H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN BINNENLAND DE WEG TOT HET HART HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 29 APRIL 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Zozo en Bricolette naar het Fransch door ADRIEX VcLY. De revue, die reeds eenige maanden met succes op de affiches van Paradisia prijkte, zou vervangen worden door een ander werk van gelijken inhoud. Voor dat de repetities hiervoor een aanvang zouden nemen, riep de Directeur het geheelc bataïllon graeieuse vrouwtjes ten tooneele bijeen en deelde hun het volgende mede: „Mesdames et Mesde- moiselies, gc hebt allen, zonder uitzondering In uw verschillende rollen, hetzij grootere of kleinere, groote voldoening geschonken. Ik wil hiermede zeggen, dat het mijn vurige wensch zou zijn. dat het gezelschap intact kon blijven. Maar gc weet allen, dat het pu bliek steeds wat nieuws vraagt, dus moet er een ander werk op het repertoire komen, wil mijn succes blijvend zijn. U allen aan te houden, zou mij dan ook geen voordeel brengen Ge zijt allen Intelligent genoeg en te veel Parisienne, om een dergelijke moei lijke situatie niet onder de oogen te willen zien". Ou de bekoorlijke gezichtjes was een ont stelde uitdrukking merkbaar. Dit was een formeel ontslag, waartegen niet viel te pro testeeren. De Directeur ging voort: „We zijn dus wel genoodzaakt afscheid te nemen tenzij.. (Een siddering van hoop en nieuwsgierigheid voer door de aanwezigen. Want er zou misschien nog één middel zijn om den toestand te redden). „Ge draagt al len, Mesdames et Mesdemoisclles, heel aar dige namen, echte thcaternamen. die in het gewone leven «iet voorkomen en die ik weet, clat ge gaarne behoudt, ook, omdat ge ze zelf bedacht hebt. Hiervan nu zult gc afstand moeten doen en u een anderen moeten be rdenken, wil het mogelijk zijn u allen opnieuw te engageeren. Ge begrijpt wat ik hiermede zeggen wil? Dat de affiches geheel zullen worden gewijzigd en al jullie nieuwe namen er mot groote letters op komen te prijken. Dan is aan den oisch van het publiek weer voldaan en kunnen we bijeen blijven. Dus, bedenk je een nieuwen naam, beste kinde ren, en ge kunt blijven. Jullie ziet dus, dat jk nog niet zoo kwaad ben. als ge veronder steld hadt, en dat ik niet anders dan ons aller belang beoog". Een goedkeurend gemompel en een be scheiden applaus vergezelde deze vriende lijke en welgemeende woofden. De rust was weergekeerd. Veranderen van naam was het ergst nog niet, en enkelen vonden het zelfs grappig Geen van haar allen onttrok zich dan ook aan deze kleine verplichting. Een van de persoontjes, die zich wel het meest beijverde zich een nieuwe persoonlijk heid te scheppen was zeker wel Suzanne Falot, die den naam „Zozo" droeg, welke met groote letters op de affiches en do program ma's te lezen stond. Deze naam die haar in principe erg had aangestaan, omdat hij zoo origineel on aardig was had haar een on aangenaamheid bezorgd, die ten laatste in ergernis eindigde. ledoren avond voor het, scherm opging, vond Mile Zozo in haar loge oen ruikertje bloemen liggen, dat een vurig bewonderaar en geregeld bezoskor van liet theater aan haar adresseerde. M. Achiile Leneuf 93 rue Rossini werd niet moede Mile Zozo steeds weer zijn huldebetuigingen aan te bieden en haar om een rendez-vous te verzoeken, hoewel hij nooit van Mile Zozo ejen enkel woord van dank of ook maar een kleine aanmoediging had ontvangen. Daarom deed zij dan ook met vreugde afstand van dien naam, waarvan ze werkelijk hinder on dervond. Na een overpeinzing van ongeveer een half uur, kwam zc op het idoe zich Bricolette te herdcopcn, welke naam hanr een gelukkigen inval