HUISVLIJT si. Mijn Herbarium. Postzegelrubriek 3 fa RAADSELS RUILRUBRIEK Rubrjekertjes-lijst. SCHEEPJE (Vervolg.) De vorige week zijn we met de uit holling van ons scheepje gereed ge komen. Vóór we aan den buitenkant beginnen, brengen we eerst een bankje In ons schip aan van onge veer 4 c.M. breed, 16 o.M. van de punt af. Hierin boren we precies in *t midden een gat van 1.2 c.M. mid dellijn, terwijl we in den bodem van 't schip juist onder het gat een even groot gat boren, eenige m.M. diep. Door 't gat ln 't plankje en in dat van den bodem plaatsen we later de mast. Het bankje wordt door een kleine inkeeping in den rand vast gelegd; desnoods timmeren we het nog vast (Zie fig. 4 en 3). We beginnen nu den buitenkant te vormen, 't Is heel lastig to be schrijven hoe dit moet geschieden. Als jullie fig. 5, 6, 7 en 8 goed bekij ken, dan kun je daar uit opmaken, hoe de buitenkant gevormd wordt. Tig. 6, 7 en 8 zijn dwarse door sneden op de plaatsen a, b en c van fig. 5. Willen we een beetje contnre over ons werk hebben, dan teekenen we fig 6, ,7 en 8 op juiste grootte op een stuk karton en snijden den vorm van den buitenkant van t scheepje uit (zie fig. 9, model bij a). Het schip moet op de aangegeven plaats Juist in het uitgesneden karton passen. We doen dit bijv. op de drie aange geven plaatsen, terwijl de rest op 't oog en gevoel bij gestoken wordt. We zorgen er vooral voor, dat de wand nergens te dun wordt. Zijn we zoover klaar, dan laten we 't bootje weer drijven om te zien of het soms nog scheef ligt. Met g'.as schrappen we den buitenkant gelijk, terwijl hij met schuurpapier glad wordt gemaakt. We brengen nu de kiel aan en gebruiken hiervoor een strook bandijzer van pl.m. 5 c.M. breedte. We slaan deze strook goed vast in de zaagsnee, zoodat hij met een blijft zitten. We moeten hierbij natuurlijk zorgen, dat de zaagsnee niet te breed is. We gaan nu ons schip optuigen en beginnen met de mast. Deze splijten we uit een stuk hout zonder kwasten en wordt daarna op de vereischte dikte gebracht. De gaffel en de boom voor 't groote zeil worden op dezelf de manier gemaakt. De zeilen bren gen we aan, zooals fig. 10 aangeeft. Uit een dun plankje of stukje tri plex zagen we 't roer, dat aan 't sch'p wordt gehaakt. Hebben we ons schip netjes in de verf gezet (de kiel schil deren we met menie tegen roesten), dan kunnen we het op de vele wate ren buiten onze stad laten zeilen. Rustenburgerlaan 23. 8. In de groote afdeeling krijgen we jiu volop werk. Tuinboon. Een van de eerste planten, die we gaan rooien. Ze heeft tal van namen, doch 't meest bekend onder dezen naam of dien van „Groote boon". Ze kan reeds vroeg in 't voorjaar gelegd worden, daar de planten zeer sterk zijn. We kunnen 't nu echter nog best doen. We moeten zorgen, dat de planten niet te dicht op elkaar staan. Bij te dichten stand kunnen de onderste bloesems geen vrucht zetten en krij gen we dus alleen de lange schee- den aan 't bovenste deel van de plant. Vóór wc gaan zaaien, weeken we eerst de boonen 24 uur ln water. We