FEMINA
MENU.
RECEPT.
Het woord is aan...
HAARLEM'S
DAGBLAD
VRIJDAG
11 APRIL 1930
MIDDAGJAPON
AVONDJAPON
Deze japon Is gemaakt van zwart crêpe
satin. De rok is rondom klokkend met inge
voegde paneelen in het voorpand. Van ach
teren raakt de zoom bij het loopen net den
grond. De ronde hals is zonder garneering.
De mouwen hebben een incrustatie van geel
zijden kant en zijn afgewerkt met een
smalle manchet van dezelfde stof als de
japon.
Deze japon is van witte atlas, zonder ge
bruik van eenige andere stof. Het lijfje, dat
slechts tot het middel komt en lichtelijk over
bloust, is aan den hals afgewerkt met twee
rondgeknipte passen, die boven elkaar wor
den gestikt. De mouw is geheel glad, zonder
manchet en loopt sluitend en nauw toe. Op
de rechterheup is een draperie aangebracht,
klokkend geknipt en ze valt met diepe plooien
even over de heup heen. De zeer lange en
wijde rok zit over de heup glad, doch wondt
later wijd-uit klokkend gemaakt. Aan den
linkerkant een los ingevoegd stuk, afgewerkt
met een vrij groote strik van dezelfde stof.
De rok hangt vrijwel op den grond.
Hoe men de kleuters
bezig houdt.
EEN TAFELVERSIERING.
Het dekken der Paaschtafel vraagt over
eenige dagen weer onze aandacht en niet
alleen de ouderen, maar ook de kleuters
kunnen helpen om de Paaschtafel gezellig
aan te kleeden. Misschien komen er wel
logéetjes of vriendjes en vriendinnetjes op
bezoek en is het dan niet aardig, wanneer
moeder met de kleuters allerlei kleinigheden
voor het komende feestje vast in orde
brengt? Wij kunnen b.v. beginnen met een
aardig mandje of bakje dat met Paasch-
eitjes gevuld kan worden. Naast elk bordje
moet toch zeker een gezellig mandje staan,
dat de kinderen mee naar huis kunnen
nemen. Eenigen tijd geleden heb ik reeds
gevouwen mandjes laten zien, die de klein
tjes zeer gemakkelijk zelf kunnen maken.
Het bakje, dat U nu ziet afgebeeld is uit
crêpe papier verkregen en wel crêpe-papier,
dat in den vorm van bloemblaadjes wordt
uitgeknipt. Het is wel aardig het bloempje
uit twee kleuren crêpe papier te maken.
Maken wij een roosje, dan neemt men rose
en wit, rose voor den buiten- en wit voor
den binnenkant van het bloempje.
Men legt de beide kleuren tegen elkaar
aan en knipt vier stukjes in den vorm van
een bloemblad uit. Men moet vooral de
blaadjes niet te klein nemen. Wanneer
moeder met een potloodje de blaadjes even
aangeeft, dan kan de kleuter de stukjes
uitknippen. Zijn de blaadjes gereed, dan
krult men den zijkant der blaadjes naar den
buitenkant een klein beetje om. Dit om
krullen gaat zeer gemakkelijk met een brei
naald. Men legt het randje even om de brei
naald heen, het opgerolde gedeelte wordt
daarna iets in elkaar geduwd, de breinaald
wordt er uit getrokken en een aardig rand
je is ontstaan. Vervolgens worden de vier
blaadjes even over elkaar heen gelegd en
op een klein rond kartonnetje vastgeplakt.
Men legt wel in den onderkant der blaadjes
een paar vouwtjes, zoodat de blaadjes naar
den buitenkant bol uitstaan en het bloempje
dus een aardiger vorm krijgt. Ook de bin
nenkant wordt daarop met een kartonnetje
beplakt. Nu nog aan den zijkant van het
bakje een groen blaadje bevestigd en ons
roosje is ge-eed om met Paascheitjes gevuld
te worden.
Het modelletje is in de Tijdingzaal van
ons blad te vinden.
W. R.
Met het oog op de komende Paaschdagen
zullen er deze week eenige smakelijke eier-
gerechten beschreven worden. Allereerst dan:
OUEFS POCHéS MET TOMATEN.
4 eieren,
4 sneedjes oud brood,
1 fleschje of blikje tomatenpurée,
boter, zout en peper.
