H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN DE WEG TOT HET HART STADSNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 13 MEI 1930 (Nadruk verboden; auteurcrecht voorbehouden). De belastingplichtige. door ANDRé DE BRéVILLE Hier blijkt, welk een nuttig werk de vëreeni- gir.g voor deze klasse van slechthoorenden doet, welk een steun de vereeniging voor deze mcnschen, toch ook leden der groote menschen maatschappij, js. De talrijke hand werken, die hier tentoongesteld zijn, zien er alle even uitmuntend verzorgd uit. Wij be velen deze afdeeling met warmte aan in de aandacht van bezoeksters en bezoekers der tentoonstelling. Een verbazend groote stand Is ook die der prijzen voor de verloting; wel een bewijs dat de vereeniging zich in veler belangstelling mag verheugen. Belangwekkend zijn ook de portretten van eenige bekende en beroemde dooven. waarbij er verschillende zijn, die met behulp van goede instrumenten, hun belangrijke en veelomvattende taak in de maatschappij hebben kunnen vervullen. De afdeeling „Propaganda" geeft o.m. te zien het model van een schoollokaal voor slechthoorenden te Amsterdam, voorzien van articulatiespiege!verder boeken over het aflezen van de lippen, een toestel om met doofblinden te spreken en voorts tal van middelen waardoor de vereeniging voortdu rend de aandacht op zich weet te vestigen. Vermelden wij tenslotte nog dat ook ver schillende attracties, als een ,Jtad van Avontuur", enz. op de tentoonstelling aan wezig zijn. WAARSCHUWING De burgemeester van Assen geeft het pu bliek in overweging om, alvorens handelsre laties aan te knoopen met het Internatio naal Premie Obligatie- en Spaarkantoor te Assen, directeur Tj. Broersma, wonende aan den Weg door de Zandgaten no. 9 aldaar, in lichtingen in te winnen bij den hoofdinspec teur van politie te Assen. Uit de klachten, die de laatste dagen zijn ingekomen, blijkt, dat hij reeds velen heeft gedupeerd. GOUDEN ECHTPAAR Maandag 19 Mei herdenkt het echtpaar J. Verhagen, wonende Van Marumstraat 63. den dag waarop het vóór 50 jaar in den echt werd verbonden. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1585 DÉ WERELD OP HAAR ERGST Als je in een modderige goot een paar prachtige nieuwe exemplaren hebt gevonden voor je collectie lucifersdoosjes en moeder deelt niet alleen je enthou siasme niet, maar beveelt je onbarmhartig de viezo dingen dadelijk weg te gooien. (Nadruk verboden? Het tooneel stelt voor de kamer van den Inspecteur der Directe Belastingen. De Inspecteur ontbiedt een zijner klerken, nadat hij zijn dossier nagelezen heeft: „Me neer Auber, is de brief geschreven en gepo.st voor den bedelaar van de Saint Augustln?" De Klerk: „Ja zeker, meneer. Gisteravond is de brief verzonden". De Inspecteur „En hebt u er duidelijk in vermeld, dat hij een boete zou krijgen van minstens frs. 1200.indien hij zich niet binnen 24 uur aan mijn kantooi meldde?" De Klerk: „Ja meneer". De Inspecteur: „Dan verwondert het mij toch wel, dat hij nog niet hier is. Denkt die man soms, dat hij buiten de wet staat? Daar zal hij b-rouw van hebben, want tegenover hem zal ik onverbiddelijk zijn". Op dit oogenblik wordt de heer Gousset aangekondigd. Al zijn kleeren zijn versleten, toch ziet hij er netjes uit. De Inspecteur: „Bent u de bedelaar van de Saint Augustln?" De bedelaar: „Ja, meneer de inspecteur." De Inspecteur „Gaat u even zitten. Het verwondert mij zeer. meneer, dat ik nog steeds uw aangifte-biljet voor de belasting niet heb ontvangen, evenmin als den maan- delijkschen staat