H. D. VERTELLINGEN.
EEN NIEUW RAPPORT VAN SEGERS.
DE VERHOUDING VAN BELGIë TOT NEDERLAND.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 4 APRIL 1930
VIJFDE BLAD
HET ANTWERPSCHE STANDPUNT.
(Nadruk verboden; autcunrccht voorbehouden).
(Van onzen correspondent).
Brussel, Maart 1930-
Heden te verschenen en rondgedeeld aan
de leden van het hoogerhuis het rapport van
de senaatscommissie voor buitenlandsche
zaken belast met het onderzoek der be
groeting voor het dienstjaar 1930. Dit rap
port, met spanning verwacht, is voor de
commissie opgesteld door dr. Paul Segers,
minister van staat, oud ^minister van spoor*
wegen, een der leiders van de RX. Staats*
partij.
Het is een lijvig boekdeel, dat voor ongeveer
de helft gewijd is aan de hangende
qua es ties tusschen België en Nederland. Men
moet een geschrift als dit precies nemen
voor wat het is. Een poging tot objec
tieve beschouwing der politieke en econo
mische realiteiten mag men daarin niet ver=
wachten. Het is natuurlijk een verdediging
van het zuiver en eenzijdig Belgisch stand*
punt. Maar het is voor ons noodig om dat
te kennen, ten einde het te kunnen bestrijd
den. Nog zelden voor dezen, werd het
vraagstuk zoo breed en volledig behandeld
en nog nooit kreeg men zoo gemakkelijk
alle gegevens te zamen gegroepeerd. Het is
ech.er te betreuren, dat dr. Sagers één
hoogst belangrijke eigenschap ten eenen-
male mist: sereniteit. Men kan héél goed een
eenzijdig nationaal standpunt uiteenzetten
en verdedigen, zonder daarbij afstand te
doen van den aeademischen toon, welke in
Internationale debatten, tot nog toe, gebrui
kelijk is. Verleden jaar reeds heeft minister
Hymans, toch zeker geen vriend van Neder*
landaanmerking moeten ma ken op den toon
van Segers' verslag voor 1929. Maar dat heeft
blijkbaar niets geholpen, want ook ditmaal
heeft dit staatsstuk een verbitterde pole
mische klank, welke daarin misplaatst is.
Het heeft geen belang om hier ter plaatse
nog eens de geheele geschiedenis van de
Belgisch»Nederlandsche onderhandelingen op
•te halen, gelijk dr. Paul Segers dat doet.
Van veel meer belang is het om in het kort
zijn conclusies te vermelden. Allereerst stelt
deze rapporteur vast, dat er absoluut geen
vooruitgang te bespeuren is in de onder*
handelingen. Hij zegt het ronduit: Neder*
land heeft één methode, die zeer eenvoudig
is, en die de regeering van H. M. met taai*
heid doorvoert: de methode van het rekken.
De notawisseling gaat uiterst traag, de on
derhandelingen worden met opzet, gevoerd
volgens het allerlangzaamste tempo en van
Nederlandsche zijde wordt geen enkele con
cessie, nauwelijks één toezegging gedaan.
Tegenover een scherpe en nauwkeurige for*
muleering van België's eischen en verwach
tingen, heeft Nederland, volgens dezen schrij*
ver, slechts geantwoord met vage en onaan*
nemeiijke aanduidingen. In elk geval zijn wij
nu op het doode punt. Men kan in Brussel
niet inzien dat een nieuwe uitwisseling van
nota's eenig nut, hoe gering ook, kan heb*
ben. En dr. Segers vraagt zich af: wat moet
nü gebeuren? Er zijn drie problemen op te
lossen en die moeten opgelost worden, om*
dat dat een evitaie noodzakelijkheid voor
België is. Die drie problemen zijn: primo, de
vrijheid en de bevaarbaarheid van de
Schelde; sec undo, de verbindingen van Ant
werpen met den Rijn; en tertio, het Maas
regiem. En de vraag blijft, kan men ze op*
lossen?
