H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
BINNENLAND
DE WEG TOT HET HART
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 29 APRIL 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Zozo en Bricolette
naar het Fransch door
ADRIEX VcLY.
De revue, die reeds eenige maanden met
succes op de affiches van Paradisia prijkte,
zou vervangen worden door een ander werk
van gelijken inhoud. Voor dat de repetities
hiervoor een aanvang zouden nemen, riep de
Directeur het geheelc bataïllon graeieuse
vrouwtjes ten tooneele bijeen en deelde hun
het volgende mede: „Mesdames et Mesde-
moiselies, gc hebt allen, zonder uitzondering
In uw verschillende rollen, hetzij grootere of
kleinere, groote voldoening geschonken. Ik
wil hiermede zeggen, dat het mijn vurige
wensch zou zijn. dat het gezelschap intact
kon blijven. Maar gc weet allen, dat het pu
bliek steeds wat nieuws vraagt, dus moet er
een ander werk op het repertoire komen, wil
mijn succes blijvend zijn. U allen aan te
houden, zou mij dan ook geen voordeel
brengen Ge zijt allen Intelligent genoeg en
te veel Parisienne, om een dergelijke moei
lijke situatie niet onder de oogen te willen
zien".
Ou de bekoorlijke gezichtjes was een ont
stelde uitdrukking merkbaar. Dit was een
formeel ontslag, waartegen niet viel te pro
testeeren. De Directeur ging voort: „We zijn
dus wel genoodzaakt afscheid te nemen
tenzij.. (Een siddering van hoop en
nieuwsgierigheid voer door de aanwezigen.
Want er zou misschien nog één middel zijn
om den toestand te redden). „Ge draagt al
len, Mesdames et Mesdemoisclles, heel aar
dige namen, echte thcaternamen. die in het
gewone leven «iet voorkomen en die ik weet,
clat ge gaarne behoudt, ook, omdat ge ze zelf
bedacht hebt. Hiervan nu zult gc afstand
moeten doen en u een anderen moeten be
rdenken, wil het mogelijk zijn u allen opnieuw
te engageeren. Ge begrijpt wat ik hiermede
zeggen wil? Dat de affiches geheel zullen
worden gewijzigd en al jullie nieuwe namen
er mot groote letters op komen te prijken.
Dan is aan den oisch van het publiek weer
voldaan en kunnen we bijeen blijven. Dus,
bedenk je een nieuwen naam, beste kinde
ren, en ge kunt blijven. Jullie ziet dus, dat jk
nog niet zoo kwaad ben. als ge veronder
steld hadt, en dat ik niet anders dan ons
aller belang beoog".
Een goedkeurend gemompel en een be
scheiden applaus vergezelde deze vriende
lijke en welgemeende woofden.
De rust was weergekeerd. Veranderen van
naam was het ergst nog niet, en enkelen
vonden het zelfs grappig Geen van haar
allen onttrok zich dan ook aan deze kleine
verplichting.
Een van de persoontjes, die zich wel het
meest beijverde zich een nieuwe persoonlijk
heid te scheppen was zeker wel Suzanne
Falot, die den naam „Zozo" droeg, welke met
groote letters op de affiches en do program
ma's te lezen stond. Deze naam die haar in
principe erg had aangestaan, omdat hij zoo
origineel on aardig was had haar een on
aangenaamheid bezorgd, die ten laatste in
ergernis eindigde. ledoren avond voor het,
scherm opging, vond Mile Zozo in haar loge
oen ruikertje bloemen liggen, dat een vurig
bewonderaar en geregeld bezoskor van liet
theater aan haar adresseerde. M. Achiile
Leneuf 93 rue Rossini werd niet moede Mile
Zozo steeds weer zijn huldebetuigingen aan
te bieden en haar om een rendez-vous te
verzoeken, hoewel hij nooit van Mile Zozo ejen
enkel woord van dank of ook maar een
kleine aanmoediging had ontvangen. Daarom
deed zij dan ook met vreugde afstand van
dien naam, waarvan ze werkelijk hinder on
dervond.
Na een overpeinzing van ongeveer een half
uur, kwam zc op het idoe zich Bricolette te
herdcopcn, welke naam hanr een gelukkigen
inval toescheen. Wanneer de eerste voorstel
ling zou plaats vinden van de nieuwe revue
en Mr. Leneuf zou den naam „Zozo" niet
meer op de affiches zien staan, dan zou hij,
dacht ze. vanzelf wel ophouden met zijn
trouwe bezoeken en voortdurenden attenties,
on mocht hij er toch mede doorgaan, dan
zouden hem de bloomen worden teruggezon
den met de mededeeling. dat Mile Zozo niet
meer aan het theater verbonden was.
