V&ikajdai fèïu&siüc'fxe, fwimis
H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
DE WEG TOT HET HART
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 2 APRIL 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
De maan stond groot en geel boven den
polder. Melkwitte nevels hingen over de
weiden en de boerderijen stonden daar don
ker en vaag tussehen hun boomenmantels.
In alle slooten kwaakten de kikkersOrr-
orr! Telkens riep er ergens een steenuiltje,
dat op de muizenjacht was: Oewle-hoe-hoe.
Op het klaverlandvan boer Jaap was het
dien nacht hazenvergaderlng. Wel een vijf
tig hazen lagen daar in een grooten kring op
de akkers, onbeweeglijk, den kop op de voor-
pooten en de ooren plat tegen den rug. Ze
luisterden allen aandachtig naar Jaap Snor
haar, die voorzitter was en druk aan het
woord was. Nu en dan maakte Jaap zich zoo
boos, dat hij driftig met de korte voorpoot-en
in de lucht sloeg en zijn lange ooren wild
op en neer flapten. Ja, maar er was dan ook
iets heel ergs gebeurd!
Een van de boeren uit den polder had een
nieuwen hond gekregen, een grooten haze
wind. Dat beest wist telkens van het erf te
ontsnappen en trok dan den polder in op de
hazenjacht. Nu, de oude hazen kreeg hij
niet te pakken, die liepen nog wel een beetje
harder dan hij! Maar er waren in dezen tijd
juist veel jonge haasjes en die wist de wind
hond met zijn fijnen snuffelneus maar al te
goed te vinden.
Twee van Grijsvels vier jongen had hij
doodgebeten, toen hij de met wol en ruigte
gevoerden kuil in een diepen greppel vond.
Het eenig overgebleven jong van Donspoot
de bunzing had de anderen gepakt had
hij in een sloot gejaagd en het arme diertje
was er jammerlijk verdronken.
Jaap Snorhaar, die zooveel als hazenbur-
gemeester was, had alle volwassen hazon tot.
een spoedvergadering bijeengeroepen. Nu
zaten ze daar om er over te beraadslagen hoe
cle polder van den roover bevrijd kon wor
den. Nadat Snorhaar langen tijd gesproken
had over de misdaden van Snel, den haze
wind, vroeg hij wie er het woord voeren wil
de over de manier, waarop men hem on
schadelijk maken kon. Wel tien hazen
sprongen in den kring en begonnen allemaal
door elkaar te praten. De voorzitter stuurde
ze allen weer naar hun plaatsen terug en
bepaalde, dat ze naar hun leeftijd spreken
mochten, de oudste het eerst.
Ja, nu ging het eerst echt lijken op een
menschcnvergadering. De sprekers waren het
allen met elkaar oneens en de toehoorders
dachten er nog weer anders over! Het duur
de niet lang of de woordvoerders zeiden al
leen nog maar, dat de vorige spreker hun
het gras voor de pooten had weggemaaid.
Eindelijk was dan de jongste haas aan de
beurt. Kees Anderhalf heette hij, omdat hij
maar anderhalf oor had. De helft van zijn
linkeroor was door een schot hagel meege
nomen, weet je. Kees Anderhalf huppelde
midden in den. kring, ging parmant op zijn
staart zitten en streek eens met zijn linker-
voorpoot over 't halve linkeroor. Daarna
stak hij het heele oor recht omhoog en be
gon te spreken. Hij sprak lang en met veel
overtuiging. Toen hij uitgesproken was
stampten alle hazen hard met de achterste
pooten op den grond, zoodat drie eenden uit
een sloot dichtbij met luid gekwaak er van
door gingen, 't Was dan ook een prachtig
voorstel van Kees Anderhalf geweest. Hij al
leen zou den kwaden windhond onschadelijk
maken, hij alleen! Jullie zult wel hooren, hoe
hij dat zaakje opknappen wilde.
Ondertusschen was de maan ondergegaan,
in het Oosten begon het geel te gloeien en
hier cn daar kraaide al een haan op het erf
van een boerderij.
