I/efiAcwfóé ó&wtMeüfwwds
H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
DE MOEILIJKE REIS
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 26 MAART 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door ALIDA VAN RELTN.
Veronica
Toen Veronica de bibliotheek binnentrad,
vond zij daar haar zwager, die mistroostig
bij den haard zat. Op haar vraag, wat hem
scheelde, zeide hij, met de verlegenheid van
een ongeoefenden leugenaar, dat hij hoofd
pijn had.
Veronica somde verscheidene middelen op,
om van hcofapijn af te komen, maar hij
verklaarde dat het spoedig wel zou overgaan
en vertelde haar, dat Madeline, zijn vrouw,
mat hun buren naar een soirée was en hij
vanwege zijn hoofdpijn thuis gebleven was.
Veronica was zevenentwintig. Zij had
blond haar en een bleek, zorgelijk gelaat,
dat een uitdrukking van blijmoedigheid
droeg, die een nauwkeurig tosschouwer ge
forceerd genoemd zou hebben. Zij nam te
genover hem plaats.
„ik kom je goeden dag zeggen, Ken", zeide
zij.
Hij beek haar heel verwonderd aan.
„Goedendag? Waarom? Waar ga je naar
toe?" vroeg hij.
,Ik ga een reis om de wereld maken," ant
woordde Veronica en lachte om zijn ver
baasd gezicht.
..Engeland verveelt mij, het uitgaan ver
veelt mij en mijn slecht golf spelen ook.
Daarom ga ik een wereldreis maken als ge
zelschapsdame van een charmante en rijke
weduwe en ik vermoed, dat ik minstens een
jaar wegblijf."
„Ontzettend leuk", verklaarde Kenneth.
..Maar ik heb altijd gedacht, dat je 't hier
wel uit kon houden. Je hebt dozijnen ken
nissen en je spoelt vrij goed golf voor een
vrouw."
„Dank je voor het compliment" lachte
Veronica.
.X>e reden is, dat ik de wereld wil zien!
Morgen schepen wij ons in."
.Morgen!" herhaalde hij. ,.Ik had geen
flauw idee, dat je zoobx doortastend persoon
tje wasl"
„De zaak is zoo. Mrs. Maddison zou
met 'n vriendin gaan", legde zij uit. Maar de
vriendin heeft bronchitis, zoodat Mrs. Mad
dison mij voorstelde, haar plaats, in te ne
men. Is de hoofdpijn over?"
Gedurende een oogenblik keek Kenneth
haar aan, zonder te spreken. Zijn gelaat
was niet wat men noemt knap, doch het
was verbazend aantrekkelijk. Hij had glan-
bende blauwe oogen en krullend haar in
weerwil van zijn ijverige pogingen om het
glad te krijgen. Ofschoon hij dertig Jaar was
kon men hem met geen anderen naam be
titelen dan jongen.
„Kijk eens hier" begon hij, „Ik zal je ge-
ruimen tijd niet zien, zoodat ik je nu wat
vragen wilde. Hij aarzelde en ging dan ver
der: „Heit feit is, dat iks heelemaal geen
hoofdpijn heb!"
„Neen?" Veronica had dit direct begrepen,
maar had tact genoeg om verwonderd te
schijnen.
Hij verschoof onrustig zijn stoel. Het
scheen hem niet gemakkelijk te vallen te
zeggen,.wat hem op 'net hart lag.
„Wat zou jij doen", zeide hij ten laatste,
„indien je bemerkte, dat iémand die je ver
trouwde en liefhad, je een leugen verteld
had?" Natuurlijk zijn er van die cynische
menschen, die zeggen, dat je niemand ver
trouwen moet. maar ik ben Goddank niet
van dat soort! Ik moét eenvoudig iemand
di: :.k liefheb vertrouwen. En toch", zeide hij
eenigszins beschaamd, „ik heb haar nog lief,
hoewel zij loog!"
Madeline?" sprak Veronica verwonderd.
Hij knikte. Zijn gezicht scheen zich
plotseling te verharden.
„Gisteravond wilde ik haar mede naar
een theater nemen", vertelde hij. „Zij zeide,
dat ze nogal een drukken dag gehad had en
vermoeid was, zoodat zij liever thuis bleef,
zocdat ik alleen ging. Toen ik naar huis
terugkeerde zag ik haar in een taxi voorbij
gaan met Philip Kerr.
