BRIEVENBUS
Postzegelrelbrielk
Aan Allen!
GESTRAFT.
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERQ
ZEEMAN. Marnixstraat 20.
SCHOTENAARTJE. 't Doet me
plezier, dat de heeie familie zoo ge
noten heeft van 't schimmenspel. De
schimmen waren dan ook prachtig
gemaakt. Waar zaten jullie?
WOLLY R. 'k Zal Je verhaaltje
een plaatsje geven in ons blad. Hoe
oud ben je? Heet Je moeder Maartje?
Wat aardig, dat grootvader bij Jul
lie thuis is. Vertel me ook eens wat
van jezelf. Leuk. dat Je zoo dicht
in mijn buurt woont.
HERFSTKINDJE. 't Doet me
genoegen, dat het boek naar je zin
3s. Houd je veel van lezen? Krijg je
van school wel eens een blbliofncek-
book mee? In welke klas zit Je?
RIETVOORNTJE. Ik hoop, dat
je de verlangde plaatjes zult krijgen.
Met 't onderwerp bedoelde ik een
een der opstellen, die ik als Maart-
wodstrijd heb opgegeven. Ben je er
al mee begonnen?
BALLENBREISTERTJE. Nog
wel gefeliciteerd met den verjaardag
van Gljs. Was hij blij met Je leidsel
en kan hij aardig tellen op 't tei
l-aam. Wat leuk, dat je vriendinne
tje ook op dien dag Jarig was. Wat
heb je haar ook mooie cadeauties
gegeven. Leuk. dat Je het sprookjs-
boek hebt gekregen, waar liet sprook
je van 't Leelijke Jonge Eendje in
staat. Je hebt Zondag maar literlijk
met moeder gefietst.
NEVADA en UITLOOPER. Jul1 ie
waren er deze week maar vroeg bij
De volgende week is het weer ver'o-
ten van de raad selp rij zen. Ik hoop
dat er een van Jullie namen ook bij
Staat.
PAASCHHAASJE. Ja hoor, ln
sommige streken van ons land heb
Je met Paschen nog een Paasc.hwei.
Heeft Kerstroosje nu Je boek? Het
duurt nog een heel poosje, voor je
broertje jarig is. Wat leuk, dat Je
straks een Palm-Paschenstok krygt.
GOUDSBLOEM. 'k Wensch Je
morgen een prettlgen dag in Am
sterdam Dat is nog eens fijn zoo
met de heele klas uit. Wensch Rekel
en Wipneusje ook veel genoegen. Ik
zal een zonnig dagje voor Jullie be
stellen.
VOG ELK OOPSTERTJEJe
raadsels zijn goed.
TEEKENAARSTERTJE. 'k Neem
het je niets kwalijk, dat Je drie we
ken stil gezwegen hebt. Hoe Ls het
nu met dc verkoudheid? Moet Je nog
binnenblijven? 't Was toch wel fijn.
dat Je de achterstallige schoolzakon
eens in orde kon brengen. Schiet Jan
flink op met 't pianospelen?
DAMIAATJE. Je raadsels zijn
goed.
GOUDELSJE. Je raadsel is goed.
SANTPOORTERTJE. De maand
Maart heeft nu niet veel meer in to
brengen. Hij gaf toch wel fijne vlic-
gerdagen. Ik heb heel wat pijlen de
lucht in zien gaan. Vogelnamen mo
gen ook bij den kettingwedstrijd ge
bruikt worden.
JUFFERTJE SCHRIJFGRAAO
Ja, ik heb Je gemist. Je mag anders
best een briefje schrijven zonder de
raadsels, 'k Zag jullie wel dapper
oversteken. Ik had zooveel moed niet.
Hoe gaat het met de Meetkunde?
Ben Je er al wat achter? Altijd maar
goed opletten ln de klas. Je hebt al
prachtige cijfers gekregen. Ga maar
aoo voort..
