V&dvad&b Jjxnge
H. D. VERTELLINGEN.
STADSNIEUWS
Vlughohend.
DE WEG TOT HET H
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 28 MAART 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
De galerij der beproeving.
naar het Fransen, van VOLTAIRE
Nabussan. koning van Serendib. zoon van
Nussanab, zoon van Nabassun. zoon van San-
busna. was een der voortreffelijkste vorsten
van Azië. Wanneer men in zijn gezelschap
ver Loefde, voelde men zich onwillekeurig tot
hem aangetrokken. Die goede vorst werd dan
ook altijd geprezen, bedrogen on bestolen;
wie de kans schoon zag, ontroofde hem zijn
schatten. De algemeene schatbewaarder van
het eiland Serendib gaf aitijd het voorbeeld,
trouw nagevolgd door zijn ondergeschikten.
De koning wist het hij was reeds verschei
dene malen veranderd van schat bewaarder;
maar hij hacl nooit kans gezien om in de
gevestigde methode, om hem, den koning;
het kleinste gedeelte der revenuen af te dra
gen en het grootste gedeelte te behouden voor
zijn administrateurs, verandering te brengen.
Hij vertrouwde zijn nooden toe aan den
Wijze Zadlg. „Gij. die zooveel goeds tot stand
brengt," sprak hij. „zoudt gij geen scliatbe-
waaider voor mij kunnen vinden die mij niet
besteelt?" .Weizoker," antwoordde Zad g; „ik
weet een onfeilbare manier om er zoo één te
vinden." De koning, verrast, vroeg hem, ter
wijl hij hem uit louter blijdschap om den hals
viel, hoe hij dat moest aanleggen. „U heeft
niets anders te doen, dan degenen, die zich
voor schatbewaarder komen aanmelden, te
laten dansen en hij, die dit het vlugst en
sierlijkst doet zal de eerlijkste zijfl." „Dus gij
beweert, dat diegene, die het gemakke
lijkst met zijn boenen zwaait, de meest on
omkoopbare en ook dc knapste is? Gij gek
scheert; maar het is zeker een vroo'ijke ma
nier. om een schatbewaarder te Wezen."
„Of hij nu de knapste zal zijn, durf ik niet
beweren." hernam Zadig, ,.maar wel de eer
lijkste". Zadig sprak met zooveel overtuiging,
dat de koning in de veronderstelling ver
keerde. dat hij bovennatuurlijke gaven moert
bozitten, om de mcnschen zoo tot in hun
diepste wezen te kennen.
„Ik houd niet van het bovennatuurlijke."
zei Zadig, „menschen die wonderen verrich
ten en boeken die wonderen vertellen, heb
ben mij altijd tegengestaan: wanneer Uwe
Majesteit mij de proefneming wil laten ver
richten die ik hem heb voorgesteld, dan zal
hij overtuigd zijn, dat mijn geheim zeer een
voudig en de proef gemakkelijk te nemen
is." Nabussan, koning van Serendib was nu
nog nieuwsgieriger geworden, nu het ge
heim zoo eenvoudig bleek te zijn, en beval
Zadlg te doen. zooals hem goed dacht „Laat
mij maar begaan," zei deze. ,.U zult meer ple
zier van deze proef beleven dan U denkt."
Dcnzelfden dag nog liet hij in naam des
koning.; bekendmaken, dat degenen, die
voornemens waren om naar de betrekking
van schatbewaarder van zijn minzame Ma-
je.s! cit Nabussan, zoon van Nussanab te sol-
liciteeren, zich op een nader te bepalen da
tum. moesten begeven in luchtige zijden
klecdij naar de voorzaal van het paleis des
konlngs. Vier en zestig sollicitanten hadden
zich hiervoor aangemeld. In een aangrenzen-
den salon had men een strijkje geplaa'st.
alias was voor 't bal in gereedheid gebracht,
maar de deur van die salon was gesloten en
allen moesten, alvorens er binnen te komen,
door een kleine, vrij donkere galerij gaan.
Een kamerdienaar kwam eiken candidaat
één voor één verzoeken meae te gaan en liet
hem dan eenige minuten in die galerij alleen.
De koning, die de keus zou doen uit al die
candidaten. had al zijn schatten in d:e ga
lerij uitgesteld. Toen nu al:en in den sa on
bijeen ware'n, gaf Zijne Majesteit order om
hen te laten dansen.
