HUISVLIJT
si.
Mijn Herbarium.
Postzegelrubriek
3
fa
RAADSELS
RUILRUBRIEK
Rubrjekertjes-lijst.
SCHEEPJE
(Vervolg.)
De vorige week zijn we met de uit
holling van ons scheepje gereed ge
komen. Vóór we aan den buitenkant
beginnen, brengen we eerst een
bankje In ons schip aan van onge
veer 4 c.M. breed, 16 o.M. van de
punt af. Hierin boren we precies in
*t midden een gat van 1.2 c.M. mid
dellijn, terwijl we in den bodem van
't schip juist onder het gat een even
groot gat boren, eenige m.M. diep.
Door 't gat ln 't plankje en in dat
van den bodem plaatsen we later de
mast. Het bankje wordt door een
kleine inkeeping in den rand vast
gelegd; desnoods timmeren we het
nog vast (Zie fig. 4 en 3).
We beginnen nu den buitenkant
te vormen, 't Is heel lastig to be
schrijven hoe dit moet geschieden.
Als jullie fig. 5, 6, 7 en 8 goed bekij
ken, dan kun je daar uit opmaken,
hoe de buitenkant gevormd wordt.
Tig. 6, 7 en 8 zijn dwarse door
sneden op de plaatsen a, b en c van
fig. 5. Willen we een beetje contnre
over ons werk hebben, dan teekenen
we fig 6, ,7 en 8 op juiste grootte op
een stuk karton en snijden den vorm
van den buitenkant van t scheepje
uit (zie fig. 9, model bij a). Het schip
moet op de aangegeven plaats Juist
in het uitgesneden karton passen.
We doen dit bijv. op de drie aange
geven plaatsen, terwijl de rest op 't
oog en gevoel bij gestoken wordt. We
zorgen er vooral voor, dat de wand
nergens te dun wordt.
Zijn we zoover klaar, dan laten we
't bootje weer drijven om te zien of
het soms nog scheef ligt. Met g'.as
schrappen we den buitenkant gelijk,
terwijl hij met schuurpapier glad
wordt gemaakt. We brengen nu de
kiel aan en gebruiken hiervoor een
strook bandijzer van pl.m. 5 c.M.
breedte. We slaan deze strook goed
vast in de zaagsnee, zoodat hij met
een blijft zitten. We moeten hierbij
natuurlijk zorgen, dat de zaagsnee
niet te breed is.
We gaan nu ons schip optuigen en
beginnen met de mast. Deze splijten
we uit een stuk hout zonder kwasten
en wordt daarna op de vereischte
dikte gebracht. De gaffel en de boom
voor 't groote zeil worden op dezelf
de manier gemaakt. De zeilen bren
gen we aan, zooals fig. 10 aangeeft.
Uit een dun plankje of stukje tri
plex zagen we 't roer, dat aan 't sch'p
wordt gehaakt. Hebben we ons schip
netjes in de verf gezet (de kiel schil
deren we met menie tegen roesten),
dan kunnen we het op de vele wate
ren buiten onze stad laten zeilen.
Rustenburgerlaan 23.
8.
In de groote afdeeling krijgen we
jiu volop werk.
Tuinboon. Een van de eerste
planten, die we gaan rooien. Ze
heeft tal van namen, doch 't meest
bekend onder dezen naam of dien
van „Groote boon". Ze kan reeds
vroeg in 't voorjaar gelegd worden,
daar de planten zeer sterk zijn. We
kunnen 't nu echter nog best doen.
We moeten zorgen, dat de planten
niet te dicht op elkaar staan. Bij te
dichten stand kunnen de onderste
bloesems geen vrucht zetten en krij
gen we dus alleen de lange schee-
den aan 't bovenste deel van de
plant. Vóór wc gaan zaaien, weeken
we eerst de boonen 24 uur ln water.
We maken een geul van 4 a 5 c.M.
diep en leggen de boonen 20 c.M. uit
elkaar. Aan den kant van den moes
tuin geplaatst, geven ze tevens be
ech uttüig voor lagere gewassen.
