FEMINA Lr EEN PRAATJE OVER HOEDEN. Cape* Japon. RECEPT. CHARME. Het woord is aan... MENU. TOERISME, VOOR ONZE HUISDIEREN. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 1 MEI 1930 Als men met een paar woorden de huidige hoedenmode zou moeten kenschetsen, dan zou men kunnen zeggen: de randen zijn teruggekeerdHet onbedekte voorhoofd heeft vrijwel afgedaan. Zeker, we zien nog wel een enkel nauwsluitend randloos kapje in de voorjaarscollecties, maar het meerendeel bestaat toch uit de cloche-modellen en de hoeden met de zeer breede randen. Men zegt, dat hierdoor de vrouw meer indivi dualiteit zal vertoonen, en ieder weer een hoed zal kunnen kiezen, die speciaal bij haar figuur en gezicht komt, wat wil zeggen: beide zoo voordeelig mogelijk zal doen uit komen. En daar zit wel wat waars in. Omdat met de randen, een vrijwel onnoemelijk aantal variaties mogelijk is, wat met het randlooze model niet zoozeer het geval was. Opmerkelijk is ook, de lage rand van den hoed in den hals, dikwijls gegarneerd met een strik, of andere lintversiering. Heel flatteus is een breede strik binnen in den rand van achteren, die aan weerszijden van den hals op zij te zien komt. Het plaatje geeft een aantal modellen uit de Henri Ben del collectie te zien. Links hebben we aller eerst een zwart bakoe laqué strooien dopje, zwart gelakt bakoe stroo. met een rand van zwarte tulle, dat de noodige stijfheid krijgt door rijen stiksels. Een ruitvormige applique vormt met een plooi in den rand en een heel klein tuitje bloemen, wit met groene steel tjes, de eenige garneering. Daarnaast vin den we nog een kapje met gesimuleerden rand. Dit is van blauw taffetas. De zachte bol Is heel ondiep, terwijl een stijf uitstaande garneering van lint van achteren en op zij een rand simuleert. Nummer drie van links is een echte zomerhoed, voor buiten, met breeden rand, van heldergroen bakoe stroo, dat heel jeugdig staat. De breede rand loopt naar voren en achteren wat smaller toe, ter wijl hij op zij onderbroken is door een toefje snaai zwart satijn lint. In dit genre ziet men ook veel Italiaansch strooien hoeden. Num mer vier is een hoed van zacht glimmend vilt met een „kanten" rand van paardenhaar, terwijl een soepel zwart satijn lint losjes om den bol is gelegd en door den rand heen aan den onderkant te voorschijn komt. Tele der middag-japonnen toonen ons een pélerine. De hier afgebeelde is van zwarte zijde met witte moesjes, de pélerine is met witte zijde gevoerd, terwijl de hals afgewerkt is met twee slippen, die de lengte van de pélerine hebben. Ook de binnenzijde der blouse, die open of gesloten gedragen kan worden, is met dezelfde witte zijde afge werkt en sluit met kleine zwarte knoopjes. De rok bestaat uit een geheel nauwslui tend heupstuk, terwijl het ondergedeelte door ingevoegde paneelen wordt verwijd. Een heerlijk eiergerecht. Om eens iets anders te bedenken dan ge kookte of gebakken eieren is een werkje, dat de dankbare huisgenooten zeer op prijs zul len stellen. Probeer het daarom eens met een ..Keizerlijke" eierschotel (Oeufs a l'Im- pératricei. waarvoor men op 6 eieren een paar lepels boter, 1 2 ons zoete of Parme- zaansche kaas en 1 ui neemt. Men maakt' de boter lichtbruin in een ondiepen vuur vasten schotel, doet er de fijngehakte ui in en bakt die lichtbruin. Dan strooit men er de helft der geraspte kaas over, en breekt daarop voorzichtig de eieren. De dooiers moeten echter heel blijven. Dan de