toescheen. Wanneer de eerste voorstel ling zou plaats vinden van de nieuwe revue en Mr. Leneuf zou den naam „Zozo" niet meer op de affiches zien staan, dan zou hij, dacht ze. vanzelf wel ophouden met zijn trouwe bezoeken en voortdurenden attenties, on mocht hij er toch mede doorgaan, dan zouden hem de bloomen worden teruggezon den met de mededeeling. dat Mile Zozo niet meer aan het theater verbonden was. Toen ze de eerste avondvoorstelling haar loge binnenging zag ze eon bouquet bloe men liggen, geadresseerd aan Mile Bricolette en vergezeld van een briefje, waarin Mr. Achiile Leneuf zijn oprechte bewondering te kennen gaf voor haar fijn en arstLstlek spel en dat het zijn vurige wensch zou zijn een onderhoud met haar te hebben. Voor de eerste maal gooide ze den brief eens niet boes weg. Hoe kon mr. Leneuf weten, dat Bricolette en Zozo dezelfde persoon was? Ongetwijfeld was hij den vorigen dag bij de generale repetitie geweest en had hij uit het programma afgeleid dat Zozo van naam verwisseld had. In ieder geval en op welke manier hij ook was ingelicht, deze laatste nieuwe bloemenhulde getuigde toch van een bijzondere toegenegenheid en een ware standvastigheid. Suzanne was er, ondanks zichzelf, door getroffen. En iederen avond ontroerde het haar sterker, wanneer de bloe men voor haar gebracht werden. Langzaam groeide in haar 'net verlangen, dien geheim- sïnnigen en geduldigen aanbidder eens te leeren kennen. Ook gaf ze toe, zonder een enkele bijbedoeling, aan den drang harer nieuwsgierigheid, zoodat ze hem op zekeren dag schreef, gaarne gevolg te willen geven aan zijn verzoek met hem te willen dmee- ren. M. Achiile Leneuf zag er noch goed, noch slecht gekleed uit. Ook viel hij op het eerste gezicht Suzanne niet tegen. Het was iemand dien men eens eenige malen meet moest ont moet hebben, om er een juist oordeel ovei- hem te kunnen uitspreken. Na de eerste ken nismaking begon ze al spoedig het onderwerp aan te roeren, dat haar bijzondere belang stelling had. „U heeft geen oogenblik geaar zeld, zoo ving ze aan. om de bloemenhulde die steeds voor Mile Zozo gekomen was nu aan Mile Bricolette te offreeren." „Wie heeft u hierover zoo goed ingelicht? Dat kan niemand anders dan Mile Zozo zelf gedaan hebben." „Ja, zijzelf heeft het me gezegd," zei Suzanne glimlachend. „Dat spijt me heel. hee,l erg", antwoord de M. Leneuf. Hij scheen een beetje ont hutst en ging na een oogenblik zwijgen ver der: „Ja, heel onaangenaam vind ik dat. Wat moet u wel van me denken? Mile Zozo had beter gedaan, me voor haar vertrek niet te verraden, omdat ze zich nooit verwaardigd heeft te antwoorden en ik geloof dat ik wel goed zie. dat u alleen met me heeft willen kennismaken, om u over me te amuseeren en den spot met me te drijven". Suzanne verbleekte. Ze raadde maar al te zeer de teleurstellende werkelijkheid. Ze mompelde: „Toch, wanneer u Zozo maar oens wat liever had aangekeken Mr. Leneuf antwoordde, hoe langer hoe meer in verlegenheid gebracht: „Ik zie wel in. dat ik u alles naar waarheid zal moeten vertellen, omdat u me verkeerd begrijpt. Ik bezoek bijna nooit een theater, omdat me dit te veel vermoeid. Slechts dan, wanneer ik op een affice den naam van een actrice ont dek, die me bijzonder interesseert, ga ik er heen en schrijf ik haar een briefje. Het is een soort van sport. O, ik ben er zeker van, dat u me een eigenaardig type zal vinden. Maar een dergelijke teleurstelling zou niet hebben plaats gevonden, wanneer Mile Zozo nu niets verraden had." Suzanne was verpletterd. Wat, wij dus steeds voor een vleiende en waarachtige standvastigheid had aangezien, was niet anders dan een exentrieke gril, die met toe