Maak van het brood mooie ronde stukjes
zonder korst, hol ze iets uit en bak ze aan
weerskanten mooi bruin. Maak intusschen
oeufs pochés door de eieren voorzichtig te
breken boven een pannetje kokend water
met zout en ze op een zacht vuur te laten
koken tot het wit doorschijnend is. Schep ze
met een schuimspaan uit het water, leg ze
op de gebakken broodjes waarop eerst wat
verwarmde tomatenpuree is geschept, en
presenteer ze zoo warm mogelijk op een ver
warmden schotel versierd met wat frissche
peterselie.
EIEREN MET KERRYSAUS
4 eieren,
1 gesnipperd uitje,
1 gesnipperde zure appel,
kerry,
3 eetlepels bloem,
2 eetlepels boter.
2Yz dli. bouillon,
wat citroensap,
stukjes oud brood zonder korst,
zout.
Bak appel en ui samen in de boter, doe er
de bloem en de kerry bij en maak met den
bouillon een gebonden saus. Doe er wat zout
en citroensap bij naar smaak en zeef ze. Bak
de stukjes brood en kook de eieren hard.
Snijd de eieren met een draadje overlangs
door, leg op ieder stukje brooci een half ei
en giet wat saus over ieder half ei. Leg de
rest van de saus op het midden van een ver
warmden schotel, schik de eieren er omheen
en bestrooi alles met wat fijngehakte peter
selie.
OMELET MET RHTJM, MARASQUIN OF
KIRSCH,
4 eieren,
poeder- of vruchtensuiker,
geraspte schil van een halve citroen,
boter,
rhum, marasquin of kirsch.
Klop de eidooiers los, doe er de citroen
schil bij, sla het eiwit zeer stijf en vermeng
het voorzichtig met de dooiers. Bak dit
mengsel aan één kant lichtbruin in een koe-
kepan, zet het daarna in den oven om bo
venop gaar te worden, neem hem uit de pan,
sla hem dubbel op een verwarmden schotel,
giet er een theelepel van het smaakje over
heen en bestrooi hem dik met suiker. Dien
de omelet dadelijk op.
EEN WENK OP ZIJN TIJD, VOORKOMT
AKELIGHEID.
Gekleurde kousen en we zien feitelijk
niets anders kan men met een gerust hart
wasschen, zonder verbleeken van de kleur te
vreezen, wanneer men ze een nacht laat
weeken in een warm sopje, waarin men een
paar druppels terpentijn heeft gedaan. Op
elke liter zeepsop doet men een eetlepel ter
pentijn.
De Kinderen
Drie jaar, met een "beker slappe thee in de
handtegen vijf jaar Proost!
Vijf jaar: Ach, doe niet zoo raar, je kan
toch niet proosten met thee. Proosten doe je
toch met icater!
Wttleke is jaloersch. Hi) heeft een groot
moeder, een tante Annie en een broertje
Jopie. Grootmoeder zegt dat ze veel van
Jopie houdt xoaarop Willeke protesteert:
„Grootmoeder houdt een beetje van Jopie,
grootmoeder houdt ook een beetje van tante
Annie hè, maar wat blijft er dan voor Wil
leke over?"
Liesje zit met vader en moeder aan tafel.
Vader zegt dat hij voor zaken naar Londen
moet, ivaarop moeder zegt dat zij dan maar
naar Zwitserland zal gaan.
Liesje neemt daarop demonstratief het
woord, en verldaart: „Ga jij naar Londen?
Ga jij naar Zwitserland? Nou dan ga ik
naar Parijs!"
Geheimpjes van de
Linnenkast.
De linnenkast was vroeger, veel meer nog
dan thans, de trots van de huisvrouw. De
waarde van de huisvrouw werd als het ware
afgemeten naar den omvang en vooral den
staat van nieuwheid en onderhoud van het
linnen in de linnenkast. Maar de verstandige
huisvrouw weet ook wel, dat vakkundig on
derhoud van het linnengoed haar beurs zeer
ten goede komt. Ze moet dan in de eerste
plaats beseffen, dat het linnengoed in een
donkere, koele kast thuishoort, wil het mooi
wit blijven. Dus nooit linnengoed in een kast
met ruitjes en dergelijke fraaiigheden be
waren. Bij opbergen van linnengoed voor
geruimen tijd, denke men er aan dat eerst
alle stijfsel eruit gewasschen moet worden.