van uw ontvangsten". De bedelaar: „Neemt u me niet kwalijk meneer, maar lk begrijp u niet. Wat voor maandelljkschcn staat bedoelt u?" De Inspecteur: „Ik vergis me toch niet? U bent Immers dc bedelaar, die op de trappen van de Saint Augustin om aalmoezen vraagt?" De bedelaar: „Ik heb u reeds gezegd, dat ik inderdaad die persoon ben." De Inspecteur: Maar dan ontvangt u in die hoedanigheid toch eiken dag een aardi ge som gelds." Dc bedelaar (met iets aanmatigends in zijn stem): O ja, vroeger!" (met con zucht): „Maar sinds het leven zoo duur is geworden, krijg ik lang zoo veel niet meer." Dc Inspecteur: „Naar de inlichtingen te rekenen, die ik omtrent u het doen inwin nen, zijn die inkomsten toch nog heel aar dig!" Dc bedelaar (geërgerd); „Ik wist niet, dat er onder ons verklikkers waren." De Inspecteur: „U zult dus moeten toege ven, dat u valt onder hen, die inkomsten belasting aan den staat verschuldigd zijn." Dc bedelaar: „Maar lk woet werkelijk niet precies, hoeveel men mij geeft." De Inspecteur: „U behoeft daartoe slechts VEREENIGING TOT BEVORDE RING DER BELANGEN VAN SLECHTHOORENDEN. DE TENTOONSTELLING IN HET CONCERTGEBOUW. In tegenwoordigheid van vele belangstel lenden onder wie de eere- vooi-zitter van bo vengenoemde vereeniging: de burgemeester, de heer C. Maarschalk; dc directeur van den Gem. Geneeskundigen en Gezondheidsdienst, dokter J. van Konijnenburg; de Inspecteur van het L. O. alhier de heer G. II. Weus- tink; de heer E. P. Schuyt, Hoofd van het Gom. Bureau voor Nazorg; werd Maandag avond in de Tuinzaai van het Gom. Concert gebouw de Tentoonstelling van de Vereeni ging tot bervordering der belangen van slechthoorenden officieel geopend met een rede van den Beschermheer der tentoonstel ling. Jhr. mr. dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in dit gewest. Tevoren had dr. S. Kamminga. voorzitter van de afdeeling Haarlem en omstreken der vereeniging de bijeenkomst geopend met een kort woord, waarin hij in 't bijzonder Be schermheer en Eere-voorzit ter welkom heette en verder dank bracht aan mej. Tine Mar cus (aan wie een bloemenhulde werd ge bracht) en aan allen, die hebben medege werkt aan het. welslagen der expositie. Spr. vestigde voorts de aandacht op de belang rijkheid der tentoonstelling, die een van de beste propaganda-middelen van de ver eeniging is, de vereeniging die zulke groote maatschappelijke belangen dient. Hierna was het woord aan Jhr. Röell, die o.m. zeide, het een voorrecht te achten op bescheiden wijze te mogen medewerken aan het doel der tentoonstelling en bracht dank aan allen, die zich bij de voorbereiding der expositie verdienstelijk hebben gemaakt. Spr. sprak als zijn oordeel uit, dat de tentoonstelling oe belangstelling verdient van allen, die voelen FEUILLETON Naar het Engelsch, door J. VAN DER SLUTS. 39) „Wat bedoel je!" Tony sprak bruusk. Om zoo vlak bij haar te moeten staan, naar dat schattige kuiltje in haar wangen te moeten kijken, naar den zonnegloed In haar haren en haar zilveren lach te moeten aanhooren, het was meer dan hij verdragen kon. „Wat bedoel je?" herhaalde hij, toen Hilary xxlet direct antwoord gaf. maar over de heide uit keek, zoodat hij haar zuiver-gevormd profiel zien kon en den glimlach in haar mondhoe ken. „Ik bedoel", zei ze langzaam, terwijl ze zich naar hem toewendde en haar oogen op zijn gezicht gevestigd hield, „dat vcor zoover ik weet de eigenaar hcelcmaal geen oude heer is het is een excentriek jong meisje ten minste als ik den naam exentrlek ver dien „Jij!" Een paar seconden