DE JONGE DOKTER. JU hebt
maar een lieve oma, die jouw briefje
sohrUft. ais je fijn uit koffie-drln-
ken gaat. Heb Je het gezellig gehad
bU je vriendje? Wat heb Je een fUn
auto-tochtje gemaakt. Hoe oud zijn
de zusjes? Je houdt zeker veel
van ze.
HET VELUWSCHE MEISJE. Je
raadsels zUn goed.
HET ZAANDAMMERTJE. De
tuintjes beginnen zeker al gauw. "k
zal leens goed kUken, of ik jou er ook
bU zie.
KORENBLOEM. Is de bal goed
uitgevallen? Voor wie Ls ze? Of mon
Je haar nog dit jaar bewaren? De
nichtjes zullen het wel prettig ge
vonden hebben, toen Je Zondag bU
ze speelde.
VIOOLBLOEMPJE. Hangt de
konlnklUke familie nu bij je bod?
Heb je er een keurig lystje om ge
maakt? Hoe gaat 't er nu mee? Ben
je alle dagen bulten? Zou Jc l April
naar school mogen?
GOUDEN REGEN. Ga je Iedere
week naar 't Kinderkoor? Hebben
jullie weer gauw een uitvoering?
Wordt dan de Lente gezongen?
Welke stem zing JU?
M. C. N. Gelukkig, dat Ismene
vooruitgaat. Mag hU nu uit bed?
Wordt de eetlust nu wat beter? 't Is
maar prettig, dat hU zoo veel van le
zen houdt dat vrijwaart voor de ver
veling. Ik hoop, dat hU mU de vol
gende week weer zelf kan schrUven.
DE KLEINE ZEEMAN- 't Was
mooi postpapier. Ja hoor, je mag
best eens een paar keertjes overslaan
met de raadsels. Dan kan het na
tuurlijk wel gebeuren, dat je niet
mee mag loten, omdat je het ver-
eischte aantal raadsels niet hebt. Je
mag ook raadsels inzenden.
ALBA. Ik denk niet. dat het ver
haal van Alleen op de Wereld echt
gebeurd ls. misschien wel een deel
ervan. Ik kan best begrijpen, dat Je
er eventjes om moest huilen.
PIERRE LA PEU. Dat ls aardig,
dat do moeder van Aafke en Beb dc
verhaaltjes voorleest. Komen de vo
gels al van het spek snoepen? Nu
zie je zeker dagelijks de kastanje
knoppen zwellen. Wat een eer voor
Je. dat JU bU de beste dansers be
hoorde.
PALLE. Heb je zooveel huis
werk? Ik zal de volgende keer in
mUn brief aan allen Je vraag over
gist beantwoorden, dan kan ik wat
uitvoeriger zUn hebben anderen er
ook wat aan.
SNEEUWWITJE. 't Gaat met Je
raadsels uitstekend. Doe Je ook mee
aan het wedstrUdwerk?
ELFENBLOEMPJE. NatUUrlUk
mag de kleine Zeeman raadsels in
zenden. Wat zal dat meisje bUJ zijn,
dat haar arm weer ln orde is. Als
Tinus en StyntJe mij een briefje
schrijven, krygen ze in de Brieven
bus ook een antwoord.
MOEDERS KLEINSTE JU bent
ook al een knappertje in het oplos
sen van de raadsels. Er moeten ln
de ketting alleen planten en dierna
men voorkomen. Daarvoor is het een
Lente-wedstrUd.
DRAAITOL. Je raadsel is goed.
VICM-ADMIRAAL Zeker mag
JU ook raadsels insturen.
KERSTROOSJE. Waarom doe
Je aan den Maart-wedstrijd niet
mee? Ik dacht, dat het juist iets voor
Jou was. Blijft oom nog een poosje
bU Jullie? Heeft PaaschhaasJc al in
Je Poesie-Album geschreven?
