H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
DE WEG TOT HET HART
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 13 MEI 1930
(Nadruk verboden; auteurcrecht voorbehouden).
De belastingplichtige.
door
ANDRé DE BRéVILLE
Hier blijkt, welk een nuttig werk de vëreeni-
gir.g voor deze klasse van slechthoorenden
doet, welk een steun de vereeniging voor
deze mcnschen, toch ook leden der groote
menschen maatschappij, js. De talrijke hand
werken, die hier tentoongesteld zijn, zien er
alle even uitmuntend verzorgd uit. Wij be
velen deze afdeeling met warmte aan in de
aandacht van bezoeksters en bezoekers der
tentoonstelling.
Een verbazend groote stand Is ook die der
prijzen voor de verloting; wel een bewijs dat
de vereeniging zich in veler belangstelling
mag verheugen.
Belangwekkend zijn ook de portretten van
eenige bekende en beroemde dooven. waarbij
er verschillende zijn, die met behulp van
goede instrumenten, hun belangrijke en
veelomvattende taak in de maatschappij
hebben kunnen vervullen.
De afdeeling „Propaganda" geeft o.m. te
zien het model van een schoollokaal voor
slechthoorenden te Amsterdam, voorzien van
articulatiespiege!verder boeken over het
aflezen van de lippen, een toestel om met
doofblinden te spreken en voorts tal van
middelen waardoor de vereeniging voortdu
rend de aandacht op zich weet te vestigen.
Vermelden wij tenslotte nog dat ook ver
schillende attracties, als een ,Jtad van
Avontuur", enz. op de tentoonstelling aan
wezig zijn.
WAARSCHUWING
De burgemeester van Assen geeft het pu
bliek in overweging om, alvorens handelsre
laties aan te knoopen met het Internatio
naal Premie Obligatie- en Spaarkantoor te
Assen, directeur Tj. Broersma, wonende aan
den Weg door de Zandgaten no. 9 aldaar, in
lichtingen in te winnen bij den hoofdinspec
teur van politie te Assen. Uit de klachten, die
de laatste dagen zijn ingekomen, blijkt, dat
hij reeds velen heeft gedupeerd.
GOUDEN ECHTPAAR
Maandag 19 Mei herdenkt het echtpaar J.
Verhagen, wonende Van Marumstraat 63.
den dag waarop het vóór 50 jaar in den echt
werd verbonden.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1585
DÉ WERELD OP HAAR ERGST
Als je in een modderige goot een paar prachtige
nieuwe exemplaren hebt gevonden voor je collectie
lucifersdoosjes en moeder deelt niet alleen je enthou
siasme niet, maar beveelt je onbarmhartig de viezo
dingen dadelijk weg te gooien.
(Nadruk verboden?
Het tooneel stelt voor de kamer van den
Inspecteur der Directe Belastingen.
De Inspecteur ontbiedt een zijner klerken,
nadat hij zijn dossier nagelezen heeft: „Me
neer Auber, is de brief geschreven en gepo.st
voor den bedelaar van de Saint Augustln?"
De Klerk: „Ja zeker, meneer. Gisteravond
is de brief verzonden".
De Inspecteur „En hebt u er duidelijk in
vermeld, dat hij een boete zou krijgen van
minstens frs. 1200.indien hij zich niet
binnen 24 uur aan mijn kantooi meldde?"
De Klerk: „Ja meneer".
De Inspecteur: „Dan verwondert het mij
toch wel, dat hij nog niet hier is. Denkt die
man soms, dat hij buiten de wet staat? Daar
zal hij b-rouw van hebben, want tegenover
hem zal ik onverbiddelijk zijn".
Op dit oogenblik wordt de heer Gousset
aangekondigd. Al zijn kleeren zijn versleten,
toch ziet hij er netjes uit.
De Inspecteur: „Bent u de bedelaar van
de Saint Augustln?"
De bedelaar: „Ja, meneer de inspecteur."
De Inspecteur „Gaat u even zitten. Het
verwondert mij zeer. meneer, dat ik nog
steeds uw aangifte-biljet voor de belasting
niet heb ontvangen, evenmin als den maan-
delijkschen staat van uw ontvangsten".
De bedelaar: „Neemt u me niet kwalijk
meneer, maar lk begrijp u niet. Wat voor
maandelljkschcn staat bedoelt u?"