In verband met de Schelde-vragen be
spreekt Segers uitvoerig, met een luxe
van details, welke ik op dit oogenblik niet
heb te verifieeren, omdat ik niets naders
doe dan zijn standpunt resumeeren, dat de
Schelde met opzet slecht onderhouden
wordt, dat de allergrootste zeeschepen er.niet
door kunnen varen en dat dat in strijd is
met de overeenkomsten van 1839. Daarin
wordt n.l. gesproken van „entrebien et
amélioration" van den stroom. De Belgen
in'erpreteeren die text (Par- 2, art. IX) zóó
dat het de verplichting voor Nederiaüd mee*
brengt om te zorgen, dat de schepen volgens
allermodernste afmeting van de Zeeuwsche
wateren gebriuk kunnen maken om naar
Antwerpen te komen; een meening welke
door de Nederlandsche specialiteiten, o.a.
prof. Van Eysinga bestreden wordt.
Behalve dat Nederland de toegang van de
zee tot Antwerpen onvoldoende onderhoudt
en verbetert, naar Belgisch inzicht, onthoudt
het ook systematisch aan Antwerpen een
directe verbinding met den Rijn. Wanneer
men alle bladzijden van dit boek, vol met-
cijfers en statistieken, zou willen samen
vallen in een populaire formule, dan zou
men kunnen zeggen: Nederland is bezig om
langzaam maar zeker Antwerpen te ver*
smoren, door alle toegangen tot de Antwerp
sen e havens zoo moeilijk mogelijk te ma
ken.
Ik heb reeds gezegd, dat men hier geen
bes: rij ding van Segers'? aanklacht mag ver*
wach.en. Zelfs wanneer wij aannemen, dat
hij op alle punten het meest positieve on*
gelijk zou hebben, dan nog moet men reke
ning houden met 'net onmiskenbare feit.
dar hij in zijn studie de vrijwel algemeene
opinie van België en inzonderheid van Ant
werpen weergeeft.
Antwerpenaars, zelfs overtuigde Vlamin
gen. welke Nederland overigens een goed
hart toedragen, zijn de meeningen, in het
rappe .1 Segers neergelegd, toegedaan. Hoe
kan het anders, zeggen zij: „Het* is niet
te ontkennen, dat Antwerpen een groote en
gevaarlijke concurrent van Rotterdam is.
Welnu, hebt gij ooit iemand gezien, die vrij»
wil'.ig in de kaart- van zijn concurrenten
speelde? Dat is een fenomeen, in de handels,
wereld onbekend. Het is dus heel natuurlijk
dat Rotterdam met alle middelen probeert
om Antwerpen in zijn on.wJtkeling zoo veel
mogelijk tegen te houden. Maar het is even
natuurlijk dat Antwerpen daartegen zoo fel
mogelijk reageert. Het Belgisch*Nederlandse.he
conflict is, gelijk au fond alle internationale
conflicten zijn, een strijd om een economische
macht. Dit wordt hier openlijk erkend, en
men begrijpt niet waarom de Nederlanders
voortgaan met er doekjes om te winden!
Hun houding is, gezien het belang van Rot
terdam in den economischen samenhang des
lands, volkomen begrijpelijk; maar dan is
ook de Antwerpsche reactie volkomen be*
grijpelijk. En men komt in deze aangelegen*
heid niets verder met pharizische omschrij*
vingen. Het geheele Belgisch-Nederlandsche
misverstand komt voort uit de antithese
AntwerpenRotterdam, RotterdamAnt
werpen. Alles wat er verder bij gesleept is
aan sentimenteele en secundaire overwegin*
gen is ten slotte van geen beteekenis. Maar
juist waar een economische belangentegen.
stelling van dien omvang de grondslag van t
conflict vormt, ziet hier niemand in hoe het
mogelijk zou kunnen zijn er een bevredigen*
de oplossing voor te vinden. Iedere oplossing
komt ten koste van één van de twee par
tijen aan bod. Zoo bezien is de politiek van
Den Haag. van Nederlandsch standpunt uit,
zéér verstandig. Een werkelijke oplossing is
niet mogelijk, dat weet men aan beide
zijden; welnu, dan heeft Nederland alleen
maar te winnen bij een bestendiging van de
bestaande situatie welke onmiskenbaar in
Nederlands voordeel is. En vandaar de tac
tiek van het rekken. Het staat vast, dat de
Nederlandsche regeering hiermede de vader*
landsche belangen in de gegeven omstandig*
heden het beste gediend heeft, wanneer men
n.l. die vereenzelvigt met de Rotterdamsche
belangen".