maken een geul van 4 a 5 c.M. diep en leggen de boonen 20 c.M. uit elkaar. Aan den kant van den moes tuin geplaatst, geven ze tevens be ech uttüig voor lagere gewassen. Een soort met bijzonder lange peu len is de Leidsciie tuinboon. De soort „driemaal wit" heeft in tegenstelling met de andere soorten (die wit en «warte bloemen hebben) geheel witte bloemen de kiemen zijn wit en de boonen eveneens. Deze worden niet groot en moeten tijdig geplukt wor den, daa>- ze anders spoedig hard en stug worden. Tuinkers. Een gemakkelijk ge was, dat haast niet kon mislukken, 't Wordt ook wel sterrekers of bitter- kers genoemd. Deze plant is een smakelijk, prikkelend toekruid bij 't ontbijt. Een beschuitje met tuin kers en een weinig suiker ls een heerlijk hapje. Het zaad moet dicht uitgestrooid worden, liefst op een re gel. Bij zacht weer komt 't na een paar dagen reeds boven den grond en de fijne blaadjes vormen, als er tenminste regelmatig is gezaaid, een mooie groene streep. Voor de aardig heid kan je ook in letter- of figuur- vormen zaaien. Als 't opkomt, krijg je den letter of figuur heel mooi te rug. N'a een week of drie worden de plantjes voorzichtig afgesneden. Ze loopen opnieuw uit en kunnen later nog eens worden afgesneden. Een aardigheid met dit plantje is 't vol gende- Je vraagt aan moeder een oud stuk spons of een flanellen lapje. Je legt de spons op een scho teltje, maakt ze flink nat en bedekt ze met een laagje tuinkerszaadjes. Wanneer Je nu zorgt, dat steeds wa ter op 't schoteltje ligt, dan zorgt de spons er zelf wel voor, dat ze nat blijft en zoodoende ontkiemen de zaadjes. Al heel spoedig is je spons met een groen kleedje overtrokken. Dit gaat vlugger dan in den tuin en Je kunt alvast proeven of Je tuin kers lust. TUINIER. Iep (Ulmus campéstris). Zie fig. 1 fam. Iepach^igen (Ulmaceeën). De takken der iepen zijn nu veel voller dan in den winter en ze hebben een donkerroodbruine tint. Dit komt, doordat de boom nu bloeit. De bloe men vallen echter heelemaal niet op; ze zijn zeer onaanzienlijk en staan in bundels bij elkaar. Ze heb ben zooveel meeldraden als stam pers en een onbeduidend bloemdek (Zie flg. lc). Als de boom pas in blad is, zijn de vruchtjes reeds rijp en vallen bij honderdtallen naar be neden. 't Zijn gevleugelde zaadjes, eirond, ter grootte van een dubbel tje (zie fig. lb) De laatste jaren komt onder deze boomen de zoog. iepen ziekte voor, waardoor er vele sneu velen. Berk (Bétula vernicósa) Zie fig. 2. fam. Napjesdragenden (Cupuliferon) Evenais de els en de hazelaar zijn deze boomen éénhulzig; aan één plant komen dus zoowel meeldraad als stamperblocmen voor. Ze hebben een fijn vertakte, losse kroon en een gladde witachtige schors. De man nelijke katjes, alleenstaand, zijn den geheelen winter reeds aanwezig. De vrouwelijke katjes verschijnen ln fj voorjaar en zijn ook hangend. De vruchtjes zijn gevleugeld, dubbel zoo breed als de vrucht. Bloeitijd April- Mel. In boschrijke streken, heidevel den en duinpannen komt de berk vrij algemeen voor. Populier (Populus