De Inspecteur: „Ik vergis me toch niet? U
bent Immers dc bedelaar, die op de trappen
van de Saint Augustin om aalmoezen
vraagt?"
De bedelaar: „Ik heb u reeds gezegd, dat ik
inderdaad die persoon ben."
De Inspecteur: Maar dan ontvangt u in
die hoedanigheid toch eiken dag een aardi
ge som gelds."
Dc bedelaar (met iets aanmatigends in
zijn stem): O ja, vroeger!" (met con zucht):
„Maar sinds het leven zoo duur is geworden,
krijg ik lang zoo veel niet meer."
Dc Inspecteur: „Naar de inlichtingen te
rekenen, die ik omtrent u het doen inwin
nen, zijn die inkomsten toch nog heel aar
dig!"
Dc bedelaar (geërgerd); „Ik wist niet,
dat er onder ons verklikkers waren."
De Inspecteur: „U zult dus moeten toege
ven, dat u valt onder hen, die inkomsten
belasting aan den staat verschuldigd zijn."
Dc bedelaar: „Maar lk woet werkelijk niet
precies, hoeveel men mij geeft."
De Inspecteur: „U behoeft daartoe slechts
VEREENIGING TOT BEVORDE
RING DER BELANGEN VAN
SLECHTHOORENDEN.
DE TENTOONSTELLING IN HET
CONCERTGEBOUW.
In tegenwoordigheid van vele belangstel
lenden onder wie de eere- vooi-zitter van bo
vengenoemde vereeniging: de burgemeester,
de heer C. Maarschalk; dc directeur van den
Gem. Geneeskundigen en Gezondheidsdienst,
dokter J. van Konijnenburg; de Inspecteur
van het L. O. alhier de heer G. II. Weus-
tink; de heer E. P. Schuyt, Hoofd van het
Gom. Bureau voor Nazorg; werd Maandag
avond in de Tuinzaai van het Gom. Concert
gebouw de Tentoonstelling van de Vereeni
ging tot bervordering der belangen van
slechthoorenden officieel geopend met een
rede van den Beschermheer der tentoonstel
ling. Jhr. mr. dr. A. Röell, Commissaris der
Koningin in dit gewest.
Tevoren had dr. S. Kamminga. voorzitter
van de afdeeling Haarlem en omstreken der
vereeniging de bijeenkomst geopend met een
kort woord, waarin hij in 't bijzonder Be
schermheer en Eere-voorzit ter welkom heette
en verder dank bracht aan mej. Tine Mar
cus (aan wie een bloemenhulde werd ge
bracht) en aan allen, die hebben medege
werkt aan het. welslagen der expositie. Spr.
vestigde voorts de aandacht op de belang
rijkheid der tentoonstelling, die een van de
beste propaganda-middelen van de ver
eeniging is, de vereeniging die zulke groote
maatschappelijke belangen dient. Hierna
was het woord aan Jhr. Röell, die o.m. zeide,
het een voorrecht te achten op bescheiden
wijze te mogen medewerken aan het doel der
tentoonstelling en bracht dank aan allen,
die zich bij de voorbereiding der expositie
verdienstelijk hebben gemaakt. Spr. sprak
als zijn oordeel uit, dat de tentoonstelling oe
belangstelling verdient van allen, die voelen
FEUILLETON
Naar het Engelsch, door
J. VAN DER SLUTS.
39)
„Wat bedoel je!" Tony sprak bruusk. Om
zoo vlak bij haar te moeten staan, naar dat
schattige kuiltje in haar wangen te moeten
kijken, naar den zonnegloed In haar haren
en haar zilveren lach te moeten aanhooren,
het was meer dan hij verdragen kon. „Wat
bedoel je?" herhaalde hij, toen Hilary xxlet
direct antwoord gaf. maar over de heide uit
keek, zoodat hij haar zuiver-gevormd profiel
zien kon en den glimlach in haar mondhoe
ken.
„Ik bedoel", zei ze langzaam, terwijl ze
zich naar hem toewendde en haar oogen op
zijn gezicht gevestigd hield, „dat vcor zoover
ik weet de eigenaar hcelcmaal geen oude
heer is het is een excentriek jong meisje
ten minste als ik den naam exentrlek ver
dien
„Jij!" Een paar seconden was het Tony niet
mogelijk om iets ander ie zeggen. „Je wilt me
toch zeker niet vertellen, dat dit huls louw
eigendom is?" ging hij na een pauze voort.
