DE WINKELSLUITINGSWET.
DE VERNEDERLANDSCHING VAN
GENT IN DEN SENAAT.
WAT DE WET, NA DE AMENDEERING DOOR
DE TWEEDE KAMER INHOUDT.
HET RAPPORT VAN PROF. CARNOY.
i ARR'5 BVB OUTBROO0
HAARLKM'S DAGBLAD
DONDERDAG 27 MAART 1930
Artikel 6 luidt:
1. Bij plaatselijke verordening kan de Ge
meenteraad onder Onze goedkeuring bepa
len, dat op een werkdag per week gedurende
een gedeelte van dien dag en wel vóór of na
1 uur des namiddags, alle of bepaalde groe
pen van winkels binnen de gemeente voor
het publiek gesloten moeten zijn. De dag en
het daggedeelte in den vorigen volzin be
doeld, worden in de verordening aangewe
zen, zij kunnen verschillend zijn voor ver
schillende gedeelten der gemeente en door
verschillende groepen van winkels.
2. Op een verordening als in het eerste lid
bedoeld is het bepaalde bij artikel 9, tweede
lid, van toepassing.
Dit artikel 6 houdt in zeker opzicht ver
band met artikel 9, waarnaar de Minister den
heer v. Hcllenberg Hubar verweet, toen deze
de in artikel 6 bedoelde bevoegdheid nog
wilde uitbreiden over den etenstijd van 1 1/2
uur. De heer Drop pleitte voor een vrijen na
middag, onder alle omstandigheden, waarop
volkomen terecht de opmerking volgde:
maar kan een Maandagmorgen dan niet van
belang zijn? Intusschen werd aan dit twist
punt spoediger een einde gemaakt dan ver
wacht werd, doordat de Minister verklaarde,
dat deze zaak thuis hoort bij de Arbeidswet.
Het amendement-Drop werd ingetrokken en
het artikel 6 met 70 tegen 12 stemmen aan
genomen.
Artikel 7 luidt:
1. Het is verboden gedurende den tijd, dat
een winkel gesloten is, uit een winkel of het
daarbij behoorende winkelhuis uit iemand
te bedienen.
2. Echter mogen degenen, die op het inge
volge deze wet geldende sluitingsuur reeds
in den winkel aanwezig zijn, nog bediend
worden tot ten hoogste een half uur na het
sluitingsuur.
3. Het is verboden gedurende den tijd, dat
een winkel voor het publiek gesloten moet
zijn, van dien winkel of van het daarbij be
hoorende winkelhuis uit, voorwerpen of stof
fen ter aflevering aan het publiek uit te zen
den.
4. Het bepaalde in het derde lid is niet van
toepassing op het uitzenden van brood, ge
durende den tijd, dat een winkel, waar brood
wordt verkocht, krachtens een verordening
als bedoeld in artikel 6 eerste lid, voor het
publiek gesloten moet zijn.
Een poging van den haer Dr. Vos om melk
uit winkels vervoerd te krijgen in sluitings
tijd, mislukte, terwijl een amendement v. d.
Bergh overgenomen werd door den Minister,
welk amendement sloeg op den zoo bekenden
„verkoop over het hekje". De aldus verkregen
redactieverbetering is reeds in het bovenge-
publiceerde artikel 7 opgenomen.
Artikel 8:
1. Het venten, het verkoopen en het te
koop aanbieden op of aan voor het openbaar
verkeer openstaande land- en waterwegen is
verboden:
a. op Zondag:
b. op de eerste vijf werkdagen der week
met uitzondering van de werkdagen, welke
vallen in de tijdvakken, genoemd in artikel
4, tweede lid, onder c vóór 5 uur des voor
middags en na 8 uur des namiddags;
c. op Zaterdag en op de andere werkdagen,
welke vallen in de tijdvakken, genoemd in
artikel 4, tweede lid. onder c, vóór 5 uur des
voormiddags en na 10 uur des namiddags.
