BRIEVENBUS
Aan Allen!
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
—ZEEMAN. Marnixstraat 20.
VOGELKOOPSTERTJE. Ik
hoop, dat jij ook heel gezellige
Paaschdagen hebt gehad.
WIM v. d. L. Misichien vallen
jouw Paaschdagen ook nog wel
imee. Was dc receptie gezellig? Door
al deze festiviteiten zal de Paasch-
week heusch nog vol blijdschap
voor Je zijn. Je hebt me op lsten
Paaschdag niet gezien want ik was
.■Uit dc stad.
BALLEN BREISTERTJE. Harte
lijk dank voor die alleraardigste
Paaschkaart. Wat loopt oat lam
metje voorzichtig over de Paas. "v
eieren. Heb jij ze ook zoo mooi ge
kleurd?
KERSTROOSJE. De Paasch
dagen waren niet zoo heel mooi hè?
Maar daarna werd het heerlijk
Lenteweer, 't Hindert niets, of er
geen enveloppe om Je briefje zit.
Wanneer ben je nu Jarig. Ik kan
me best begrijpen, dat Je er heel
erg naar verlangt. Ben Je maar een
dagje In Zaandijk geweest? Die
jonge konijntjes zullen ook wel blij
eijn geweest, toen 't zonnetje ging
•chljnen.
MARINIER. Wel bedankt voor
die alleraardigste Paaschkaart. Wat
la dat een verstandig haasje, dat
al zoo handig kan telefoneeren.
M aar die jongen vond lk toch ook
knap, dat hij de hazentaal kon ver
staan.
VOGELKOOPSTERTJE. Ook
jou dank ik heel hartelijk voor die
allerleukste kaart. Dat stelt zeRer
do Paaschwei voor. Die kuikentjes
zijn echte pretmakers. ZIJ zijn ze
ker ook op dansles geweest, dat ze
eoo goed steppen kunnen.
NEI.LY B. Wat mu betreft,
ïnag je bost zoo Je verkorten naam
onder Je werk zetten. Een schuil
naam is niet noodzakelijk. Ik vind
het leuk. dat je weer tot ons bent
teruggekeerd. Vertel me ln Je vol
gend briefje eens, wat Je tegen
woordig uitvoert. Hoe maken de
broers het? En hoe gaat het met
moeder en met je tante?
MORKOPJE. Wil JIJ voortaan
jo naam onder je briefje zetten? Al
leen op de enveloppe ls niet vol
doende Hoe ls het nu met Je? Je
toennt lang ziek geweest hè en 't
zonnetje bleef ook zoo lang uit. Ik
hoop. dat dit heerlijke Lenteweer-
tje een gezond kopje van Je zal ma
ken. Wat heb je mooi postpapier
yan je broer gehad!
NEVADA EN UITLOOPER. Hoe
hebben Jullie je Paaschdagen door
gebracht? Heb je de bollenvelden
nog bekeken? Geniet maar heerlijk
van de rust. Straks wordt het voor
al voor Nevada weer hard werken
op school. Eijn, dat Jullie zulke
imoote rapporten thuis brachten.
Wat heeft die Johan een prachtig
Cijfer voor zijn gedrag. Flinke jon
gen, hoorl
VICE-ADMIRAAL. Nog wel ge
feliciteerd met vaders verjaardag.
Ik dacht wel, dat Alle lezen en
Schrijven kon. Over een Jaar is ze
net zoo knap als Jij nu bent. Kan
ze ook al fietsen? Hebben Jullie ook
lal plannen voor den fietstocht inde
ryacantic? Heb je nu ook nog ge
fietst?
HET TIMOREESJE. - Deze keer
Zijn de raadsels weer niet moeilijk
hoor. Jij wordt natuurlijk ook
steeds knapper ln 't oplossen. Een
goed Rubrlekertje leest natuurlijk
altijd de heeie Rubriek. Prettig, dat
je van den Zomer Jarig bent. En
groote zus ook. Dan kun Je heerlijk
naar buiten gaan. Ben Je in de
(vacantie nog naar IJmuiden ge
weest? Moeders Spirea zal het nu
wel goed doen. Warmte en water
'doen haar zoo prachtig groeien. De
cactus staat zeker ook fijn in 't
zonnetje. Knappe meld, dat Je zoo'n
mooi rapprt thuis bracht. Ga maar
0oo door!