Wat blijft ons nu over te doen. tegenover
dit verschijnsel, vraagt dr. Paul Segers zich
af? Wij moeten de zaak op een geheel ander
terrein brengen. Ziehier het meest essen-
t-ieele gedeelte van het nieuwe rapport*Segers.
Met directe onderhandelingen tusschen de
twee landen is niets meer te bereiken. Ieder
verder uitstel kan nog slechts in het belang
van Nederland zijn. Wij, Belgen, kunnen ons
dus nog alléén maar doeltreffend verdedi*
gen indien wij er in slagen om het complex
van vraagstukken, hangende tusschen Ne*
derland en ons. te intemaMonaliseerenWij
moeten nu een ernstig beroep doen op de
mogendheden, die ons in 1919 reeds hun
steun hebben toegezegd.
Thans is het oogenblik gekomen om de
beloften, toen aan België gedaan, in te los
sen. De oud-bon'igenoten moeten nu voor
ons afdwingen, wat wij zelf niet hebben
kunnen verkrijgen: „Gardons done les yeux
fixés vers Paris".
Het is te voorzien, dat op dezen passus
van het verslag, die waarschijnlijk de eenige
is die iets werkelijk, nieuws bevat, de volle
aandacht, in België en ten onzent, zal val
len. Maar het staat te bezien of de duide*
lijke bedreiging van den heer Segers veel
indruk zal maken!
Laten wij vooral niet vergeten, dat de
internationale verhoudingen in 1930 gansche*
lijk niet dezelfde zijn als in 1919. De machts
positie van Frankrijk is aanzienlijk ver*
zwakt; Duitschland, dat toen uitgeschakeld
kon worden, is op dit oogenblik een factor
van kapitaal belang in iedere combinatie
Het accent van Engeland's belangen heeft
zich, mede in verband met Duitschland's
wederopleving, sterk verplaatst. En ten»
slotte hebben de sentimenteele overwegin
gen. welke in 1919 nog in een debat ge
ïntroduceerd konden worden, op hel oogen
blik geen waarde meer. Wanneer men de
Europeesche verhoudingen eens rustig be*
ziet, dan is het niet zeer duidelijk, wat
Brussel met een dergelijke actie zou kunnen
bereiken. Men kan de zaak zeer in het alge*
maen aldus formuleeren: Indien er werke
lijk een internationale quaestie van gemaakt
wordt, dan heeft België uitsluitend de kans
om die eischen ingewilligd te zien. welke
samenvallen met de gemeenschappelijke be*
langen van de drie bij het geval direct be*
trokken mogendheden: Duitschland. Enge
land en Frankrijk. Er is geen sprake van dat
eenige macht er aan zou kunnen of willen
denken om ter wille van Belgic alléén een
conflict udt te lokken- Dus uitsluitend, wan
neer België er in slaagt om aan te toon en
dat het Belgische belang op enkele punten
volkomen Identiek is met het gemeen*
schappelijk belang der drie machten, dan is
er langs dezen weg iets voor dat land te
bereiken. Men lette wel op het woord ge»
meenschappelijk. Want de groote heeren
zullen er niet over denken om één hunner
te bevoordeelen of te bevoorrechten, wan*
neer zij zelf niet meedeelen.
Alles welbeschouwd geloof ik niet dat
Segers' woorden, welke ongetwijfeld met in
stemming ontvangen zullen worden, zoowel
in den Senaat als in de Kamer, een verdere
portee hebben. Het is een genoegdoening
van het nationaal besef, maar practische
tastbare gevolgen zullen wij er voorloopig
niet van zien. Het is een dreigement in het
yle.
