H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
DE WEG TOT HET HART
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 6 MEI 1930
(Nadruk verboden; auteurarccht voorbehouden).
door
H. BUYS.
Hengelaars.
Tegelijk met de eerste lentebloesem, de
eerste bromvliegen en de eerste zomer
sproeten, verschijnt de mensen in zijn
variatie hengelaar.
Aanvankelijk het halfwas specimen met
schepnet en jampot, zorgvuldig geëtiket
teerd met het merk „silver shred", later de
ernstiger editie vol geduld en verwachting.
Gisteren lag er al een aan de Loosdrechtsche
plas. Maar zijn ijver was poover; hij had den
hengel in de schacht van zijn schoen ge
stoken en sliep welluidend. Daar ik den
dobber nergens meer op het water ontdekte,
schudde ik den man wakker en vroeg naar
het alibi van zijn dobber.
„Goeie genade, man, Je laat me schrikken.
Is dat soms geen fijne manier? Wanneer
het een groote visch ls, dan zal ik wel wak
ker worden en de kleine laten me koud!"
Maar de dobber is toch verdwenen, dan
moet er een visch hebben gebeten!"
„Hoe kom je er bij; die is alleen in. de
waterplanten vastgeraakt".
Hij trok den hengel op; de haak ontbrak.
Terwijl hij kalm en met aandacht uit zijn
portemonnaie een nieuwe nam en uit zijn
zakdoek een verschen wurm, die hij aan den
haak sloeg, zeide hij;
„Die vervelende waterplanten brengen je
heeiemaal van je a propos".
Waarop hij zich neervlijde en verder
sliep.
Aan de Vecht beleefde ik eens een henge-
üaarsfamiiie, die bestond uit niet minder dan
zeven koppen. Dc oudste zoon was boos op
zijn vader omdat die de beste plek aan het
water had ingenomen. De jongste schoot
met een windbuks op de stekels, die bij den
oever speelden. De middelste hengelde in
gespannen en had twee brillen boven elkaar
opgezet, om den dobber duidelijk te zien. De
moeder kon de hengelsport vanwege haar
formaat alleen zittend beoefenen; wanneer
zij het snoer niet meer over het riet heen
in het water kon krijgen, riep zij haar man
toe:
„Alfred, Ik heb er een!"
Waarop de man vastberaden zijn vier uit
gelegde hengels verliet, en, na van de
eerste teleurstelling te zijn bekomen, haar
hengel opnieuw uitwierp.
Een uiterst intelligent systeem had de
achttienjarige dochter 'bedacht. Terwijl zij
met de oogen een zachtaardigen roman van
Courths Mahler verslond, zat een kleine
takshond aandachtig naast haar en keek
naar den dobber. Kreeg zij beet, dan blafte
het dier, het meisje sprong op en trok den
hengel op. Het succes van dit systeem heb
ik niet kunnen afwachten. 'Maar ik kan mij
ook nu nog niet onttrekken aan de gedachte,
dat de hond met de visschen speelde onder
één hoedje....
Eens ontmoette ik een hengelaar, die
mij een bevoorrecht exemplaar toescheen
van zijn variéteit. Ik vroeg hem, leerzuch
tig, alle bijzonderheden van zijn bedrijf.
„De jas", zeide hij, „die je bij het henge
len draagt, moet kroosgroen zijn. een beetje
naar het grijze toe. De broek bij voorkeur
bruin, maar op dit punt loopen de theorieën
•uiteen".
„Het effect is, dat je de visschen niet
aan het schrikken maakt", was mijn gevolg
trekking.
„Ten deele", zeide hij, „maar daar staat
tegenover, dat je moet trachten, de dieren
te bekoren. Ik wrijf voor de groote hengel-
•wedstrijden mijn lichaam des morgens met
olie in, die ik na lange proefnemingen als
de beste vischlokolie heb leeren waardecren-
Voor den mensch is de geur minder aanlok
kelijk, maar dat moet je voor d$ hengeh
sport over hebben".
„En uw vischtuig?" informeerde ik, terwijl
mijn eerbied toenam.
