HUISVLIJT
Wie was cle Held?
RAADSELS
RUILRUBRÏEK
Postzegclrubriek
BOEKENSTEUNTJE. BRIE VEN-
BAKJE,
fs'
Een praktisch en aardig voor
werp op schrijftafel of bureau is
een boekensteuntje. Maken we 't
zooals bijgaand model, dan is 't te
vens geschikt voor bergplaats van
brieven en andere kleine spullen.
De bodem Is een plankje van 14 bij
16 c.M; we gebruiken hiervoor tri
plex van 8 m.M. of een gewoon
plankje van pl.m. 1 c.M. dikte. We
mogen dezen niet te licht maken,
daar anders 't steuntje verschuift,
als er boeken tegen komen te staan.
Aan de twee lengtezijden en één
breedtezijde vijlen we een schuin
randje van 1/2 c.M. breedte. De
hooge voorzijde van ons steuntje
maken we van 't zelfde hout als de
bodem en ls 16 b(j 14 c.M. De zij
kanten maken we volgens fig. 1.
Hiervoor gebruiken we triplex van 5
m.M. Op de zijkanten brengen we
een versiering aan van plankjes
van verschillende grootte (zie fig. 1)
die we als 't geheel in elkaar zit, er
op lijmen. We gebruiken hiervoor
triplex van 3 m.M.
De drie zijden worden op den bo
dem getimmerd, nadat we eerst den
bovenkant van de voorzijde in de
richting van den schuinen boven
kant der zijkanten hebben bijge
vijld. De lage achterzijde is 4 c.M.
hoog. We brengen nu nog een tus-
schenschot aan, zooals de stippel
lijnen op fig 1 aangeven.
Vóór we de figuren op de zijkan
ten aanbrengen, worden deze eerst
gekleurd. De rest van 't model laten
we blank, doch het geheel wordt
een paar keer gelakt. Willen we 't
volledig maken, dan vervaardigen
we twee stuks. Ze zijn in de Tlj-
dingzaal aanwezig ter bezichtiging.
Denk aan de huisvlijttentoonstel-
llng in de Tijdlngzaal op Donder
dag en Vrijdag 24 en 25 April. Voor
werpen inzenden Donderdag 24
April tusschen 9 en 12 uur.
Ook anderen zijn welkom.
Rustenburgerlaan 23. S.
door
W. B.—Z.
14)
SLOT.
HOOFDSTUK 7
Wat Jaap droomde.
Jaap viel gauw ln slaap, maar hij
droomde heel naar. In de bedstee
tegenover hem lag Jennie. En ze
kreunde zoo en ze was zoo bleek. De
dokter stond er ook en hij schudde
treurig met 't hoofd.
„Is zusje erg ziek?" dorst Jaap te
.Vragen.
„Zusje zal misschien wel beter
worden, maar ze zal nooit meer kun
nen loopen. Toen ze van 't trapje
op het harde ijs viel, is er van bin
nen wat gebroken, dat nooit meer
geheeld kan worden."
Moeder zat op een stoel te huilen
en vader keek hem zoo verwijtend
aan. dat Jaap naar 't dek vluchtte,
't Allerergste was dat stemmetje van
binnen, dat net zoo hard tikte als 't
mooie zilveren horloge, 't Zei tel
kens: jouw schuld, jouw schuld. En
hij kon er niets op zeggen, 't Was
Immers zijn schuld. Hij had Jennie
van t trapje zien klauteren, maar
hij had haar niet tegen willen hou
den. omdat hij den prijs moest win
nen.
En toen Jan 't ook zag. was er een
leelijke gedachte in hem opgekomen.
„Als Jan naar Jennie gaat, heb ik
een voorsprong."
Jan had haar ook niet tegen kun
nen houden. Hij was net te laat. En
nu had Jennie zoo'n vreeselijk onge
luk gehad. Als ze in 't leven bleef,
zou ze een stumperd worden. Ze zou
nooit meer kunnen loopen. Ze zou
altijd moeten blijven zitten, of in
een wagentje gereden worden. Dat
alles was zijn schuld. En in zijn ban-
gen droom zag hij Jennie met ver
kromde beentjes in vaders leunstoel
zitten. Wat had ze een bleek snuitje
gekregen. Er was niets meer over
van haar dikke, roode wangen. Haar
armpjes leken wel stokken. Ze keek
hem zoo treurig aan. dat Jaap de
handen voor de oogen hield.
