I/efiAcwfóé ó&wtMeüfwwds H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN DE MOEILIJKE REIS HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 26 MAART 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). door ALIDA VAN RELTN. Veronica Toen Veronica de bibliotheek binnentrad, vond zij daar haar zwager, die mistroostig bij den haard zat. Op haar vraag, wat hem scheelde, zeide hij, met de verlegenheid van een ongeoefenden leugenaar, dat hij hoofd pijn had. Veronica somde verscheidene middelen op, om van hcofapijn af te komen, maar hij verklaarde dat het spoedig wel zou overgaan en vertelde haar, dat Madeline, zijn vrouw, mat hun buren naar een soirée was en hij vanwege zijn hoofdpijn thuis gebleven was. Veronica was zevenentwintig. Zij had blond haar en een bleek, zorgelijk gelaat, dat een uitdrukking van blijmoedigheid droeg, die een nauwkeurig tosschouwer ge forceerd genoemd zou hebben. Zij nam te genover hem plaats. „ik kom je goeden dag zeggen, Ken", zeide zij. Hij beek haar heel verwonderd aan. „Goedendag? Waarom? Waar ga je naar toe?" vroeg hij. ,Ik ga een reis om de wereld maken," ant woordde Veronica en lachte om zijn ver baasd gezicht. ..Engeland verveelt mij, het uitgaan ver veelt mij en mijn slecht golf spelen ook. Daarom ga ik een wereldreis maken als ge zelschapsdame van een charmante en rijke weduwe en ik vermoed, dat ik minstens een jaar wegblijf." „Ontzettend leuk", verklaarde Kenneth. ..Maar ik heb altijd gedacht, dat je 't hier wel uit kon houden. Je hebt dozijnen ken nissen en je spoelt vrij goed golf voor een vrouw." „Dank je voor het compliment" lachte Veronica. .X>e reden is, dat ik de wereld wil zien! Morgen schepen wij ons in." .Morgen!" herhaalde hij. ,.Ik had geen flauw idee, dat je zoobx doortastend persoon tje wasl" „De zaak is zoo. Mrs. Maddison zou met 'n vriendin gaan", legde zij uit. Maar de vriendin heeft bronchitis, zoodat Mrs. Mad dison mij voorstelde, haar plaats, in te ne men. Is de hoofdpijn over?" Gedurende een oogenblik keek Kenneth haar aan, zonder te spreken. Zijn gelaat was niet wat men noemt knap, doch het was verbazend aantrekkelijk. Hij had glan- bende blauwe oogen en krullend haar in weerwil van zijn ijverige pogingen om het glad te krijgen. Ofschoon hij dertig Jaar was kon men hem met geen anderen naam be titelen dan jongen. „Kijk eens hier" begon hij, „Ik zal je ge- ruimen tijd niet zien, zoodat ik je nu wat vragen wilde. Hij aarzelde en ging dan ver der: „Heit feit is, dat iks heelemaal geen hoofdpijn heb!" „Neen?" Veronica had dit direct begrepen, maar had tact genoeg om verwonderd te schijnen. Hij verschoof onrustig zijn stoel. Het scheen hem niet gemakkelijk te vallen te zeggen,.wat hem op 'net hart lag. „Wat zou jij doen", zeide hij ten laatste, „indien je bemerkte, dat iémand die je ver trouwde en liefhad, je een leugen verteld had?" Natuurlijk zijn er van die cynische menschen, die zeggen, dat je niemand ver trouwen moet. maar ik ben Goddank niet van dat soort! Ik moét eenvoudig iemand di: :.k liefheb vertrouwen. En toch", zeide hij eenigszins beschaamd, „ik heb haar nog lief, hoewel zij loog!" Madeline?" sprak Veronica verwonderd. Hij knikte. Zijn gezicht scheen zich plotseling te verharden. „Gisteravond wilde ik haar mede naar een theater nemen", vertelde hij. „Zij zeide, dat ze nogal een drukken dag gehad had en vermoeid was, zoodat zij liever thuis bleef, zocdat ik alleen ging. Toen