SPRINKHAANTJE. Misschien
heb Je nu den nieuwen wedstrijd al
In Onze Jeugd gelezen. Je bent ze
ker niet zoo bang voor 't aanstaand
examen, t Doet me genoegen, dat
Je liet zoo fijn vindt ln Onze Ru
briek. Ik schrijf weer gauw een
vervolgverhaal voor meisjes. Je
Raadsels zijn goed. Gezellig hè, dat
grootmoeder zoo lang bij Jullie lo
geert. In mijn nieuwe verhaal vertel
hc ook wat over een lieve grootmoe
per. Je komt zeker nog dikwijls ln
IJmuiden? Er wonen natuurlijk ook
nog oude vriendinnen van je. Kun
je ook zwemmen?
DE KLEINE VIOLIST. Jullie
kunnen niet in alles uitblinken.
Dat verwacht ik ook niet. Deze
wedstrijd zal zeker meer ln jullie
flank vallen. Jullie zijn van die
echte speurders. Bij jullie buiten
groeit zooveel, dat je ook in de
plantenwereld wel thuis zult zijn.
Vind je het bekroonde opstel niet
aardig? Hebben jullie gezellige
Paaschdagen gehad, al was dan ook
geen Paaschweertje?
DE KLEINE ZEEMAN. Hoe
gaat het er nu mee? En wat heeft
eraan gescheeld? 't Is niets erg, als
je niet iedere week de raadsels in
zendt. Hoeveel raadselboekjes heb
Je wel? Als er visitie is, kan jij nog
eens raadsels opgeven. Heb je een
prettige vacantie? Op 30 April krijg
je vacantie, omdat Prinses Juliana
jarig is.
ZWARTKIJKERTJE. Alle be
gin is moeilijk. Deze wedstrijd zal
vast in je smaak vallen. Ik vind
het heel knap, dat Je voor geen en
kel vak een 5 hebt. Wat gezellig,
dat Je op lsten Paaschdag naar den
kleinen Jager bent geweest. Hebben
jullie gewandeld of fyn gespeeld?
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 20.
HAARLEM, 25 April 1930.
Onze Bibliotheek.
De boeken, die ik wensoh te laten
inbinden liggen nu te wachten op
den boekbinder, zoodat we ze binnen
14 dagen, hoop ik weer ln O. B. terug
hebben.
Nieuwe boeken zijn thans weer in
O. B. opgenomen en wel:
Vader Goedhart (7 jaar en ouder)
T. Cooper. De laatste der Mohi
kanen. (10 j. en ouder).
Verder is een tweede deel opgeno
men van Hans Andersen's sprookjes.
Deze twee deelcn, worden als één
boek beschouwd.
Denk er om, boeken mogen niet
langer dan veertien dagen in 't be
zit der lezers blijven.
W. LASSCHUIT.
Gr. Houtstraat 155z.
INSCHRIJVINGSBILJET.
Ondergeteek^nde
(lnv. naam en adres)
wenscht lezer(es) van ..O. B." te
worden en verzoekt om inlichtingen.
We kunnen nu beginnen onze
éénjarige bloemen te zaaien. Vóór
we ze afzonderlijk behandelen,
eerst nog enkele dingen in 't alge
meen.
Bloemplanten zijn meerendeels
teerder dan groenten en clschen
dan ook meer zorg. De grond waar
in gezaaid wordt, moet goed gespit
zijn. Hoe dieper men spit, hoe beter
de resultaten. Zware grond moet
vermengd worden met bladaarde,
turfmolm of Iets dergelijks. Voor
bloemen is zware bemesting geen
verelschte, daar de planten anders
meer blad dan bloem geven en om
de laatste is het toch begonnen.
Zaal vooral niet op beschaduwde
plaatsen, daar de planten dan ijl
opgroeien en slecht bloeien, vaak
wordt te vroeg gezaaid. Door enkele
mooie dagen ln Maart wordt men al
gauw verlokt te beginnen. Meestal
hebben we echter een koud voor
jaar. Daarom is 't geraden het
zaaien tot begin Mei uit te stellen.
Zaaien is lang niet ieders werk,
het moet met beleid geschieden.
Het beste is op regel te zaaien, wat
vooral bij het wieden een groot ge
mak ls. 't Valt dan veel gemakke
lijker de zaadplanten ran het on
kruid te onderscheiden, wat vooral
ln het begin soms heel moeilijk is.