„Dat is niet met twee woorden te zeg
gen. Het nieuwste, dat ik heb, is een hengel,
die ook als stoel, schildersezel, wandelstok,
verrekijker en landmeterstoestel is te gebrul
ken. Het snoer wordt niet meer in het water
geworpen, maar met luchtdruk weggeslingerd
Een haak is heeiemaal niet meer noodig. De
worm is een namaakworm en wordt door een
chronometer in beweging gebracht. Komt er
een visch mie in aanraking, dan schiet er
een lasso uit, die het diertje over den kop
valt. En dan wordt er gewerkt aan een
periscoop, .waarmede je de visch op iedere
diepte van het water aan het werk kunt
zien".
Arme dieren", zeide ik.
„O", vond hij minachtend, „ben je er zóó
een. Wij zijn nog lang niet ver genoeg. Van
daag, bij voorbeeld, heb ik pas één roodoog
gevangen".
Dit geval herinnert mij aan een grooten
hengelwedstrijd, dien ik eens ambtshalve als
toeschouwer de eer had, bij te wonen. Dat
ging ongeveer zoo: een kleine vijver, waarvan
bewezen was, dat hij visch bevatte, was om
ringd door ongeveer twintig hengelaars. Ieder
had in het water een van planken vervaar
digde box, zoodat de visschen in elk van deze
boxen als in een haven moesten binnen
zwemmen. In het midden van den vijver was
een stellage gerammeld, waar vier juryleden
op zaten, die keken naar alle windstreken. Na
een revolverschot gooiden alle twintig henge
laars hun snoeren in het water, dat het klet
terde. Ik was verwonderd over dit rumoerig
optreden en vroeg een lid van de vereenl
ging om opheldering.
„Doodeenvoudig", zeide dit lid van het
vischcollege, „wie na drie uur de meeste
visschen heeft, is prijswinnaar".
„Ja, ja, maar hoe kunnen ze zoo onvoor
zichtig zijn, om zoo hevig te schieten?"
„Doodeenvoudig", meende het lid. „De vis
schen komen er door in beweging en ver-
deelen zich beter".
Aangezien ik daar niets tegen had in te
brengen, vroeg ik verder:
„En de vier heeren daar op het schavot?'
„Dat is doodeenvoudig het bestuur. Het let
er op, dat de statuten worden nageleefd.
,JEn hoeveel visschen worden er als maxi
mum in de drie uren gevangen?"
„Dit hangt geheel af van den luchtdruk",
verklaarde hij verder. ,J3ij een zwaar onweer
waren het er eens dertig,'maar helaas werden
twee van onze helden bij die gelegenheid door
den bliksem getroffen, twee andere stierven
kort daarna aan de gevolgen van griep
Ik kreeg een zekeren eerbied voor de
twintig hengelende mannen.
„Ik heb altijd gehoord, dat de hengel
sport tamelijk onschuldig is".
„Wanneer men haar ernstig beoefent, heeie
maal niet. Ziet u dien dikke daar? Zijn
vrouw moet hem iedere vijf minuten het
zweet van het voorhoofd vegen, dan verliest
hij geen tijd".
„Nu verschijnt er een vlag op het schavot'
merkte ik op.
„Dat beteekent: over drie minuten is het
pauze, degenen, die niet hengelen moeten
alles voor het kruisjassen in orde maken".
„Hoe dat?"
„Doodeenvoudig in de pauze wordt het
prijskruisjassen voortgezet. En hoe zouden
we anders met alles klaar moeten komen,
over vier uur begint de kegelwedstrijd. Ik
dacht, dat u meer notie van sport had!"
Belanghebbenden deel ik hier het eenfg
juiste systeem mede. dat mij altijd heeft
voldaan. In plaats van te hengelen, kijk ik
eenige uren in den blauwen hemel en koop
op den terugweg in een betrouwbaren visch-
handel een paar pond witvisch. Wanneer
mijn vrouw dan geestdriftig de handen
boven het hoofd ineenslaat, zeg ik doodeen
voudig en langs mijn neus weg:
„Ze beten vandaag als .gekken".
Het eenige, waar men niet dit systeem op
moet letten is, dat men niet bij afwezigheid
van gedachten gerookte bokking koopt.
OPMERKINGEN VAN LEZERS.
DE RAILS OP DEN WAGENWEG.