ik naar huis terugkeerde zag ik haar in een taxi voorbij gaan met Philip Kerr. Het kan mij niet schelen dat zij met Kerr uitgaat. Kij is een goede vent, mijn beste vriend en hij is verloofd met het meisje, waarmede Madeline en ik zeer ingeno men zijn, nl. Dol Arkwrlght. Je kent haar wel. Dol geeft niets om muziek en ik ook niet. maar Philip en Madeline zijn er verzot op. Zij zijn dikwijls samen naar een concert geweest en ik 'heb Dol wel eens naar een theater meegenomen. Wat mij zoo hindert is waarom zou zij tegen mij liegen? Ik ben toch niet zoo'n bulldog van een echtgenoot, dat ik de waarheid niet mag weten." „Ken" zeide zijn schoonzuster, „Madeline was gisteravond niet met Mr. Kerr uit!" „Ik zeg je, dat Ik haar zag," verklaarde hij ongeduldig. „Hoe kan ik mij vergist heb ben?" FEUILLETON 34) Roman van HULBERT FOOTNER. Warempel, de-7°1f"'e oude schilderijen, deze'P'e sofa! zong hij. O, 't is heerlijk om thuis te zijn! De moeder sorei<He haar ami»n uit: M'n jongen! M'n jongen! was alles, wat zij zeggen kon. Hij zonk neer aan haar knieën en om helsde haar nogmaals. Lief oud moedertje! riep hij. Wat ben ik altijd een zorg voor je geweest. Nu is 't jouw beurt om het goed te hebben! Het is genoeg, dat je weer thuis bent, flu'sterde zij. Hij danste weer door de kamer. Hoe lang denk je te blijven? vroeg de moe'er. Hij kwam naast haar staan. Ik ga niet meer terug, 't Is een vreeselijk land. Nu ga ik voor u zorgen en voor de kleintjes. Ik ben nu een man! Lach niet! Ik heb ondervinding opgedaan. Zij spreidde haar armen weer uit. Vertel, m'n jongen, fluisterde zij. H'j ging op den grond zitten naast haar en legde zijn hoofd tegen haar knie. Daar. tegenover het vuur. terwijl de zon onderging, vertelde hij haar de geschiedenis. Toen Garth wegreed en Rina en mij achterliet, zei hy, op dat punt gekomen, wist ik niet precies wat er gebeurd was. Maar Rina is een goede verpleegster en den dag daarna had zij mij weer opgeknapt. Dien- zelfden dag trokken de jongens van de Cros sing op: Jim Plaskett, de politicman en drie „Toch heb je je vergist. Zij was bij mij!" Boos en verwijtend staarde hij haar aan. „En je lunchte gisteren met haar. Waarom moest zij des avonds weer naar je toe?" „Ik beide haar op en vroeg haar te ko men. Ik wilde over een vertrouwelijke kwes tie met haar spreken. Daarom vertelde zij je niet, waar zij geweest was. Oh, Ken, je moét mij gelooven." Hij schudde ongeloovig het hoofd. „Ik wil het je niet kwaliijk namen", zeide hij. „Zij is je zuster en ik weet, hoeveel jullie van elkaar houden. Het is begrijpelijk, dat je voor haar opkomt. Maar je behoeft tegen mij niet te liegen. Zij was niet bij je!" „En ik zeg je, dat zij wél bij mij was." „Bewijs het dan!" Hij stond op en met zijn rug naar 't vuur zag hij met een bitieren glimlach op haar neer. „De meid zag haar uitgaan." Hij kleurde door deze bekentenis. „Waarom kan je het niet bewijzen, dat zij bij je was?" „Ik kan het niet" zeide zij, treurig. „Ik liet mijn melden gisteravond uitgaan. Wij waren alleen. Maar hoor eens, Ken, hob ik ooit tegen je gelogen?" Hij haalde zijn schouders op. „Hoe weet ik dat? Tot gisteravond geloofde ik in jullie allebei. NuHij maakte een gebaar van twijfel. „En je hebt Madeline geen kans gegeven om te ontkennen", seide Veronica opgewon den. „Waar zou dat goed voor zijn. Zij zou toch liegen!" „En je laat zooiets tusschen jullie ko men?" „Ach, andere mannen hebben hun vrouwen