V&ikajdai fèïu&siüc'fxe, fwimis H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN DE WEG TOT HET HART HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 2 APRIL 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). De maan stond groot en geel boven den polder. Melkwitte nevels hingen over de weiden en de boerderijen stonden daar don ker en vaag tussehen hun boomenmantels. In alle slooten kwaakten de kikkersOrr- orr! Telkens riep er ergens een steenuiltje, dat op de muizenjacht was: Oewle-hoe-hoe. Op het klaverlandvan boer Jaap was het dien nacht hazenvergaderlng. Wel een vijf tig hazen lagen daar in een grooten kring op de akkers, onbeweeglijk, den kop op de voor- pooten en de ooren plat tegen den rug. Ze luisterden allen aandachtig naar Jaap Snor haar, die voorzitter was en druk aan het woord was. Nu en dan maakte Jaap zich zoo boos, dat hij driftig met de korte voorpoot-en in de lucht sloeg en zijn lange ooren wild op en neer flapten. Ja, maar er was dan ook iets heel ergs gebeurd! Een van de boeren uit den polder had een nieuwen hond gekregen, een grooten haze wind. Dat beest wist telkens van het erf te ontsnappen en trok dan den polder in op de hazenjacht. Nu, de oude hazen kreeg hij niet te pakken, die liepen nog wel een beetje harder dan hij! Maar er waren in dezen tijd juist veel jonge haasjes en die wist de wind hond met zijn fijnen snuffelneus maar al te goed te vinden. Twee van Grijsvels vier jongen had hij doodgebeten, toen hij de met wol en ruigte gevoerden kuil in een diepen greppel vond. Het eenig overgebleven jong van Donspoot de bunzing had de anderen gepakt had hij in een sloot gejaagd en het arme diertje was er jammerlijk verdronken. Jaap Snorhaar, die zooveel als hazenbur- gemeester was, had alle volwassen hazon tot. een spoedvergadering bijeengeroepen. Nu zaten ze daar om er over te beraadslagen hoe cle polder van den roover bevrijd kon wor den. Nadat Snorhaar langen tijd gesproken had over de misdaden van Snel, den haze wind, vroeg hij wie er het woord voeren wil de over de manier, waarop men hem on schadelijk maken kon. Wel tien hazen sprongen in den kring en begonnen allemaal door elkaar te praten. De voorzitter stuurde ze allen weer naar hun plaatsen terug en bepaalde, dat ze naar hun leeftijd spreken mochten, de oudste het eerst. Ja, nu ging het eerst echt lijken op een menschcnvergadering. De sprekers waren het allen met elkaar oneens en de toehoorders dachten er nog weer anders over! Het duur de niet lang of de woordvoerders zeiden al leen nog maar, dat de vorige spreker hun het gras voor de pooten had weggemaaid. Eindelijk was dan de jongste haas aan de beurt. Kees Anderhalf heette hij, omdat hij maar anderhalf oor had. De helft van zijn linkeroor was door een schot hagel meege nomen, weet je. Kees Anderhalf huppelde midden in den. kring, ging parmant op zijn staart zitten en streek eens met zijn linker- voorpoot over 't halve linkeroor. Daarna stak hij het heele oor recht omhoog en be gon te spreken. Hij sprak lang en met veel overtuiging. Toen hij uitgesproken was stampten alle hazen hard met de achterste pooten op den grond, zoodat drie eenden uit een sloot dichtbij met luid gekwaak er van door gingen, 't Was dan ook een prachtig voorstel van Kees Anderhalf geweest. Hij al leen zou den kwaden windhond onschadelijk maken, hij alleen! Jullie zult wel hooren, hoe hij dat zaakje opknappen wilde. Ondertusschen was de maan ondergegaan, in het Oosten begon het geel te gloeien en hier cn daar kraaide al een haan op het erf van een boerderij. „Vrienden", zei Jaap Snorhaar, „morgen avond komen we hier weer samen om te hooren of cle dappere poging van Kees An derhalf is gelukt. Ik wensch hem van harte succes en sluit hiermee cle vergadering". Nog eens sloegen honderd liazenpooten een roffel op de harde klei en rrrtl daar