Is het Je niet mogelijk het vaak
heel fijne bloemzaad uit het zakje
gelijkmatig to verdeelen. vermeng
het dan eerst met een weinig voch
tig zand, roer het zaad cr goed
doorheen en strooi het dan uit. Het
mag natuurlijk niet bloot blijven
liggen, het moet met wat aarde be
dekt worden. Over het algemeen
geldt als regel, dat het zaad met
zoo'n laagje aarde bedekt wordt als
de korrels dik zijn. Heel fijn zaad
behoef je dus niet met aarde te be
dekken; het is dan voldoende na de
zaaiing den grond goed aan te
drukken. Het gezaaide wordt heel
luchtig ingehaakt en daarna met
den platten kant van de schop of
met de vlakke hand aangedrukt
Als de zaden op verschillende diep
ten in de aarde komen, zullen ze
onregelmatig ontkiemen en krijgen
we dus planten van verschillende
grootte. Dit werkt zeer nadeeüg,
vooral voor de laatkomers, die door
de andere worden overvleugeld.
Direct na het zaaien mag niet ge
goten worden. Het ls echter zeer ge-
wenscht vóór 't zaaien uitgedroogde
grond meermalen flink te begieten.
Als het water er dan doorgezakt is.
wordt de grond doorgeharkt en ge
lijk gemaakt
Om te sterke uitdrooglng te voor
komen, is het heel goed de bezaaide
plek met takjes te beleggen en
daarover oude matten of iets der
gelijks te spreiden, die des avonds
worden weggenomen.
Eenige namen van éénjarige bloe
men, ook geschikt als snijbloemen.
Zonnebloem (Hellanthus) hoog
pl.m. 2 M., Helianthus cucusserifo-
lius (kleine bloemen 1,5() M.), Cal-
liopsis (1 M>, Cosmos Biplnnatus
(Cosmea pl.m. 1 M.>, Korenbloem
(Centaurea imperialis (één der
mooiste zomerbloemen 0.50 M.),
Papaver Rhoeas (enkelbloenilg 0,50
M Pioenpapaver (dubbelbloemig
0,50 M.>, IJsland papaver «Papaver
nudicaule, overblijvend 0.30 M.),
Scabiosa (0,75 M.), Zinnia elegans
(0,60 M.), Struisveder asters, Ko
meet asters, China asters (enkel-
bloemig 0,4o M.), Goudsbloem «Cal-
lendula offlcinolis 0,30 M.) Satijn-
bloem (Dimorphoteca 0,25 M.),
Slaapmutsjes (Eschscholtzla 0,25
M), Afrikanen (Tagetes, hoog 0,50
Mlaag 0,25 M., Oost-Indische kers
«Tropaeolum najus nanum, zonder
ranken 0,25 M.).
TUINIER.
HET SPROOKJE VAN DE VIJF
BROERS.
W. B.Z.
Een vader had vijf zoons en toen
ze eens op een zomeravond bij el
kaar zaten, zei de jongste zoon:
„Als ik groot ben. word ik timmer
man. Dan bouw ik aardige vroolijke
huisjes."
„Waarom huisjes? Je moet
kasteelcn en paleizen bouwen", zei
de tweede. „Als ik groot ben, word ik
architect en ik maak grootsche ont
werpen."
„Wat heb je aan ontwerpen?",
riep een derde zoon. „Dat zijn maar
nietszeggende teekenlngen. Als ik
groot ben, word ik fabrikant van
bouwstecnen. Jullie moet bij mij
komen om materiaal. Zonder mijn
bouwsteenen, komt niets tot stand."
„Een toontje lager broer", meng
de nummer vier zich nu in het ge
sprek. „Om huizen te bouwen Ls
meer noodlg dan steenen en kalk.
Ik word grondeigenaar. Bij mij
moet Je komen om bouwgrond te
krijgen."
„Dan kunnen wij vieren later sa
menwerken om iets goeds tot stand
te brengen", zei de eerste een
voudig.
Toen wendde hij zich tot den
oudste en vroeg: „Wat wou jij
eigenlijk worden?"
„Ik? Ik ga niets doen. Ik ga na
denken over 't verkeerde, dat in de
wereld is."
De vier broeders keken elkaar
glimlachend aan. Ze begrepen dien
vreemden oudsten broeder niet.
Knap was hij zeker. Veel en veel
knapper dan zij.
