER mag zijn schuilnaam houden. BOODSCIIAPPERTJE mag zUn schuilnaam houden.. DE KLEINE VIOLIST. Dat was wel een wondere loop van omstandig heden. Ik vond het niets erg hoor. alleen oen beetje professsoraal. Als mooier or niet geweest was, zat Je brief mlsschcn nog ln Je b'.oc-note MOORKOPJE. Dat Ls mooi pas send i>oslpaplcr voor een moorkopje.. Hoe Ls 't er nu mee? Had Je tweo dik ke wangen? Het is gelukkig geen ernstige ziekte. Je had nu mooi den tUd om den boekenlegger af te maken. Is hU klaar gekomen ALBA. Je raadsels zUn goed. Dat is een reuze voorraad. MOEDERS GROOTSTE HULP. Waar heb Je het zoo druk mee? Is moeder soms al aan den schoon maak? 't Is maar vriendelijk van broer, dat hU Je secretaris wou zUn. 8ANTPOORTERTJE. Dat waren twee vliegen ln één klap. Waar werkt Je broer? Ben Je aan 't wedstrljdwerk begonnen? Hoe gaat 't met de ver koudheid? De maand Maart sohUnt altUd vcrkoudhelds-baclllen rond te strooien. W. L. Gefeliciteerd met Je over gang. Laat dit laatste jaartje Je beste jaartje zijn. Heb Je nu Je rapport? Prettig, dat er steeds een nieuweling bij komt. En wat een voldoening voor Jc. dat 't programma Donaerdag zoo keurig werd afgewerkt. WENDA. 'k Herinner me niet. dat Ik Jou gezien heb. Was maar naar me toegekomen. Wat gezellig dat moeder en tante er ook waren. Die schoone slaapster was mooi, hè? Die drie kleine kleuters vond lk ook erg leuk BU welk clubje ben Je? DE KLEINE CHAUFFEUR. Het doet nu» plezier, dat de atlas zulke goede diensten bowUst. Ik hoop, dat Je or Jaren wat aan hebben zult. Heb Je Zondag met vader ln den Hout ge wandeld? JUFFERTJE WILDZANG. Je raad sels zUn goed. PIERRE LA PEU. Komen er al vogels ln je vogeLhulsje? Hoe oud zUn de twoedngen? Heb Je hun voorge lezen wat er ln hot. briefje stond Je zult vast lung plezier hebben van die kastanjeknoppen Wat leuk, dat Je zelf een rotstulntje hebt gemaakt PALLE. Dus jij weet nu de Mar nixstraat wel goed te vinden. Is Je fiets nl gemaakt? Wat zal dat een mooi gezicht zUn. a s belde c lvia's bloeien. Aardig, dat Je die auto- speldjes verzamelt. Hoeveel mun en heb Je al? Vraag er maar eens om ln de Ruil-Rubrick. HET RIETVOORNTJE. Ben Je aan den nieuwen wedstrijd bron nen? Ik ben benieuwd we k onder werp Je gekozen hebt. GRETHA cn RIKA. Jullie zUn woikom- Zet de vo'genr'o wenk Je schuilnamen maar oneer Je we k. PRIMULA. 't Is a'tUd maar het beste om 's avonds direct aan Je huis werk te beginnen En dan zou Lk eerst maar de sommen onderhanden nomen. Wat zitten Julhe mooi in de bloeiende planten. HET ZAANDAMMERTJF. Ja hoor, JU mag ook tante zeggen. Ik denk, dat we allemaal wel naar de Lente verlangen, want die maand Maart ls toch zoo wispelturig. Was Je verleden jaar ook aan de werktuin- tjes? HET VELUWSCIIE MEISJE. Weineen, ik de nik hoelcmaal niet zoo leelljk over Je. Als Je de gcede din gen van een ander overneemt, is dat nog geen na-apen. DOORNROOSJE. Je meet goed op de machine leeren naaien, voor je kleedingstukkcn kunt maken Als je goed Je best doet, komt die tijd gauw genoeg. Is Je buffetlooper haast af? Dat ls zeker een prettig wencje. wat waren die kruis randjes snoezig. JU wordt maar een knappe handwerk- ster. KORENBLOEM. Je