Nooit had de koning dit logger en onbeval-
liger zien doen; ze hielden alen het hoofd
naar benedon. de lendenen gebogen en de
handen als het ware tegen hun zijden ge
plakt. „Wat een schurken!" zei Zadig fluis
terend. Slechts één van de 64 danste vlug en
sierlijk, met opgeheven hoofd, zekeren blik
en losse armbewegingen.
„Ha," riep Zadig uit, „dat is een eerlijk en
braaf mensch."
De koning omhelsde dien goeden danseur
en stelde hem als schatbewaarder aan; de
overigen kregen hun rechtvaardige straf;
want allen hadden in de enkele minuten, die
zij in de galerij hadden doorgebracht, hun
zakken dermate gevuld, dat ze nauwelijks
loopen konden. De koning was zeer ontstemd
over het groot aantal minderwaardige karak
ters ender de menschen, want onder die 64 sol
licitanten bevonden zich 63 gauwdieven.
De donkere galerij werd sindsdien de ga
lerij der beproeving genoemd.
HET LINKS VOORBIJRIJDEN
VAN EEN TRAM.
DE KWESTIE VOOR DE RECHTBANK.
VAN EEN VERBOD KOMEN „ALLER
DOLSTE CONSEQUENTIES".
De Arrondissements Rechtbank te Haarlem
behandelde ln hooger beroep dc principieele
zaak van den inwoner van Overveen H. de
G„ die zich laad doen bekeuren wegens het
links voorbijrijden van oen stilstaande tram
ln een smalle straat, de Kruisstraat- te Haar
lem. De kantonrechter had hem veroordeeld
wegens overtreding van art. 75 van de
Motor- en Rijwlelwet.
Wij hebben er indertijd reeds de aandacht
op gevestigd dat ln dit artikel is vastge
legd, dat de verschillende verkeersvoorsohrif-
ten niet van toepassing zijn op rij- en
voèrtulgen welke langs spoorstaven worden
voortbewogen. Dus op trams. De Kantonrech
ter heeft evenwel een ruimere beteokenis
aan de bewoordingen van dit artikel toe
gekend. namelijk door niet alleen de
trams van deze verkeersvoorschriften uit
te zonderen voor zoover het die trams zelf
betreft., maar ook voor dc verkeersvoor
schriften waaraan andere weggobuikers zich
hebben te houden. Men mag namelijk met
een voertuig een ander voertuig dat in
dezelfde richting gaat. inhalen en links pas-
seeren. Maar dat mag nu niet meer ten aan
zien van een tram. Het gevolg is, dat een
tram. of zij rijdt of stilstaat, niet links door
een ander voertuig gepasseerd mag worden.
De gemachtigde van verdachte, mr. dr.
F. A. Bijvoet, had zich beroepen op art. 6
van het Motor- en Rijwlelregloment en als
zijn meening uitgesproken, dat- trams in dit
geval wel onder de verkeersvoorschriften
vielen.
De feitelijke toedracht gaf mr. Bijvoet
toe. Verdachte was voor de Rechtbank niet
verschenen.
De subsituut-officier van Justitie mr. A.
R. Andringa vroeg zich in'zijn requisitoir af,
wat automobilisten dan wel moeten doen
als zij niet mogen voorbijrijden. Practisch
wordt de weg door de hier gevolgde methode
afgesloten. Spr. beschouwt \~\cl naast dc tram
overblijvende gedeelte als een weg met lin
ker en rechter gedeelte.
Hij meende derhalve dat het genoemde ar
tikel niet van toepassing is en vroeg vernie
tiging van het vonnis van den kantonrech
ter en opnieuw rechtdoende, vrijspraak.
Ook de gemachtigde, Mr. Bijvoet, wees voor
het geval het vonnis van den kantonrechter
bevestigd wordt, op de „allerdolste conse
quenties" waarop Indertijd in ons blad reeds
uitvoerig de aandacht is gevestigd. Zou er
in het vervolg een tramstoring zijn, dan zou
het geheele verkeer in dg straat stil staan
en geleld moeten worden door andere stads
gedeelten. Bovendien lokt de verkeerspolitie
in Haarlem overtredingen uit, wijl immers de
verkeersagent in de Groote Houtstraat in
gevallen als het onderhavige aan het linies
van de tram komende verkeer het teeken tot
doorrijden geeft.
