DE WINKELSLUITINGSWET. DE VERNEDERLANDSCHING VAN GENT IN DEN SENAAT. WAT DE WET, NA DE AMENDEERING DOOR DE TWEEDE KAMER INHOUDT. HET RAPPORT VAN PROF. CARNOY. i ARR'5 BVB OUTBROO0 HAARLKM'S DAGBLAD DONDERDAG 27 MAART 1930 Artikel 6 luidt: 1. Bij plaatselijke verordening kan de Ge meenteraad onder Onze goedkeuring bepa len, dat op een werkdag per week gedurende een gedeelte van dien dag en wel vóór of na 1 uur des namiddags, alle of bepaalde groe pen van winkels binnen de gemeente voor het publiek gesloten moeten zijn. De dag en het daggedeelte in den vorigen volzin be doeld, worden in de verordening aangewe zen, zij kunnen verschillend zijn voor ver schillende gedeelten der gemeente en door verschillende groepen van winkels. 2. Op een verordening als in het eerste lid bedoeld is het bepaalde bij artikel 9, tweede lid, van toepassing. Dit artikel 6 houdt in zeker opzicht ver band met artikel 9, waarnaar de Minister den heer v. Hcllenberg Hubar verweet, toen deze de in artikel 6 bedoelde bevoegdheid nog wilde uitbreiden over den etenstijd van 1 1/2 uur. De heer Drop pleitte voor een vrijen na middag, onder alle omstandigheden, waarop volkomen terecht de opmerking volgde: maar kan een Maandagmorgen dan niet van belang zijn? Intusschen werd aan dit twist punt spoediger een einde gemaakt dan ver wacht werd, doordat de Minister verklaarde, dat deze zaak thuis hoort bij de Arbeidswet. Het amendement-Drop werd ingetrokken en het artikel 6 met 70 tegen 12 stemmen aan genomen. Artikel 7 luidt: 1. Het is verboden gedurende den tijd, dat een winkel gesloten is, uit een winkel of het daarbij behoorende winkelhuis uit iemand te bedienen. 2. Echter mogen degenen, die op het inge volge deze wet geldende sluitingsuur reeds in den winkel aanwezig zijn, nog bediend worden tot ten hoogste een half uur na het sluitingsuur. 3. Het is verboden gedurende den tijd, dat een winkel voor het publiek gesloten moet zijn, van dien winkel of van het daarbij be hoorende winkelhuis uit, voorwerpen of stof fen ter aflevering aan het publiek uit te zen den. 4. Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing op het uitzenden van brood, ge durende den tijd, dat een winkel, waar brood wordt verkocht, krachtens een verordening als bedoeld in artikel 6 eerste lid, voor het publiek gesloten moet zijn. Een poging van den haer Dr. Vos om melk uit winkels vervoerd te krijgen in sluitings tijd, mislukte, terwijl een amendement v. d. Bergh overgenomen werd door den Minister, welk amendement sloeg op den zoo bekenden „verkoop over het hekje". De aldus verkregen redactieverbetering is reeds in het bovenge- publiceerde artikel 7 opgenomen. Artikel 8: 1. Het venten, het verkoopen en het te koop aanbieden op of aan voor het openbaar verkeer openstaande land- en waterwegen is verboden: a. op Zondag: b. op de eerste vijf werkdagen der week met uitzondering van de werkdagen, welke vallen in de tijdvakken, genoemd in artikel 4, tweede lid, onder c vóór 5 uur des voor middags en na 8 uur des namiddags; c. op Zaterdag en op de andere werkdagen, welke vallen in de tijdvakken, genoemd in artikel 4, tweede lid. onder c, vóór 5 uur des voormiddags en na 10 uur des namiddags. 2. De verbodsbepaling van het vorige lid zal op Zondag, den Nieuw jaarsdag, den twee den Paaschdag. den Hemelvaartsdag, den tweeden Pinksterdag en de beide Kerstdagen na 5 uur des voormiddags niet gelden ten aanzien van geringe eetwaren. Het aantal amendementen op artikel 8 was legio. Ten deele beoogde men daarmede inkrimping, ten deele uitbreiding van het venten. Na de aangebrachte wijzigingen ziet het definitieve artikel er thans als boven uit. Van Staatkundig Gereformeerde zijde wenschte men het venten op Zondag geheel te verbieden. Deze poging mislukte. Drie amendementen