Een bewoner van het Bosch en Vaart,
kwartier vestigt er nogmaals de aandacht op,
dat de oude rails van de Ceintuurbaan op
den Wagenweg bij de Hazepaterslaan nog
steeds een gevaar voor fietsers vormen. Een
heel kleine verbetering bracht het wegnemen
van een stuk rail, doch drie rails zijn blijven
liggen. Op plaatsen, waar het minder noodig
is, zooals de Paviljoenslaan heeft men ae
rails wel weggenomen. Moet er eerst persé
een ernstig ongeluk gebeuren? vraagt inzen
der.
DE GEMEENTE-FINANCIëN.
MEE- EN TEGENVALLERS.
B. en W. hebben aan den gemeenteraad
ter vaststelling aangeboden een 2e suppletoire
begrooting, dienst 1929.
Een staat van af- en overschrijvingen, dus
mee- en tegenvallers.
De inkomsten zijn verhoogd met f 427.627,
en verlaagd met f 261.329. De uitgaven zijn
verhoogd met f 720-353 en verlaagd me!
f 554 055.
De uitgaven zijn dus vergeleken bij de be
grooting gestegen met f 166.298, de inkom
sten met eveneens f 166.298.
Het Lorentz-monument heeft f 6300 ge
kost, maar de gemeente ontving daarvoor
bijdragen tot een bedrag van f 1750.
De kosten voor ziekenverpleging waren
geraamd op f 345.000, maar hebben bedragen
f 482.500, zoodat die post met f 137.500 ver
hoogd moest worden.
Het subsidie van het Burgerlijk Armbe
stuur moest met f 54.000 verhoogd worden,
terwijl f 28000 meer dan geraamd is werd
uitgegeven voor verpleging van arme krank
zinnigen.
De opbrengst van de 125 opcenten op de
Rijksinkomstenbelasting was f 66.000 meer
dan geraamd was, de opcenten op
de dividend, en tantième belasting f 10.000,
terwijl bovendien nog f 33.000 door het rijk
teruggegeven werd op de rekening kwade
posten.
VERGADERING DER CHR.-HIST.
JONGEREN.
VOLGENDE JAARVERGADERING TE
HAARLEM.
Zaterdag had te 's Gravenhage de jaarlijk-
sclie algemeene vergadering plaats van dï
Federatie van Christelijk--Historische Jonge:
rengroepen.
De Federatie-voorzitter, de heer N- G. J.
van Schouwenburg gaf in een uitvoerig re
feraat een overzicht over den aLgemeenen toe.
stand der Jongerenbeweging. Hij merkte op.
dat het treffend is, dat het vraagstuk van
de Jongeren en de politiek in het centrum
van de openbare aandacht staat. Spr. wensch.
te met- allen nadruk te zeggen, dat de Chr.
Historische Jongeren niet fascistisch zijn.
Zij zijn slechts critisch en dat zoowel naar
de eene als naar de andere zijde. Doch niet
temin is de ondergrond der jongeren-men
taliteit sterk religieus.
Spr. noemde verschillende oorzaken voor
de weinige politieke belangstelling van de
jongeren, o.a. oppervlakkigheid en weinige
leiding uitgaande van 'hen, die als 'leiders zijn
aangewezen, hetgeen weer een gevolg is van
gebrek aan litteratuur.
Inzake een ontwerp, dat regelen zal den
gewenschten organisatorischen band tusschen
ouderen en jongeren tusschen kiesvereeni-
ging en jongerengroep eenerzijds en tusschen
het hoofdbestuur der Unie en het Federatie
bestuur dér jongeren anderzijds is met het
hoofdbestuur der Unie in overleg getreden.
Daarbij doet zich de bijzondere vraag voor,
hoe de jongeren eenmaal kunnen overgaan
naar de Kiesvereeniging, die nieuw kader
zoozeer behoeft, zonder dat het enthousiasme
der jongeren te zeer getemperd wordt.
Uit het jaarverslag uitgebracht door den
algemeen secretaris Mr. A. Wensing, klonk
een opgewekte toon. Aangesloten zijn thans
32 groepen met rudm 1600 leden terwijl meer
groepen in voorbereiding zijn.
Dc bestuursverkiezing had tot resultaat dat
gekozen werden mej. A. Ha vin-ga (Groningen)
en de heer A. W. Joolen (Utrecht) en her
kozen de heer G. de Ru (Scheveningen) en
Mr. A. Wensing (Haarlem).