De juistheid van de uitspraak van den
Kantonrechter betwistte de gemachtigde
voorts op grond van drie taalkundige ar
gumenten.
Ten eerste meende hij, dat wanneer art.
75 de voorschriften niet van toepassing ver
klaart betreffende voertuigen, die kings
spoorstaven worden voortbewogen dit alleen
slaat op die voertuigen zelf en niet op voer
tuigen welke zich bewegen ten opzichte van
die welke langs spoorstaven wprden voortbe
wogen. De strekking van het artikel kan
voor trambestuurders slechts actief zijn en
voor andere bestuurders niet passief.
Ten tweede vroeg spr. of strafbaar is het
links houden om een verkeersobstakel te
vermijden. Hij meent van niet, omdat z.i.
het door de tram ingenomen weggedeelte
moet beschouwd worden als tijdelijk aan het
verkeer onttrokken Een precedent is het
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS m
3ARTELJORISSTRAAT 16 HHWH
CSE Telefoon No. 10756 EE2S
Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties.
onttrekken van een gedeelte van den weg
aan het verkeer ten behoeve van b.v. as-
phaltreparaties. Niemand zal er aan denken
om het verkeer te gebieden over het in re
paratie zijnde gedeelte door te rijden of te
blijven staan.
Het overblijvende gedeelte wordt eenvou
dig als voor elk verkeer openstaande weg
beschouwd.
Ten derde opperde spr. bezwaren tegen de
uitdrukking .voortbewogen langs spoorsta
ven". Deze kan volgens hem alleen betrek
king hebben op voertuigen, die zich naast de
rails voortbewegen, niet die welke er op rij
den, zooals de tram.
Om dit taalkundig te staven citeerde mr.
Bijvoet het 16-deelig woordenboek van Mar-
tinus Nijhoff volgens welk standaard-werk
„langs" nimmer „over" kan beteekenen, doch
altijd een gaan naast of dichtbij.
Charivarius hoeft er zich reeds vroolijk
over gemaakt, dat in een verslag geschreven
was, dat de Koningin-Moeder zich „langs
een rooaen looper" naar haar auto begaf,
omdat zij er z.i. beter op had kunnen loopen.
En Van Dale's groot-woordenboek geeft
aan „langs" nergens de beteekenis van
„over", behalve ln het eene geval van „langs
de straat". Wanneer de kantonrechter dus
de wet letterlijk wil toepassen, moet de
Rechtbank er ook de consequenties van aan
vaarden en dan blijkt uit het bovenstaan
de, dat zijn overwegingen niet deugdelijk
zijn.
Na er nog de aandacht op gevestigd te
hebben, dat bevestiging van het vonnis van
den kantonrechter tot willekeur zou kunnen
aanleiding geven en in elk geval tot een
chaotischen toestand in het verkeer vroeg
spr. vernietiging, van dit vonnis en vrijspraak
van den verdachte.
De uitspraak werd bepaald op 10 April.
NOG EEN PRINCIPIEELE
RECHTSKWESTIE.
DEN WEG VERSPERREN DOOR
PARKEEREN.
De principieele strijdvragen betreffende
het verkeer zijn niet van de lucht en blij
ven niet buiten de rechtszaal meer den laat-
sten tijd. Er gaat geen zitting van den kan
tonrechter of van de Rechtbank voorbij, of
er wordt er minstens één behandeld. Donder
dag was het aantal al bijzonder groot. Daar
was allereerst de uitspraak in de zaak van
den heer Van Swieten, daar was nogmaals
de kwestie van fiets of handwagen in hoo
ger beroep voor de Rechtbank, voorts de ver
maarde zaak van het voorbijrijden van een
stilstaande tram aan de linkerzijde en nu
diende 's middags ten vierde in hooger be
roep voor de Haarlemschc Rechtbank de
kwestie van het parkeeren in de Warmoes
straat. 15 Januari had voor den kantonrech
ter terecht gestaan de heer D. M„ importeur
te Haarlem, wien ten laste gelegdwas de
vrijheid en veiligheid van het verkeer in ge
vaar te hebbeii gebracht door zijn auto te
plaatsen aan de rechterzij de van de War
moesstraat. terwijl er ter linkerzijde reeds
auto's geparkeerd waren.
De kantonrechter had verdachte vrijge
sproken, omdat naar zijn meening de vrijheid
van het verkeer niet in gevaar gebracht was,
aangezien getuige A. Vernout, in wiens win
kel de heer M. vertoefde, gezien heeft, dat
er auto's konden passeeren.