was het Tony niet mogelijk om iets ander ie zeggen. „Je wilt me toch zeker niet vertellen, dat dit huls louw eigendom is?" ging hij na een pauze voort. „Dat wilde ik je juist wél vertellen.' Hi lary hield haar oogen nog steeds strak op zijn gezicht gericht. „Dat was de reden waar om ik je vandaag hier wilde hebben." eiken avond te tellen hoeveel u ontvangen hebt Dat is toch niet zoo moeilijk." De bedelaar: „Meneer de inspecteur, u hebt er geen idee van wat een inspannende bezigheid het is. den heelen dag de hand op te moeten houden! 's Avonds ben ik naar lichaam en geest gebroken! En als ik dan na mijn diner mijn koffie gebruikt heb en met een paar mijner vrienden een partij bridge heb gespeeld, dan ga ik meestal naar bed zonder mijn kas opgemaakt te hebben." De Inspecteur: „U zult het toch moeten doen. De wet eischt dat nu eenmaal, en daar moet u zich aan ondei-werpen." De Bedelaar (koi-taf): „Dus van elke hon derd francs, die ik ontvang, moet ik 2 francs belasting betalen?" De Inspecteur: „Neen, 10 francs." De Bedelaar (verschrikt): „Tien francs!" De Inspecteur: „Zoo is het. U neemt bij de Saint Augustin een zeer bevoorrechte plaats in. U hebt daar bijna uitsluitend te doen met rijke menschen, die daar uit hun prach tige luxe auto's stappen. U bent om zoo te zeggen een bedelaar, diehoe zal ik het uitdrukkenkortom: u bent een luxe bedelaar! En dan is het natuurlijk, dat u ook „luxe-belasting" betaalt De Bedelaar: (buiten zichzelf van woede): „Maar dat is een onbillijkheid! Ik houd de hand op voor mijn brood en dat wilt u me ontnemen! Denkt u dat ik den heelen dag wil bedelen voor den Staat? Dat nooit! En ik denk er niet aan die 10 francs te betalen!" De Inspecteur: „Ik herhaal, dat ik er niets aan doen kan. Het is de wet. Ik geef u nog twee dagen den tijd om me een staat te doen toekomen van uwe ontvangsten." De Bedelaar (kortaf)„Meneer de Inspec teur, ik weiger een dergelijke onrechtvaar digheid te accepteeren." De Inspecteur (met een beweging van spijt): „Dan zie ik mij genoodzaakt De Bedelaar (hem levendig in de rede vallend)„Onnoodig, meneer. Nu de zaken zóó staan, zie ik mij verplicht mijn beroep op te geven." (Vastbesloten): „Ik bedel niet meer!" De Inspecteur (op vaderlijken toon)„Denk er nog eens over na. Misschien krijg je spoe dig berouw. Met één slag uw gansche bron van inkomsten vernietigen!Waar zult u van moeten leven?" De Bedelaar (zeer waai-dig): „In de toe komst, meneer de Inspecteur, zal ik mij te vreden stellen met van mijn rente te leven." voor het groot maatschappelijk belang lat de vereeniging voor slechthoorenden dient, die tal van menschen welke anders geïso leerd zouden moeten leven, uit hun isolement verlost. Jhr. Röell uitte zijn beste wenschen voor het welslagen der tentoonstelling en voor een talrijk bezoek, meldde zich als lid van de vereniging voor het leven aan (luid ap plaus) en drukte ieder op het hart, wanneer hem of haar gevraagd werd, voor de slecht hoorenden iets te doen, dan vooral niet Oost- Indisch doof te zijn. Hierna werden vervei-schingen rondge diend en maakten de gonoodlgden een rond gang langs de verschillende stands. Te kwartier vóór negen wei-d de tentoon stelling voor het publiek geopend. De alge- meene voorzitter der Vereeniging, de lieer Hex-man Snijders, hield een voordracht met lichtbeelden over het onderwerp: „Wat de Vereeniging wil en doet". Wat er op tic tentoonstelling te zien is. De zeer interessante tentoonstelling geeft heel wat te zien op het terrein waarop de vereeniging zich beweegt. In