Toen ze de eerste avondvoorstelling haar
loge binnenging zag ze eon bouquet bloe
men liggen, geadresseerd aan Mile Bricolette
en vergezeld van een briefje, waarin Mr.
Achiile Leneuf zijn oprechte bewondering
te kennen gaf voor haar fijn en arstLstlek
spel en dat het zijn vurige wensch zou zijn
een onderhoud met haar te hebben. Voor
de eerste maal gooide ze den brief eens
niet boes weg. Hoe kon mr. Leneuf weten,
dat Bricolette en Zozo dezelfde persoon was?
Ongetwijfeld was hij den vorigen dag bij
de generale repetitie geweest en had hij uit
het programma afgeleid dat Zozo van naam
verwisseld had. In ieder geval en op welke
manier hij ook was ingelicht, deze laatste
nieuwe bloemenhulde getuigde toch van een
bijzondere toegenegenheid en een ware
standvastigheid. Suzanne was er, ondanks
zichzelf, door getroffen. En iederen avond
ontroerde het haar sterker, wanneer de bloe
men voor haar gebracht werden. Langzaam
groeide in haar 'net verlangen, dien geheim-
sïnnigen en geduldigen aanbidder eens te
leeren kennen. Ook gaf ze toe, zonder een
enkele bijbedoeling, aan den drang harer
nieuwsgierigheid, zoodat ze hem op zekeren
dag schreef, gaarne gevolg te willen geven
aan zijn verzoek met hem te willen dmee-
ren.
M. Achiile Leneuf zag er noch goed, noch
slecht gekleed uit. Ook viel hij op het eerste
gezicht Suzanne niet tegen. Het was iemand
dien men eens eenige malen meet moest ont
moet hebben, om er een juist oordeel ovei-
hem te kunnen uitspreken. Na de eerste ken
nismaking begon ze al spoedig het onderwerp
aan te roeren, dat haar bijzondere belang
stelling had. „U heeft geen oogenblik geaar
zeld, zoo ving ze aan. om de bloemenhulde
die steeds voor Mile Zozo gekomen was nu
aan Mile Bricolette te offreeren."
„Wie heeft u hierover zoo goed ingelicht?
Dat kan niemand anders dan Mile Zozo zelf
gedaan hebben."
„Ja, zijzelf heeft het me gezegd," zei
Suzanne glimlachend.
„Dat spijt me heel. hee,l erg", antwoord
de M. Leneuf. Hij scheen een beetje ont
hutst en ging na een oogenblik zwijgen ver
der: „Ja, heel onaangenaam vind ik dat. Wat
moet u wel van me denken? Mile Zozo had
beter gedaan, me voor haar vertrek niet te
verraden, omdat ze zich nooit verwaardigd
heeft te antwoorden en ik geloof dat ik wel
goed zie. dat u alleen met me heeft willen
kennismaken, om u over me te amuseeren
en den spot met me te drijven". Suzanne
verbleekte. Ze raadde maar al te zeer de
teleurstellende werkelijkheid. Ze mompelde:
„Toch, wanneer u Zozo maar oens wat liever
had aangekeken
Mr. Leneuf antwoordde, hoe langer hoe
meer in verlegenheid gebracht: „Ik zie wel
in. dat ik u alles naar waarheid zal moeten
vertellen, omdat u me verkeerd begrijpt. Ik
bezoek bijna nooit een theater, omdat me
dit te veel vermoeid. Slechts dan, wanneer ik
op een affice den naam van een actrice ont
dek, die me bijzonder interesseert, ga ik er
heen en schrijf ik haar een briefje. Het is een
soort van sport. O, ik ben er zeker van, dat u
me een eigenaardig type zal vinden. Maar
een dergelijke teleurstelling zou niet hebben
plaats gevonden, wanneer Mile Zozo nu niets
verraden had."
Suzanne was verpletterd. Wat, wij dus
steeds voor een vleiende en waarachtige
standvastigheid had aangezien, was niet
anders dan een exentrieke gril, die met toe
genegenheid niets te maken had. Met tranen
van woede in de oogen riep ze uit: „Maar
Zozo ben ik zelf! Ik had alleen van naam
verwisseld".