Do jaren verliepen. Do kinderen
werden menschen. De vijf broeders
waren groot geworden en hadden
zich een weg door 't leven gebaand.
De ouders waren overleden en 't ge
beurde slechts zelden, dat het vijf
tal tezamen was. Hun idealen wa
ren in vervulling gegaan.
't Was weer op een mooien zo-
moravond, dat de jongste, die ztfn
koperen bruiloft vierde, de andere
broeders bij zich noodigde. In 't
oude dorp was hij timmerman ge
worden. Oud en jong hield van
hem. Voor oud en jong stond hij
klaar. Waar vroeger een oud bouw
vallig krotje stond, was nu een neb
huisje verrezen. Groote, deftige hui
zen waren er maar weinig in 't klei
ne dorp. Doch in de omgeving ver
rezen moderne villa's van vreem
den bouw.
En nu de broers zoo bij elkaar za
ten, zei de tweede:
,,'t Is gegaan, zooals wij beiden
wenschten. Jij bouwde voor de klei
nen, ik ontwierp de nieuwe villa's
voor de grooten. Straks zal ook
mijn eerste kerk verrijzen."
„En Je hebt mijn bouwsteenen
gebruikt", zei de derde.
„Zelfs over de grenzen zijn ze be
roemd."
,,'t Was een geluk, dat ik hier zoo
bekend was", zei nu de vierde zoon.
„Den grond heb ik me voor een klein
prijsje kunnen koopen en jullie heb
ben er voordeel van gehad."
De vijfde zweeg weer. HIJ zag er
niet zoo gelukkig uit als zijn broers.
Het oude vrouwtje, dat gebak en
koffie bediende, keek hem bezorgd
aan. Ze had gedacht, dat dc oudste
de beroemdste zou worden. Mis
schien was hij ook wel de be
roemdste. Maar de gelukkigste was
hij zeker niet.
Over 't gezicht van 't oude vrouw
tje gleed een blijde glimlach. Tien
jaar geleden woonde ze ln het oud
ste leelijkste huisje van 't dorp. Op
een stormachtigen nacht sloeg een
stuk van 't dak weg. Toen kwam de
jongste broeder eens kijken. Als een
angstige vogel zat ze met haar zie-
kelljken man in een ver hoekje. Wat
oude lappen moesten de ergste kou
buiten houden.
„Ik kan jo dak niet meer maken,
moedertje", had hij gezegd.
Bezorgd had ze hem aangestaard.
Waar moesten ze heen? Wat moest
er van hen worden?
Natuurlijk had hij de angst in hun
oogen gelezen.
„Er Is voorloopig wel een plaatsje
voor jullie ergens anders," had hij
gezegd. En toen ze van schrik hun
hoofden nog meer gebogen hadden,
had hU vroolijk beweerd: „Over een
jaar staat liier op deze plaats een
nieuw woninkje. Ik zal 't. bouwen. En
hij had zijn belofte gehouden. Maar
't mooiste kwam nog. Toen ze hem
haar linnen zakje met spaarpennin
gen bracht, had hij ze geweigerd.
„Gebruik ze zelf vrouwtje, of geef-
ze a:in een ongelukkig mensch."
Niets schoot er voor haar over,
dan om hem te dienen, haar leven
lang.
En 't geld rustte nog steeds in
het zakje.
„Hoe ls 't jou gegaan?" vroeg nu
do jongste aan den oudste.
„Slecht, was 't sombere antwoord.
„Ik heb. veel ellende gezien, veel
slechtheid, maar niemand is er mij
dankbaar voor. Ik heb geen vrien
den, ik bezit zelfs geen geld. Ik heb
geen ambacht geleerd en lk weet ook
niet, hoe ik verder de wereld door
zal moeten komen."
„Ontmoette Je nooit een edel
mensch?" vroeg de tweede
„Als lk er maar één ontmoet had,
zou lk de wereld anders bezien. Zou
ik weer gelooven kunnen aan 't ge
luk."
De droeve woorden deden de brui
loftsstemming tanen. Vroeger dan
men gedacht had, ging men uiteen.
De oudste zoon was de laatste, die
't huis verliet. Hij had in de tim
mermanswoning kunnen overnach
ten. Maar hij had niet gewild. Waar
de vroolijkheid was, hoorde hij niet
thuis. Nu slenterde hij naar den klei
nen dorpsherberg. Achter hem klon
ken haastige voetstappen.