rest van de kaas erover strooien en het schoteltje in een matig warmen oven zetten, tot het wit gestold is. Een ander lekker schoteltje kan men nog makkelijker maken, als men koud gebraden gehakt heeft. Men snijdt hiervan groote, tamelijk dikke plakken. Men maakt boter in de pan bruin legt er een plak ge hakt in, laat even goed heet worden, en breekt dan op de plak een ei. Bakken laten to;, het ei gestold is. Voor liefhebbers van cubbeigebakken eieren keert men plak met ei dan nog even om, om den anderen kant cok te laten bakken. Dit is bepaald een erg lekker gerecht, dat men ook als middag schotel kan opdienen, met gebakken aard appeltjes Gestoofde kriolselderij maakt men van 2 of 3 groote selderij knollen, die men in dikke plakken verdeelt, snijd ze na het schillen in reepen en kook ze gaar met water en zout Op een vergiet laten uitlekken, het kooknat opvangen en daarvan 2 1/2 kopje gebruiken om 1 maggi bouillonblokje in op te lossen. Men verwarmt een flinke lepel boter met een lepel bloem, onder flink roeren, voegt er dan langzaam den bouillon bij, laat het sausje even doorkoken en stooft dan de selderij er een oogenblik in na. Zelfgemaakte namaak Hoofdkaas. Neem daarvoor op 1 pond vleeschresten (zooals bijvoorbeeld soepvleesch) 2 1/2 thee kopje kokend water, waarin 2 maggi bouillonblokjes opgelost worden, verder een kopje azijn, 10 gram gelatine wat peper, zout, noot, ingemaakte uitjes en augurkjes. De gelatine lost men in den bouillon op. mengt er het fijngehakte of gemalen vleesch in, de fijngesnipperde uitjes en augurkjes, de kruiden en den azijn. Met dit mengsel vult men een met koud water en vervolgens met azijn omspoelden steenen puddingvorm, zet dien op een koele plaats en laat hem staan tot den volgenden dag. Als de pudding heelemaal stijf is geworden, dan op een schotel omkeeren. Waar dit onderwerp op het tapijt wordt gebracht, is de belangstelling dor vrouwen over het algemeen zeer gespannen. Charme! Welk een bekoring gaat er uit van dit woord! En niet alleen wij vrouwen willen graag weten hoe een andet over het woord „charme" denkt, maar ook oe man be toont zich meestal hevig geïnteresseerd, zij het dan ook dat deze sexe meer uitsluitend beoordeelt met een bijna vakkundige zake lijkheid, welke de poëzie van dit zeer kiesche thema smadelijk negeert. De goeden niet te na gesproken, zooals we veelal plegen te zeg gen! Charme, charme, wat beduidt dit woord toch? Charme is een véél kostbaarder gave dan volmaakte schoonheid! Er is originaliteit voor noodig, want ze is des te onweerstaan baarder naarmate ze meer persoonlijk is. Ze heeft in de verste verte niets uit te staan met coquetterie of aanstellerij, is in tegen deel verre van oppervlakkig, maar heeft diepte en kern. Het individueele karakter van de charme maakt dus de grootste beko ring vam haar uit. En toch is het woord, de opvatting van het woord „charme" niet te ontleden. De beteekenis ervan is fijn, bijna geestelijk en toch bestaat het uit een on noembaar aantal kleine lieftalligheden. Een dikwijls terugkeerende stembuiging, een ka rakteristiek gebaartje, een lievelingshouding en in 't algemeen een zekere persoonlijke, orlgineele manier om de alledaagsche dingen te doen en te zeggen, dit alles kan deel uit maken van een zekere charme. Bij een man noemen we deze eigenaardig heden sympathiek, maar bij een vrouw spre ken we van charme Een man of vrouw kan een prachtig, regel matig gezicht hebben, een