renden ze er van door, in alle richtingen, met groote sprongen over akkers, greppels en slooten. Toen de boer een kwartier later op een wa gen met melkbussen het land binnenreed was er in den heelen polder geen flapoor of pluimstaart meer te bekennen. Boven elk weiland hing een leeuwerik te zingen in den wannen middag. De zon bla kerde op het riet en de pannen der daken der boerderijen. Overal lagen de koeLen loom te herkauwen en het riet langs de slooten stond er roerloos in de wallen. Wie heel goed toekeek, zag boven een greppel in een haverveld je van boer Jaap een lang, bruin en wit ding uitsteken. Dat was het heele ooi- van Kees Anderhalf, die er al een tijdlang op den loer had gelegen. Hij wachtte op Snel, den boozen windhond! Een uur later draafde Snel de akkers langs met zijn spitse snuit bijna op den grond. Nu en dan bleef hij staan en snoof krachtig hij kreeg cle lucht van een baas! Snel draaf de linies en rechts over het haverveld, jan kend van opwinding soms. Er moest hier een haas liggen, dat vertelde zijn fijne neus hem Een Hazenhistorie maar al te duidelijk. Daar uit dien greppel als een veer sprong Kees Anderhalf om hoog, vlak langs den grijpenden bek van Snel. De haas vloog cle akkers over en Snel er in razende vaart achterna. Hij haalde in.. Hei, daar zwenkte Kees Anderhalf plotseling en stoof clen anderen kant uit. Snel rende een eindje te ver door en verloor daardoor weer. De tong hing hem als een roode lap uit den bek, zoo deed hij zijn best. Nu had hij den ander bijna, nog eventjes, nog even Hupsa, de haas sprong boven over den plat ten hondenrug heen, het was weer niet ge lukt. Woedend werd die groote hazenwind. Keer Anderhalf joeg er nu in een rechte lijn vandoor en Snel stoof hem blindelings ach terna. 't Ging recht op een sloot aan, met kolossale sprongen er over en.... daar zaten ze midden tussehen de koeien. Dat was nu juist, wat cle slimme haas be doeld had. Koeien dulden geen honden in hun weiland en dat wist Snel ook heel goed. Maar in het vuur van de jacht had hij daar niet aan gedacht en nu was het te laat. Voordat hij nog goed begreep wat er aan de hand was, galoppeerden de koeien van alle kanten op hem aan.„Daar kwamen ze, snuivend en bulkend, de staarten in de lucht en de koppen met de dreigende horens naar omlaag. De jager was nu het wild geworden. Snel schoot als een pijl tussehen de logge pooten van de koebeesten door. Net voor hij de sloot bereikte nam een koe hem op de horens een hij smakte het water in. Erg toegetakeld en druipend van het modderwater klauterde hij bij den wal op en hinkte naar huis. De rech ter voorpoot hing slap neer en die zou nooit weer heelemaal beter worden. Geloof maar niet, dat Snel ooit weer op de hazenjacht ging! Dien avond was het weer hazenvergade rlng op het klaverveld en het ging er lustig toe. In een grooten kring sprongen en hup pelden de hazen In het rond. In het midden zat Kees Anderhalf, zijn heele oor stak fier recht omhoog en zijn groote, bruine hazen- oogen glommen van pleizier. Om den hals droeg hij een krans van madeliefjes, de grootste onderscheiding in de hazenwereld. De kikkers kwaakten nog luider dan in den vorigen nacht, de hazen stampten roffels op de harde klei en de volle maan keek breed glimlachend toe. RESTAURATIE OF VERNIELING? HET HUIS VAN DE RUYTER TE AMSTERDAM. Het bekende huis van Admiraal Michiel Adriaanzoon de Ruyter aan de Prins Hen drikkade de IJkant te Amsterdam, daar waar De Ruyter woonde, uitziende van zijn woonvertrekken iri 't open scheeprijk IJ, dit huis wordt thans, onder den naam van restaureeren, volslagen vernield. De gevel blijft bewaard; ja, natuurlijk want tegen afbraak zou de Schoonheidscommissie en de Moniunentenverordenlng zich schrap gezet hebben; doch inwendig! De laat-zeventiende eeuwsche gang is weg. Na verwijdering der gepleisterde plafonds kwamen de echte bal- kenplafonds voor den dag. met penseelschil- derwerk op terra-rooden fond, hier en daar een origineel sleutelstuk; een vondst voor den vakman op dit gebied om op z'n hoofd te gaan staan! Daar mikt men nu weer een gepleisterd plafond tegenaan en groot ge baar de gesneden sleutelstukjes gaan naar 't Scheepvaartmuseum. Dat heeten dan later Ruyteriana. 