trémula) Zie fig. 3 fam. Wilgenachiigen (Salicaceeën) Een tweehuizige boom met hangende katjes. Een boom heeft dus óf man nelijke-, óf vrouwelijke katjes. De mannelijke katjes vallen na den bloei af, de vrouwelijke hebben purperen stempels en geven evenals de wilg vruchtjes met vruchtpluls. Dit laat ste is een middel voor de versprei ding, evenals de vleugeltjes, bij iep en berk. Deze populier heeft bijna cirkelvormige bladeren, stomp ge tand. De bladstelen zijn iets ge draaid, zoodat de bladeren bij het; minste zuchtje bewegen; vandaar de naam ratelpopulier. Bloeitijd MaartApril. Aan den duinkant ko men veel populieren voor met bla deren, die van onderen wit-viltig zijn, di. de witte abeel (Populus alba). S. Rustenburgerlaan 23. POLEN V. P-ltA. xA /oA /xA SS A r»A In 1919 verschenen ook de eerste portzegels. Hiervoor werden de' Oos- tcnrijksche portzegels van de serie 1916 overdrukt met „Poczta Polska". Het waren 5, 10, 15, 20, 25, 30, 40 hel ler (alle karmijn). Grootte van ce vakjes 2.8 bij 2.8 c.M. En 1, 5 en 10 kronen (alle ultramarijn). Grootte van de vakjes 3.7 bij 2.8 c.M. Ook twee portzegels van de serie 1917 (gewone frankeerzegels met op druk „Porto") werden van denzelf den opdruk voorzien n.l. 15 heller op 36. heller (violet) en 50 heller op 42 heller (bruin). Grootte van de vak jes 3.2 bij 2.8 C.M. zie voor de Indee ling 't schetsje. Nieuwe deelnemer: 165. R. de Gooijer, Ripperdapark 81 of 31. S. Rustenburgerlaan 23. HET PALEIS OP DEN DAM Jullie weten zeker wel, dat 't Ko ninklijk paleis op den Dam vroeger stadhuis was. ALs gebouw heeft het zeker veel schoons. Toch zijn er eigenaardige fouten ln aan te wijzen. Een hoofdingang is er niet. Toch. zijn er aan den voorgevel 7 deuren. Dit paleis is ongeveer 300 Jaren oud. Zoover men uit de kronieken kan nagaan, heeft wel op deze plaats sinds eeuwen een Raadhuis gestaan. Zoo kan men lezen, dift hot ln 1421 was afgebrand. Een nieuw werd her bouwd, dat in 1458 weer afbrandde. Weer werd een nieuw gebouwd, dat ln 1639 zoo bouwvallig was, dat de vroedschap van Amsterdam besloot een nieuw stadhuis te doen bouwen. De oude toren begon vooral beden kelijk scheef te staan. In 1648 kon de eerste steen worden gelegd. De bouw meester was Jacob van Campen. Een van zijn voornaamste helpers was Daniel Stalpart- Het bouwen van dit paleis wordt het achtste wereldwon der genoemd. Er werden 13.659 pa len in den grond geheid. Wat zal er nu van dit paleis wor den? Er gaan stemmen op om er op nieuw een Raadhuis van te maken. De raadselprljzen voor de maand Maart zijn bij loting ten deel ge vallen aan: APPELMOOTJE, KAREL I, GOUDELSJE en PAASCHHAASJE die ze Woensdag 9 April bij mij mo gen afhalen. (Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING I. (Leeftijd 10 jaar en ouder). 1. (Ingez. door Blondine.) Ik ben een man, die zijn bedrijf uitsluitend op straat uitoefent en lk besta uit 13 letters. I 2 3 4 8 6 wordt gezegd van ge- Wasschen handen. II 10 12 13 ziet men bij duizenden ln de lucht. 