Laat men dat erin zitten, dan verrot de
stijfsel en vergaat daarmee het goed. Ook
moet men oppassen, dat de zuinigheid de
wijsheid niet bedriegt, door de linnenkast
planken met kranten te beleggen. De druk
inkt drukt dikwijls op het witte goed over,
en dan is men nog verder van huis. Nu moet
men niet zeggen: Ja, maar wie legt er nu
kranten in zijn linnenkast? Dat gebeurt
meer dan men wel denkt, omdat men in de
krant een afweermiddel tegen de mot ziet.
De motten schijnen namelijk een hekel aan
drukinkt te hebben. Dat zal wel waar zijn,
maar het middel moet niet erger dan de
kwaal worden. Het merken van linnengoed
heeft ook zijn eigenaardige moeilijkheden.
Uitgevloeide letters vormen soms leelijke
vlekken. Daarom moet men. als men gaat
„merken", eerst de letters met een stomp
potlood op het linnen schrijven. Als men
daarna met inkt overschrijft, zal de inkt niet
uitvloeien. En weet U, hoe U op een een
voudige manier kunt nagaan, of een lap echt
linnen is of niet? Door een stukje ervan in
zuivere olijfolie een paar minuten te wee
ken te leggen. Dan tegen het licht houden.
Als het égaal doorzichtig is, is het zuiver
linnen, maar als het lichtelijk ondoorschij
nend is. zit er katoen- dóórheen.
Onze dure mooie kousen.
Vooral onze jonge huisvrouwtjes dragen
tegenwoordig natuurlijk zijden kousen, of
wat daarvoor doorgaat. Maar als de kousen
erg mooi en erg duur zijn is het begrootelijk
om te zien, hoe er soms gaten in komen,
doordat de bovenkant van de kousen niet
sterk genoeg is, om de jarretelles vast te
houden. En als er één steek knapt, hebben
we in minder dan geen tijd een è-jour-kous,
die waardeloos is. We moeten dus onze voor
zorgen nemen. Daarvoor doet men twee
methoden aan de hand. In dc eerste plaats
kan men vierkante stukjes uit den boven
kant van afgedragen, zwaardere kousen (in
dezelfde tint) knippen, en die bovenaan de
dunne kousen zetten, als versterking van de
plek, waar de jarretelles bevestigd worden.
Ook kan men den heelen bovenkant van een
paar afgedragen kousen afknippen, en op de
nieuwe kousen zetten. Op die manier hoert
men niet meer zoo bang voor „laddertjes"
te zijn.
Iets nieuws voor de Boterham.
In den laatsten tijd komt het meer en
meer voor, dat men rauwe havermout eet.
Dit lijkt ons, Hollanders, nogal vreemd, doch
als men even over het idee heen is, kan men
deze recepten niet anders dan een aanwinst
noemen. We laten er hier een tweetal vol
gen:
JUPA. Benoodigd zijn: drie eetlepels
snelkokende havermout, een rauw ei, wat
nootmuscaat, maggi-aroma, tomatenpuree,
een snufje zout, een halve eetlepel boter en
2 a 3 c:tlepels melk.
Dit alles roert men goed door elkaar waar
na men het in een klein pannetje doet en op
een getemperd vuur 2 a 3 minuten flink
roerend laat doorkoken. Daarna neemt men
het van het vuur af en doet het in een
schaal. Nadat de pasta bekoeld is, kan men
het als belegging op een sneedje brood
smeren- Door de tomatenpuree heeft dit re
cept een mooie oranje kleur, wat iemand
eens de opmerking ontlokte, dat deze pasta
goed was voor menschen, die jubileeren, een
soort van jubileum-pasta dus. De tegen
woordige jeugd, dadelijk klaar met verkor
tingen. maakte er toen Ju-pa van. U be
grijpt, sinds dien tijd weten wij niet beter
meer of het is Ju-pa.
Dit recept vervangt ons ontbijt De hier
onder opgegeven hoeveelheid is berekend op
één persoon. Den avond tevoren neemt men
een kopje sne!-kokende havermout en zet
dat met water in de week. Den volgenden
morgen giet men het water van de haver
mout af. Men neme een vrij grooten appel,
die afgewasschen wordt, zoodat de schil
schoon is- Deze appel raspt men nu met
schil en al, tot op het klokkenhuis. Verder
neemt men een halve citroen, die men uit
perst- Met het notenmolentje maalt men
vervolgens drie paranoten, twee okkernoten,
een paar hazelnoten en een paar pindas. Al
de nu gereed gemaakte ingrediënten roert
men op een soepbord door elkaar, waarna
het gereed is
Indien men dit ontbijt, ondanks het
beetje meer moeite, dat het klaarmaken er
van kost, eenige weken achter elkaar trouw
gebruikt, dan zal men ondervinden, dat het
een heiizamen invloed heeft op het geheele
lichaam. Vooral voor kinderen en bloedarme
menschen" is het een ware uitkomst-
EEN EN ANDER OVER MODE.
