H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN STADSNIEUWS DE WEG TOT HET HART HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 6 MEI 1930 (Nadruk verboden; auteurarccht voorbehouden). door H. BUYS. Hengelaars. Tegelijk met de eerste lentebloesem, de eerste bromvliegen en de eerste zomer sproeten, verschijnt de mensen in zijn variatie hengelaar. Aanvankelijk het halfwas specimen met schepnet en jampot, zorgvuldig geëtiket teerd met het merk „silver shred", later de ernstiger editie vol geduld en verwachting. Gisteren lag er al een aan de Loosdrechtsche plas. Maar zijn ijver was poover; hij had den hengel in de schacht van zijn schoen ge stoken en sliep welluidend. Daar ik den dobber nergens meer op het water ontdekte, schudde ik den man wakker en vroeg naar het alibi van zijn dobber. „Goeie genade, man, Je laat me schrikken. Is dat soms geen fijne manier? Wanneer het een groote visch ls, dan zal ik wel wak ker worden en de kleine laten me koud!" Maar de dobber is toch verdwenen, dan moet er een visch hebben gebeten!" „Hoe kom je er bij; die is alleen in. de waterplanten vastgeraakt". Hij trok den hengel op; de haak ontbrak. Terwijl hij kalm en met aandacht uit zijn portemonnaie een nieuwe nam en uit zijn zakdoek een verschen wurm, die hij aan den haak sloeg, zeide hij; „Die vervelende waterplanten brengen je heeiemaal van je a propos". Waarop hij zich neervlijde en verder sliep. Aan de Vecht beleefde ik eens een henge- üaarsfamiiie, die bestond uit niet minder dan zeven koppen. Dc oudste zoon was boos op zijn vader omdat die de beste plek aan het water had ingenomen. De jongste schoot met een windbuks op de stekels, die bij den oever speelden. De middelste hengelde in gespannen en had twee brillen boven elkaar opgezet, om den dobber duidelijk te zien. De moeder kon de hengelsport vanwege haar formaat alleen zittend beoefenen; wanneer zij het snoer niet meer over het riet heen in het water kon krijgen, riep zij haar man toe: „Alfred, Ik heb er een!" Waarop de man vastberaden zijn vier uit gelegde hengels verliet, en, na van de eerste teleurstelling te zijn bekomen, haar hengel opnieuw uitwierp. Een uiterst intelligent systeem had de achttienjarige dochter 'bedacht. Terwijl zij met de oogen een zachtaardigen roman van Courths Mahler verslond, zat een kleine takshond aandachtig naast haar en keek naar den dobber. Kreeg zij beet, dan blafte het dier, het meisje sprong op en trok den hengel op. Het succes van dit systeem heb ik niet kunnen afwachten. 'Maar ik kan mij ook nu nog niet onttrekken aan de gedachte, dat de hond met de visschen speelde onder één hoedje.... Eens ontmoette ik een hengelaar, die mij een bevoorrecht exemplaar toescheen van zijn variéteit. Ik vroeg hem, leerzuch tig, alle bijzonderheden van zijn bedrijf. „De jas", zeide hij, „die je bij het henge len draagt, moet kroosgroen zijn. een beetje naar het grijze toe. De broek bij voorkeur bruin, maar op dit punt loopen de theorieën •uiteen". „Het effect is, dat je de visschen niet aan het schrikken maakt", was mijn gevolg trekking. „Ten deele", zeide hij, „maar daar staat tegenover, dat je moet trachten, de dieren te bekoren. Ik wrijf voor de groote hengel- •wedstrijden mijn lichaam des morgens met olie in, die ik na lange proefnemingen als de beste vischlokolie heb leeren waardecren- Voor den mensch is de geur minder aanlok kelijk, maar dat moet je voor d$ hengeh sport over hebben". „En uw vischtuig?" informeerde