„Dat wilde ik je juist wél vertellen.' Hi
lary hield haar oogen nog steeds strak op
zijn gezicht gericht. „Dat was de reden waar
om ik je vandaag hier wilde hebben."
eiken avond te tellen hoeveel u ontvangen
hebt Dat is toch niet zoo moeilijk."
De bedelaar: „Meneer de inspecteur, u
hebt er geen idee van wat een inspannende
bezigheid het is. den heelen dag de hand op
te moeten houden!
's Avonds ben ik naar lichaam en geest
gebroken! En als ik dan na mijn diner mijn
koffie gebruikt heb en met een paar mijner
vrienden een partij bridge heb gespeeld, dan
ga ik meestal naar bed zonder mijn kas
opgemaakt te hebben."
De Inspecteur: „U zult het toch moeten
doen. De wet eischt dat nu eenmaal, en daar
moet u zich aan ondei-werpen."
De Bedelaar (koi-taf): „Dus van elke hon
derd francs, die ik ontvang, moet ik 2 francs
belasting betalen?"
De Inspecteur: „Neen, 10 francs."
De Bedelaar (verschrikt): „Tien francs!"
De Inspecteur: „Zoo is het. U neemt bij de
Saint Augustin een zeer bevoorrechte plaats
in. U hebt daar bijna uitsluitend te doen
met rijke menschen, die daar uit hun prach
tige luxe auto's stappen. U bent om zoo te
zeggen een bedelaar, diehoe zal ik het
uitdrukkenkortom: u bent een luxe
bedelaar! En dan is het natuurlijk, dat u ook
„luxe-belasting" betaalt
De Bedelaar: (buiten zichzelf van woede):
„Maar dat is een onbillijkheid! Ik houd de
hand op voor mijn brood en dat wilt u me
ontnemen! Denkt u dat ik den heelen dag
wil bedelen voor den Staat? Dat nooit! En
ik denk er niet aan die 10 francs te betalen!"
De Inspecteur: „Ik herhaal, dat ik er niets
aan doen kan. Het is de wet. Ik geef u nog
twee dagen den tijd om me een staat te doen
toekomen van uwe ontvangsten."
De Bedelaar (kortaf)„Meneer de Inspec
teur, ik weiger een dergelijke onrechtvaar
digheid te accepteeren."
De Inspecteur (met een beweging van
spijt): „Dan zie ik mij genoodzaakt
De Bedelaar (hem levendig in de rede
vallend)„Onnoodig, meneer. Nu de zaken
zóó staan, zie ik mij verplicht mijn beroep
op te geven." (Vastbesloten): „Ik bedel niet
meer!"
De Inspecteur (op vaderlijken toon)„Denk
er nog eens over na. Misschien krijg je spoe
dig berouw. Met één slag uw gansche bron
van inkomsten vernietigen!Waar zult
u van moeten leven?"
De Bedelaar (zeer waai-dig): „In de toe
komst, meneer de Inspecteur, zal ik mij te
vreden stellen met van mijn rente te leven."
voor het groot maatschappelijk belang lat
de vereeniging voor slechthoorenden dient,
die tal van menschen welke anders geïso
leerd zouden moeten leven, uit hun isolement
verlost.
Jhr. Röell uitte zijn beste wenschen voor
het welslagen der tentoonstelling en voor
een talrijk bezoek, meldde zich als lid van
de vereniging voor het leven aan (luid ap
plaus) en drukte ieder op het hart, wanneer
hem of haar gevraagd werd, voor de slecht
hoorenden iets te doen, dan vooral niet Oost-
Indisch doof te zijn.
Hierna werden vervei-schingen rondge
diend en maakten de gonoodlgden een rond
gang langs de verschillende stands.
Te kwartier vóór negen wei-d de tentoon
stelling voor het publiek geopend. De alge-
meene voorzitter der Vereeniging, de lieer
Hex-man Snijders, hield een voordracht met
lichtbeelden over het onderwerp: „Wat de
Vereeniging wil en doet".
Wat er op tic tentoonstelling
te zien is.
De zeer interessante tentoonstelling geeft
heel wat te zien op het terrein waarop de
vereeniging zich beweegt.
In het midden van de zaal zijn alle mo
derne electrische en mechanische apparaten
tentoongesteld ,die tegenwoordig met zooveel
succes worden toegepast, om slechthooren
den in staat te stellen, op normale wijze deel
te hebben aan het maatschappelijk leven.