Het O- M. bij het Kantongerecht, dat f 5
boete geeischt had was in hooger beroep ge
gaan.
Voor de Rechtbank bevestigden thans de
getuigen hun verklaringen. De verbalisee-
rende agent heeft geconstateerd, dat er geen
verkeer was op de oogenblikken. dat de auto
er stond.
Nadat de substituut-officier van justitie,
mr. A. R. Andringa. omdat hij het in gevaar
brengen van de vrijheid en de veiligheid van
het verkeer wel bewezen achtte vernietiging
van het vonnis van den kantonrechter en
veroordeeling tot een boete van f 5 of 5 dagen
had geeischt, vroeg de verdediger, mr. L. Ali
Cohen vrijspraak, doch op andere gronden
dan waarop de Kantonrechter hiertoe geko
men was. n.l. wijl er in het proces-verbaal,
waarop de dagvaarding steunt een inconse-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct«. per regcT.
Quaker maakt het ontbijt
tot den aangenaamsten
maaltijd van den dag
Alleen acht mat dit
Handelsmerk
VERST ANDIGEhmsmotdcn
spreken niet over havermout,
zij spreken over Quaker. Zij
cischen Mugkokend Quaker
Havermout, omdat zij weten
dat dit de beste soort ter
wereld is.
is het beste Havermout
qeuntie voorkomt, aangezien de agent spreekt
van in gevaar brengen van het verkeer, ter
wijl hij tevens vermeldt, dat er geen verkeer
was. Gebleken is dus het omgekeerde als
waarop een veroordeeling zou kunnen volgen
De agent is ten opzichte van de overtreding
preventief gaan optreden, hetgeen zijn taak
niet is.
De uitspraak is over veertien dagen.
DE BEGINSELKWESTIE ééN
WEG OF TWEE WEGEN.
DE ZAAK KOMT VOOR DEN
HOOGEN RAAD.
Naar wij van den heer Th. M. van Swieten,
te Heemstede, hoofd-redacteur van het week
blad „De Auto" vernamen heeft deze tegen
de uitspraak van de Haarlemsche Rechtbank
van Donderdag betreffende het rijden op den
Kleverparkweg, waarbij hij werd schuldig
verklaard zonder toepassing van straf een
cassatie-beroep ingesteld bij den Hoogen
Raad der Nederlanden.
Wij vestigen er nog' eens de aandacht op,
dat volgens deze uitspraak het in twee rich
tingen berijden van een der wegen naast een
middentrottoir, zooals op den Klcverpark-
weg, de Nassaulaan, de Parklaan enz. straf
baar is, omdat het opgevat wordt als links
rijden zonder noodzaak, ook al wordt dit niet
door borden aangegeven.
UITGAAN.
CLINGE DOORÈNBOS.
Maandag 31 Maart zal Clinge Doorenbos
in den schouwburg aan den Jansweg zijn
liedjes voordragen of zingen. Dat dit weer
een gezellige avond zal worden, waar een
ieder zich amuseert, behoeft geen betoog.
HERSTELLINGSOORDEN.
De af deeling Haarlem van de Ned. Ver-
eeniging van Handels- en Kant-oorbedien
den. Handelsreizigers en Handelsagenten
tot het oprichten en instandhouden van
herstellingsoorden, vergaderde gisteravond
onder leiding van den heer W. P. Zoetemeijer
in de bovenzaal van café-restaurant Brink
man, Plein.
De heer J. M. H. Boomkens bracht het jaar
verslag uit, waaruit bleek, dat 10 nieuwe
leden en 8 begunstigers waren toegetreden.
Op 1 Januari j.l. telde de afdeeling 165 leden,
91 begunstigers en 8 donateurs. Bovendien
zijn er vijf donateurs, die een bedrag ineens
hebben gestort. Dit jaar zal de propaganda
opnieuw flink worden aangepakt. De secre
taris bracht hulde aan den voorzitter voor
hetgeen hij voor dc afdeeling hoeft gedaan.
Uit het financieel verslag van den heer
Boomkens bleek, dat er een saldo in kas is
van ruim f 114.
Tot secretaris werd gekozen de heer C.
Kwantes, die evens werd benoemd als afge
vaardigde naar de algemeene vergadering
op 29 Maart a.s. te Rotterdam.
Vervolgens kwam de beschrijvingsbrief van
die algemeene vergadering in bespreking.