2. De verbodsbepaling van het vorige lid
zal op Zondag, den Nieuw jaarsdag, den twee
den Paaschdag. den Hemelvaartsdag, den
tweeden Pinksterdag en de beide Kerstdagen
na 5 uur des voormiddags niet gelden ten
aanzien van geringe eetwaren.
Het aantal amendementen op artikel 8
was legio. Ten deele beoogde men daarmede
inkrimping, ten deele uitbreiding van het
venten. Na de aangebrachte wijzigingen ziet
het definitieve artikel er thans als boven uit.
Van Staatkundig Gereformeerde zijde
wenschte men het venten op Zondag geheel
te verbieden. Deze poging mislukte. Drie
amendementen v. d. Bergh werden overge
nomen door-den Minister. Zeer heftig was
het debat over de vraag of de Winkelslui
tingswet feitelijk de Zondagswet niet aan
tastte; waarop de Minister o.m. antwoordde,
dat: de Zondagswet de Zondagsviering be
paalt, de Winkelsluitingswet den wekelijk-
schen rustdag; maar de middelen, welke bei
de wetten gebruiken, zijn zeer verschillend;
de winkelsluitingswet houdt zich bezig met
wat in de winkels geschiedt, de Zondagswet
bestrijdt het gebeuren op straat.
Artikel 8 werd tenslotte zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Artikel 9:
1. Indien bijzondere omstandigheden af
wijkingen van bepalingen dezer wet in een
gemeente gewenscht maakt kunnen deze af
wijkingen door den Gemeenteraad onder
Onze goedkeuring worden vastgesteld.
2. De in het vorige lid bedoelde plaatselijke
verordening wordt afgekondigd op de wijze,
bedoeld In de artikelen 172 en 173 van de
wet van 29 Juni 1851 (staatsblad no. 85)met
dien verstande, dat in het formulier van af
kondiging in plaats van de inzending aan
en het ontvangstbericht van Gedeputeerde
Staten worden vermeld de dagteekening en
hot nummer van het Koninklijk besluit,
waarbij de verordening is goedgekeurd
3. De Gemeenteraad is bevoegd om ten
hoogste 21 dagen In het jaar aan te wijzen,
waarop de bij deze wet voorgeschreven be
palingen omtrent het sluitingsuur niet zul
len gelden, of desgewenscht voor die dagen
een later sluitingsuur dan bij deze wet aan
gegeven, te bepalen.
4. Onder de in het vorige lid genoemde 21
dagen mogen ook aangewezen worden de in
het eerste en tweede lid van artikel 4 en de
in het derde lid van artikel 5 genoemde da
gen.
5. Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd om eene al dan niet voorwaardelijke
ontheffing te verleenen van de verbodsbe
palingen dezer wet voor plotseling opkomen
de omstandigheden en voorts ten aanzien van
alle winkels op een tentoonstelling, fancy-
fair of andere soortgelijke inrichting van
tljdelijkcn aard en van veilingen, voor een
door Burgemeester en Wethouders te bepa
len tijdvak. Van die ontheffing wordt door
Burgemeester en Wethouders openbare ken
nisgeving gedaan.
Artikel 9, regelende de afwijkingsbevoegd-
heid der gemeenteraden, onder goedkeuring
van de Kroon, is een van de aangenaamste
artikelen van de wet. aangezien het zoowel
verruiming, als inperking mogelijk maakt.
Dat bleek ook bij de openbare behandeling.
Van kerkelijke zijde, met name door de hee-
ren v. Dis en Visscher, werden amendemen
ten ingediend, welke beoogden iedere beper
king van de Zondagssluiting bij voorbaat on
mogelijk te maken. De Minister zelf voelde
daarvoor niet en wenschte dit artikel in zijn
bestaande redactie te handhaven. Aldus ge
schiedde.