Het kan mij niet schelen dat zij met Kerr
uitgaat. Kij is een goede vent, mijn beste
vriend en hij is verloofd met het meisje,
waarmede Madeline en ik zeer ingeno
men zijn, nl. Dol Arkwrlght. Je kent haar
wel. Dol geeft niets om muziek en ik ook
niet. maar Philip en Madeline zijn er verzot
op. Zij zijn dikwijls samen naar een concert
geweest en ik 'heb Dol wel eens naar een
theater meegenomen. Wat mij zoo hindert is
waarom zou zij tegen mij liegen? Ik ben
toch niet zoo'n bulldog van een echtgenoot,
dat ik de waarheid niet mag weten."
„Ken" zeide zijn schoonzuster, „Madeline
was gisteravond niet met Mr. Kerr uit!"
„Ik zeg je, dat Ik haar zag," verklaarde
hij ongeduldig. „Hoe kan ik mij vergist heb
ben?"
FEUILLETON
34)
Roman van
HULBERT FOOTNER.
Warempel, de-7°1f"'e oude schilderijen,
deze'P'e sofa! zong hij. O, 't is heerlijk om
thuis te zijn!
De moeder sorei<He haar ami»n uit:
M'n jongen! M'n jongen! was alles,
wat zij zeggen kon.
Hij zonk neer aan haar knieën en om
helsde haar nogmaals.
Lief oud moedertje! riep hij. Wat ben
ik altijd een zorg voor je geweest. Nu is 't
jouw beurt om het goed te hebben!
Het is genoeg, dat je weer thuis bent,
flu'sterde zij.
Hij danste weer door de kamer.
Hoe lang denk je te blijven? vroeg de
moe'er.
Hij kwam naast haar staan.
Ik ga niet meer terug, 't Is een vreeselijk
land. Nu ga ik voor u zorgen en voor de
kleintjes. Ik ben nu een man! Lach niet! Ik
heb ondervinding opgedaan.
Zij spreidde haar armen weer uit.
Vertel, m'n jongen, fluisterde zij.
H'j ging op den grond zitten naast haar
en legde zijn hoofd tegen haar knie. Daar.
tegenover het vuur. terwijl de zon onderging,
vertelde hij haar de geschiedenis.
Toen Garth wegreed en Rina en mij
achterliet, zei hy, op dat punt gekomen, wist
ik niet precies wat er gebeurd was. Maar
Rina is een goede verpleegster en den dag
daarna had zij mij weer opgeknapt. Dien-
zelfden dag trokken de jongens van de Cros
sing op: Jim Plaskett, de politicman en drie
„Toch heb je je vergist. Zij was bij mij!"
Boos en verwijtend staarde hij haar aan.
„En je lunchte gisteren met haar. Waarom
moest zij des avonds weer naar je toe?"
„Ik beide haar op en vroeg haar te ko
men. Ik wilde over een vertrouwelijke kwes
tie met haar spreken. Daarom vertelde zij je
niet, waar zij geweest was. Oh, Ken, je moét
mij gelooven."
Hij schudde ongeloovig het hoofd.
„Ik wil het je niet kwaliijk namen", zeide
hij. „Zij is je zuster en ik weet, hoeveel jullie
van elkaar houden. Het is begrijpelijk, dat je
voor haar opkomt. Maar je behoeft tegen mij
niet te liegen. Zij was niet bij je!"
„En ik zeg je, dat zij wél bij mij was."
„Bewijs het dan!" Hij stond op en met zijn
rug naar 't vuur zag hij met een bitieren
glimlach op haar neer.
„De meid zag haar uitgaan."
Hij kleurde door deze bekentenis.
„Waarom kan je het niet bewijzen, dat zij
bij je was?"
„Ik kan het niet" zeide zij, treurig. „Ik liet
mijn melden gisteravond uitgaan. Wij waren
alleen. Maar hoor eens, Ken, hob ik ooit
tegen je gelogen?"
Hij haalde zijn schouders op.
„Hoe weet ik dat? Tot gisteravond geloofde
ik in jullie allebei. NuHij maakte
een gebaar van twijfel.
