HUISVLIJT
Postzegelrubriek
KAMPEEREN.
ZOEK EENS UIT.
RAADSELS
Raadseloplossingen
RUILRUBRIEK
EEN AARDIGE VERSIERING VOOR
DE PASCIIEN
We zullen voor het a.s. Paasch-
feest cen.s ten kleine verslering ma-
kon. Het haasje en kikkertje zagen
we uit dun triplex van pijn. 3 m.M.
Vóór we ze omzagen, zagen we
ee st de openingen uit (op de tee-
kening zwart aangegeven). Hebben
We ze uitgezaagd en geschuurd,
dan brengen we op de achterzijde
de teekenmg aan. Als we de dieren
keurig geschilderd hebben, de
mandjes met gekleurde Paasch-
eieren gevuld, dan zetten we zo in
een klein rechthoekje van 5 m.M.
triplex, dat we aan de kanten iets
schuin hebben gevijld. Voor de af
werking timmeren we 't geheel op
een dun stukje triplex. De model
letjes zijn in de Tijdingzaal ter be
zichtiging.
Rustenburgcrlaan 23.
S.
pêfta.
jA
sA
6 A
/aA
//A
'f'/~
/sA
saA
/sA
,7A
jaA
/t/f~
4 a A
raA
óoA
<paA
je A
jAt
jA*
tAi
/*At
In 1919 werd dc serie Oostenrijk
1916'18 (met kroon-wapen en Kar
overdrukt met „Poczta Po ska" De e
Begets waren afkomstig uit het Oos-
tenrij>ksche gebied, dut bij Polen
kwam. Het zijn: 3 heller (vio'et), 5
heller (groen), 6 hel'er (oranje), 10
heller (wijnrood), 12 heüe.r (blauw
groen), 15 heiier (bruinrood), 20 he'-
ler (donker groen), 25 heller (blauw)
25 op 80 heller (roodbruin), 30 hel-
ïer (vio'et), 40 heller (olijf), 50 hel
ler (donker groen), 60 hel er (donker
blauw). 80 heiier (roodbruin) 90 hel
ler roodlila), 1 kroon (rood op geel»,
Grootte van de vakjes 3 2 bij 28
c.M. 2 kronen (blauw), 3 bonen
«karmijn), 4 kronen (donkergroen)
en 10 kronen (violet) Grootte van
de vakjes 3.8 bij 3.2 cM. Zie voor de
indeeling 't schetsje.
Nieuwe deelnemer:
164. Jo Wielinga, Saenredamstraat
66 rood.
Rustenburgerlaan 23.
Kijk eens wat een schitterend
plekje! Zouden Jullie daar ook niet
een tent willen opslaan om eens
heerlijk te genieten van de natuur
en de frlssche buitenlucht? Nu. ik
wel, hoor! En de meneer van het
plaatje, die het reeds gedaan heeft
Is zeker wel een gelukkige sterveling
Zie eens het prachtige rustige
bosch-paadje van rul zand. Auto's
kunnen daar niet rijden, hoogstens
zal er eens een boerenwagen voor
bij komen, maar wie ziet dat niet
graag? En hoe heerlijk hoog staat
het gras en hoe mooi zijn de boomen.
Hè. als ik dat tentje had ging ik er
voor liggen om eens heerlijk op mijn
gemak naar de mooie lucht te kij
ken.
Begrijpen Jullie dat de man van
het tentje dat ook niet doet? Hij zal
toch niet onder het linnen gekropen
zijn op zoo'n pracht van een dag?
Hij ligt in ieder geval niet in het
gras! Maar toch geniet hij volop, van
de natuur hoor, dat verzeker lie je-
Hij is een klein wandelingetje gaan
maken en staat nu ergens, heel rus
tig, met dc handen ln de zakken van
zijn vacantie te genieten. Zie Je hem
niet? Nu, dat komt omdat je niet
weet waar hij staat. Als Je dat een
maal weet zie Je hem duidelijk ge
noeg. Zoek dus maar eens, want hij
is er subiet!
Wiens kleeren zijn dit?
Hier is een werkje, dat zeker al Je
geduld en vernuft zal eischen. Zoo-
als je sue*. vertoont hot plaatje ons
de afbecttdin-g van een hoeveelheid
kleeren. De vraag is nu: van wie
zijn die kleeren? Je begrijpt ook wel,
zonder dat ik het je zeg, dat voor de
goede beantwoording van deze vraag
heel wat komt kijken. Daar moet je
minstens een Sherlock Holmes voor
zijn of zoo iemand.