raadsel is goed. Je was er de vorige week ze ker bij ongeluk tusschen uit geglipt, maar bij mU sta Je opgoteekend. Wat leuk, dat je moeder vroeger bij mU in de klas heeft gezeten. Wat ga Je doen, als je van school bent? Waar om niag Je niet meer fietsen? KRIELKIP. B«n jo al flinik aan 't werk voor den wedstrUd? JU bent or altijd als de kippetjes bU. Breng me je album maar eens. dan zal ik er een versje ln schrUven. KORSTJESKNAOER. Bedoel je de woorden: veni, vidl, viel? Hebben Jullie nu al tegen de chib gespeed? 't Was Woensdag niet veel weer om te trappen Of heb JU er je niet aan gestoord? KONIJNTJE. Jo moogt dezen schuilnaam houden. Je schrUft maar wat keurig KLEINE ULBO. JU moet Jo maar wat op weg helpen, HIJ heeft een aardlgen schuilnaam belacht. Wat heb je reusachtig veel voor je verjaardag gekregen. WIPNEUSJE. Je vorborgen be roepen zijn goed. Wat zal verpleeg stertje bUI zijn geweest, toen je haar opzocht. Als ik Je raadsels togen kom. zal ik ze plaatsen Je mag best wat ln je opstel over die gestrande boo ten schrUven. BRILLANTSTER. Als ik kan, kom lk op die Tentoonstelling een kUkje nemen. Prettig voor je, dat Je kussen haast klaar ls. Wat gezellig dat vader 's avonds uit Je prijs voor leest. APPELMOOTJE. WU mopperen als het regent. Maar de buitenman laoht ln zUn vuistje, want de grond ls o zoo droog. Ik geloof wel, dat er heel wat verkouden menschen zUn ZUn Jullie thuis allemaal gezond? APPELTJE. 't ls prettig, dat Je nog een poosje op de Huishoud school mag blUven Hoe meer je weet. hoe betere betrokking je later moet krijgen. Volgens de Leerplicht, mag je wel van school, maar lk zou er nog maar een jaartje opblUven. NACHTEGAAI,TJE. HartelUk ge feliciteerd met moeders verjaardag. Hoe vond moeder Je handwerkje? En hoe ver ben Jc nu met Je Jurk? Dat ls een heel werk, hè? VIOLETTA. Je raadsels zUn goed. Die zuster van Jou kan maar mooi schrUven. EEN NAAMLOOZE schrUft. dat zU of hU de vorige weck te laat was. Wat Jammer, dat nu de brief wel op tUd ls. de naam achterwege ls geble ven. RANGEERDERTJE. 't Doet me genoegen, dat het boek naar Je zin was. Wat was dat wel een vreugde dag voor je, toen de flets arriveerde. Kun Jc *t nu al? Zorg nu maar. dat Je 't voor de groote vacantie geleerd hebt, dan kun Jo heerlUk genieten. BLOEMENDAAL8TERTJE.. Je moogt natuurlUk wel de raadsels van Afdeellng II oplasen, maar om dat Je volgens Je leeftUd ln Afdee llng I tnuLs hoort, mogen die alleen maar meote Ion. Alle beetjes helpen. GOUDELSJE. Als je zelf d'e wandeling gemaakt hebt, kun Je er het beste een opstel over maken. Je raadsel ls goed. Je gaat met schrij ven maar goed vooruit. MOEDERS GROOTSTE HULP Nu staat er wel een br lef voor Jou in de Brievenbus. De kans om mee te mogen loten voor een raateïloriis is nog niet verv-ogen. PoppenJeind mag meedoen. Ja. lk vind 't een leu ken naam. Maak JU dan maar een opstelletje over de Bolwerken, 't Be hoeft niet laiu te zUn. Waarom moet lk om de Ruil-Rubrtec dertfeen? DROOMKONINKJE. - Nu was je goed op tijd. Je hebt tooh al oo de RubrlekertJoslUst ges-aan? Weke boeken heb je te lecnl A's het mooi weer ls, geniet dan p>ia- zooveel je kunt van buiten-zlja 't Is vandaag volgens den kalender het begin van de Lente. Ik zal in de Ruil-Rubrlek Je vraag zetten. Wat zuilen jullie van den zomer lekker smullen van de eigen groente. DE KLEINE DOKTER. 