Artikel 10:
l. Overtreding van het bepaalde bij een der
artikelen 2, 3, 5, 7 en 8, van eene ingevolge
de artikelen 6 of 9 vastgestelde verordening
of van eene voorwaarde, verbonden aan eene
Ingevolge artikel 9, vijfde lid, verleende ont
heffing, wordt gestraft,met hechtenis van
ten hoogste vijf en twintig gulden.
2 Indien tijdens het plegen van het feit
nog geen twee jaren zijn verloopen sedert
een vroegere veroordeeling van den beschul
digde wegens gelijke of andere overtreding
dezer wet of van een ingevolge deze wet
vastgestelde verordening onherroepelijk is ge
worden. kunnen de in het vorig lid genoem
de straffen worden verdubbeld.
3. Aansprakelijk voor de naleving der voor
schriften van deze wet, met uitzondering
van artikel 8, of ingevolge deze wet gegeven
is het hoofd of de bestuurder van den winkel
of degene, die hem geregeld als zoodanig
vervangt.
De poging van den heer Hellenberg Hubar
om de voorgestelde boete aanzienlijk te ver-
hoogen mislukte. Het artikel werd zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Artikel 11:
De bij deze wet, strafbaar gestelde feiten
worden beschouwd als overtredingen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 12.
1. Met het opsporen van de overtredingen
dezer wet en der op de artikelen 6 en 9 steu
nende verordeningen zijn, behalve de bij of
krachtens artikel 141 van het Wetboek van
Strafvordering aangewezen personen, belast
de ambtenaren, bedoeld bij artikel 77 der Ar
beidswet 1919 en de ambtenaren van de Rijks-
en gemeentepolitie.
2. De vermelde ambtenaren hebben te al
len tijde vrijen toegang tot .alle in artikelen
1 en 3. eerste lid. onder c. bedoelde ruimten
Wordt hun de toegang geweigerd of belem
merd, of wordt hun op aanmelding tot toela
ting niet geantwoord, dan verschaffen zij
zich dien desnoods met inroeping van den
sterken arm.
3. Is de ruimte tevens eene woning of al
leen door eene woning toegankelijk, dan tre
den zij deze tegen den wil van den bewoner
niet binnen dan op vertoon van een schrif
telijken. bij zonderen of algemeenen last van
den kantonrechter of van den burgemeester.
4. Van dit binnentreden wordt door hen
proces-verbaal opgemaakt, dat binnen twee
maal vier en twintig uren aan dengene, wiens
woning is binnengetreden, in afschrift wordt
medegedeeld.
Andermaal kwam bij de behandeling van
dit artikel de verhouding tusschen Zondags
wet en Winkelsluitingswet naar voren, maar
de toezegging van den Minister om bij zijn
ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw aan te dringen op een spoedige
behandeling der nieuwe Zondagswet, bekortte
de debatten.
Artikel 13:
1. Deze wet treedt in werking op een nader
door ons te bepalen tijdstip.
2. Verordeningen ter uitvoering van de ar
tikelen 6 cn 9 kunnen vóór het in het eerste
lid bedoelde tijdstip worden vastgesteld en
goedgekeurd.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 14:
Deze wet kan worden aangehaald onder
den titel ..Winkelsluitingswet", met vermel
ding van den jaargang en het nummer van
het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staats
blad zal worden geplaatst, en dat alle Mi-
nisterieele Departementen, Autoriteiten, Col
leges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan
de nauwkeurige uitvoering de hand zullen
houden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Op 20 Maart 1930 nam de Tweede Kamer
het ontwerp aan met 73 tegen 16 stemmen.
Tegen stemden: de Liberalen en de heeren
Visscher, Beumer. Wijnkoop, Braat, ds. Ling-
beek en de Staatkundig Gereformeerden.
MOLLERUS.
(Onderstaande berichten zijn reeds in een
deel van de vorige oplaag opgenomen.)