onberispelijk fi guur. zonder een greintje sympathiek of charmant te zijn. We weten soms niet te zeggen wat er aan ontbreekt, maar we ken nen allemaal wel een voorbeeld van ..mooi dat verveelt". De charme, het sympathieke ontbreekt er aan! Want tenslotte is aantrekkelijkheid en zelfs schoonheid van 'n gezicht, niet zoozeer gplegen in de belijning dan wel in de ex pressie, die natuurlijk nauw verband houdt met wat er- omgaat achter het masker van ons gelaat. Maar iedere vrouw schijnt behalve de aantrekkelijkheden, die iedereen vermag rv ar te nemen, nog een verborgen charme te bezitten, die niet aan het licht komt eer het merkwaardig schepsel „der Herzlichste von allen", gevonden is. Liefde is niet blind, het maakt ziende en doet sommigen schoonheid en lieftalligheden ontdekken, waarvan een gewoon menschen- kind net bestaan niet eens vermoedt. Liefde haalt het beste en mooiste, wat we in ons hebben, naar voren en dringt het minder goede, wat wellicht heel ons leven nauw ver want was aan ons persoontje op den achter grond. De liefde versterkt en bestendigt bij een goede vrouw, haar charme. De Kinderen: Meneer heeft de kinderen een interessante lezing gegeven van het geval kip, ei en kui ken. Na zijn uiteenzettingen vraagt hij: „En Marlet je, wat is nou volgens jou een ei Marietje (zes jaar„Een kuiken dat nog niet af is, meneer". 5 jaar komt. luid huilende thuis omdat 6 jaar hem aan het haar getrokken heeft. Moeder merkt op: „Ik dacht dat Piet zoo'n aardige jongen ivas en dat 'ie zoo iets niet zou doen?" 5 jaar: .Dat dacht ik ook en daarom had ik hem geknepen". Jeanne (4~ jaar)„Is een politic-agent ook een babytje geweest, mammie?" „Ja zeker, kindje". Jeanne: „Ik héb nog nooit een baby-poli tiemannetje gezien?!" HOMBHIRn Uit: „Children's Funny Sayings". Hoe men de kleuters bezig houdt. TAFEL EN STOELTJE. Naast het ledikant je moeten toch zeker een aardig stoeltje en tafeltje geplaatst kun nen worden en dus zullen wij ons daar van daag mee bezighouden. Wij gebruiken weer het zelfde materiaal en gaan op zoek naar leege doosjes. Het tafeltje, af beelding a is wel zeer eenvoudig, de deksel van een hoog doosje wordt er voor genomen. Veel be hoeft er niet aan veranderd te wor den, alleen vraagt het tafeltje natuur lijk echte pootjes. Om deze te verkrij gen, neemt men van elke zijde een klein stukje uit, zoodat 1 c.M. voor den rand en 1 c.M. aan elke zijde voor de breedte van de pootjes overblijft. Leege zeepdoosjes hebben dikwijls de gewenschte afmetingen voor tafeltjes. Het papier wordt er zoo goed mo gelijk afgehaald, een aardig kleurtje verf wordt er op aangebracht, liefst, dezelfde kleur als het wiegje, en het doosje is in een aardig tafeltje omgetooverd. Een tafeltje, gefabriceerd van een leeg klosje, waarop een stukje karton rust, staat natuurlijk ook heel aardig. Ook het stoeltje brengt geen moeilijk heden met zich mee. Voor de zitting wordt een klein doosje gebruikt. Evenals de tafel knipt men kleine stukjes uit de 4 kanten, zoodat de pootjes weer gevormd worden. De zitting is dus als 't ware gelijk aan een kleine -41 tafel. ■U- De leuning wordt weer uit het deksel tje verkregen en wordt volgens af beelding b uitge knipt. Nu de leu ning nog tegen de zitting aangeplakt en ook de stoel is gereed (afb. c.) Zelf kunt U het meubi lair nog eenigzir.s uitbreiden. Begint U éénmaal met een hecleboel doosjes bij elkaar te zoeken, dan zult U verschei dene, leuke model letjes te