AT ERD&S&WO rj HET GEHEIM VERDRAG VAN DOVER EN DE VROUWEN. KONING KAREL II VAN ENGELAND. HET LEVEN AAN BOORD VAN EEN ZEILSCHIP EEN GEVAARLIJK EN MOEILIJK WERK. ZATERDAG 3 MEI 1930 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Historische Figuren. Koning Charles TI. Prins Maurits van Nassau is nooit gehuwd geweest, maar had bij de freule van Meche- ien, gesproten uit een katholiek gebleven tak van het geslacht Nassau-Conray, buiten huwelijk, drie zoons, Mauritz, Willem en Lo- dewijk, benevens vermoedelijk een dochter, Eleonora. Lodewijk, heer van Beverweert, de Leek, Odijk en Lekkerkerk, werd geboren om streeks 1600; hij diende met onderscheiding in het Staatsche leger, werd later lid van den Raad van State en in 1646 gouverneur van Bergen-op-Zoom als generaal-majoor der in fanterie; in 1658 werd hij, als generaal, gou verneur van den Bosch. Eeverweert was een flink, beschaafd, ontwikkeld en rechtscha pen man; hij vervulde een diplomatieke zen ding naar Parijs en een naar Londen; hij was de raadsman van den onstuimigen jongen Prins Willem II en zijn gematigde houding werkte steeds ten goede; na den dood van dien Prins steunde hij diens wedu we en kwam hierdoor op minder goeden voet met Amalia van Solms, doch met tact wist hij ernstige conflicten te vermijden. Lode wijk van Beverweert was zeer rijk; hij huw de in 1630 met Elisabeth, gravin van Hoorn (de Hornes), dochter van den generaal der artillerie baron van Kessel en had bij haar drie zoons en vijf dochters. Van de meisjes huwde Amilia met Thomas Butler, graaf d'Ossory en Isabella met Henry Bennel, graaf Arlington, beiden Engelschen. Nassau-Odijk, Beverweerts zoon, was de "vriend geweest van den lateren Koning Karei II, toen deze op het Vasteland in balling schap rondzwierf en Lodewijk zelf was, na de Restauratie, meermalen, ook vergezeld door zijn vrouw, in Engeland geweest; er bestond dan ook een vrij intieme relatie tusschen de familie van Beverweert en het Engelsohe hof. Het huwelijk van Isabella met Arlington had plaats op 14 April 1666, terwijl de Republiek der Vereenigde Nederlanden met Engeland in oorlog was; Arlington was toen Engelsch staatssecretaris. Isabella was een mooie vrouw, zeer hoffelijk en hoogst minzaam, maar verkwistend en spilziek evenals haar broeder Odijk; bij zijn huwelijk was Arling ton 48 jaar oud. Nadat het ministerie Clarendon gevallen was, werd Arlington minister (het bekende Cabal-ministerie van 1671) en kwam op het toppunt van macht en rijkdom; hij was het die den Hollandschen gezant van Beunin- gen om den tuin leidde Sedert zijn 20ste jaar had hij steeds buiten Engeland ver toefd; vooral Frankrijk en zijn instellingen trokken hem sterk aan, evenals de Room- sche godsdienst. Arlington was een man die geleerd had zich steeds aan te passen; in gezelschap van den Koning was hij vroolijk en geestig, in zijn openbaar optreden ernstig en deftig en op die wijze had hij zich een vrij groote mate van populariteit verworven. Karei H, sedert 1660 Koning van Engeland, voedde een hevigen wrok tegen de Staatsge zinde partij hier te lande, die zijn neef Wil lem van Oranje nog steeds buiten de waar digheden zijner voorouders hield en tegen de Republiek, die door haar grooteren han del en uitgebreider scheepvaart zijn naijver opwekte. De Triple Alliantie van 1668 had nooit zijn sympathie gehad; evenmin had hij veel égards voor de gevoelens van zijn volk en voor het Parlement; hij benijdde Lode wijk XIV diens absolute macht en zijn mil- lioenen! Meer en meer neigde hij tot een samen gaan met Frankrijk, al besefte hij dat hij daardoor Engeland tot een vazal van den Franschen monarch zou maken; daarbij kwam zijn geheime sympathie voor het Roomsche