genegenheid niets te maken had. Met tranen van woede in de oogen riep ze uit: „Maar Zozo ben ik zelf! Ik had alleen van naam verwisseld". „Wat zegt ge me nu? En waarom hebt ge dan eerst nu aan mijn verzoek tot kennis making gehoor gegeven?" „Omdat Ik eerst nu het bewijs meende te hebben ,dat ge Zozo in ernst liefhad, want ik had vermoed dat ge mijn nieuwen naam had weten uit te vorschen en uw groote standvastigheid had me de overtuiging ge schonken. dat ge me een groote genegen heid moest toedragen. Doch niets is minder waar. Vaarwel, mijnheer!" En terwijl ze vlug wegliep, constateerde ze plotseling, dat ze zou kunnen schreien van verdriet. TOESPRAAK VAN DEN PAUS OVER ENGELSCHE ZENDERS. Op Zondag 29 Juni a.s. zal de Paus ter gelegenheid van den feestdag van St. Petrus cn Paulus een toespraak houden voor den microfoon van den kortcgolfzender, die in de Vaticaanstad is opgesteld- Luisteraars, die niet in het bezit zijn van een kortegolf- ontvanger zullen deze bijzondere uitzending waarschijnlijk toch kunnen hooren. daar de B. B. C. liet plan heeft de toespraak over haar zenders opnieuw door te geven. HET WEELDERIGSTE DER KANAALSCHEPEN. DE „AMSTERDAM" VAN DE HARWICH-LIJN. Zaterdag is te Rotterdam uit Engeland aangekomen het nieuwste schip, waarmee de London and North Eastern Railway haar vloot van den dienst Hoek van Holland Harwich onderhoudende schepen heeft uit gebreid, de „Amsterdam" en Zondagmiddag heeft een bezichtiging plaats gehad door vertegenwoordigers van een aantal Neder- landsche bladen. Wij moeten zeggen, dat wij dit nieuwe stoomschip, dat, aan de Parkkade, gemeerd, zich ten zeerste in de belangstelling der Rotterdammers mocht verheugen, met ge noegen bezichtigd hebben. De „Amsterdam" is het laatste van een drietal nieuwe schepen, die de Engelsche Spoorwegmaatschappij ten koste van groote financieele offers aan haar vloot heeft toege voegd, de „Vienna", de „Prague" en dit schip. En omdat de ..Amsterdam" het mooiste is van deze drie, die de grootste en weelderig ste stoomschepen zijn van alle Kanaal booten, was zij zeker wel bijzondere belang stelling waard. De schepen meten elk 422Q ton. bij een lengte van 366 voet en een breedte van 50 voet. Het spreekt vanzelf, dat booten als deze, die een nachtdienst onderhouden anders in gericht zijn dan gewone passagiersschepen. Het voornaamste is op den Hoek van Hol landHarwichlijn de slaapgelegenheid en naar wij geconstateerd hebben is daaraan inderdaad alle zorg besteed. In elke passage Is de hut inbegrepen, dat wil zeggen een binnenhut Voor een „buiten hut", die tegen den wand van het schip is gelegen wordt een toeslag betaald. Deze buitenhutten zijn dan ook lichter en frisscher dan de binnenhutten. Bedompt is het echter nergens, want dit is juist, de groote aantrekkelijkheid van deze boot: in ieder compartiment is een ventilator, die volgens nieuw systeem werkt. Geen fan en geen luchtkoker, doch een blaasmond, die naar believen koude lucht, warme lucht of gemengde lucht in de hut blaast. Daardoor is de moeilijkheid van een onaangename temperatuur of slechte atmosfeer in de hutten ten eenenmale opgelost en het eenige bezwaar, waarover de directie nog klachten boreikten is ondervangen. De „Amsterdam" is het allereerste schip, dat met dit. nieuwe luchtververschingsstelsel is toegerust. De blaasmonclen bevinden zich in de salons, in de gang-en, in alle afdeellngen, eerste en tweede klasse. Zij zullen vooral 's zomers, wanneer men ze op „koud" zal zetten uitstekende diensten bewijzen. In de hutten op de vier dekken zijn 450 eerste klasse en 104 tweede klasse bedden. Voor het systeem van 4-persoons hutten is dat van twee-persoons