ik, terwijl mijn eerbied toenam. „Dat is niet met twee woorden te zeg gen. Het nieuwste, dat ik heb, is een hengel, die ook als stoel, schildersezel, wandelstok, verrekijker en landmeterstoestel is te gebrul ken. Het snoer wordt niet meer in het water geworpen, maar met luchtdruk weggeslingerd Een haak is heeiemaal niet meer noodig. De worm is een namaakworm en wordt door een chronometer in beweging gebracht. Komt er een visch mie in aanraking, dan schiet er een lasso uit, die het diertje over den kop valt. En dan wordt er gewerkt aan een periscoop, .waarmede je de visch op iedere diepte van het water aan het werk kunt zien". Arme dieren", zeide ik. „O", vond hij minachtend, „ben je er zóó een. Wij zijn nog lang niet ver genoeg. Van daag, bij voorbeeld, heb ik pas één roodoog gevangen". Dit geval herinnert mij aan een grooten hengelwedstrijd, dien ik eens ambtshalve als toeschouwer de eer had, bij te wonen. Dat ging ongeveer zoo: een kleine vijver, waarvan bewezen was, dat hij visch bevatte, was om ringd door ongeveer twintig hengelaars. Ieder had in het water een van planken vervaar digde box, zoodat de visschen in elk van deze boxen als in een haven moesten binnen zwemmen. In het midden van den vijver was een stellage gerammeld, waar vier juryleden op zaten, die keken naar alle windstreken. Na een revolverschot gooiden alle twintig henge laars hun snoeren in het water, dat het klet terde. Ik was verwonderd over dit rumoerig optreden en vroeg een lid van de vereenl ging om opheldering. „Doodeenvoudig", zeide dit lid van het vischcollege, „wie na drie uur de meeste visschen heeft, is prijswinnaar". „Ja, ja, maar hoe kunnen ze zoo onvoor zichtig zijn, om zoo hevig te schieten?" „Doodeenvoudig", meende het lid. „De vis schen komen er door in beweging en ver- deelen zich beter". Aangezien ik daar niets tegen had in te brengen, vroeg ik verder: „En de vier heeren daar op het schavot?' „Dat is doodeenvoudig het bestuur. Het let er op, dat de statuten worden nageleefd. ,JEn hoeveel visschen worden er als maxi mum in de drie uren gevangen?" „Dit hangt geheel af van den luchtdruk", verklaarde hij verder. ,J3ij een zwaar onweer waren het er eens dertig,'maar helaas werden twee van onze helden bij die gelegenheid door den bliksem getroffen, twee andere stierven kort daarna aan de gevolgen van griep Ik kreeg een zekeren eerbied voor de twintig hengelende mannen. „Ik heb altijd gehoord, dat de hengel sport tamelijk onschuldig is". „Wanneer men haar ernstig beoefent, heeie maal niet. Ziet u dien dikke daar? Zijn vrouw moet hem iedere vijf minuten het zweet van het voorhoofd vegen, dan verliest hij geen tijd". „Nu verschijnt er een vlag op het schavot' merkte ik op. „Dat beteekent: over drie minuten is het pauze, degenen, die niet hengelen moeten alles voor het kruisjassen in orde maken". „Hoe dat?" „Doodeenvoudig in de pauze wordt het prijskruisjassen voortgezet. En hoe zouden we anders met alles klaar moeten komen, over vier uur begint de kegelwedstrijd. Ik dacht, dat u meer notie van sport had!" Belanghebbenden deel ik hier het eenfg juiste systeem mede. dat mij altijd heeft voldaan. In plaats van te hengelen, kijk ik eenige uren in den blauwen hemel en koop op den terugweg in een betrouwbaren visch- handel een paar pond witvisch. Wanneer mijn vrouw dan geestdriftig de handen boven het hoofd ineenslaat, zeg ik doodeen voudig en langs mijn neus weg: „Ze beten vandaag als .gekken". Het eenige, waar men