het midden van de zaal zijn alle mo derne electrische en mechanische apparaten tentoongesteld ,die tegenwoordig met zooveel succes worden toegepast, om slechthooren den in staat te stellen, op normale wijze deel te hebben aan het maatschappelijk leven. De instx-umenten mogen alle worden be proefd met medewerking van een der lei ders der tentoonstelling. Twee afdeellngen vormen hiex-mede een schrille tegenstelling. Wij bedoelen de af deeling oude en verouderde instrumenten en de zoogenaamde „gruwelkast". welke alle kwakzalversmiddelen bevat, die nog steeds voor duur geld te koop zijn, aangeprezen wor den en niet helpen. De allerbelangrijkste afdeeling zouden wij die der werkverschaf fing willen noemen, een uitgebreide afdee ling die een uitmuntend beeld geeft van den arbeid, door onvolwaardige dooven verricht. „Waarom je mij vandaag hier wilde heb ben!" Tony staarde haai- aan en hij besefte opeens, dat deze zelfbewuste Hilary met haar ondeugend lachje en dansende, twinke lende vonkjes in de oogen xxiet heelemaal de zelfde Hilax-y was, van wie hij een paar we ken geleden was weggegaan. Zie je ik heb meneer Brent. mijn advocaat gevraagd om je te schrijven", vervolgde ze met een kalmte, die haar toehoorder adem loos naar haar deed kijken. „Ik wilde je graag spreken en ik wist dat je absoluut zou weigeren om te komen als ik je zelf schreef en „En daarom verzond je die leugen over dat schilderijtje?" viel Tony haar scherp in de rede. „Dat was zeker om meer indruk te ma ken?" „O, neen, volstrekt niet." Hilary schudde het. hoofd en lachte zacht. „Ik wil dat schilderij werkelijk hebben en ik wilde graag dat jij het schildert. Het moet in mijn boudoir op het landgoed komen te hangen, zoodat ik altijd aan die heerlijke heide herinnerd wordt, die ik zoo liefgckre- gen heb enenen om nog veel meer dingen", eindigde ze fluisterend. „Ik ben bang dat je voor deze opdracht oen anderen schilder zult moeten zoeken." Tony sprak zoo hooghartig en stug als hij maar kon. „Ik kan je hierin tot mijn SDijt niet van dienst zijn het zal je ongetwijfeld geen moeite kosten om iemand anders te vinden, die het graag zal doen. Meer hoeven we. geloof ik er niet over te zeggen." En hij keerde zich om om weg te gaan. „Er moet integendeel nog een heelcboel gc- HIJ KWAM DE HUUR HALEN. EN KREEG MET DEN MATTEN KLOPPER. Er is hier ter stede iemand die op wat huisjes-bezit kan bogen en op een zoon die de huur voor hem ophaalt. Op een dag in het begin van April dezes jaars kwam deze zoon van een koude kermis thuis, toen hij om de huur kwam bij een 23- a 24-jarige huisvrouw. De zoon van den huiseigenaar kwam Don- dex-dag om de huur, die er, volgens hem, Maandag al had moeten zijn. „De huur ligt klaar", had de juffrouw ge zegd. „Als hij toch klaar ligt, waarom breng je 'm dan Maandag niet?" vroeg de huuropha- Ier. Toen kwam getuige (wij zijn op het oogenblik bij den Politierechter) eensklaps op pijnlijke wijze tot de ontdekking, dat de ljuurster. behalve de huur, ook nog iets an ders in gereedheid had, n.l een mattenklop per. waarmede zii hem letterlijk op zijn ge zicht sloeg, zoodat zijn neus gewond werd en hij weken lang met een blauw oog geloopen heeft. „Wat hij zegt, dat liegt-ie!" verklaarde de juffrouw. „Maar hij heeft mij voor vuile stinkerd uitgescholden en ik ben een fat soenlijke vrouw!" Hier verloor verdachte haar zelfbeheerschlng en barstte in snikken uit, waarna dc Politierechter haar verzocht niet zoo te jammeren. „De man die de klap kreeg" ontkende ten stelligste de geïncrimineerde woorden te heb ben gebruikt: zóó was hij niet; de Politie- x-echter kon in de geheele buurt informeeren hoe hij dan wèl was. Maar de juffrouw had klaarblijkelijk den mattenklopper met opzet klaar gelegd om hem slagen voor geld te geven. Welke aan tijging de juffrouw verre van zich wierp. Maar O. M. en Politierechter waren het er toch over eens, dat verdachte f 5 boete ver diende! OM HET AARDSCHE SLIJK. LASTIGE SCHOONZUSTERS. 