Een soort met bijzonder lange peu
len is de Leidsciie tuinboon. De soort
„driemaal wit" heeft in tegenstelling
met de andere soorten (die wit en
«warte bloemen hebben) geheel witte
bloemen de kiemen zijn wit en de
boonen eveneens. Deze worden niet
groot en moeten tijdig geplukt wor
den, daa>- ze anders spoedig hard en
stug worden.
Tuinkers. Een gemakkelijk ge
was, dat haast niet kon mislukken, 't
Wordt ook wel sterrekers of bitter-
kers genoemd. Deze plant is een
smakelijk, prikkelend toekruid bij
't ontbijt. Een beschuitje met tuin
kers en een weinig suiker ls een
heerlijk hapje. Het zaad moet dicht
uitgestrooid worden, liefst op een re
gel. Bij zacht weer komt 't na een
paar dagen reeds boven den grond
en de fijne blaadjes vormen, als er
tenminste regelmatig is gezaaid, een
mooie groene streep. Voor de aardig
heid kan je ook in letter- of figuur-
vormen zaaien. Als 't opkomt, krijg
je den letter of figuur heel mooi te
rug. N'a een week of drie worden de
plantjes voorzichtig afgesneden. Ze
loopen opnieuw uit en kunnen later
nog eens worden afgesneden. Een
aardigheid met dit plantje is 't vol
gende- Je vraagt aan moeder een
oud stuk spons of een flanellen
lapje. Je legt de spons op een scho
teltje, maakt ze flink nat en bedekt
ze met een laagje tuinkerszaadjes.
Wanneer Je nu zorgt, dat steeds wa
ter op 't schoteltje ligt, dan zorgt de
spons er zelf wel voor, dat ze nat
blijft en zoodoende ontkiemen de
zaadjes. Al heel spoedig is je spons
met een groen kleedje overtrokken.
Dit gaat vlugger dan in den tuin en
Je kunt alvast proeven of Je tuin
kers lust.
TUINIER.
Iep (Ulmus campéstris). Zie fig. 1
fam. Iepach^igen (Ulmaceeën). De
takken der iepen zijn nu veel voller
dan in den winter en ze hebben een
donkerroodbruine tint. Dit komt,
doordat de boom nu bloeit. De bloe
men vallen echter heelemaal niet
op; ze zijn zeer onaanzienlijk en
staan in bundels bij elkaar. Ze heb
ben zooveel meeldraden als stam
pers en een onbeduidend bloemdek
(Zie flg. lc). Als de boom pas in
blad is, zijn de vruchtjes reeds rijp
en vallen bij honderdtallen naar be
neden. 't Zijn gevleugelde zaadjes,
eirond, ter grootte van een dubbel
tje (zie fig. lb) De laatste jaren komt
onder deze boomen de zoog. iepen
ziekte voor, waardoor er vele sneu
velen.
Berk (Bétula vernicósa) Zie fig. 2.
fam. Napjesdragenden (Cupuliferon)
Evenais de els en de hazelaar zijn
deze boomen éénhulzig; aan één
plant komen dus zoowel meeldraad
als stamperblocmen voor. Ze hebben
een fijn vertakte, losse kroon en een
gladde witachtige schors. De man
nelijke katjes, alleenstaand, zijn den
geheelen winter reeds aanwezig. De
vrouwelijke katjes verschijnen ln fj
voorjaar en zijn ook hangend. De
vruchtjes zijn gevleugeld, dubbel zoo
breed als de vrucht. Bloeitijd April-
Mel. In boschrijke streken, heidevel
den en duinpannen komt de berk
vrij algemeen voor.
Populier (Populus trémula) Zie fig.
3 fam. Wilgenachiigen (Salicaceeën)
Een tweehuizige boom met hangende
katjes. Een boom heeft dus óf man
nelijke-, óf vrouwelijke katjes. De
mannelijke katjes vallen na den bloei
af, de vrouwelijke hebben purperen
stempels en geven evenals de wilg
vruchtjes met vruchtpluls. Dit laat
ste is een middel voor de versprei
ding, evenals de vleugeltjes, bij iep
en berk. Deze populier heeft bijna
cirkelvormige bladeren, stomp ge
tand. De bladstelen zijn iets ge
draaid, zoodat de bladeren bij het;
minste zuchtje bewegen; vandaar
de naam ratelpopulier. Bloeitijd
MaartApril. Aan den duinkant ko
men veel populieren voor met bla
deren, die van onderen wit-viltig
zijn, di. de witte abeel (Populus
alba).