niet dit systeem op moet letten is, dat men niet bij afwezigheid van gedachten gerookte bokking koopt. OPMERKINGEN VAN LEZERS. DE RAILS OP DEN WAGENWEG. Een bewoner van het Bosch en Vaart, kwartier vestigt er nogmaals de aandacht op, dat de oude rails van de Ceintuurbaan op den Wagenweg bij de Hazepaterslaan nog steeds een gevaar voor fietsers vormen. Een heel kleine verbetering bracht het wegnemen van een stuk rail, doch drie rails zijn blijven liggen. Op plaatsen, waar het minder noodig is, zooals de Paviljoenslaan heeft men ae rails wel weggenomen. Moet er eerst persé een ernstig ongeluk gebeuren? vraagt inzen der. DE GEMEENTE-FINANCIëN. MEE- EN TEGENVALLERS. B. en W. hebben aan den gemeenteraad ter vaststelling aangeboden een 2e suppletoire begrooting, dienst 1929. Een staat van af- en overschrijvingen, dus mee- en tegenvallers. De inkomsten zijn verhoogd met f 427.627, en verlaagd met f 261.329. De uitgaven zijn verhoogd met f 720-353 en verlaagd me! f 554 055. De uitgaven zijn dus vergeleken bij de be grooting gestegen met f 166.298, de inkom sten met eveneens f 166.298. Het Lorentz-monument heeft f 6300 ge kost, maar de gemeente ontving daarvoor bijdragen tot een bedrag van f 1750. De kosten voor ziekenverpleging waren geraamd op f 345.000, maar hebben bedragen f 482.500, zoodat die post met f 137.500 ver hoogd moest worden. Het subsidie van het Burgerlijk Armbe stuur moest met f 54.000 verhoogd worden, terwijl f 28000 meer dan geraamd is werd uitgegeven voor verpleging van arme krank zinnigen. De opbrengst van de 125 opcenten op de Rijksinkomstenbelasting was f 66.000 meer dan geraamd was, de opcenten op de dividend, en tantième belasting f 10.000, terwijl bovendien nog f 33.000 door het rijk teruggegeven werd op de rekening kwade posten. VERGADERING DER CHR.-HIST. JONGEREN. VOLGENDE JAARVERGADERING TE HAARLEM. Zaterdag had te 's Gravenhage de jaarlijk- sclie algemeene vergadering plaats van dï Federatie van Christelijk--Historische Jonge: rengroepen. De Federatie-voorzitter, de heer N- G. J. van Schouwenburg gaf in een uitvoerig re feraat een overzicht over den aLgemeenen toe. stand der Jongerenbeweging. Hij merkte op. dat het treffend is, dat het vraagstuk van de Jongeren en de politiek in het centrum van de openbare aandacht staat. Spr. wensch. te met- allen nadruk te zeggen, dat de Chr. Historische Jongeren niet fascistisch zijn. Zij zijn slechts critisch en dat zoowel naar de eene als naar de andere zijde. Doch niet temin is de ondergrond der jongeren-men taliteit sterk religieus. Spr. noemde verschillende oorzaken voor de weinige politieke belangstelling van de jongeren, o.a. oppervlakkigheid en weinige leiding uitgaande van 'hen, die als 'leiders zijn aangewezen, hetgeen weer een gevolg is van gebrek aan litteratuur. Inzake een ontwerp, dat regelen zal den gewenschten organisatorischen band tusschen ouderen en jongeren tusschen kiesvereeni- ging en jongerengroep eenerzijds en tusschen het hoofdbestuur der Unie en het Federatie bestuur dér jongeren anderzijds is met het hoofdbestuur der Unie in overleg getreden. Daarbij doet zich de bijzondere vraag voor, hoe de jongeren eenmaal kunnen overgaan naar de Kiesvereeniging, die nieuw kader zoozeer behoeft, zonder dat het enthousiasme der jongeren te zeer getemperd wordt. Uit het jaarverslag uitgebracht door den algemeen secretaris Mr. A. Wensing, klonk een opgewekte toon. Aangesloten zijn thans 32 groepen met rudm 1600 leden terwijl