Als plaats voor de volgende jaarver
gadering werd aangewezen Haarlem.
Na afloop van het huishoudelijk gedeelte
hield de heer J. R. Snoek Henkemans, lid
van de Tweede Kamer een referaat over de
Waarde van het Parlementaire Stelsel.
Des avonds sprak prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine op een propaganda kunst-avond
over: Karakter en Taak der Jongeren.
De vergadering werd bijgewoond door ver.
tegenwoordigprs van Hoofdbestuur der Chr.
Hist. Unie, Kamer-, Staten- en Gemeente,
raadsfracties.
CONCERT IN DE GEVANGENIS.
Het Dameskoor onder leiding van Mevrouw
Mien Sybrandi Halberstadt geeft Maandag
12 Mei weer een concert in de Strafgevange.
nis alhier. Het koor zingt Hollandsche- en
Duitsche werken, de soli worden gezongen
door mevrouw E. Sybrandi-Vermast, me
vrouw A. van Ringelestein, mej. R. van Heek
en mej. H. Waller Zeper. Mevrouw M. Lorentz
van Vollenhoven speelt viool, de begeleiding
is in handen van mejuffrouw Cor Teves en
van mevr. A. Petri.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1583
EEN NIEUWE DAG
Moeder is zich vaag be
wust van ochtendgeluiden
uit de kinderslaapkamer
slaagt erin, één oog te
openen en hoort niets
meer
probeert zich wijs te ma
ken, dat het maar verbeel-
c log was en dommelt
weer in
geluiden herhalen zich nu
en de twijfel verdwijnt
kijkt naar vader om te zien
of er eenige hoop is, dat die
van dienst zal zijn; hy
snurkt
hoopt dat baby
slaap zal vallen
verbergt met een knagend
geweten haar ooren onder
de dekens, zoodat ze niets
kan hooien
het geweten wint; kijkt
nog eenmaal zonder hoop
in vaders richting
zucht, gaapt, wrijft haar
oogen uit en begint moei
zaam een nieuwen dag.
(Nadruk verboden.)
DE NIEUWE TENNISVELDEN
TE HEEMSTEDE.
DIT JAAR NOG NIET IN GEBRUIK.
De gemeenteraad van Heemstede heeft
eenige maanden geleden een voorstel van
B. en W. aangenomen om grond te koopen
nabij het wandelbosch Groenendaal om daar
op tennisbanen aan te leggen. De verwach
ting werd uitgesproken, dat die banen nog
dit jaar in exploitatie zouden kunnen komen.
Wij vernemen evenwel, dat daarvan niet
veel kan komen. De grond wordt pas met
1 Juni a.s. getransporteerd, zoodat eerst
daarna met de werkzaamheden kan worden
begonnen. De banen zullen dit jaar dus wel
niet meer bespeeld kunnen worden.
BEIDE COMBINATIES IN DEN
STADSSCHOUWBURG?
BEIDER KUNST EEN EVENREDIG
DEEL?
De Crt. meldt het volgende:
Ten aanzien van de voorstellen, welke
door wethouder Polak aan de beide groepen
die naar den Stadsschouwburg hebben ge.
dongen de Kon. Ver. Het Nederlandsch
Tooneel en het Amsterdamsch Tooneel
zijn gedaan, heeft, naar wij vernemen, het
onderling overleg tusschen de sollicitanten
tot overeenstemming geleid ten opzichte
van een evenredige bespeling van den Stads
schouwburg, met dien verstande, dat dus
aan alle richtingen der tooneelspeelkunst
welke in de sollicitatiebrieven der beide ge
zelschappen werden genoemd, gelijke rechten
zullen wedervaren.
De combinatie vertrouwt dan, dat dit
voorstel van gemeentewege de noodige mede
werking zal ondervinden.
Voorts zal in het belang van alle partijen
en de daarvan afhankelijke en daarbij be
trokken kunstenaars worden aangedrongen
op een spoedige definitieve beslissing over
de geheele aangelegenheid, alsmede op een
spoedigen aanvang van den bouw van den
Noodschouwburg.
