HET ENGELSCHE ONDERWIJS IN DE 20 EEUW. EEN ALGEMEENE RICHTING GEWENSCHT. VLIEGENDE MENSCHEN IN DE OOSTENRIJKSCHE BERGEN! De vroolijke kant De gevaren van eenzijdigheid. Door de HERTOGIN VAN ATHOL, lid van het Britsche Lagerhuis (vroeger Parlementsse- cretaresse van. den Engelschen Onderwijs raad). Een nieuwe uitvinding: Skiën met yleugels! Op namen voor een „Tonfilm". Vlicgjöring. (Van onzen Weenschen correspondent.) p^v ij de nieuwe denkbeelden op onder- _Jj wljsgebied, die zich in Engeland aan het ontwikkelen zijn, denkt men l—zich als het Engelsch ideaal een absoluut evenwichtig burger. Het doel is nfet alleen een bekwaam werkman, een begaafd musicus of een knap technicus af te leveren, maar ook een kiezer met een gezond en redelijk oordeel, een bur ger, die in staat is. door middel van de Grondwet het land mee te helpen regeeren. In Engeland wordt van eiken man of elke vrouw, onverschillig van welken stand, ver wacht. dat hij of zij in de toekomst een rol zal spelen in het publieke leven, in plaatse lijke of in nationale aangelegenheden. Als we dit voor oogen houden, dan begrijpen we ook het gevaar van onwetendheid en het nadeel dat- een te eenzijdige opleiding van den leer ling, ten koste van de algemeene ontwikke ling met zich meebrengt. Ik vestig hier de aandacht op om aan te toon en hoe zorgvuldig wij in dergelijke on derwijsproblemen te werk moeten gaan, hoe behoedzaam we moeten waken tegen al te groote specialiseering. Terwijl ons onderwijs stelsel steeds uitgebreider wordt en de nieuw ste strooming is, het individu meer vrijheid te geven door te trachten de talenten van elk kind persoonlijk te ontwikkelen, moeten we in samenwerking met het meer gespeciali seerde onderwijs, een omvangrijke algemeene opleiding geven, die op nuttige wetenschap gebaseerd is, evenals een grondige opvoeding voor de verantwoordelijkheid der burgers. Het Britsche onderwijs heeft een lange geschiedenis achter zich. Evenals de Engel- sche Grondwet heeft het zich langzamer hand ontwikkeld. Het is niet slechts een verzameling regels of wetten, die kant en klaar voortgekomen is uit het brein van een of ander genie. Onze scholen en universi teiten zijn ouder dan de Staat. Lang voordat de Engelschen hun gezamen lijke nationaliteit beseften, bestonden er reeds wetenschappelijke centra. Van dien tijd af kan men zeggen, dat de historie van het onderwijs ook die van de ruimere opvatting is. De zoogenaamde .Cathedral Schools" uit de Middeleeuwen werden door de regeeren- de geestelijkheid gebruikt ter opleiding van administrateurs en rechtsgeleerden, die be stemd waren voor de uitvoering van Kerke lijk en wereldlijk bestuur. De tradities van deze scholen zijn overgenomen door heden- daagsche Middelbare scholen, maar hun leer plan en hun methoden hebben zich lang zamerhand uitgebreid, ten behoeve van de tegenwoordige generatie. Maar al heeft de maatschappij sinds de vroegere tijden veel veranderingen ondergaan, toch is het een der plichten der genoemde scholen en van de universiteiten, de menschheid te onderrich ten in de plichten van het maatschappelijk leven. Zoo werd dus gedurende de eerste helft van de vorige eeuw het geloof in een veelzijdige ontwikkelende opvoeding een opvoeding, die een uitgebreide leerstof ver langt, en waarvan een eerste vereischte ge zond redeneeren en geestelijk evenwicht is, in het kort dus meer een algeheele voor opleiding voor het dagelijksch leven dan een gespecialiseerde opleiding voor het zaken leven de leiddraad in ónze onderwijs inrichtingen. Sinds dien tijd zijn andere machten aan het werk geweest. De Staat heeft geleidelijk meer controle geoefend en pogingen zijn in het werk gesteld de talrijke onderwijslieha- men in één middelpunt te vereenigen. Het ideaal van een absoluut evenwichtige op voeding bestaat nog steeds, maar men be gint thans meer en meer te beseffen, dat het vraagstuk niet voor iedereen hetzelfde is. Wij zijn niet allen van dezelfde stof gemaakt. Verschil in belangen, bekwaamheid en na tuurlijke neigingen vereischt ook verschil in methode. Uitsluitend academische leerstof geeft niet aan ieder denzelfden geestelijken prikkel. Sommige kinderen reageeren veel vlugger op practisch onderwijs in zijn