De mode schrijft voor de afwisseling weer
eens cape-jes voor, alleraardigste, vlugge
dingetjes, die op een koelen voorjaarsdag
bovendien heerlijk rug en bovenarmen be
dekken. en die met hun sierlijke golvende
lijn het echt vrouwelijke silhouet, waarnaar
wij nu allemaal weer streven, accentueeren.
Zij reiken veelal tot de taille op de natuur
lijke plaats, of slechts iets eronder, maar zij
mogen vooral niet lang zijn. Hot cape-je be
hoort bijvoorbeeld bij een rok, laten wij zeg
gen van tweedstof en er wordt een zijden
blouse onder gedragen. Het cape-je is los en
wordt onder het kraagje van de blouse op
enkele plaatsen vastgeknoopt. In een ander
geval is het een met de japon en is hier dan
ook op vastgenaaid: het geheel doet denken
aan een manteljapon zooals die vroeger wel
'gedragen werd. Soms is het cape-je ruim,
soms wat nauwer, het kan zijn met een
kraag of zonder, ook wordt het wel met een
shawl van dezelfde stof gedragen, waarbij
deze shawl al of niet gesloten wordt.
Sportkleeding is dit echter niet: gaat er
daarom niet mee op een fiets zitten of on
derneem er geen lange wandelingen mee
door duinen of bosschen. In het eerste ge
val zal het ding u onzegbaar hinderen als
een vlag die steeds meegesleept moet wor
den, in het tweede loopt ge gevaar, dat het
overal achter blijft haken. Zoo'n cape-je is
goed om mee in de stad door de winkel
straten te loopen of om er in de parken mee
te wandelen.
Een ander modenieuwtje is het gebruik
van ajour-randjes, en wel voor alle moge
lijke versieringen: voor kinderjurkjes, voor
kraagjes voor groote kragen, voor taschjes,
voor avondjaponnetjes, voor vestjes, en al
dergelijke. Vooral aan Zomerkleeding geeft
zoo'n open randje iets erg vluchtigs en
wanneer het dan op een smaakvolle wijze ls
aangebracht, kan het een bijzonder fijn
effect teweegbrengen.
Zoo stel ik mij voor een eenvoudige jum
perblouse zonder kraag, met een ceintuurtje
om het middel en alleen versierd met een
puntig vestje en twee puntige zakjes, beide
In wit of een zacht citroengeel op frisch-
groen bijvoorbeeld. Dit lapje goed voor bel
den is op regelmatige afstanden versierd
Sfi i01^" en met een draad zij of
wol in dezelfde kleur worden vierkantjes ge
vormd op het lapje, dat naderhand schuins
weg verwerkt wordt, zoodat èn vestje én
vierkantjes. ru^esmodel hebben en geen
Ook voor kraagjes en kinderjurkjes leent
het ajourrandje zich uitstekend, hetzij bij
voorbeeld als afwerking aan het kinderrokje
of anders met eenige rijen boven elkaar als
halsgarneering. Er is afwisseling genoeg te
bedenken in zoo'n eenvoudige garneering.
Berthe-kragen zijn ook weer in de mode,
worden zelfs vaak tot de moderne, kleine
cape-jes verwerkt, een verandering, die'
slechts wat meer stof vraagt. De nieuwe
berthe-kraag is echter veelal niet zoo als do
vroegere gerimpelde, maar als wij de af
beeldingen zien, kunnen wij wel nagaan dat
een hoed op- of afzetten niet zoo'n kraag
op de japon óf een onmogelijkheid is, wan
neer de kraag onberispelijk moet blijven, of
een gekrenkte „berthe" tengevolge heeft. Do
kragen die wij hier bedoelen zijn van organ -
di gemaakt: de eene bestaat uit vier lagen,
dakpansgewijze over elkaar heen gelegd en
van voren met vier knoopen. om en om
links en rechts sluitend, dicht gemaakt. Do
andere bestaat uit oen stuk met drie laag
jes schulpen over elkaar: over den rechter
bovenarm valt de kraag zeer laag, aan den
linkerschouder sluit zij met een strik.