meer groepen in voorbereiding zijn. Dc bestuursverkiezing had tot resultaat dat gekozen werden mej. A. Ha vin-ga (Groningen) en de heer A. W. Joolen (Utrecht) en her kozen de heer G. de Ru (Scheveningen) en Mr. A. Wensing (Haarlem). Als plaats voor de volgende jaarver gadering werd aangewezen Haarlem. Na afloop van het huishoudelijk gedeelte hield de heer J. R. Snoek Henkemans, lid van de Tweede Kamer een referaat over de Waarde van het Parlementaire Stelsel. Des avonds sprak prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine op een propaganda kunst-avond over: Karakter en Taak der Jongeren. De vergadering werd bijgewoond door ver. tegenwoordigprs van Hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie, Kamer-, Staten- en Gemeente, raadsfracties. CONCERT IN DE GEVANGENIS. Het Dameskoor onder leiding van Mevrouw Mien Sybrandi Halberstadt geeft Maandag 12 Mei weer een concert in de Strafgevange. nis alhier. Het koor zingt Hollandsche- en Duitsche werken, de soli worden gezongen door mevrouw E. Sybrandi-Vermast, me vrouw A. van Ringelestein, mej. R. van Heek en mej. H. Waller Zeper. Mevrouw M. Lorentz van Vollenhoven speelt viool, de begeleiding is in handen van mejuffrouw Cor Teves en van mevr. A. Petri. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1583 EEN NIEUWE DAG Moeder is zich vaag be wust van ochtendgeluiden uit de kinderslaapkamer slaagt erin, één oog te openen en hoort niets meer probeert zich wijs te ma ken, dat het maar verbeel- c log was en dommelt weer in geluiden herhalen zich nu en de twijfel verdwijnt kijkt naar vader om te zien of er eenige hoop is, dat die van dienst zal zijn; hy snurkt hoopt dat baby slaap zal vallen verbergt met een knagend geweten haar ooren onder de dekens, zoodat ze niets kan hooien het geweten wint; kijkt nog eenmaal zonder hoop in vaders richting zucht, gaapt, wrijft haar oogen uit en begint moei zaam een nieuwen dag. (Nadruk verboden.) DE NIEUWE TENNISVELDEN TE HEEMSTEDE. DIT JAAR NOG NIET IN GEBRUIK. De gemeenteraad van Heemstede heeft eenige maanden geleden een voorstel van B. en W. aangenomen om grond te koopen nabij het wandelbosch Groenendaal om daar op tennisbanen aan te leggen. De verwach ting werd uitgesproken, dat die banen nog dit jaar in exploitatie zouden kunnen komen. Wij vernemen evenwel, dat daarvan niet veel kan komen. De grond wordt pas met 1 Juni a.s. getransporteerd, zoodat eerst daarna met de werkzaamheden kan worden begonnen. De banen zullen dit jaar dus wel niet meer bespeeld kunnen worden. BEIDE COMBINATIES IN DEN STADSSCHOUWBURG? BEIDER KUNST EEN EVENREDIG DEEL? De Crt. meldt het volgende: Ten aanzien van de voorstellen, welke door wethouder Polak aan de beide groepen die naar den Stadsschouwburg hebben ge. dongen de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel en het Amsterdamsch Tooneel zijn gedaan, heeft, naar wij vernemen, het onderling overleg tusschen de sollicitanten tot overeenstemming geleid ten opzichte van een evenredige bespeling van den Stads schouwburg, met dien verstande, dat dus aan alle richtingen der tooneelspeelkunst welke in de sollicitatiebrieven der beide ge zelschappen werden genoemd, gelijke rechten zullen wedervaren. De combinatie vertrouwt dan, dat dit voorstel van gemeentewege de noodige mede werking zal ondervinden. Voorts zal in het belang van alle partijen en de daarvan afhankelijke en daarbij be trokken kunstenaars worden aangedrongen op een spoedige definitieve beslissing