7 8 10 is keukengereedschap. I 2 3 8 9 6 draagt men aan den voet. II 2 3 8 10 staat tusschen twee ka mers. 7 4 11 10 is een over de geheele we reld wijd vertakte maatschappij. 7 5 1 10 ls een vreeselijke ziekte. 3 5 9 10 is een kachel, wanneer zij fel brandt. 13 4 12 10 komt ln eiken schoor steen voor. 3 4 5 6 ls een andere naam voor kip. 2. (Ingez. door Violetta.) Ik besta uit 15 letters en noem Iemand, die ln een ziekenhuis goed werk verricht. Tevens ben lk een Ru- briekertjesnaam. 1 2 3 ls niet dichtbij. 5 6 7 8 is niet vol. 14 15 13 ls een meisjesnaam. 9 10 11 12 ls een hemellichaam, 4 2 2 3 is een vrucht. 3. (Ingez. door Draaitol.) Ik ben een beest Zonder geest, Zonder hart, zonder bloed. En toch piep ik soms droef, Maar dan ben lk niet goed. 't Morgens vroeg Ben ik al als de kippen erbij Ik zie 't eerste de zon. Altijd eerder dan jij. 4 (Ingez. door Goud elsje) Mijn 1ste Is een huisdier. Mijn 2de ls een nachtvogel. En mijn geheel ls zoowel een nachtvogel als een Ru- brlekertjesnaam. 5. (Ingez. door Alba.) Kruisraadsel A x X X X OxxxxxxxxxD x X X X B een klinker. een ander woord voor stoot, oen ander woord voor woud. maakt veel dingen glanzend f :-n werelddeel. .ijnen van een cirkel, dienen voor huizenbouw, een deel van 't geheel, een klinker- A—B en C—D moeten het wereld deel vermelden. 6. (Ingez. door Damiaatje) Neem uit onderstaande schuilna men telkens één letter, zoo dat ge een nieuwen schuilnaam krijgt. Primula, Violetta, Koning Winter, Juffertje Wildzang, Zevenster, Bal- lenbreistertje. De kleine Zeeman, Prlkkebeen. AFDEELING II (Leeftijd 9 Jaar en Jonger 1. (Ingez. door Vogelkoopstertje.) Strikvragen. a. Tot hoever loopt een haas het bosch in? b. Pudding heeft wat alles heeft. Alles heeft, wat pudding heeft. 2. (Ingez. door Appeltje.) Neem uit onderstaande Rubrieker- t-jesnamen telkens een letter, zoodat ge een nieuwen schuilnaam krijgt. Pioenroos, Appeltje, Violist. Mimi Poesekat, Teekenaarster, Karei I, Roodkapje, Doornroosje, 8. (Ingez. door het Veluwsche meisje.) Mijn geheel is een plaatsje aan de Zaan van 10 letters. 1 2 3 4 is een kruipend dier. 6 5 4 behoort aan éen flets. 7 8 9 10 heeft een vogel. 4. (Ingez. door het Veluwsche meisje.) Mijn geheel is een Rubriekertjes- naam van 10 letters. 1 2 ls een verkorting voor vader. 9 10 8 is een meisjesnaam. 3 4 is hetzelfde als 1 2. 5 6 7 ls niet dichtbij- 5. (Ingez. door Damiaatje.) Ik ben een Rubriekertje van 15 letters. 10 11 is een lichaamsdeel. 4 5 6 is een meisjenaam. 4 9 15 11 is een deel van een schip, 3 5 2 12 is een getal. 14 15 13 is een meisjesnaam. 8 10 6 7 is een lichaamsdeel. 12 6 13 is niet slordig. 6 (Ingez. door Alba Mijn 1ste ls een klein schaap. Mijn 2de is een hoofddeksel. Mijn 3de is ln iedere huishouding. En mijn ge heel staat op de wasch tafel. Rua-seloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I. 1. Assen, Petten, Dieren, Helder, Hein, Jan, 2. Frans Hals. 3. Wipneusje. 4. De wind. Schaduw. 5. Trambestuurder. Chauffeur, Loodgieter, Banketbakker. 