't Was alweer het aardsche slijk dat de rust in deze Zandvoortsche familie verstoord had. De verleden jaar overleden moeder van Rigtruida en Leonarda, had aan Clazina, we duwe van Rigtnxida's en Leonarda's broeder, geld gegeven, om een manufacturenhandel te beginnen. En ziet. toen het 26 Maart 1930 geworden was, achtten Rigtruida en Leonar da den tijd gekomen, dat Clazina dit geld teruggaf. Dies begaven zij zich naar den ma nufacturenhandel van Clazina en zeiden: „Betaal ons nu!" Maar de schoonzuster ant woordde dat zij zich niet bewust was, ook maar zóóveel aan haar bezoeksters schuldig te zijn. Toen wilde Clazina dat de beide da- zegd worden" antwoordde Hilary zacht, „toe Tony, wil je nog alsjeblieft een oogenblikje blijven tot ik je gezegd heb wat ik op bet hart heb?" Ze legde haar hand even op zijn arm en die aanraking gaf hem bijna een gewaar wording van plxysleke pijn. „Het is nutteloos om dit gesprek nog lan ger voort te zetten; ik heb dit niet gezocht.... stamelde hij. „Maar ik wel", viel het meisje hem in de x-ede en weer gaven die ondeugende oogen Ixem de overtuiging, dat ex- een nieuwe en dubbel aantrekkelijke Hilary voor hem stond. „Je hoeft dat schilderij heelemaal niet te maken als je er geen zin in hebt, maar ik vind wel dat je naar me xnoet luisteren, want lk ben het heele eind hierheen geko men om met Je te praten." Hij wilde haar niet aankijken; hij was er zich volkomen bewust van dat hij niet irx die oolijke oogen kon kijken zonder van zijn ijzige hoogte te moeten afdalen. Hij stond kaarsrecht en keek langs Hilary neen naar den wijden hemelkoepel en de heide. „Tony" fluisterde ze en hij moest zichzelf bekennen, dat haar stem nog nooit zoo lief geklonken lxad. „Tony ik ben vandaag hier gekomen om je de zuivere waarheid te vertel len." „De zuivere waarheid?" „Ja. Ik heb geen natuur om er om heen tc draalen. Ik wou Je zeggen, dat ik het niet kan aanzien dat ons leven bedorven wovdt, omdat wij niet kunnen uitpraten." „Ons leven?" Tony wondde zijn oogen nu van den hemel af en liet deze rusten op het mes heengingen. Zij voldeden hieraan niet, waarna de winkelierster door haar dienst meisje den sterken arm liet halen, die weldra ter plaatse waar het familiedrama werd af gespeeld (dat is: de winkel) verscheen, in den vorm van een brigadier van politie. Op verzoek van den politiebeambte eischte Cla zina dat de twee zusters haar winkel onver wijld zouden verlaten. Zij weigerden (huis vredebreuk) en toen de brigadier krachtiger ging optx-eden trok Leonarda aan den arm van den brigadier en Rigtruida weer aan den arm van Leonarda en dat alles in een richting, tegengesteld aan die, waarin Cla zina haar schoonzusters zich zoo gaarne had zien voortbewegen, (wederspannigheid). Dit is een algemeen ovei*zicht van het ge val, dat onder vele andere gewichtige quaesties de Politierechter Maandagmor gen te behandelen kreeg. De lezingen die Rigtruida en Leonarda ter eenre en Clazina ter andere zijde van de ge beurtenis gaven, verschilden aanmerkelijk in de finesses. De weduwe beweerde bij voorbeeld dat de gezusters hadden gescholden