Jan wou ook niet meer met hem
speien en tante SJoukje wou hem
niet meer in huis hebben.
Jaap snikte het uit. Daar hoorde
hy moeders stem.
„Wat is er toch Jaap?"
„Ikikmoeder, wordt
Jenneke nooit beter?"
„Jenneke? Die slaapt als een roos."
„Wordt ze niet ongelukkig?"
„Ik hoop van niet. Droomde je
soms Jaap?"
Met belde handen wreef Jaap zijn I
oogen uit en keek eens om zich heen. I
„O, gelukkig, ik droomde maar. I
't Was zoo'n vreeselijke nare droom."
Dicht tegen moeder aangeleund,
vertelde Jaap aan moeder, wat hij
gedroomd had. En toen hij uitver
teld had, zei moeder ernstig: „Ja
Jongen, zoo had 't kunnen zijn. Zeg
me nu eens eerlijk; w'<* was van
middag de grootste hr'
„Jan," fluisterde Jaap.
„Juist, jongen."
„Moeder!"
„Ja, Jaap."
„Ik ga morgen naar den boven
meester toe."
„Wat wou je dan, Jaap?"
„Die had vanmiddag toch 'fc meest
over de prijsuitdeeling te zeggen?"
,,'t Plan is van meester uitgegaan."
„Ik wil alles eerlijk aan meester
vertellen en ik zal zeggen, dat Jan
nu maar 't horloge moet hebben."
„Flink zoo. Dan ben jij ook een
held."
Jaap kon nu rustig slapen gaan.
Jaap ging den volgenden dag al
leen naar meester toe. Daar was
meer durf voor noodig dan voor 't
klimmen in hooge lantaarnpalen,
't springen over breede slooten en
't klauteren tegen dakgoten.
Telkens dacht hij er dan ook over
maar weer terug te gaan. Dan sprak
er een stem in hem, om alles nu
maar te laten, zooals 't was. Ze kon
den 't Immers over doen.
Tenslotte belde Jaap, hoewel met
kloppend harte toch bij den mees
ter aan. Hij vertelde met- horten en
stooten, wat hem op 'fc hart lag.
En Jaap zag wel, dat meesteS
steeds donkerder keek.
„Japie, Japie, wat was je toen
klein," zei meester op teleurgestel-
den toon.
En Jaap boog schuldig 't hoofd.
„Kom vanmiddag eens terug met
Jan. Dan zal Ik de andere Jury-le
den ook noodigen. Dan zullen we sa
men raadplegen, wat er nu gedaan
moet worden."
Wel wat opgelucht ging Jaap huis
waarts. Dat tikkertje van binnen
was tot rust gekomen. Hij zag er na
tuurlijk wel wat tegenop naar Jan
te gaan. Ze hadden elkaar niet meer
gesproken sinds gisteren.
't Was wel vreemd. Een paar dagen
geleden zag Jan tegen Jaap op. En
nu waren de bordjes verhangen. Jan
was grooter geworden. Niet alleen in
de oogen van vader en moeder, maar
nu ook wel in de oogen van Jaap.
Als je weet, dat je 't winnen kunt en
je ziet dan het zusje van een ander
in gevaar en je helpt, terwijl het
broertje eigenlijk helpen moest, zie
je, dat is groot.
Jan deed tegenover Jaap net als
anders. Jaap stak maar dadelijk
van wal. 't Ging toch gemakkelijker
dan tegenover den meester.
„Moeder, vader, hoort u toch
eens," riep Jan blozend van vreugd.
En hij vertelde, wat Jaap bij den
meester had gedaan.
„Bravo Jaap, dat was een helden
stukje," zeiden Jan's ouders.
't Slot van het onderhoud bij den
meester was, dat Jan 't horloge
kreeg. Hij kreeg nog iets.
Toen hij met Jaap op het dek van
de Op Hoop van Zegen kwam, kwam
Jennie hem tegemoet met een klein
pak;e ln de handen.
„Jennle bedankt Jan," zei het klei
ne ding, terwijl ze Jan 't pakje over
reikte.
Met blijde, vragende oogen maakte
Jan het papiertje los. Al weer zoo'n
mooi doosje en in dat doosje lag een
zilveren horlogeketting.
„Uit mijn eigen spaarpot betaald,"
jubelde het kind.