v. d. Bergh werden overge nomen door-den Minister. Zeer heftig was het debat over de vraag of de Winkelslui tingswet feitelijk de Zondagswet niet aan tastte; waarop de Minister o.m. antwoordde, dat: de Zondagswet de Zondagsviering be paalt, de Winkelsluitingswet den wekelijk- schen rustdag; maar de middelen, welke bei de wetten gebruiken, zijn zeer verschillend; de winkelsluitingswet houdt zich bezig met wat in de winkels geschiedt, de Zondagswet bestrijdt het gebeuren op straat. Artikel 8 werd tenslotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 9: 1. Indien bijzondere omstandigheden af wijkingen van bepalingen dezer wet in een gemeente gewenscht maakt kunnen deze af wijkingen door den Gemeenteraad onder Onze goedkeuring worden vastgesteld. 2. De in het vorige lid bedoelde plaatselijke verordening wordt afgekondigd op de wijze, bedoeld In de artikelen 172 en 173 van de wet van 29 Juni 1851 (staatsblad no. 85)met dien verstande, dat in het formulier van af kondiging in plaats van de inzending aan en het ontvangstbericht van Gedeputeerde Staten worden vermeld de dagteekening en hot nummer van het Koninklijk besluit, waarbij de verordening is goedgekeurd 3. De Gemeenteraad is bevoegd om ten hoogste 21 dagen In het jaar aan te wijzen, waarop de bij deze wet voorgeschreven be palingen omtrent het sluitingsuur niet zul len gelden, of desgewenscht voor die dagen een later sluitingsuur dan bij deze wet aan gegeven, te bepalen. 4. Onder de in het vorige lid genoemde 21 dagen mogen ook aangewezen worden de in het eerste en tweede lid van artikel 4 en de in het derde lid van artikel 5 genoemde da gen. 5. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd om eene al dan niet voorwaardelijke ontheffing te verleenen van de verbodsbe palingen dezer wet voor plotseling opkomen de omstandigheden en voorts ten aanzien van alle winkels op een tentoonstelling, fancy- fair of andere soortgelijke inrichting van tljdelijkcn aard en van veilingen, voor een door Burgemeester en Wethouders te bepa len tijdvak. Van die ontheffing wordt door Burgemeester en Wethouders openbare ken nisgeving gedaan. Artikel 9, regelende de afwijkingsbevoegd- heid der gemeenteraden, onder goedkeuring van de Kroon, is een van de aangenaamste artikelen van de wet. aangezien het zoowel verruiming, als inperking mogelijk maakt. Dat bleek ook bij de openbare behandeling. Van kerkelijke zijde, met name door de hee- ren v. Dis en Visscher, werden amendemen ten ingediend, welke beoogden iedere beper king van de Zondagssluiting bij voorbaat on mogelijk te maken. De Minister zelf voelde daarvoor niet en wenschte dit artikel in zijn bestaande redactie te handhaven. Aldus ge schiedde. Artikel 10: l. Overtreding van het bepaalde bij een der artikelen 2, 3, 5, 7 en 8, van eene ingevolge de artikelen 6 of 9 vastgestelde verordening of van eene voorwaarde, verbonden aan eene Ingevolge artikel 9, vijfde lid, verleende ont heffing, wordt gestraft,met hechtenis van ten hoogste vijf en twintig gulden. 2 Indien tijdens het plegen van het feit nog geen twee jaren zijn verloopen sedert een vroegere veroordeeling van den beschul digde wegens gelijke of andere overtreding dezer wet of van een ingevolge deze wet vastgestelde verordening onherroepelijk is ge worden. kunnen de in het vorig lid genoem de straffen worden verdubbeld. 3. Aansprakelijk voor de naleving der voor schriften van deze wet, met uitzondering van artikel 8, of ingevolge deze wet gegeven is het hoofd of de bestuurder van den winkel of degene, die hem geregeld als zoodanig vervangt. De poging van den heer Hellenberg Hubar om de voorgestelde boete aanzienlijk te ver- hoogen mislukte. Het artikel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 11: De bij deze wet, strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 12. 