verschillende vormen. De voornaamste taak in de opvoeding, waar wij ons thans mee bezighouden, is dus ver scheidenheid van onderwijs voor de jeugd te scheppen. Hierin werden we kortgeleden flink bijge staan door het rapport der Adviescommissie van den Onderwijsraad over: „De opvoeding der rijpere jeugd." Dit rapport dringt aan op een algemeen onderwijssysteem, dat gevolgd kan worden (na het lager onderwijs) door alle kinderen boven de 11 jaar. dus niet slechts door enkele uitverkorenen van bijzonder begaafde, maar ook door het. middelmatige kind en het zoo genaamde domme kind. dat zoo dikwijls ta lent heeft voor practische dingen, als we het maar kunnen ontdekken. Dit stadium na het onderwijs, dat als een afgerond geheel beschouwd wordt, is bestemd voor allerlei opleiding Sommige kinderen zullen de middelbare scholen van de oudere soort volgen, waar het onderwijs hoofdza kelijk literair of wetenschappelijk is en de leerlingen moeten blijven tot ze minstens 16 jaar zijn. terwijl anderen aangewezen zijn op wat in het rapport de „moderne scholen" genoemd wordt, die zij op iets jongeren leef tijd verlaten na een cursus van meer prac- tischen aard. Een geheel nieuwe richting vertegenwoor digen deze „moderne scholen" niet: de kiem van dit systeem is reeds aanwezig in onze „Centrale Scholen", maar deze onderrichten tot nu toe uitsluitend een bepaald soort kin deren van den leeftijd van 11 tot 14 of 15 jaar. Wij zijn bezig deze nieuwe richting tot ont wikkeling te brengen en een algeheele reor ganisatie van ons Lager Onderwijssysteem voor te bereiden. Als dit volbracht is. zullen er scholen zijn voor kleuters tot 7 jaar en voor kinderen tot 11 jaar. waar lager onder wijs zal worden gegeven. Op 11-jarigen leef tijd zullen de leerlingen gegroepeerd worden en het ondex-wijs krijgen dat in overeenstem ming is met hun aanleg. In deze scholen zul len parallel-klassen zijn. elk geschikt voor kinderen met verschillenden aanleg, zoodat. we hopen tenslotte veel beter ontwikkelde leerlingen te zullen krijgen, benevens een grooter verscheidenheid in leerstof, overeen komstig ieders capaciteiten. Dit ls dus een nieuw stadium in het onderwijs, waarvan de belangrijkheid niet te onderschatten valt. Elke cursus moet natuurlijk zorgvuldig over wogen worden, zoodat zelfs de eenvoudigste een degelijken grondslag geeft en het even wicht tusschen handenarbeid en geestelijken arbeid steeds bewaard blijft. Ik moet er den nadruk op leggen, dat dit groote moeilijkhe den zal opleveren, want er zullen zeer veel schikkingen getroffen moeten worden en er zal veel overleg voor noodlg zijn om den juisten middenweg te vinden. In de lagere scholen wordt de noodzake lijkheid gevoeld van practischen arbeid, die tenzij, eenzijdige opvoeding het doel is. niet van de soort mag zijn zooals die vereischt wordt voor een bepaalden tak van nijverheid of een bepaald beroep. Men moet goed begrijpen, dat ons doel hier niet is beginnende vaklieden af te leve ren, maar de belangstelling van het kind gaande te houden door hem het een en an der te laten doen. hem iets bij te brengen over de nijverheid uit zijn omgeving, zijn geest te ontwikkelen en tegelijkertijd zijn vaardigheid in handenarbeid, en den lust tot scheppenden arbeid in hem aan te kweeken. En wat dan ook de cursus wezen mag. die voor het kind gekozen wordt een cursus, die voornamelijk gebaseerd moet zijn op per soonlijke neiging en aanlog deze leergang moet in hem ontwikkelen een onafhanke lijke opvatting en een wei-overwogen oor deel. die beide zoo noodzakelijk zijn voor een goed bui-ger. De zuivere opleiding tot een bepaald be- .roep komt pas later. Zij wordt tegenwoordig ook gegeven in de Technische Scholen, waar van we er evenwel maar weinige bezitten. Deze scholen zijn voor leerlingen van onge veer 13 of 14 jaar; voor een bepaald beroep is een tweejarige cursus noodig. ofschoon de helft van den tijd besteed wordt aan alge meene ontwikkeling. Natuurlijk zijn er moeilijkheden verbon den aan de organisaties, die wij tot stand trachten te brengen. Engeland heeft een groot aantal dorpen en daar eixkele zeer ver van de groote stad af gelegen zijn, staan we hier indien we een be hoorlijke concentratie van de andere leer