over de geheele aangelegenheid, alsmede op een spoedigen aanvang van den bouw van den Noodschouwburg. Het blad heeft zich naar aanleiding van bovenstaand bericht gewend tot den heer Louis Saalborn, die mededeelde, dat de ge voerde onderhandelingen een gunstigen loop hebben gehad, doch dat een onderlinge afspraak van geheimhouding hem niet toe stond zich nader over een en ander uit te laten. De heer Eduard Verkade gaf een gelijk luidende verklaring. „DE LICHTHOEVE" TE SANTPOORT We hebben reeds medegedeeld, dat de wel dadigheidsavond, ten bate van „De Licht hoeve" op 12 April j.l. in den Stadsschouw burg gehouden, de som van f 1301,32 heeft opgebracht, na aftrek van alle kosten. In het laatste nummer van het orgaan dezer instelling doet de penningmeesteresse, Zuster A Vei-kerk, eenige mededeelingen over het Steunfonds. Zij schrijft o.a.: „Uit de gelden, welke het Bouwfonds zul len vormen, zal getracht worden de Licht hoeve te moderniseeren en verder een nieuw gebouw te stichten voor de rijpere jeugd dér Lichthoeve en voor die onverzorgde kinderen, welke te oude zijn om op De Lichthoeve op genomen te kunnen worden. Het Steunfonds zal dienen om de nooden der Lichthoeve te bestrijden. Natuurlijk zijn wij zeer verheugd met deze hulp, maar laten onze oude vrien den, die ons reeds vier jaren steunen, ons niet vei-geten ofdenken, dat wij het nu zonder hen kunnen stellen. Integendeel, hoe meer men steunt, des te meer ellende kunnen we lenigen Ook moeten onze exploitatiekos ten blijvend bestreden worden, zoodat we een beroep op allen blijven doen. Het Bouwfonds, gironummer 4000 Haarlem- sche Bankvereeniging te Haarlem, zal ons in de toekomst verrijken met betere behuizing, maar de dagelij ksche zorgen drukken ons nog heden." MIDDELBARE SCHOOL VOOR MEISJES MET 5-JARIGEN CURSDS. Tot gecommitteerden bij het ln 1930 te houden eindexamen aan de M. S. v. M. zijn door B. W. benoemd: mejuffrouw Ch. J. Farret, oud-directrice der M. S. v. M., en de heeren: P. Voogd, voorzitter van de commissie van Toezicht op het O., A. G. Boes, lid van den Gemeenteraad, en prof. dr. G. C. van Walsern, en ter eventueels ver vanging mevrouw L. Venema—van Doorn. Het schriftelijk eind examen heeft plaats 6, 11, 12, en 13 Juni, het mondeling eindexa men 23, 24, 25 en 26 Juni. FEUILLETON Naar het Engclsch. door J. VAN DER SLUl'S. 33) „Ik geloof dat ik mijn gelukwensch moet aanbieden", zei ze op een kwasl onschuldigen toon en terwijl ze zich naar Hilary wendde voegde ae erbij: „het mag eigenlijk wel een dubbele felicitatie zijn. Meneer Dunbar is wel heel gelukkig!" „Ik geloof dat ik het niet heeiemaal bc- grijo" ze! Tony verbaasd „Waarom een dub bele gelukwensch? Maar gelukkig ben ik ze ker." Hij ging op Hilar)' toe en nam haar hand. .JEr zijn niet veel vrouwen zooals ik er een krijg." En hij keek Hilary met een warmen blik aan, maar schrok toen opeens en vroeg zich af waarom zij zoo bleek zag en waarom er zoo'n eigenaardige uitdrukking in haar oogen was. „Zeldzaam fs een goede vrouw zeker", nel mevrouw Redburn hem op een honingzoeten toon bij. Vooral aLs ze nog zoo rijk is op den koop toe. U hebt wel heel goed uitgekeken; ik maak u mijn compliment." Met deze woorden ging zij het atelier uit en Tony die keek als of hij het in Keulen had hooren donderen, volgde haar om haar uit te laten. Hilary had het vage gevoel dat zij uren en uren voor den haard gestaan had, toen nij weer terug kwam. Zij kon niet meer denken, ze kon alleen maar