„Vrienden", zei Jaap Snorhaar, „morgen
avond komen we hier weer samen om te
hooren of cle dappere poging van Kees An
derhalf is gelukt. Ik wensch hem van harte
succes en sluit hiermee cle vergadering".
Nog eens sloegen honderd liazenpooten een
roffel op de harde klei en rrrtl daar renden
ze er van door, in alle richtingen, met groote
sprongen over akkers, greppels en slooten.
Toen de boer een kwartier later op een wa
gen met melkbussen het land binnenreed
was er in den heelen polder geen flapoor of
pluimstaart meer te bekennen.
Boven elk weiland hing een leeuwerik te
zingen in den wannen middag. De zon bla
kerde op het riet en de pannen der daken
der boerderijen. Overal lagen de koeLen loom
te herkauwen en het riet langs de slooten
stond er roerloos in de wallen. Wie heel
goed toekeek, zag boven een greppel in een
haverveld je van boer Jaap een lang, bruin
en wit ding uitsteken. Dat was het heele ooi-
van Kees Anderhalf, die er al een tijdlang op
den loer had gelegen. Hij wachtte op Snel,
den boozen windhond!
Een uur later draafde Snel de akkers langs
met zijn spitse snuit bijna op den grond. Nu
en dan bleef hij staan en snoof krachtig
hij kreeg cle lucht van een baas! Snel draaf
de linies en rechts over het haverveld, jan
kend van opwinding soms. Er moest hier een
haas liggen, dat vertelde zijn fijne neus hem
Een Hazenhistorie
maar al te duidelijk. Daar uit dien greppel
als een veer sprong Kees Anderhalf om
hoog, vlak langs den grijpenden bek van
Snel. De haas vloog cle akkers over en Snel
er in razende vaart achterna. Hij haalde in..
Hei, daar zwenkte Kees Anderhalf plotseling
en stoof clen anderen kant uit. Snel rende
een eindje te ver door en verloor daardoor
weer. De tong hing hem als een roode lap uit
den bek, zoo deed hij zijn best. Nu had hij
den ander bijna, nog eventjes, nog even
Hupsa, de haas sprong boven over den plat
ten hondenrug heen, het was weer niet ge
lukt. Woedend werd die groote hazenwind.
Keer Anderhalf joeg er nu in een rechte lijn
vandoor en Snel stoof hem blindelings ach
terna. 't Ging recht op een sloot aan, met
kolossale sprongen er over en.... daar zaten
ze midden tussehen de koeien.
Dat was nu juist, wat cle slimme haas be
doeld had. Koeien dulden geen honden in
hun weiland en dat wist Snel ook heel goed.
Maar in het vuur van de jacht had hij daar
niet aan gedacht en nu was het te laat.
Voordat hij nog goed begreep wat er aan
de hand was, galoppeerden de koeien van
alle kanten op hem aan.„Daar kwamen ze,
snuivend en bulkend, de staarten in de lucht
en de koppen met de dreigende horens naar
omlaag.
De jager was nu het wild geworden. Snel
schoot als een pijl tussehen de logge pooten
van de koebeesten door. Net voor hij de sloot
bereikte nam een koe hem op de horens een
hij smakte het water in. Erg toegetakeld en
druipend van het modderwater klauterde hij
bij den wal op en hinkte naar huis. De rech
ter voorpoot hing slap neer en die zou nooit
weer heelemaal beter worden. Geloof maar
niet, dat Snel ooit weer op de hazenjacht
ging!
Dien avond was het weer hazenvergade
rlng op het klaverveld en het ging er lustig
toe. In een grooten kring sprongen en hup
pelden de hazen In het rond. In het midden
zat Kees Anderhalf, zijn heele oor stak fier
recht omhoog en zijn groote, bruine hazen-
oogen glommen van pleizier. Om den hals
droeg hij een krans van madeliefjes, de
grootste onderscheiding in de hazenwereld.