VERPLEEGSTERTJE 'k Ben
blij voor Je, dat Je geen pUn meer
hebt. Wanneer mag Je weer naar
school? Moet Je alle dagen naar de
Maria-Stlchting? Je hebt wel geduld
moeten oefenen. Laten we nu maar
hopen, dat de Lente volkomen gene
zing zal brengen.
DUIZENDSCHOONTJE. Ik dacht
wel, dat JU met dezen wedstrUd mee
zou doen. 't Moeten uitsluitend woor
den zUn. die betrekking hebben op 't
Dieren- of plantenrijk. Welke boe
ken heb je nu uit O. B.? Wat heb Je
een prachtig cUfer voor die Aard-
rykskunde-proef gehad. Groei len
die sneeuwklokjes in 't wild? Ze blU-
ven zoo lang goed, als Je maar zorgt
voor frlsch water.
Dr. MYSTERO. ZUn er al Jonge
duifjes? Je bent heel wat van plan.
Maar Je zult zeker een flink duiven
hok krUgen. Is de molon nu af? Dul-
venkuikentjes zUn eerst erg kaal. hè.
Als vader en moeder duif zoo mooi
zUn, zullen de kinderen spoedig op
hen gaan ïyken.
KONIJNTJE. Wat ben Je al
gauw Jarig, Dat zal een heeriyk
dagje worden. Ga Je op school ook
tractceren.
ROZENKNOPJE. - Prettig, dat de
grootouders zoo gezond zyn En wat
gezellig, dat ze zoo Lang bU jullie
'.ogecren. Heeft pop den nieuwen
broek al aan? Wat zal ze met Pa
schen netjes zyn.
ZWARTKIJKERTJE. Je be.<rin
is al heel goed. 't Is gezellig, dat jul
lie met zyn drietjes meedoen. Wer
ken jullie tezamen aan de raadsels?
En zijn jullie ook al aan 't wedstrUd
werk begonnen?
DE KLEINE VIOLIST. Violisten
7.yn ook vaak verstrooid Dat ligt zoo
in den aard van 't beestje. Hoe gaat
het mot de werkzaamheden van de
gebroeders? ZUn er weer rapporten
op komst?
NACHTEGAALTJE. Ik dacht
w%. dat moedor ln haar schik zou
7-Un met Je handwerk. Is 't al ln ge
bruik genomen? En hoe staat het
met de nieuwe jurk? Leuk, dat je met
Doornroosje bloempjes gaat vertcoo-
pen. Welke wUk hebben jullie?
ZEVENSTER. Je gaat zeker al-
tUd graag naar de Zang-repetitie- Is
je kussen mooi uitgevallen? Wat
doe Je nu op den laatsten club
avond? 's Zomers moet je zooveel
mogelijk van lucht en zon genieten.
ZEEUWSCH BOERINNETJE.
Die geiyke pakjes geven zoo'n aar
dig effect op een uitvoering. Kreeg
JU ook een beurt, toen de schoolop
ziener er was? Vond je 't eng?
VIOLETTA. Je raadsel is goed.
AMICO. Heb je al heeriyk ge
fietst?
ZANGVOGELTJE. Neen, ik was
niet zoo vroeg tante als JU- Ik vind
't heelemaal niet gek. wanneer een
meisje postzegels verzamelt. Dat is
voor Jou maar een weekje van ple
zier. Misschien kom ik Zondag wel
eens een kykje nemen op de Ten
toonstelling.
LEZERESJE 'k Hoop, dat het
Zondag weer zulk mooi wandelweer
is. Wanneer ls de cabaret-avond?
Wat fijn voor je. dat je ook mee mag.
Zie Je de seringen al kleuren?
POPPENKIND. 'k Ben blU, dat,
het je zoo goed bevalt aan onze Ru
briek. Je kunt nu keurig schrijven
en ik heb er geen enkele fout in ge
vonden. Leuk. dat jullie nu met zUn
drietjes meedoen.
DROOMKONINKJE. Dat Zijn
mooie boeken, die je te leen hebt.