in de plaats gekomen. De cabines zien er zeer comfortabel uit, men heeft nu oens gedacht aan het aanbrengen van allerlei accomodates die gewoonlijk aan de aandacht van den Inrichter ontsnappen, zooals een horloge-hanger boven het bed, een lampje om in bed te kunnen lezen. Men liet ons ook de luxe-hutten zien, weelderige salonnetjes, die in ruimte bijna niet voor een hotelkamer onderdoen en in pracht van inrichting zeker de allerbeste hotels evenaren. In de allermodernste stijl is de „Amster dam" niet ingericht, doch de interieurs zijn van een rustige voornaamheid, een indruk, die vooral gevestigd wordt door de zachte pastelkleuren van de bekleedingen, en de diepe glans van het kostbare Hardwood waarvan de betimmeringen zijn. De eerste klasse-salon, tevens rookkamer bijvoorbeeld is uitgevoerd in Louis XVI-stijl, door de werking van indirect licht zijn nieuwe effecten verkregen. Door een combinatie van eetsalons, res tauratie en rooksalon naast de groote ves tibule, iets nieuws, is tegemoet, gekomen aan de bijzondere eischen, welke het Hook van HollandHarwich verkeer stelt. In de dames-salon eerste klasse valt een Hollandsche schouw te bewonderen. Een gedachte, die navolging verdient is ook die van het. vestigen van een kleine toko op het promenade-dek. De passagiers kunnen er alles krijgen, waaraan een reiziger op een gegeven oogen blik behoefte kan hebben, van een prent kaart of oen doosje sigaretten tot een veter toe! En dan is het reddingsmateriaal op deze boot zeer goed. Er is een groot aantal sloe pen en voorts staan aan dek dc reddings- banken. die in goval van nood over boord ge zet, drijvende blijven, zoodat schipbreuke lingen er zich aan kunnen vastklampen of er op kunnen blijven zitten. Verschillende maatschappijen, waarmee dc London and North Eastern in relatie staat hebben van haar belangstelling doen blijken door schenkingen. Zoo boden de Nederland - sehe Spoorwegen twee schilderijen aan, die in'de halls geplaatst zijn. beide voorstellende stadsgezichten van Amsterdam. En de maat schappij „Zeeland" waarmee voor sommige gevallen belangengemeenschap is aan gegaan, schonk een karpet met het wapen VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1580 NUMMERS Vader gaat naar de deur en vindt een be zorger. die weten wil, waar no. 187 is wijst hem terecht, een van de nieuwe hui zen, vier straten verder en er staat nog geen nummer op gaat naar bannen, de bel gaat weer en mompelend, dat ze I een paar informeert eerder de nummers I of hü ze kan terecht, op huizen behoorden I wijzen naar no. 214 te zetten J zegt dat het da ar en daar is en er staat een nummer op, maar dat is zeker docr de klimop niet te zien merkt tegen moeder op, dat het erg ver delend wordt, je krijgt geen minuut rust de bel gaat weer en er is een bezorger die naar no. 36 vraagt, wat vadcr's eigen huis is herinnert zich dat het nummerbordje er on langs afgevallen is en keert zwijgend naar de kamer terug, (Nadruk verboden.)' van de stad, waaraan het schip zijn naam dankt. Zoo zijn de reizigers, die den plas over steken in alle opzichten gediend door de toe passing van nieuwe techniek en nieuwe vin dingen op scheepvaartgebied. Ais dit gedrukt is heeft de „Amsterdam" reeds zijn eerste passagiersreis naar den overkant gemaakt. ZAANDAM'S MILLIOENENSCHAT WAT BURGEMEESTER TER LAAN ONS ZEIDE. Wij hadden Maandagmorgen nog een on derhoud over de Zaandarnsche schat met den burgemeester van Zaandam, den heer K. ter Laan, dien wij Vrijdag wegens zijn uitstedigheid niet te spreken konden krijgen. Burgemeester Ter Laan vertelde ons: Eenige dagen geleden kwam een Amster- damscvh apotheker, een vroegere Zaankanter, bij