S.
Rustenburgerlaan 23.
POLEN
V.
P-ltA.
xA
/oA
/xA
SS A
r»A
In 1919 verschenen ook de eerste
portzegels. Hiervoor werden de' Oos-
tcnrijksche portzegels van de serie
1916 overdrukt met „Poczta Polska".
Het waren 5, 10, 15, 20, 25, 30, 40 hel
ler (alle karmijn). Grootte van ce
vakjes 2.8 bij 2.8 c.M. En 1, 5 en 10
kronen (alle ultramarijn). Grootte
van de vakjes 3.7 bij 2.8 c.M.
Ook twee portzegels van de serie
1917 (gewone frankeerzegels met op
druk „Porto") werden van denzelf
den opdruk voorzien n.l. 15 heller op
36. heller (violet) en 50 heller op 42
heller (bruin). Grootte van de vak
jes 3.2 bij 2.8 C.M. zie voor de Indee
ling 't schetsje.
Nieuwe deelnemer:
165. R. de Gooijer, Ripperdapark
81 of 31.
S.
Rustenburgerlaan 23.
HET PALEIS OP DEN DAM
Jullie weten zeker wel, dat 't Ko
ninklijk paleis op den Dam vroeger
stadhuis was. ALs gebouw heeft het
zeker veel schoons. Toch zijn er
eigenaardige fouten ln aan te wijzen.
Een hoofdingang is er niet. Toch.
zijn er aan den voorgevel 7 deuren.
Dit paleis is ongeveer 300 Jaren
oud. Zoover men uit de kronieken
kan nagaan, heeft wel op deze plaats
sinds eeuwen een Raadhuis gestaan.
Zoo kan men lezen, dift hot ln 1421
was afgebrand. Een nieuw werd her
bouwd, dat in 1458 weer afbrandde.
Weer werd een nieuw gebouwd, dat
ln 1639 zoo bouwvallig was, dat de
vroedschap van Amsterdam besloot
een nieuw stadhuis te doen bouwen.
De oude toren begon vooral beden
kelijk scheef te staan. In 1648 kon de
eerste steen worden gelegd. De bouw
meester was Jacob van Campen. Een
van zijn voornaamste helpers was
Daniel Stalpart- Het bouwen van dit
paleis wordt het achtste wereldwon
der genoemd. Er werden 13.659 pa
len in den grond geheid.
Wat zal er nu van dit paleis wor
den? Er gaan stemmen op om er op
nieuw een Raadhuis van te maken.
De raadselprljzen voor de maand
Maart zijn bij loting ten deel ge
vallen aan:
APPELMOOTJE, KAREL I,
GOUDELSJE en PAASCHHAASJE
die ze Woensdag 9 April bij mij mo
gen afhalen.
(Deze raadsels zijn ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I.
(Leeftijd 10 jaar en ouder).
1. (Ingez. door Blondine.)
Ik ben een man, die zijn bedrijf
uitsluitend op straat uitoefent en lk
besta uit 13 letters.
I 2 3 4 8 6 wordt gezegd van ge-
Wasschen handen.
II 10 12 13 ziet men bij duizenden
ln de lucht.
7 8 10 is keukengereedschap.
I 2 3 8 9 6 draagt men aan den
voet.
II 2 3 8 10 staat tusschen twee ka
mers.
7 4 11 10 is een over de geheele we
reld wijd vertakte maatschappij.
7 5 1 10 ls een vreeselijke ziekte.
3 5 9 10 is een kachel, wanneer zij
fel brandt.
13 4 12 10 komt ln eiken schoor
steen voor.
3 4 5 6 ls een andere naam voor
kip.
2. (Ingez. door Violetta.)
