HUISVLIJT Postzegelrubriek KAMPEEREN. ZOEK EENS UIT. RAADSELS Raadseloplossingen RUILRUBRIEK EEN AARDIGE VERSIERING VOOR DE PASCIIEN We zullen voor het a.s. Paasch- feest cen.s ten kleine verslering ma- kon. Het haasje en kikkertje zagen we uit dun triplex van pijn. 3 m.M. Vóór we ze omzagen, zagen we ee st de openingen uit (op de tee- kening zwart aangegeven). Hebben We ze uitgezaagd en geschuurd, dan brengen we op de achterzijde de teekenmg aan. Als we de dieren keurig geschilderd hebben, de mandjes met gekleurde Paasch- eieren gevuld, dan zetten we zo in een klein rechthoekje van 5 m.M. triplex, dat we aan de kanten iets schuin hebben gevijld. Voor de af werking timmeren we 't geheel op een dun stukje triplex. De model letjes zijn in de Tijdingzaal ter be zichtiging. Rustenburgcrlaan 23. S. pêfta. jA sA 6 A /aA //A 'f'/~ /sA saA /sA ,7A jaA /t/f~ 4 a A raA óoA <paA je A jAt jA* tAi /*At In 1919 werd dc serie Oostenrijk 1916'18 (met kroon-wapen en Kar overdrukt met „Poczta Po ska" De e Begets waren afkomstig uit het Oos- tenrij>ksche gebied, dut bij Polen kwam. Het zijn: 3 heller (vio'et), 5 heller (groen), 6 hel'er (oranje), 10 heller (wijnrood), 12 heüe.r (blauw groen), 15 heiier (bruinrood), 20 he'- ler (donker groen), 25 heller (blauw) 25 op 80 heller (roodbruin), 30 hel- ïer (vio'et), 40 heller (olijf), 50 hel ler (donker groen), 60 hel er (donker blauw). 80 heiier (roodbruin) 90 hel ler roodlila), 1 kroon (rood op geel», Grootte van de vakjes 3 2 bij 28 c.M. 2 kronen (blauw), 3 bonen «karmijn), 4 kronen (donkergroen) en 10 kronen (violet) Grootte van de vakjes 3.8 bij 3.2 cM. Zie voor de indeeling 't schetsje. Nieuwe deelnemer: 164. Jo Wielinga, Saenredamstraat 66 rood. Rustenburgerlaan 23. Kijk eens wat een schitterend plekje! Zouden Jullie daar ook niet een tent willen opslaan om eens heerlijk te genieten van de natuur en de frlssche buitenlucht? Nu. ik wel, hoor! En de meneer van het plaatje, die het reeds gedaan heeft Is zeker wel een gelukkige sterveling Zie eens het prachtige rustige bosch-paadje van rul zand. Auto's kunnen daar niet rijden, hoogstens zal er eens een boerenwagen voor bij komen, maar wie ziet dat niet graag? En hoe heerlijk hoog staat het gras en hoe mooi zijn de boomen. Hè. als ik dat tentje had ging ik er voor liggen om eens heerlijk op mijn gemak naar de mooie lucht te kij ken. Begrijpen Jullie dat de man van het tentje dat ook niet doet? Hij zal toch niet onder het linnen gekropen zijn op zoo'n pracht van een dag? Hij ligt in ieder geval niet in het gras! Maar toch geniet hij volop, van de natuur hoor, dat verzeker lie je- Hij is een klein wandelingetje gaan maken en staat nu ergens, heel rus tig, met dc handen ln de zakken van zijn vacantie te genieten. Zie Je hem niet? Nu, dat komt omdat je niet weet waar hij staat. Als Je dat een maal weet zie Je hem duidelijk ge noeg. Zoek dus maar eens, want hij is er subiet! Wiens kleeren zijn dit? Hier is een werkje, dat zeker al Je geduld en vernuft zal eischen. Zoo- als je sue*. vertoont hot plaatje ons de afbecttdin-g van een hoeveelheid kleeren. De vraag is nu: van wie zijn die kleeren? Je begrijpt ook wel, zonder dat ik het je zeg, dat voor de goede beantwoording van deze vraag heel wat komt kijken. Daar moet je