't Is maar een prettig vooruitzicht, dat JU later allo menschen wilt heipon, die een ongeluk hebben gekregen. Mis schien weet je dan ook een miiddel om te maken, dat de menschen geen ongeluk meer krijgen. HET TIMOREESJE. 'k Ben bUj. dat de wedstrUd naar Je zin ls. Komt die mevrouw heelemaal naar Haar lem om piano-les te geven? Prettig, dat Je ook zooveel van teekenen houdt. SPRINKHAANTJE. Dan kom Je van den zomer ln mijn buurt. Deze wedstrUd ls Juist een goede oefening voor Je. Je moet op 't examen zeker ook een opstel maken? KLEIN DUIMPJE. JU hebt al een reuze-ketting van woorden. Ik hoop ook voor Je, dat Je ondor de prUswlnners behoort. Wat heeft de meester mooie cadeaux van Jullie gekregen. PRIKKEBEEN. Heb je nu ook het tweede verhaal gelezen? Of had Je er nog geen lust ln? DOCTOR MYSTERO. Pret/Mg Jongen, dat alles maar weer zUn oude gang gaat. Ik kan me inden ken. hoe blU Gerrie ls met zUn auto Ben Je nu met den molen k'oar? Draalt hU goed? Wanneer kunnen de duiveneitjes uitkomen? VERPLEEGSTERTJE. Hoe voel je Je nu? Heb je nergens pUn meer? Dat die kleine broer je niet nieer kende. Heb je de das klaar? Mag Je nu weer naar de school? ZEVENSTER. Moet Je veel re- peteeren voor zang? Is je kussen af? En heb je al weer een nieuw hand werk onder handen? Komt er veel van Je op de tentoonstelling? SNEEUWKLOKJE. 'k Ben bUj kind, dat je weer bent opgeknapt. Wat aardig, dat meneer cn mevrouw L. door de Brievenbus gedreven wer den om je op te zoeken. De hond kent Je zeker al goed. Breng mU je al bum maar eens. Oa Je ook weer naar school? AMICO- Twee maanden Ls nog een heel poosje, vooral a's Je er voor staat. Gefeliciteerd met Je oomschap ZANGVOGELTJE. - En JU ook al voor de tweede maal tante. Dat klinkt deftig, Is 't een lief neef- Je? Wat heeft hij mooie namen ge kregen. Ben je in de Postzegel-Ru briek? Hoe gaat 't mot Poppenver- pleogstertje? Is de bof al over? JAN STEEN. Je raadsels zUn goed. EGMONDERTJE. 't Is niet noo- dig, dat er een enveloppe om je briefje zit, als je maar zorgt, dat mUn naam bulten op staat. Maak jU dus die mooie paarse velletjes maar eerst op. CITROENSCHILLETJE. Als je altUd zoo duidelUk b Uft schrUven, mag Je altUd met potlood blUven schrijven. Nu krijg Je ook geen vuLe vingers, hè? VIOOLBLOEMPJE. Prettig voor Je, dat de juffrouw zoo tevreden over Je werk was. Wat naar, dat moeder weer ziek is. Ik hoop voor jullie! dat 't leed nu weer geleden ls. Is de bruidsjapon voor Else klaar gekomen? *t Zal wel snoezig staan, vooral met die b auw zijdon onder- Jurk. 't Was niet erg. dat bovenkant van Je papier was afgeknipt. KONING WINTER. Je kunt moelek een opstel over de Bolwer ken maken, als Je er eerst niet eens een kUkje hebt genomen. Ga er Zondag maar eens wandelen en geef dan Je oogen goed den kost. VERGEET MIJ NIETJE. Hoe Ls 't met zusje? ZUn de mazelen ver dwenen? Ze moet zeker goed eten van dan dokter, als ze zoo mager ls. Doe JU dan met Kruimeltje maar mee in Afdeellng II. KRUIMELTJE. Een keer over slaan hindert niets. Ben Je al aan den MaartwodstrUd begonnen? Wat fUn hè. dat die Vergeet mU nietje een raadselkamertje heeft. Zo zal het misschien niet zoo heel prettig vin den, dat ze nu gedwongen vacanJe heeft. ROZENKNOPJE. Vond Je het bock zoo prachtig? Nu dat doet me plezier. Aardig van Je, dat Je vrien dinnetje het ook mocht lezen. Hoe gaat het nu met grootmoeder? DE KLEINE VOETBALLFR. 