Ik besta uit 15 letters en noem
Iemand, die ln een ziekenhuis goed
werk verricht. Tevens ben lk een Ru-
briekertjesnaam.
1 2 3 ls niet dichtbij.
5 6 7 8 is niet vol.
14 15 13 ls een meisjesnaam.
9 10 11 12 ls een hemellichaam,
4 2 2 3 is een vrucht.
3. (Ingez. door Draaitol.)
Ik ben een beest
Zonder geest,
Zonder hart, zonder bloed.
En toch piep ik soms droef,
Maar dan ben lk niet goed.
't Morgens vroeg
Ben ik al als de kippen erbij
Ik zie 't eerste de zon.
Altijd eerder dan jij.
4 (Ingez. door Goud elsje)
Mijn 1ste Is een huisdier. Mijn 2de
ls een nachtvogel. En mijn geheel
ls zoowel een nachtvogel als een Ru-
brlekertjesnaam.
5. (Ingez. door Alba.) Kruisraadsel
A
x
X
X
X
OxxxxxxxxxD
x
X
X
X
B
een klinker.
een ander woord voor stoot,
oen ander woord voor woud.
maakt veel dingen glanzend f
:-n werelddeel.
.ijnen van een cirkel,
dienen voor huizenbouw,
een deel van 't geheel,
een klinker-
A—B en C—D moeten het wereld
deel vermelden.
6. (Ingez. door Damiaatje)
Neem uit onderstaande schuilna
men telkens één letter, zoo dat ge
een nieuwen schuilnaam krijgt.
Primula, Violetta, Koning Winter,
Juffertje Wildzang, Zevenster, Bal-
lenbreistertje. De kleine Zeeman,
Prlkkebeen.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 Jaar en Jonger
1. (Ingez. door Vogelkoopstertje.)
Strikvragen.
a. Tot hoever loopt een haas het
bosch in?
b. Pudding heeft wat alles heeft.
Alles heeft, wat pudding heeft.
2. (Ingez. door Appeltje.)
Neem uit onderstaande Rubrieker-
t-jesnamen telkens een letter, zoodat
ge een nieuwen schuilnaam krijgt.
Pioenroos, Appeltje, Violist. Mimi
Poesekat, Teekenaarster, Karei I,
Roodkapje, Doornroosje,
8. (Ingez. door het Veluwsche
meisje.)
Mijn geheel is een plaatsje aan de
Zaan van 10 letters.
1 2 3 4 is een kruipend dier.
6 5 4 behoort aan éen flets.
7 8 9 10 heeft een vogel.
4. (Ingez. door het Veluwsche
meisje.)
Mijn geheel is een Rubriekertjes-
naam van 10 letters.
1 2 ls een verkorting voor vader.
9 10 8 is een meisjesnaam.
3 4 is hetzelfde als 1 2.
5 6 7 ls niet dichtbij-
5. (Ingez. door Damiaatje.)
Ik ben een Rubriekertje van 15
letters.
10 11 is een lichaamsdeel.
4 5 6 is een meisjenaam.
4 9 15 11 is een deel van een schip,
3 5 2 12 is een getal.
14 15 13 is een meisjesnaam.
8 10 6 7 is een lichaamsdeel.
12 6 13 is niet slordig.
6 (Ingez. door Alba
Mijn 1ste ls een klein schaap. Mijn
2de is een hoofddeksel. Mijn 3de is
ln iedere huishouding. En mijn ge
heel staat op de wasch tafel.
Rua-seloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELING I.
1. Assen, Petten, Dieren, Helder,
Hein, Jan,
2. Frans Hals.
3. Wipneusje.
4. De wind. Schaduw.
5. Trambestuurder. Chauffeur,
Loodgieter, Banketbakker.
6. Violist, Voetballer. Melkboer, On
derwijzer, Schipper, Molenaar, Mos
roos.
AFDEELING H
1. Op vier pooten. Kool. Klinker-
Achter onzen vijver loopen vijftig
eenden.
2. Violette.
3. De kleine koopman.
4. Edam. Zwolle. Veere. Harder
wijk. Wijne.