„En je hebt Madeline geen kans gegeven
om te ontkennen", seide Veronica opgewon
den.
„Waar zou dat goed voor zijn. Zij zou toch
liegen!"
„En je laat zooiets tusschen jullie ko
men?"
„Ach, andere mannen hebben hun vrouwen
lief, maar vertrouwen hen niet. Het is heel
gewoon."
„Andere mannen", fluisterde zij en haar
stem trilde. „Ja, en andere vrouwen! Maar jij
en Madeline niet, Ken. Je moet elkaar met
vertrouwen liefhebben.
Zij sprong op en ging naar het raam. Hij
stak een clgaret aan. doch gooide hem direct
weer in het vuur. Gedurende eenigen tijd
spraken zij beiden niet, dan wendde Veronica
zich plotseling van het venster.
„Ik kan het bewijzen", zeide zij met be
vende stem. „Goddank, dat ik hieraan denk.
Je kunt Madeline nog vertrouwen, zoowel
als haar liefhebben, Ken."
„Hoe?"
Duister", zeide zij, snel sprekend. „Mijn
dagcoek ligt in die tasoh. Ik schreef er gis
teravond in en daaruit kan je zien, dat
Madeline bij mij was. Wacht!" want hij
strekte een begeerige hand naar de tasch
uit. „Je moet niet lezen, voordat ik weg ben.
Ik ga nu heen. Zoodra je de voordeur hoort
dichtslaan, moet je de laatste regels in dat
boek lezen. Verbrand het daarna en ver
tel niemand zelfs Madeline niet, wat er
vanavond voorgevallen Is. Ken, beloof mij
dat."
Haar hand lag op zijn arm. Hij voelde haar
beven.
„Ja, ja, ik beloof bet je", zeide hij verwon
derd; ever haar geheimzinnige woorden en
haar nerveusiteit.
„Gelukkig, dat je mij dit vanavond ver
telde." zeide zij met een glinstering van tra
nen in haar oogen. ,J3r moet nooit een scha
duw tusschen jou en Madeline zijn. En nu
vaarwel!"
„Maar ik zie je toch nog, voordat je weg
gaat".
„Neen, ik vertrek morgen".
„Dan kom ik aan het station."
„Doe dat maar li&ver niet", zeide zij kalm.
„Madeline komt
„Vaarwel, beste kind" zeide hij vol gene
genheid. „Er hangt een geheimzinnige waas
over alles, maar als je me werkelijk kunt be
wijzen.
Zij duwde hem het boekje in zijn handen.
„Dit zal het bewijzen", antwoordde zij.
Hij hield haar handen in de ziine. Zij "ja
ren ijskoud, doch rij glimlachte gelukkig.
„Denk aan je belofte, Ken", fluisterde zij.
„Vaarwel!". Zij snelde de kamer uit. Hij
bleef staan met het boekje in zijn hand,
totdat hij de straatdeur hoorde dichtvallen.
Dan opende hij met bevende vingers het
beek en las de laatste regels:
„12 Januari. Madeline is pas wegge
gaan .Ik liet haar roepen en vertelde haar
alles. Zij vindt het verstandig.dat ik met
Mrs. Maddisson mee ga. Goddank, dat ik den
moed had het haar te vertellen. Zij zegt, dat
ik mijn liefde te boven zal komen. Ik kan
hier niet blijven en hem zoo dikwijls zien.
Misschien, wanneer ik hem na een jaar of
langer weer ontmoet dat ik slechts voor hem
zal gevoelen wat een meisje behoort te ge
voelen voor den man van haar zuster."
Meer las hij niet. Hij kon niet zien, want
heete tranen drupten uit zijn oogen.
Hij knielde bij den haard en gaf Veronica's
geheim prijs aan de vlammen en wachtte
totdat er niets overbleef, dan een hoopje
grijze asch.
STRIJDSTERS VOOR VROUWEN-
RECHTEN TE HAARLEM BIJEEN.
VERGADERING VAN DE VROUWEN
GROEP IN DEN VRIJHEIDSBOND.
Maandag is te Haarlem de algemeens jaar
vergadering gehouden van de Vrouwengroep
in den Vrijheidsbond. Te half elf werd deze
in hotel Lion d'Or geopend met een huishou
delijke vergadering. Hierin werd mevrouw
C. J. Wynaendts Francken benoemd tot eere
lid.