geloof. Lodewijk XIV. in zijn streven naar grooter macht en uitbreiding van gebied (Vlaanderen) had Engeland als bondgenoot noodig. ook in zijn strijd tegen Willem III, en de Republiek. Op welke wijze zou hij den weifelenden en zwakken Karei II het zekerst voor zich winnen? Een van de eerste pogingen was het zen den van den abbé Pregnani (die later, om dat hij te veel wLst en te veel verklappen kon, gevangen genomen werd en hoogst waarschijnlijk bekende Man met het IJze ren Masker is geweest, die in werkelijkheid een fluweelen masker droeg) astroloog, al chemist en waarzegger; deze kwam door middel van Monmouth, 's Konings onwetti- gen zoon, in aanraking met Koning Karei, maar toen hij voorspelde welk paard op de courses te Newmarket zou winnen, en de Ko ning bedrogen uitkwam, wilde deze niet meer met hem te maken hebben. De sluwe Lodewijk XIV begreep dat op een man als Karei II een vrouw den groot-sten invloed zou hebben, maar welke moest hij daartoe kiezen? De koningin-moeder Hen riette Marie, dochter van Henri IV. had in vloed van beteekenis op haar gemaal gehad maar men vreesde de tegenwerking van haar geer intiemen vriend Lord Jermyn. De Ko ningin, een Portugeesche (Portugal was in vijandschap met Spanje, Frankrijks tegen stander) kwam niet in aanmerking; Catha- rina van Braganza was bovendien een onbe duidende vrouw, zonder charmes en zonder veel verstand. Het moest een jonge vrouw zijn, bekoorlijk, sluw en betrouwbaar, die den minzieken vrouwenliefhebber, die Karei n was, kon be ïnvloeden. De beeldschoone Barbara Villiers. later gravin van Castlemaine. levendig, vol passie heeft den Koning voor zich weten te winnen en in den korten strijd van de min nares tegen de Koningin moest deze laatste het afleggen. Karei kiest openlijk Barbara's partij, benoemt haar tot hofdame van zijn vrouw en schrijft aan Clarendon: wie zich een vijand van mylady Castlemaine zou too- nen, zou mij tot vijand krijgen tot mijn laatste levensuur; ik zweer het op mijn eer! De Koningin kwam zelfs op goeden voet met de gravin, die heftig, twistziek en veel- eischend, den zwakken Koning geheel be- heerschte en hem zelfs angst aanjoeg. Louis XIV dacht er sterk over Lady Cast lemaine als zijn bemiddelaarster te gebrui ken; zij was de Fransche politiek welgezind en niet ongevoelig voor rijke geschenken, daar zij op een onzinnige manier met geld smeetmen kon geen staat maken op de wispelturige vrouw met haar grillen en nuk ken. Nell Gwynn, de gewezen fruitverkoopster, Karel's andere minnares was een Engelsche en kwam ook om andere redenen niet in aanmerking. Maar er moest gehandeld wor den. Karei n bleef weifelen. Er trad echter een nieuwe kracht op den voorgrond, de mooie, gracieuse, elegante Ma dame Henrlette, zuster van Karei H en schoonzuster van Le Roi Soleil, en onder haar invloed werden de grondslagen gelegd van het verdrag tusschen Groot-Brittannië en Frankrijk, het Geheim Verdrag van Dover. (Mei 1670). Om de laatste moeilijkheden te overwin nen ging Henriette scheep naar Dover en tot de dames, die haar vergezelden, behoor de Mademoiselle Louise de Kérouaille. een jonge edelvrouwe „aux traits d'enfant. au visage mélancolique, a Ia démarche alan- gerie", twintig jaar, van Bretonschen adel en arm. Zij was de dochter van Guillaume de Penancoët en Marie de Ploruc de Fimeur. 