„Wat zegt ge me nu? En waarom hebt ge
dan eerst nu aan mijn verzoek tot kennis
making gehoor gegeven?"
„Omdat Ik eerst nu het bewijs meende te
hebben ,dat ge Zozo in ernst liefhad, want
ik had vermoed dat ge mijn nieuwen naam
had weten uit te vorschen en uw groote
standvastigheid had me de overtuiging ge
schonken. dat ge me een groote genegen
heid moest toedragen. Doch niets is minder
waar. Vaarwel, mijnheer!" En terwijl ze vlug
wegliep, constateerde ze plotseling, dat ze zou
kunnen schreien van verdriet.
TOESPRAAK VAN DEN PAUS OVER
ENGELSCHE ZENDERS.
Op Zondag 29 Juni a.s. zal de Paus ter
gelegenheid van den feestdag van St. Petrus
cn Paulus een toespraak houden voor den
microfoon van den kortcgolfzender, die in
de Vaticaanstad is opgesteld- Luisteraars, die
niet in het bezit zijn van een kortegolf-
ontvanger zullen deze bijzondere uitzending
waarschijnlijk toch kunnen hooren. daar
de B. B. C. liet plan heeft de toespraak over
haar zenders opnieuw door te geven.
HET WEELDERIGSTE DER
KANAALSCHEPEN.
DE „AMSTERDAM" VAN DE
HARWICH-LIJN.
Zaterdag is te Rotterdam uit Engeland
aangekomen het nieuwste schip, waarmee de
London and North Eastern Railway haar
vloot van den dienst Hoek van Holland
Harwich onderhoudende schepen heeft uit
gebreid, de „Amsterdam" en Zondagmiddag
heeft een bezichtiging plaats gehad door
vertegenwoordigers van een aantal Neder-
landsche bladen.
Wij moeten zeggen, dat wij dit nieuwe
stoomschip, dat, aan de Parkkade, gemeerd,
zich ten zeerste in de belangstelling der
Rotterdammers mocht verheugen, met ge
noegen bezichtigd hebben.
De „Amsterdam" is het laatste van een
drietal nieuwe schepen, die de Engelsche
Spoorwegmaatschappij ten koste van groote
financieele offers aan haar vloot heeft toege
voegd, de „Vienna", de „Prague" en dit
schip.
En omdat de ..Amsterdam" het mooiste is
van deze drie, die de grootste en weelderig
ste stoomschepen zijn van alle Kanaal
booten, was zij zeker wel bijzondere belang
stelling waard. De schepen meten elk 422Q
ton. bij een lengte van 366 voet en een
breedte van 50 voet.
Het spreekt vanzelf, dat booten als deze,
die een nachtdienst onderhouden anders in
gericht zijn dan gewone passagiersschepen.
Het voornaamste is op den Hoek van Hol
landHarwichlijn de slaapgelegenheid en
naar wij geconstateerd hebben is daaraan
inderdaad alle zorg besteed.
In elke passage Is de hut inbegrepen, dat
wil zeggen een binnenhut Voor een „buiten
hut", die tegen den wand van het schip is
gelegen wordt een toeslag betaald. Deze
buitenhutten zijn dan ook lichter en
frisscher dan de binnenhutten. Bedompt is
het echter nergens, want dit is juist, de
groote aantrekkelijkheid van deze boot:
in ieder compartiment is een ventilator, die
volgens nieuw systeem werkt. Geen fan en
geen luchtkoker, doch een blaasmond, die
naar believen koude lucht, warme lucht of
gemengde lucht in de hut blaast. Daardoor
is de moeilijkheid van een onaangename
temperatuur of slechte atmosfeer in de
hutten ten eenenmale opgelost en het eenige
bezwaar, waarover de directie nog klachten
boreikten is ondervangen. De „Amsterdam"
is het allereerste schip, dat met dit. nieuwe
luchtververschingsstelsel is toegerust.
De blaasmonclen bevinden zich in de
salons, in de gang-en, in alle afdeellngen,
eerste en tweede klasse. Zij zullen vooral
's zomers, wanneer men ze op „koud" zal
zetten uitstekende diensten bewijzen.
In de hutten op de vier dekken zijn 450
eerste klasse en 104 tweede klasse bedden.