Combinaties van tasch en schoenen zul
len ook veel gedragen worden, zij het dan
ook meer voor avondtoiletten. Dezelfde ma
terialen en dezelfde motieven worden in
beiden verwerkt, maar omdat liet voor
avonddracht is. mag de uitvoering vooral
niet te simpel zijn.
Kettingen van verguld metaal, armban
den van gelakt hout, lange colliers van
strass of kristal zijn allemaal modesnufjes
die veel zullen worden gedragen en dan
natuurlijk bij een bepaald japonnetje goed
behooren te passen.
Dat is trouwens met alle sieraden van
dezen tijd hetzelfde: vroeger droeg men een
zoogenaamde „bootjesketting" bij elke ge
legenheid en op elke japon, en dan liefst
nog op een hooge halsboord. Maar de vrouw
van tegenwoordig zoekt de ketting uit bij een
japon, of weet anders in ieder geval wel
degelijk, welke ketting bij welk costuum ?ij
moet dragen om een goed en harmonieerend
geheel te krijgen.
Wanneer u dacht, dat voor dezen zomer
de gewone blouses de eenige mode zouden
zijn, vergist u zich toch: de jumpers worden
nog evengoed gedragen, zij zijn alleen kort,
nauwsluitend en hebben de taille op de
natuurlijke plaats. Kragen hebben die jum
pers niet meer, de halsopening is in v-vorm
of rond en meestal met een smal stukje af
gebiesd. Kleurig zijn zij echter wel, onze
vroolijke sportieve zomer jumpers. Wat vindt
u van een in zwart, wit en lichtgroen of geel.
Het bovenstuk is zwart met een smal ge
kleurd randje, en waar oit heele bovendeel
rond over de schouders loopt, is de ronde
lijn tot onder toe ook in de andere kleuren
volgehouden, zelfs de mouwen: alleen de
smalle ceintuur met gesp onderbreekt deze
ronde lijn in de taille.
Ronde lijnen typeeren trouwens onze han
dige mode:geen strakke hoekige lijnen meer,
alles rond en vloeiend, zooals de klokrokken,
de volants en de ingezette klokpaneelen
aangegeven. Alleen voor sportieve doelein
den zullen wij de meer rechtlijnige model
len nog zien.
E. E. J.—P.
Een smakelijk Koninginnesoepje.
Het is wel niet „echt", maar het lijkt er
veel op, en men kan het goedkoop maken, als
men,toch kip heeft gegeten, wat in dézen
tijd van het jaar nogal eens gebeurt. Laat
in 3 '4 L. kokend water restjes van kip
beentjes, velletjes enz. aftrekken. Los er
daarna nog 4 maggi bouillon blokjes ln op
Verwarm roerend 2 platte eetlepels boter
met 4 platte lepels bloem tot een gelijk pap
je en giet er, onder voortdurend roeren
langzaam 1/4 L. heete melk bij, en ten slotte
de gemaakte bouillon. De soep nog een mi
nuut of tien laten doorkoken, af en toe roe
rend, en eindelijk onder flink roeren in de
terrine met geklopte eierdooier gieten.
Een taschje.
Een eenvoudig, plat taschje behoorende bij
een avondjapon, of anders passend bij een
voorjaarshoed, staat altijd keurig, en wan
neer wij een beetje handig met de naald zijn
is het niet moeilijk zoo'n leuk dingetje zelf te
maken van overgeschoten lapjes stof of van
een apart gekocht, bijpassend lapje.
Maak het taschje niet grooter dan vijftien
bij vijfentwintig centimeter overtrek een stuk
canvas linnen van ongeveer vijf en veertig
bij vijfentwintig centimeter met een lapje
dun flanel aan weerskanten en span hierover
aan de eene zijde het lapje van de stof, aan
de andere een aardig voeringlapje, sla het
geheel in drieën, naai tweemaal vijftien cen
timeter aan weerszijden aan elkaar en
werk de naadjes van het taschje af met heel
dun koord, een draadje zij of iets dergelijks,
strijk de vouw van den overslag er stevig in
en maak het taschje vast met een drukknoop.
Bouillon trekken.