lief, maar vertrouwen hen niet. Het is heel gewoon." „Andere mannen", fluisterde zij en haar stem trilde. „Ja, en andere vrouwen! Maar jij en Madeline niet, Ken. Je moet elkaar met vertrouwen liefhebben. Zij sprong op en ging naar het raam. Hij stak een clgaret aan. doch gooide hem direct weer in het vuur. Gedurende eenigen tijd spraken zij beiden niet, dan wendde Veronica zich plotseling van het venster. „Ik kan het bewijzen", zeide zij met be vende stem. „Goddank, dat ik hieraan denk. Je kunt Madeline nog vertrouwen, zoowel als haar liefhebben, Ken." „Hoe?" Duister", zeide zij, snel sprekend. „Mijn dagcoek ligt in die tasoh. Ik schreef er gis teravond in en daaruit kan je zien, dat Madeline bij mij was. Wacht!" want hij strekte een begeerige hand naar de tasch uit. „Je moet niet lezen, voordat ik weg ben. Ik ga nu heen. Zoodra je de voordeur hoort dichtslaan, moet je de laatste regels in dat boek lezen. Verbrand het daarna en ver tel niemand zelfs Madeline niet, wat er vanavond voorgevallen Is. Ken, beloof mij dat." Haar hand lag op zijn arm. Hij voelde haar beven. „Ja, ja, ik beloof bet je", zeide hij verwon derd; ever haar geheimzinnige woorden en haar nerveusiteit. „Gelukkig, dat je mij dit vanavond ver telde." zeide zij met een glinstering van tra nen in haar oogen. ,J3r moet nooit een scha duw tusschen jou en Madeline zijn. En nu vaarwel!" „Maar ik zie je toch nog, voordat je weg gaat". „Neen, ik vertrek morgen". „Dan kom ik aan het station." „Doe dat maar li&ver niet", zeide zij kalm. „Madeline komt „Vaarwel, beste kind" zeide hij vol gene genheid. „Er hangt een geheimzinnige waas over alles, maar als je me werkelijk kunt be wijzen. Zij duwde hem het boekje in zijn handen. „Dit zal het bewijzen", antwoordde zij. Hij hield haar handen in de ziine. Zij "ja ren ijskoud, doch rij glimlachte gelukkig. „Denk aan je belofte, Ken", fluisterde zij. „Vaarwel!". Zij snelde de kamer uit. Hij bleef staan met het boekje in zijn hand, totdat hij de straatdeur hoorde dichtvallen. Dan opende hij met bevende vingers het beek en las de laatste regels: „12 Januari. Madeline is pas wegge gaan .Ik liet haar roepen en vertelde haar alles. Zij vindt het verstandig.dat ik met Mrs. Maddisson mee ga. Goddank, dat ik den moed had het haar te vertellen. Zij zegt, dat ik mijn liefde te boven zal komen. Ik kan hier niet blijven en hem zoo dikwijls zien. Misschien, wanneer ik hem na een jaar of langer weer ontmoet dat ik slechts voor hem zal gevoelen wat een meisje behoort te ge voelen voor den man van haar zuster." Meer las hij niet. Hij kon niet zien, want heete tranen drupten uit zijn oogen. Hij knielde bij den haard en gaf Veronica's geheim prijs aan de vlammen en wachtte totdat er niets overbleef, dan een hoopje grijze asch. STRIJDSTERS VOOR VROUWEN- RECHTEN TE HAARLEM BIJEEN. VERGADERING VAN DE VROUWEN GROEP IN DEN VRIJHEIDSBOND. Maandag is te Haarlem de algemeens jaar vergadering gehouden van de Vrouwengroep in den Vrijheidsbond. Te half elf werd deze in hotel Lion d'Or geopend met een huishou delijke vergadering. Hierin werd mevrouw C. J. Wynaendts Francken benoemd tot eere lid. Te twee uur begon de openbare middag vergadering. In een openingsrede bracht de voorzitster mej. L. van Eeghen in herinne ring de liberale beginselen, waarvoor ge waakt moet worden: vrijhandel, behoud on zer nationale zelfstandigheid, gelijke burger lijke rechten voor man en vrouw. Medegedeeld