't Schijnt dat haar ouders haar bestemd hadden voor maitresse van Louis XIV en haar daarom eerejonkvrouw van Madame Henriette hadden gemaakt. Maar de Koning schonk de voorkeur aan Mad.lle de la Val- lière. Weinig geestig was zij niettemin door haar groote lieftalligheid, zachtheid en vriendelijkheid zeer gezien aan het Fransche hof; nog zeer jong ontstond er zekere ver houding tusschen haar en den graaf de Sault, die echter tot geen huwelijk leidde. Koning Karei, blasé van de donkere, hef tige Castlemaine en zijn andere, vulgaire vriendinnen, schepte dadelijk behagen in het frissche. zeer jonge, blonde, zachte jonge meisje en hij deed zijn best Henriette met haar gevolg zoolang mogelijk in Dover te houden, onder voorwendsel dat het te slui ten verdrag ampele bespreking eischte; Mon sieur. Henriette's echtgenoot, verlangde ech ter zijn vrouw terug te hebben en slechts met veel moeite kon Lodewijk zijn broeder be wegen nog enkele dagen geduld te hebben. De Fransche monarch had eindelijk een ge schikt werktuig, een vrouw, die hem dienen zou, gevonden! Bij het geheime tractaat van Dover ver bond Karei H zich zijn belijden van den R.- Katholieken godsdienst bekend te maken, zijn strijdkrachten met die van Lodewijk XIV te vereenigen om de Republiek der Ver. Ne derlanden ten onder te brengen en voorts om met alle kracht de aanspraken van het Huis Bourbon op de Kroon van Spanje te onder steunen. De Fransche Koning, van zijn kant, beloofde een groote som gelds te zullen betalen aan Karei II en elke oproerige be weging in diens land met de wapens te hel pen onderdrukken Zes weken later stierf Madame plotseling naar men beweerde door vergiftigd te zijn; Louise de Kérouaille keerde naar Calais terug maar de verliefde Engelsche Koning zond haar een jacht achterna om haar naar Dover terug te brengen, waarna zij tot hof dame van de Koningin werd benoemd. Dade lijk onderkent Lady Castlemaine nu her togin van Cleveland geworden het gevaar dat haar bedreigt en stelt zich partij tegen Frankrijk voor de Spaansche belangen. Te midden van de bals en andere feesten, gedurende den winter van 1670, wordt te Londen de strijd tusschen de vrouwen ge* streden, met Karei H als inzet. Maar de Bretonsche jonkvrouw aarzelt nog om zich geheel aan den Koning over te geven zij wil haar land en haar koning met hart en ziel dienen, maar zij kan er nog niet toe komen een Nell Gwynn, een Barbara Villiers te worden Zij woonde in White-hall waar de Koning haar dagelijks een lang bezoek bracht; de Fransche gezant Colbert de Croisy meldde het aan Louis XIV, die zich ongerust maakte omdat de zaken niet naar wensch opschoten. Arlington zag met genoegen dat Koning Karei dol verliefd was op de mooie Louise; hij drong er bij zijn vrouw op aan dat deze Mfss Kerwol (zooals de Engelschen Louise noemden) zou overtuigen van het benijdens waardige om 's Koning's minnares te worden, anders zou zij in een klooster haar toevlucht moeten zoeken en dat kon zij toch zeker niet wenschenIsabella van Beverweert aar zelde geen oogenblik; integendeel, zij over legde met Colbert Croisy op welke wijze zij het jonge meisje ten val zouden kunnen bren gen. Op het prachtige kasteel Euston der Ar- lingtons werd op 29 October 1671 een groote avondpartij gegeven; ook dc koning was van New-market, overgekomen. Eerst toen, in den feestroes en niet langer weerstand kunnen de bieden aan net aandringen van Isabella en aan 's Konings smeekbeden, stemde zij er in toe Karel's minnares te worden Louis XIV, op de hoogte gebracht van het gebeurde, maakte er onmiddellijk gebruik van om door Madlle de Kérouaille te doen bewerken dat Koning Karei een verbond sloot met Frankrijk regen Holland en be loofde Roomsch te zullen worden, en dat de herrog van York een huwelijk zou sluiten naar Lodewijk's wensch (met Maria van Modena). In Maart 1672 verklaarde Engeland den oorlog aan de Republiek. Langzamerhand werd de weinig wereldwijze Louise een vrouw, die zich wist te doen gelden en met kracht tegen haar mededingsters op te treden; zij wist hoeveel invloed zij op den