5. Palle.
6. Megen—Negen.
Goede oplossingen ontvangen van:
De kleine Vogelvriend 6 De kleine
Vlolist 6 Dina Zeepvat 6 Nelly v.
Kempen 4 Appeltje 6 Appelmootje 6
Papavertje 5 Nachtegaal 6 Doorn
roosje 5 Zomerbloempje 4 Rietvoorn
tje 5 Een Naamlooze 5 Volkert Zeep
vat 6 Ismene 4 't Zaandammertje 5
Veluwsche Meisje 5 Ballenbrelster-
tje 6 Primula 6 Kerstroos.ie 5 Nevada
6 Uit'ooper 5 Rangeerdertje 5 Juffer-
tjo Schrijfgraag 6 Graaf Lodewijk 5
Mosroos 6 Poesenmoedertje 5 Rood-
koopje 5 Elfenbloempje 6 De kleine
Zeeman 6 S. Vollenga 6 Korenbloem
5 Zeeuwsch Boerinnetje 6 Karei I 5
De Woudlooper 4 Katuil 6 Brillant-
ster 6 Gouden Regen 6 Vogelkoop
stertje 4 Boodschapoertje 4 Marinier
4 Paaschhaasje 6 Wenda 6 B'.auw-
oogje 5 De kleine Bouwer 5 Poppen-
verpleegstertje 5 Willem Teil 6 Fran
cis Vere 6 Trambestuurder 6 Wip
neusje 6 Moeders Kleinste 4 Korst-
Jesknager 5 Blondine 6 Goudsbloem
6 Krielkip 5 Goudelste 6 Rozenknopje
6 Kleine Uibo 5 Konijntje 6 De k eine
Voetballer 5 Damiaatje 6 De kleine
Kapitein 5 Amico 5 Zangvogeltje 5
Sneeuwklokje 5 Oblone 6 Zevenster 6
Palle 6 Pierre la peu 6 De kleine Bak
ker 6 Rekel 6 Jan Steen 5 Frans Ha's
5 Vice Admiraal 5 Droomkoninkje 3
Poppen kind 3 Moeders groote Hulp 3
FRANS BAKKER, Molukkenstr. 20
vraagt of iemand hem ook aan fram
bozen struiken kan helpen.
WENDA, Waldeck Pyrmontstr. 54
heeft 17 Aquariumpl. Wie ze hebben
wil, mag ze komen halen.
MOEDERS GROOTSTE HULP, Mo-
lukkenstraat 20, heeft Verkaaeoon-
nen, Amstelpenningen, Drostebon-
nen en Meco-bonnen, die ze graag
wil ruilen voor Turmac. Sunlight,
Vim, Rinso of Lux-bonnen.
LOUK POSTUMA, Brederodeweg
39, Santpoort vraagt auto-, fiets- of
bandenspeldjes. En geeft ervoor te
rug 28 pl. van Karnemelkzeep. Bloe
menvelden en wel de nrs. 8 95 35 47
69 71 29 28 27 26 21 116 46 45 32 43
102 10 1 70 115 121 109 123 124 122
.130 129. 1 pl. van ten Have's thee. 13
pl. Bleekpoeder de Valk, 14 pl. West-
Indische choc. Vlaggenserie nrs.
1100. 7 pl. Rood band-zeeppoeder
en wel de nrs. 27 33 38 69 82 123 27
pl. Konlnkl. Haarl. Brood- en Meel
fabriek. Dan ruilt hij nog 5 munten.
837 Cornells v. d. Wiel, oud 7 jaar,
Billltonst raat 24.
838. Nelly v. Kempen, oud 10 Jaar
Bothastraat 47.
839. Dina Zeepvat, oud 10 jaar, Dr.
Leydsstraat 61.
8.4ü Volkert Zeepvat, oud 8 jaar,
woonplaats? Volkert mag Woensdag
bij mij een verrassing komen halen.
Onze Bibliotheek.
De maand Maart ls voor „O. B
weer geen maand geworden van
vruchte.oozen arbeid. Vele gaven zi h
op als deelnemer en de anderen, die
dit niet deden, zullen dit zeker spoe
dig doen. Hoe meer deelnemers na
tuurlijk, des te eerder nieuwe boe
ken.