werd, dat in de huishoude lijke vergadering tot hoofdbestuursleden ge kozen zijn mevrouw M. v. d. GriendBunk te Kampen en mevrouw mr. Scheltema— Conradi te Haarlem. Uit het jaarverslag van de secretaresse mevrouw A. M. Koek-Mulder blijkt, dat de vereenlging langzaam groeit. Het financieel verslag geeft een voordeellg saldo aan, dank zij veie giften. Mevrouw C. S. de VeerBlok Wybrandi bracht als presidente verslag is van de werk zaamheden van de propaganda-commissie. Verschillende propagandamiddelen werden besproken, vooral ten aanzien van de ver spreiding en inhoud van „Dc Liberale Vrouw" De afgevaardigde van Rotterdam gaf in over weging om een tooneelstuk met betrekking tot de echtscbeidingskwestie te doen op voeren en neutrale vakvereenlgingen op te richten voor fabrieksmeisjes. Na deze bespreking ging men over tot een huishoudelijke vergadering met. een gedach ten wisseling van de vrouwelijke gemeente raadsleden. De gelijkstelling van man en vrouw. Des avonds was er een bijeenkomst even eens in hotel Lion d'Or. waar mr. H. J. Knottenbelt, lid der Tweede Kamer, sprak over het onderwerp: „In hoeverre gelijkstel ling tusschen man en vrouw voor de wet moét en in de practijk kan plaats vinden". Hij wilde zijn rede beschouwd zien als een in leiding tot gedachtenwissellng Hij gelooft niet, dat het vraagstuk der gelijkstelling ge zocht moet worden'in juiste kennis van den vrouwelijken aard. In de practijk is gebleken, in hoever vrou wen voor bepaalde maatschappelijke functies bekwaam en geschikt zijn. Door het geven van een historisch over zicht van de positie, die de vrouw in den loop der tijden innam toonde de heer Knot tenbelt aan hoe de vrouw kwam tot de huidige positie. Een positie, die nu zoo is. dat de vrouw wel advocaat kan worden maar nog gestreden moet worden voor haar toe lating tot het notariaat, tot de rechterlijke macht en verschillende magistraatsbetrek kingen. Van de maatschappelijke evolutie is een .logische consequentie dat de vrouwen op kwamen voor politieke rechten. Het gevolg daarvan is geweest dat thans de vrouwen hier te lande in politieke rechten met de mannen gelijk staan. Doch spreker is van meening. dat ook alle ambten en betrekkin gen voor vrouwen moeten open staan. De belooning van man en vrouw behoeft daarom niet altijd gelijk te zijn. Het belang van den dienst en van de openbare geldmid delen moet daarbij volgens spreker voorop staan, en de geschiktheid van de vrouw moet in aanmerking genomen worden. Niet «le overweging, dat de vrouw vrouw is mag het loon drukken, doch wanneer uit het vrouw zijn volgt, dat de werkkracht duurder is kan dit op het loon verhaald worden. Wat het ontslag aan de huwende ambte nares betreft is eveneens het belang van den dienst, primair, dat van de betrokkene secun dair En, elk geval op zich zelf beschouwen de. valt de beslissing meestal uit in het na deel van de gehuwde vrouw. Niet omdat zij gehuwd is, maar omdat de prestaties dikwijls veel minder worden. Het is echter nog niet VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1565 BUL'RT PARAPLUS Vader informeert waar zijn paraplu is. Er staai er maar een en die Is niet van hem besluit na nauwkeu rige studie dat die van Kees Kommer moet zijn. dus Kees zal de zijne wel hebben begeeft zich naar de Hommers, maar hoort dat Kees ei- maar een heelt en die is van de van SUüterens concludeert dat van Stuiteren dc zijne moet hebben en ver volgt zijn weg '.egt