6. Violist, Voetballer. Melkboer, On derwijzer, Schipper, Molenaar, Mos roos. AFDEELING H 1. Op vier pooten. Kool. Klinker- Achter onzen vijver loopen vijftig eenden. 2. Violette. 3. De kleine koopman. 4. Edam. Zwolle. Veere. Harder wijk. Wijne. 5. Palle. 6. Megen—Negen. Goede oplossingen ontvangen van: De kleine Vogelvriend 6 De kleine Vlolist 6 Dina Zeepvat 6 Nelly v. Kempen 4 Appeltje 6 Appelmootje 6 Papavertje 5 Nachtegaal 6 Doorn roosje 5 Zomerbloempje 4 Rietvoorn tje 5 Een Naamlooze 5 Volkert Zeep vat 6 Ismene 4 't Zaandammertje 5 Veluwsche Meisje 5 Ballenbrelster- tje 6 Primula 6 Kerstroos.ie 5 Nevada 6 Uit'ooper 5 Rangeerdertje 5 Juffer- tjo Schrijfgraag 6 Graaf Lodewijk 5 Mosroos 6 Poesenmoedertje 5 Rood- koopje 5 Elfenbloempje 6 De kleine Zeeman 6 S. Vollenga 6 Korenbloem 5 Zeeuwsch Boerinnetje 6 Karei I 5 De Woudlooper 4 Katuil 6 Brillant- ster 6 Gouden Regen 6 Vogelkoop stertje 4 Boodschapoertje 4 Marinier 4 Paaschhaasje 6 Wenda 6 B'.auw- oogje 5 De kleine Bouwer 5 Poppen- verpleegstertje 5 Willem Teil 6 Fran cis Vere 6 Trambestuurder 6 Wip neusje 6 Moeders Kleinste 4 Korst- Jesknager 5 Blondine 6 Goudsbloem 6 Krielkip 5 Goudelste 6 Rozenknopje 6 Kleine Uibo 5 Konijntje 6 De k eine Voetballer 5 Damiaatje 6 De kleine Kapitein 5 Amico 5 Zangvogeltje 5 Sneeuwklokje 5 Oblone 6 Zevenster 6 Palle 6 Pierre la peu 6 De kleine Bak ker 6 Rekel 6 Jan Steen 5 Frans Ha's 5 Vice Admiraal 5 Droomkoninkje 3 Poppen kind 3 Moeders groote Hulp 3 FRANS BAKKER, Molukkenstr. 20 vraagt of iemand hem ook aan fram bozen struiken kan helpen. WENDA, Waldeck Pyrmontstr. 54 heeft 17 Aquariumpl. Wie ze hebben wil, mag ze komen halen. MOEDERS GROOTSTE HULP, Mo- lukkenstraat 20, heeft Verkaaeoon- nen, Amstelpenningen, Drostebon- nen en Meco-bonnen, die ze graag wil ruilen voor Turmac. Sunlight, Vim, Rinso of Lux-bonnen. LOUK POSTUMA, Brederodeweg 39, Santpoort vraagt auto-, fiets- of bandenspeldjes. En geeft ervoor te rug 28 pl. van Karnemelkzeep. Bloe menvelden en wel de nrs. 8 95 35 47 69 71 29 28 27 26 21 116 46 45 32 43 102 10 1 70 115 121 109 123 124 122 .130 129. 1 pl. van ten Have's thee. 13 pl. Bleekpoeder de Valk, 14 pl. West- Indische choc. Vlaggenserie nrs. 1100. 7 pl. Rood band-zeeppoeder en wel de nrs. 27 33 38 69 82 123 27 pl. Konlnkl. Haarl. Brood- en Meel fabriek. Dan ruilt hij nog 5 munten. 837 Cornells v. d. Wiel, oud 7 jaar, Billltonst raat 24. 838. Nelly v. Kempen, oud 10 Jaar Bothastraat 47. 839. Dina Zeepvat, oud 10 jaar, Dr. Leydsstraat 61. 8.4ü Volkert Zeepvat, oud 8 jaar, woonplaats? Volkert mag Woensdag bij mij een verrassing komen halen. Onze Bibliotheek. De maand Maart ls voor „O. B weer geen maand geworden van vruchte.oozen arbeid. Vele gaven zi h op als deelnemer en de anderen, die dit niet deden, zullen dit zeker spoe dig doen. Hoe meer deelnemers na tuurlijk, des te eerder nieuwe boe ken. Daarom rubriekers, wandel Zater dag eens naar 't KI. Heiligland 66. De Inschrijving bedraagt slechts 10 ets, waarvoor Je eon enveloppe met volledige catalogus ontvangt, 't Leesgeld is 3 ets. per week en per deel. Voor de ontvangen gelden, worden de boeken, die uit de band liggen gebonden en worden nieuwe boeken gekocht. Inlichtingen worden door mij steeds gaarne verstrekt. INSCHRIJVINGSBILJET. Naam: Adres: (invullen naam en adres) wenscht lezer van „O. B. te worden en verzoekt alle inlichtingen zoo spoedig mogelijk te ontvangen. LIJST VAN DEELNEMERS 13. N. Leis, .Oranjeboomstraat 16. 