voorschijn brengen. Ook de kleuter zelf mag meehelpen. Zijn de meubel tjes niet zoo groot uitgevallen, dan zullen wij wel een plaatsje vinden in de poppenkamer. De beide modelle tjes zijn in de Tij dingzaal van ons blad te vinden. W. R. Vischschotel, Kropsla, Sneeuwpudding met sinaasappelsaus. Neem voor de vischschotel bijvoorbeeld moo- ten tarbot, licht ze rauw van de graat en ontdoe ze van het vel. Kook in dien tijd aardappelen, snijd ze nog warm in schijfjes en leg ze in een vuurvaste schotel. Plaats hierop de mootjes visch, die gewasschen, ge zouten en gepeperd zijn en strooi er een eet lepel fijngehakte ui en peterselie door el kaar, tusschen. Giet er dan tamelijk wat witten wijn, vermengd met water over, be strooi het schoteitje met paneermeel en ge smolten boter en laat het gedurende een klein half uur in een heeten oven staan om bruin en gaar te worden. Dien het dadelijk op. Voor de pudding is noodig: 1/2 L. melk, 60 gr. maïzena, 40 gr. suiker. 1 2 stokje vanille, 3 eiwitten. Kook op de gewone wijze maïzenapudding van melk, maïzena, suiker en vanille en roer hierdoor het zeer stijf geklopte eiwit. Doe de pudding in een met koud water omge- spoelden vorm en stort ze, als ze koud en stijf is. Neem voor de saus het sap van 2 sinaas appelen en een citroen, laat het met de schil van een halven sinaasappel langzaam aan de kook komen, doe er suiker bij naar smaak en bind de saus met wat aangemeng de sago. Roer zoo nu en dan onder het be koelen om het vormen van een vel te voor komen, Wij menschen van dezen tijd kunnen het niet meer laten, wij moeten ons verplaatsen, dat schijnt nu eenanaal niet anders te kun nen. Wie op Tweeden Paaschdag of op een gewonen Zondag de rijen auto's, de honder den fietsen en daartusschendoor de wande laars ziet. krijgt wel een goed beeld van onze verplaatsings-woede, zooals wij liet zouden kunnen noemen. Of wie de moeite neemt, de pont over het Noordzeekanaal in Velsen eens te gaan zien op Zon- en feestdagen, kan zich vermaken met de eindelooze rijen voertuigen die geduldig wachten tot zij overgezet worden, terwijl 's middags diezelf de rijen weer terug bomen, -een verplaatsing die zoo grappig aandoet, omdat van de over zijde van het kanaal eenzelfde stroom komt. maar dan in tegengestelde richting. Vooral nu het zomer gaat worden, neemt het toerisme In iederen vorm zeer toe, en het is weieens aardig, na te gaan. hoe wij vrou wen tegenover dit alles, ook in verband met het verkeer, staan. Niemand kan zich nu meer indenken, dat fietsen beschouwd zou worden als een on vrouwelijke bezigheid. Een jonge, gezonde vrouw in dezen tijd. die niet fietsen kan. is een uitzondering, en niemand verbaast zich er meer over, dat vrouwen zich op de fiets met de grootste handigheid in druk verkeer kunnen bewegen. Een vrouw aan het stuur van een auto wekt echter bij velen nog verbazing op, bij mannen vooral, en er zijn heel wat heeren der schepping, die er een minachterd schouderophalen, ook wel een boos woord voor over hebben. De meeste mannen zijn uit hun aard conservatief, en het spijt mij, het te moeten zeggen, maar velen hunner zijn ook bang dat de mannelijke waardig heid wordt aangetast, wanneer de vrouwen dingen gaan doen, die mannen totnutoe vonden te behooren als bij hun persoonlijke voorrechten. Eu daarvan is het besturen van een auto er een. Het heet dan dat het vrouwen aan zelfbeheersching ontbreekt.: kom, kom, dat loopt zoo'n vaart niet, zelfbe heersching is een eigenschap die bij men schen voorkomt of ontbreekt, maar niet bij mannen voorkomt en bij vrouwen ontbreekt. Bovendien kan zelfbeheersching aange kweekt worden. Vrouwen zijn niet doortastend genoeg, zegt men ook weieens. 