't Is nu vl'.ogertUf hè? Maar Je laat de voetballer er toch niet voor staan. Kranig, dat Jullie club weer gewon/» nen heeft. Wonen de grootoudere ln Je buurt? MEJ. M. C. N. Hoe gaat 't nu met Ismene? Mag hij al uit bed? t Doet me plezier te hooren. dat hij zoo dol op de Rubriek ls. Als hij praatjes gaat krijgen, zal de ziekte zeker een goeden keer nemen, 't Is al weer een rust, dat hij op school zoo goed mee kan. Nu behoeft lüj zich voor 't overgaan niet ongerust» te maken. Van harte beterschap ge- wenscht mot den kleinen patient. PAASCHHAASJE. Heb je het boek au uit? Je houdt zeker veel van Je cwee broertjes? Kan de jongste al loopen? Ga je straks mooie eitjes la ie paaschwei brengen? ELFENBLOEMPJE. Je mag best sens vacantie nemen. De kleine Zee man en ZwartkUkertJe mogen hun schuilnamen houden. De drie brief jes mogen wel in één enveloppe. Styntje mag tot September met Afdeellng II meedoen. BALLENBREISTERTJE. Jij vond het zeker wel fUn om naar tante toe te gaan, vooral nu dat nlchtjo er ook kwam. Knap van je om ln dien tUd nog een kleedje te haken. Orgelspelen ls eigenlUk nog nioel- lUker dan pianospelen. Heb jU ook wel eens een vlieger opgelaten? Is het paardenleidsel nu klaar? Leer jij GiJs nu maar lezen van de letter- plankjes. 't Hindert niet, als je nmer dieren dan planten hebt. Wat fUn, dat er bU Jullie in 't bosch zooveel narcissen groeien. FRANS HALS. Je raadsel is goed. NEVADA EN UITLOOPER. Ucl schUnt wel, of de maand Maart do hoesttUd ls. Als Johan geregeld werk van school krUgt en 't ook geregeld maakt, zal hij heusch niet achter komen. KERSTROOSJE. JU bent zeker met frlsschen moed aan den wed strUd begonnen. Aardig van Ran- geerdertje, dat Je zUn prUs ook mocht lezen. Is het slabbetje voor da oop klaar gekomen? Wat maken 'ullie gezellige handwerkjes onder de handwerkles. MAGNOLIA. Voor een nleuwe- ingetje rs 't al heel knap als Je 5 raadsels goed hebt. Wat heerlUk, dat lullie zoo'n grooten bloementuin hebben. Werk Je er ook wel eens in? FREESIA. 't Ding al wat goed met de raadsels. Heb Je deh viieger al eens opgelaten? Wel fijn, dat er bij e huis zoo'n groot land ls. Een kleine vlieger Ontmoet minder geva ren want die antennepalen zUn een chte strop. A. B. C. In een kamp behoef Je volstrekt niet uitsluitend brood te riten. Als Jullie Jongens op eigen ge- •cnhetd gaan kampeeren. kan lk me voorstellen, dat 't middagpotje erbU inschiet. Maar 'k kan me ook begrijpen, dat er jongens zUn die 't van den zomer eens anders willen. JAN TER H. Mieren zUn beslist nuttige dieren. Vooral de roode boschmler.Deze doodt in de bossch n schadelUke Insecten. Deze sehadelU- ke insecten belemmeren den boom- ,roeL Dus doodt geen mieren. MARIETJE O. Je kunt wel eens om zoon patroontje vragen ln do {uil-Rubriek. Misschien is er een Rubrtekertje dat 't ook heeft ge bruikt. In het b-elboekje van Beyer staat de waaiersteek beschreven. DE TWEELINGZUSJES, 't Deed me plezier wcr wat van Jullie te ooren. 