En toen Jan vrouw Verhorst wildé
bedanken, sloot ze hem in haar ar
men en kuste hem op zijn beide
wangen, stil stond Jaap het aan te
zien. Hij keek maar naar Jan en
wist nu, dat deze daad een helden
feit was, grooter dan hij ooit had be
dreven.
Einde.
Onze Bibliotheek.
Zooals lk de vorige week reeds
schreef, zullen voor de ontvangen
gelden eenige boeken worden inge
bonden, zoodat binnen enkele weken,
de boeken, die zoo uit de band lagen
er weer keurig uitzien.
Hoewel het verder eerst mijn be
doeling was, reeds deze maand nieu
we boeken te koopen, vind ik het
toch beter, hiermede te wachten tot
na de zomervacantie. Als je een mooi
boek weet, dat je denkt, ook anderen
mooi zullen vinden, zeg Je het maar
tegen mij, Ik zal dan trachten het
in O.B te plaatsen.
De zomervacantie zal dit jaar in
treden naar gelang der weersgesteld
heid. Daarbij komt nog, als jullie
den geheelen zomer wenschen te le
zen, O. B. alleen maar gedurende
de maand Augustus gesloten zal zijn,
du: ln den tijd, dat Ikzelf buiten de
stad ben. Wil je blijven lezen, dan
deel je me dat maar even mede.
Verder vraag ik nog eens vriende
lijk, of er bij de schoonmaak nog
boeken worden opgeruimd. Ik houd
me daarvoor gaarne aanbevolen en
wil ze graag even laten halen.
Mijn adres is: Groote Houtstraat
155 zwart.
Co ba F. Nogmaals mijn dank
voor de ontvangen boeken. In de
volgende aanvulling zullen ze wor
den opgenomen.
H. van Berk heeft bij mij zijn deel
nemerskaart laten liggen.
A. Prent en H. van Berk houden
hun boeken te lang. De termijn ls 14
dagen.
LIJST VAN DEELNEMERS
18. G. Seegers, Duvenvoordestr. 86
22. W. Bosch, Kampervest 33.
27. C. Fleury, Barrevoetestraat 10,
W. LASSCHUIT.
pr. Houtstraat 155z.
(Deze raadsels zijn Ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I.
(Leeftijd 10 jaar en ouder).
1. (Ingez. door Alba.) Strikvragen.
a. Als ik honger heb, hoor ik graag,
dat mijn moeder een natuurver
schijnsel noemt. Wat is dat?
b. Ik ken een schip. Keer mij om,
dan kunt ge mij eraan vinden.
c. Welk dier springt hooger dan
een toren?
d. Eon spoortrein rijdt een koe een
poot af. Hoeveel pooten heeft de koe
over?
e. Waarom is de maan zoo bleek?
f. Een boer zaaide erwten. En zei:
Komen ze, dan komen ze niet. Ko
men ze niet, dan komen zij. Wat be
doelde hij?
g. Wie is in de lucht geboren, zon
der oogen, zonder ooren?
h (Ingez. door den kleinen Zee
man).
Wat brandt helderder dan twee
electrische lampen?
1. Wat wordt een moor, als men
hem ln zout water doopt?
J. Welke boer werkt niet op 't land?
2. (Ingez. door Sprinkhaantje.)
Kruisraadsel,
r X
X
X
xxxxxxxxxxx
X
X a
een medeklinker
een deel van 't gezicht,
een kantoorbediende
verblijfplaatsen voor dieren
een stad in N. Holland,
een deel van Gelderland,
een zang-vogel
een jongensnaam
een kleur
een lichaamsdeel
een medeklinker
De kruisjes moeten horizontaal en
verticaal een deel van Gelderland
noemen.
3. (Ingez. door Doornroosje.)
Ik ben een plaats ln Rusland en
besta uit 14 letters.
10 11 4 is een verkorte meisjesnaam
12 13 8 14 is een kleur.
9 2 1 heeft een visch.
6 7 is het tegengestelde van uit.
3 5 zijn twee medeklinkers.
12 1? 13 14 is een kleur.
4. (ingez. door Vice Admiraal).
Mijn geheel is een spreekwoord
Van 29 letters.
1 2 3 4 is een getal.
19 1 2 3 4 volgt op den dag.
Van 21 22 23 24 20 worden wij ver
kouden.
9 10 11 komt van schapen.