Goedkeuring werd gehecht aan het voor
stel van het hoofdbestuur, tot het aaokoo-
pen van een sanatorium voor t.b.c.-lijders
onder de leden.
DE ENQUêTE NAAR DE
ONVOLWAARDIGEN.
VERSCHIL TUSSCHEN STEDEN EN
PLATTELAND.
Naar wij vernemen is thans binnen enke'e
dagen in druk te verwachten "net rapport van
de heer Dr. W- Mol en E. P. Schuyt, naar den
omvang van het vraagstuk der onvolwaar
dige arbeiders hier ter stede. Wij plaatsten
reeds eenige maanden geleden over die en
quête die gedeeltelijk door een onzer redac
teuren werd meegemaakt, een serie artikc'en
Later deelden wij nog mede, dat dezelfde
heeren ook een enquête zouden houden in
het dorp Benschop in Utrecht, om daardoor
in de gelegenheid*te zijn een vergelijking te
maken tusschen een groote stad en een vrij
wel geïsoleerd liggend dorp. Naar wij verne
men heeft dit onderzoek uitgewezen, dat de
omvang van de onvolwaardige arbeiders op
het platteland niet geringer is dan in de stad.
Zelfs werd de indruk gekregen dat er, ten
gevolge van het ontbreken van vele hygiëni
sche gezondheidsmaatregelen, op het plat
teland veel meer lijders aan tuberculose zijn.
Verbetering van de gezondheidsmaatregelen,
zal dus dringend noodig zijn. Daarenboven
bleek evenwel ook, dat het niet noodig zal
zijn om in zoo'n landelijke omgeving bijzon
dere maatregelen te nemen om de onvol
waardige arbeiders aan werk cn levensonder
houd te helpen. Het eigenaardige is namelijk,
dat de bevolking daar meer a-ls een groot ge
zin leeft, waarbij het mogelijk is, om ook
een plaatsje in te ruimen voor de nietvoi-
waardige arbeiders.
Het is natuurlijk nog niet te zeggen, of de
toestanden te Benschop aangenomen mogen
worden als het beeld van het platteland.
Daarom zullen ook nog in eenige andere
plattelandsgemeenten steekproeven genomen
worden o.a. in de Drentsche gemeente
Emmen.
De Staatscommissie voor de onvoVaardigc
arbeiders volgt met veel belangstelling het
pionierswerk dat de Haarlemsche enquêteurs
in deze verrichten.
ST. RAPHAcL
Woensdagavond hield de afdeeling Haar
lem van den R.-K. Bond van spoor- cn tram
wegpersoneel „St. Raphael" een druk be
zochte vergadering in St. Bavo, onder leiding
van den voorzitter den hegr De Rooy. Onder
de mededeelingen was een belangrijke ken
nisgeving inzake verstrekking van kleeding.
De samenstelling van het bestuur der af
deeling is thans als volgt: De Rooy- voorzit
ter, Alleman, secretaris, Veltman. penning
meester, Ferron 2de voorzitter, Remrné 2de
secretaris, Geerling 2de penningmeester. Paap
Spiering, Rombouts, v. Emmerik en Drost,
commissarissen
Het woord wjrd daarna verleend aan den.
geestelijk-adviseur der afdeeling, den Wel-
eerw. kapelaan v. d. Lugt, die een beschou
wing hield over de sociale vraagstukken. Hij
wekte op om de R-K. vakorganisatie te steu
nen. Niemand moet zich afvragen wat gaf
de organisatie ons, maar wat zijn wij voor
de organisatie.
Spreker huldigde het hoofdbestuur voor
het geweldige werk verricht in verband met
het Mgr. Mutsaersoord en spoorde elk aan
lid van het fonds voor dit herstellingsoord
te worden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel.
FEUILLETON
Naar het Engelsch. door
J. VAN DER SLUYS.
„Kunt u mij vertellen wat er is?" her
haalde hij.
Wéér openden haar oogen zich diepe
zachte oogen die niet groen en niet- bruin
waren, maar een eigenaardige mengeling van
deze kleuren; oogen waar een wereld van
droefheid in lag. Zij keek den dokter angstig
in het. gezicht.