't Is mogelijk, maar daar tegenover staat een grootere dosis handig heid, die in critieke gevallen dezelfde gun stige uitwerking kan hebben als doortastend heid. De lichaamskracht is onvoldoende dat Is een argument dat missschien alleen zou opgaan bij vrouwelijke bestuurders van zware vrachtauto's en autobussen, maar voorloopig bepalen de vrouwen zich alleen nog maar tot de luxe-wagens die licht ge noeg zijn, om de vrouwelijke lichaamskracht toereikend te doen zijn. „Wat doen jullie vrouwen nu. als er eens iets aan de auto hapert?" vraagt een man lichtelijk smalend. „Naar de dichtstbijzijnde garage gaan", is het antwoord. Waarop de man triomfantelijk meent: „zie Je wel, als er iets mee is, weet ze er geen raad mee". Maar nu vraag ik u: wat doet een vrouw als een band van haar fiets springt. Ze neemt haar aan de hand en brengt haar naar den dichtstbijzijnden fietsenhersteller, iets waarin niemand wat geks ziet. Maar als haar auto om een of andere reden niet ver der kan, sluit zij hem af en loopt naar een garage om hulp te laaien. Veel verschil is daax niet in, dunkt mijwaarom Is het eer ste doodgewoon en het laatste iets om min achtend over te doen! Vrouwen of meisjes die met elkaar uit zijn, hetzij op de fiets, in een auto, op een wan deltocht of in een boot worden door een zekere categorie van menschen, wlen ze geen stroobreed in den weg leggen, op allerlei manleren gedwarsboomd en gehinderd. En dat zijn niet alleen mannen die het doen, vrouwen en zelfs kinderen doen er druk aan En Vrouwen. mee. Om mjuxr enkele dingen op te noemen: badende jongens, die meisjes ln roeiboot en gemeene woorden toeroepen en pogen haar het roeier, te belemmeren, wat mijns Inziens wel tot de ergste staaltjes van baldadigheid behoort: uitjouwen en met steentjes gooien naar auto's waarin vrouwen inet elkaar uit zijn; probe eren stokken te steken tusschen de spaken der fietswielen: vreedzame wan- delaarsters uitschelden en met allerlei gooien, en dergelijke. Hoe dikwijls gebeurt liet niet, dat meisjes of vrouwen op een of andere manier ln het nauw gedreven wor den. maar nauwelijks vertoont zich een en kele man in de buurt, of de lafaards slaan op de vlucht. Die baldadigheid komt voort hetzij uit jaiouzie. maar ook wel uit conservatisme, waardoor dan in dezen tUd de vrouwen ln booten en in auto's het meest last onder vinden, omdat men aan de fietsende en wandelende vrouwen nu reeds is gewend go- raakt Jaiouzie speelt echter ook een belang rijke rol, en hoewel die afgunst zich natuur lij k net zoo goed uitstrekt tot de mannen tn booten als de vrouwen, durven zij die laa*- sten alleen aan. omdat zij in lichaamskracht bij een vechtpartij zouden te kort schieten, en het daarop dus niet kunnen laten aan komen. Dat vrouwen roekcloozer zouden zijn dan mannen, zal toch ook wel heel verschillend zijn. Iemand voor wie het vrouwelijk ideaal een en al zachtheid en liefheid was. een ideaal van suiker en stroop, en die dus auto- besturen totaal uit den boozo vond. vertelde van een auto. die in razende vaart ergens nog net tusschendoor geslipt was, en „natuurlijk" zat er een vrouw aan het stuur. Is dit niet onrechtvaardig? Hoeveel mannen zijn er niet, die meer dan roekeloos hun