1. Met het opsporen van de overtredingen dezer wet en der op de artikelen 6 en 9 steu nende verordeningen zijn, behalve de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast de ambtenaren, bedoeld bij artikel 77 der Ar beidswet 1919 en de ambtenaren van de Rijks- en gemeentepolitie. 2. De vermelde ambtenaren hebben te al len tijde vrijen toegang tot .alle in artikelen 1 en 3. eerste lid. onder c. bedoelde ruimten Wordt hun de toegang geweigerd of belem merd, of wordt hun op aanmelding tot toela ting niet geantwoord, dan verschaffen zij zich dien desnoods met inroeping van den sterken arm. 3. Is de ruimte tevens eene woning of al leen door eene woning toegankelijk, dan tre den zij deze tegen den wil van den bewoner niet binnen dan op vertoon van een schrif telijken. bij zonderen of algemeenen last van den kantonrechter of van den burgemeester. 4. Van dit binnentreden wordt door hen proces-verbaal opgemaakt, dat binnen twee maal vier en twintig uren aan dengene, wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt medegedeeld. Andermaal kwam bij de behandeling van dit artikel de verhouding tusschen Zondags wet en Winkelsluitingswet naar voren, maar de toezegging van den Minister om bij zijn ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken en Landbouw aan te dringen op een spoedige behandeling der nieuwe Zondagswet, bekortte de debatten. Artikel 13: 1. Deze wet treedt in werking op een nader door ons te bepalen tijdstip. 2. Verordeningen ter uitvoering van de ar tikelen 6 cn 9 kunnen vóór het in het eerste lid bedoelde tijdstip worden vastgesteld en goedgekeurd. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 14: Deze wet kan worden aangehaald onder den titel ..Winkelsluitingswet", met vermel ding van den jaargang en het nummer van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst. Lasten en bevelen, dat deze in het Staats blad zal worden geplaatst, en dat alle Mi- nisterieele Departementen, Autoriteiten, Col leges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Op 20 Maart 1930 nam de Tweede Kamer het ontwerp aan met 73 tegen 16 stemmen. Tegen stemden: de Liberalen en de heeren Visscher, Beumer. Wijnkoop, Braat, ds. Ling- beek en de Staatkundig Gereformeerden. MOLLERUS. (Onderstaande berichten zijn reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.) „MERCURIUS". De afdeeling Haarlem van den Natïonalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden ..Mercurius" heeft Dinsdag een huishoude lijke vergadering gehouden in de Tuinzaal van Café-Restaurant Brinkmann. De besprekingen liepen voor een groot ge- doelte over de in te dienen voorstellen voor de in Mei a.s. te houden Bondsvergadering, terwijl door het Afdeelingsbestuur tevens eenige mededeelingen werden gedaan betref fende den inmiddels reeds voorloopig opge- richten Bestuurdersbond Haarlem van de Nederlandsche Vakcentrale. De vergadering verleende zijn sanctie aan de door het be stuur bereids gedane stappen en besloot met algemeene stemmen tot toetreding tot dezen Bestuurdersbond. Van de toetreding van zes nieuwe leden tot de afdeeling nam de vergadering onder applaus kennis, terwijl een telegrafische sympathiebetuiging werd verzonden aan het in staking zijnde kantoorpersoneel van de firma Auping tc Deventer. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. Restaurant „Hildebrand. Einde der Dreef. TeL 10268. Levering van dejeunerst diners en soupers bij U aan huis. Koude en warme schotels. De gelegenheid tot het geven van partijen. GERAFFINEERDE SCHILDERIJENZWENDEL. In Rijssel en Doornik. DE HANDIGE EXPERT EN DE VALSCHE DOEKEN. Wij ontleenen aan de Telegraaf: De pas-ontdekte schilderij enzwendel in Rijssel en Doornik heeft groot schandaal ge wekt en er staan nog aanzienlijke onthullin gen op til. Men weet, dat de fabrikant Ernest Decon- ninck uit Doornik den zoogenaamden expert Vanderliagen beschuldigde van het verkoo pen van een serie valsche meesterwerken van Rembrandt. Velasquez enz. vcor een to taal bedrag van ongeveer een half millioen frank. De handige expert was begonnen in een plaatselijk blaadje een advertentie te plaat sen aldus luidend: „Ik weet een kunstwerk, waarop men schie lijk 200.000 frank verdienen kan. Wie wil mij helpen of meewerken, hetzij door commandi teeren of stichting van een groep, waarin ik mij zelf verbind voor 20-000 frank? Antwoor den adres enz." Van de schoonheid van het geheimzinnige kunstwerk werd natuurlijk niet gerept. Onze moderne kunst-minnaars stellen meestal alleen belang in zuivere speculatie Een fabrikant uit Doornik hapte in het lok aas. Men verkocht hem voor 75-000 frank een Hobbema, die zoogenaamd 200.000 frank waard moest zijn. Na dit lekker-maken van het slachtoffer was het niet moeilijk hem met een vijftiental valsch meesterwei*ken op te schepen. Een behulpzame hand bood daarbij zekere Dujardin, schilderijen-handelaar te Roubaix door Vanderhagen omgekocht om tegenover hem de echtheid der pruldoeken vol te hou den. Deze eerste ontdekking bracht een nieuwe onthulling op het spoor. Op 8 Maart werd er namelijk in het ver koophuis te Hijssel een ..Man met Hand schoen" verkocht-, door den expert Vander hagen als een echte Frans Hals gewaarborgd. De bewuste Hals zou zoogenaamd gevon den zijn op den zolder van een familie Des- camps en het scheeelde een haar of deze on wetende burgers hadden hun miskenden schat verbrand. Het schilderij, voor 50.000 francs ingezet, steeg tot 325.000 francs, bedrag dat quasi on voldoende werd geacht, hetgeen de terugtrek king van het schilderij van de verkooping motiveerde. In waarheid gold het hier een valsch op drijven van een betwistbaar doek. Eenige handlangers van Vanderhagen in de zaal de den den prijs stijgen. Het terugtrekken was noodig, omdat er geen enkele werkelijke koo- per opdaagde. Intusschen kon men later met den prijs van 325.000 francs den amateurs zand in de oogen strooien en een naïef kunstminnaar tot aankoop verleiden. Achteraf blijkt de Hals, die niet anders dan een copie is van een bekend meester werk uit Londen, ontfutseld te zijn aan den verzamelaar Arthur Theunis te Brussel. DE LICHTHOEVE TE SANTPOORT. JAARLIJKSCHE LEDENVERGADERING Dezer dagen had in het gebouw aan de Kweekerslaan te Santpoort de jaarlijksche ledenvergadering van de vereeniging „De Lichthoeve" plaats. Na de gebruikelijke opening bracht de se- cretaresse-penningmeesteresse. Zuster Ver kerk, haar verslag uit over 1929. Naar aanleiding van dit verslag werd met ingenomenheid melding gemaakt van de ver blijdende belangstelling, die „De Lichthoeve" heeft mogen ondervinden ten behoeve van de kinderen, die hier verpleegd worden. Die belangstelling was inderdaad verrassend. Naar het zich laat aanzien zal die den ar beid, die van uitnemend maatschappelijk be lang is, ten zeerste ten goede komen. Doordat het accountantsrapport nog niet was ingekomen, wacht de décharge der pen- ningmeesteresse tot de volgende vergadering. De Directrice, Zuster Kuyck, bracht daar na verslag uit over het aantal volwassenen en kinderen, die in „De Lichthoeve" werden ver pleegd, te weten: 44 volwassenen met 2177 verpleegdagen; 165 kinderen met 20456 ver- pleegdagen; 253 keeren werd in de wijk hulp verleend; 400 maaltijden werden in de wijk verstrekt. HAARLEM'S MUZIEK-INSTITUUT. Vrfjdag 28 Maart heeft in deh schouwburg aan den Jansweg een leerlingen-uitvoering plaats van Haarlem's Muziek-Instituut, di recteur Nico Hoogerwerf. Ook zullen leerlingen der bewegingskunst klasse onder leiding van Rudi Mees