de zaak aan van Stuiteren uit. die na veel gezoek een oud exemplaar vindt, dat bij toeschrijft aan v. Peutoren neemt die dus mee naar v Peuteren, die zich herinnert dat van Epscheute er bij bom een heeft ge leend, waarvan hil dc herkomst niet wist vindt bij v. Epeoheu- ts eindelijk de para plu die de zijne nioet wesson wordt aan ziin huis deur verwelkomd door moeder met het nieuws dat it styn paraplu tnfcusschca heeft gevonden (Nadruk verbod en. gelukt om een regeling te treffen, krachtens welke minder geschikte ambtenaren uit den dienst kunnen worden verwijderd. In theorie is een principieel juiste oplossing nog niet gevonden. Tenslotte besprak de heer Knottenbelt de vraagstukken van burgerlijk recht en hu welijksrecht en van de nationaliteit der ge huwde vrouw Zoolang het door spreker als wenschelijk aangeduide niet bereikt is heeft een afzon derlijke vrouwengroep als organisatie in de politieke partij volgens sprekers eindconclu sie alle recht van bestaan. Mevrouw Wynaendts Francken zegde den spreker dank. Zij gaf daarbij als haar mea ning te kennen, dat een algemeen ontslag van de gehuwde ambtenares zeer waarde volle krachten zou onttrekken aan het maat schappelijk leven en een groot gedeelte der vrouwen veel levensgeluk zal ontnemen. Intusschen zal een commissie, tot het ir£ stellen waarvan in de huishoudelijke verga dering is besloten, het vraagstuk nog eens grondig onderzoeken. De avond werd verder op zeer gewaar deerde wijzé opgeluisterd door zang van mej. Adri Wolters te Amsterdam, begeleid door mej. Bille, die met een programma, waarop drie liederen van Schubert voorkwamen en twee aria's uit Amadis van Lully, haar ge hoor ten zeerste boeide. De heer J. B. Schuil te Haarlem droeg Huygens' Scheepspraet" voor en verzen van Scheltema. Ook' gaf hij proza van Falkland, van welke voordrachten ce appreciatie ten duidelijkste uitkwam in het hartelijk applaus. INGEZONDEN MEDEDEELINGEPj a 60 Cts. ner rcgeL INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regeL STOFZU1GERHUIS MAERTfcNS BAK 1 r.L JÜKiSS 1 KAA I lb TELEFOON 10756 APEX ELECTRISCHE WASCHMACHINES f275 FAILLISSEMENTEN Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen uitgesproken op Dinsoag 25 Maart: Thomas Johannes Rlkkerink, reiziger in bloembollen, wonende te Heemstede, Zand- voortkade 8. Curator Mr. J .C. Y. Nleuwon- huvs. wonende te Haarlem; P. Th. Korstenbroek. timmerman en aan nemen. wo.ni)je ,e bouve.j geai-onoj lid- voort; Curator Mr. W. de Rijke, wonende te Haarlem: Laurens Normann, winkelier in heerenk'.oe- ding, wonende te Haarlem, Parklaan 7. Cura tor Mr. T. A. M. A. van Löbcn Seis, wonende te Haarlem. Martinus Thcociorus van Schuilcnburg, vroeger kruidenier, thans zonder beroep, wo nende te Haarlem, Anegang 11. Curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys, wonende te Haar! m. Hendrikus Marie Kooyman, loodgieter, wo nende te IJmulden, gemeente Vellen, Abee- lenstraat 2. Curator Mr. A. W. Kellema, wo nende te IJmulden. gemeente Veisen. Frederlk van Danslk, kantoorbodlonde, wonende te Haarlem. Kinderhuissingol 48. Curator Mr. T. A. M A. van Löben Seis, wonende te Haarlem. Rechter-Commissar's in al deze faillissementen Mr. M. A. van Rijn van Alkemade. GEËINDIGD zijn door het verbindend wor den der uitdeelingslljst de faillissementen van: M. Hooglugt, winkelier, wonende te Haar lem. Curator Mr. W. A. J. Stortenbeker, wo nende te Haarlem. G. Wouters, winkelier, wonende te Bloe- mendaal. Curator Mr. F. J. Gerritsen, wonen de te Haarlem. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl», per regel. anderen. Jim had zijn drie gezellen overge haald mee te gaan, zoodra hij de geschiede nis vernam. Jim is een prachtkerel, een van die rustige sterke boys, waar je op rekenen kunt! Zij wilden mij laten blijven om uit te rusten tot. zij terug zouden komen. Maar Rina en ik wilden niet achterblijven. Wij reden den geheelen dag door en kampeerden slechts vijftien mijl van de Death River. Onderweg vonden wij de beenderen van Garth's paard, totaal uitgeknaagd en het teeken dat hij had achtergelaten op de plek waar hij rust had gehouden. Je had Jim Plaskett moeten hoe ren over de dapperheid van Garth en Jim kan meepraten hoor. Wc kwamen in den bergpas aan. Niets dan hooge kale rotsen, afschuwelijk hard en koud om te zien. Hat leek mij alsof we in een onafzienbaar graf waren gekomen. Er liep een gevaarlijk klein pad naar beneden. Over de rivier was een opening in de rotsketen. Daar zagen we een hut en een tent, maar geen menschen. Enkelen riepen, dat zij een lichaam in het ravijn zagen lig gen. maar Je kon niet zien wie het was. Charley zweeg even en rilde O! het was verschrikkelijk! fluisterde hij. Toen wij naar beneden glneen zagen we Mary Co-que-wasa over de rotsblokken klLm- men. Zij torste en sleurde onder haar arm een lichaam mee. Het was Nick Grylls, Hij scheen dood! We riepen haar en zij keek plotseling op. Ik zag. dat haar gezicht niet blij of ver rast keek alleen dom als bij een kleurling. Zij bleef niet eens staan. Zij stapte van een rotsblok af in het diepe water met den man op haa" rug: en zij verdwenen uit hei ge zicht en enkele borrelende kringen versche nen aan de oppervlakte. Charley hield op en keek in het vuur. Zijn moeder drukte hem aan haar borst. O! mijn jongen, hoe verschrikkelijk! Mary was een gesloten natuur, zei Charley. Je wist niets van haar. Ik heb haar nooit een woord hooren zeggen. We daalden af naar hef water. Jim Plaskett trok zijn jas uit en dook onder. Te vergeefs. De stroom nam hem mee en het water was te koud om er langer dan een paar minuten in te blijven. We hebben Mary noch .Grylls ooit weer terug gezien. Jim zwom naar den overkant en bracht ons het vlot dat daar lag an wij staken allen de rivier over. Niemand was in de tenten. De dekens lagen verward alsof de slapers plot seling opgesprongen waren. Toen gingen we verder om ce ravijn in te gaan. Er hing in derdaad een lichaam tusschen de steenen. Het was Mabyn. Rina was bij hem voor iemand van ons hem zag. Hij was nog niet dood, maar had een kogel door beide bcc- nen. O! die plaats was vol verschrikking. Het stonk er naar geweerpoeder en een lichte rookwolk hing tusschen de rotsen. Ik was radeloos bij de gedachte, wat er van Garth en Natalie zou geworden zijn. Wij riepen naar alle kanten en eindelijk hoorden wij een zwak antwoord. Ik klom een rots op als een kat en vond hen achter een groot rotsblok. Garth, geheel bebloed lag op den grond uit gestrekt. Natalie trachtte zijn jas uit te trek ken. maar zij kon niet. Zij keek naar mij op met een gezicht zoo wit als krijt, gaf een schreeuw als een klein kind en viel neer. O! het was zielig. Ik bracht haar naar bene den. Niemand mocht haar aanraken. Om kort te gaan: wij besloten om de rivier af te zakken op het vlot tot aan Fort Ochre Garth had een kogel in zijn linker schouder en een gekwetste