minstens een Sherlock Holmes voor zijn of zoo iemand. Dat denk je misschien wel niet maar dat meen Je toch, hè? Nu, maar zoo erg is het toch ook niet hoor. Eigenlijk is het maar een gewone leg-puzzle, maar een beetje anders dan anders. Je moet ook deze zwarte kleertjes netjes uitknippen en daarna aan elkaar leggen, net zoo lang tot je het mannetje hebt, die de eigenaar van de kleeren is. Al leendezen keer Is het mannetje niet zwart, maar wit. Begrijp je nu hoe den vonk aan den steel zit? Zoek nu maar eens vlijtig en goed en geef vooral den moed niet te vlug op. De volgende week wordt de op- lissing afgedrukt, dus dan kun je precies zien of je het goed gedaan hebt. De winter behoort weder tot het verleden. Misschien worden we nog wel eens vergast op Maartsche sneeuw- en hagelbuien, maar dat belet ons niet wederom onze aan dacht aan onzen tuin te gaan wij den. Door den zachten winter, dien we achter den rug hebben, ls veel meer leven in de natuur te bespeu ren dan 't vorig jaar, toen om dezen tijd 't ijs nauwelijks was verdwenen en de grond nog lang niet geheel ontdooid was. Gelukkig zijn we nu in betere omstandigheden. In deze rubriek zullen we zoowel heo kweeken van groenten als van bloemen bespreken. Voordat we met de bespreking van de bloemen beginnen, moet ik eerst eenlge dingen vertellen over de planten in 't algemeen. Jullie weet misschien allemaal, dat de planten worden verdeeld in famüies. We kunnen de indeeling echter ook an ders maken n.l.: Ie. Éénjarige planten; 2e. Tweejarige planten: 3e. Overblijvende of vaste planten. De éénjarige planten worden in 't voorjaar uitgezaaid, ontwikkelen zich, bloeien, geven zaad en sterven hetzelfde jaar. De tweejarige planten ontwikkelen zich in 't eerste jaar tot een flinke plant, overwinteren en geven het tweede jaar bloemen en zaden, om dan te sterven. De overblijvende planten komen e!k jaar weer op. De bovenaardsche planter»deelen sterven in den herfst voor het grootste deel af, doch de onderaardsche deelen blijven leven en zenden in 't voorjaar weer nieuwe stengels naar boven.'Dezen planten is echter niet 't eeuwige leven gege ven. Op den duur worden ze min der en verdient 't aanbeveling de oude planten door jonge te doen vervangen 't is nu een geschikte tijd deze planten over te zetten of als ze op de oude plaats kunnen blijven staan, ze wat mest te geven. Bij het verplanten hebben ze nu 't minst te lijden. Het wordt ook vaak in den herfst gedaan, doch een vorstperio de vlak na 't verplanten, kan vaak doodelijk voor hen zijn. Een hoekje vaste planten geeft al- lijd heerlijke voldoening, doch je moet, als je zoo iets begint, op ver schillende dingen letten. Daarover een volgenden keer iets meer. TUINIER EEN SLIMMERD ,Jk ga niet weer te water, voor ik goed zwemmen heb geleerd," zei een jongen, die bijna verdronken was. omdat hij in 't water was gekropen zonder te kunnen zwemmen. Zoek eens uit, als Je kunt' Het zal je niet meevallen, want het is een mengelmoes van vakjes en hok jes, dit plaatje. En toch zit er een teekening in verborgen, die je zelfs heel goed terug kunt vinden ais je maar een klein sikkepitje vernuft hebt. Het is een eekhoorn. Als je goed oplet kun Je al een aardig stukje van hem zien, b.v. zijn kopje met den snor en ook de