plasti sche dansen uitvoeren. DE 1 MEI-VIERING DER MODERNE ARBEIDERSBEWEGING. Door de afdeeling Haarlem van den Ned. Arbeiders Sportbond is voorgesteld om op den 1 Mei-dag des namidags een voetbalwed strijd te spelen tegen een veteranen-elftal, samen te stellen uit de bestuursleden der bij den H. B. B. aangesloten organisaties. Men stelt reeds pogingen in het werk om voor deze gelegenheid één der in de naaste omge ving liggende voetbalterreinen te verkrijgen. Dit voorstel, dat algemeen is toegejuicht, beteekent dus dat er nu zoowat de geheele dag wat te doen zal zijn op 1 Mei, nl. 's mor gens ochtendwandeling en uitvoering in Groenendaal; 's middags de kindervoorstel ling en de voetbalwedstrijd cn des avonds demonstratie en feestelijke bijeenkomst. (Van onzen correspondent). Brussel, 24 Maart. De Commissie van Kunsten en Weten» schappen uit de Senaat, die belast was met het onderzoek van het wetsontwerp houden de vernederlandsching van de Universiteit van Gent heeft haar verslag gereed ge maakt. De behandeling in de openbare ver* gadering zal nog deze week plaats vinden. De voorzitter der commissie is prof. dr. August Vermeylen, socialistisch gecoöpteerd lid der Eerste Kamer, ten onzent voorname* lijk bekend door zijn roman jrDe Wande, lende Jood" en zijn magistrale kunstge schiedenis, welke in de Wereldbibliotheek aan het verschijnen is. Vermeylen wordt algemeen beschouwd als de man die minis, ter van onderwijs en schoone kunsten moet worden, zoodra er weer een regeering met hulp van de socialisten gevormd zal wor* den. Het verslag is opgesteld door den rappor teur, prof. dr. A. Carnoy, oud-minister van binnenlandsche zaken, hoogleeraar te Leuven En het is in zijn preciesheid en in zijn zake* lijke argumentatie een uitnemend stuk en een historisch document van beteekenis. Het is zonder eenigen twijfel de moeite waard om de hoofdzaken er uit samen te vatten, omdat 't een juist overzicht geeft, ook voor hen, welke zich ten onzent tot nu toe niet in het bijzonder met de materie bezig hiel* den. Het wetsontwerp betreffende het gebruik der talen aan de Universiteit te Gent is, in zijn beginsel en in zijn bijzonderheden, het voorwerp geweest van eindelooze be* sprekingen in de Kamer en in het land. Op het oogenblik waarop de Senaat, op zijn beurt daarover stelling moet nemen, is hij stellig reeds volledig voorgelicht over de beteekenis en over den aard der hervorming, waarvoor er in de Kamer een verpletterende meerder heid te vinden was. Deze bijna volledige eensgezindheid duidt aan welk belang de Belgen van alle partijen, de Walen zoowel als de Vlamingen, aan dezen vredestichtenöen maatregel hechten, welke ook hun persoonlijke voorkeur over het ge* bruik der talen in België zij. Allen hebben zij begrepen dat 's lands belang, loyaal op* gevat, uitstekend werd gediend door de goedkeuring van een ontwerp dat een einde stelt aan een oorzaak van verdeeldheid on der de Belgische burgers. Daarna geeft de rapporteur een zeer be knopt, maar juist beeld in vogelvlucht van de "Vlaamsche Beweging, waarin hij duidelijk twee perioden onderscheidt: De eerste pogingen waren erop gericht de belangstelling van het volk en van de ge* leerden voor de Vlaamsche taal, letterkunde en kunst te doen herleven, en tevens eeni* germate de nadeelen te verzachten die voor de Vlamingen zelf voortspruiten uit een administratieven en socialen voorrang van de Fransche taal in Vlaanderen. Vervolgens bleek dat de Vlaamsche na* tionaötèit enkel kon worden geëerbiedigd en gediend door een rationeele inrichting van België, gesteund op de eerlijke erkenning van de volksdualiteit. De Vlaamsche democratie werd zich be wust van haar rechten en van haar waar* dïgheid en onmiddellijk werd dit streven naar bevrijding geconcretiseerd in