hand en Mabyn was zwaar ziek. We maakten een nieuw vlot en vertrok ken den volgenden morgen. Jim Plaskett. Mabyn cn Rina gingen op het eerste-, en Sandy Arkess, Oart'n, Natalie en ik volgden op het tweede. De twee andere boys moesten de paarden over de prairie naar huis bren gen. Dat was nog eens een tocht. Garth ge nas snel en wij voelden ons allen best. Bij het fort hecrschte drukte. Daar was de bisschop met zijn gevolg, gereed om naar huLs te vertrekken en nooit heb ik iemand zoo verbaasd zien kijken als cle bisschop, toen hij Garth uit de andere richting zag komen en mevrouw ontving Natalie als een moeder. Het gezelschap was zenoodzaakt. direct te vertrekken uit vrees, dat de rivier hen zou afsluiten en Garth drong aan, dat Natalie mei de oude dame zou meegaan. Zij ver zette er zich tegen hem gewond achter te laten en ik smeekte hem haar te laten blij ven, maar hij zei, dat het moest voor haar goeden naam. Ik begreep het niet goed want wie Natalie kende....! maar ik denk, dat hij wel wist wat hij doen moest, Garth en ik en Mabyn bleven te Fort Ochre. De in snee tour kwam dc rivier af cn stelde een officieel onderzoek in. Prachtig ging dal. Kolonel Whinvates is een groote kerel en een klein kind. Maar een rechtscha pen boy. Ik werd beste vrienden met hem. Garth vertelde zijn avonturen.. Ik de mijne en Rina en Plaskett de hunne. Alles was in orde. maar Garth liet Mabvn halen om te getuieren. Hij werd gebracht op een ^raaebaar. Hij vertelde de waarheid. R!na had hem dag en nacht bewaakt. Geen oogen blik was zij van hem weg geweest. Het onderzoek eindigde fees'eülk. zooals Garth het noemde. De oude kolonel drukte ons de hand en zei. dat wij helden waren, waarachtig; Garth wilde niet. dat Mabyn vervolgd werd. Het was ook niet noodlg, want Mabyn, die geen weerstandsvermogen had. was er slecht aan toe. De koorts had hom stevig te pakken en enkele dagen later stierf hij. We hebben hem begraven, daar, waar hij gestorven ls Intusschen viel de winter in, de rivier vroor dicht en Garth en ik konden voorloo- pig niet meer vertrekken. We richtten zoo goed en kwaad het ging een winterkamn ln en heele dagen praatten we over Natalie. Rina had Intusschen over de prairie haar stam weer opgezocht. Garth dankte haar hartelijk voor haar goede zorgen en troostte haar over het verlies van Mabyn, een verlies, dat na alles, wat er gebeurd was, haar niet bijzonder zwaar viel. Ik ver- at nog te vertellen, dat Mabyn's moeder intusschen gestorven was. Het bericht bereikte Mabyn nog voor hij stierf. Het go* - de menscb wist gelukkig niets van den cl- lendlgen toestand van haar zoon. De eerste mail kwam in Januari aan en bracht Garth nieuws van Natalie. Garth schreef haar, dat zij sinds Kerstmis vrij was, nu Mabyn gestorven was. Met de volgende mail, nu zes dagen geleden gingen wy weer terug en zoo zie je me hier. Garth wacht op mij aan het station. Ik wilde, dat hij mee zou gaan naar u. maar hij stond er op. dat ik even alleen met m'n lief moeder tje zou zijn, Maar nu moet ik mij haasten, want m'n trein gaat om half zeven. Maar waar ga je dan nu weer naar toe? vroeg de oude vrouw hevig onthutst. Charley kuste haar en zei: Naar Mlllerton, naar de bruiloft. Ik kom binnen twee weken terug. Och. wat jammer. Maar moeder. Ik ga naar den besten man. dien ik ken. Bij het geluk van die twee goeie menschen wil ik zijn. Tot ziens hoor!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 7