27 1 IQ 17 20 is niet hard
27 28 29 zien we graag.
Uit de 9 10 11 12 13 14 komt regen
6 5 12 dient om waschgoed op te
drogen.
7 8 13 14 woont in Denemarken.
De zon 15 16 17 18 19 20
25 26 ls een lidwoord.
5. «Ingez. door Moeders grootste
hulp.)
Neem uit onderstaande schuilna
men telkens één letter, zoodat er een
nieuwe schuilnaam komt.
Poppenmoedertje, Ulbo, Poppen-
kind Wipneusje, Nevada, Korenbloem
Katuil, Obionc, Zangvogeltje, Draai
tol.
6. (Ingez. door Goudelsje.)
Ik ben een spreekwoord van 86
letters.
12 3 hebben we op bed
21 22 23 24 25 drinken we, als we
'dorst hebben.
7 10 36 is een huisdier.
Een 8 9 11 heeft men vaak in een
kous.
4 5 6 19 zit boven een kozijn.
35 5 32 7 zit op een flesch.
12 13 14 15 zit onder een schoen.
26 16 22 4 28 ls een lekkernij.
29 27 33 28 is niet zuur.
35 30 34 15 is een lichaamsdeel.
Wie 31 16 17 18 is, is geen held.
32 20 33 ls een viervoetig dier.
AFDEELING n
(Leeftijd 9 Jaar en Jonger.)'
1. (Ingez. door Damlaatje.)
Ik ben een bloem en tevens een Ru-
briekertjesnaam van 13 letters.
4 5 6 zorgt voor 't eten.
11 10 13 is een boom.
In een 9 2 3 4 lees je.
1 5 6 7 ls zoet.
8 5 13 leer je op school.
12 is de 5de letter van het alfabet.
1 2 3 4 is lekker.
2. (Ingez. door Goudelsje.) Verbor
gen Nederlandsche plaatsen.
a. De wind is noord, wij kunnen
niet buiten zitten.
b. Zij gaf al haar goud aan haar
kleinkinderen.
c. In de vacantie liepen we uren
achter elkaar.
3. (Ingez. door Goudsbloem).
Strikvragen.
a. Waarom draagt de molenaar
een witte pet?
b. Wat staat in den hemel op drie
pooten?
4. (Ingez. door Goudelsje.) Ver
borgen beroepen.
a. Wie is Dien Blon?
b. Wie is Trees Ambtuurdr?
c. Wie is Ari Datol?
d. Wie Ine Obo?
4. (Ingez. door Damiaatje.)
Neem uit onderstaande schuilina-
men telkens één letter, zoodat er een
nieuwe schuilnaam komt.
Poppenkind, Konijntje, Blondine,
Zwartkijkertje. Piet Hein, Teeke-
naarstertje. Helpstertje, Pierre la
peu.
5. (Ingez. door Goudelsje.) Ver
borgen beroepen.
a. Wat doet Mien Tmrma?
b. Wat doet Co Sternaaistuum?
c. Wat doet Gra Smaaier?
d. Wat doet Leo Horgmaker?
e. Wat doet Ada Miral?
6. (Ingez. door A. B. C.)
Ik besta uit 10 letters en wordt da
gelijks door moeder gebruikt.
1 3 2 5 behoort bij een servies.
5 4 3 5 is niet levend.
6 8 8 7 is van hout.
7 8 9 5 is geen water.
10 8 9 dient om vloeistoffen ln te
doen.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn;
AFDEELING I
1. Schoenpoetser.
2. Verpleegstertje.
3. 't Haantje van den toren.
4. Katuil.
5. Australië.
6. Roodster.
AFDEELING II.
1. a. tot het midden, b. een naam.
c. alles.