mij die mij meedeelde, dat eenige Diiit- schers een oud testament gevonden hadden, waarin vermeld stond, dat te Zaandam een schat moest berusten van vele tonnen gouds. Namens dc Duitschers werd verlof gevraagd om een onderzoek tè mogen instellen. Ik heb de zaak in het college van B. en W. gebracht en hier evenmin als bij mij bestond bezwaar om het onderzoek te doen plaats hebben. Vorige week zijn toen drie Duitschers hier gekomen met een dame, die zeide een Oos- tenrijksche gravin te zijn. Deze dame wees zeer pertinent als de plaats waar de schat zou verborgen liggen het terrein aan achter de schutting, waar de nieuwe straat zat ko men. Dat deze straat juist zal worden aan gelegd en de oude stalhouderij, die er stond gesloopt zal worden is een zeer gelukkige omstandigheid, daar anders het begeerde goud wellicht nooit zou kunnen worden ge vonden. Omdat de Duitschers zoowel als de dame een alleszins betrouwbaren indruk maakten is daarna het. verlof om in gemeentegrond te graven verleend. Daaruit mag echter niet opgemaakt wor den, aldus de heer Ter Laan, dat ik aan het bestaan van de schat geloof. Wat de oudheidkundige waarde van het gevondene betreft, daarover durfde de bur gemeester geen oordeel uit te spreken. De fundamenten zijn nog niet voldoende bloot gelegd om vast te stellen of zij inderdaad van een kasteel afkomstig zijn. Is er verder gegraven dan zal de meening gevraagd moe ten worden van een bouwkundige en een oudheidkenner. Ook de tegels die op het ter rein gevonden zijn zullen deskundig beoor deeld moeten worden. Van het marmer wordt verondersteld, dat het gediend heeft als vloer van een paarden stal. Dat zou een kostbare paardenstal ge weest zijn, hetgeen het vermoeden van het bestaan van een kasteel eenigszins zou wet tigen. Naar de helderziende dame aan den bur gemeester heeft medegedeeld, heeft zij ook in Berlijn, Griekenland en Italië aanwijzin gen gedaan en met goed resultaat. Haar naam als helderziende staat thans op het spel, al gelooft de burgemeester dat het den Duitschers meer te doen is om het edel metaal dan om het prestige van de edele waarzegkunst. Het graafwerk lag Maandagmorgen geheel st.il. De gemeente had er een waoht bijgezet. BEGRAFENIS PATER ILDEFONSUS. Maandagmorgen heeft te Helmond ondef groote belangstelling de begrafenis -plaats gehad van den te Haarlem in de Maria- stichting overleden Capucijner pater Ildefon* sus, bekende figuur in de R.K. Dronkbe* strijding. BRABANTSCHE GARENFABRIEK AFGEBRAND. Maandagmorgen is de garenfabriek „Holland van den heer Küppers te Beek erf Donk afgebrand. Groote voorraden garen gingen verloren. Ttwintig man zijn werk loos. De oorzaak van den brand is onbekend. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. FEUILLETON Naar het Engelseh. door J. VAN DER SLUÏS. 27) Ze is direct na dc begrafenis van haar tan te teruggekomen. II; had overigens nooit ge dacht. dat zóó'n Jong meisje zóó'n sterk karakter kon hebben en dat een oudere er zooveel steun aan ken hebben. U weet dat Luke en Hilary's tante In denzelfden nacht gestorven zijn een eigenaardige coïnci dentie. vindt u niet? Hilary is gisteren terug gekomen." „Zoo gauw het maar ©enigszins mogelijk is, moet u hier allebei vandaan", besliste Har ding. „U heb', behoefte aan afleiding en vol komen rust. Het is een ellendige tijd die u achter den rug hebt." ,Daar hebt u gelijk in", Anstlce's antwoord kwam langzaam en het viel don dokter op, dat er donkere kringen onder hapr oogen en trekken van vermoeidheid om haar mond lagen. „En", vervolgd? ze aarzelend, „bij alle ellende komt nog lets, waarover ik aan het tobben ben gehaakt. Tijdens de ziekte van mijn