De instx-umenten mogen alle worden be
proefd met medewerking van een der lei
ders der tentoonstelling.
Twee afdeellngen vormen hiex-mede een
schrille tegenstelling. Wij bedoelen de af
deeling oude en verouderde instrumenten en
de zoogenaamde „gruwelkast". welke alle
kwakzalversmiddelen bevat, die nog steeds
voor duur geld te koop zijn, aangeprezen wor
den en niet helpen. De allerbelangrijkste
afdeeling zouden wij die der werkverschaf
fing willen noemen, een uitgebreide afdee
ling die een uitmuntend beeld geeft van den
arbeid, door onvolwaardige dooven verricht.
„Waarom je mij vandaag hier wilde heb
ben!" Tony staarde haai- aan en hij besefte
opeens, dat deze zelfbewuste Hilary met
haar ondeugend lachje en dansende, twinke
lende vonkjes in de oogen xxiet heelemaal de
zelfde Hilax-y was, van wie hij een paar we
ken geleden was weggegaan.
Zie je ik heb meneer Brent. mijn advocaat
gevraagd om je te schrijven", vervolgde ze
met een kalmte, die haar toehoorder adem
loos naar haar deed kijken. „Ik wilde je
graag spreken en ik wist dat je absoluut zou
weigeren om te komen als ik je zelf schreef
en
„En daarom verzond je die leugen over dat
schilderijtje?" viel Tony haar scherp in de
rede. „Dat was zeker om meer indruk te ma
ken?"
„O, neen, volstrekt niet." Hilary schudde
het. hoofd en lachte zacht.
„Ik wil dat schilderij werkelijk hebben en
ik wilde graag dat jij het schildert. Het moet
in mijn boudoir op het landgoed komen te
hangen, zoodat ik altijd aan die heerlijke
heide herinnerd wordt, die ik zoo liefgckre-
gen heb enenen om nog veel meer
dingen", eindigde ze fluisterend.
„Ik ben bang dat je voor deze opdracht
oen anderen schilder zult moeten zoeken."
Tony sprak zoo hooghartig en stug als hij
maar kon. „Ik kan je hierin tot mijn SDijt
niet van dienst zijn het zal je ongetwijfeld
geen moeite kosten om iemand anders te
vinden, die het graag zal doen. Meer hoeven
we. geloof ik er niet over te zeggen." En hij
keerde zich om om weg te gaan.
„Er moet integendeel nog een heelcboel gc-
HIJ KWAM DE HUUR HALEN.
EN KREEG MET DEN MATTEN
KLOPPER.
Er is hier ter stede iemand die op wat
huisjes-bezit kan bogen en op een zoon die
de huur voor hem ophaalt.
Op een dag in het begin van April dezes
jaars kwam deze zoon van een koude kermis
thuis, toen hij om de huur kwam bij een 23-
a 24-jarige huisvrouw.
De zoon van den huiseigenaar kwam Don-
dex-dag om de huur, die er, volgens hem,
Maandag al had moeten zijn.
„De huur ligt klaar", had de juffrouw ge
zegd.
„Als hij toch klaar ligt, waarom breng je
'm dan Maandag niet?" vroeg de huuropha-
Ier. Toen kwam getuige (wij zijn op het
oogenblik bij den Politierechter) eensklaps
op pijnlijke wijze tot de ontdekking, dat de
ljuurster. behalve de huur, ook nog iets an
ders in gereedheid had, n.l een mattenklop
per. waarmede zii hem letterlijk op zijn ge
zicht sloeg, zoodat zijn neus gewond werd en
hij weken lang met een blauw oog geloopen
heeft.
„Wat hij zegt, dat liegt-ie!" verklaarde de
juffrouw. „Maar hij heeft mij voor vuile
stinkerd uitgescholden en ik ben een fat
soenlijke vrouw!" Hier verloor verdachte
haar zelfbeheerschlng en barstte in snikken
uit, waarna dc Politierechter haar verzocht
niet zoo te jammeren.
„De man die de klap kreeg" ontkende ten
stelligste de geïncrimineerde woorden te heb
ben gebruikt: zóó was hij niet; de Politie-
x-echter kon in de geheele buurt informeeren
hoe hij dan wèl was.