Heb je ze al uit? Heb je Woensdag
prettig met zus l^ngs de bolwerken
gewandeld? Heb je de eendjes nog
gevoerd? Ik wist niet, dat je daar
zoo gemakkelijk bij kon komen.
MOEDERS GROOTSTE HULP.
Waar heb Je het zoo druk mee? Help
Je soms mee aan de schoonmaak? Ja
't is nu een mooie tijd. Leuk hè. dat
het vogeltje door de microfoon zong.
BLONDINE. Je raadsel is goed.
Nu nooit meer je naam vergeten,
hoor. Hij is veel te mooi om te ver
geten. Wat heb je dat ingezonden
raadsel aardig bedacht. Heb je het
zonder hulp gemaakt?
KORSTJESKNAGER. Gefelici
teerd met je voetbal-succes. Dat was
eventjes een reuze-meerderheid voor
Jullie. Heb je Woensdag weer ge
speeld? Doe je straks ook mee aan
de tuintjes?
WILLEM TELL. Je bent welkom
en moogt dezen schuilnaam houden.
A B. C. Alle menschen. die
zoo oud zUn als Edison zullen ook
nog zoo helder van geest zUn- Toch
komt 't meer voor, dat menschen op
hoogen ouderdom de wereld him
grootste scheppingen gaven. Denk
b.v. maar aan Vondel, wiens schoon
ste gedichten geschreven zUn. toen
hU de zestig al gepasseerd was.
JAN TEN H. Toevallig las ik
Juist wat over de stoombootcn. De
perste stoomboot werd ln Groot-
Brlttannlë gebouwd in 1786. BU °ns
ln 1829. Dus Engeland was ons Jaren
voor. Op scheepvaartgebied is Enge
land (en dai ls natuuriyk vanzelf
sprekend door zUn ligging) het eer
ste land van Europa. Of wU dan vol
gen, durf ik niet te beweren.
MARIETJE O- 't Deed me ple
zier te hooren, dat Je Je wat beter ln
de omstandigheden kunt schikken.
Geloof nu maar niet, dat Greta als
oudste van zoovelen het gemakke-
iUker heeft Ze moet mee helpen zor
gen en al doet ze dat met een
lachend gezicht, daarom zal ze ook
wel eens haar moeiiyke oogcnbllk-
ken hebben. Jc strUd zelf strUden.
dat is de kunst. Ik geef gaarne too,
dat het een moellUke kunst is. BlUf
voLhoudcn. kind. En geloof me, er
zUn heel wat Jonge meisjes, die 't
nog mocliykcr hebben dan JU.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 20
Haarlem, 28 Maart 1930.
Het leelijke
jonge eendje.
Sprookje van KANS ANDERSEN
naverteld door
W. B.—Z.
3)
't Vloog ln een tuin, waar alles
groeide.
Waar een sering zoo heeriyk bloeide.
Waar alles was ln zomertooi.
Ons eendje vond de wereld mooi.
Maar hoor, daar klonk uit 't
kreupelhout.
Weer wiekgeklepper, forsch en stout.
Drie zwanen vlogen naar den kant,
Vlak bU den groenen oeverrand.
,.'k Vlieg naar hen toe, wat zijn ze
«jn,
'k Wil toch zoo gaarne bij hen zUn.*
Ons eendje zamelde al zUn moed
En bracht de zwanen toen zUn groet.
Maar toen het boven 't water vloog
Al met een sierlijk, grooten boog,
Toen keek 't verrast al in den plas.
Of dat zoo waar zyn beeltenis was?
HU was geen eend, hij was een
zwaan*
Kwam uit een zwanenei vandaan,
Het drietal groette hem zoo Mij,
Ze zwommen vrooiyk zU aan zij.
Geleden was nu al 't leed.
Hoewel een zwaan 't ook nooit
vergeet,
Daar kwamen biyde kindren aan,
ZU strooiden brood voor iedren
zwaan*
ZU riepen: „Kijk. een jonge zwaan.