Te twee uur begon de openbare middag
vergadering. In een openingsrede bracht de
voorzitster mej. L. van Eeghen in herinne
ring de liberale beginselen, waarvoor ge
waakt moet worden: vrijhandel, behoud on
zer nationale zelfstandigheid, gelijke burger
lijke rechten voor man en vrouw.
Medegedeeld werd, dat in de huishoude
lijke vergadering tot hoofdbestuursleden ge
kozen zijn mevrouw M. v. d. GriendBunk
te Kampen en mevrouw mr. Scheltema—
Conradi te Haarlem.
Uit het jaarverslag van de secretaresse
mevrouw A. M. Koek-Mulder blijkt, dat de
vereenlging langzaam groeit.
Het financieel verslag geeft een voordeellg
saldo aan, dank zij veie giften.
Mevrouw C. S. de VeerBlok Wybrandi
bracht als presidente verslag is van de werk
zaamheden van de propaganda-commissie.
Verschillende propagandamiddelen werden
besproken, vooral ten aanzien van de ver
spreiding en inhoud van „Dc Liberale Vrouw"
De afgevaardigde van Rotterdam gaf in over
weging om een tooneelstuk met betrekking
tot de echtscbeidingskwestie te doen op
voeren en neutrale vakvereenlgingen op te
richten voor fabrieksmeisjes.
Na deze bespreking ging men over tot een
huishoudelijke vergadering met. een gedach
ten wisseling van de vrouwelijke gemeente
raadsleden.
De gelijkstelling van man
en vrouw.
Des avonds was er een bijeenkomst even
eens in hotel Lion d'Or. waar mr. H. J.
Knottenbelt, lid der Tweede Kamer, sprak
over het onderwerp: „In hoeverre gelijkstel
ling tusschen man en vrouw voor de wet moét
en in de practijk kan plaats vinden". Hij
wilde zijn rede beschouwd zien als een in
leiding tot gedachtenwissellng Hij gelooft
niet, dat het vraagstuk der gelijkstelling ge
zocht moet worden'in juiste kennis van den
vrouwelijken aard.
In de practijk is gebleken, in hoever vrou
wen voor bepaalde maatschappelijke functies
bekwaam en geschikt zijn.
Door het geven van een historisch over
zicht van de positie, die de vrouw in den
loop der tijden innam toonde de heer Knot
tenbelt aan hoe de vrouw kwam tot de
huidige positie. Een positie, die nu zoo is.
dat de vrouw wel advocaat kan worden maar
nog gestreden moet worden voor haar toe
lating tot het notariaat, tot de rechterlijke
macht en verschillende magistraatsbetrek
kingen.
Van de maatschappelijke evolutie is een
.logische consequentie dat de vrouwen op
kwamen voor politieke rechten. Het gevolg
daarvan is geweest dat thans de vrouwen
hier te lande in politieke rechten met de
mannen gelijk staan. Doch spreker is van
meening. dat ook alle ambten en betrekkin
gen voor vrouwen moeten open staan.
De belooning van man en vrouw behoeft
daarom niet altijd gelijk te zijn. Het belang
van den dienst en van de openbare geldmid
delen moet daarbij volgens spreker voorop
staan, en de geschiktheid van de vrouw moet
in aanmerking genomen worden. Niet «le
overweging, dat de vrouw vrouw is mag het
loon drukken, doch wanneer uit het vrouw
zijn volgt, dat de werkkracht duurder is kan
dit op het loon verhaald worden.
Wat het ontslag aan de huwende ambte
nares betreft is eveneens het belang van den
dienst, primair, dat van de betrokkene secun
dair En, elk geval op zich zelf beschouwen
de. valt de beslissing meestal uit in het na
deel van de gehuwde vrouw. Niet omdat zij
gehuwd is, maar omdat de prestaties dikwijls
veel minder worden. Het is echter nog niet
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1565
BUL'RT PARAPLUS
Vader informeert
waar zijn paraplu is.