't Is zielig wanneer de monumen ten van geschiedenis en kunst in verkeerde handen komen. HET HALF MILLIOEN VOOR DE VEREENIGING REMBRANDT. HET BEDRAG BEREIKT. Het Nationaal Comité „Vereeniging Rem brandt" heeft thans in totaal f 512.000 ont vangen, aldus het Volk. De opbrengst van den postzegel moet hieraan nog worden toege voegd. Men zal zich herinneren, dat het tot standkomen van het fonds afhankelijk werd gesteld van het bereiken van minstens een half millioen. Dit bedrag ls dus bijeen. HET S.S. „BINNENDIJK" STUURLOOS BIJ DE AZOREN. TWEE SLEEPBOOTEN TER ASSISTENTIE VERTROKKEN. Het ss. „Binnendijk" van de Holland- Amerika Lijn, zoo deelt de directie van deze maatschappij mede, drijft op het oogenblik op 700 mijl ten Westen van de Azoren nul-' peloos rond. Ten gevolge van het hevige stormweer der laatste dagen, waarmede het vaartuig heeft te kampen gehad, is de ach* tersteven beschadigd en het roer gebroken. De sleepbooten „Roode Zee" en „Zwarte Zee" van L. Smit en Co.'s Internationalen Sleepdienst hebben haai- standplaatsen aan de Azoren en te Queenstown verlaten en zijn ter assistentie vertrokken. De „Binnendijk", die in 1921 gebouwd werd en 6873 ton brute en 4240 netto meet, is op 22 Mei j.l. van Rotterdam vertrokken met bestemming voor Boston, Philadelphia, Baltimore en Norfolk. De Tel brengt nog in herinnering, dat op 3 December van het vorige jaar, toen de „Binnendijk" gedokt lag in de Delaware rivier bij Philadelphia, een felle brand aan boord is uitgebroken, die groote schade aan schip en lading veroorzaakte. Op 9 Januari kwam het vaartuig te Rotterdam terug en na reparatie vertrok het naar Boston. GOEDKOOPER TARIEF VOOR BESTELGOED. TEGELIJK MET TARIEFSVERLAGING VOOR POSTPAKKETTEN. Naar de Tel. verneemt heeft de directie der Ned. Spoorwegen besloten om met in gang van 1 April de vrachttarieven voor bes elgoederen tot 10 K.G. per stuk gedeel telijk te verlagen. Het tarief zal nu gelijkgesteld worden'met dat voor postpakketten, dat 1 April eveneens in werking getreden is. AVONTUURLIJKE REIS IN EEN SLOEP. VERKLEUMDE ZEELIEDEN OPGEPIKT Zaterdag is te Egmond aan Zee een kleine reddingboot op het strand geloopen, waarvan de bemanning geheel verkleumd was. Het waren vier opvarenden van den stoomtrawler „Jade", Wesermilnde P.G. 146 die op het oogenblik te IJmuiden ligt. Zij waren den vorigen middag een pleiziertocht- je met de sloep gaan maken, maar eenmaal onderweg was het roer gebroken, waardoor zij afdreven. Er waren maar twee riemen aan boord, die door den stormaohtigen wind niet «gebruikt konden worden, zoodat het scheepje weldra ver bulten de pieren dreef. In den nacht zagen de mannen de lichten van Egmond aan Zee én in de veronderstel ling, dat het een schip was, hadden zij met het zeil zoo gemanoeuvreerd, dat zij naar de kust dreven. Een ingezetene van Egmond nam de schipbreukelingen mee naar huls, waar zij zich konden verwarmen en verkwik ken, aldus meldt het Hbld. Een heele toer was het nog om de mannen weer naar IJmuiden te krijgen. De burge meester telefoneerde naar deze plaats, maar vernam dat de maatschappij waartoe de trawler behoorde failliet was gegaan, het geen achteraf bleek op een vergissing te be rusten, daar het faillissement betrof de Vlaardinger maatschappij „Jane".Het gevolg van dit verkeerde bericht was, dat de'ge meente het reisgeld naar IJmuiden alleen wilde geven, als de sloep aan de standvonde- rij bleef, wat de Duitschers weigerden. Zij be sloten te wachten tot de wind zou draaien en vertrokken Maandagmorgen met hvgn sloep. Op den terugweg hadden zij meer geluk. Zij werden gepraaid door de torpedoboot Z 7 die de schipbreukelingen behouden te IJmuiden bracht. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1569 EEN SI OKJE WATER Moeder komt einde lijk tot rust na een uitputtenden dag met de kinderen hoort een bekend ge luidje uit de kinder- slaapkamer. Tracht Jantje te overtuigen dat hij niet heusch dorstig is probeert zonder suc ces herhaalde ver zoeken om een slokje water te negeeren zucht diep, staat op en gaat naar boven ontdekt dat iemand het wasohtafelglas mee naar beneden heeft genomen vindt het in de keu kei» en vult het morst wat in de donkere gang, veegt het op en strompelt moeizaam naar bo ven Jantje drinkt een kubieken millimeter en gaat slapen (Nadruk verboden.) EEN FILIAALHOUDER VALT ONDER HET WINKEL- WERKTIJDENBESLUIT. UITSPRAAK VAN DEN KANTON RECHTER TE AMSTERDAM. De Amsterdamsche kantonrechter rar. L. S. G. de Hartog heeft een belangrijk von nis gewezen in een zaak betreffende filiaal houders en het Winkelwerktijdenbesluit. Hij heeft een procuratiehouder van een winkel- vereeniging veroordeeld, omdat deze niet ge zorgd had, dat een arbeidslijst hing in een van de zaken dier winkelvereeniging toen daar arbeid werd verricht door een alleen werkenden filiaalhouder. De kantonrechter heeft daarmee uitgesproken, dat zoowel Ar beidswet als Winkelwerktijdenbesluit van toepassing zijn op den filiaalhouder. 10 MEI „HOOGTIJDAG" VOOR DEN LIBERALEN OMROEP. Een uur zendtijd gevraagd. Het bestuur van de Liberalen Omroep „V.L.A.B." heeft zich tot den minister van Waterstaat gewend met het verzoek om even als in 1929 in de gelegenheid te worden ge- saeld de openingsrede van de partij verga de ring van de liberale staatsparty, welke door mr. D. Fock zal worden uitgesproken, per radio te mogen uitzenden .aangezien deze dag voor de liberale staatspartij is te beschouwen als „hoogtijdag". Het bestuur verzoekt mits dien de beschikking te krijgen over een zend station met lange golflengte op Zaterdag 10 Mei des namiddags van 2 tot 3 uur. MINISTER VERSCHUUR MET VERLOF. Naar Het Volle verneemt is minister Ver schuur voor korten tijd met verlof gegaan. Hij zal o.a. eenige dagen in het buitenland doorbrengen èn zal de volgende week den arbeid aan zijn departement hervatten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regeL STOFZUIGERHUIS MAERTENS BAKTtL JORlSSTRA AT 16 TELEFOON 10756 APEX ELECTRISCHE WASCHMACHINES f275 VOORBEELD DAT NAVOLGING VERDIENT. UTRECHT WIL DE ZAKELIJKE BEDRIJFS BELASTING AFSCHAFFEN. Naar het Hbld, verneemt heeft de wethou der van financiën te Utrecht, dr. M. de Boer ernstige plannen om bij de a.s. begrooting voor te stellen de zakelijke bedrijfsbelasting af te schaffen. Het verlies van f 115.000 voor de gemeente zou gecompenseerd worden door de nieuwe financieele regeling tussehen Rijk en Gemeente, die voor Utrecht voordeelen afwerpt. Wanneer nu niet tot de afschaffing wordt overgegaan, vreest de wethouder dat het later niet meer kan. omdat men op het bedrag zal gaan rekenen. In den Raad moet een meerderheid voor het voorstel zijn. DE BESTUURSHERVORMING OP SUMATRA. DE HEER VAN SANDICK GOUVERNEUR VAN DE NIEUWE PROVINCIE? Aneta meldt uit Buitenzorg, dat wegens gewichtige redenen met ingang van 4 Mei een verlof van 3 maanden naar Europa ver leend is aan den Gouverneur van Sumatra's Oostkust, L. H. W. van Sandick. De N. R. Ct. ziet hierin een versterking van de gronden, waarop men aanneemt dat de heer Van Sandick in aanmerking zal ko men voor de functie van gouverneur van de bij de bestuurshervorming te scheppen pro vincie Sumatra. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CL. per regel. FEUILLETON Naar het Engelsch, door J. VAN DER SLUYS. 