Dat denk je misschien wel niet
maar dat meen Je toch, hè?
Nu, maar zoo erg is het toch ook
niet hoor. Eigenlijk is het maar een
gewone leg-puzzle, maar een beetje
anders dan anders. Je moet ook deze
zwarte kleertjes netjes uitknippen
en daarna aan elkaar leggen, net
zoo lang tot je het mannetje hebt,
die de eigenaar van de kleeren is. Al
leendezen keer Is het mannetje
niet zwart, maar wit. Begrijp je nu
hoe den vonk aan den steel zit?
Zoek nu maar eens vlijtig en goed
en geef vooral den moed niet te vlug
op. De volgende week wordt de op-
lissing afgedrukt, dus dan kun je
precies zien of je het goed gedaan
hebt.
De winter behoort weder tot het
verleden. Misschien worden we nog
wel eens vergast op Maartsche
sneeuw- en hagelbuien, maar dat
belet ons niet wederom onze aan
dacht aan onzen tuin te gaan wij
den. Door den zachten winter, dien
we achter den rug hebben, ls veel
meer leven in de natuur te bespeu
ren dan 't vorig jaar, toen om dezen
tijd 't ijs nauwelijks was verdwenen
en de grond nog lang niet geheel
ontdooid was. Gelukkig zijn we nu
in betere omstandigheden.
In deze rubriek zullen we zoowel
heo kweeken van groenten als van
bloemen bespreken.
Voordat we met de bespreking van
de bloemen beginnen, moet ik eerst
eenlge dingen vertellen over de
planten in 't algemeen. Jullie weet
misschien allemaal, dat de planten
worden verdeeld in famüies. We
kunnen de indeeling echter ook an
ders maken n.l.:
Ie. Éénjarige planten;
2e. Tweejarige planten:
3e. Overblijvende of vaste planten.
De éénjarige planten worden in
't voorjaar uitgezaaid, ontwikkelen
zich, bloeien, geven zaad en sterven
hetzelfde jaar.
De tweejarige planten ontwikkelen
zich in 't eerste jaar tot een flinke
plant, overwinteren en geven het
tweede jaar bloemen en zaden, om
dan te sterven.
De overblijvende planten komen
e!k jaar weer op. De bovenaardsche
planter»deelen sterven in den herfst
voor het grootste deel af, doch de
onderaardsche deelen blijven leven
en zenden in 't voorjaar weer nieuwe
stengels naar boven.'Dezen planten
is echter niet 't eeuwige leven gege
ven. Op den duur worden ze min
der en verdient 't aanbeveling de
oude planten door jonge te doen
vervangen
't is nu een geschikte tijd deze
planten over te zetten of als ze op
de oude plaats kunnen blijven
staan, ze wat mest te geven. Bij het
verplanten hebben ze nu 't minst
te lijden. Het wordt ook vaak in den
herfst gedaan, doch een vorstperio
de vlak na 't verplanten, kan vaak
doodelijk voor hen zijn.
Een hoekje vaste planten geeft al-
lijd heerlijke voldoening, doch je
moet, als je zoo iets begint, op ver
schillende dingen letten. Daarover
een volgenden keer iets meer.
TUINIER
EEN SLIMMERD
,Jk ga niet weer te water, voor ik
goed zwemmen heb geleerd," zei een
jongen, die bijna verdronken was.
omdat hij in 't water was gekropen
zonder te kunnen zwemmen.
Zoek eens uit, als Je kunt' Het
zal je niet meevallen, want het is
een mengelmoes van vakjes en hok
jes, dit plaatje. En toch zit er een
teekening in verborgen, die je zelfs
heel goed terug kunt vinden ais je
maar een klein sikkepitje vernuft
hebt.
Het is een eekhoorn. Als je goed
oplet kun Je al een aardig stukje van
hem zien, b.v. zijn kopje met den
snor en ook de teentjes van zijn
pootjes. Maar dat is alles. O, Ja, na
tuurlijk kun je ook het oog van
hem zien, maar dat komt omdat het
kopje er al is. En een kop zonder oog
zo.' niet mooi zijn, hè?