2. Pelikaan.
3. Wormerveer.
4. Papavertje.
5. Hét Rietvoorntje.
6. Lampetkan.
Goede oplossingen ontvangen van:
Nevada 6 Uitlooper 6 Klein Duim
pje 5 Graspieper 4 Zinia 4 Vergeet
mij nietje 6 Juffertje Wildzang 6
Alba 6 Kruimeltje 6 De kleine Bak
ker 6 Sneeuwwitje 4 Bloze Krlekske
6 Koekoeksbloem 5
Ballenbreistertje 5 De kleine Vo
gelvriend 6 De kleine Violist 6 Amico
6 Zangvogeltje 6 Wenda 6 Appeltje
6 Appelmootje 6 Krielkip 5 Egmon-
dertje 6 Korenbloem 5 Het Zkan-
dammertje 4 't Epenaartje 4 Het
Rietvoomtje 6 J. Martin 5 Sneeuw
witje 6 Verpleegstertje 6 Doctor
Mystero 5 Koekoeksbloem 6 Mimi
Poesekat 6 Elfenbloempje 6 Zwart
kijkertje 6 De kleine Zeeman 6 Juf
fertje Schrijf graag 6 De Woudloo-
per 6 Korstjesknager 5 Sprinkhaan
tje 6 Het Timoreesje 5 Kleine Ulbo
6 Konijntje 6 Nachtegaaltje 6 Gou
den Regen 5 Bloze Kriekske 6 Pri
mula 6 Graaf Lodewijk 6 Karei I 6
Katuil 5 Paaschhaasje 6 Magnolia 5
Babbelkousje 5 Obione 6 Zevenster
Volkert 6 Boterbloempje 4 Da
miaatje 5 De kleine Kapitein 6
Blauwoogje 6 De kleine Bouwer 6
Poppenverpleegstertje 6 Vice Admi
raal 6 Moeders Kleinste 5 Wipneusje
6 Kerstroosje 6 Zomerbloempje 4
Wielewaal 6 Poesenmoedertje 4
Roodkapje 4 Goudsbloem 6 Goud-
elsje 6 Rekel 6 Klein Duimpje 5
Blondine 6 Jan Steen 6 Frans Hals 5
Leergraag 4 Francis Vere 6 Pinkster
bloempje 5 Wilhelm Teil 6 Vergeet
mij nietje 6 Vloletta 6 Herfstklndje
0 Hardlooper 8 Rozenknopje 6 De
kleine Voetballer 6 Roodsterretje 5
Marinier 64 Vogelkoopstertje e.
GRASPIEPER. Clercqstr. 71 rood
heeft 16 Quakerbonnen en 2 Ver-
pleegster-Drostebonnen en 20 Pad
denstoelenbonnen. Dit alles wil hij
ruilen tegen Sunlight en Vimcartons
1 tegen 1, Paddenstoelen 3 tegen 1.
JOKE VAN DEN BERG, Mlnahns-
sastraat 29 heeft 15 pl. Hoe heet die
vogel? Ze wil er gaarne Hilles kaart
jes voor terug hebben. Rulltijd 's
Zaterdags van 2—5.
COR JONKER, Rollandstr. 18 heeft
1 pl. Roodbandzeep, 7 pl. Kamerpl. 1
pl. Droste-Indië, 1 bon Riazim Emin,
1 bon Melkoman. Dit alles wil hij
ruilen voor Paddenstoelenpl.
RuforiekertjeS'lijst.
841. Joke van den Berg, oud 12 J.,
Mlnahassastraat 29.
842. Jantje Martin, oud 8 jaar, L.
Raamstr. 2.
WEDSTRIJDWERK.
Inzendingen ontvangen van:
Duizendschoontje oud 9 jaar. Bal
lenbreistertje, oud 8 jaar.
i/
j4
/s/
sjf
POLEN
VI.
De eerste serie eigenlijke Poolsche
zegels verscheen in 1919. Deze
vertoonen een grooten adelaar in een
schild, waarboven „Poczta Polska";
in de benedenhoeken in vierkante
vakjes staat 't waardecijfer, waar-
tusschen de naam van de munt
soort n.l. „halerzy". Deze zegels zijn
nog ongetand. Uitgegeven werden:
2 halerzy (grijs), 3 hal. (violet), 5
hal. (geelgroen;, 6 hal. (oranje), 10
hal. (rood), 15 hal. (bruin), 20 hal.
(olijf), 25 hal. (rood», 50 hal.
(blauw), 70 hal. (ultramarijn) en
1 korone .grijs en karmijn). Grootte
van de vakjes 3,2 bij 2,8 c.M.
Gedurende 1919 verscheen nog
een nieuwe ongetande serie in de
muntwaarde fennl en marki. De
fenni-waarde verschenen ln 2 tee-
keningen nJ. een adelaar op een
ovaal schild, waarboven „Poczta",
waaronder „Polska". De waardecij
fers staan aan weerszijden van 't
schild onder Poczta; de andere is
een kleinere adelaar tusschen 2 pi
laren, waarboven de landsnaam.