Maar de juffrouw had klaarblijkelijk den
mattenklopper met opzet klaar gelegd om
hem slagen voor geld te geven. Welke aan
tijging de juffrouw verre van zich wierp.
Maar O. M. en Politierechter waren het er
toch over eens, dat verdachte f 5 boete ver
diende!
OM HET AARDSCHE SLIJK.
LASTIGE SCHOONZUSTERS.
't Was alweer het aardsche slijk dat de
rust in deze Zandvoortsche familie verstoord
had.
De verleden jaar overleden moeder van
Rigtruida en Leonarda, had aan Clazina, we
duwe van Rigtnxida's en Leonarda's broeder,
geld gegeven, om een manufacturenhandel te
beginnen. En ziet. toen het 26 Maart 1930
geworden was, achtten Rigtruida en Leonar
da den tijd gekomen, dat Clazina dit geld
teruggaf. Dies begaven zij zich naar den ma
nufacturenhandel van Clazina en zeiden:
„Betaal ons nu!" Maar de schoonzuster ant
woordde dat zij zich niet bewust was, ook
maar zóóveel aan haar bezoeksters schuldig
te zijn. Toen wilde Clazina dat de beide da-
zegd worden" antwoordde Hilary zacht, „toe
Tony, wil je nog alsjeblieft een oogenblikje
blijven tot ik je gezegd heb wat ik op bet
hart heb?"
Ze legde haar hand even op zijn arm en
die aanraking gaf hem bijna een gewaar
wording van plxysleke pijn.
„Het is nutteloos om dit gesprek nog lan
ger voort te zetten; ik heb dit niet gezocht....
stamelde hij.
„Maar ik wel", viel het meisje hem in de
x-ede en weer gaven die ondeugende oogen
Ixem de overtuiging, dat ex- een nieuwe en
dubbel aantrekkelijke Hilary voor hem stond.
„Je hoeft dat schilderij heelemaal niet te
maken als je er geen zin in hebt, maar ik
vind wel dat je naar me xnoet luisteren,
want lk ben het heele eind hierheen geko
men om met Je te praten."
Hij wilde haar niet aankijken; hij was er
zich volkomen bewust van dat hij niet irx die
oolijke oogen kon kijken zonder van zijn
ijzige hoogte te moeten afdalen. Hij stond
kaarsrecht en keek langs Hilary neen naar
den wijden hemelkoepel en de heide.
„Tony" fluisterde ze en hij moest zichzelf
bekennen, dat haar stem nog nooit zoo lief
geklonken lxad. „Tony ik ben vandaag hier
gekomen om je de zuivere waarheid te vertel
len."
„De zuivere waarheid?"
„Ja. Ik heb geen natuur om er om heen tc
draalen. Ik wou Je zeggen, dat ik het niet
kan aanzien dat ons leven bedorven wovdt,
omdat wij niet kunnen uitpraten."
„Ons leven?" Tony wondde zijn oogen nu
van den hemel af en liet deze rusten op het
mes heengingen. Zij voldeden hieraan niet,
waarna de winkelierster door haar dienst
meisje den sterken arm liet halen, die weldra
ter plaatse waar het familiedrama werd af
gespeeld (dat is: de winkel) verscheen, in
den vorm van een brigadier van politie. Op
verzoek van den politiebeambte eischte Cla
zina dat de twee zusters haar winkel onver
wijld zouden verlaten. Zij weigerden (huis
vredebreuk) en toen de brigadier krachtiger
ging optx-eden trok Leonarda aan den arm
van den brigadier en Rigtruida weer aan
den arm van Leonarda en dat alles in een
richting, tegengesteld aan die, waarin Cla
zina haar schoonzusters zich zoo gaarne had
zien voortbewegen, (wederspannigheid).
Dit is een algemeen ovei*zicht van het ge
val, dat onder vele andere gewichtige
quaesties de Politierechter Maandagmor
gen te behandelen kreeg.
De lezingen die Rigtruida en Leonarda ter
eenre en Clazina ter andere zijde van de ge
beurtenis gaven, verschilden aanmerkelijk
in de finesses.
De weduwe beweerde bij voorbeeld dat de
gezusters hadden gescholden en dat een van
beiden haar zelfs geschopt had, welke bewe
ring onmiddellijk de handen van de ver-
stoorstei's van de rust-in-den-winkel naar
haar respectieve monden deden gaan, waar
na de twee dames op de wijze van school-
kindei'en een langerekt „oooachter
die handen deden hooren, een „o!" waarin
een wereld van heilige verontwaardiging, be-
leedigde onschuld en stomme verbazing over
zóóveel doortrapte boosheid en leugenachtig
heid van de schoonzuster was opgesloten.