Je moet nu eens probeeren om het
beestje heelemaal terug te vinden ln
dit gewirwar van vakjes. Daarom
moet je beginnen met de vakjes,
waarvan je denkt, dat zij bij het
dleTenlichaampJe behooren, netjes
zwart te maken en liefst met potlood
Dan doe je het den eersten keer niet
zoo dik zie je, want als je dan soms
eens een vergissing maakt, dan kun
Je toch altijd het potlood wegvlak
ken, nietwaar? De vakjes die niet
bij het lijfje van den eekhoorn be
hoor en moet je natuurlijk wit laten.
Het is dus nu de kunst uit te zoeken
wat wit moet blijven en wat zwart
moet worden. De teekenaar heeft je
een beetje willen helpen door aLe
vakjes een nummer te geven. Met-
het cijfer 1 te beginnen moet een
geheele reeks van vakken zwart wor
den en dan opeens houdt het op,
omdat de rest wit moet blijven.
Maar bij welk nummer dat is, zeg ik
nietl
fDezs raadsels zijn ingezonden
■oor Jongens en Meisjes, dia Onxe
feugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
teste oplossers vier boeken "erloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 Jaar en ouderj
1. (Ingez. door Doornroosje.) Strik
vragen.
a. In welke glazen dan men t best
Schenken?
b. Welke boomen hebben geen bïa-
ideren?
d. Waar maalt men hooi?
e. Waarom kan het geen twee da
gen achtereen regenen?
2. (Ingez. door het Tlmoreesje.)
Vul de puntjes in met klinkers,
Boodat ge een spreekwoord krijgt.
..n z 1 st t z.ch .n t
g m n g n tw m 1
n d n z lfd n st n.
3. (Ingez. door Primula.)
Mijn geheel is een kamerplant en
|>estaflt uit 15 letters.
8 11 5 13 is een jongensnaam.
6 3 3 15 is een meisjesnaam.
1 6 15 14 7 is een visch-
4 2 3 is rond.
10 11 13 is een aanwijzend voor
naamwoord.
8 9 4 is een hoofddeksel voor man-
Hen en jongens.
4. (Ingez. door Draaitol.)
Een ander zegt altijd:
Ik zit in mijn huis.
Als 1 k dat zou zeggen.
Dan was het niet pluis.
Ik zit in mijn huis?
Wel, hoe kom je er bij?
't Is net andersom hoor!
Mijn huis zit in mij.
5. (Ingez. door Veluwsch meisje.)
Mijn geheel is een bekend schilder
uit de gouden eeuw en bestaat uit
6 letters.
1 2 3 4 5 is een jongensnaam.
6 7 8 9 is een lichaamsdeel.
6. (Ingez. door Sprinkhaantje )-
Kruisraadsel.
Het kruiswoord ls de naam van een
|)ekend vliegenier.
XXX
een medeklinker,
een hondennaam,
een knaagdier
zit aan een tasch.
een vliegenier,
gebruikt de bakker,
een Indische specerij,
doet de boer.
een medeklinker.
AFDEELING II
(Leeftijd Jaar en Jonger.)
1. (Ingez. door Sprinkhaantje
Maak van deze woorden een Neder-
landsch eiland.
mensch gooi rok in
2. (Ingez. door Primula.)
Mijn geheel is een spreekwoord
van 28 letters.
I 10 21 is speelgoed.
II 14 13 17 is een meisjesnaam.
26 2 20 is een boom.
1 27 3 6 5 gebruikt men op 't brood
12 5 10 16 14 is een ander woord
voor mooi.
28 14 7 3 is een jongensnaam.
15 5 14 23 is een getal.
24 25 19 11 is een kleur.
9 18 4 21 ls niet half.
22 8 is een voegwoord.
12 14 13 17 i3 een verkorte meis
jesnaam.
15 16 16 17 Ls een jongensnaam.
3. (Ingez. door Sprinkhaantje.)
Vul de puntjes in met klinkers.
zoodat er een stad in Zeeland komt.
Br w rsh v n
4. (Insez. door Sprinkhaantje.)
Neem uit de volgende zinnen tel
kens één woord, zoodat je een spreek
woord krijgt.
Voor mijn verjaardag krijg ik een
fiets.
Vind je goed, da: ik meega?
Het begin der Lente valt ln deze
maand.
Onze hond is ziek.
Het ls niet zoo heel erg.
Een halve waarheid ls ook. een
leugen.
Vind Je raadsels oplossen een
moeilijk werk?
5. (Ingez. door Ballenbrelstertje.)