't Is goed, sturen Jullie de raadsels maar om beurten in. Haarlem, 21 Maart 1930 Marnixstraat 20 W. BLOMBERGZEEMAN EEN KWAJONGENSSTREEK Er was eens een jongen die op straat aan een heer vroeg of hU soms even voor hem aan een huisschel wi de trekken, want. zoo zri de deug niet, hU kon er zelf niet bU De h ~*r was erg vrlcndelUk en deed wat hem gevaagd werd. Doch niet zoodra had hU gebeld of de Jongen rieo: „Nu loopen, meneer, anders zijn we er bU 1Hoe vindt Je zoo'n aap? Doe hem maar niet na hoor, want h-t zou kunnen gebeuren dat je van Je vriendelUken helper een geducht pak slaag kreeg I BIJVOEGSEL' ZATERDAG 22 MAART 1930 No. 170 „Is Indie 't land van de koffie of van den peper?" vroeg me een Ru- briekertje. die een weddenschap met zijn broer had aangegaan. De een had gezegd: van de koffie en de an dere: van de peper. Wie had nu ge- lUk? OogenschUnlUk alle twee. Kof fie en peper groeien beide in InJië Maar. als je spreekt over 't land van een of ander gewas, versta Je daar tiooh ln den regel onder 't geboorte land. Met personen ls 't precies zoo: met ons land bedoelen we ons ge boorteland. Indtë ls niet 't geboorteland van de koffie, wel dat van den peper. Het vaderland van de koffie ls Abesslnlë en wel de provincie Kaffa, waaraan de plant haar naam ont leent. De koffiestrutken groeiden daar oorspronkelUk ln 't wild. 't Zijn heel mooie planten met immer groe ne, glanzende bladen en heerlUk rui kende witte bloesems. De vruchten zUn vuurrood, dus Je kunt je voor stellen welk een prachtig effect dat geeft. Als je nu vraagt: wie hebben het eerst koffie gedronken? dan zUn dat niet de Abesslnlërs, maar de Arabie ren. Aan hen hebben we het te dan ken, dat deze voor ons Hollanders zoo bekende en geliefde drank, wereld bekendheid en eigenlUk ook wereld beroemdheid hoeft verkregen. Eeuwen lang schUnt men de plant als waardeloos te hebben beschouwd, 500 Jaar geleden was koffie nog to taal onbekend. Wie 't eerst uit de vruchten de geurige koffie hoeft be reid. is onbekend. Er ls wel een le gende van een Abessynisch herder, die in de 15de eeuw leefde. ZUn scha pen graasden ln de weiten van Kaffa. Op zekeren nacht waren zo zoo onrustig en maakten de geks e spiongen. Het bleek, dat ze koffie- struiken totaal hadden leeg gegeten. In de nabijheid was een klooster. Toen de monniken van den herder dit wondere verhaal vernamen, pluk ten zU de vruchten en brouwden daar een drank van. Wat er ook van waar ls, zooveel ls zeker, dat ln 't midden van de 151e eeuw er In Ara ble a'.om koffie werd gedronken. In 1511 was er zelfs een koffle-synole om paal en perk aan 't koffie-drln- ken te stellen. Men beschouwde kof fie als een bedwelmenden drank. In 1532 we:den in Kalro de win ket, die koffie verkochten, geplun derd en de eigenaren werden achter uit rijdend op 'n ezel gezet en zoo tot spot door de straten der stad gere den. En toch werd er steeds meer kof fie gedronken. In 1554 werden te Konstantlnopel de eerste koffiehuizen gooiend. Van Konstan'-lnopel uit ging het lang zaam maar zeker door gehee, Europa. Vooral ln Nederland wordt buiten gewoon veel koffie gedronken. In 't Noorden en Oosten van ons land ls koffie de hoofddrank. In 't buiten land ls onze Hollandsche koffie be roemd. Dat zit hem natuurlUk niet ln de koffie, maar ln de bereiding. Een Hollander vindt Dultache of Beglsche of Fransche koffie nooit een tractatic. Zeker wel het. liefste dier, Zie je op dit plaatje hier! 