Daarom rubriekers, wandel Zater
dag eens naar 't KI. Heiligland 66.
De Inschrijving bedraagt slechts
10 ets, waarvoor Je eon enveloppe
met volledige catalogus ontvangt,
't Leesgeld is 3 ets. per week en per
deel. Voor de ontvangen gelden,
worden de boeken, die uit de band
liggen gebonden en worden nieuwe
boeken gekocht. Inlichtingen worden
door mij steeds gaarne verstrekt.
INSCHRIJVINGSBILJET.
Naam:
Adres:
(invullen naam en adres)
wenscht lezer van „O. B. te worden
en verzoekt alle inlichtingen zoo
spoedig mogelijk te ontvangen.
LIJST VAN DEELNEMERS
13. N. Leis, .Oranjeboomstraat 16.
14. T. Kruup, Resedastraat. 3.
Opgave en inschri)vingöbiUetten
zenden aan:
W. LASSCHUIT,
Gr. Houtstr. 155zw.
IETS OVER DE TUINTJES.
Dezer dagen kreeg lk bezoek van
den heer van Waard, die mij mee
deelde, dat er voor de groote jongens
en meisjes, die minstens 14 Jaar zijn,
nog tuintjes beschikbaar zijn. Een
avond per week (waarschijnlijk
Donderdagavond) en Zaterdagmid
dag zal ln deze tuintjes gewerkt
worden. Ieder tuintje ls 35 a 40 M2.
groot. De kosten zijn 15 cent per
week, maar daarvoor krijgt msn dan
ook al 't materiaal in bruikleen of
cadeau, terwijl wat het tuintje ople
vert ook mee naar huls genomen
mag worden. Men kan zich wenden
tot den Heer D. v. WAARD, Haltsma
Mulierstraat 23.
De aanmelding moet zoo spoedig
mogelijk geschieden, daar de tuintjes
deze maand geopend worden.
De verloren gulden.
Aaltje woonde in een heel klein
huisje aan den rand van een dorpje;
en omdat haar vader al lang gestor
ven was, ging haar Moeder bijna
lederen dag uit werken, zoodat Aal
tje dikwijls thuis haar moeder moest
helpen of boodschappen doen-
Zoo gebeurde het eens, dat op een
Maandagmorgen Moeder vroeg:
„Zeg Aaltje, wil Jij, a's je straks
naar school gaat naar mijnheer Mül-
der gaan om ae twee gulden huur te
brengen? Kijk, ik heb ze al neerge
legd. Zoek jij nu even je portemon-
naie, dan kan je ze daarin doen."
Maar toen Aaltje klaar was met
eten en naar school zou gaan, deed
ze not of ze Moeder niet goed ge
hoord had, want ze nam wel de twee
guldens mee, maar niet in het porte-
monnaietje, neen, zoo heeimaa! los
ln haar hand. O, wat voelde Aaltje
zich Lrotsch. zoo groot! Ze had al
zoo dikwijls van andere kinderen ge
zien, dat ze met een dubbeltje of
kwartje in hun hand Hepen en nu
deed zij dat ook met zooveel geld.
Alleen was ze bang, dat Jantje, haar
broertje, het merken zou, want het
was toch of haar hartje steeds zei,
dat t niet goed was! Gelukkig zag
Jantje niets en al spoedig moest Aal
tje afslaan, juist toen ze Riekje Ver
burg aan zag komen. Riek zwaaide
al van verre met haar arm en haar
eerste woorden waren:
,,Zeg, wat ben je fijn vroeg of moet
Je een boodschap doen?"
„Ja, 'k moet heelemaal naar mijn
heer Mülfer, want
„O. de school gaat toch nog lang
niet aan; 'k ga leuk met je mee!" en
met een zwaai stak Riek haar arm
door dien van Aaltje en terwijl ze
zoo lachend en pratend verder lie
pen, vergat Aaltje de twee guldens
geheel en al. Maar, o wee! toen Riek
haar lachend de brug aftrok, de weg
langs c'e Vaart op ging Aaltjes hand
plotseling een heel klein beetje open,
maar nog net zoo ver, dat één van de
guldens weg gleed en al schitterend
naar beneden draalde, totdat hij met
een plons in 't water van de vaart
verdween. Verwezen stond Aalt'e
nog naar de al kleiner wordende
kringetjes op het water te kijken, en
Riek lachte nu heelemaal nier; meer.