De kikkers kwaakten nog luider dan in den
vorigen nacht, de hazen stampten roffels op
de harde klei en de volle maan keek breed
glimlachend toe.
RESTAURATIE OF VERNIELING?
HET HUIS VAN DE RUYTER TE
AMSTERDAM.
Het bekende huis van Admiraal Michiel
Adriaanzoon de Ruyter aan de Prins Hen
drikkade de IJkant te Amsterdam, daar
waar De Ruyter woonde, uitziende van zijn
woonvertrekken iri 't open scheeprijk IJ, dit
huis wordt thans, onder den naam van
restaureeren, volslagen vernield. De gevel
blijft bewaard; ja, natuurlijk want tegen
afbraak zou de Schoonheidscommissie en de
Moniunentenverordenlng zich schrap gezet
hebben; doch inwendig! De laat-zeventiende
eeuwsche gang is weg. Na verwijdering der
gepleisterde plafonds kwamen de echte bal-
kenplafonds voor den dag. met penseelschil-
derwerk op terra-rooden fond, hier en daar
een origineel sleutelstuk; een vondst voor
den vakman op dit gebied om op z'n hoofd
te gaan staan! Daar mikt men nu weer een
gepleisterd plafond tegenaan en groot ge
baar de gesneden sleutelstukjes gaan naar
't Scheepvaartmuseum. Dat heeten dan later
Ruyteriana. 't Is zielig wanneer de monumen
ten van geschiedenis en kunst in verkeerde
handen komen.
HET HALF MILLIOEN VOOR DE
VEREENIGING REMBRANDT.
HET BEDRAG BEREIKT.
Het Nationaal Comité „Vereeniging Rem
brandt" heeft thans in totaal f 512.000 ont
vangen, aldus het Volk. De opbrengst van den
postzegel moet hieraan nog worden toege
voegd.
Men zal zich herinneren, dat het tot
standkomen van het fonds afhankelijk werd
gesteld van het bereiken van minstens een
half millioen. Dit bedrag ls dus bijeen.
HET S.S. „BINNENDIJK"
STUURLOOS BIJ DE AZOREN.
TWEE SLEEPBOOTEN TER
ASSISTENTIE VERTROKKEN.
Het ss. „Binnendijk" van de Holland-
Amerika Lijn, zoo deelt de directie van deze
maatschappij mede, drijft op het oogenblik
op 700 mijl ten Westen van de Azoren nul-'
peloos rond. Ten gevolge van het hevige
stormweer der laatste dagen, waarmede het
vaartuig heeft te kampen gehad, is de ach*
tersteven beschadigd en het roer gebroken.
De sleepbooten „Roode Zee" en „Zwarte
Zee" van L. Smit en Co.'s Internationalen
Sleepdienst hebben haai- standplaatsen aan
de Azoren en te Queenstown verlaten en zijn
ter assistentie vertrokken. De „Binnendijk",
die in 1921 gebouwd werd en 6873 ton brute
en 4240 netto meet, is op 22 Mei j.l. van
Rotterdam vertrokken met bestemming voor
Boston, Philadelphia, Baltimore en Norfolk.
De Tel brengt nog in herinnering, dat op
3 December van het vorige jaar, toen de
„Binnendijk" gedokt lag in de Delaware
rivier bij Philadelphia, een felle brand aan
boord is uitgebroken, die groote schade aan
schip en lading veroorzaakte. Op 9 Januari
kwam het vaartuig te Rotterdam terug en
na reparatie vertrok het naar Boston.
GOEDKOOPER TARIEF VOOR
BESTELGOED.
TEGELIJK MET TARIEFSVERLAGING
VOOR POSTPAKKETTEN.
Naar de Tel. verneemt heeft de directie
der Ned. Spoorwegen besloten om met in
gang van 1 April de vrachttarieven voor
bes elgoederen tot 10 K.G. per stuk gedeel
telijk te verlagen.
Het tarief zal nu gelijkgesteld worden'met
dat voor postpakketten, dat 1 April eveneens
in werking getreden is.