Koning be* zat en maakte er meermalen gebruik van oa. in Oct. 1680, bij de z.g. Exclusion*Bill, gericht tegen de Katholieken. Als Engelsche genaturaliseerd verhief de Koning Louise tot gravin van Fameham en Petersfield, later tot hertogin van Penden nis welke titel later veranderd werd in her* togin van Portsmouth. Op 29 Januari 1672 werd haar een zoon geboren, die den titel van hertog van Richmond verkreeg. De verhouding van Louise tot de Arlington was geleidelijk verkoeld en tenslotte was zij het echtpaar tamelijk vijandig gezind. Over het algemeen was zij, de vertegenwoordigster van Frankrijk, bij de Engelschen fel gehaat en in schotschriften en blauwboekjes werd zij heftig aangevallen. Eén ervan zegt van de incarnation du parti fransais„le juge- mer,:. solide de cette demoiselle, sa pénè- tration, son heureuse mémoire. son esprit vif mais en mème temps si souple In 1674 werd zij vrij ernstig ziek maar wist niettemin haar positie te handhaven. Haar zuster Henrlëtte komt haar bezoeken en huwt daarna met Lord Pembroke; ook haar ouders begeven zich voor eenigen tijd naar Londen hoewel zij zich schamen voor de positie van Louise, die graag voeling met Frankrijk blijft houden; zij wil zich het recht verwerven op de tabouretten in Ver sailles te mogen plaatsnemen en tracht daarom tot hertoging van d' Aubigny ver heven te worden, wat haar ook gelukt. Steeds neemt haar macht toe: haar ver trekken in Whitehall zijn met ongelooflijk kostbare weelde en pracht ingericht; zij ver speelt duizenden en duizenden, ook met het bassette-spel met de Koningin. Louis XIV tracht een huwelijk tot stand te brengen tusschen den hertog van York en Madme de Guin; Louise ijvert voor de doch ter van de hertoging d'Elboeuf. 1) In 1675 krijgt zij een gevaarlijke mede dingster naar de gunsten wan Karei II; Hor ten ce Mancini, hertoging de Mararin komt aan het Engelsche hof maar Louise blijft 's Konings gunst behouden tot zij twee jaar later wederom ernstig ziek wordt. Het toppunt harer macht bereikt zij om streeks 1683, nadat zij zich reeds heeft doen gelden bij het sluiten wan den vrede van Nijmegen. De Grand Prieur de France, Phi lippe de Vendóme. door louis XIV verbannen, komt in Engeland en geraakt weldra op ver- trouwelijken voet met Louise, wat Koning Karei H er toe brengt hem het verblijf in zijn land te ontzeggen. Tijdens de laatste ernstige ziekte van Koning Karei n bevond Louise zich in het zieken vertrek, als ware zij de. Koningin. Maar toen het bekend geworden was dat de toestand des Konings ernstig was, haastten de Koningin en de hertog van York zich naar den zieke en de favoriete werd gedwongen zich naar haar eigen vertrekken te begeven. Deze waren driemalen afgebroken en weer opgebouwd, op last van den Koning, om aan de grillen van zijn minnares te voldoen. De ornamenten op den schoorsteenmantel waren van massief zilver. Verscheidene prachtige schilderijen, die eigenlijk aan de Koningin behoorden, waren naar de vertrek ken van Louise overgebracht. De buffetten prijkten met rijk bewerkt tafelzilver. In de nissen stonden kabinetten, meesterstukken van Japansche kunst. Op de geweven be hangsels, vervaardigd in Parijsche ateliers, waren afgebeeld, op een wijze, zooals men ln Engeland niet vermocht te doen, vogels met schitterend gevederte. landschappen, jachttafereelen, het vorstelijke terras van Saint-Germain, de standbeelden en fontei nen van Versailles. Temidden van al deze praal, gekweld door schuldgevoel en schaamte zat de ongeluk kige vrouw, toegevende aan haar bittere smart, waarvan om haar recht te doen. moet gezegd worden, dat zij niet geheel uit zelfzucht voorsproot. Toen de Fransche gezant Barillon haar een bezoek bracht was zij het die hem ver klaarde dat de stervende koning oprecht Katholiek was. Na den dood des konings keerde zij terig naar het vaderland en leefde nog lange jaren te Parijs. Coenraad Droite, die haar daar in 1698 zag. geeft een hoogst onsma kelijke beschrijving van de eertijds 200 lief tallige vrouw, die eerst den 14den Novem>er 1734 stierf. DR. J. WACKIE EYSTEN. 