Voor het systeem van 4-persoons hutten is
dat van twee-persoons in de plaats gekomen.
De cabines zien er zeer comfortabel uit, men
heeft nu oens gedacht aan het aanbrengen
van allerlei accomodates die gewoonlijk aan
de aandacht van den Inrichter ontsnappen,
zooals een horloge-hanger boven het bed,
een lampje om in bed te kunnen lezen.
Men liet ons ook de luxe-hutten zien,
weelderige salonnetjes, die in ruimte bijna
niet voor een hotelkamer onderdoen en in
pracht van inrichting zeker de allerbeste
hotels evenaren.
In de allermodernste stijl is de „Amster
dam" niet ingericht, doch de interieurs zijn
van een rustige voornaamheid, een indruk,
die vooral gevestigd wordt door de zachte
pastelkleuren van de bekleedingen, en de
diepe glans van het kostbare Hardwood
waarvan de betimmeringen zijn.
De eerste klasse-salon, tevens rookkamer
bijvoorbeeld is uitgevoerd in Louis XVI-stijl,
door de werking van indirect licht zijn
nieuwe effecten verkregen.
Door een combinatie van eetsalons, res
tauratie en rooksalon naast de groote ves
tibule, iets nieuws, is tegemoet, gekomen aan
de bijzondere eischen, welke het Hook van
HollandHarwich verkeer stelt.
In de dames-salon eerste klasse valt een
Hollandsche schouw te bewonderen.
Een gedachte, die navolging verdient is
ook die van het. vestigen van een kleine toko
op het promenade-dek.
De passagiers kunnen er alles krijgen,
waaraan een reiziger op een gegeven oogen
blik behoefte kan hebben, van een prent
kaart of oen doosje sigaretten tot een veter
toe! En dan is het reddingsmateriaal op deze
boot zeer goed. Er is een groot aantal sloe
pen en voorts staan aan dek dc reddings-
banken. die in goval van nood over boord ge
zet, drijvende blijven, zoodat schipbreuke
lingen er zich aan kunnen vastklampen of
er op kunnen blijven zitten.
Verschillende maatschappijen, waarmee
dc London and North Eastern in relatie staat
hebben van haar belangstelling doen blijken
door schenkingen. Zoo boden de Nederland -
sehe Spoorwegen twee schilderijen aan, die
in'de halls geplaatst zijn. beide voorstellende
stadsgezichten van Amsterdam. En de maat
schappij „Zeeland" waarmee voor sommige
gevallen belangengemeenschap is aan
gegaan, schonk een karpet met het wapen
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1580
NUMMERS
Vader gaat naar de
deur en vindt een be
zorger. die weten wil,
waar no. 187 is
wijst hem terecht, een
van de nieuwe hui
zen, vier straten
verder en er staat
nog geen nummer op
gaat naar bannen, de bel gaat weer en
mompelend, dat ze I een paar informeert
eerder de nummers I of hü ze kan terecht,
op huizen behoorden I wijzen naar no. 214
te zetten J
zegt dat het da ar en
daar is en er staat
een nummer op, maar
dat is zeker docr de
klimop niet te zien
merkt tegen moeder
op, dat het erg ver
delend wordt, je
krijgt geen minuut
rust
de bel gaat weer en
er is een bezorger die
naar no. 36 vraagt,
wat vadcr's eigen
huis is
herinnert zich dat het
nummerbordje er on
langs afgevallen is en
keert zwijgend naar
de kamer terug,
(Nadruk verboden.)'
van de stad, waaraan het schip zijn naam
dankt.
Zoo zijn de reizigers, die den plas over
steken in alle opzichten gediend door de toe
passing van nieuwe techniek en nieuwe vin
dingen op scheepvaartgebied.
Ais dit gedrukt is heeft de „Amsterdam"
reeds zijn eerste passagiersreis naar den
overkant gemaakt.
ZAANDAM'S MILLIOENENSCHAT
WAT BURGEMEESTER TER LAAN
ONS ZEIDE.
Wij hadden Maandagmorgen nog een on
derhoud over de Zaandarnsche schat met
den burgemeester van Zaandam, den heer
K. ter Laan, dien wij Vrijdag wegens zijn
uitstedigheid niet te spreken konden krijgen.
Burgemeester Ter Laan vertelde ons:
Eenige dagen geleden kwam een Amster-
damscvh apotheker, een vroegere Zaankanter,
bij mij die mij meedeelde, dat eenige Diiit-
schers een oud testament gevonden hadden,
waarin vermeld stond, dat te Zaandam een
schat moest berusten van vele tonnen gouds.