„MERCURIUS".
De afdeeling Haarlem van den Natïonalen
Bond van Handels- en Kantoorbedienden
..Mercurius" heeft Dinsdag een huishoude
lijke vergadering gehouden in de Tuinzaal
van Café-Restaurant Brinkmann.
De besprekingen liepen voor een groot ge-
doelte over de in te dienen voorstellen voor
de in Mei a.s. te houden Bondsvergadering,
terwijl door het Afdeelingsbestuur tevens
eenige mededeelingen werden gedaan betref
fende den inmiddels reeds voorloopig opge-
richten Bestuurdersbond Haarlem van de
Nederlandsche Vakcentrale. De vergadering
verleende zijn sanctie aan de door het be
stuur bereids gedane stappen en besloot met
algemeene stemmen tot toetreding tot dezen
Bestuurdersbond.
Van de toetreding van zes nieuwe leden tot
de afdeeling nam de vergadering onder
applaus kennis, terwijl een telegrafische
sympathiebetuiging werd verzonden aan het
in staking zijnde kantoorpersoneel van de
firma Auping tc Deventer.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regel.
Restaurant „Hildebrand.
Einde der Dreef. TeL 10268.
Levering van dejeunerst diners
en soupers bij U aan huis.
Koude en warme schotels.
De gelegenheid tot het
geven van partijen.
GERAFFINEERDE
SCHILDERIJENZWENDEL.
In Rijssel en Doornik.
DE HANDIGE EXPERT EN DE
VALSCHE DOEKEN.
Wij ontleenen aan de Telegraaf:
De pas-ontdekte schilderij enzwendel in
Rijssel en Doornik heeft groot schandaal ge
wekt en er staan nog aanzienlijke onthullin
gen op til.
Men weet, dat de fabrikant Ernest Decon-
ninck uit Doornik den zoogenaamden expert
Vanderliagen beschuldigde van het verkoo
pen van een serie valsche meesterwerken
van Rembrandt. Velasquez enz. vcor een to
taal bedrag van ongeveer een half millioen
frank.
De handige expert was begonnen in een
plaatselijk blaadje een advertentie te plaat
sen aldus luidend:
„Ik weet een kunstwerk, waarop men schie
lijk 200.000 frank verdienen kan. Wie wil mij
helpen of meewerken, hetzij door commandi
teeren of stichting van een groep, waarin ik
mij zelf verbind voor 20-000 frank? Antwoor
den adres enz."
Van de schoonheid van het geheimzinnige
kunstwerk werd natuurlijk niet gerept. Onze
moderne kunst-minnaars stellen meestal
alleen belang in zuivere speculatie
Een fabrikant uit Doornik hapte in het lok
aas. Men verkocht hem voor 75-000 frank
een Hobbema, die zoogenaamd 200.000 frank
waard moest zijn. Na dit lekker-maken van
het slachtoffer was het niet moeilijk hem
met een vijftiental valsch meesterwei*ken op
te schepen.
Een behulpzame hand bood daarbij zekere
Dujardin, schilderijen-handelaar te Roubaix
door Vanderhagen omgekocht om tegenover
hem de echtheid der pruldoeken vol te hou
den.
Deze eerste ontdekking bracht een nieuwe
onthulling op het spoor.
Op 8 Maart werd er namelijk in het ver
koophuis te Hijssel een ..Man met Hand
schoen" verkocht-, door den expert Vander
hagen als een echte Frans Hals gewaarborgd.
De bewuste Hals zou zoogenaamd gevon
den zijn op den zolder van een familie Des-
camps en het scheeelde een haar of deze on
wetende burgers hadden hun miskenden
schat verbrand.
Het schilderij, voor 50.000 francs ingezet,
steeg tot 325.000 francs, bedrag dat quasi on
voldoende werd geacht, hetgeen de terugtrek
king van het schilderij van de verkooping
motiveerde.