Op een kinderpartijtje waren 10
meisjes aan het spelen. Ze he.tten
Wilhelmina, Petronella, Greta, Otto-
line Sara Rika, Ursula, Truida, Nora
en Ida. Als je de namen in goede
volgorde onder elkaar zet, zeggen de
beginletters, waarmee de meisjes
speelden.
6- (Ingez. dooi- Ballenhreistertje.)
Rood zijn de muren,
Wit zijn de buren.
Zwart zijn de knapen.
Die ln de kamertjes slapen.
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELING L
1. a. Consul, b. Op een portret, c.
Riviermond.
2. Admiraal, stucadoor, machinist,
schoenpoetser, bloemist, filmster,
tooneelspeler, metselaar.
3. Elke tijd heeft zijn strijd.
4. Elfenbloempje.
5. Blauwtiruifje.
6. Gouda, Dieren, Rolde, Beverwijk.
AFDEELING II
1. Beter een vogel in de hand dan
tien in de lucht.
2. Kerstroosje.
3. Paaschhaasje.
4. Onze Groentjes.
5. Water.
6. Evert. GUs. Hein, Bram.
Goede oplossingen ontvangen van:
Wenda 6 De kleine Koopman 6
De kleine Chauffeur 6 Juffertje Wild
zang 6. Santpoortertje 6 Droomko
ninkje 5 Moeders grootste hulp 4
Alba 6 De kleine Bakker 6 De kleine
Vlolist 6 De kleine Vogelvriend 6
Roodschappcrtje 4 Marinier 2 Poe
senmoedertje 5 Roodkapje 5.
Paaschhaasje 6 Frees ia 5 Magno
lia 5 Kerstroosje 0 Vice Admiraal 5
Nevada 6 Uitlooper 6 Frans Hals 6
Ballen breister t-Je 0 De kleine Zeeman
6 Elfenbloempje 0 Ismene 4 Gouden
Regen 5 Naamlooze 5 Babbelkousje
5 Violetta 6 Zeeuwsch Boerinnetje 5
Nachtegaaltje 0 Appeltje 0 Appel-
mootje 0 Karei I 6 Katuil 6 Graaf
Lodewijk 6 Briilantster 5 Moeders
Kleinste 0 Trambestuurder 6 Wip
neusje 0 Kleine Ulbo 5 Konijntje 0
Korstjesknacer 0 Krielkip 5 Koren
bloem 5 Ridderspoor 0 Doornroosje 0
Het Veluwsche meisje 5 Het Zaan-
dammertje 5 Primula 5 Bloze Krleks-
ke 0 Het Rietvoorntje 0 Palle 0 Pier
re la pen 0 De kleine Voetballer 0
Rozenknopje 6 Pelikaan 5 Dwinge
land 5 Kruimeltje 0 Vergeet mij niet
je 6 Koning Winter 5 Vioolbloempje
4 Egmondertje 5 Papavertje 5 Jan
Steen 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Prik-
kebcen 5 Klein Duimpje 5 Sprink
haantje 0 Het Tlmoreesje 5 De Jonge
Dokter 3 Droomkoninkje 4 Moeders
grootste hulp 5 Blauwoogje 0 De
kleine Bouwer 5 Poppenverpleegs'er-
tje 6 Rekel 6 Een naamloocze 0 Goud
elsje 0 Goudsbloem 0 Bloemendaal-
stertje 3 Rangeerdertje 5 Sneeuw
klokje 5 Obione 0 Zevenster 0 Ver
pleegstertje 5 Doctor Mystexo 4.
JUNIBLOEMPJE. Gasthuissingel
40 heeft 24 Erdal-pelikanen, 8 Ka-
merpl.-pl. (nrs. 14 44, 40 2 X 70.
2 X 72 en 97), 3 Meco-bons. 61/2
Sickesz-punt, 7 Kwatta-so'd. Dit al
les wil zij ruilen voor Hagbons of
wapens, Sunlight, Vim, Lux of Rln-
so-bons, 1 tegen 1.
MEIBLOEMPJE, Gasthuis Ingel 40
heeft 2 Haust-bonnen, 3 De Zeeuw
bonnen, 4 Frankenb.. 12 Niemands-
verörietfj. 1 Jan Rotibon, 1 Delft's
ontbijtkoek. 2 heele Sickeszpuntcn,
3 Victoria-bonnen, 1 Paddenstoelen
bon, 3 Bobbie-omsl. 11 Gouda-Thee
lichten bonr,, 10 Kamerpl.-pl 2 Mer-
cux-ius-pl. (nrs. 2 en 50) 1 Vechtpl. 5
Meco-bons (van 40 bons cadeux) 8
Meco-bons (van 50 bons cadcaux)
23 Meco-bons (van 80 bons cadeaux)
en sigarenbandjes. Dit alles wil ze
ruilen vcor bons of pl. van Droste-
Album „Indië". Rulltijd na 5 uur,
behalve 'a Maandags.