Men mag deze objectieve uiteenzetting
niet beëindigen zonder één opmerking. Het
staat bulten kijf vast. dat de Nederlandsch
Belgische vraagstukken vastgeklonken zit»
ten aan de tegenstelling AntwerpenRot*
terdam. Maar, vragen tal van vrienden der
goede internationale verstandhoudingen zich
af. is het absoluut noodzakelijk dat het Rot-
terdamsch belang zóó volkomen met het
na ionaai-belang vereenzelvigd wordt? Zou
het werkelijk onvermijdelijk zijn, dat twee
nabuurvolken. d!e zoovee! gemeen hebben tot
in lengte van dagen in onmin ieven om der
wille van een havenconcurrentle? Laten wij
met deze vraag eindigen en laten wij de
hoop blijven koesteren, dat er op den duur
toch ook nog hoogere factoren zijn om de
verhouding der volkeren te regelen, dan de
meest directe zakelijke belangen.
J. GRESHOFF-.
Ter bespoediging en voor het gemak
van belanghebbenden verzoeken wij
voor de verschillende afdeelingen van
ons dagblad de volgende nummers op
te bellen:
Voor berichten en andere mededee-
lingen of vragen voor de Redactie: 10600
Voor de Hoofdredactie: 15054;
Voor advertenties, abonnementen en
bezorging: 10724:
Voor aangelegenheden van de direc
tie: 13082.
NIEUW NEDERLANDSCH TOONEEL.
VEEL LEVEN OM NIETS.
Het is toch eigenlijk bedroevend. Verleden
week, toen jeugdige dilettanten in een on-
noozel blijspelletje schuchter hun eerste pas
sen op de planken waagden, liep onze Stads
schouwburg twee avonden achtereen stamp
vol: gisteren, toen er een kleurrijke, leven
dige voorstelling werd gegeven van een der
mooiste blijspelen, die ooit geschreven zijn,
was de zaal nog niet voor de helft bezet. Wist
men dan niet, dat Veel Leven om Niets een
werk is blij van geest, een en al kleur, ver
beelding en muziek?
Heeft de naam van Shakespeare dan niet
meer zijn tooverklank als in de dagen, toen
Willem Royaards naar Haarlem kwam en er
met zijn opvoering van „De Vroolijke Vrouw
tjes van Windsor'', „Driekoningenavond" en
„Midzomemachtsdroom" volle zalen trok?
Wat is er dan in Haarlem veranderd? Kun
nen wij, omdat de Meester er niet meer is,
de volgelingen dan niet eeren? Want in de
voorstelling van Veel Leven om Niets is toch
geheel zijn geest. De discipline moge min
der streng zijn, het moge alles wat minder
geserreerd lijken, er is toch altijd nog de
zelfde liefde, het is nog steeds het bloeien
de, ware tooneelspel, zocals ook Royaards
het bracht, het is een voorstelling vol kleur
en leven en vol muziek! Wanneer Louis Saal-
born en Magda Janssens als Benedict en
Beatrice ons verrukken met hun geestig spel,
levendig, licht en vol poëzie, dan herinnert
dat aan de beste voorstellingen van
Royaards. Als Tourniaire ons vermaakt met
zijn fijn-komische creatie en van een prach
tige Shakespeare-vertolking doet genieten,
dan voelen wij, dat de geest van Royaards
bij deze leerlingen nog voortleeft. Is dit werk
van Shakespeare niet nog altijd „vol juichen
de vreugde, vol speelschen geest, vol bruisen
den overmoed, vol levensblijheid", is deze
dichter nog niet altijd grooter dan alle te
genwoordige Engelsche en Amerikaansche
schrijvers te zamen? Is Shakespeare niet van
bliivende. eeuwige waarde?
En ondanks dit alles was onze Stads
schouwburg gisteren bedroevend slecht öe-
zet! Maar zij, die er waren, hebben aan het
slot de spelers en in het bijzonder Saal-
born, den wakkeren leider, die ondanks allen
ondervonden tegenspoed dit groote werk
roemrijk volbracht heeft, met enthousiasme
toegejuicht, dankbaar voor dezen blij-stem-
menden, mooien tooneelavond!