AVONTUURLIJKE REIS IN EEN
SLOEP.
VERKLEUMDE ZEELIEDEN OPGEPIKT
Zaterdag is te Egmond aan Zee een
kleine reddingboot op het strand geloopen,
waarvan de bemanning geheel verkleumd
was. Het waren vier opvarenden van den
stoomtrawler „Jade", Wesermilnde P.G. 146
die op het oogenblik te IJmuiden ligt. Zij
waren den vorigen middag een pleiziertocht-
je met de sloep gaan maken, maar eenmaal
onderweg was het roer gebroken, waardoor
zij afdreven. Er waren maar twee riemen
aan boord, die door den stormaohtigen wind
niet «gebruikt konden worden, zoodat het
scheepje weldra ver bulten de pieren dreef.
In den nacht zagen de mannen de lichten
van Egmond aan Zee én in de veronderstel
ling, dat het een schip was, hadden zij met
het zeil zoo gemanoeuvreerd, dat zij naar
de kust dreven. Een ingezetene van Egmond
nam de schipbreukelingen mee naar huls,
waar zij zich konden verwarmen en verkwik
ken, aldus meldt het Hbld.
Een heele toer was het nog om de mannen
weer naar IJmuiden te krijgen. De burge
meester telefoneerde naar deze plaats, maar
vernam dat de maatschappij waartoe de
trawler behoorde failliet was gegaan, het
geen achteraf bleek op een vergissing te be
rusten, daar het faillissement betrof de
Vlaardinger maatschappij „Jane".Het gevolg
van dit verkeerde bericht was, dat de'ge
meente het reisgeld naar IJmuiden alleen
wilde geven, als de sloep aan de standvonde-
rij bleef, wat de Duitschers weigerden. Zij be
sloten te wachten tot de wind zou draaien
en vertrokken Maandagmorgen met hvgn
sloep.
Op den terugweg hadden zij meer geluk.
Zij werden gepraaid door de torpedoboot Z 7
die de schipbreukelingen behouden te
IJmuiden bracht.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1569
EEN SI OKJE WATER
Moeder komt einde
lijk tot rust na een
uitputtenden dag
met de kinderen
hoort een bekend ge
luidje uit de kinder-
slaapkamer. Tracht
Jantje te overtuigen
dat hij niet heusch
dorstig is
probeert zonder suc
ces herhaalde ver
zoeken om een slokje
water te negeeren
zucht diep, staat op
en gaat naar boven
ontdekt dat iemand
het wasohtafelglas
mee naar beneden
heeft genomen
vindt het in de keu
kei» en vult het
morst wat in de
donkere gang, veegt
het op en strompelt
moeizaam naar bo
ven
Jantje drinkt een
kubieken millimeter
en gaat slapen
(Nadruk verboden.)
EEN FILIAALHOUDER VALT
ONDER HET WINKEL-
WERKTIJDENBESLUIT.
UITSPRAAK VAN DEN KANTON
RECHTER TE AMSTERDAM.
De Amsterdamsche kantonrechter rar. L.
S. G. de Hartog heeft een belangrijk von
nis gewezen in een zaak betreffende filiaal
houders en het Winkelwerktijdenbesluit. Hij
heeft een procuratiehouder van een winkel-
vereeniging veroordeeld, omdat deze niet ge
zorgd had, dat een arbeidslijst hing in een
van de zaken dier winkelvereeniging toen
daar arbeid werd verricht door een alleen
werkenden filiaalhouder. De kantonrechter
heeft daarmee uitgesproken, dat zoowel Ar
beidswet als Winkelwerktijdenbesluit van
toepassing zijn op den filiaalhouder.
10 MEI „HOOGTIJDAG" VOOR
DEN LIBERALEN OMROEP.
Een uur zendtijd gevraagd.