teentjes van zijn pootjes. Maar dat is alles. O, Ja, na tuurlijk kun je ook het oog van hem zien, maar dat komt omdat het kopje er al is. En een kop zonder oog zo.' niet mooi zijn, hè? Je moet nu eens probeeren om het beestje heelemaal terug te vinden ln dit gewirwar van vakjes. Daarom moet je beginnen met de vakjes, waarvan je denkt, dat zij bij het dleTenlichaampJe behooren, netjes zwart te maken en liefst met potlood Dan doe je het den eersten keer niet zoo dik zie je, want als je dan soms eens een vergissing maakt, dan kun Je toch altijd het potlood wegvlak ken, nietwaar? De vakjes die niet bij het lijfje van den eekhoorn be hoor en moet je natuurlijk wit laten. Het is dus nu de kunst uit te zoeken wat wit moet blijven en wat zwart moet worden. De teekenaar heeft je een beetje willen helpen door aLe vakjes een nummer te geven. Met- het cijfer 1 te beginnen moet een geheele reeks van vakken zwart wor den en dan opeens houdt het op, omdat de rest wit moet blijven. Maar bij welk nummer dat is, zeg ik nietl fDezs raadsels zijn ingezonden ■oor Jongens en Meisjes, dia Onxe feugd lezen.) Iedere maand worden onder de teste oplossers vier boeken "erloot. AFDEELING I (Leeftijd 10 Jaar en ouderj 1. (Ingez. door Doornroosje.) Strik vragen. a. In welke glazen dan men t best Schenken? b. Welke boomen hebben geen bïa- ideren? d. Waar maalt men hooi? e. Waarom kan het geen twee da gen achtereen regenen? 2. (Ingez. door het Tlmoreesje.) Vul de puntjes in met klinkers, Boodat ge een spreekwoord krijgt. ..n z 1 st t z.ch .n t g m n g n tw m 1 n d n z lfd n st n. 3. (Ingez. door Primula.) Mijn geheel is een kamerplant en |>estaflt uit 15 letters. 8 11 5 13 is een jongensnaam. 6 3 3 15 is een meisjesnaam. 1 6 15 14 7 is een visch- 4 2 3 is rond. 10 11 13 is een aanwijzend voor naamwoord. 8 9 4 is een hoofddeksel voor man- Hen en jongens. 4. (Ingez. door Draaitol.) Een ander zegt altijd: Ik zit in mijn huis. Als 1 k dat zou zeggen. Dan was het niet pluis. Ik zit in mijn huis? Wel, hoe kom je er bij? 't Is net andersom hoor! Mijn huis zit in mij. 5. (Ingez. door Veluwsch meisje.) Mijn geheel is een bekend schilder uit de gouden eeuw en bestaat uit 6 letters. 1 2 3 4 5 is een jongensnaam. 6 7 8 9 is een lichaamsdeel. 6. (Ingez. door Sprinkhaantje )- Kruisraadsel. Het kruiswoord ls de naam van een |)ekend vliegenier. XXX een medeklinker, een hondennaam, een knaagdier zit aan een tasch. een vliegenier, gebruikt de bakker, een Indische specerij, doet de boer. een medeklinker. AFDEELING II (Leeftijd Jaar en Jonger.) 1. (Ingez. door Sprinkhaantje Maak van deze woorden een Neder- landsch eiland. mensch gooi rok in 2. (Ingez. door Primula.) Mijn geheel is een spreekwoord van 28 letters. I 10 21 is speelgoed. II 14 13 17 is een meisjesnaam. 26 2 20 is een boom. 1 27 3 6 5 gebruikt men op 't brood 12 5 10 16 14 is een ander woord voor mooi. 28 14 7 3 is een jongensnaam. 15 5 14 23 is een getal. 24 25 19 11 is een kleur. 9 18 4 21 ls niet half. 22 8 is een voegwoord. 12 14 13 17 i3 een verkorte meis jesnaam. 15 16 16 17 Ls een jongensnaam. 