En Leonarda hief waarschuwende den wijs
vinger der rechterhand omhoog en zeide
plechtig: „Clazina, je hebt den eed afge
legd!"
Maar het kon Clazina niks schelen: zij
bleef bij hetgeen zij verklaard had. Ook ver
telde zij onder meer nog dat haar schoon
zusjes gezegd hadden: „Wij gaan den winkel
niet uit. Wij zijn klanten!"
„Maar u was op zulke klanten niet gesteld.
Dat kan ik mij voorstellen!" zeide de Politie
rechter.
De brigadier deelde het een en ander mede
betreffende de vrij „krachtige" wijze, waar
op de dames in den winkel tegen hem waren
opgetreden. Hij had eerst nog getracht door
overreding zijn doel te bereiken maar de ge
zusters bleken hiervoor ten eenenmale on
vatbaar.
Het O. M. vroeg tenslotte voor elk f 25 boe
te of 15 dagen hechtenis en de Politierechter
hield zich hier aan en gaf nog als zijn mee
ning te kennen dat beide vrouwen „erg de
beest gespeeld hadden".
MANNENKOOR „PROZA EN POëZIE".
Bovengenoemd mannenkoor geeft 14 Mei
een Concert in de Gem. Concertzaal, waarbij
als solisten zullen medewerken mej. Annie
Dijkstra, sopraan, mevr. B. v. Kempenv.
Leeuwen, piano en de heer Henk van Kem
pen, fluit.
Door het koor zal o.a. uitgevoerd worden.
„Groot is de Heer" van Fred. J. Roeske.
„Gloria" van A. B. H. Verhey. „Jan Gersten-
koorn" van Ph. Loots.
bovenste gedeelte van haar haren; zelfs nu
wilde hij haar nog niet aanzien. „Maar wat
heeft jouw leven te maken met het mijne?
Dat is niet meer zoo, sinds
„Sinds je van mij weggeloopen bent. be
doel je." Ze kwam dichter naar hem toe en
legde haar hand weer op zijn arm. „Je
wilde toen niet naar me luisteren, Tony: je
was zoo boos. Maar het is de zuivere vaar-
heid. dat ik niet langer zonder je kan leven.
Ik ben hier gekomen om je dat te zeggen.
dat alleen".
De laatste woorden sprak ze aarzelend;
haar hand bleef op zijn arm rusten, haar
oogen keken in de zijne. Hij ontweek haar
blik en keek weer over haar heen naar bui
ten.
„Er is niets veranderd", zei hij langzaam.
„De omstandigheden zijn nog net zooals
toen. Ik verkeerde in de meening dat je arm
was en mijn gelijke in stand. Jc hebt me in
die waan gelaten, toen het niet meer waar
was."
„Het was zoo vreeselijk moeilijk om je di
rect de waarheid te vertollen; vooral toen ik
merkte dat het voor jou zoo'n geweldig
verschil maakte. Maar wil je me niet verge
ven?"
„Het is niet moeilijk om vergevensgezind
te zijn tegen iemand van wien men veel
houdt."
De woorden van JoRedburn kwamen nem
weer in de gedachte en Hilai-y's hand op zijn
arm bracht hem in verwarring. Hij kon niet
helder en samenhangend denken, zijn ver
mogen om logisch te redeneeren scheen
heelemaal verdwenen. Haar vergeven? Na
AANBESTEDINGEN.
Maandag werd op het Stadhuis aanbesteed:
I. Het bou wen van een school voor Open
baar Lager Onderwijs met gymnastieklokaal
aan de Wilgenstraat.
De inschrijvingen waren; E. Bellaart,
Haarlem f 83.964; G. P. Hetem 88.130; F.
Philips 86.535; J. de Gelder, Oegstgeest
88.500; J. Teitsma, Bloemendaal 85.877; J.
Philips Jr. 90.000: A. N. Cornelissen
88182; H. F. Moerenberg en Zn., Oisterwijk
89.990; firma A. N. Cobelens f 86.200; N. V.
Broersma 89.100; R. Groenenberg. Amei-s-
foort 83.960; J. Sluis, Boskoop f 93.350; H.