Namens dc Duitschers werd verlof gevraagd
om een onderzoek tè mogen instellen.
Ik heb de zaak in het college van B. en W.
gebracht en hier evenmin als bij mij bestond
bezwaar om het onderzoek te doen plaats
hebben.
Vorige week zijn toen drie Duitschers hier
gekomen met een dame, die zeide een Oos-
tenrijksche gravin te zijn. Deze dame wees
zeer pertinent als de plaats waar de schat
zou verborgen liggen het terrein aan achter
de schutting, waar de nieuwe straat zat ko
men. Dat deze straat juist zal worden aan
gelegd en de oude stalhouderij, die er stond
gesloopt zal worden is een zeer gelukkige
omstandigheid, daar anders het begeerde
goud wellicht nooit zou kunnen worden ge
vonden.
Omdat de Duitschers zoowel als de dame
een alleszins betrouwbaren indruk maakten
is daarna het. verlof om in gemeentegrond
te graven verleend.
Daaruit mag echter niet opgemaakt wor
den, aldus de heer Ter Laan, dat ik aan het
bestaan van de schat geloof.
Wat de oudheidkundige waarde van het
gevondene betreft, daarover durfde de bur
gemeester geen oordeel uit te spreken. De
fundamenten zijn nog niet voldoende bloot
gelegd om vast te stellen of zij inderdaad
van een kasteel afkomstig zijn. Is er verder
gegraven dan zal de meening gevraagd moe
ten worden van een bouwkundige en een
oudheidkenner. Ook de tegels die op het ter
rein gevonden zijn zullen deskundig beoor
deeld moeten worden.
Van het marmer wordt verondersteld, dat
het gediend heeft als vloer van een paarden
stal. Dat zou een kostbare paardenstal ge
weest zijn, hetgeen het vermoeden van het
bestaan van een kasteel eenigszins zou wet
tigen.
Naar de helderziende dame aan den bur
gemeester heeft medegedeeld, heeft zij ook
in Berlijn, Griekenland en Italië aanwijzin
gen gedaan en met goed resultaat. Haar
naam als helderziende staat thans op het
spel, al gelooft de burgemeester dat het den
Duitschers meer te doen is om het edel
metaal dan om het prestige van de edele
waarzegkunst.
Het graafwerk lag Maandagmorgen geheel
st.il. De gemeente had er een waoht bijgezet.
BEGRAFENIS PATER ILDEFONSUS.
Maandagmorgen heeft te Helmond ondef
groote belangstelling de begrafenis -plaats
gehad van den te Haarlem in de Maria-
stichting overleden Capucijner pater Ildefon*
sus, bekende figuur in de R.K. Dronkbe*
strijding.
BRABANTSCHE GARENFABRIEK
AFGEBRAND.
Maandagmorgen is de garenfabriek
„Holland van den heer Küppers te Beek erf
Donk afgebrand. Groote voorraden garen
gingen verloren. Ttwintig man zijn werk
loos. De oorzaak van den brand is onbekend.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
FEUILLETON
Naar het Engelseh. door
J. VAN DER SLUÏS.
27)
Ze is direct na dc begrafenis van haar tan
te teruggekomen. II; had overigens nooit ge
dacht. dat zóó'n Jong meisje zóó'n sterk
karakter kon hebben en dat een oudere er
zooveel steun aan ken hebben. U weet dat
Luke en Hilary's tante In denzelfden nacht
gestorven zijn een eigenaardige coïnci
dentie. vindt u niet? Hilary is gisteren terug
gekomen."
„Zoo gauw het maar ©enigszins mogelijk is,
moet u hier allebei vandaan", besliste Har
ding. „U heb', behoefte aan afleiding en vol
komen rust. Het is een ellendige tijd die u
achter den rug hebt."