Het bestuur van de Liberalen Omroep
„V.L.A.B." heeft zich tot den minister van
Waterstaat gewend met het verzoek om even
als in 1929 in de gelegenheid te worden ge-
saeld de openingsrede van de partij verga de
ring van de liberale staatsparty, welke door
mr. D. Fock zal worden uitgesproken, per
radio te mogen uitzenden .aangezien deze dag
voor de liberale staatspartij is te beschouwen
als „hoogtijdag". Het bestuur verzoekt mits
dien de beschikking te krijgen over een zend
station met lange golflengte op Zaterdag 10
Mei des namiddags van 2 tot 3 uur.
MINISTER VERSCHUUR MET VERLOF.
Naar Het Volle verneemt is minister Ver
schuur voor korten tijd met verlof gegaan.
Hij zal o.a. eenige dagen in het buitenland
doorbrengen èn zal de volgende week den
arbeid aan zijn departement hervatten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regeL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BAKTtL JORlSSTRA AT 16
TELEFOON 10756
APEX ELECTRISCHE WASCHMACHINES f275
VOORBEELD DAT NAVOLGING
VERDIENT.
UTRECHT WIL DE ZAKELIJKE BEDRIJFS
BELASTING AFSCHAFFEN.
Naar het Hbld, verneemt heeft de wethou
der van financiën te Utrecht, dr. M. de Boer
ernstige plannen om bij de a.s. begrooting
voor te stellen de zakelijke bedrijfsbelasting
af te schaffen. Het verlies van f 115.000 voor
de gemeente zou gecompenseerd worden door
de nieuwe financieele regeling tussehen Rijk
en Gemeente, die voor Utrecht voordeelen
afwerpt. Wanneer nu niet tot de afschaffing
wordt overgegaan, vreest de wethouder dat
het later niet meer kan. omdat men op het
bedrag zal gaan rekenen. In den Raad moet
een meerderheid voor het voorstel zijn.
DE
BESTUURSHERVORMING
OP SUMATRA.
DE HEER VAN SANDICK GOUVERNEUR
VAN DE NIEUWE PROVINCIE?
Aneta meldt uit Buitenzorg, dat wegens
gewichtige redenen met ingang van 4 Mei
een verlof van 3 maanden naar Europa ver
leend is aan den Gouverneur van Sumatra's
Oostkust, L. H. W. van Sandick.
De N. R. Ct. ziet hierin een versterking van
de gronden, waarop men aanneemt dat de
heer Van Sandick in aanmerking zal ko
men voor de functie van gouverneur van de
bij de bestuurshervorming te scheppen pro
vincie Sumatra.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CL. per regel.
FEUILLETON
Naar het Engelsch, door
J. VAN DER SLUYS.
6)
„Ik geloof dat ik iets beters weet en als je
voogd raad ik je ernstig aan om het voorstel
aan te nemen."
..Dat. moet ik wel "doen nu u mijn voogd
bent, niet waar?" antwoordde ze. terwijl ze
hem met haar groote oogen peinzend aan
keek. „En ik vind .het prettig om alles te
doen wat u zegt, omdat moeder u gevraagd
heeft mijn voogd .te willen zijn."
Hij vertelde haar daarop wat mevrouw
Dcrfield voorgesteld had.
„O!" was alles wat Hilary het eerste oogen
blik kon zeggen. „Bij die snoezige mevrouw
gaan wonen? Maar hoe kan dat? Ik moet
toch zien mijn eigen brood te verdienen!"
„Ik twijfel er niet aan of mevrouw Der-
field zal genoeg werk voor je welen te vin
den, maar je zult niet heelemaal afhankelijk
van haar zijn, want haar' broer, Sir Luke,
vindt het zoo vreeselijk dat hij onwillens
de oorzaak ls van al je moeilijkheden dat
hij wat geld op je wilt vastzetten."
„Geld op mij vastzetteri? Waarom?"
„Omdat, zooals ik zeg, zijn auto je moe
ders dood veroorzaakt heeft en hij zich dat
vreeselijk aantrekt."
Hilary klemde haar handen ineen, maar
verborg verder ieder teeken van ontroe-
lin,Uit was zijn zuster zegt, krijg ik den in
druk, clat Sir Luke zich erg gegriefd zou
voelen, als je zijn aanbod van de hand wees.