Er staai er maar een
en die Is niet van
hem
besluit na nauwkeu
rige studie dat die
van Kees Kommer
moet zijn. dus Kees
zal de zijne wel
hebben
begeeft zich naar de
Hommers, maar
hoort dat Kees ei-
maar een heelt en
die is van de van
SUüterens
concludeert dat van
Stuiteren dc zijne
moet hebben en ver
volgt zijn weg
'.egt de zaak aan van
Stuiteren uit. die na
veel gezoek een oud
exemplaar vindt, dat
bij toeschrijft aan v.
Peutoren
neemt die dus mee
naar v Peuteren, die
zich herinnert dat
van Epscheute er bij
bom een heeft ge
leend, waarvan hil dc
herkomst niet wist
vindt bij v. Epeoheu-
ts eindelijk de para
plu die de zijne nioet
wesson
wordt aan ziin huis
deur verwelkomd
door moeder met het
nieuws dat it styn
paraplu tnfcusschca
heeft gevonden
(Nadruk verbod en.
gelukt om een regeling te treffen, krachtens
welke minder geschikte ambtenaren uit den
dienst kunnen worden verwijderd. In theorie
is een principieel juiste oplossing nog niet
gevonden.
Tenslotte besprak de heer Knottenbelt de
vraagstukken van burgerlijk recht en hu
welijksrecht en van de nationaliteit der ge
huwde vrouw
Zoolang het door spreker als wenschelijk
aangeduide niet bereikt is heeft een afzon
derlijke vrouwengroep als organisatie in de
politieke partij volgens sprekers eindconclu
sie alle recht van bestaan.
Mevrouw Wynaendts Francken zegde den
spreker dank. Zij gaf daarbij als haar mea
ning te kennen, dat een algemeen ontslag
van de gehuwde ambtenares zeer waarde
volle krachten zou onttrekken aan het maat
schappelijk leven en een groot gedeelte der
vrouwen veel levensgeluk zal ontnemen.
Intusschen zal een commissie, tot het ir£
stellen waarvan in de huishoudelijke verga
dering is besloten, het vraagstuk nog eens
grondig onderzoeken.
De avond werd verder op zeer gewaar
deerde wijzé opgeluisterd door zang van mej.
Adri Wolters te Amsterdam, begeleid door
mej. Bille, die met een programma, waarop
drie liederen van Schubert voorkwamen en
twee aria's uit Amadis van Lully, haar ge
hoor ten zeerste boeide.
De heer J. B. Schuil te Haarlem droeg
Huygens' Scheepspraet" voor en verzen van
Scheltema. Ook' gaf hij proza van Falkland,
van welke voordrachten ce appreciatie ten
duidelijkste uitkwam in het hartelijk applaus.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEPj
a 60 Cts. ner rcgeL
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regeL
STOFZU1GERHUIS MAERTfcNS
BAK 1 r.L JÜKiSS 1 KAA I lb
TELEFOON 10756
APEX ELECTRISCHE WASCHMACHINES f275
FAILLISSEMENTEN
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen
uitgesproken op Dinsoag 25 Maart:
Thomas Johannes Rlkkerink, reiziger in
bloembollen, wonende te Heemstede, Zand-
voortkade 8. Curator Mr. J .C. Y. Nleuwon-
huvs. wonende te Haarlem;
P. Th. Korstenbroek. timmerman en aan
nemen. wo.ni)je ,e bouve.j geai-onoj lid-
voort; Curator Mr. W. de Rijke, wonende te
Haarlem:
Laurens Normann, winkelier in heerenk'.oe-
ding, wonende te Haarlem, Parklaan 7. Cura
tor Mr. T. A. M. A. van Löbcn Seis, wonende
te Haarlem.
Martinus Thcociorus van Schuilcnburg,
vroeger kruidenier, thans zonder beroep, wo
nende te Haarlem, Anegang 11. Curator Mr.
J. C. Y. Nieuwenhuys, wonende te Haar! m.
Hendrikus Marie Kooyman, loodgieter, wo
nende te IJmulden, gemeente Vellen, Abee-
lenstraat 2. Curator Mr. A. W. Kellema, wo
nende te IJmulden. gemeente Veisen.
Frederlk van Danslk, kantoorbodlonde,
wonende te Haarlem. Kinderhuissingol 48.
Curator Mr. T. A. M A. van Löben Seis,
wonende te Haarlem. Rechter-Commissar's in
al deze faillissementen Mr. M. A. van Rijn
van Alkemade.