„Wlc.is-het?" hijgde ze; „waar.
benik
„Ik ben dokter", zei hij vriendelijk. Eu de
genen .die hom kenden", zouden verbaasd ge
weest zijn door dc zachtheid waarmee hij de
stervende toesprak. ,.U hebt een ongeluk ge
had; ze hebben u naar Grantlcy Hall ge
bracht. het huis van Sir Luke Framley."
In het bleeke. bedroefde gezicht kwam een
uitdrukking, die Harding niet verklaren kon.
Was het boosheid, of verbazing, hij wist het
niet. Maar met een smeekend gebaar strekte
zij haar handen naar hem uit. Zij trachtte
zich op te richten uit dc kussens maar haar
kracht begaf haar en terwijl slanke
vingers Harding's hand vastgrepen, werd
haar ademhaling moeilijker.
Een groot onrecht" kreunde zij. „Mijn
dochtertje. Zorg voor haar. Zorg dat het on
recht hersteld wordt.beloof ine dat."
Er volgde een lange pauze, toon klonk het
ïiog eens: ,3eloof het".
Haar oogen drongen als het ware in die
yan Harding, haai; vingers om zUn liaud
kromden zich in een krampachtigen greep.
„Wees haar beschermer beloof mij dat!"
Beloof het!", hijgde zij weer. „Zorg dat het
onrecht dat mijn kleine Hilary aangedaan is,
hersteld wordt
„Ik beloof het", antwoordde hij rustig; hij
voelde, dat hij. hoe dan ook, haar troosten
moest, dat hij den nameloozen angst uit die
oogen moest doen verdwijnen en tot zijn
groote voldoening zag hij dat er na zijn
woorden een trek van vrede over haar ge
zicht kwam.
„Ik geloof in u", hijgde zij. „Ikver
trouwhaartoeaanu. Neem
mijn zegelringvan mijn vingerbe
waar hemtot hetonrecht hersteld
is."
De stem die steeds zwakker geworden
was, zweeg. Nog eenmaal tweemaal waren
do ademstooten hoorbaar toen verslapte
dc greep om Harding's hand. Hij boog zich
over haar heen en sloot met een eerbiedig
gebaar haar oogen.
HOOFDSTUK H.
WIE WAS ZIJ?
De kamer, die een paar uur geleden nog
het elegant gemeubelde boudoir geweest
was, dat Sir Luke steeds ter beschikking van
zij a zuster stelde, als zij op het Huis lo
geerde, scheen een vreemde waardigheid
gekregen te hebben, nu de dood over den
drempel geschreden was. De zacht-gekleurde
cretonne gordijnen, de kunstvoorwerpen op
den schoorsteenmantel en de tafel, de boe
ken en de bloemen het was allerminst in
overeenstemming met de stille gedaante op
de rustbank. De schrille tegenstelling trof
Harding diep en hij voelde het bijna als een
opluchting toen het. onweer, dat zoo lang
reeds boven dc heuvels gehangen had, einde
lijk losbarstte. De donderslagen daverden
door de lucht, bliksemflitsen verlichtten de
nu schemerige kamer, waarin Harding zich
met Juffrouw Crotch bevond en juist tijdens
een hevigen donderslag, kwam c.e heer des
huizes met een ontdaan gezicht het vertrek
binnen.
„Mijn hemel! Dus het vreeselijke is ge
beurd." stamelde hij terwijl Harding op hem
toeging. „Ik dachtik hoopte, cat wij
u tijdig genoeg gehaald hadden om haar nog
te redden."'
„Mcnschclijke hulp kon niet meer baten",
antwoordde Harding grimmig. „Het was heel
verstandig om haar hier binnen te dragen en
niet naar boven te brengen; dat zou een noo-
dclooze kwelling geweest zijn; ze was doode-
lijk gewond."
De twee mannen hadden fluisterend met
elkaar gesproken, maar nu zei Harding op
luiden toon:
„Kimt u mij misschien ook zeggen wie zij
is? Ik heb begrepen dat zij hier vreemd is,
maar zij schijnt op weg hier naar toe te zijn
geweest; misschien hebt u haar wel eerder
gezien."
„Ik weet niets van haar af. ik heb haar ge
zicht nooit, eerder gezien", antwoordde
Framley. „Het ongeluk heeft mij vreeselijk
geschokt en mijn eenige gedachte was om
die arme stakker maar zoo gauw mogelijk
hier naar huis te laten brengen. Het ge
beurde juist buiten het hek. Maar zij kan
onmogelijk op weg hier naar toe zijn ge
weest. daar moet- u zich ln vergissen. Wij
waren geen bezoek te wachten. De koetsier is
van den bok gevallen en nog bewusteloos,
zoodat hij niets vertellen kan en ze hebben
mij gezegd, dal de dame geen bagage bij zich
had; alleen maar een taschje."