FRANS BAKKER, Molukkenstraat
20 vraagt, wie hem kan heipen aan
Frambczciipiant-jes.
ATTIE v. d. WANT, Bvouwcrsplein
4, heeft 13 Hagwapenzcgeis, 1 bon
Stask-tandpasta, 15 Verkade-bons
Paddenstoelen, l Duifje Zeeppoeder,
(Letter N) Stokhuysen Jam, 9 bon
nen van Zea. Dit alles wil ze ruilen
voor: Sundghtomslagen.
Verder heeft ze 1 pl. Hoe heet die
vogel? 1 Haust beschuitbon, 3 Keg-
bonnen, 1 Letter E. van Lakerol, 0
Klokjes van Klokzocp. Dit alles rui
len voor Hlües-bormen. Rulltijd na
4 uur
Ruhriekertjes-Jijst.
829. Augusta Doezie, oud 14 jxiar,
830, Plet Doezie, oud 10 J. beiden
Vogelkoopsteeg 4.
Piet mag Woensdag bij mij een
verrassing komen halen.
831. Gerarda Bakker, oud 6 jaar,
Molukkenstraat 20.
832. Jo Wijnstra, oud 7 jaar. Den
nenstraat 1.
833. Rlka de Boer. oud 9 Jaar,
834. Margaretha de Boer, oud 12
jaar. beiden Oranjestraat 88 rood.
835. Martinus J. Vollenga, oud 8
Jaar. Drieheerenlaan 38, Heemstede.
EEN MEETWERKJE.
V
Het kruis dat je hier ziet afge
beeld noemt men een regelmatig
kruis en wel voornamelijk omdat het
gevormd is uit vijf vierkanten. Zien
jullie die vijf vierkanten? Het ls ge
makkelijk genoeg. Kijk, de vier pun
ten van het kruis zijn vier vierkanten
nietwaar, mi en het harte van het
kruis is net zulk een vierkant. Sa
men dus vijf vierkanten.
Let nu op, wat er gebeuren moet.
Van dit kruis moet nu één groot
vierkant gemaakt worden. Wij gaan
dus weer terug naar de vierkanten,
alleen met dit verschil, dat we er mi
niet vijf maken, maar slechts één.
Dit kan zeer gemakkelijk, door het
kruis met twee lijnen in vier stuk
ken te verdoelen. Omdat het niet zoo
erg gemakkelijk is, maar integen
deel moeilijk voor julllie, hebben wij
zelf een van de twee lijnen getee-
kend, zoolat ook één van de vier
stukken al te zien ls. Zooals Je ziet
bestaat dit stuk echter uit twee dee
len, maar dat is natuurlijk een toe
val omdat de lijn Juist over een hoek
van het kruis loopt. Toch telt dit
stuk voor twee en blijven er voor
Jullie nog twee stukken over om te
maken. Ga dus nu eens passen en
meten hoe )e het witte deel van het
kruis ln tweeën moet verdeelen om
stukken te krijgen, die met de andere
(door ons aangegeven) stukken een
groot vierkant kunnen vormen. Je
zuit zien, dat dit niet zoo gemakke
lijk ls en veel van Je vernuft vergt,
maar des te groover is de voldoening
als je slaagt, nietwaar De volgende
week plaatsen wij het vierkantje,
dan kun je zien hoe het gegaan ls.
Het leclijke
jonge eendje.
Sprookje van HANS ANDERSEN
naverteld door
W. B.—Z.
2)
„Zwom vlug nu naar den eendenhof,
Je bent een eend, al lijk Je grof."
Daar kwamen reeds de zusjes aan.
En dachten: waar komt die vanlaan?
Zoo n leelijk plomp sevormd beest
Is in ons water nooit geweest.
Een pikte hem, hap! in zijn rug,
Ons eendje zwom maar gauw terug
Hij hipte van den waterkant,
Vlug een, twee drie weer op het land.
Daar wandelde meneer ka/koen
En vroeg heel boos: „Wat kom jij
doen?"