In waarheid gold het hier een valsch op
drijven van een betwistbaar doek. Eenige
handlangers van Vanderhagen in de zaal de
den den prijs stijgen. Het terugtrekken was
noodig, omdat er geen enkele werkelijke koo-
per opdaagde.
Intusschen kon men later met den prijs
van 325.000 francs den amateurs zand in de
oogen strooien en een naïef kunstminnaar
tot aankoop verleiden.
Achteraf blijkt de Hals, die niet anders
dan een copie is van een bekend meester
werk uit Londen, ontfutseld te zijn aan den
verzamelaar Arthur Theunis te Brussel.
DE LICHTHOEVE TE
SANTPOORT.
JAARLIJKSCHE LEDENVERGADERING
Dezer dagen had in het gebouw aan de
Kweekerslaan te Santpoort de jaarlijksche
ledenvergadering van de vereeniging „De
Lichthoeve" plaats.
Na de gebruikelijke opening bracht de se-
cretaresse-penningmeesteresse. Zuster Ver
kerk, haar verslag uit over 1929.
Naar aanleiding van dit verslag werd met
ingenomenheid melding gemaakt van de ver
blijdende belangstelling, die „De Lichthoeve"
heeft mogen ondervinden ten behoeve van
de kinderen, die hier verpleegd worden. Die
belangstelling was inderdaad verrassend.
Naar het zich laat aanzien zal die den ar
beid, die van uitnemend maatschappelijk be
lang is, ten zeerste ten goede komen.
Doordat het accountantsrapport nog niet
was ingekomen, wacht de décharge der pen-
ningmeesteresse tot de volgende vergadering.
De Directrice, Zuster Kuyck, bracht daar
na verslag uit over het aantal volwassenen en
kinderen, die in „De Lichthoeve" werden ver
pleegd, te weten: 44 volwassenen met 2177
verpleegdagen; 165 kinderen met 20456 ver-
pleegdagen; 253 keeren werd in de wijk hulp
verleend; 400 maaltijden werden in de wijk
verstrekt.
HAARLEM'S MUZIEK-INSTITUUT.
Vrfjdag 28 Maart heeft in deh schouwburg
aan den Jansweg een leerlingen-uitvoering
plaats van Haarlem's Muziek-Instituut, di
recteur Nico Hoogerwerf.
Ook zullen leerlingen der bewegingskunst
klasse onder leiding van Rudi Mees plasti
sche dansen uitvoeren.
DE 1 MEI-VIERING DER MODERNE
ARBEIDERSBEWEGING.
Door de afdeeling Haarlem van den Ned.
Arbeiders Sportbond is voorgesteld om op
den 1 Mei-dag des namidags een voetbalwed
strijd te spelen tegen een veteranen-elftal,
samen te stellen uit de bestuursleden der bij
den H. B. B. aangesloten organisaties. Men
stelt reeds pogingen in het werk om voor
deze gelegenheid één der in de naaste omge
ving liggende voetbalterreinen te verkrijgen.
Dit voorstel, dat algemeen is toegejuicht,
beteekent dus dat er nu zoowat de geheele
dag wat te doen zal zijn op 1 Mei, nl. 's mor
gens ochtendwandeling en uitvoering in
Groenendaal; 's middags de kindervoorstel
ling en de voetbalwedstrijd cn des avonds
demonstratie en feestelijke bijeenkomst.
(Van onzen correspondent).
Brussel, 24 Maart.
De Commissie van Kunsten en Weten»
schappen uit de Senaat, die belast was met
het onderzoek van het wetsontwerp houden
de vernederlandsching van de Universiteit
van Gent heeft haar verslag gereed ge
maakt. De behandeling in de openbare ver*
gadering zal nog deze week plaats vinden.
De voorzitter der commissie is prof. dr.