en dat een van beiden haar zelfs geschopt had, welke bewe ring onmiddellijk de handen van de ver- stoorstei's van de rust-in-den-winkel naar haar respectieve monden deden gaan, waar na de twee dames op de wijze van school- kindei'en een langerekt „oooachter die handen deden hooren, een „o!" waarin een wereld van heilige verontwaardiging, be- leedigde onschuld en stomme verbazing over zóóveel doortrapte boosheid en leugenachtig heid van de schoonzuster was opgesloten. En Leonarda hief waarschuwende den wijs vinger der rechterhand omhoog en zeide plechtig: „Clazina, je hebt den eed afge legd!" Maar het kon Clazina niks schelen: zij bleef bij hetgeen zij verklaard had. Ook ver telde zij onder meer nog dat haar schoon zusjes gezegd hadden: „Wij gaan den winkel niet uit. Wij zijn klanten!" „Maar u was op zulke klanten niet gesteld. Dat kan ik mij voorstellen!" zeide de Politie rechter. De brigadier deelde het een en ander mede betreffende de vrij „krachtige" wijze, waar op de dames in den winkel tegen hem waren opgetreden. Hij had eerst nog getracht door overreding zijn doel te bereiken maar de ge zusters bleken hiervoor ten eenenmale on vatbaar. Het O. M. vroeg tenslotte voor elk f 25 boe te of 15 dagen hechtenis en de Politierechter hield zich hier aan en gaf nog als zijn mee ning te kennen dat beide vrouwen „erg de beest gespeeld hadden". MANNENKOOR „PROZA EN POëZIE". Bovengenoemd mannenkoor geeft 14 Mei een Concert in de Gem. Concertzaal, waarbij als solisten zullen medewerken mej. Annie Dijkstra, sopraan, mevr. B. v. Kempenv. Leeuwen, piano en de heer Henk van Kem pen, fluit. Door het koor zal o.a. uitgevoerd worden. „Groot is de Heer" van Fred. J. Roeske. „Gloria" van A. B. H. Verhey. „Jan Gersten- koorn" van Ph. Loots. bovenste gedeelte van haar haren; zelfs nu wilde hij haar nog niet aanzien. „Maar wat heeft jouw leven te maken met het mijne? Dat is niet meer zoo, sinds „Sinds je van mij weggeloopen bent. be doel je." Ze kwam dichter naar hem toe en legde haar hand weer op zijn arm. „Je wilde toen niet naar me luisteren, Tony: je was zoo boos. Maar het is de zuivere vaar- heid. dat ik niet langer zonder je kan leven. Ik ben hier gekomen om je dat te zeggen. dat alleen". De laatste woorden sprak ze aarzelend; haar hand bleef op zijn arm rusten, haar oogen keken in de zijne. Hij ontweek haar blik en keek weer over haar heen naar bui ten. „Er is niets veranderd", zei hij langzaam. „De omstandigheden zijn nog net zooals toen. Ik verkeerde in de meening dat je arm was en mijn gelijke in stand. Jc hebt me in die waan gelaten, toen het niet meer waar was." „Het was zoo vreeselijk moeilijk om je di rect de waarheid te vertollen; vooral toen ik merkte dat het voor jou zoo'n geweldig verschil maakte. Maar wil je me niet verge ven?" „Het is niet moeilijk om vergevensgezind te zijn tegen iemand van wien men veel houdt." De woorden van JoRedburn kwamen nem weer in de gedachte en Hilai-y's hand op zijn arm bracht hem in verwarring. Hij kon niet helder en samenhangend denken, zijn ver mogen om logisch te redeneeren scheen heelemaal verdwenen. Haar vergeven? Na AANBESTEDINGEN. Maandag werd op het Stadhuis aanbesteed: I. Het bou wen van een school voor Open baar Lager Onderwijs met gymnastieklokaal aan de Wilgenstraat. De inschrijvingen waren; E. Bellaart, Haarlem f 83.964; G. P. Hetem 88.130; F. Philips 86.535; J. de Gelder, Oegstgeest 88.500; J. Teitsma, Bloemendaal 85.877; J. Philips Jr. 90.000: A. N. Cornelissen 88182; H. F. Moerenberg en Zn., Oisterwijk 