6) „Ik geloof dat ik iets beters weet en als je voogd raad ik je ernstig aan om het voorstel aan te nemen." ..Dat. moet ik wel "doen nu u mijn voogd bent, niet waar?" antwoordde ze. terwijl ze hem met haar groote oogen peinzend aan keek. „En ik vind .het prettig om alles te doen wat u zegt, omdat moeder u gevraagd heeft mijn voogd .te willen zijn." Hij vertelde haar daarop wat mevrouw Dcrfield voorgesteld had. „O!" was alles wat Hilary het eerste oogen blik kon zeggen. „Bij die snoezige mevrouw gaan wonen? Maar hoe kan dat? Ik moet toch zien mijn eigen brood te verdienen!" „Ik twijfel er niet aan of mevrouw Der- field zal genoeg werk voor je welen te vin den, maar je zult niet heelemaal afhankelijk van haar zijn, want haar' broer, Sir Luke, vindt het zoo vreeselijk dat hij onwillens de oorzaak ls van al je moeilijkheden dat hij wat geld op je wilt vastzetten." „Geld op mij vastzetteri? Waarom?" „Omdat, zooals ik zeg, zijn auto je moe ders dood veroorzaakt heeft en hij zich dat vreeselijk aantrekt." Hilary klemde haar handen ineen, maar verborg verder ieder teeken van ontroe- lin,Uit was zijn zuster zegt, krijg ik den in druk, clat Sir Luke zich erg gegriefd zou voelen, als je zijn aanbod van de hand wees. Hij is heel vermogend en houdt vol dat hij Iets goed te maken heeft. Ik respecteer zijn motieven en raad je daarom sterk aan het niet te weigeren. Je bent voor gebrek be hoed en als je voorloopig bij mevrouw Der- field blijft, kun je altijd nog later plannen maken voor de toekomst." „Denkt u dat moeder het goed gevonden zou hebben dat ik het geld aanneem? Zou het haar wensch geweest zijn?" Hilary keek hem ernstig vragend aan. „Ik ben er van overtuigd, dat zij het pret tig zou vinden", antwoordde hij direct. Hij was overtuigd, dat een moeder, wier ge dachten zoo vervuld waren van haar kind als bij Hilary's moeder het geval was geweest, het een veilig besef zou hebben gevonden, vóór haar dood te weten, dat haar dochter voor gebrek bewaard zou blijven, als dit op een wijze, waartegen moreel niets in te brengen was, mogelijk zou zijn. „Zij zou het zeker met mij eens geweest zijn, dat je het edelmoedige aanbod van Sir Luke moet aannemen," voegde hij er met nadruk aan toe. Hij merkte met veel genoegen op, dat Hilary niet informeerde hoe groot 't bedrag was dat Sir Luke voor haar beschikbaar stelde; hij con cludeerde, dat daaruit bleek, hoe argeloos en eenvoudig van geest zij was, zoo heel anders als de vrouw, waarvoor hij zijn leven had willen geven en die hem terwille van rijkdom en weelde verraden had en zijn geloof in vrouwen voorgoed gebroken. „Als je bij mevrouw Derfield In woont, zul je in een positie zijn die velen je benijden zullen. Ik hoop? hij achtte het zijn plicht om haar als voogd een welgemeenden raad tc geven „ik hoop dat je veel van haar leeren zult en profiteeren van het ge regelde samenzijn met de zuster van Sir Luke. „Daarvan ben ik overtuigd", Hilary sprak op ernstigen toon. „Iedereen is zooo goed en vriendelijk voor mij en u bent ten slotte allemaal vreemden. Ik hoop niet dat u mij voor ondankbaar houdt.," zij strekte met een wanhopig gebaar haar handen uit „maar ik heb het gevoel alsof de heele we reld ineen gestort ls. Nu moeder dood is, is het alsof ik in het duister rondtast." Haar stem beefde, maar haar gezicht was rustig en beheerscht en toen Harding naar huis wandelde na alles met zijn pupil gere geld te hebben, moest hij denken aan het geen mevrouw Derfield over haar gezegd had. „Dat meisje vergelijken met de Lente!" peinsde hij. „Mevrouw Derfield houdt er een levendige fantasie op na! Het is een dood gewoon meisje met een bleek gezichtje zon der eenige charme en een schoonheid is het heelemaal niet! De Lente! Heel mooi ge zegd, maar bespottelijk overdreven." HOOFDSTUK V. HILDA REDBURN. „Zeg dat nog eens, Anstice", Freda Marston stond met haar rug naar den schoorsteen