3. (Ingez. door Sprinkhaantje.) Vul de puntjes in met klinkers. zoodat er een stad in Zeeland komt. Br w rsh v n 4. (Insez. door Sprinkhaantje.) Neem uit de volgende zinnen tel kens één woord, zoodat je een spreek woord krijgt. Voor mijn verjaardag krijg ik een fiets. Vind je goed, da: ik meega? Het begin der Lente valt ln deze maand. Onze hond is ziek. Het ls niet zoo heel erg. Een halve waarheid ls ook. een leugen. Vind Je raadsels oplossen een moeilijk werk? 5. (Ingez. door Ballenbrelstertje.) Op een kinderpartijtje waren 10 meisjes aan het spelen. Ze he.tten Wilhelmina, Petronella, Greta, Otto- line Sara Rika, Ursula, Truida, Nora en Ida. Als je de namen in goede volgorde onder elkaar zet, zeggen de beginletters, waarmee de meisjes speelden. 6- (Ingez. dooi- Ballenhreistertje.) Rood zijn de muren, Wit zijn de buren. Zwart zijn de knapen. Die ln de kamertjes slapen. De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING L 1. a. Consul, b. Op een portret, c. Riviermond. 2. Admiraal, stucadoor, machinist, schoenpoetser, bloemist, filmster, tooneelspeler, metselaar. 3. Elke tijd heeft zijn strijd. 4. Elfenbloempje. 5. Blauwtiruifje. 6. Gouda, Dieren, Rolde, Beverwijk. AFDEELING II 1. Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht. 2. Kerstroosje. 3. Paaschhaasje. 4. Onze Groentjes. 5. Water. 6. Evert. GUs. Hein, Bram. Goede oplossingen ontvangen van: Wenda 6 De kleine Koopman 6 De kleine Chauffeur 6 Juffertje Wild zang 6. Santpoortertje 6 Droomko ninkje 5 Moeders grootste hulp 4 Alba 6 De kleine Bakker 6 De kleine Vlolist 6 De kleine Vogelvriend 6 Roodschappcrtje 4 Marinier 2 Poe senmoedertje 5 Roodkapje 5. Paaschhaasje 6 Frees ia 5 Magno lia 5 Kerstroosje 0 Vice Admiraal 5 Nevada 6 Uitlooper 6 Frans Hals 6 Ballen breister t-Je 0 De kleine Zeeman 6 Elfenbloempje 0 Ismene 4 Gouden Regen 5 Naamlooze 5 Babbelkousje 5 Violetta 6 Zeeuwsch Boerinnetje 5 Nachtegaaltje 0 Appeltje 0 Appel- mootje 0 Karei I 6 Katuil 6 Graaf Lodewijk 6 Briilantster 5 Moeders Kleinste 0 Trambestuurder 6 Wip neusje 0 Kleine Ulbo 5 Konijntje 0 Korstjesknacer 0 Krielkip 5 Koren bloem 5 Ridderspoor 0 Doornroosje 0 Het Veluwsche meisje 5 Het Zaan- dammertje 5 Primula 5 Bloze Krleks- ke 0 Het Rietvoorntje 0 Palle 0 Pier re la pen 0 De kleine Voetballer 0 Rozenknopje 6 Pelikaan 5 Dwinge land 5 Kruimeltje 0 Vergeet mij niet je 6 Koning Winter 5 Vioolbloempje 4 Egmondertje 5 Papavertje 5 Jan Steen 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Prik- kebcen 5 Klein Duimpje 5 Sprink haantje 0 Het Tlmoreesje 5 De Jonge Dokter 3 Droomkoninkje 4 Moeders grootste hulp 5 Blauwoogje 0 De kleine Bouwer 5 Poppenverpleegs'er- tje 6 Rekel 6 Een naamloocze 0 Goud elsje 0 Goudsbloem 0 Bloemendaal- stertje 3 Rangeerdertje 5 Sneeuw klokje 5 Obione 0 Zevenster 0 Ver pleegstertje 5 Doctor Mystexo 4. JUNIBLOEMPJE. Gasthuissingel 40 heeft 24 Erdal-pelikanen, 8 Ka- merpl.-pl. (nrs. 14 44, 40 2 X 70. 2 X 72 en 97), 3 Meco-bons. 61/2 Sickesz-punt, 7 Kwatta-so'd. Dit al les wil zij ruilen voor Hagbons of wapens, Sunlight, Vim, Lux of Rln- so-bons, 1 tegen 1. MEIBLOEMPJE, Gasthuis Ingel 40 heeft 2 Haust-bonnen, 3 De Zeeuw bonnen, 4 Frankenb.. 12 Niemands- verörietfj. 1 Jan Rotibon, 1 Delft's ontbijtkoek. 2 heele Sickeszpuntcn, 3 Victoria-bonnen, 1 Paddenstoelen bon, 3 Bobbie-omsl. 11 Gouda-Thee lichten bonr,, 10 Kamerpl.-pl 2 Mer- cux-ius-pl. (nrs. 2 en 50) 1 Vechtpl. 