14. T. Kruup, Resedastraat. 3. Opgave en inschri)vingöbiUetten zenden aan: W. LASSCHUIT, Gr. Houtstr. 155zw. IETS OVER DE TUINTJES. Dezer dagen kreeg lk bezoek van den heer van Waard, die mij mee deelde, dat er voor de groote jongens en meisjes, die minstens 14 Jaar zijn, nog tuintjes beschikbaar zijn. Een avond per week (waarschijnlijk Donderdagavond) en Zaterdagmid dag zal ln deze tuintjes gewerkt worden. Ieder tuintje ls 35 a 40 M2. groot. De kosten zijn 15 cent per week, maar daarvoor krijgt msn dan ook al 't materiaal in bruikleen of cadeau, terwijl wat het tuintje ople vert ook mee naar huls genomen mag worden. Men kan zich wenden tot den Heer D. v. WAARD, Haltsma Mulierstraat 23. De aanmelding moet zoo spoedig mogelijk geschieden, daar de tuintjes deze maand geopend worden. De verloren gulden. Aaltje woonde in een heel klein huisje aan den rand van een dorpje; en omdat haar vader al lang gestor ven was, ging haar Moeder bijna lederen dag uit werken, zoodat Aal tje dikwijls thuis haar moeder moest helpen of boodschappen doen- Zoo gebeurde het eens, dat op een Maandagmorgen Moeder vroeg: „Zeg Aaltje, wil Jij, a's je straks naar school gaat naar mijnheer Mül- der gaan om ae twee gulden huur te brengen? Kijk, ik heb ze al neerge legd. Zoek jij nu even je portemon- naie, dan kan je ze daarin doen." Maar toen Aaltje klaar was met eten en naar school zou gaan, deed ze not of ze Moeder niet goed ge hoord had, want ze nam wel de twee guldens mee, maar niet in het porte- monnaietje, neen, zoo heeimaa! los ln haar hand. O, wat voelde Aaltje zich Lrotsch. zoo groot! Ze had al zoo dikwijls van andere kinderen ge zien, dat ze met een dubbeltje of kwartje in hun hand Hepen en nu deed zij dat ook met zooveel geld. Alleen was ze bang, dat Jantje, haar broertje, het merken zou, want het was toch of haar hartje steeds zei, dat t niet goed was! Gelukkig zag Jantje niets en al spoedig moest Aal tje afslaan, juist toen ze Riekje Ver burg aan zag komen. Riek zwaaide al van verre met haar arm en haar eerste woorden waren: ,,Zeg, wat ben je fijn vroeg of moet Je een boodschap doen?" „Ja, 'k moet heelemaal naar mijn heer Mülfer, want „O. de school gaat toch nog lang niet aan; 'k ga leuk met je mee!" en met een zwaai stak Riek haar arm door dien van Aaltje en terwijl ze zoo lachend en pratend verder lie pen, vergat Aaltje de twee guldens geheel en al. Maar, o wee! toen Riek haar lachend de brug aftrok, de weg langs c'e Vaart op ging Aaltjes hand plotseling een heel klein beetje open, maar nog net zoo ver, dat één van de guldens weg gleed en al schitterend naar beneden draalde, totdat hij met een plons in 't water van de vaart verdween. Verwezen