broer, had lk voortdurend het gevoel dat hij mij tets wilde zeggen, maar dat hij niet bij machte was om mij duidelijk te ma ken wat hij bedoelde. Zijn oogen volgden mij voortdurend met een gejaagde uitdrukking er in Het was alsof zij steeds maar weer een vraag stelden of mij smeekten aan een ver zoek te voldoen en :k had er geen flauw vermoeden van wat hij bedoelde. O. ik kan u gewoonweg niet zeggen, boe cie herinnering aar. die angstige, gejaagde oogen mij ver volgt; ik heb mc suf gedaclvt wat hii toch verlangd kan hebben". „Hetgeen u zegt versterkt mij in de over tuiging. dat hoe eerder u van hier gaat, hoe beter het voor u is", verklaarde Dr. Har ding met nadruk. „Als het niet onbeschei den is, zou ik willen vragen of u verplicht, bent nog lang hier te blijven? Zijn er veel zakelijke aangelegenheden te regelen, waar bij uw tegenwoordigheid vereischt is?" Neenik erf een deel van de bezittingen, maar het landgoed en de titel komen aan een neef. een jongen neef, die zonder dat ook al zwemt in het geld". „Komt hij hier om bij de afwikkeling van de zaken te helpen?" Voorloopig niet; hij is in Amerika. HU heeft getelegrafeerd dat hij zoo spoedig mogelijk zou overkomen. Zoolang hij er niet is. liggen de zaken eigenlijk min of meer stil." „Volgt u mijn raad dan en gaat u weg tUdens dezen stilstand", zei de dokter op een toon van medische autoriteit. „Zoowel terwille van u zelf als van Hilary.... maar vooral terwille van u zelf", voegde hij er halfluid aan toe cn Anstice vroeg zien op dat oogenblik met verbazing af, hoe zij de oogen van dezen man ooit had kunnen ver gelijken met een stukje blauw metaal! „We zouden kunnen weggaan tot Denis mijn neef er is", antwoordde zc met een lichte trilling in haar stem. Op hetzelfde mo ment ging de deur open en Hilary kwam de kamer binnen. „Dr. Harding dringt er op aan dat ik Je mee hier vandaan neem", richtte Anstice zich tot het meisjei „Ik geloof dat u méér behoefte hebt aan verandering dan ik", antwoordde Hilary. „U ziet er doodmoe uit." „Ik ben meer afgetobd dan vermoeid", zei Anstice met een zucht. „En toch weet ik dat het onzin is te tobben over iets waaraan men niets meer veranderen kan, Wat Luke ook verlangd mag hebben, het is nu te laat om het hem te verschaffen. Maar ik vind het een vrecsclUke gedachte, dat iemand sterft, terwijl een wensch die hem na aan het hart ligt, onvervuld blijft. En ik weet zeker dat Luke ontzettend verlangde dat zijn onuitge sproken wensch vervuld zou worden. Hij be woog zijn handen alsof hij iets opeensloot en ik dacht dat hU bedoelde dat een van de la den in zijn kamer geopend moesten worden. Maar toen ik de eene na de andere open maakte en uittrok keek hU alleen maar ont zettend teleurgesteld. Opeens maakte Hilary een snelle opmer king. „Misschien dc schrijfcassette.begon ze. „Wat voor schrijfcassette?", viel Anstice haar haastig en opgewonden in de rede. „Een die weggestopt was op een boeken plank in de zitkamer van Sir Luke", deelde Hilary mede,. „Den dag dat hij ziek werd cn ik hem van de hall naar zijn eigen kamer bracht, wees hij mij de doosen ik geloof, dat hij juist op het punt stond om mU er iets over te zeggen, toen hij opeens het. bewust zijn verloor. Ik heb verder aan die doos niet meer gedacht, maar nu ik hoor wat mevrouw Derficld vertelt, schiet het me opeens weer te binnen." „Die doos is nog niet geopend", zei An stice. „Luke's testament cn zUn andere pa pieren lagen In dc brandkast in de biblio theek. Mr. Brent, de advocaat, heeft alles nagegaan. Maar van een schrijf cassette heb ik niets gehoord. Toevallig Is Mr. Brent van daag hier; hij Is in de bibliotheek bezig om met den rentmeester de