5 Meco-bons (van 40 bons cadeux) 8 Meco-bons (van 50 bons cadcaux) 23 Meco-bons (van 80 bons cadeaux) en sigarenbandjes. Dit alles wil ze ruilen vcor bons of pl. van Droste- Album „Indië". Rulltijd na 5 uur, behalve 'a Maandags. FRANS BAKKER, Molukkenstraat 20 vraagt, wie hem kan heipen aan Frambczciipiant-jes. ATTIE v. d. WANT, Bvouwcrsplein 4, heeft 13 Hagwapenzcgeis, 1 bon Stask-tandpasta, 15 Verkade-bons Paddenstoelen, l Duifje Zeeppoeder, (Letter N) Stokhuysen Jam, 9 bon nen van Zea. Dit alles wil ze ruilen voor: Sundghtomslagen. Verder heeft ze 1 pl. Hoe heet die vogel? 1 Haust beschuitbon, 3 Keg- bonnen, 1 Letter E. van Lakerol, 0 Klokjes van Klokzocp. Dit alles rui len voor Hlües-bormen. Rulltijd na 4 uur Ruhriekertjes-Jijst. 829. Augusta Doezie, oud 14 jxiar, 830, Plet Doezie, oud 10 J. beiden Vogelkoopsteeg 4. Piet mag Woensdag bij mij een verrassing komen halen. 831. Gerarda Bakker, oud 6 jaar, Molukkenstraat 20. 832. Jo Wijnstra, oud 7 jaar. Den nenstraat 1. 833. Rlka de Boer. oud 9 Jaar, 834. Margaretha de Boer, oud 12 jaar. beiden Oranjestraat 88 rood. 835. Martinus J. Vollenga, oud 8 Jaar. Drieheerenlaan 38, Heemstede. EEN MEETWERKJE. V Het kruis dat je hier ziet afge beeld noemt men een regelmatig kruis en wel voornamelijk omdat het gevormd is uit vijf vierkanten. Zien jullie die vijf vierkanten? Het ls ge makkelijk genoeg. Kijk, de vier pun ten van het kruis zijn vier vierkanten nietwaar, mi en het harte van het kruis is net zulk een vierkant. Sa men dus vijf vierkanten. Let nu op, wat er gebeuren moet. Van dit kruis moet nu één groot vierkant gemaakt worden. Wij gaan dus weer terug naar de vierkanten, alleen met dit verschil, dat we er mi niet vijf maken, maar slechts één. Dit kan zeer gemakkelijk, door het kruis met twee lijnen in vier stuk ken te verdoelen. Omdat het niet zoo erg gemakkelijk is, maar integen deel moeilijk voor julllie, hebben wij zelf een van de twee lijnen getee- kend, zoolat ook één van de vier stukken al te zien ls. Zooals Je ziet bestaat dit stuk echter uit twee dee len, maar dat is natuurlijk een toe val omdat de lijn Juist over een hoek van het kruis loopt. Toch telt dit stuk voor twee en blijven er voor Jullie nog twee stukken over om te maken. Ga dus nu eens passen en meten hoe )e het witte deel van het kruis ln tweeën moet verdeelen om stukken te krijgen, die met de andere (door ons aangegeven) stukken een groot vierkant kunnen vormen. Je zuit zien, dat dit niet zoo gemakke lijk ls en veel van Je vernuft vergt, maar des te groover is de voldoening als je slaagt, nietwaar De volgende week plaatsen wij het vierkantje, dan kun je zien hoe het gegaan ls. Het leclijke jonge eendje. Sprookje van HANS ANDERSEN naverteld door W. B.—Z. 2) „Zwom vlug nu naar den eendenhof, Je bent een eend, al lijk Je grof." Daar kwamen reeds de zusjes aan. En dachten: waar komt die vanlaan? Zoo n leelijk plomp sevormd beest Is in ons water nooit geweest. Een pikte hem, hap! in zijn rug, Ons eendje zwom maar gauw terug Hij hipte van den waterkant, Vlug een, twee drie weer op het land. Daar wandelde meneer ka/koen En vroeg heel boos: „Wat kom jij doen?" Met greote stappen op een draf. Kwam hij op 't arme eendje af. De broertjes deden cok al naar En zeiden: ..Ba. wat ben Jij raar". Een sprak: „Misschien komt er een kat, Die hem met huid en haar opat." Ons arme eendje dacht: ,.'k Ga weg 'k Vlieg morgen over glnxlsche heg". Zoo heeft liet toen ook heusch gedaan En is de wereld ingegaan. 