Hij is heel vermogend en houdt vol dat hij
Iets goed te maken heeft. Ik respecteer zijn
motieven en raad je daarom sterk aan het
niet te weigeren. Je bent voor gebrek be
hoed en als je voorloopig bij mevrouw Der-
field blijft, kun je altijd nog later plannen
maken voor de toekomst."
„Denkt u dat moeder het goed gevonden
zou hebben dat ik het geld aanneem? Zou
het haar wensch geweest zijn?" Hilary keek
hem ernstig vragend aan.
„Ik ben er van overtuigd, dat zij het pret
tig zou vinden", antwoordde hij direct. Hij
was overtuigd, dat een moeder, wier ge
dachten zoo vervuld waren van haar kind als
bij Hilary's moeder het geval was geweest,
het een veilig besef zou hebben gevonden,
vóór haar dood te weten, dat haar dochter
voor gebrek bewaard zou blijven, als dit op
een wijze, waartegen moreel niets in te
brengen was, mogelijk zou zijn.
„Zij zou het zeker met mij eens geweest
zijn, dat je het edelmoedige aanbod van Sir
Luke moet aannemen," voegde hij er met
nadruk aan toe.
Hij merkte met veel genoegen op, dat Hilary
niet informeerde hoe groot 't bedrag was dat
Sir Luke voor haar beschikbaar stelde; hij con
cludeerde, dat daaruit bleek, hoe argeloos en
eenvoudig van geest zij was, zoo heel anders
als de vrouw, waarvoor hij zijn leven had
willen geven en die hem terwille van rijkdom
en weelde verraden had en zijn geloof in
vrouwen voorgoed gebroken.
„Als je bij mevrouw Derfield In woont, zul
je in een positie zijn die velen je benijden
zullen. Ik hoop? hij achtte het zijn
plicht om haar als voogd een welgemeenden
raad tc geven „ik hoop dat je veel van
haar leeren zult en profiteeren van het ge
regelde samenzijn met de zuster van Sir
Luke.
„Daarvan ben ik overtuigd", Hilary sprak
op ernstigen toon. „Iedereen is zooo goed
en vriendelijk voor mij en u bent ten slotte
allemaal vreemden. Ik hoop niet dat u mij
voor ondankbaar houdt.," zij strekte met
een wanhopig gebaar haar handen uit
„maar ik heb het gevoel alsof de heele we
reld ineen gestort ls. Nu moeder dood is, is
het alsof ik in het duister rondtast."
Haar stem beefde, maar haar gezicht was
rustig en beheerscht en toen Harding naar
huis wandelde na alles met zijn pupil gere
geld te hebben, moest hij denken aan het
geen mevrouw Derfield over haar gezegd
had.
„Dat meisje vergelijken met de Lente!"
peinsde hij. „Mevrouw Derfield houdt er een
levendige fantasie op na! Het is een dood
gewoon meisje met een bleek gezichtje zon
der eenige charme en een schoonheid is het
heelemaal niet! De Lente! Heel mooi ge
zegd, maar bespottelijk overdreven."
HOOFDSTUK V.
HILDA REDBURN.
„Zeg dat nog eens, Anstice", Freda Marston
stond met haar rug naar den schoorsteen
mantel en keek op haar vriendin neer, die
uit de diepte van een leuningstoel de oogen
naar haar opsloeg. „Zeg dat nog eens. Ik
geloof dat jij aan het malen bent, of ik
wordt een beetje doof."
„Doe niet zoo mal", Antice kwam uit de
roze kussens waarin ze zich genesteld had,
omhoog. „Je weet heel goed wat ik gezegd
heb. maar ik heb geen bezwaar om het nog
eens te herhalen. De dochter van de vrouw,
die door Luke's auto overreden is, komt voor
loopig bij mij in huis; dat is toch wel het
minste wat ik voor haar doen kan." 1
„Ik zie heelemaal niet in dat je iets moet
doen. Waarom bemoei jij je met dit meisje?