„O, Riek." stotterde Aaltje einde
lijk, „wat moet ik nu doen?"
Ja, wat nu? Naar huls gaan? Maar
Moeder was nu toch niet meer thuis.
Naar school? Neen dat ging ook n:et.
Maar dan naar mijnheer Mülder?
Naar mijnheer Mülder. voor wien
Aaltje altijd zoo bang was en zich.
altijd zoo verlegen voelde, omdat hij
zoo'n donker gezicht had, altijd
bromde en geen enkelen keer vriende
lijk was? O, Aaltje geloofde niet, dat
ze durfde. Maar 't móést»
Wat duurde die weg lang en toch
eigenlijk veel te gauw stonden Aaltje
en Riek voor het villatje van mijn
heer Mülder. Even aarzelde Aaltje
nog, voordat ze het hekjo opendeed,
toen stapten Riek en zij den tuin
door. Juist kwam mijnheer Mülder op
zij van zijn huls haar tegemoet loo
pen en plotseling stond Aaltje al
voor hem. Ze schrok er van en wist
niet wat te zeggen, maar mijnheer
Mülder bleef haar maar met zijn
donkere oogen aankijken zonder iets
te vragen, zoodat eindelijk Aaltje al
stotterend het ongeluk begon te ver
tellen. Toen ze eindelijk zweeg bleef
ze heel verlegen staan met neerge
slagen oogen en t leek wel een uur,
voordat Mijnheer Mülder antwoord
de, op een toon, zoo boos als Aaltje
nog nooit gehoord had:
„Zoo, zoo. Ik dacht anders, dat
zoo'n groote meid als Jij wel beter
boodschappen kon doen!"
Maar dat was te veel voor 't arme
Aaltje, ze kampte nog even met haar
waterlanders en snikte het toen on
eens uit. Doch mijnheer Mtikler
scheen lang zoo hard niet te zijn, a's
Aaltje dacht, want, geheel tegen
verwachting, ging hij door:
„Nu, Je zegt straks maar aan je
Moeder, dat ze me geen andere gul
den hoeft te geven. Zal Je 't niet ver
geten?"
't Klonk nog wel heel brommerig,
maar Aaltje voelde zich door d.e
woorden zooveel blijder en zoo dank
baar gestemd, dat ze hem graag haar
handje gegeven had, daar ze sta
melde alleen wat voor zich heen,
van:
„Dank u wel, mijnheer
Mijnheer Mülder zei echter niets
meer en bracht de meisjes gauw zijn
tuin uit. Toen ze weer veilig op den
weg waren, zei Riek:
„Hè, wat een booze man toch al
tijd!"
Maar Aaltje dacht, dat zoo'n man,
die zich altijd zoo akelig voordeea,
toch eigenlijk veel beter was dan Je
dacht! Zij had Mijnheer Mülder nog
nooit zoo lief gevonden!
's Middags ging Jaap, Aaltjes oud
ste broer, met haar mee en toen
Aaltje hem precies de plaats gewe
zen had, waar de gulden in de
Vaart (die 's zomers maar weinig
water had) gevallen was. tuurde en
vlschte hij net zoo lang ln het water,
totdat hij den gulden tusschen zijn
vingers voelde. Even later was hij al
bij mijnheer Mülder, maar deze wilde
den gulden niet meer hebben, nu
Jaap er zooveel moeite voor had ge
daan
Zoo liep alles nog heel goed af.
Maar toch, als Aaltje voortaan een
boodschap moest doen, dan deed ze
eerst liet geld ln 't portemonnaietjo
en dat dan nog dikwijls in een tasch-
Je of in haar mantelzak, om hét toch
maar niet te verliezen!
WOLLY RESOORT.