onbeweeglijk staan met een dol', on wezenlijk gevoel in haar hoofd, terwijl zo haar angstige oogen op de deur gericht hield. Zc bewoog zich zelfs nog niet toen Tony het atelier weer binnenkwam. In twee passen was hij bij haar; hij legde zijn hand op haar schouders en keek haar met een on derzoekenden blik strak, in de oogen. „Wat bedoelde zij?", zeide hij met een on natuurlijke strengheid in zijn stem. „Wat bedoelde Hilda Redburn? Waarom beweerde ze dat ik goed uit mijn oogen heb gekeken. Wat beteekent dat Hilary?" HOOFDSTUK XIX. ZOO KOPPIG ALS EEN MUILEZEL. „Kindlief, ik kan alleen maar zeggen dat je met een van Tony's diepst ingewortelde vooroordeelen te vechten hebt. Ik houd heel veel van Tony, hij is in elk opzicht een voortreffelijk mensch, maar hij is zoo kop pig als een muilezel en tegen zijn vooroor deelen helpt geen redeneeren." Juffrouw Dunbar keek met oogen vol sympathie naar Hilary. Sedert kleine Babs in haar huis gekomen was, was Alice Dunbar milder en menschelijker geworden; het was alsof Babs' kleine vingertjes een deur ln haar hart hadden ontsloten, die tot nogtoe goed gegrendeld was geweest. Én terwijl ze naar Hilary keek. die zielig en lusteloos op den divan in de zitkamer ineen gedoken zat, vulden haar oogen zich met tranen. „Hij heeft altijd gezegd, dat hij nooit met een meisje zou trouwen dat meer geld had dan hijzelf", ging zij voort, „dat is altijd gewoon 'n ideefixe van hem geweest en daarbij.... juffrouw Dunbar aarzelde, maar Hilary maakte den zin voor haar af. heeft hij het gevoel dat :k hem be drogen heb en dat heb ik ook", riep ze on stuimig. „Ik wist diep in mijn hart, dat <(at. afschuwelijke geld tusschen ons zou komen te staan en daarom" ze wachtte even, omdat haar bekentenis haar moeite kostte, „heb ik, toen ik hierkwam, verzwegen wat er op Grantley gebeurd was. Het was wel mijn plan om het later te zeggen," vervolgde zij met 'n meelijden wekkende poging om zich te rechtvaardigen. „Ik had het hem direct willen vertellen toen hij mij gevraagd had of ik met hem wilde trouwen. Maar het was zoo vreeselijk moeilijk, om het te zeggen, het wilde eenvoudig niet over mijn lippen ko men, nadat hij uit zichzelf gezegd had, dat hij nooit met een rijk meisje zou trouwen. Maar hoe kan er iets tusschen ons komen als hij werkelijk van mij houdt?" „Omdat mannen, zelfs de besten onder hen, halsstarrige domooren zijn", antwoord de juffrouw Dunbar op haar ouden scherpen toon. „Ze zitten stikvol met dwazen trots. Tony beschouwt het als de ergst denkbare vernedering om iets van een vrouw aan te nemen, zelfs al breekt hij daardoor haar hart en het zijne. Ik heb geen geduld voor die malligheid en ik heb hem dat onomwon den verteld ook". „En wat zei hij?" vroeg Hilary die recht op ging zitten. „Hij praatte een heeleboel onzin van niet afhankelijk te willen zijn van een vrouw en dat een ongefortuneerde kunstenaar geen meisje met geld behoort te trouwen en al dat soort dwaasheid meer. Toen is hij weg gegaan, zooals ik Je verteld heb naar de stad" en Juffr. Dunbar spreidde haar han den uit en haalde de schouders op. „Toen hij mij een paar uur geleden in het atelier alleen achterliet, zei hij dat hij vanavond naar de stad ging." Hilary's stem beefde, maar haar oogen waren zonder tra nen." Hij vond, dat het voor ons allebei af schuwelijk zou zijn, als hij bleef nu alles veranderd is. Ik ga morgen weg, dus kan hij terugkomen. Ik wou. dat ik hem niet wegge dreven had. Ik wou dat hij begreep