Ik kan slechts herhalen, wat ik na den
avbnd der première over Veel Leven om
Niets schreef. Hoe diep heeft Shakespeare m
Benedict en Beatrice de menschenharten ge
peild, hoe meesterlijk en toch aldoor even
licht heeft hij zijn spel met hen gespeeld:
Welk een eerbied moet Shakespeare de vrou
wen hebben toegedragen al schie^ hij dan
ook een Lady Macbeth dat hij ons vrou
wenfiguren als Ophelia, Julia, Miranda,
Portia, Volumnia en deze Beatrice heeft na
gelaten? Reeds in de zoete klank der namen
hoort men zijn bewondering en liefde voor de
vrouw! Maar Beatrice behoort toch wel tot
de mooiste vrouwenfiguren, die hij schiep.
Welk een speelsch vernuft, welk een spran
kelende geest, welk een jeugdige, onstuimige
overmoed, welk een teederheid, welk een adel
van geest, en ook welk 'n vrouwelijk medege
voel. wanneer Hero - haar nicht en vriendin -
grievend beleedigd wordt! En hoe fier en
mannelijk staat, eerst tegenover en later
naast haar, de figuur van Benedict! Twee
gelijk gestemde geesten, die eni-tl in de
schepping van een genie als Shakespeare
konden ontstaan.
„Veel Leven om Niets" is het llefdespoeem
van Benedict en Beatrice! Het is de grootste
verdienste van de voorstelling van Het Nieuw
Nederlandsch Tooneel, dat deze twee jonge
gelieven ln het volle, gouden licht komen te
staan! Saalborn en Magda Janssens geven
hen met een heerlijk brio in hun Jeugdigen,
vurigen overmoed eerst, in hun ridderlijk
heid en poëzie later. Wie zou Magda Jans
sens ln zulk een werk van grooten
stijl verbeteren? Ik wil hier één enkel too
neel aanhaJen, dat, waarin zij de verschillen
de stadia van het huwelijk vergelijkt met de
drie dansen! Was dat niet van een verruk-
kelijken geest, van een volmaakt spel?
Magda Janssens en Saalborn, zij zijn de
twee personen, die dit blijspel van Shake
speare dragen! Maar .hoeveel verdienstelijks
is daar niet naast? Tourniaire's Brummel
zou een Pallenberg waardig zijn! En welk
een mooie, lyrische Claudio geelt John
Gobau ons te zien?
O, zeker, er zijn ook zwakke plekken ln de
voorstelling. Wij geloofden niet altijd in het
blauwe bloed van deze vorsten en edelen
van Arragon en Messina, zij misten dikwijls
den prinselijken zwier en gratie niet de
Don Juan van Jacques Reule, welke bastaard
ondanks zijn slechtheid uiterlijk het
meest edelman was zij hadden dikwijls
ook te weinig Zuidelijken gloed, Hero was
een wat al te bleeke geliefde. Ursula een wel
erg houterige kamer joffer. Benedict.maar
neen, laat ik niet gaan vitten, waar zoo veel
moois gegeven werd. Want de 'blijde, lichte,
speelsche geest van Shakespeare was toch
in deze opvoering en hoe spoedig zou met
een te zwaar aanzetten van het „veel leven-
vergeten hebben kunnen worden, dat dit
alles „om niets" ging! Saalborn heeft de op
voering in den zuiveren, lichten, verbeel
dingsrijken blyspeltoon gehouden en daar
voor zijn wij hem dankbaar!
En hij werd daarin gesteund door de
lichte muziek van Purcell! Hoeveel bete?
door ELMA
Met een zucht blies ze de kaars uit. die
een zwak iichtichljmel door het slaapvertrek
wierp. Even stond ze stil als om te wennen
aan de duisternis, deed een paar schreden
waar ze de deur wist.
E?n koude huivering doorvoer haar. met
trillende hand draaide ze de knop, die met
knerpend geluid zwichtte. In de wacht.tille
gang was enkel flauw schijnsel langs den
drempel; daarheen ging ze al tartend en
voelend tot hare handen den deu.post
raakten.
Binnen was het behaaglijk warm. een vei
lig gevoel kwam over haar ln de besloten
heid van 't bekende vertrek, waarvan ze Ce
deur behoedzaam gesloten laad elk geluld
maakte haar zoo vreemd gejaagd.