Waar kwant die zoo opeens
vandaan?*
Ons nieuwe zwaantje was zoo blij
En dacht: „Nu houdt een elk
van mij*
De bloemen in haar zomertooi,
Die vonden ook de zwaan zoo mooi.
Ze geurden, glansden in de zon.
Zooveel een bloem maar glanzen kon.
En in 't kleine zwanenhart
Was nu geen plaats meer voor de
smart,
HU Ls zoo dankbaar voor al 't goed.
Dat hij nu overal ontmoet,
EINDE.
A
/j/
/J/9 v—
fi:, tjK.it
■J
j/tt/
/f
ft/»/
Jf/d
<fO
is/»J
ÖO
ïf/d
z
ft/
Z
Ook de Oostenrijksche zegels voor
tijdschriften van de serie 1916 (on
getand) werden in 1919 van den op
druk „Poczta Polska" voorzien, n_l.
2 heller (bruin), 4 heller (groen), 6
heller (blauw), 10 heller (oranje) en
30 heller (wynrood) Grootte van de
vakjes 2.8 bij 2.8 c.M.
Enkele zegels van de Oostenrijk
sche serie voor de veldpost van 1917
met de beeltenis van keizer Karl,
waarboven ,.K. u. k. Feldpost" werd
overdrukt met een nieuwe waarde en
„Polska Poczta" Bovendien werd de
beeltenis van Karl bUna geheel weg
gewerkt, doordat over 't hoofd in een
dubbele cirkel een aiclaar werd ge
drukt. De waaiden zijn: 3 halerzy op
3 heller (grUs), 3 hal. op 15 h. (rose)
10 hal. op 30 h. (grUsgroen), 25 haL
op 40 h. (olUfgoel), 45 hal. op 60 h.
(karmijn), 45 hal. op 80 h. (grijs
blauw), 50 h. (groen), 50 hal. op 60
h. (karmUn) en 90 h. (lila) Grootte
van de vakjes 3 bij 3 c M.
De OostenrUksche weldadigheids
serie van t Karlfonds voor de Veld
post werd van denzelfden opdruk voor
zien, zoodat we krygen: 10 h. (gro'-n)
20 h. (lila) en 45 h. (blauw). Grootte
van dc vakjes 3 8 bij 2 8 c.M. Zie voor
de indeeiing 't schetsje.
Rustenburgerlaan 23.
S.
AMERSFOORT
Een Franschman meende indertyd
dat deze stad haar naam te danken
had aan den tabak ..parque le tabac
y est amer ct fort".
BIJVOEGSEL
ZATERDAG 29 MAART 1930
No.
't Doet me altyd plezier, wanneer
ik uit jullie briefjes lees, dat je des
Zondags een mooie wandeling hebt
gemaakt in onze prachtige omstre
ken. Buiten is altijd wat te zien en
daarom altyd wat te genieten.
De buiige, gure Lentemaand is
haast voorbU- 't Is wel eigenaardig,
dat Maart altyd maar weer komt
met zijn nukkige buien. Net een ver
wend kind, dat 't eene uurtje* lief en
't andere uurtje stout is. Daarom
lijkt 't wel of alles in de Natuur een
beetje stil heeft gestaan. De crocus-
sen en de narcissen durfden haar
mooie paarse en gele huLsje niet te
openen. Een sneeuw- of hagelbui zou
alles vernielen. De knoppen, aan
struiken en boomen zUn echter zoo
gaan zwellen, dat ze op opensprin
gen staan.
Als de Aprilmaand in 't land ls,
dan zal het eerst echt Lente worden.
In onze plantsoenen bloeit al veel,
maar je begrijpt wel, dat is gefor
ceerd in onze stadskweekerUIk heb
eens een groot plantenliefhebber
hooren zeggen, toen hU in 't Kenau
park nam: ..Dat is de limonade-
lente van de stad."