Onder den adelaar ls de waarde
vermeld.
De markenwaarden zijn In groot
formaat, waarop verschillende voor
stellingen van vrede en oorlog n.l.
korenschoven met sikkel, ploegen
van 't land, waarbij het zwaard ln
den akker is geplant en ruiter. De
waarden zijn: 3 fenny (bruin), 5
fen. (groen), 10 fen. «bruinllla), 15
fen. (karmijn; ,20 fen. (blauw), 25
fen. (olijf), 50 fen. «groen;. Grootte
van de vakjes 2,8 bij 2,3 c.M. 1
Mark «violet), 1 Mark 50 «groen), 2
Mark (bruin), 2 Mark 50 (rood
bruin) en 5 Mark «lila). Grootte
van de vakjes 3 bij 3,4 c.M. Zie voor
de Indeeling 't schetsje.
Rustenburgerlaan 23 8.
Zoek
eens.
Kijk eens welk een prachtig land
schap! Het lijkt wel een prentje
uit Zwitserland, hé? Nu, misschien
is het dat ook wel. Het is in ieder
geval een echte foto van een plaats
die druk door toeristen bezocht
wordt. Wat toeristen zijn weten Jul
lie zeker wel, hè? Neen? Nu, toeris
ten zijn menschen, dlc reizen voor
hun genoegen, louter en alleen om
de natuur te bewonderen.
Hier op dit plaatje staat ook een
toerist Kijk, maar. Hij heeft zijn
wandelstok ln de hand en een si
gaartje in den mond. Hij geniet van
het prachtige landschap en neemt
zich zeker stellig voor hier meer te
zullen komen. Misschien ook staat
hij er wel over te denken e.n bootje
te huren om eens een heerlijk tochtje
over het stille meer te maken
Wat? zie je hem niet? Den toerist
niet? Hij staat er toch duidelijk, het
kleinste kind kan hem zien. Maar ik
kan hem natuurlijk niet aanwijzen,
dus ei zit niets anders op, dan dat
Je maar eens goed zoekt. Dan zul je
hem zeker spoedig genoeg vmcen,
hoor!
Een praatje over gist.
Een Rubriekertje vroeg me, wat
gist eigenlijk was. Wchiu gist ls een
nlantaardlg organisme, 't Ontstaat
ln vloeistoffen, wanneer er sulker-
deelen worden omgezet in alcohol.
De gist, die de bakker en banket
bakker gebruiken, wordt verkregen
in de branderijen, waar spiritus be
reid wordt.
Hoe dat allemaal geschiedt, is niet
zoo gemakkelijk uit te leggen, daar
er verschillende machines bij de be
werkingen gebruikt worden, 't Komt
hierop neer, dat men gerst of rogge
laat ontkiemen door warmte. Hier
wordt een beslag van gemaakt met
oevoeging van roggemeel. Het be
slag wordt gemengd met warm wa
ter. Het zetmeel van de rogge ver
andert nu ln suiker. De suiker lost
op 'n 't water, zoodat men een sui
kerhoudende vloeistof verkregen
heeft.
Deze laat men nu gisten. Door het
gisten verandert de suiker in alco
hol. De gist komt bovendrijven en
kan afgeschept worden. Ze wordt
gewasschen en geperst en moeder
kan ze bij het meel doen om
er lekkere pannekoeken of oliebol
len van te bakken.
W. B.—Z.
DURE TIJDEN IN VROEGER
DAGEN
Af en toe bereiken ons berichten
over de ontzettend hooge prijzen van
allerlei levensmiddelen. Denkende
aan dc dagen van den 80-Jarigcn
oorlog zouden we kunnen zeggen
.niets nieuws onder de zon". Tijdens
Leicesters verblijf ln deze landen,
kostte te Antwerpen een last rogge
f 800.—.
In het Jaar 1546, dat ook voor een
duur Jaar gold, kostte de rogge f 163
het last en 2 Jaar later kocht men
voor hetzelfde geld:
1 last tarwe, 1 last rogge. 1 last
gerst, 1 last haver, 1 vierendeel bo
ter, 1 whippont Specx (van 300 pond)
honderd kazen, een wambuis, 1 paar
schoenen, 1 muts, 1 vet schaap, 1 vat
Jopenbier, een vat Rostocker bier en
dan hield men nog 6 stuivers over
tot Wijnkoop.