Doodsche stilte in huis. Nog noo!t had ze
de waarde van dat gezegde gevoeld als nu,
zoo stil als de „dood". J3. wel heel stil was
die gekomen, zonder klacht noch woord was
zijn offer gevolgd naar dat onb kende.
Bij het knappend b'.o' kenvuur st n haar
leunstoel, het plekje waar ze avond aan
avond gezeten had. blij als vader eindelijk
was gaan slapen. Met een zucht liet ze zich
neervallen, sloot de oogen. de handen tegen
elkaar gedrukt in haa- schoot. Een beeld
van rust, maar innerlijk stormde het weer
evenals andere avonden, dat ze zich zelve ge
zocht had in die stille kamer.
Was dit nu het oogenblik waar ze jaren
naar verlangd had, dat ze zich geJacht had
als een bevrijding van kwellenden druk?
Haar vader, de kwelling van haar l ven. was
niet meer. Geen strijd meer tusschen pl.cht
en gevoel en tóch
Toen haar moeder nog leefde was ze
thuis gebleven, hadden ze e'.kaar ve= eund,
had ze de lieve vrouw niet alleen willen laten
in de hel, die hun thuis was. Want tot een
hel had de vader haar jeugd, hun huis ge
maakt.
Wat was er van haar zang gekomen! Vo!
illusies was ze eens na de les thuisgekomen,
de leeraar had haar moed ingesproken, a's
ze maar veel en ernstig werkte, zou ze het
ver kunnen brengen met de gave d:e moeder
natuur haar schonk. Toen waren er lucht-
kasteelen verrezen, idealen leken zoo dicht
bij. o, als ze dan de muziek ook maar had,
dan kon ze het thuis nog wel een p'-o je
uithouden. Dan zou ze wel gauw les kunnen
geven en dan misschien eens een concert!
Wat had het leven toen als een blijde dag
geleken!
Vol opeetoeenheld vertelde ze van de go de
uitspraak over haar zang, baar IJver om te
studeeren, tot opeens weer die zwa te n vel
kwam, waarin alles plotseHng gebuid lork.
„Denk nou maar niet. dat de mcns"hcn
ooit naar jou zullen komen luisteren. Als je
er uitzag als Sophie, maar nou.... En dan.
studeeren, dank je wel voor dat gegil den
heelen dag in mijn huis. Voor liedjeszanger
breng ik mijn kinderen niet groot."
Een vreeselljke woede laaide ln haar op,
gedoofd toen ze haar moeder zag, die stil
letjes de hand naar haar uitstrekte. Wat
vader nog meer gezegd had. ze wist het niet,
alle toekomstbeelden waren ruw verstoora.
Geheel terneergeslagen was zc naar haar
kamertje gegaan, had daar stil zitten staren,
hoe droef en dof waren dezelfde gedachten-
plaatjes nu. Tranen waren gekomen, bittere
tranen, gebroken was de weerrtand na zoo'n
kwetsend verbod, alle moed leek gezonken.
De tijd helpt over elke teleurstelling been.
Ze trachtte wat te studeeren, maar eiken
paste deze eenvoudige, maar geniale muziek
bij dit blijspel dan de zware, zwoele muziek
van Korngold!
Schakespeare dat hebben wij gisteren
weer duidelijk gevoeld kunnen wij nooit
genoeg op het tooneel zien.
J. B. SCHUIL.
HET JUBILEUM* VAN
DR. FRED. VAN EEDEN.
STAPELS BRIEVEN EN
TELEGRAMMEN.
Onder de stapels brieven en telegrammen
die dr. Fred, van Eeden bU zijn jubileum
ontvangen heeft, waren er onder meer van
den dichter dr. P. C. Boutens, van Felix Tim
mermans, prof. De Louter. Pleter van der
Meer de Walcheren. Richard de Kneudt,
mevr. Esther de Boer—Van Rijk, den heer L.
Simons, namens het Willem Kloosfonds, van
de vereeniglng Gemeenschappelijk Grondbe
zit. van pref. Mannoury, Dom de Punict, den
abt van het Benedict!) nerklooster te Ooster
hout. van ds. Kromsigt te Amsterdam, ge
neraal Snijders, dr. Jac. P. Thijsse, de d'.ch-
teres Gisa Ritschl, het bestuur van den Bond
van Nederlandsche Tooneeischrijvers en van
vele andere vereerders.