Wij, Haarlemmers zdjn met dat al
heel trotsch op onze mooi aange
legde parken en we weten wel, dat
't buiten meer echt is Als we straks
de mooie gele dotterbloemen langs
den slootkant piukken, of de zilveren
wilgenkatjes, dan zUn dit wel heu-
sche lentekinderen.
In onze tuintjes zUn de tulpen
misschien al opengegaan. De rlbos-
struiken staan in rood-rosen tooi.
De hazelaars zijn reeds uitgebloeid.
Maar de eerste anemoontjes durven
hun kopjes op te heffen. Al loopen
de zangiysters om hen heen te scliar-
relen op zoek naar wormen, ze zul
len geen bloempje kwaad doen. De
vinken, de roeken en spechten Jube
len al naar ze gebekt zyn, hun len
teliedjes uit. De boschduiven koeren,
dat je er zelf bhj van wordt en de
kieviten buitelen, dat je graag mee
zou willen doen.
Let ook eens op de vruchtboomen.
Het spruit en bot alom. Natuuriyk ls
er alle kans. dat April ook weer wat
buiige dagen zal geven, maar de zon
krijgt meer kracht. Eiken Zondag
kun je meer bloemen zien bloeien,
zie je meer groen. Onze trekvogels
keei-en nu weer en gaan hun nesten
bouwen.
Als je eens vroeg op bent en aan
den buitenkant van de stad woont,
ga dan eens naar bulten en luister
of je de leeuwerik zyn morgenlied
hoort zingen. Om half 4 begint hU
soms al.
Misschien gaan er sommigen van
jullie de Paaschvacantie doorbren
gen in 't Gooi, of op de Veiuwe S a
dan eens stil in een dennenbosch. De
dennen zUn dan versierd met
bloeiende kaarsjes, die moeder Na
tuur hun gaf. De Haariemmert'es,
die thuis bi U ven moeten maar eens
naar 't Naaldenveid gaan wandelen,
daar kunnen ze 't zelf ie waarnemen.
Misschien bloeit dan ook de brem en
is de berk in blad. De kastanjes heb
ben al spoedig hun pekwindse's niet
meer noodig en een malsch regentje
zal iets prachtigs voor den dag too-
veren.
W. B.—Z.
Ach, Heere, Heere, riep het vrouw
tje vol medeiyden, terwijl 7.y de han
den in elkaar sloeg, het manneke
heeft geen vader en moeder meer.
Ach, ach, wat een jammer!
Toe, staat gU daar niet zoo te
jammeren Slentje, vermaande haar
man, GU ztet toch zoo goed als ik dat
de Jongen ziek ls. Breng hem in bed,
lk ga dadciyk den dokter roepen
Hein greep sdjn hoedje van een
stoel en holde reeds naar de deur.
En daar stond zoo waar het boertje
nog met de boodschappen van zijn
vrouw
Hier man, pak aan, zei het boer
tje kwaad, denk Je dat lk den gchee-
ien dag hier kan blijven
Hein zei niets. HU nam de bood
schappen aan en wierp ze door de
open deur naar binnen. Daarna hol
de hy de straat op en liep op een
drafje naar den dokteT
In dien tijd stond het vrouwtje
zich te verbazen over haar patientje.
Telkens riep zij ..Heerc, Heere!" en
telkens ook sloeg zU de handen ln
elkaar. Wat zag me dat kleine man
neke er uit Zou hy dan nooit eens
gewasschen zijn? En zUn schoenen
Wat waren ze kapot. En ach, ach, ach.
zijn ribbetjes staken haast door zijn
vel. Had hU dan nooit geen eten ge
had
Het lieve SientJe, dat eerst zoo kor
daat geweest was, werd op het laatst
byna ze.f ziek van medeiyden ZU
huilde groote tranen toen zij Karcl-
tje op bed legde. Hoe was het mo
gelijk dat het Jongetje ln'zoo'n toe
stand was gekomen En wat had hU
oen lief gezicht als Je de haren van
zijn voorhoofd streek. Peinzend ging
Slentje naast het bed zitten.