August Vermeylen, socialistisch gecoöpteerd
lid der Eerste Kamer, ten onzent voorname*
lijk bekend door zijn roman jrDe Wande,
lende Jood" en zijn magistrale kunstge
schiedenis, welke in de Wereldbibliotheek
aan het verschijnen is. Vermeylen wordt
algemeen beschouwd als de man die minis,
ter van onderwijs en schoone kunsten moet
worden, zoodra er weer een regeering met
hulp van de socialisten gevormd zal wor*
den.
Het verslag is opgesteld door den rappor
teur, prof. dr. A. Carnoy, oud-minister van
binnenlandsche zaken, hoogleeraar te Leuven
En het is in zijn preciesheid en in zijn zake*
lijke argumentatie een uitnemend stuk en
een historisch document van beteekenis. Het
is zonder eenigen twijfel de moeite waard
om de hoofdzaken er uit samen te vatten,
omdat 't een juist overzicht geeft, ook voor
hen, welke zich ten onzent tot nu toe niet
in het bijzonder met de materie bezig hiel*
den.
Het wetsontwerp betreffende het gebruik
der talen aan de Universiteit te Gent is,
in zijn beginsel en in zijn bijzonderheden,
het voorwerp geweest van eindelooze be*
sprekingen in de Kamer en in het land. Op
het oogenblik waarop de Senaat, op zijn beurt
daarover stelling moet nemen, is hij stellig
reeds volledig voorgelicht over de beteekenis
en over den aard der hervorming, waarvoor
er in de Kamer een verpletterende meerder
heid te vinden was.
Deze bijna volledige eensgezindheid duidt
aan welk belang de Belgen van alle partijen,
de Walen zoowel als de Vlamingen, aan dezen
vredestichtenöen maatregel hechten, welke
ook hun persoonlijke voorkeur over het ge*
bruik der talen in België zij. Allen hebben
zij begrepen dat 's lands belang, loyaal op*
gevat, uitstekend werd gediend door de
goedkeuring van een ontwerp dat een einde
stelt aan een oorzaak van verdeeldheid on
der de Belgische burgers.
Daarna geeft de rapporteur een zeer be
knopt, maar juist beeld in vogelvlucht van
de "Vlaamsche Beweging, waarin hij duidelijk
twee perioden onderscheidt:
De eerste pogingen waren erop gericht de
belangstelling van het volk en van de ge*
leerden voor de Vlaamsche taal, letterkunde
en kunst te doen herleven, en tevens eeni*
germate de nadeelen te verzachten die voor
de Vlamingen zelf voortspruiten uit een
administratieven en socialen voorrang van
de Fransche taal in Vlaanderen.
Vervolgens bleek dat de Vlaamsche na*
tionaötèit enkel kon worden geëerbiedigd en
gediend door een rationeele inrichting van
België, gesteund op de eerlijke erkenning van
de volksdualiteit.
De Vlaamsche democratie werd zich be
wust van haar rechten en van haar waar*
dïgheid en onmiddellijk werd dit streven
naar bevrijding geconcretiseerd in het veri
overen van de Gentsche hoogeschool, of-
ficieel brandpunt van cultuur inde Vlaamsche
gewesten, waarvan het Fransche wezen
drukte op heel het intellectueel en sociaal
leven van deze provinciën en tevens den
staat van kultureele ondergeschiktheid,
waarover zij klaagden, scherp deed uitko
men.
Vanzelf komt Carnoy dan bot dit
aphorisme:
De vernederlandsching van de Gentsche
hoogeschool is grootendeels geworden een
vraagstuk van rechtvaardigheid en waar*
digheid voor diegenen die ze opeischen en
men zou het belang van deze bekomme*
ring om de waardigheid van het ras, in de
huidige Vlaamsche beweging, niet kunnen
overschatten.