Voordou, Zwammerdam 92.900; W. Bunnik,
Amersfoort 86.500; A. van Holten 87.380;
P. Chrisiaansen, Amsterdam f 97.950; H. A.
van darijs f 89.965; Gebr. de Vries, Purme-
rend 96.200; C. Hast f 81.839; Wed. Gx-oot,
Spaamdam 95.800; firma Van 't Veer en
de Geus 90.839; R. K. Kloppers, Alkmaar
97.500; C. A. M. Jonckbloed, Heemstede
88.888; P. v. d. Schoot, Tilburg 89.999;
N.V. Rosenhart 82.360; Technisch Bureau
.Bouwbedrijf", Hoorn 90.200; G. en J.
Broertjes 85.930.
Laagste inschrijf ster: Firma C. Hart te
Haarlem f 81.839.
De gunning is aangehouden.
II. Het verrichten van glas- en verfwerken
ten behoeve van dit perceel.
De inschrijvingen waren: P. H. van den
Bosch 3693; firma Sinnecker 2874; P.
Essenius 3800; M. de Laat f 3949: M. van
Brussel f 2300; C. Korsel 3500; J. F. Penge-
ler 3131; C. Pannekoek f 3830; Lucas f 3695,
J. Roorda f 4390; H. v. Niel 3275: G. Barend
3826; P. G. Bak 4465; J. B. Kraakman 3950.
Laagste inschi'ijfster firma M. van Brussel
2800.
De gunning is aangehouden.
„HET BROKKENHUIS"
Dezer dagen hield bovengenoemde veree
niging haar jaarlij ksclxe vergadering in het
gebouw van den Armenraad, onder leiding
van haar vice-presidente mevrouw S. Rho-
dius—Bunge. Door den secretaris-penning
meester, den heer P. J. Mulder, werd het
jaaiwerslag over 1929 uitgebracht en rnede-
deelingen "gedaan aangaande de begrooting
voor het loopende jaar 1930. Beide verslagen
werden na eenige bespreking goedgekeurd.
Door de commissie voor nazien rekening en
verantwoording over 1929 -mejuffrouw F. F.
de Wilde en den heer B. Rijkens) werd me
degedeeld, dat alles in goede ore e was bevon
den. Door de presidente werd deA secretaris-
penningmeester dank gebracht. De periodiek
aftredende bestuursleden de dames mej. B.
v. Calcar en de zusters M. Merison en P. L.
Schouten werden bij acclamatie herkozen.
Verder werd evenals vorige jaren besloten
met het oog op de kosten geen gedrukt jaar
verslag rond te zenden doch eenige exempla
ren te laten typen. Voorts werden er nog be
sprekingen gevoerd om te trachten het le
dental uit te breiden, welk onderwerp nog
nader door het bestuur uitgewerkt zal wor
den.
tuurlijk kon hij haar vergeven! Zijn liefde
was even groot als de hareMaar zijn
trots? Hij had altijd gezworen, d^t hij geen
vrouw zou trouwen, die rijker was dan hij
zelf. En Hilary
„Het is geen kwestie van vergiffenis." Zijn
stem scheen van heel uit de verte te komen
en klonk vreemd en heesch. „Alleen van..."
„Alleen van trots. O. Tony! Ik kan ,1e
niet uit mijn leven Laten gaan ter wille van
dien ellendigen trotsch. Wil je dat schilderij
voor mij maken en dan nog eens over de rest
nadenken?"
Tony's oogen keken niet meer naar buiten,
maar in de hare, diep in de hare. En toen hij
dat deedviel zijn trots in stukken.
Zijn armen legde hij om haar heen,
hij trok lxaar wild tegen zich aan en die
eigenaardige heerschheid was nog in zijn
stem. toen hij antwoordde:
„Het was jouw liefde tegen mijn trots..
en jouw liefde heeft overwonnen."
„Ik geloof toch dat ik m\j gebukt heb om
te kunnen overwinnen", mompelde Hilary af
wezig. „Dat zal ik tante Alice toch moeten
bekennen".
„Liefde heeft de deur ontsloten" zei
Tony zacht. .Liefde maakt grendels en slo
ten open!"
.Liefde opent alle deuren en effent den
weg naar het hart, al verschanst het hart
zich achter hooge muren", viel Hilary hem
öi'oomerig bij.
EINDE.