Het blad heeft zich naar aanleiding van
bovenstaand bericht gewend tot den heer
Louis Saalborn, die mededeelde, dat de ge
voerde onderhandelingen een gunstigen loop
hebben gehad, doch dat een onderlinge
afspraak van geheimhouding hem niet toe
stond zich nader over een en ander uit te
laten.
De heer Eduard Verkade gaf een gelijk
luidende verklaring.
„DE LICHTHOEVE" TE SANTPOORT
We hebben reeds medegedeeld, dat de wel
dadigheidsavond, ten bate van „De Licht
hoeve" op 12 April j.l. in den Stadsschouw
burg gehouden, de som van f 1301,32 heeft
opgebracht, na aftrek van alle kosten.
In het laatste nummer van het orgaan
dezer instelling doet de penningmeesteresse,
Zuster A Vei-kerk, eenige mededeelingen over
het Steunfonds. Zij schrijft o.a.:
„Uit de gelden, welke het Bouwfonds zul
len vormen, zal getracht worden de Licht
hoeve te moderniseeren en verder een nieuw
gebouw te stichten voor de rijpere jeugd dér
Lichthoeve en voor die onverzorgde kinderen,
welke te oude zijn om op De Lichthoeve op
genomen te kunnen worden. Het Steunfonds
zal dienen om de nooden der Lichthoeve te
bestrijden. Natuurlijk zijn wij zeer verheugd
met deze hulp, maar laten onze oude vrien
den, die ons reeds vier jaren steunen, ons
niet vei-geten ofdenken, dat wij het nu
zonder hen kunnen stellen. Integendeel, hoe
meer men steunt, des te meer ellende kunnen
we lenigen Ook moeten onze exploitatiekos
ten blijvend bestreden worden, zoodat we een
beroep op allen blijven doen.
Het Bouwfonds, gironummer 4000 Haarlem-
sche Bankvereeniging te Haarlem, zal ons in
de toekomst verrijken met betere behuizing,
maar de dagelij ksche zorgen drukken ons
nog heden."
MIDDELBARE SCHOOL VOOR MEISJES
MET 5-JARIGEN CURSDS.
Tot gecommitteerden bij het ln 1930 te
houden eindexamen aan de M. S. v. M. zijn
door B. W. benoemd: mejuffrouw Ch. J.
Farret, oud-directrice der M. S. v. M.,
en de heeren: P. Voogd, voorzitter van de
commissie van Toezicht op het O., A. G.
Boes, lid van den Gemeenteraad, en prof.
dr. G. C. van Walsern, en ter eventueels ver
vanging mevrouw L. Venema—van Doorn.
Het schriftelijk eind examen heeft plaats 6,
11, 12, en 13 Juni, het mondeling eindexa
men 23, 24, 25 en 26 Juni.
FEUILLETON
Naar het Engclsch. door
J. VAN DER SLUl'S.
33)
„Ik geloof dat ik mijn gelukwensch moet
aanbieden", zei ze op een kwasl onschuldigen
toon en terwijl ze zich naar Hilary wendde
voegde ae erbij: „het mag eigenlijk wel een
dubbele felicitatie zijn. Meneer Dunbar is
wel heel gelukkig!"
„Ik geloof dat ik het niet heeiemaal bc-
grijo" ze! Tony verbaasd „Waarom een dub
bele gelukwensch? Maar gelukkig ben ik ze
ker." Hij ging op Hilar)' toe en nam haar
hand. .JEr zijn niet veel vrouwen zooals ik
er een krijg." En hij keek Hilary met een
warmen blik aan, maar schrok toen opeens
en vroeg zich af waarom zij zoo bleek zag en
waarom er zoo'n eigenaardige uitdrukking
in haar oogen was.
„Zeldzaam fs een goede vrouw zeker", nel
mevrouw Redburn hem op een honingzoeten
toon bij. Vooral aLs ze nog zoo rijk is op den
koop toe. U hebt wel heel goed uitgekeken;
ik maak u mijn compliment." Met deze
woorden ging zij het atelier uit en Tony die
keek als of hij het in Keulen had hooren
donderen, volgde haar om haar uit te laten.
Hilary had het vage gevoel dat zij uren en
uren voor den haard gestaan had, toen nij
weer terug kwam.