Dat is ook niet Ieders werk. Maar iedereen
kan het leeren, als men naar goeden raad
wil luisteren. In de eerste plaats de verhou
ding van vleesch tot water. Op een pond
schenkelvleesch (runder- of kalfs-) neemt
men 11/2 kan water, met een afgestreken
eetlepel zout, en naar smaak wat peterselie
en selderij. Men moet beginnen mot het
vleesch terdege af te wasschen. Een voor
naam punt is vervolgens, het kerven van
het vleesch. Men kan dat heel goed doen met
de punt van een hakmes, en In alle mogelijke
richtingen. De bedoeling hiervan is, dat het
vleeschnat overal gemakkelijk naar buiten
kan komen. Want daarom is het Juist te
doen! Men zet dan het vleesch op met het
water, zout en kruiden, laat het aan de kook
komen in een goed gesloten pan, die niet te
groot moet zijn, omdat anders nog te veel
kostelijke geuren verloren gaan. Als het
water kookt, zet men het op een lager vuur
en laat het vleesch verder uittrekken gedu
rende eenige uren (minstens 3 uur). De
deksel moet natuurlijk voortdurend op de
pan blijven en het water mag niet te hard
koken, omdat anders het vleeschnat ver
kookt. Het mag nauwelijks aan de kook
blijven. Als het klaar is, wordt de bouillon
door een doek gezeefd, waarna men de geur
nog kan verhoogen, door er een of andere
aroma (twee theelepeltjes maggi of iets der
gelijks) bij te doen. Deze bouillon kan men
dan gebruiken om te drinken, of als grond
stof voor soep of saus. Men dient wel te be
denken echter, dat men den bouillon niet
lang kan bewaren. Dus op een koele plaats
wegzetten.
Mode-silhouetjes.
De détails van onze nieuwe mode.
Als je goed kijkt, zijn er een heeleboel din
gen in de voorjaarscollectlos die van andere
seizoenen afwijken. Op bijna elk gebied is er
„Iets anders" en het loont daarom wel de
moeite, de verschillende onderdeden van
ons tollet even de revue te laten passeeren.
De schetsjes op ons plaatje vereenigd kun
nen daarbij goede diensten bewijzen. Aller
eerst, bovenaan, een bijkomstigheidje: het
halssnoer. De nauwsluitende „halskettingen"
zijn verdwenen. Met de lange lijnen in onze
japonnen, die het meer gracieuse in de mode
accentueeren, kwamen ook de lange snoe
ren. Er zijn 2 gangbare maten: het snoer
van 75 c.M. lengte, dat voor avond- of mid
dagtoilet de juiste maat is, en het snoer van
45 c.M., dat meer bij de sportkleeding past.
Ook ziet men nog veel langere snoeren, die
van achteren even laag hangen als van vo
ren. En nu we het toch zoo'n beetje over
onze hals hebben, vestigen we er meteen de
aandacht op, dat de stijgende taillelijn tot
noodzakelijk gevolg had de hoogere hals:
een kwestie van juiste verhouding dus. Met
de hoogere hals kwam het liggende, ronde
kraagje, dat heel dikwijls in lingerie is afge
werkt. In samenwerking daarmee werkt men
ook veel met drapé. Een en ander wordt
weergegeven door het rechtsche schetsje,
naast het cape-modelletje. O, die cape-jes!
Die kwamen ook mee met de hoogere taille,
en doen heel gracieus, omdat ze by rui
iedereen goed staan! We zien ze momenteel
het meest van „elleboog-lftngte" wat iets
Jeugdigs geeft aan mantels en japonnen.
ZooaLs het plaatje laat zien, worden deze
cape-jes dikwijls zóó gemaakt, dat ze makke
lijk afneembaar zijn, hetzij door ze op jurk
of mantel met knoopjes vast te maken, hetzij
door ze om den hals vast te strikken. Iets
nieuws is dit seizoen: het „capecostume",
in plaats van het „mantel-costume", cape-
jes die tot de heup reiken en gedragen wor
den op pastelkleurige of bedrukte crêpe ja
ponnetjes. We zien ook veel garneeringen
met stiksels. En onze kousen? Huidkleur,
maar dan iets d9nkerder, zoodat ze in goede
harmonie met gelaat en armen zijn.
Gordijnen blijven veel langer schoon, wan
neer men ze stijft, als ze kurkdroog zijn. dan
wanneer men dat doet, terwijl ze nog nat of
vochtig zijn.