„Wilt u eens zien of u haar soms herkent?
Wij moeten haar familie op de hoogte bren
gen, haar man ten minste als ze die nog
heeft ze draagt tenminste een trouwring;".
Sir Luke volgde den dokter tot bij de rust
bank waar de doode lag, bedekt met een
kleed van donker-roode zij, het eerste wat
Harding had kunnen vinden. De kamer werd
weer helder verlicht door een bliksemstraal
en het leek hem in dat moment alsof er in de
stille trekkeit^an de doode beweging kwam
en er een glimlach om haar lippen gleed. Zij
zag er twintig jaar jonger uit dan toen Har
ding haar zoo straks voor het eerst gezien
had. De vredige uitdrukking op het was-
blceke gezicht deed haar schoonheid nog
meer uitkomen.
Harding's blik was zoo strak op bet gezucht
van de doode gevestigd, dat hij even SU' Luke
vergat, maar toen hij daarna den heer des
huizes weer aankeek, zag hij tot zijn verba
zing hoe zenuwachtig en ontdaan Framley
er uit zag.
„Ik heb nooit gedacht dat de man nog
zooveel gevoel had," dacht de dokter. „Hij
valt me toch mee."
„Dus u hebt deze dame nooit eerder ge
zien?"
„Haar eerder gezien?" Framley schrok hef
tig. „Waarom denkt u dat?"
Harding zag dat de edelman van het
hoofd tot de voeten beefde.
„Zij is hier vreemd'", ging Framley voort,
„totaal vreemd, maar de gedachte, dat zij
hier in dit huis gestorven is, is vreeselijk".
Zijn stem trilde; hij bedekte zijn oogen met
de hand, alsof hij dat kalme gezicht en die
gevouwen handen niet wilde zien. ,,'t is
vreeselijk dat zij hier gestorven is", herhaal
de hij koortsachtig.
„Gaat u met me mee als u haar toch niet
identificeren kunt", zei Harding op kal
meerenden toon, want hij zag, dat het ge
beurde teveel was voor Framley's zenuwen,
„het is natuurlijk een heele schok voor u ge
weest."
„Een schok? dat zou ik denken." Framley
zei het met een verdwaasden lach en Har
ding leidde hem de kamer uit naar den biblio
theek aan den overkant van de hall.
„Ik zeg u dat een schok als dezebel
om een whiskey en soda. Ik praat onzin....
maar ik ben er ook heelemaal ondersteboven
van. Het is vreeselijk. Het is afschuwelijk. En
,dan te bedenken, dat mijn automijn
auto."
„Ga daar zitten", zei Harding op een toon
van gezag. Terwijl hij zijn gastheer in een
leuningstoel duwde. „Ga daar zitten en
probeer u te beheerschen. Het is een onge
lukkige geschiedenis. Maar het was een on
geluk. U kunt toch niet helpen, dat het paard
schrok van uw auto. Kom, beheersch u."
Harding's toon miste zijn uitwerking niet.
Framley kreeg zijn zelfbeheersching min of
meer terug, doch ondanks een sterke
whiskey en soda zag hy er nog bleek en ont
zet uil. En Harding vond het maar het beste
om niet met hem te spreken over de laatste
onsamenhangende woorden van de gestorven
vrouw. Een oogen blik later liet hij Sir Luke
alleen en keerde naar het boudoir terug,
waar hij. geholpen door de huishoudster,
zorgvuldig de kleeren van de doode onder
zocht, in de hoop iets te vinden, waardoor hij
haar identiteit zou kunnen vaststellen. Maar
het onderzoek leverde niets op. Haar onder
goed was niet gemerkt en in een zijzak van
haar rok bevond zich alleen een zakdoek
en een leeg visitekaartjes-étui. Om haar hals
hing aan een kettinkje een klein medaillon
met een weinig zijig 'naar erin; en aan haar
vinger zat een zegelring met een monogram
van de letters A. M. dat was alles. Harding
dacht aan de laatste woorden van de vrouw
en schoof den ring van den vinger, maakte
het medaillon van het kettinkje los en liet
de beide voorwerpen in zijn zak glijden.
iWordt vervolgd.).'