Ach. het was opeens ook zoo
vreemd voor haar. Een jongen in
haar huisje, dat anders altijd zoo
stil was en waar zy ook altijd zoo
alleen was. Slentje had geen kinder
tjes. Nooit gehad, hoezeer zij en haar
man het ook verlangde. En nu had
7.y opeens dat zieke manneke in huls
gekregen cn hU had gezegd dat hU
geen vader en moeder meer had
Als Hein nu eens goed vindt dat
lk hem by my houd, fluisterde het
vrouwtje zacht'k Zal 't hem vra
gen
Opeens hoorde 7,y dc stemmen van
haar man en den dokter in haar
huisje. Verschrikt sprong 7.y op. Ach,
ach, wat had zij zitten suffen. Ze had
nog niet eens het Jongetje gewas
schen. Wat zou de dokter daar nu
wel van zeggen?
Maar er was geen tUd meer want
reeds stond de dokter voor het
bedje,
Dag Slentje, mensoh hoe maakt
ge het toch? lachte dc dokter, 'k Zie
U nooit!
Gelukkig maar, bromde Hein
en weer lachte de dokter,
Hu wat een vies ventje, zucht'o
de dokter opeens toen hU zUn blik
ken naar het bed wendde.
HIJ bukte zich voorover en onder
zocht KareltJe overal. Hij klopte
hem op den rug. betastte zijn bo st,
tilde zijn oogleden op en riep tel
kens ,,'t Is toch sterk, 't is toch
wel heel sterk ook!"
En SientJe en Hein keken toe.
EindelUk richtte de dokter zich
weer op en nu sprak hy Slentje ern
stig toe.
(Wordt vervolgd.)
Eigenlijk Is deze knaap,
Niets meer dan een domme aap!
Want hU doet de mannen na.
Speciaal zUn eigen pal
Die heeft hy zien rooken, vaak.
En hy dacht: dat is een taak,
Met een aangename zU!
Zeker ook wel Iets voor mU!
In een pakhuis, vies en vuil,
Houdt hy zich nu even schuil.
Doet ierloops een trek of wat.
Ach, hoe fUn bekomt hem datl
Maar zUn pret is kort van duur,
Reeds staat zyn gezicht wat zuur...,
Weldra tolt hy duiz-lig rond:
Ziek en misHJk alseen hond!
Hoe het arme jongetje rijk werd.
Toen het lieve Zeeuwsche vrouwtje
met Karei op haar armen haar huisje
binnentrad, zat haar man met het
hoofd in de handen aan de tafel. HU
zat al een paar minuten op zyn eten
te wachten en begreep niet waar
zUn vrouw bleef. Maar bij haar komst
sprong hy verrast overeind
Maar Slentje, riep hU uit, wat
breng je nu mee?
Ach beste Hein, dat arme man
neke lag ziek op de straat. Ik heb
heb meegenomen want niemand
deed iets voor hem
Waar woont het jong dan?
vroeg de man.
Dat weet ik werkelijk niet.
Vraag het hem eens!
Hein, haar •man, was een echte
flinke Zeeuw Vroeger was hU vls-
scher geweest maar op aandringen
van zUn vrouw was hij later kuiper
goworden. Nu verdiende hy het
brood dus met het maken van vaten
en tonnen voor de harlngvisschers!
Met zyn groote knuisten pakte hij
het zieke KareltJe aan en zette het
Jongskc op een stoel. Maar ach, hij
zag dadelijk wel, dat KareltJe niet ln
staat was om te spreken. ZUn oogen
stonden zoo glaz.lg en hy nkie zoo
van koorts, dat het niet anders kon
of hU moest heel ziek zyn!
Heb Je geen ouders, jongen?
vroeg Hein toch nog zachtjes.
En werkelijk KareltJe gaf ant
woord. Hy schudde met het hoofd
vau nccu