1) Van haar kleindochters, mesdames de Neile, werden vier de minnares van Louis XV. Wenden op een stormachtigen morgen. Door COMMANDER MANNIN CRANE, RN.R. den bekenden schrijver van zeemansverhalen Luitenant-commandant J. H. Crane beter bekend als Mannin Crane) schrijver van dit artikel. Plotseling buldert een stem; „Vooruit, luiaards! Wenden op acht glazen!'' Een koude, natte, klamme hand op de wang van den slaper brengt dezen uit het rijk der droomen in dat der werkelijkheid terug. De lamp gaat helderder schijnen en ver licht een kamer van 19 bij 9 voet. Het meu bilair is eenvoudig, zeer eenvoudig. Behalve een plank, met scharnieren bevestigd aan het beschot en ondersteund door een ijzeren stang en die dienst doet als tafel, is er niets dan drie paar kooien, twee aan twee boven elkaar en zes zeemanskisten langs de wan den. zoodat er een ruimte van achttien duim breedte overblijft om door te loopen. De glimmende oliejas van den schreeuwer doet de Wacht te Kooi huiveren en hij wikkelt zich vaster in de grijze dekens, maar de klamme hand is onverbiddelijk. Born, een zware golf slaat tegen den wand van het schip. „Hoe zou je het vinden, als je die in je hals kreeg?" Een huivering is het eenige antwoord. Zware voetstappen worden boven gehoord en luide stemmen klinken, terwijl de wacht aan dek bezig is de verschillende touwen uit te rollen die binnen eenige minuten door blokken en katrollen zullen snorren, terwijl de geweldige en spookachtige ra's om waaien. De touwen kunnen niet op de ge wone plaatsen gelegd worden en daarem worden ze nu zoo ver mogelijk van de don derende stortzeeën af, over reddingsbooten en reddingslijnen, opgeschoten, boven op de verschillende hutten en zelfs op den „heili gen" achtersteven, want als een touw op het kritieke oogenblik niet vrij loopt, wel schepen zijn wel eens over tijd Wanneer ge beschutting hebt gezocht achter het ..oppertJe", een stuk zeildoek van 16 voet in het vierkantdat op zijn plaats gehouden wordt niet zoozeer doordat het vastgemaakt wordt dan wel door den druk van den wind tegen het bezaanstuig, dan is de eerste indruk, dien ge krijgt dien van een geel, zwak licht achteruit en dan zult ge vaag de roergangers zien (want bij dit weer zijn er twee, aan eiken kant van het rad van zes voet één). Het licht komt van het kompashuisje, waarin het kompas ligt. Niet tegenstaande de vier dubbele takels aan el- ken kant van de roerpen stoot het stuurrad geweldig. Een gloeiende punt van een bran dende sigaar duidt de plaats van den kapi tein, die trijpen pantoffels aangeschoten heeft, aan. De eerste stuurman staat vlak bij het kompashuisje en evenals de kapitein wacht hij vol spanning op een gunstige ge legenheid om het schip de eerste van de twee kritieke bewegingen te doen maken. De hevige bul is aan 't afnemen. Aan de lijzijde wordt de geweldig groote massa wol ken, natte sneeuw en hagel snel kleiner. De wind, die een paar streken gedraaid Is, brengt de zware zeeën bijna dwarsscheeps. De omstandigheden zijn gunstig, maar de gelegenheid ls er nog niet. Wel 150 ton water wordt op het dek ge worpen als een schuimende waterval. „Wat zegt u, kaptein?" buldert de stuur man. De kapitein hoort alleen de stem. maar be grijpt bij intuïtie wat er gezegd wordt. „Aan de schooten!" is zijn antwoord. De wachten op het dek, tot nu toe onop