Zij kon niet meer denken, ze kon alleen
maar onbeweeglijk staan met een dol', on
wezenlijk gevoel in haar hoofd, terwijl zo
haar angstige oogen op de deur gericht hield.
Zc bewoog zich zelfs nog niet toen Tony het
atelier weer binnenkwam. In twee passen
was hij bij haar; hij legde zijn hand op
haar schouders en keek haar met een on
derzoekenden blik strak, in de oogen.
„Wat bedoelde zij?", zeide hij met een on
natuurlijke strengheid in zijn stem. „Wat
bedoelde Hilda Redburn? Waarom beweerde
ze dat ik goed uit mijn oogen heb gekeken.
Wat beteekent dat Hilary?"
HOOFDSTUK XIX.
ZOO KOPPIG ALS EEN MUILEZEL.
„Kindlief, ik kan alleen maar zeggen dat
je met een van Tony's diepst ingewortelde
vooroordeelen te vechten hebt. Ik houd heel
veel van Tony, hij is in elk opzicht een
voortreffelijk mensch, maar hij is zoo kop
pig als een muilezel en tegen zijn vooroor
deelen helpt geen redeneeren."
Juffrouw Dunbar keek met oogen vol
sympathie naar Hilary. Sedert kleine Babs
in haar huis gekomen was, was Alice Dunbar
milder en menschelijker geworden; het was
alsof Babs' kleine vingertjes een deur ln haar
hart hadden ontsloten, die tot nogtoe goed
gegrendeld was geweest.
Én terwijl ze naar Hilary keek. die zielig en
lusteloos op den divan in de zitkamer ineen
gedoken zat, vulden haar oogen zich met
tranen. „Hij heeft altijd gezegd, dat hij
nooit met een meisje zou trouwen dat meer
geld had dan hijzelf", ging zij voort, „dat is
altijd gewoon 'n ideefixe van hem geweest en
daarbij.... juffrouw Dunbar aarzelde, maar
Hilary maakte den zin voor haar af.
heeft hij het gevoel dat :k hem be
drogen heb en dat heb ik ook", riep ze on
stuimig. „Ik wist diep in mijn hart, dat <(at.
afschuwelijke geld tusschen ons zou komen
te staan en daarom" ze wachtte even,
omdat haar bekentenis haar moeite kostte,
„heb ik, toen ik hierkwam, verzwegen wat er
op Grantley gebeurd was. Het was wel mijn
plan om het later te zeggen," vervolgde zij
met 'n meelijden wekkende poging om zich
te rechtvaardigen. „Ik had het hem direct
willen vertellen toen hij mij gevraagd had
of ik met hem wilde trouwen. Maar het was
zoo vreeselijk moeilijk, om het te zeggen, het
wilde eenvoudig niet over mijn lippen ko
men, nadat hij uit zichzelf gezegd had, dat
hij nooit met een rijk meisje zou trouwen.
Maar hoe kan er iets tusschen ons komen als
hij werkelijk van mij houdt?"
„Omdat mannen, zelfs de besten onder
hen, halsstarrige domooren zijn", antwoord
de juffrouw Dunbar op haar ouden scherpen
toon. „Ze zitten stikvol met dwazen trots.
Tony beschouwt het als de ergst denkbare
vernedering om iets van een vrouw aan te
nemen, zelfs al breekt hij daardoor haar
hart en het zijne. Ik heb geen geduld voor
die malligheid en ik heb hem dat onomwon
den verteld ook".
„En wat zei hij?" vroeg Hilary die recht
op ging zitten.
„Hij praatte een heeleboel onzin van niet
afhankelijk te willen zijn van een vrouw en
dat een ongefortuneerde kunstenaar geen
meisje met geld behoort te trouwen en al
dat soort dwaasheid meer. Toen is hij weg
gegaan, zooals ik Je verteld heb naar de
stad" en Juffr. Dunbar spreidde haar han
den uit en haalde de schouders op.
„Toen hij mij een paar uur geleden in
het atelier alleen achterliet, zei hij dat hij
vanavond naar de stad ging." Hilary's stem
beefde, maar haar oogen waren zonder tra
nen." Hij vond, dat het voor ons allebei af
schuwelijk zou zijn, als hij bleef nu alles
veranderd is. Ik ga morgen weg, dus kan hij
terugkomen. Ik wou. dat ik hem niet wegge
dreven had. Ik wou dat hij begreep wal 'act
voor mij beteekent!" en Hilary klemde haar
handen met een zoo'n wanhopig gebaar in
een, dat er een brok in juffrouw Dun'oar's
keel kwam.