„Meneer!"
Een oude gerimpelde hand greep
de zijne.
„Ik zal u een geschiedenis vertel
len. zei het vrouwtje.
Het kleine arme vrouwtje vertelde,
wat de Jongste zoon eenmaal voor
haar deed. En terwijl ze met beven
de stem sprak over haar geweigerd
geld. stopte ze hem het linnen zakje
ln de hand met de woorden: „Neem
gij het in zijn plaats en begin er een
beter leven mee. Voor hij haar be
dank '--«n, was ze al verdwenen.
En hij streek met de hand over 't
voorhoofd en zei metdankbaren
stem: Ik heb een edel mensch op
mijn weg ontmoet. Zij heeft me
doen inzien, dat gelukkig-maken
gelukkig-zijn is. Ik zal de hand aan
den ploeg slaan, niet alleen denken,
maar doen."
Straks heeft er in ons kleine
landje een groote gebeurtenis
plaats, die zeker in gansch Europa
bekend zal worden. Ik bedoel de
opening van de slulswerken te
IJmuiden.
Op 29 April zal dit plaats hebben
in tegenwoordigheid van onze ko
ningin. Misschien hebben jullie ln
deze vacantie al eens een kijkje ge
nomen. Zoo je het nog niet gedaan
hebt, doe het dan toch vooral. Let
dan vooral eens op de stalen sluis
deuren. Deze deuren hebben een
kapitaal gekost. Per stuk 300 dui
zend gulden. Zt zijn dan ook even
tjes 20 M. hoog. 53 1/2 M. lang en
7 1/2 M. dik. Reken jullie nu maar
eens de oppervlakte uit. Dat ls een
mooi examensommetje. Aan iedere
deur zijn ongeveer 255 duizend klink
nagels verwerkt. Een gedeelte van
de bovenzijde is waterdicht en
vormt met de zijwanden een zooge
naamde luchtkist, waardoor de deu
ren kunnen drijven. Deze deuren
zijn dan ook ln d rij venden toestand
gesleept van Rotterdam, waar ze
gemaakt zijn, naar IJmuiden.
Het geheele bouwwerk heeft 15
milliocn gulden gekost. Het eerste
groote zeeschip, dat in 1930 door de
nieuwe sluis ging, was de Grotiu3
van de Maatschappij Nederland en
wel op 28 Februari. En op 13 Maart
ging de Johan van Oldenbarneveldt
er door voor een proefvaart op de
Noordzee.
Waarom was die nieuwe sluis
noodig? vragen jullie allicht. Om
dat de schepen steeds grooter ge
bouwd worden. De sluizen van
IJmuiden hebben in den loop der
tijden vele veranderingen onder
gaan, telkens om dezelfde reden.
Laten we even een eeuw terug
gaan. De Amsterdamsche kooplie
den begonnen de noodzakelijkheid
in te zien van een goeden vaarweg
naar de Noordzee. En zoo kwam in
1825 't Noord-Hollandschkanaal tot
stand. Schepen van 64 M. lengte en
5 M. diepgang konden daarin wor
den toegelaten. Toch voldeed het
niet, omdat er steeds grooter sche
pen gebouwd werden. Toen kwam
een plan om in Westelijke richting
een waterweg te zoeken.
3 Nbvcmber 1876 werd het Noord
zeekanaal plechtig en feestelijk ge
opend. Aan de nieuwe Noordzee
haven werd toen de naam IJmui
den gegeven. De schepen werden
steeds grooter, bereikten al een
lengte van 150 M., terwijl de sluis
maar een schutkolklengte had van
119 M. Deze groote schepen konden
er nu alleen maar door bij gelijk
water. Daarom was in 1896 een
nieuwe sluis klaar, die toen de groot
ste der wereld was en 225 M. schut
kolklengte had. De zeekasteelen
namen nog steeds toe ln omvang
Tenslotte werd weer een comité
benoemd dat drn raad gaf om te
IJmuiden een nieuwe slults te bou
wen met een schutkolklengte van
360 M., 't Bleek nog niet voldoende
te zijn. In Januari 1917 werd er be
paald dat er een nieuwe schutsluis
met 400 M. afmeting zou gebouwd
worden. Het grootste schip, dat
thans in Engeland in aanbouw ls.
krijgt een lengte van 335 M. Dit zal
het grootste schip zijn. dat ooit
gebouwd is. Onwillekeurig vragen
we ons nu af: zal 't het grootste
blijven en zal er ln later Jaren geen
grooter sluis noodig zijn?