De receptie.
De receptie 's middags op Walden. wa«
zeer druk bezocht, wij zagen o m. Henri
Borel, Nico van Suc'ntelen. Herman Heven-
broek, Louis de Vries, Annie Salomons.
Gerard Brom. mevr. van Zeggelen, Martlen
Beversluis. Mr. Jolles president van her
Amsterdamsche Gerechtshof, den Senaat
van het Amsterdamsche Studenten Corps, de
plaatselijke R.K Geestelijkheid.
Namens het „Internationale Comité" sorak
Mr. GUtay, die het „Vriendenboek" aanbood,
waarin de grootste letterkundigen van de^en
tijd zooals Romaln Rolland. Tagore en bijna
alle Nederlandsche auteurs bijdragen heb
ben geschreven. Mr. Gil lay deed tevens mede-
deeling, dat voor het Fonds dat beoogt de
zorg van den levensavond te verlichten, zeer
vee! steun is ontvangen.
Fred, van Eeden dankte met eenige
gevoelvolle woorden.
Later op den middag heeft de burgemeester
van Bussum, de heer H. de Bordes in een
toesoraak mededeeling gedaan van de be.
schikking der regeering om den dichter een
subsidie te verleenen.
Dr. van Eeden antwoordde, dat het spre
ken hem zeer moeilijk viel. doch dat hij
zeer zeker den zin der woorden van den Bur
gemeester, die hem a!s Bussum'* burger, als
vaderlander en als were:^.letterkundige had
geëerd, heeft gewaardeerd.
Namens het gemeentebestuur sprak als
derde en laatste spreker op deze receptie de
gemeentesecretaris, de heer Mr. Westra, die
hartelijke woorden sprak en deze vergezeld
liet. gaan van bloemen.
Meer dan 100 telegrammen van de be-
Offer.
VAN REDE.
keer moest ze hatelijkheden hooren en ook,
dan kon ze toch Immers niet echt zingen.
Hoe kun Je uit de volheid van Je lied nog
probeeren, dat Je zang niemand za! storen!
De lessen waren haar eenige vreugde, dan
vergat ze haar leed en zong met. reine stem.
Toen kwam op een keer. heel onverwacht.,
naar aanleiding van een huishoudelijk ver
zuim. de boodschap, dat „die dure lessen
nou maar eens op moesten houden geld
verknoeien en plicht verzuimen." Verzet
tegen het vonnis baatte niet, ze berustte
eerst.
Maar het verlangen naar muziek was te
sterk, met vertalen trachtte ze wat te ver
dienen, maar het nam zoovee! tijd ln beslag
en betaalde zoo weinig. Een dierbaar sieraad
had ze in andere handen zien overgaan om
een lessenschuld te voldoen, toen was ze niet
meer bij machte een bron van voldoende In
komsten te vinden en gaf het op.
Toen week ook alle energie, dacht ze met
angst aan de oogenbükken op een podium
ten aantchouwc van velen, aan de kritieken
over haar stem. aan de twijfel aan eigen
kunnen en ln die stemming kon ze den af
gesneden weg wel eens met minder opstan
dige gevoelens bezien.
Zoo gingen dagen, maanden. Jaren voor
bij. trouw wijdde ze haar zorgen aan de al
zwakker wordende moeder. Tot on een mor
gen dat liefste op aarde haar werd ontnomen
en ze al'een met vader overbleef.
Was nu niet het oogenblik gekomen zich
los te maken van dit huis, of lag haar plicht
nog hier bij den vader, dien ze haten kon
om /Un egoïsme, zijn gevoelloosheid?
Strijdend tusschen plicht en gevoel vergle
den de dacen in 't sriile huis. waar de liefde
was weggenomen. Haar kampen verzwakte
en in oogenbükken van overgevoeligheid zag
ze het leven als een kruis haar door het
Leven gegeven. Ze had het te aanvaarden.
De kracht om zich los te maken van de ban
den. die niet ln waarheid bonden, miste ze.
Ze zorgde als voorheen en de maanden
schreden voort.