89.990; firma A. N. Cobelens f 86.200; N. V. Broersma 89.100; R. Groenenberg. Amei-s- foort 83.960; J. Sluis, Boskoop f 93.350; H. Voordou, Zwammerdam 92.900; W. Bunnik, Amersfoort 86.500; A. van Holten 87.380; P. Chrisiaansen, Amsterdam f 97.950; H. A. van darijs f 89.965; Gebr. de Vries, Purme- rend 96.200; C. Hast f 81.839; Wed. Gx-oot, Spaamdam 95.800; firma Van 't Veer en de Geus 90.839; R. K. Kloppers, Alkmaar 97.500; C. A. M. Jonckbloed, Heemstede 88.888; P. v. d. Schoot, Tilburg 89.999; N.V. Rosenhart 82.360; Technisch Bureau .Bouwbedrijf", Hoorn 90.200; G. en J. Broertjes 85.930. Laagste inschrijf ster: Firma C. Hart te Haarlem f 81.839. De gunning is aangehouden. II. Het verrichten van glas- en verfwerken ten behoeve van dit perceel. De inschrijvingen waren: P. H. van den Bosch 3693; firma Sinnecker 2874; P. Essenius 3800; M. de Laat f 3949: M. van Brussel f 2300; C. Korsel 3500; J. F. Penge- ler 3131; C. Pannekoek f 3830; Lucas f 3695, J. Roorda f 4390; H. v. Niel 3275: G. Barend 3826; P. G. Bak 4465; J. B. Kraakman 3950. Laagste inschi'ijfster firma M. van Brussel 2800. De gunning is aangehouden. „HET BROKKENHUIS" Dezer dagen hield bovengenoemde veree niging haar jaarlij ksclxe vergadering in het gebouw van den Armenraad, onder leiding van haar vice-presidente mevrouw S. Rho- dius—Bunge. Door den secretaris-penning meester, den heer P. J. Mulder, werd het jaaiwerslag over 1929 uitgebracht en rnede- deelingen "gedaan aangaande de begrooting voor het loopende jaar 1930. Beide verslagen werden na eenige bespreking goedgekeurd. Door de commissie voor nazien rekening en verantwoording over 1929 -mejuffrouw F. F. de Wilde en den heer B. Rijkens) werd me degedeeld, dat alles in goede ore e was bevon den. Door de presidente werd deA secretaris- penningmeester dank gebracht. De periodiek aftredende bestuursleden de dames mej. B. v. Calcar en de zusters M. Merison en P. L. Schouten werden bij acclamatie herkozen. Verder werd evenals vorige jaren besloten met het oog op de kosten geen gedrukt jaar verslag rond te zenden doch eenige exempla ren te laten typen. Voorts werden er nog be sprekingen gevoerd om te trachten het le dental uit te breiden, welk onderwerp nog nader door het bestuur uitgewerkt zal wor den. tuurlijk kon hij haar vergeven! Zijn liefde was even groot als de hareMaar zijn trots? Hij had altijd gezworen, d^t hij geen vrouw zou trouwen, die rijker was dan hij zelf. En Hilary „Het is geen kwestie van vergiffenis." Zijn stem scheen van heel uit de verte te komen en klonk vreemd en heesch. „Alleen van..." „Alleen van trots. O. Tony! Ik kan ,1e niet uit mijn leven Laten gaan ter wille van dien ellendigen trotsch. Wil je dat schilderij voor mij maken en dan nog eens over de rest nadenken?" Tony's oogen keken niet meer naar buiten, maar in de hare, diep in de hare. En toen hij dat deedviel zijn trots in stukken. Zijn armen legde hij om haar heen, hij trok lxaar wild tegen zich aan en die eigenaardige heerschheid was nog in zijn stem. toen hij antwoordde: „Het was jouw liefde tegen mijn trots.. en jouw liefde heeft overwonnen." „Ik geloof toch dat ik m\j gebukt heb om te kunnen overwinnen", mompelde Hilary af wezig. „Dat zal ik tante Alice toch moeten bekennen". „Liefde heeft de deur ontsloten" zei Tony zacht. .Liefde maakt grendels en slo ten open!" .Liefde opent alle deuren en effent den weg naar het hart, al verschanst het hart zich achter hooge muren", viel Hilary hem öi'oomerig bij. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6