,Daar hebt u gelijk in", Anstlce's antwoord
kwam langzaam en het viel don dokter op,
dat er donkere kringen onder hapr oogen en
trekken van vermoeidheid om haar mond
lagen. „En", vervolgd? ze aarzelend, „bij alle
ellende komt nog lets, waarover ik aan het
tobben ben gehaakt. Tijdens de ziekte van
mijn broer, had lk voortdurend het gevoel
dat hij mij tets wilde zeggen, maar dat hij
niet bij machte was om mij duidelijk te ma
ken wat hij bedoelde. Zijn oogen volgden mij
voortdurend met een gejaagde uitdrukking er
in Het was alsof zij steeds maar weer een
vraag stelden of mij smeekten aan een ver
zoek te voldoen en :k had er geen flauw
vermoeden van wat hij bedoelde. O. ik kan u
gewoonweg niet zeggen, boe cie herinnering
aar. die angstige, gejaagde oogen mij ver
volgt; ik heb mc suf gedaclvt wat hii toch
verlangd kan hebben".
„Hetgeen u zegt versterkt mij in de over
tuiging. dat hoe eerder u van hier gaat,
hoe beter het voor u is", verklaarde Dr. Har
ding met nadruk. „Als het niet onbeschei
den is, zou ik willen vragen of u verplicht,
bent nog lang hier te blijven? Zijn er veel
zakelijke aangelegenheden te regelen, waar
bij uw tegenwoordigheid vereischt is?"
Neenik erf een deel van de bezittingen,
maar het landgoed en de titel komen aan
een neef. een jongen neef, die zonder dat ook
al zwemt in het geld".
„Komt hij hier om bij de afwikkeling van
de zaken te helpen?"
Voorloopig niet; hij is in Amerika. HU
heeft getelegrafeerd dat hij zoo spoedig
mogelijk zou overkomen. Zoolang hij er niet
is. liggen de zaken eigenlijk min of meer
stil."
„Volgt u mijn raad dan en gaat u weg
tUdens dezen stilstand", zei de dokter op
een toon van medische autoriteit. „Zoowel
terwille van u zelf als van Hilary.... maar
vooral terwille van u zelf", voegde hij er
halfluid aan toe cn Anstice vroeg zien op
dat oogenblik met verbazing af, hoe zij de
oogen van dezen man ooit had kunnen ver
gelijken met een stukje blauw metaal!
„We zouden kunnen weggaan tot Denis
mijn neef er is", antwoordde zc met een
lichte trilling in haar stem. Op hetzelfde mo
ment ging de deur open en Hilary kwam de
kamer binnen.
„Dr. Harding dringt er op aan dat ik Je
mee hier vandaan neem", richtte Anstice
zich tot het meisjei
„Ik geloof dat u méér behoefte hebt aan
verandering dan ik", antwoordde Hilary. „U
ziet er doodmoe uit."
„Ik ben meer afgetobd dan vermoeid", zei
Anstice met een zucht. „En toch weet ik dat
het onzin is te tobben over iets waaraan men
niets meer veranderen kan, Wat Luke ook
verlangd mag hebben, het is nu te laat om
het hem te verschaffen. Maar ik vind het
een vrecsclUke gedachte, dat iemand sterft,
terwijl een wensch die hem na aan het hart
ligt, onvervuld blijft. En ik weet zeker dat
Luke ontzettend verlangde dat zijn onuitge
sproken wensch vervuld zou worden. Hij be
woog zijn handen alsof hij iets opeensloot en
ik dacht dat hU bedoelde dat een van de la
den in zijn kamer geopend moesten worden.
Maar toen ik de eene na de andere open
maakte en uittrok keek hU alleen maar ont
zettend teleurgesteld.
Opeens maakte Hilary een snelle opmer
king.
„Misschien dc schrijfcassette.begon ze.
„Wat voor schrijfcassette?", viel Anstice
haar haastig en opgewonden in de rede.
„Een die weggestopt was op een boeken
plank in de zitkamer van Sir Luke", deelde
Hilary mede,. „Den dag dat hij ziek werd cn
ik hem van de hall naar zijn eigen kamer
bracht, wees hij mij de doosen ik geloof,
dat hij juist op het punt stond om mU er iets
over te zeggen, toen hij opeens het. bewust
zijn verloor. Ik heb verder aan die doos niet
meer gedacht, maar nu ik hoor wat mevrouw
Derficld vertelt, schiet het me opeens weer
te binnen."
„Die doos is nog niet geopend", zei An
stice. „Luke's testament cn zUn andere pa
pieren lagen In dc brandkast in de biblio
theek. Mr. Brent, de advocaat, heeft alles
nagegaan. Maar van een schrijf cassette heb
ik niets gehoord. Toevallig Is Mr. Brent van
daag hier; hij Is in de bibliotheek bezig om
met den rentmeester de boekhouding van
het landgoed te confcroleeren. Misschien
dat hU iets van die doos afweet."