Heeft ze geen familie? Geen kennissen?
Begrijp je wel wat het beteekent om altijd
met zoo'n kind opgeknapt te zijn en dan
nog' wel een meisje, dat waarschijnlijk niet
eens behoorlijk opgevoed is?"
„Dóar kon je je wil eens in vergissen; zij is
uiterst beschaafd", antwoordde Anstice met
overtuiging. „Zij doet me aan iemand den
ken die ik wel eens gezien heb, maar ik kan
me absoluut niet te binnen brengen wie."
„Nu, jij liever dan ik." Mevrouw Marston
haalde de schouders op en Anstice Derfield
glimlachte alleen maar; het lag niet in haar
aard om een scherp antwoord te geven.
„Wacht maar tot je Hilary gezien hebt."
„Breng haar dan de volgende week maar
mee naar Torpsley, dan kan ik het genoe
gen hebben! O ja, zeg, je moet vast komen,
dan kun je meteen met Hilde Redburn ken
nis maken; je hebt me immers gezegd, dat
je haar nog nooit ontmoet had."
„Is die mevrouw Redbum daar dan ook?"
„O! Heb ik je dat niet verteld, dat Jona
than de „Priory" gekocht heeft? Die ligt
een mijl of zes van Torpsley en van ons
buitenhuis af. Ze zeggen, dat Redburn alles
schitterend heeft laten inrichten; gewoon
een droom. Ze zijn er nog niet in, maar de
heele streek is vol verwachting. Ze zullen
dezer dagen komen."
„Ik wil graag die wonderlijke mevrouw
Redburn leeren kennen", antwoordde An
stice, terwijl een visioen van Miles Harding's
streng gezicht en koude blauwe oogen voor
haar opdoemde. „Dus je hebt geen bezwaar
als ik mijn logeetje meebreng? Zij is heusch
een schat, Freda".
„Ais je me zoo Uef aankijkt weet je wel
dat ik geen „neen" kan zeggen."
Freda's hard gezicht verzachtte zich. „Ik
zal verder mijn oordeel opschorten tot ik
het kind zelf gezien heb. Want jij ziet vaak
schoonheden en deugden, die een ander met
den besten wil niet ontdekten kan."
Drie dagen later, to^n Hilary mevrouw
Derfield in den salon van mevrouw Marston's
villa in Torpsley volgde, keek Freda met
meer dan gewone nieuwsgierigheid naar het
slanke meisje in het zwart. Haar bruine ha
ren schenen het zonnelicht, dat door de ven
sters naar binnenviel, vast te houden.
„Opvallend, ontegenzeggelijk opvallend",
was het eerste onuitgesproken oordeel van do
gastvrouw, toen zij Hilary begroette. „Wie en
wat ze ook is, ze heeft goed bloed in de
aderen."
„Er zijn nieuwe menschen gekomen in het
huis bij het kruispunt," vertelde ze een
oogenblik later aan Anstice. „Herinner je jc
dat witte huis? Daar woont een kunstschil
der, een zekere Dunbar, met een tante die
vcor hem zorgt. Wij hebben al kennis mefc
hem gemaakt."
„Wat schildert hij?"
„Voornamelijk landschappen, maar zoo nu
en dan ook portretten. Jack zegt dat hij bij
zonder begaafd is."
„Daar komt Hilda Redbem" vervolgde
ze, toen er een auto voor het huis stopte.
„Ze komt vanmiddag, omdat ze morgen de
Priory betrekken en ze nog een en ander te
regelen had."
„Mevrouw Redburn", kondigde een dienst
meisje even daarna aan. De vrouw die de
kamer binnenkwam, was zóó buitengewoon
mooi, dat Anstice een oogenblik den adem
inhield. Ze deed geen moeite om haar be
wondering te verbergen. Hilda Redburn was
uiterst modieus gekleed en de kleur van haar
toilet kwam zeldzaam goed overeen met
haar oOgen en haar haren.
.(Wordt vervolgd.); j