eigen leven en dat van anderen in de waagschaal stellen en als nu een jonge vrouw dat doet. is het dan niet te gek. om daarmee het hecle vrouwelijke chauffeurdom zwart te maken. Sommigen kunnen ook zoo hoonend pra ten over vrouwen en meisjes op fietsen, die u als wandelaar bijna omver rijden en dan met een lief lachje omkijken, om te zien, wat er nog van u overeind staat. Maar de fietsende jongen, die u ook op een haar na mist, kijkt brutaal en triomfantelijk om. en doet niets minder gevaarlijk. De vrouw die ran groote wandeltochten houdt, die haar fiets volkomen meester Is. die genoeg zelfvertrouwen heeft om mot haar auto in druk verkeer te gaan. die van roeien houdt, zwemmen kan en haar boot goed kan trekken, moet zich door al het ge praat van de jaloerschen en conservatieven niet laten weerhouden haar zin te volgen. Maar daarbij moet zij, als zij moeder Is. zich er op toeleggen om haar kinderen bij 'e brengen, dat baldadigheid en lafheid min derwaardige eigenschappen zijn en dat niets, wat andere menschen doen ..gek" is. Het kan hoogstens alleen maar anders zijn, dan wij het zelf gewend zijn, maar waarom zouden onze eigen gewoonten dan ook niet als „gek" kunnen worden bestempeld door die ande ren! De kunst is, om andere menschen, waarmee men niets te maken heeft, met rust te laten, en dat zou voor het vrouwelijke toerisme al een belangrijke stap in de goede richting zijn. E. E. J.—P. RECEPT. Kerrysaus (bij gekookt vleesch, harde eieren, droge rijst, witte boonen enz.) maakt men van 1/2 liter water, 2 maggi bouillon blokjes. 40 gr. tarwebloem, 50 gram boter. 1 theelepeltje kerry en 1 uitje. Op een zacht vuur laat men het gesnipperde uitje in de boter gaar smoren, zonder de ui bruin te maken. Bloem en kerry erin strooien en die en oogenblik mee fruiten. Bij dit mengsel giet men langzamerhand, steeds roerende, den maggi bouillon. Iaat de saus even door koken en giet ze dan door een zeef in de sauskom, de ui achterlatend. Langen tijd te voren verheugt men zich meestal op oen reis, die te wachten staat, doch deze vreugde wordt dan vaak getem perd als men aan het hondje of aan de an gorapoes denkt. Want als er aan de reis te vens een lange logeerpartij verbonden is, dan kan zelfs poes soms meegenomen worden. Het luxe hondje laten de vrouwen ook niet graag aan vreemden over tijdens hare af wezigheid. vandaar dat er nu tegen den tijd. dat men over een reis maken gaat naden ken. koffers in den handel worden gebracht, zooals u op de afbeelding ziet, waarvan een der zijwanden voorzien is van een gevloch ten raampje. In zoo'n koffer, die van binnen dik gewatteerd is, kan men, zonder dat cr de minste kans bestaat, dat ons hondje zich onderweg kan bezeeren, hem rustig meedra gen. Is de wind wat guur. of regent het, dan kan men den klep op zij sluiten. Ook toont de tcekening u een valles, aan den zijkant even eens voorzien van een klep, die een gevloch ten raampje verbergt. Deze valiezen zijn bui tengewoon geschikt om er onze poes ln mee te nemen, omdat deze zich op den bodem behagelfjk ineen kan rollen en haar dutje kan doen. Een tweetal van de nieuwste soorten hals bandjes toonen wij u hierbij nog. De harige band is bedoeld voor een kleinen buidog, tor- wijl nummer twee meer geschikt is er voor een ruwharige terrier. Voor ieder soort hond je is er wel een halsbandje te vinden, dat precies met zijn ras woncii schijnt te komen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 11