boekhouding van het landgoed te confcroleeren. Misschien dat hU iets van die doos afweet." Mr. Brent, een al ouder wordend, zwijg zaam man, haalde dc schouders op en zette een gezicht aisof hij wilde zeggen: „Vrou wenpraatjes!" toen hU op verzoek van me- yrou,w Dcrficld in den salon was gekomen en het verhaal over Sir Luke's onrust had aangehoord. Maar hij zei alleen maar op za- kelijken toon, dat die cassette natuurlUk geopend kon worden, ofschoon hij voor zich niet geloofde dat deze iets van belang zou bevatten. Hilary legde hem uit waar hij de bewuste doos kon vinden en daarop verliet de advo caat de kamer, terwijl dr. Harding aanstalten maakte om zijn voorbeeld te volgen. Maar Anstice keek hem aan met iets smeekends in haar oogen. „Blijft u alsublieft hier", vroeg ze. „Mis schien is het verkeerd van me om er op aan te dringen, dat u uw kostbaren tijd opóffert maar zoudt u niet nog een paar minuten kunnen blüven? Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb een gevoel alsof u ons zoudt kunnen helpen." Er was iets vreemds onsamenhangends in haar woorden en een zenuwachtige en tege lijk ernstige klank in haar stem. wat Dr. Har ding niet ontging en hij verklaarde zich on middellijk bereid om te blijven. Hilary duwde mevrouw Derfield met zachten drang in een grooten stoel en legde haar hand zachtjes op die van de oudere dame. „Dat schijnt een heel oud ding te zijn", zei Mr. Brent, toen hij de kamer weer bin nenkwam en de schrijfcassette op een tafel neerzette. „Ik zou bijna denken dat het een reliquie is uit Sir Luke's schooljaren en an ders niets. Hij is verveloos en gehavend en hU stond heeiemaal verscholen achter een stapel boeken." „Ja", bevestigde Hilary, „daar stond hij ook dien dag dat Sir Luke mij hem gewezen heeft." „De sleutel zit aan zijn horlogeketting" deelde Mr. Brent mee, zonder aandacht te schenken aan de woorden van het meisje. ..Maar ik zou aan den toestand waarin de doos zich bevindt zeggen, dat hij in geen ja ren open is geweest", en dit zeggende draaide de advocaat, langzaam den kleinen sleutel in het roestige slot om en lichtte het deksel op. „Mijn broer was de eenige die in die zitka mer in den Westelijken vleugel, kwam", zei Anstice, „het was om zoo te zeggen zUn hei lige der heiligen. Verder kwam er nooit iemand." ,Dat is nog geen reden", oordeelde Mr. Brent, „om aan te nemen, dat de doos iets van bijzonder belang, iets dat „Maar dat is moeders handschriften moeders portret!" hijgde Hilary. „Hoe kwam Sir Luke aan moeders portret? En aan brieven in mGeders handschrift?" Mr. Brent hield een pakje brieven in de hand en onder de brieven lag op den bodem van de cassette een miniatuur, een klein ge schilderd portret van een jonge, buitenge woon mooie vrouw. Het eerste oogenblik sprak niemand; het was Hilary zelf die het stilzwijgen verbrak. „Ik begrijp er niets van", stamelde ze, ter wijl ze hulpeloos van de een naar de an der keek „Hoe komt moeders portret hier?" „Ik weet het niet", antwoordde Anstice onzeker, „ik begrijp het ook niet, Maar mis schien", opperde ze aarzelend, „is het 't portret van iemand die heel veel op je moeder lijkt." „Het i s moeder", verklaarde Hilary na drukkelijk. Het is moeder, zooals ik mo haar kan herinneren, toon ik nog heel klein, was. vóór ze er altijd zoo moe en verdrietig uitzag. En die brieven zijn in h&ar hand schrift en dat daar achter op die enveloppe" ze wees naar het stapeltje dat de advokaat in de hand hield. „Is precies hetzelfde zegel als op den ring stond, die moeder u gegeven heeft. Moeders monogram staat er op: A. M. Antonia Merring, haar meisjesnaam." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14