lingen wenschen tegenover vervoerbezwaren. Niettemin is deze concentratie noodlg, als we zeker willen zijn van een goede nivellee ring. Op dit speciale punt komen wij Britten in aanraking met een vraagstuk, dat jaren lang de Amerikaansche opvoeders in verle genheid heeft gebracht. Evenals de Amerika nen hebben wij een algemeen peil in het onderwijs noodig en dit peil moet zeer hoog zijn en al is elke Staat in Amerika eenige malen grootor dan Engeland, toch is bij ons, evenals bij hen de zuiver geographi- sche kant van het probleem er de oorzaak van, dat wij zulke groote moeilijkheden on dervinden bij gelijk onderwijs voor het stads kind en voor het kind uit de provincie. Een onderwijzer op het platteland moet tegenwoordig, met weinig of geen hulp. les geven aan kinderen wier leeftijden variee- ren tusschen 5 en 14 jaar. Maar ik geloof, dat, als wij dit vraagstuk van het vervolg onderwijs goed kunnen aanpakken, dit ons onderwijs in belangrijke mate tep goede zal komen. Mogelijk lijkt het. dat wij slechts zeer langzaam vorderen. Wij meenen hieraan te moeten twijfelen. Wij gelooven niet, dat plot selinge verandering werkelijk vooruitgang beteekent. Ook hebben wij in uitersten niet veel vertrouwen. Wij hebben zoo breed mogelijk opgevat aanvullend onderwijs noodig maar er mag niets van ons beproefd opvoeringssysteem worden prijsgegeven. Wij willen, dat onze scholen voor voortgezet onderwijs zullen voortgaan met het inprenten van die kennis, die het verstand scherpt en wenschen deze periode te vrijwaren voor eenzijdigheid, die tenslotte uitloopt op het vergeten van vroe ger verkregen algemeene kennis. Aan den eenen kant erkennen wij verschei denheid in karakter en bekwaamheid als een der wonderen van de menschelijke natuur, en gelooven wij, dat wij het bezit ervan zoo wel aan de kracht van ons volk als aan onze liefde voor geestelijke vrijheid te danken hebben: aan den anderen kant moeten we er ons wel van bewust zijn, dat niet alleen het koninkrijk Engeland maar het geheele Brit sche Rijk diensten van verschillenden aard verlangen. Wij trachten dus in ons nieuw onderwijs systeem een nauwer verband tusschen onder wijs en industrie tot stand te brengen, in de hoop, dat deze zullen samenwerken de in dustrie, die het onderwijs in contact houdt met het practische leven, en het onderwijs dat de industrie inspireert tot hoogere idea len en haar bijstaat in het verkrijgen van de nog grootere, wetenschappelijke ontwikke ling, die de hedendaagsche beschaving eischt (Nadruk vex*boden). DE WELGESTELDE BEDELAAR. (Van onzen Londenschen correspondent.) Iedereen heeft gehoord van den pooveren bedelaar die. wanneer hij niet „werkte" een weelderig huis bewoonde. Londen kan zich met elke stad meten in bedelaarsbevolking. En er hebben altijd verhalen geloopen van bedelaars met dubbele levens, armzalige en luxueuze over het etmaal verdeeld. Dat de verhalen niet ongegrond zijn is dezer dagen gebleken toen de Londensche rechter een bedelaar tot drie maanden gevangenisstraf veroordeelde omdat bleek dat de man, al bedelend, meteen in onderhandeling was voor den aankoop van onroerend good tot eep waarde van £500 terwijl hij tevens 30 had betaald voor een tweedehandsch auto. De bedelgewoonte tiert in Londen welig en in allerlei vorm. Er gaat geen dag voorbij dat de brievenbus geen beroep op uw welda digheidszin bevat. De bel gaat oen half do zijn maal per dag voor bedelende „koop lieden". Liefdadigheidsbloemen en -vlagjes kleuren de straten van de stad bijna alle 365 dagen van het jaar. En nu is er dit geval van den huis- en autobezitter. Hoeveel men- sehen die het zich moeilijk konden veroor loven. moeten hem geld hebben gegeven en zijn fortuin hebben scspektl De beroemde tragédiën B. belde den beken den tooneelcriticus A. op, en zei: „Valentine Montmorency is ziek; ik speel zijn rol van avond". „Dank je voor de waarschuwing", zei de bekende criticus A., en hing de hoorn op. De belasting-inspecteur: „Ik kan die kies pijn geen half uur langer verdragen en al de tandartsen in de stad kennen me!" Een Engelsclie politicus heeft verklaard dat Mussolini de grootste man ter wereld is. maar de Passing Show acht het fair jegens den Duce om hierbij te vermelden, dat