Nadat de verslaggever de beteekenis van
een nationale hoogeschool voor het volks*
leven heeft uiteengezet, komt hij tot de
politieke zin van de voorgestelde hervor-
De vernederlandsching van Gent str tokt
inderdaad volkomen met de nationale demo.
cratische betrachtingen zooals zij thans
in Europa tot uiting komen. De rat.'oneele
inrichting van «en Staat, op grondslag van
gelijkheid der standen er. Yan ondergeschikt*
heid der belangen van de leidende standen,
aan de behoeften van de gansche gemeen
schap, kan niet gepaard gaan met „aristo
cratische talen" die van liet voxk juist die»
genen afzonderen wior bedrijvigheid ter be*
schikking van het volk moet worden ge»
steld, diegenen die in een normale gemeen
schap de leiders, 3e toonbeelden, de raad»
gevers van de massa zijn en zulks in alle
kultuuropzichten.
Vandaar het tot stand komen van zoo
talrijke nationaliteiten, die ieder hun eigen
taal hebben, in de streken waar woegar
alleen zekere zeer verspreide talen burger
recht bezaten in het bestuur en in het
hooger onderwijs. Welnu, bij al deze volke
ren zonder uitzondering is de nationale taal
de taal van de hoogeschool geworden.
Van Gent moet een verlevendiging en
verheffing van de Nederlandsche taal uit»
gaan. En het ontstaan en het bestaan van
een intellectueelen*stand welke in het Ne»
derlandscli denkt, doceert en werkt is dus
evenzeer een noodwendigheid op taalgebied
als een eisch van de gezonde democratie,
met dien verstande dat het aan een on
eindig grooter aantal personen toelaat zicBb
op een hooger intellectueel en zedelijk peil
to verheffen en tevens hun eigen volksaard
te bewaren. Dit alles strookt met hetgeen
wij weten van de psychologie der talen en
der nationaliteiten.
Het strookt daarenboven met de mensche»
lijke psychologie dab de Vlaming, welke ook
het verschil tusscehn het Nederlandsch en
het Fransch als „uitvoerartikel" moge zijn,
niet duldt dat de Staat hem niet in volle
werkelijkheid rechten erkent, die gelijk zijn
aan de rechten van de Franschsprekende
Belgen.
Inderdaad moet Gent in de oogen van de
Vlamingen niet alleen volledig op een lijn
gaan met Luik, maar het komt er op aan,
dat- de Vlaamsche universiteit een waar
centrum van echt specifieke cultuur weze,
waar de Vlaming zich zal thuisvoelen. De
tweetaligheid, zelfs wanneer zij wordt be
perkt tot een gedeelte van de instelling,
zou dezen aard van gelijkheid wagnemen
en zou aanleiding geven tot het bestendigen
van ijverzucht tusschen de afdeelingen, van
drijverijen en van wantrouwen van alle
slag.
Dat wH dus niet zeggen, dat Carnoy niet wfl
hooren van eenige verplichte Fransche leer
gang. Wel echter voelt hij iets voor de fa
cultatieve cursussen waar mede het re»
geeringsvoorstel aankomt en die in de oogen
der extremistische Vlamingen er de -zwakke
plek van uitmaken. Wanneer de Vlamingen
een redelijke taaiinrichting zullen bezitten
en zullen bevrijd zijn van de vrees dat het
Fransch bij hen hun eigen taal als voertaal
van de cultuur te zien vervangen, is het
waarschijnlijk dat deze Fransche leergangen
er zullen toe bijdragen een gemakkelijker
voeling te bestendigen tusschen de in tel*
lectueelen van het Noorden en die van
ons land. Dit zal onder het stelsel eener vol*
ledige vrijheid en buiten allen dwang en
vernedering een toestand in het leven roepen
die gunstig is voor het in stand houden van
goede betrekkingen tusschen Walen en Vla*
mingen.
En de geleerde schrijver eindigt dan, als
gebruikelijk, met een toast:
„Deze hervorming zal Vlaanderen geluk»
kig maken, omdat daardoor de bronnen der
nationale kracht beschermd worden van een
volk, dat in zoo ruime mate heeft bijgedra»
gen tot den intellectueelen roem van België.