Ze was dikwijls angstig voor eigen gedach
ten, schrok als ze zich bewust werd hoe ze
van kind af steeds den dood van den vader
gezien had als een begeerd rustpunt op haa»
weg. Hoe had ze als klein meisje alle vreug
de in het spel verloren als ze vader den
sleutel in de deur hoorde steken. Dan was ze
stilletjes weggesloopen. Waren moeder en
de zusjes eens een enkel keertje alleen, wat
kon ze dan gezellig aan tafel babbelen, wat
een rust kwam over het nervcuse kind.
Dat. wèg denken van vader was haar een
wensch. een blijvende gedachte geworden,
die alleen door den dood opgelost kon.
En nu was dan de vader van haar wegge
nomen, brak eindelijk haar eiccn leven aan,
te oud om nog te beginnen; alleen.
Als ze eens een enkelen keer het heerlijke
gevoel wilde hebben je ziel in Je stem te
kunnen leggen, was dat een droeve teleur
stelling; geen krachtig zuiver geluld meer,
slechts een vallende onware toon.
Met een snik ontwaakte ze uit haar ge
mijmer. welde droefheid om al wat was.
Haat had ze gezaaid en geoogst, maar toch
was er deze laatste dagen van zjjn hulnbe-
hoevendhcld een sprankje genegenheid ln
haar geweest, was hij dankbaar voor haar
zorgen.
Op den rand van het leven had hij een blik
beantwoord. ..Ik kon niet anders", waren do.
eenige woorden, die een bede om vergeving
inhielden.
kendste letterkundigen waren binnengekomen
terwijl ook van tooneelspelerszjjde zeer vele
telegrafische gelukwenschen waren binnen»
gekomen.
Naar het Hbld. verneemt zijn nog tele
grammen binnengekomen van August Ver-
meylen. Anton Thiery, Frans van Cauwelaert,
cir. Deckers, min. van Oorlog, min. Ruys,
Henrictte Mooy. prof. Hugo de Vries, de Ver.
van Letterkundigen, verscheidene schoolklas
sen van H.B.S.'en. Cor van der Lugt MeLsert,
den Senaat van de Amsterdamsche Univer
siteit. Romain en Madelaine Roland, Herman
Salomonson, Herman Poort, Edzard Koning,
Adriaan van der Horst.
Een merkwaardig adres.
Onder de telegrammen aan dr. Frederik
van Eeden was er, naar de N.RC. meldt,,
een geadresseerd „Aan Frederik de Groote,
Neerlands Roem".
De telegraaf had den weg naar Bussum
weten te vinden.
TOONEELJTBILEITM CEES LASEUR.
Op Zaterdag 12 April a s. zal Cees Laseur
zijn 12 1;2-Jarig tooneeljubileum vieren. Hij
treedt dan o?) Sn de première van ..Siertried"
van Jean Giraudoux, bij het Vereenigd Too
neel.
Hem zal een huldeblijk worden aangebo
den, verneemt dc Tel.
V. ARA.-CONCP ES EN
MATTHAUS-PASSTON VALLEN
SAMEN.
MOEiLIJKHEDEN BIJ DE
UITZENDING.
Op 13 April zal het demonstratief congres
van de V.A.R.A. in zijn geheel worden uit
gezonden per radio. De tijd van 12—5 uur is
daarvoor aan de A.V.R.O. opgevraagd, inge
volge de regeling betreffende „hoogtijda
gen".
Het Hbld. verneemt echter dat van de zij
de van de A.V.R.O. hiertegen ernstige bezwa
ren zijn te berde gebracht, want deze zou
uit het Concertgebouw de Matthaus Passion
uitzenden.
Tot een bepaalde beslissing is men thans
nog niet gekomen.
HAARLEMSCIIE KUNSTKRING.
Woensdag 9 April zal de heer A. van der
Boom voor de leden van den Haarlemschen
Kunstkring in de aula van Teyler's Stich
ting een lezing houden over het onderwerp:
..Belangrijke momenten uit de ontwikkeling
der glasschilderkunst". De voordracht valt
samen met een tentoonstelling van glasschil
derkunst bij do firma Boskamp te Over-
veen.