„Op dit oogenblik denkt hij enkel en al
leen maar aan zichzelf", constateerde ze.
Het is toch ook te dwaas om los te loopen",
zuchtte Hilary. „Enkel en alleen omdat ik
meer geld heb dan hij. wil hij niets meer van
me weten! Maar ik ben toch dezelfde Hi
lary gebleven als het meisje zonder geld van
wie hij is gaan houden!", ze hield even op
en scheen te wachten op een woord van
troost en hoop van haar gastvrouw, maar
juffrouw Dunbar schudde moedeloos het
hoofd.
„Het heeft geen zin om te veronderstellen,
dat Tony nog wel van gedachten veranderen
zal", zei ze ..dat gebeurt toch niet. Tony is
nu een maal ellendig koppig. Ik wou niets
liever, dan dat ik je zeggen kon. dat je je
maar troosten moet met de gedachte, dat hij
wel gauw verstandiger wordt, maar ik ben
erg bang, dat daar niet de minste kans op
is".
„Het is krankzinnig het is om te hui
len", klaagde Hilary, „ik kan niet leven zon
der Tony en hij gooit mij voor een hersen
schim aan den kant! Als twee menschen van
elkaar houden, moest er niets tusschen hen
kunnen komen en zeker geen misplaatste
trots en valsche schaamte!"
„Ik ben het heeiemaal met je eens, maar
als je Tony niet van het feit kunt overtui
gen, schiet je toch niet op". Juffrouw Dun
bar sprak weer op haar oude, droge manier,
maar toen Hilary haar aankeek met een uit
drukking van doffe pijn op haar gezicht,
ging het oude dametje vlug op haar toe en
legde vriendelijk de hand op haar schouder.
„Lieve kind, ik heb van dit alles meer ver
driet dan ik je zeggen kan", zei ze. „maar op
dit oogenblik kan ik je geen enkelen raad
geven. Bespreek het eens met mevrouw
Derfield of met je voogd. Of Is Dr. Harding
je voogd niet langer?"
„Neen, ik heb geen voogd meer, ik oen
mijn eigen baas en heb de volledige be
schikking over mijn geld."
Maar hoewel ze voor zichzelf deze woor
den telkens herhaalde, gedurende de trein
reis naar Londen den volgenden dag. be
greep ze toch, dat het geen gemakkelijke
taak zou zijn om Mr. Brent daarvan te door
dringen en dat bleek ook inderdaad het ge
val toen ze den advocaat haar plan ont
vouwde om de dames Drivers te helpen.
„Maar mijn beste jonge dame", herhaalde
de rechtsgeleerde telkens, „maar mijn beste
jonge dame. uw voorstel is heeiemaal niet
zakelijk, al is het ongetwijfeld een bewijs
van uw goede hart. Wie koopt er nu een
huis midden op de hei, een huis dat u hee
iemaal niet noodig hebt! Het is neemt het
mij niet kwalijk, dat ik het zoo onomwonden
zeg het is ongerijmd! Het wordt een pure
verliespost, het is onverantwoordelijk om
geld vast te leggen dat zijn rente niet op
brengt. Dat huis kost u minstens 3 a 4000
pond, het moet gemeubeld worden, er moet
een huisbewaarder komen, het moet onder
houden worden, en waarvoor dat alles? Om
een paar dames een poos van het buitenle
ven te laten genieten met het gevolg dat ze,
als ze weer in hun milieu terugkeeren dub
bel ontevreden worden met hun lot".
„Het zal hun heele levenskracht vernieu
wen," antwoordde Hilary vol overtuiging. In
het vuur van het gesprek had ze haar eigen
verdriet voor een oogenblik vergeten. ..Ik
geloof niet. dat u weet wat het zeggen wil
om een heelen avond in een zitslaapkamertjc
op een zolder opgesloten te zitten na ein
langen dag van zenuwsloopend werk oo een
druk kantoor."
.(Wordt yervolgd)j