GEËINDIGD zijn door het verbindend wor
den der uitdeelingslljst de faillissementen
van:
M. Hooglugt, winkelier, wonende te Haar
lem. Curator Mr. W. A. J. Stortenbeker, wo
nende te Haarlem.
G. Wouters, winkelier, wonende te Bloe-
mendaal. Curator Mr. F. J. Gerritsen, wonen
de te Haarlem.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl», per regel.
anderen. Jim had zijn drie gezellen overge
haald mee te gaan, zoodra hij de geschiede
nis vernam. Jim is een prachtkerel, een van
die rustige sterke boys, waar je op rekenen
kunt!
Zij wilden mij laten blijven om uit te
rusten tot. zij terug zouden komen. Maar Rina
en ik wilden niet achterblijven. Wij reden
den geheelen dag door en kampeerden slechts
vijftien mijl van de Death River. Onderweg
vonden wij de beenderen van Garth's paard,
totaal uitgeknaagd en het teeken dat hij had
achtergelaten op de plek waar hij rust had
gehouden. Je had Jim Plaskett moeten hoe
ren over de dapperheid van Garth en Jim
kan meepraten hoor.
Wc kwamen in den bergpas aan. Niets
dan hooge kale rotsen, afschuwelijk hard en
koud om te zien. Hat leek mij alsof we in
een onafzienbaar graf waren gekomen.
Er liep een gevaarlijk klein pad naar
beneden. Over de rivier was een opening in
de rotsketen. Daar zagen we een hut en een
tent, maar geen menschen. Enkelen riepen,
dat zij een lichaam in het ravijn zagen lig
gen. maar Je kon niet zien wie het was.
Charley zweeg even en rilde
O! het was verschrikkelijk! fluisterde
hij. Toen wij naar beneden glneen zagen we
Mary Co-que-wasa over de rotsblokken klLm-
men. Zij torste en sleurde onder haar arm
een lichaam mee. Het was Nick Grylls, Hij
scheen dood!
We riepen haar en zij keek plotseling
op. Ik zag. dat haar gezicht niet blij of ver
rast keek alleen dom als bij een kleurling.
Zij bleef niet eens staan. Zij stapte van een
rotsblok af in het diepe water met den man
op haa" rug: en zij verdwenen uit hei ge
zicht en enkele borrelende kringen versche
nen aan de oppervlakte.
Charley hield op en keek in het vuur. Zijn
moeder drukte hem aan haar borst.
O! mijn jongen, hoe verschrikkelijk!
Mary was een gesloten natuur, zei
Charley. Je wist niets van haar. Ik heb haar
nooit een woord hooren zeggen.
We daalden af naar hef water. Jim
Plaskett trok zijn jas uit en dook onder. Te
vergeefs. De stroom nam hem mee en het
water was te koud om er langer dan een paar
minuten in te blijven. We hebben Mary noch
.Grylls ooit weer terug gezien.
Jim zwom naar den overkant en bracht
ons het vlot dat daar lag an wij staken allen
de rivier over. Niemand was in de tenten. De
dekens lagen verward alsof de slapers plot
seling opgesprongen waren. Toen gingen we
verder om ce ravijn in te gaan. Er hing in
derdaad een lichaam tusschen de steenen.
Het was Mabyn. Rina was bij hem voor
iemand van ons hem zag. Hij was nog niet
dood, maar had een kogel door beide bcc-
nen.
O! die plaats was vol verschrikking. Het
stonk er naar geweerpoeder en een lichte
rookwolk hing tusschen de rotsen. Ik was
radeloos bij de gedachte, wat er van Garth
en Natalie zou geworden zijn. Wij riepen
naar alle kanten en eindelijk hoorden wij een
zwak antwoord. Ik klom een rots op als een
kat en vond hen achter een groot rotsblok.
Garth, geheel bebloed lag op den grond uit
gestrekt. Natalie trachtte zijn jas uit te trek
ken. maar zij kon niet. Zij keek naar mij op
met een gezicht zoo wit als krijt, gaf een
schreeuw als een klein kind en viel neer. O!
het was zielig. Ik bracht haar naar bene
den. Niemand mocht haar aanraken.