W. B. Z.
door W. B.—Z.
Jan, maak nu je sommen klaar,
Want Toos vind Je heusch heel naar.
Zij wou juist gaan teekenen,
Toen Jij zat te rekenen.
O, die Toos
Kijkt zoo boos.
Ik maak even 't kaartje af.
In het boek, dat Pa me gaf.
Dan mag zus gaan tcckenen,
En ga ik weer rekenen.
Dan is Toos
Niet meer boos.
De Sneeuwkoningin.
Sprookje van HANS ANDERSEN
naverteld door
W. B.—Z-
1)
Er was een booze toovenaar.
Die had een spiegel, o zoo raar,
Al 't mooie dat er was bleef klein.
Alsof daarvoor geen plaats zou zijn.
Maar, al wat leelljk was en slecht,
Dat kwam Juist heel goed tot zijn
recht.
De toovenaar was eens gaan vliegen
Hij wou de zon nu graag bedriegen.
Want wat zoo'n zonnestraal wel leek,
Wanneer die in den spiegel keek
Maar toen gebeurde er iets raars.
En voor den toovenaar heel naars.
De spiegel viel pats op de aarde
Verloren was zUn groote waarde.
In duizend stukken viel hU neer
Waar kreeg hU ooit zoo n spiegel
weer?
De wind blies met een harden ruk,
Wierp daar een scherf en daar een
stuk.
Hier was een man. die nam het op.
Maar ach, 't was eigenlijk een strop.
Al 't mooie zag hU klein en naar,
En 't leelUke was wonderbaar-
Zoo groot en grof. zoo koud en ruw.
Dat hij vaak dacht: Wat ls dat nu?.
Is dan de wereld toch zoo sleoht?
Dan komt er nooit lets van terecht.
Het spiegelglas bracht geen geluk,
Maar bracht veel zorgen, leed
en druk.
Er woonden In een groote stad
Twee kinderen, arm en als een achat
Bezaten ze een kleinen tuin
Vlak achter 't mooie blonde duin.
Ze waren alle dagen saam.
En Kal en Gerda was hun naam
Die tuin, 't was maar een houten bak
Gevuld met aarde en wat groen,
Wie arm was. moet 't daarmee doen.
Die bakken stonden in een goot
En waren beide even groot.
Het straatje was heel nauw en
klein,
Maar Kai en Gerda vonden 't fUn.
Ze waren nu dicht bij elkaar
En zaten op een bank, 't Ls waar.
Vlak bij hun kleinen mooien tuin.
En tuurden naar 't blonde duin.
Maar 's winters was de vreugde uit
Bevroren was dan vaak tie ruit.
Soms viel de sneeuw zoo stil en zacht
't Leek een witte schapenvacht.
Dan kwam Kai vaak bij Gerda
spelen,
Alleen ging hij zich steeds vervelen.
Als het donker werd daar buiten.
En 't gordijn viel voor de ruiten.
Dan ging grootmoeder mooi verhalen.
Van feeën, elfjes, wonderzalen.
Eens zei ze: Zag je straks die
vlokken zweven.
't Leken bijen, die heusch leven.
En één was ook de koningin,
Die had in 't vliegen juist veel zin.
Zij kijkt vannacht hier door de
ramen.
En dan, dan noemt ze zacht de
namen
Van allen, die hier binnen zijn
Dan teekent ze haar bloemen fijn
En zilverwit met dunne veeren.
„O, 'k wou dat ze hier binnen kwam','
Zei Gerda zacht „en dat ze mij een
bloempje bracht."
„Neen kind." zei grootmoe toen
„Wat moet de koningin der sneeuw
hier binnen doen?'s
„Ja. als ze kwam," zei Kal
„Dan smolt ze bij het vuur,
En leefde, ls 't niet grootmoe, ze
leefde nog geen uur."
Kai moest naar huis, 't was tUd van
slapen.
Ook Gerda begon reeds te gapen.
Kal dacht: 'k Kijk thuis nog door
de ruiten,
Misschien valt cr nog sneeuw daar
bullen.
Ais dan de sneeuwkoningin eens
kwam.
En mij eens met haar mede nam?
O kijk. daar zag hij vlokken vallen.
Ze blijven liggen met z'n allen.
(Wordt vervolgd)