gemerkt. komen voor den dag uit hun ver schillende schuilplaatsen achter kampanje gangen en het stuurhok en pakken de tou wen beet. die den bezaanmast zullen doen omzwaaien. Nog een stortzee, kleiner dan de eerste, slaat over het dek en nog één, met 20 se conden tusschenruimte. De spreekwoordelij ke drie lange golven zijn voorbij. Nu ls de ge legenheid er- „Aan de brassen van het grootzeil!" De order wordt door den een aan den ander doorgeschreeuwd tot de plaats waar eenigen van de bemanning staan buiten de deur van het halfdek. Langzamerhand vormt zich een lange rij van donkere gestalten bij de bras voor het grootzeil aan de loefzijde, een touw dat ver bonden is aan het eind van de groote ra. Vlak daarboven, op den achtersteven, staat de kapitein, een buitengewoon groot „num mer" onder de menschen. met een Stentor stem. Hier, bU de bras voor het grootzeil, ls zoo ongeveer de halve bemanning verzameld, de rest is op den achtersteven om de brassen voor den bezaanmast te bedienen. Ieder oogenblik kan een zware stortzee over het dek slaan. Indien dit geschiedt is het raadzaam als wij aan de loef zij zijn om iets in de buurt te hebben waaraan men met de handen hou vast heeft en niet alleen op zijn voeten te vertrouwen. Aan de lijzijde, scherp uitkomend tegen de schuimende blankheid van het opspattende water, staat de stuurman. Ofschoon het mis schien niet gehoord is, heeft de kapitein de order: „Het roer óp!" uitgeschreeuwd. Het schip wordt nu van den wind af gedraaid. Plotseling klinkt boven 't korte bevel: „Aan halen, mannen!" Dit is het sein voor den stuurman om de touwen aan de lijzijde te vieren waardoor nu de ra's omgetrokken kunnen worden. Naarmate de ra's draaien wordt er minder inspanning vcreischt en spoedig wijzen de ra's van den grooten en van den bezaanmast naar den wind, terwijl nu de ra's van het fokkezeil de volle kracht van den storm krijgen. Door deze hefboom- Dc „Samuel Enderby", een beroemd oud zeilschip. Naar een oude prent). werking van het voorste deel zwaait het schip snel om, zonder te veel vaart te krij gen. Zoo manoeuvreeren zij verder; naarmate de wind en de zee achter komen volgen de ra's van den grooten en van den bezaan mast hen totdat zy aan den anderen kant zijn. Nu zijn dc ra's van den grooten en van den bezaanmast gebrast en het schip loopt vóór den wind. .Bakboord vooruit brassen!" In betrekkelijke veiligheid stampt het schip, nu het niet meer overhelt, vooruit. Dan volgen eenige minuten waarin alle dui velen van de hel losgebroken lijken te zijn. Met een vroolijk „Uithalen naar bakboord!" laten de stuurman en zijn helpers de stuur boord-brassen schieten en de nu plotseling vrij gelaten ra's, die bovendien door den wind geholpen worden, zwaaien om en dit gaat gepaard met gestamp van tien-ponds zeelaarzen op het dek, gerommel en lawaai van blokken, gekraak van lummels en ge rammel van kettingen en door elkaar heen gezongen liedjes. Wie vlug ter been zijn hol len met de einden van touwen in de hand recht vooruit, anderen blijven ln de buurt om een handje te helpen als het noodig mocht zijn, want ofschoon de t-ouwen slap zijn en slechts ingehaald behoeven te wor den, kunnen toch, wanneer het schip gaat slingeren, de ra's, die tonnen wegen, een lee- lijken zwaai achteruit- maken, zoodat zij, die daarbij verward raken in de touwen, armen en beenen kunnen breken. Bij deze werk zaamheden komt het vooral aan op snel heid. want iedere minuut die verloren wordt beteekent dat het schip meer afdrijft, daar het nu vóór den wind loopt. Spoedig even wel zijn alle touwen van de ra's stev'g aan beide zijden van het schip bevestigd. „Alle hens van het hoofddek af!" Dit be vel wordt snel gehoorzaamd en