stond Aalt'e nog naar de al kleiner wordende kringetjes op het water te kijken, en Riek lachte nu heelemaal nier; meer. „O, Riek." stotterde Aaltje einde lijk, „wat moet ik nu doen?" Ja, wat nu? Naar huls gaan? Maar Moeder was nu toch niet meer thuis. Naar school? Neen dat ging ook n:et. Maar dan naar mijnheer Mülder? Naar mijnheer Mülder. voor wien Aaltje altijd zoo bang was en zich. altijd zoo verlegen voelde, omdat hij zoo'n donker gezicht had, altijd bromde en geen enkelen keer vriende lijk was? O, Aaltje geloofde niet, dat ze durfde. Maar 't móést» Wat duurde die weg lang en toch eigenlijk veel te gauw stonden Aaltje en Riek voor het villatje van mijn heer Mülder. Even aarzelde Aaltje nog, voordat ze het hekjo opendeed, toen stapten Riek en zij den tuin door. Juist kwam mijnheer Mülder op zij van zijn huls haar tegemoet loo pen en plotseling stond Aaltje al voor hem. Ze schrok er van en wist niet wat te zeggen, maar mijnheer Mülder bleef haar maar met zijn donkere oogen aankijken zonder iets te vragen, zoodat eindelijk Aaltje al stotterend het ongeluk begon te ver tellen. Toen ze eindelijk zweeg bleef ze heel verlegen staan met neerge slagen oogen en t leek wel een uur, voordat Mijnheer Mülder antwoord de, op een toon, zoo boos als Aaltje nog nooit gehoord had: „Zoo, zoo. Ik dacht anders, dat zoo'n groote meid als Jij wel beter boodschappen kon doen!" Maar dat was te veel voor 't arme Aaltje, ze kampte nog even met haar waterlanders en snikte het toen on eens uit. Doch mijnheer Mtikler scheen lang zoo hard niet te zijn, a's Aaltje dacht, want, geheel tegen verwachting, ging hij door: „Nu, Je zegt straks maar aan je Moeder, dat ze me geen andere gul den hoeft te geven. Zal Je 't niet ver geten?" 't Klonk nog wel heel brommerig, maar Aaltje voelde zich door d.e woorden zooveel blijder en zoo dank baar gestemd, dat ze hem graag haar handje gegeven had, daar ze sta melde alleen wat voor zich heen, van: „Dank u wel, mijnheer Mijnheer Mülder zei echter niets meer en bracht de meisjes gauw zijn tuin uit. Toen ze weer veilig op den weg waren, zei Riek: „Hè, wat een booze man toch al tijd!" Maar Aaltje dacht, dat zoo'n man, die zich altijd zoo akelig voordeea, toch eigenlijk veel beter was dan Je dacht! Zij had Mijnheer Mülder nog nooit zoo lief gevonden! 's Middags ging Jaap, Aaltjes oud ste broer, met haar mee en toen Aaltje hem precies de plaats gewe zen had, waar de gulden in de Vaart (die 's zomers maar weinig water had) gevallen was. tuurde en vlschte hij net zoo lang ln het water, totdat hij den gulden tusschen zijn vingers voelde. Even later was hij al bij mijnheer Mülder, maar deze wilde den gulden niet meer hebben, nu Jaap er zooveel moeite voor had ge daan Zoo liep alles nog heel goed af. Maar toch, als Aaltje voortaan een boodschap moest doen, dan deed ze eerst liet geld ln 't portemonnaietjo en dat dan nog dikwijls in een tasch- Je of in haar mantelzak, om hét toch maar niet te verliezen! WOLLY RESOORT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 20