Mr. Brent, een al ouder wordend, zwijg
zaam man, haalde dc schouders op en zette
een gezicht aisof hij wilde zeggen: „Vrou
wenpraatjes!" toen hU op verzoek van me-
yrou,w Dcrficld in den salon was gekomen
en het verhaal over Sir Luke's onrust had
aangehoord. Maar hij zei alleen maar op za-
kelijken toon, dat die cassette natuurlUk
geopend kon worden, ofschoon hij voor zich
niet geloofde dat deze iets van belang zou
bevatten.
Hilary legde hem uit waar hij de bewuste
doos kon vinden en daarop verliet de advo
caat de kamer, terwijl dr. Harding aanstalten
maakte om zijn voorbeeld te volgen. Maar
Anstice keek hem aan met iets smeekends in
haar oogen.
„Blijft u alsublieft hier", vroeg ze. „Mis
schien is het verkeerd van me om er op aan
te dringen, dat u uw kostbaren tijd opóffert
maar zoudt u niet nog een paar minuten
kunnen blüven? Ik weet niet hoe het komt,
maar ik heb een gevoel alsof u ons zoudt
kunnen helpen."
Er was iets vreemds onsamenhangends in
haar woorden en een zenuwachtige en tege
lijk ernstige klank in haar stem. wat Dr. Har
ding niet ontging en hij verklaarde zich on
middellijk bereid om te blijven. Hilary duwde
mevrouw Derfield met zachten drang in een
grooten stoel en legde haar hand zachtjes
op die van de oudere dame.
„Dat schijnt een heel oud ding te zijn",
zei Mr. Brent, toen hij de kamer weer bin
nenkwam en de schrijfcassette op een tafel
neerzette. „Ik zou bijna denken dat het een
reliquie is uit Sir Luke's schooljaren en an
ders niets. Hij is verveloos en gehavend en
hU stond heeiemaal verscholen achter een
stapel boeken."
„Ja", bevestigde Hilary, „daar stond hij
ook dien dag dat Sir Luke mij hem gewezen
heeft."
„De sleutel zit aan zijn horlogeketting"
deelde Mr. Brent mee, zonder aandacht te
schenken aan de woorden van het meisje.
..Maar ik zou aan den toestand waarin de
doos zich bevindt zeggen, dat hij in geen ja
ren open is geweest", en dit zeggende draaide
de advocaat, langzaam den kleinen sleutel in
het roestige slot om en lichtte het deksel op.
„Mijn broer was de eenige die in die zitka
mer in den Westelijken vleugel, kwam", zei
Anstice, „het was om zoo te zeggen zUn hei
lige der heiligen. Verder kwam er nooit
iemand."
,Dat is nog geen reden", oordeelde Mr.
Brent, „om aan te nemen, dat de doos iets
van bijzonder belang, iets dat
„Maar dat is moeders handschriften
moeders portret!" hijgde Hilary. „Hoe kwam
Sir Luke aan moeders portret? En aan
brieven in mGeders handschrift?"
Mr. Brent hield een pakje brieven in de
hand en onder de brieven lag op den bodem
van de cassette een miniatuur, een klein ge
schilderd portret van een jonge, buitenge
woon mooie vrouw.
Het eerste oogenblik sprak niemand; het
was Hilary zelf die het stilzwijgen verbrak.
„Ik begrijp er niets van", stamelde ze, ter
wijl ze hulpeloos van de een naar de an
der keek „Hoe komt moeders portret hier?"
„Ik weet het niet", antwoordde Anstice
onzeker, „ik begrijp het ook niet, Maar mis
schien", opperde ze aarzelend, „is het 't
portret van iemand die heel veel op je
moeder lijkt."
„Het i s moeder", verklaarde Hilary na
drukkelijk. Het is moeder, zooals ik mo
haar kan herinneren, toon ik nog heel klein,
was. vóór ze er altijd zoo moe en verdrietig
uitzag. En die brieven zijn in h&ar hand
schrift en dat daar achter op die enveloppe"
ze wees naar het stapeltje dat de advokaat in
de hand hield. „Is precies hetzelfde zegel als
op den ring stond, die moeder u gegeven
heeft. Moeders monogram staat er op: A. M.
Antonia Merring, haar meisjesnaam."
(Wordt vervolgd).