het veri overen van de Gentsche hoogeschool, of- ficieel brandpunt van cultuur inde Vlaamsche gewesten, waarvan het Fransche wezen drukte op heel het intellectueel en sociaal leven van deze provinciën en tevens den staat van kultureele ondergeschiktheid, waarover zij klaagden, scherp deed uitko men. Vanzelf komt Carnoy dan bot dit aphorisme: De vernederlandsching van de Gentsche hoogeschool is grootendeels geworden een vraagstuk van rechtvaardigheid en waar* digheid voor diegenen die ze opeischen en men zou het belang van deze bekomme* ring om de waardigheid van het ras, in de huidige Vlaamsche beweging, niet kunnen overschatten. Nadat de verslaggever de beteekenis van een nationale hoogeschool voor het volks* leven heeft uiteengezet, komt hij tot de politieke zin van de voorgestelde hervor- De vernederlandsching van Gent str tokt inderdaad volkomen met de nationale demo. cratische betrachtingen zooals zij thans in Europa tot uiting komen. De rat.'oneele inrichting van «en Staat, op grondslag van gelijkheid der standen er. Yan ondergeschikt* heid der belangen van de leidende standen, aan de behoeften van de gansche gemeen schap, kan niet gepaard gaan met „aristo cratische talen" die van liet voxk juist die» genen afzonderen wior bedrijvigheid ter be* schikking van het volk moet worden ge» steld, diegenen die in een normale gemeen schap de leiders, 3e toonbeelden, de raad» gevers van de massa zijn en zulks in alle kultuuropzichten. Vandaar het tot stand komen van zoo talrijke nationaliteiten, die ieder hun eigen taal hebben, in de streken waar woegar alleen zekere zeer verspreide talen burger recht bezaten in het bestuur en in het hooger onderwijs. Welnu, bij al deze volke ren zonder uitzondering is de nationale taal de taal van de hoogeschool geworden. Van Gent moet een verlevendiging en verheffing van de Nederlandsche taal uit» gaan. En het ontstaan en het bestaan van een intellectueelen*stand welke in het Ne» derlandscli denkt, doceert en werkt is dus evenzeer een noodwendigheid op taalgebied als een eisch van de gezonde democratie, met dien verstande dat het aan een on eindig grooter aantal personen toelaat zicBb op een hooger intellectueel en zedelijk peil to verheffen en tevens hun eigen volksaard te bewaren. Dit alles strookt met hetgeen wij weten van de psychologie der talen en der nationaliteiten. Het strookt daarenboven met de mensche» lijke psychologie dab de Vlaming, welke ook het verschil tusscehn het Nederlandsch en het Fransch als „uitvoerartikel" moge zijn, niet duldt dat de Staat hem niet in volle werkelijkheid rechten erkent, die gelijk zijn aan de rechten van de Franschsprekende Belgen. Inderdaad moet Gent in de oogen van de Vlamingen niet alleen volledig op een lijn gaan met Luik, maar het komt er op aan, dat- de Vlaamsche universiteit een waar centrum van echt specifieke cultuur weze, waar de Vlaming zich zal thuisvoelen. De tweetaligheid, zelfs wanneer zij wordt be perkt tot een gedeelte van de instelling, zou dezen aard van gelijkheid wagnemen en zou aanleiding geven tot het bestendigen van ijverzucht tusschen de afdeelingen, van drijverijen en van wantrouwen van alle slag. Dat wH dus niet zeggen, dat Carnoy niet wfl hooren van eenige verplichte Fransche leer gang. Wel echter voelt hij iets voor de fa cultatieve cursussen waar mede het re» geeringsvoorstel aankomt en die in de oogen der extremistische Vlamingen er de -zwakke plek van uitmaken. Wanneer de Vlamingen een redelijke taaiinrichting zullen bezitten en zullen bevrijd zijn van de vrees dat het Fransch bij hen hun eigen taal als voertaal van de cultuur te zien vervangen, is het waarschijnlijk dat deze Fransche leergangen er zullen toe bijdragen een gemakkelijker voeling te bestendigen tusschen de in tel* lectueelen