't Is het brave, tamme hert, Dat wat lekkers krUgt van Bertl Met wat kleine stukjes brood. Was 't dat Bertus d' vriendschap sloot l En nu roep die leuke kwant: Zie, het hert eet uit mUn hand! Maar, al weet vriend Bert dat niet, Het ls heusch zoo'n kunststuk nletl Als Je lief voor eieren bent. ZUn ae zóó aan Je gewend! Voor mUn hond. een prachtig beest, Ben 'k ook altUd goed geweest! Ligt zUn brood niet op zUn bak. Danhaalt hU het uit mUn zak! En treurig bedacht hij dat het nu met zUn leventje hoe'.emaal uit was. HU moest het eigenlUk maar weer ln een andere stad probeeren, maar ach, dat was weer zoo ver weg en hij vond het urenlange loopen zoo vree sdij k. Neen liever wilde hU probee ren toch nog wat hier te blUven, als de politie hem niet zag, kon hU misschien toch nog wel eens wat aan de menschen vragen. En er waren ook altijd nog wel oen paar men schen, die hem wat gaven, zon der dat hU er om vroeg. Dat was al meer gebeurd Zoo peinzend liep hij een stil straatje door en weer voelde hij hoe moe hU was. HIJ kon bUna niet ver der. En koud dat hU het kreeg. Poel midden ln den zomer en dan zoo te rillen van de koude. Het was te gek om er over te denken. De arme jon gen hU begreep niet dat hij hevig koorts had. Ook de honger ging hem nu plagen, want hU ltad nog niet genoeg geld om zijn brood te gaan koopen. HIJ moest er nog wat bij bedelen, maar hij durfde niet. Daar zag hij zoowaar weer een politie agent. He', scheen wel of zU hem van daag zochten Het hoofd omlaag, duizelig en ril lend van koorts, strompelde hU ver der. De zolen van zUn schoenen waren bUna geheel versleten en e harde straatstccncn voelde hij pljn- lUk bij eiken stap. HU voelde zich zoo ongelukkig, dat hij eindelijk zachtjes begon te hullen BIJ oen der hulzen ln het stilte straatje zag hU een portiekje met een blauwe sloep Teneinde raad ging hU daar zitten, met het hoofd tegen den muur geleund. Rillend en doodziek hurkte hU ln e.kaar cn hU nam zich voor om daar te b Uvcn. Wat er dan gebeuren zou, dat kon hem niet schelen. Maar hU wl de n et verder loopen en hU wl.de ook niet meer bedelen. Varen op een schip wilde hU ook niet en naar school gaan wilde hU ook nooit meer. Niets niets wil.1c hU nog. Hij zou alleen maar blijven zitten op deze stoep De torenklok soeg twaalf uur cn het vrooüjke gebimbam golfde over het kleine en mooie Zeeuwschc stad je, toen er haastig een oud heertje door het straatje aan kwam sloffen. Verbaasd bleef het heertje staan, toen hij een klein jongetje zielig en doodsb.oek tegen den muur geleund vond van het portiekhuisje. Het jon getje zag er vreese.ijk vies cn on- oogelUk uit, maar toch meende de oude heer duidelUk te kunnen zien. dat het geen gewoon zwerverskind was