't K wam eerst bij een heel groot moeras, Waar juist toen heel veel water was. Veel wilde eenden woonden daar Zij vonden ook ons eendje raar, En wlide ganzen kwamen aan. Die bleven voor ons eendje staan. Pief, paf, pief, paf, daar klonk een schot, Er werd gejaagd, o droevig lot Van vele vogels in 't moeras, Want rood gekleurd werd nu de plas. Waf, waf, daar stond een groote hond De tong hing hem ver uit den mond. Hij snuffelde en rook eens gooi, Zooals een jachthond altijd doet. Maar neen, dat was zoo'n ieelijk dier, Dat kocht geen mcnsch bij den poelier, Gelukkig, 't eendje was schotvrij, Al was hij leelijk, hij was blij. Toch vloog hij weg ver over 't land En rustte aan den waterkant. Daar zag hij toen een kleine hut. Die door wat planken werd gestut. Daar woog het heen, want 't was zoo koud De hut was warm, al leek ze oud. Miauw, miauw, riep daar een kat, Die voor de deur te spinnen zat Klok, klok, klok. klok, klonk kipgekakel. Ons eendje dacht: wat een spektakel Daar kwam zoowaar een vrouwtje aan En bleef voor t angstig eendje staan. „Wees maar niet bang, je kunt hier wonen, Maar moet er mij wel voor beloonen, Leg alle dagen maar een el. Dan maak je 't oude vrouwtje blij." Ons eendje bleef maar bij de vrouw, Daar was het warm, daar was geen kou. Maar toch na enkele lange dagen, Begon ons eendje droef te klagen: „Och, 'k wou hier toch wel weer vandaan, En lekkertjes weer zwemmen gaan ..Ga maar Je gang," zei toen de kip. Je legt geen el, de vrouw kijkt sip. Je krijgt hier toch voor niets geen eten, Dat heb je dadelijk geweten." 't Vloog vlug toen naar een waterplas, Waar het helaas niet veilig was, Het had aan niemand hulp gevraagd Toch werd 't bespot en toen verjaagd. 't Verschool zich achter 't oeverriet, Het kleine dier had groote verdriet. Maar eens, wat klonk daar door de» lucht? Het waren zwanen, o een vlucht. Ach! dacht het eendje kon ik mee, Dan vloog lk weg, ver over zee. De winter kwam met ijs en sneeuw, 't Werd zelfs te koud voor musch en meeuw, Ons eendje zat stil ln een bijt, Daar was hij toch zijn plagers kwijt, 't Vroor dat 't kraakte, 't was een last, Ons arme eendje vroor toen vast. Dat zag een boer, die ging naar 't land En dacht: wat zit daar aan die kant? Zoowaar een eend, 'k maak 't dier gauw vrfj, Dan is het beestje nu van my. Zoo gezegd werd ook gedaan. Vlug werd toen naar 't huis gegaan, De vrouw warmde 't bij het vuur, En 't was spring'evend na een uur. De jeugd wou met hem spuien gaan, Maar 't eendje kon met moeite staan En sprong tot schrik van iedereen Al ln de me kkan met één been- De vrouw was kwaad en schreeuwde en sloeg, Zoodat ze 't eendje van tafel joeg. Ons eendje sprong, ja 't was wel wat Precies in 't groote botervat. Weer opgejaagd, vloog 't verder weg Kwam in den meelton toen terecht, 't Zag de voordeur openr.'aan. En ls naar buiten toen gegaan. Toen kwam een tijd van leed en smart, De wintertijd was lang en hard. Toch werd ons eendje groot en sterk, 't Kon vliegen wel tot aan een kerk. (Wordt vervolgd.) x x X X X X' X X X X X X X X

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 22