Met greote stappen op een draf.
Kwam hij op 't arme eendje af.
De broertjes deden cok al naar
En zeiden: ..Ba. wat ben Jij raar".
Een sprak: „Misschien komt er een
kat,
Die hem met huid en haar opat."
Ons arme eendje dacht: ,.'k Ga weg
'k Vlieg morgen over glnxlsche heg".
Zoo heeft liet toen ook heusch
gedaan
En is de wereld ingegaan.
't K wam eerst bij een heel groot
moeras,
Waar juist toen heel veel water was.
Veel wilde eenden woonden daar
Zij vonden ook ons eendje raar,
En wlide ganzen kwamen aan.
Die bleven voor ons eendje staan.
Pief, paf, pief, paf, daar klonk een
schot,
Er werd gejaagd, o droevig lot
Van vele vogels in 't moeras,
Want rood gekleurd werd nu de plas.
Waf, waf, daar stond een groote
hond
De tong hing hem ver uit den mond.
Hij snuffelde en rook eens gooi,
Zooals een jachthond altijd doet.
Maar neen, dat was zoo'n ieelijk dier,
Dat kocht geen mcnsch bij den
poelier,
Gelukkig, 't eendje was schotvrij,
Al was hij leelijk, hij was blij.
Toch vloog hij weg ver over 't land
En rustte aan den waterkant.
Daar zag hij toen een kleine hut.
Die door wat planken werd gestut.
Daar woog het heen, want 't was
zoo koud
De hut was warm, al leek ze oud.
Miauw, miauw, riep daar een kat,
Die voor de deur te spinnen zat
Klok, klok, klok. klok, klonk
kipgekakel.
Ons eendje dacht: wat een spektakel
Daar kwam zoowaar een vrouwtje
aan
En bleef voor t angstig eendje
staan.
„Wees maar niet bang, je kunt hier
wonen,
Maar moet er mij wel voor beloonen,
Leg alle dagen maar een el.
Dan maak je 't oude vrouwtje blij."
Ons eendje bleef maar bij de vrouw,
Daar was het warm, daar was geen
kou.
Maar toch na enkele lange dagen,
Begon ons eendje droef te klagen:
„Och, 'k wou hier toch wel weer
vandaan,
En lekkertjes weer zwemmen gaan
..Ga maar Je gang," zei toen de kip.
Je legt geen el, de vrouw kijkt sip.
Je krijgt hier toch voor niets geen
eten,
Dat heb je dadelijk geweten."
't Vloog vlug toen naar een
waterplas,
Waar het helaas niet veilig was,
Het had aan niemand hulp gevraagd
Toch werd 't bespot en toen
verjaagd.
't Verschool zich achter 't oeverriet,
Het kleine dier had groote verdriet.
Maar eens, wat klonk daar door de»
lucht?
Het waren zwanen, o een vlucht.
Ach! dacht het eendje kon ik mee,
Dan vloog lk weg, ver over zee.
De winter kwam met ijs en sneeuw,
't Werd zelfs te koud voor musch en
meeuw,
Ons eendje zat stil ln een bijt,
Daar was hij toch zijn plagers kwijt,
't Vroor dat 't kraakte, 't was een
last,
Ons arme eendje vroor toen vast.
Dat zag een boer, die ging naar
't land
En dacht: wat zit daar aan die kant?
Zoowaar een eend, 'k maak 't dier
gauw vrfj,
Dan is het beestje nu van my.
Zoo gezegd werd ook gedaan.
Vlug werd toen naar 't huis gegaan,
De vrouw warmde 't bij het vuur,
En 't was spring'evend na een uur.
De jeugd wou met hem spuien gaan,
Maar 't eendje kon met moeite staan
En sprong tot schrik van iedereen
Al ln de me kkan met één been-
De vrouw was kwaad en schreeuwde
en sloeg,
Zoodat ze 't eendje van tafel joeg.
Ons eendje sprong, ja 't was wel wat
Precies in 't groote botervat.
Weer opgejaagd, vloog 't verder weg
Kwam in den meelton toen terecht,
't Zag de voordeur openr.'aan.
En ls naar buiten toen gegaan.
Toen kwam een tijd van leed en
smart,
De wintertijd was lang en hard.
Toch werd ons eendje groot en sterk,
't Kon vliegen wel tot aan een kerk.
(Wordt vervolgd.)
x
x
X
X
X X' X X X X
X
X
X
X