Langzaam trad hU een stapje na der en scherp turend boog hij zich voorover om het gezicht van het Jo:getje wat beter t? kunnen zien. Klos, klos. klonk het door het straatje. Daar kwam een groote Zeeuwschc boer -ader. Met zwa e klompen aan r"voeten stapte hij over de straatkeien en natuurlijk pief ook hij staan, toen hU het oude heertje bU het arme jongetje zag staan. Wat ls dat, meneer? vroeg hij belang tellend Dat ventje is, geloof lk heel ziek antwoordde de oude heer. En samen bogen zij zich opnieuw over het jongetje.... Aan den overkant weerklonk een helder winkelbelletje en een bakker trad naar bulten. Ook hij moest er het zUne van hebben En op hetzelfde oogenbllk kwam er een lieve Zeeuwschc vrouw net straatje ln. Met haar kleine lage schoentjes met glimmende gespen trippelde zU vlug voort, want zij moest zorgen op tijd thuis te zijn. Weliswaar zaten er ln haar huisje geen kinderen op haar te wachten, maar zij moest toch maken dat haar man wat te eten vond, als hU van zUn werk kwam. Het had daareven immers al twaalf uur geslagen Maar zoo'n haast had zU niet of zU bleef toch ook even bU het groep je menschen staan. Met haar kleine, heldere oogjes keek zij verbaasd naar het slapende cn stille jongetje dat daar zoo zielig op het stoep lo zat neergehurkt. Een Innig m.-te- Hjden greep haar aan, en haar lieve vrouwenhart zei haar dade.ljk wat zU doen moest ZIJ drong de drie mannen opzij en trok Karei bij den ann. Haar tasehje met boodschappen legde zij vlug neer en met haar nu vrijgeko men andere hand tilde zU het bleeke gezichtje op Karei opende de oocen. maar o, wat waren zU glazig. De om tante s schrokken er van en het vrouwtje riep uit: Heere, Hcere, manneke, wat zUb ge ziekt Maar gelukkig voor Kareitjo liet ril het niet enkel bij dien ultroen. Met een flink gebaar trok zij den omslagdoek van haar schoude s en sloeg hem over het rillende cn bevende zwervertje. En toen beurde zU het ventje op, zich er niet aan storend dat hU vuil en ongewas- schen was. Met haar roode en sterke werk-armen bracht zU Karoltjc naar haar eigen huisje Het ou te heertje zei niets cn de bakker zei ook niets, mar de boer begreep dat hij wel even heVpcn kon. HU raapte vlug de boodschapj>en van het vrouwtje op en ltep haar En zoo kwam Kareltjo voor hot eerst sedert vele weken weer in een huiskamer cn voor het eerst ook ln al dien tUd waren er weer een paar menschen die voo- hem zorgden. Maar de arme Jongen wist het n!et, want hU was geheel versuft van koorts en ellende Hoe het nu verder met hem ging en wat het Zeeuwsche vrouwtje deel dat vertel lk Jullie de volgende woeJc ailemaal nog haarfUn! Onze Bibliotheek. Eerst wend ik mU nu eens tot de oudere lezers van onze Jeugd. Nu de schoonmaak in 't land L% zou lk U vriendelUk wll'en verzoek n bij 't opruimen van boeken even om O. B. te willen denken Indien U mij even een boodschap stuurt wil lk ze gaarne even laten halen. BIJ voorbaat rr4Jn vriende lijken dank Voor ln Ichtlngcn voor dcc'name aan O. B. ben ik steeds thuis: Zate-- dags van 13 uur. Alle lezrs van Haarlem's Dagblad hebben 't recht om lozer van O. B te worden. W. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 21