daarvoor is alle reden, want de manoeuvre van het wen den van het schip zal nu weldra voleindigd worden en terwijl dit gebeurt zal er een oogenblik van gevaar zijn. wanneer de zware stortzeeën recht over het hoofddek slaan. Het is in zulke ©ogenblikken dat schepen ver gaan, want de geweldige druk van houder den tonnen water kan dokken en luiken ver nielen alsof het lucifershoutjes zijn. Zooals daareven zal de kapitein wachten op een goede gelegenheid en hij zal nauwkeurig op den stuurman letten. Een monsterachtig groote golf nadert en o, verschrikking, het schip slingert juist in haar richting. Alle dekken zullen worden blootgesteld aan de werking van de water massa, die daar aan komt rollen met een snelheid van 30 mijl per uur. De seconden lijken minuten. Als men de factoren kende, men zou kunnen trachten een kansbereke ning te maken want voor één slingering van het schip zijn ongeveer 15 seconden noodig. maar in oogenblikken als deze is men als het ware onder betoovering. Nóg slingert het schip, steeds meer overhellend en de golf komt nader en nader bij. Ofschoon de slingering afgeloopen schijnt te zijn Is er niets, dat op een teruggaande beweging lijkt en de golf nadert nóg meer. Ook begint de slingering in tegengestelde richting nog niet. De voet van den naderenden waterberg heeft het achterste deel van het schip be reikt. De bemanning ziet op tegen een tach tig voet hooge helling van water en vraagt zich vol spanning af, wat er zal gebeuren. De hoogte van de golf van den top tot het dal ls dichter bij dc veertig dan bij de der tig voet. D&n wordt men zich misschien voor het eerst bewust wat vrees is, de wer kelijke vrees voor den dood. Als om hierop nog meer den nadruk te leggen klaagt en zucht de wind door het want; geluiden die geheel in overeenstemming zijn met de emo ties, waarin wij op zulke oogenblikken ten prooi zijn. Bijna op denzelfden tijd, waarop het voor ste gedeelte van den voet der golf over het dek begint te stroomen, voortschietend langs de verschansingen met een bulderend geluid, schijnt het schip zijn traagheid af te schudden en het achterste gedeelte verheft zich Juist bijtijds om te verhinderen dat de volle kracht van de golf het dek treft, maar niet vlug genoeg om te voorkomen dat een geweldige zee over dc dekken spoelt. Zóó snel gebeurt dit alles dat niet zoozeer de gedachte dan wel het Instinct tot hande len drijft en de vlugsten en handigsten zitten in een oogwenk op de ijzeren schooten van de marszeilen. Maar slechts voor één oogen blik, want zij vallen terug te midden van warrelend schuim: zij zijn van de staven af geschud, terwijl de zeilen heen en weer slaan door het slingeren van het schip. Zich in het wilde vastgrijpend, naar adem hijgend en proestend, weten zij nauwelijks meer waar zij zijn. Eén oogenblik denken zij: „over boord?" Hun voeten raken iets zachts aan en hun ribben stooten tegen iets hards. Onduidelijk zien zij een donkere massa met witte randen en men wordt opnieuw wegge slagen, de speelbal van een nieuwen golf. Maar dit keer kom je gelukkig in aanra king met de reddingsiijn en je houdt je daar met alle kracht, met armen en beenen aan vast. Het schip is gewend, want het vreeselijke gehuil en gefluit, dat minder werd toen de wind van achter kwam, is weer begonnen met klaarblijkelijk toegenomen woede. Alle hens halen de brassen aan de loefzijde nog wat steviger aan. „Voor allen een oorlam!" en welkom is het glas rum voor alle leden der bemanning. Het volgend bevel ls bijna even welkom: „De roergangers en de uitkijk worden afge lost!" want nu kan de wacht beneden zijn welverdiende rust gaan nemen. (Nadruk verboden),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15