van het Noorden en die van ons land. Dit zal onder het stelsel eener vol* ledige vrijheid en buiten allen dwang en vernedering een toestand in het leven roepen die gunstig is voor het in stand houden van goede betrekkingen tusschen Walen en Vla* mingen. En de geleerde schrijver eindigt dan, als gebruikelijk, met een toast: „Deze hervorming zal Vlaanderen geluk» kig maken, omdat daardoor de bronnen der nationale kracht beschermd worden van een volk, dat in zoo ruime mate heeft bijgedra» gen tot den intellectueelen roem van België. Zij zal bovendien een einde maken aan een van de ernstigste oorzaken van oneenigheid tusschen Vlamingen en Walen en in dit jubel jaar zal zij de grove dwaling goedmaken die honderd jaar geleden werd begaan". Wij behoeven niet te zeggen dat deze taal merkwaardig klinkt in een senaatsrapport.; waar, tot nog toe, het Hoogerhuis het laatste bolwerk der verfransching was. De beraad slagingen, gebaseerd op een zóó positief en zóó helder st.uk, zullen, naar alle waarschijn, lijkheid kort zijn- Misschien zelfs komt men er in één zitting mee klaar; maar hoogstens zal men er den Donderdag nog aan wijden. Maar dan is ook alles afgeloopen. Over den uitslag is niemand ongerust. Het regeeringsontwerp zal wederom een meer* derheid halen. Maar in de couloirs van het parlement is men de meening toegedaan dat die meerderheid niet zóó overweldigend groot zal zijn als in de Kamer. J. GRESHOFF. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Cts. per regel. WEEST TOCH NIET WIJZER DAN UW DOKTER: Eet DE GODSDIENSTVERVOLGING IN RUSLAND. MET PASCHEN BETOOGINGEN TEGEN DEN GODSDIENST. Volgens het persbulletin van de Entente Internationale Anti-soviétique kondigt de „Pravda" aan. dat er met Paschen in Rus land anti-godsdienstige betoogingen zullen worden gehouden. „De Godsdienstlooze", orgaan van de Sov jet, schrijft: „Het materialisme kan niet samengaan met den godsdienst, die tot de gedachten- sfeer der bourgeoisie behoort. De verplichting te strijden tegen de opvat tingen der bourgeoisie, zooals die behoort tot het programma van de communistische In ternationale. omvat tevens de verplichting, tegen den godsdienst te strijden. De strijd tegen den godsdienst vormt een integreerend deel van den opvoedenden ar beid der partij. De communistische Internationale heeft in haar programma den strijd tegen den godsdienst, den waakhond van 't kapitalis me, de rem van de revolutionnaire beweging der Oostersche volken." Uit Moskou wordt gemeld, dat de commu nistische hoogeschool der Oostersche Werkers in die stad gevestigd is op het Strasnaïa- plein. De studenten zijn afkomstig van Korea. Japan, China, Indië. Dadelijk na hun aankomst worden ze on dergebracht in de gemeubileerde kamers „Lux", in de Tverskaïdstraat 38. De „internationale cursussen van Lenin" worden gegeven in de Vorovskystraat no. 25, (vroeger Povarskaïa). Alle toekomstige agita tors worden ingeschreven onder valsche Rus sische namen. Zij worden gehuisvest, ge voed en onderwezen door de zorgen van het communistische gouvernement, dat eveneens hun reiskosten betaalt. Zoodra zij vertrek ken, worden zij ingedeeld in de verschil lende diensten der bolsjewistische propagan da in het Oosten. TEYLER'S GENOOTSCHAP. Directeuren van Teyler's Stichting en de leden van Teyler's Tweede Genoot-schao heb ben besloten voor het jaar 1930 de volgende prijsvraag uit te schrijven: „Het Genootschap vraagt eene Flora der locaal-endemische plantensoort van Neder landsch Indië". De antwoorden moeten worden ingezonden vóór of op den len Januari 1932. De prijs voor het best en voldoend ant woord bestaat in een gouden eerepenning, op den stempel des Genootschaps geslagen, ter innerlijke waarde van 400.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14