mantel en keek op haar vriendin neer, die uit de diepte van een leuningstoel de oogen naar haar opsloeg. „Zeg dat nog eens. Ik geloof dat jij aan het malen bent, of ik wordt een beetje doof." „Doe niet zoo mal", Antice kwam uit de roze kussens waarin ze zich genesteld had, omhoog. „Je weet heel goed wat ik gezegd heb. maar ik heb geen bezwaar om het nog eens te herhalen. De dochter van de vrouw, die door Luke's auto overreden is, komt voor loopig bij mij in huis; dat is toch wel het minste wat ik voor haar doen kan." 1 „Ik zie heelemaal niet in dat je iets moet doen. Waarom bemoei jij je met dit meisje? Heeft ze geen familie? Geen kennissen? Begrijp je wel wat het beteekent om altijd met zoo'n kind opgeknapt te zijn en dan nog' wel een meisje, dat waarschijnlijk niet eens behoorlijk opgevoed is?" „Dóar kon je je wil eens in vergissen; zij is uiterst beschaafd", antwoordde Anstice met overtuiging. „Zij doet me aan iemand den ken die ik wel eens gezien heb, maar ik kan me absoluut niet te binnen brengen wie." „Nu, jij liever dan ik." Mevrouw Marston haalde de schouders op en Anstice Derfield glimlachte alleen maar; het lag niet in haar aard om een scherp antwoord te geven. „Wacht maar tot je Hilary gezien hebt." „Breng haar dan de volgende week maar mee naar Torpsley, dan kan ik het genoe gen hebben! O ja, zeg, je moet vast komen, dan kun je meteen met Hilde Redburn ken nis maken; je hebt me immers gezegd, dat je haar nog nooit ontmoet had." „Is die mevrouw Redbum daar dan ook?" „O! Heb ik je dat niet verteld, dat Jona than de „Priory" gekocht heeft? Die ligt een mijl of zes van Torpsley en van ons buitenhuis af. Ze zeggen, dat Redburn alles schitterend heeft laten inrichten; gewoon een droom. Ze zijn er nog niet in, maar de heele streek is vol verwachting. Ze zullen dezer dagen komen." „Ik wil graag die wonderlijke mevrouw Redburn leeren kennen", antwoordde An stice, terwijl een visioen van Miles Harding's streng gezicht en koude blauwe oogen voor haar opdoemde. „Dus je hebt geen bezwaar als ik mijn logeetje meebreng? Zij is heusch een schat, Freda". „Ais je me zoo Uef aankijkt weet je wel dat ik geen „neen" kan zeggen." Freda's hard gezicht verzachtte zich. „Ik zal verder mijn oordeel opschorten tot ik het kind zelf gezien heb. Want jij ziet vaak schoonheden en deugden, die een ander met den besten wil niet ontdekten kan." Drie dagen later, to^n Hilary mevrouw Derfield in den salon van mevrouw Marston's villa in Torpsley volgde, keek Freda met meer dan gewone nieuwsgierigheid naar het slanke meisje in het zwart. Haar bruine ha ren schenen het zonnelicht, dat door de ven sters naar binnenviel, vast te houden. „Opvallend, ontegenzeggelijk opvallend", was het eerste onuitgesproken oordeel van do gastvrouw, toen zij Hilary begroette. „Wie en wat ze ook is, ze heeft goed bloed in de aderen." „Er zijn nieuwe menschen gekomen in het huis bij het kruispunt," vertelde ze een oogenblik later aan Anstice. „Herinner je jc dat witte huis? Daar woont een kunstschil der, een zekere Dunbar, met een tante die vcor hem zorgt. Wij hebben al kennis mefc hem gemaakt." „Wat schildert hij?" „Voornamelijk landschappen, maar zoo nu en dan ook portretten. Jack zegt dat hij bij zonder begaafd is." „Daar komt Hilda Redbem" vervolgde ze, toen er een auto voor het huis stopte. „Ze komt vanmiddag, omdat ze morgen de Priory betrekken en ze nog een en ander te regelen had." „Mevrouw Redburn", kondigde een dienst meisje even daarna aan. De vrouw die de kamer binnenkwam, was zóó buitengewoon mooi, dat Anstice een oogenblik den adem inhield. Ze deed geen moeite om haar be wondering te verbergen. Hilda Redburn was uiterst modieus gekleed en de kleur van haar toilet kwam zeldzaam goed overeen met haar oOgen en haar haren. .(Wordt vervolgd.); j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6