wal 'act voor mij beteekent!" en Hilary klemde haar handen met een zoo'n wanhopig gebaar in een, dat er een brok in juffrouw Dun'oar's keel kwam. „Op dit oogenblik denkt hij enkel en al leen maar aan zichzelf", constateerde ze. Het is toch ook te dwaas om los te loopen", zuchtte Hilary. „Enkel en alleen omdat ik meer geld heb dan hij. wil hij niets meer van me weten! Maar ik ben toch dezelfde Hi lary gebleven als het meisje zonder geld van wie hij is gaan houden!", ze hield even op en scheen te wachten op een woord van troost en hoop van haar gastvrouw, maar juffrouw Dunbar schudde moedeloos het hoofd. „Het heeft geen zin om te veronderstellen, dat Tony nog wel van gedachten veranderen zal", zei ze ..dat gebeurt toch niet. Tony is nu een maal ellendig koppig. Ik wou niets liever, dan dat ik je zeggen kon. dat je je maar troosten moet met de gedachte, dat hij wel gauw verstandiger wordt, maar ik ben erg bang, dat daar niet de minste kans op is". „Het is krankzinnig het is om te hui len", klaagde Hilary, „ik kan niet leven zon der Tony en hij gooit mij voor een hersen schim aan den kant! Als twee menschen van elkaar houden, moest er niets tusschen hen kunnen komen en zeker geen misplaatste trots en valsche schaamte!" „Ik ben het heeiemaal met je eens, maar als je Tony niet van het feit kunt overtui gen, schiet je toch niet op". Juffrouw Dun bar sprak weer op haar oude, droge manier, maar toen Hilary haar aankeek met een uit drukking van doffe pijn op haar gezicht, ging het oude dametje vlug op haar toe en legde vriendelijk de hand op haar schouder. „Lieve kind, ik heb van dit alles meer ver driet dan ik je zeggen kan", zei ze. „maar op dit oogenblik kan ik je geen enkelen raad geven. Bespreek het eens met mevrouw Derfield of met je voogd. Of Is Dr. Harding je voogd niet langer?" „Neen, ik heb geen voogd meer, ik oen mijn eigen baas en heb de volledige be schikking over mijn geld." Maar hoewel ze voor zichzelf deze woor den telkens herhaalde, gedurende de trein reis naar Londen den volgenden dag. be greep ze toch, dat het geen gemakkelijke taak zou zijn om Mr. Brent daarvan te door dringen en dat bleek ook inderdaad het ge val toen ze den advocaat haar plan ont vouwde om de dames Drivers te helpen. „Maar mijn beste jonge dame", herhaalde de rechtsgeleerde telkens, „maar mijn beste jonge dame. uw voorstel is heeiemaal niet zakelijk, al is het ongetwijfeld een bewijs van uw goede hart. Wie koopt er nu een huis midden op de hei, een huis dat u hee iemaal niet noodig hebt! Het is neemt het mij niet kwalijk, dat ik het zoo onomwonden zeg het is ongerijmd! Het wordt een pure verliespost, het is onverantwoordelijk om geld vast te leggen dat zijn rente niet op brengt. Dat huis kost u minstens 3 a 4000 pond, het moet gemeubeld worden, er moet een huisbewaarder komen, het moet onder houden worden, en waarvoor dat alles? Om een paar dames een poos van het buitenle ven te laten genieten met het gevolg dat ze, als ze weer in hun milieu terugkeeren dub bel ontevreden worden met hun lot". „Het zal hun heele levenskracht vernieu wen," antwoordde Hilary vol overtuiging. In het vuur van het gesprek had ze haar eigen verdriet voor een oogenblik vergeten. ..Ik geloof niet. dat u weet wat het zeggen wil om een heelen avond in een zitslaapkamertjc op een zolder opgesloten te zitten na ein langen dag van zenuwsloopend werk oo een druk kantoor." .(Wordt yervolgd)j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6