Zij zal bovendien een einde maken aan een
van de ernstigste oorzaken van oneenigheid
tusschen Vlamingen en Walen en in dit jubel
jaar zal zij de grove dwaling goedmaken
die honderd jaar geleden werd begaan".
Wij behoeven niet te zeggen dat deze taal
merkwaardig klinkt in een senaatsrapport.;
waar, tot nog toe, het Hoogerhuis het laatste
bolwerk der verfransching was. De beraad
slagingen, gebaseerd op een zóó positief en
zóó helder st.uk, zullen, naar alle waarschijn,
lijkheid kort zijn- Misschien zelfs komt men
er in één zitting mee klaar; maar
hoogstens zal men er den Donderdag nog aan
wijden. Maar dan is ook alles afgeloopen.
Over den uitslag is niemand ongerust. Het
regeeringsontwerp zal wederom een meer*
derheid halen. Maar in de couloirs van het
parlement is men de meening toegedaan
dat die meerderheid niet zóó overweldigend
groot zal zijn als in de Kamer.
J. GRESHOFF.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Cts. per regel.
WEEST TOCH NIET WIJZER DAN UW DOKTER: Eet
DE GODSDIENSTVERVOLGING
IN RUSLAND.
MET PASCHEN BETOOGINGEN TEGEN
DEN GODSDIENST.
Volgens het persbulletin van de Entente
Internationale Anti-soviétique kondigt de
„Pravda" aan. dat er met Paschen in Rus
land anti-godsdienstige betoogingen zullen
worden gehouden.
„De Godsdienstlooze", orgaan van de Sov
jet, schrijft:
„Het materialisme kan niet samengaan
met den godsdienst, die tot de gedachten-
sfeer der bourgeoisie behoort.
De verplichting te strijden tegen de opvat
tingen der bourgeoisie, zooals die behoort tot
het programma van de communistische In
ternationale. omvat tevens de verplichting,
tegen den godsdienst te strijden.
De strijd tegen den godsdienst vormt een
integreerend deel van den opvoedenden ar
beid der partij.
De communistische Internationale heeft in
haar programma den strijd tegen den
godsdienst, den waakhond van 't kapitalis
me, de rem van de revolutionnaire beweging
der Oostersche volken."
Uit Moskou wordt gemeld, dat de commu
nistische hoogeschool der Oostersche Werkers
in die stad gevestigd is op het Strasnaïa-
plein.
De studenten zijn afkomstig van Korea.
Japan, China, Indië.
Dadelijk na hun aankomst worden ze on
dergebracht in de gemeubileerde kamers
„Lux", in de Tverskaïdstraat 38.
De „internationale cursussen van Lenin"
worden gegeven in de Vorovskystraat no. 25,
(vroeger Povarskaïa). Alle toekomstige agita
tors worden ingeschreven onder valsche Rus
sische namen. Zij worden gehuisvest, ge
voed en onderwezen door de zorgen van het
communistische gouvernement, dat eveneens
hun reiskosten betaalt. Zoodra zij vertrek
ken, worden zij ingedeeld in de verschil
lende diensten der bolsjewistische propagan
da in het Oosten.
TEYLER'S GENOOTSCHAP.
Directeuren van Teyler's Stichting en de
leden van Teyler's Tweede Genoot-schao heb
ben besloten voor het jaar 1930 de volgende
prijsvraag uit te schrijven:
„Het Genootschap vraagt eene Flora der
locaal-endemische plantensoort van Neder
landsch Indië".
De antwoorden moeten worden ingezonden
vóór of op den len Januari 1932.
De prijs voor het best en voldoend ant
woord bestaat in een gouden eerepenning,
op den stempel des Genootschaps geslagen,
ter innerlijke waarde van 400.