Om kort te gaan: wij besloten om de
rivier af te zakken op het vlot tot aan Fort
Ochre Garth had een kogel in zijn linker
schouder en een gekwetste hand en Mabyn
was zwaar ziek.
We maakten een nieuw vlot en vertrok
ken den volgenden morgen. Jim Plaskett.
Mabyn cn Rina gingen op het eerste-, en
Sandy Arkess, Oart'n, Natalie en ik volgden
op het tweede. De twee andere boys moesten
de paarden over de prairie naar huis bren
gen.
Dat was nog eens een tocht. Garth ge
nas snel en wij voelden ons allen best.
Bij het fort hecrschte drukte. Daar was
de bisschop met zijn gevolg, gereed om naar
huLs te vertrekken en nooit heb ik iemand
zoo verbaasd zien kijken als cle bisschop,
toen hij Garth uit de andere richting zag
komen en mevrouw ontving Natalie als een
moeder.
Het gezelschap was zenoodzaakt. direct
te vertrekken uit vrees, dat de rivier hen zou
afsluiten en Garth drong aan, dat Natalie
mei de oude dame zou meegaan. Zij ver
zette er zich tegen hem gewond achter te
laten en ik smeekte hem haar te laten blij
ven, maar hij zei, dat het moest voor haar
goeden naam. Ik begreep het niet goed
want wie Natalie kende....! maar ik
denk, dat hij wel wist wat hij doen moest,
Garth en ik en Mabyn bleven te Fort
Ochre. De in snee tour kwam dc rivier af cn
stelde een officieel onderzoek in. Prachtig
ging dal. Kolonel Whinvates is een groote
kerel en een klein kind. Maar een rechtscha
pen boy. Ik werd beste vrienden met hem.
Garth vertelde zijn avonturen.. Ik de
mijne en Rina en Plaskett de hunne. Alles
was in orde. maar Garth liet Mabvn halen
om te getuieren. Hij werd gebracht op een
^raaebaar. Hij vertelde de waarheid. R!na
had hem dag en nacht bewaakt. Geen oogen
blik was zij van hem weg geweest.
Het onderzoek eindigde fees'eülk. zooals
Garth het noemde. De oude kolonel drukte
ons de hand en zei. dat wij helden waren,
waarachtig; Garth wilde niet. dat Mabyn
vervolgd werd. Het was ook niet noodlg, want
Mabyn, die geen weerstandsvermogen had.
was er slecht aan toe. De koorts had hom
stevig te pakken en enkele dagen later
stierf hij.
We hebben hem begraven, daar, waar
hij gestorven ls
Intusschen viel de winter in, de rivier
vroor dicht en Garth en ik konden voorloo-
pig niet meer vertrekken. We richtten zoo
goed en kwaad het ging een winterkamn ln
en heele dagen praatten we over Natalie.
Rina had Intusschen over de prairie
haar stam weer opgezocht. Garth dankte
haar hartelijk voor haar goede zorgen en
troostte haar over het verlies van Mabyn,
een verlies, dat na alles, wat er gebeurd was,
haar niet bijzonder zwaar viel.
Ik ver- at nog te vertellen, dat Mabyn's
moeder intusschen gestorven was. Het bericht
bereikte Mabyn nog voor hij stierf. Het go* -
de menscb wist gelukkig niets van den cl-
lendlgen toestand van haar zoon.
De eerste mail kwam in Januari aan en
bracht Garth nieuws van Natalie.
Garth schreef haar, dat zij sinds Kerstmis
vrij was, nu Mabyn gestorven was. Met de
volgende mail, nu zes dagen geleden gingen
wy weer terug en zoo zie je me hier. Garth
wacht op mij aan het station. Ik wilde, dat
hij mee zou gaan naar u. maar hij stond er
op. dat ik even alleen met m'n lief moeder
tje zou zijn,
Maar nu moet ik mij haasten, want
m'n trein gaat om half zeven.
Maar waar ga je dan nu weer naar toe?
vroeg de oude vrouw hevig onthutst.
Charley kuste haar en zei:
Naar Mlllerton, naar de bruiloft. Ik kom
binnen twee weken terug.
Och. wat jammer.
Maar moeder. Ik ga naar den besten
man. dien ik ken. Bij het geluk van die twee
goeie menschen wil ik zijn. Tot ziens hoor!