hij zelf dit het eerst gezegd heeft. Op sommige planeten schijnt een jaar drie honderd maal zoo lang te duren als bij ons. Men zal zich daar wel niet erg bezorgd ma ken over de belastingbiljetten. LORD BIRKENHEAD ALS JULES VERNE. (Van onzen Londenschen correspondent.) Lord Birkenhead. die in zijn le ven al veel ambachten heeft ondernomen en er, in strijd met het spreekwoord, weinig of geen ongelukken van heeft gemaakt, is onlangs ook verschenen in de rol van een Jules Verne. Hij heeft zijn gedachten laten gaan over de mogelijkheden van een toe komstige samenleving en wereld, de wereld in 2030, meen ik. Dit ambacht der toekomst voorspelling is wellicht Birkenhead's eerste ongelukje geworden. Kort nadat het boek uitkwam verscheen er een artikel in een der Engelsche bladen van de hand van profes sor Haldane, een vermaard biochemicus hier, waarin niet minder aan 41 „co-incldentles" werden aangewezen tusschen Birkenhead's boek en een „toekomstverhaal" dat Haldane jaren geleden heeft uitgegeven. Deze open baarmaking moet een hevige slag zijn ge weest voor den om zijn intellectueele „bra nie" bijna bex-uchten Birkenhead. Deze liet door zijn secretaris mededeelen dat hij de beschuldiging van plagiaat (want daar kwam Haldane's onthulling op neer) „over een week" zou weerleggen. Deze mededee- ling maakte een wat zonderlingen indruk. Waarom over een week? Waarom kon Bir kenhead niet terstond een uitlegging geven die het verwijt van plagiaat kon vernietigen? Het antwoord er op is juist gekomen, niet binnen de week maar iets later. Lord Birken head heeft in een massaal artikel in de Daily Express op de beschuldiging geant woord. Het is een antwoord, waarvan de zwakheid even sterk opvalt als de lengte van het artikel. Birkenhead heeft klaarblijkelijk in het feit, dat hij zoo nu en dan in zijn boek Haldane en andere geleerden heeft ge noemd, niet als bronnen maar als men- scliexx die hetzelfde onderwerp hebben be handeld, verontschuldiginggevonden Hal dane (en wellicht andere professoren) „zon der bronvermelding" meer of minder over te nemen. De „co-incidenties" zijn hier mede verklaard, maar nauwelijks bevredi gend. Haldane had b.v. een student van een der universiteiten een opstel laten schrij ven over de toekomstige wereld. En Bir kenhead heeft een student nagenoeg het zelfde laten schrijven. Verscheidene vox-men van uitlegging of voorstelling van weten schappelijke wonderen, door Haldane ge bruikt. worden ook door Birkenhead gebruikt. Birkenhead erkent dit en ziet er niets in. Hij erkent echter ook dat hij hier en daar in zijn boek Haldane wel eens extra had kunnen vermelden. In het algemeen krijgt men den indruk dat Birkenhead wel wat los is omgesprongen met het auteursrecht. En dat is jammer, te meer daar het hier een der vermaardste rechtsgeleerden van het land geldt. UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE GEIT. De wilde geit kwam reeds in het steenen tijdperk voor. Talrijke teekeningen in de holen van Noord-Spanje en Zuid-Frankrijk uit deze periode getuigen van de verbreiding van dit dier. De vorm van de hoorns leert ons het onderscheid van de verschillende rassen. De schroefhoorngeit is van de Himalaya tot Turkestan verbi-eid. De geit werd reeds vroeg. n.l. In het neo- lltlsche tijdperk tot huisdier gemaakt. Als eeredienst- en offerdier speelde de geit, zoo als ook uit het sterrebeeld blijkt, een groote rol. Bij de Israelleten had zij geen gelukaan- brengende beteekenis. 14 MILLIOEN NIEUWE AMERIKANEN. De bevolking der Vereenigde Staten be droeg In Juni 1928 rond 119.300.000. Ze is binnen tien jaar toegenomen met rond 11.299.000 of 13.6 pet. Sinds 1909 is de bevol king met rond 25 millioen toegenomen. Het aantal personen die de kost verdienen steeg in dien tijd van 34.255.000 tot 46.580.000. In 1790 waren 80 pet. van Engelschen oorsprong, thans wordt het aantal geschat op ongeveer 13 der bevolking. DE TEEN ALS GETUIGE. Het ambt van rechter eischt een nauw keurige kennis van de eigenaardigheden van een land en de bevolking en wie in dit op zicht goed op de hoogte is, zal veel meer prestoeren dan een die onervaren is. Een voorbeeld daarvoor is een geschiedenis, die door Douglas Crawford uit Indlë wordt ver teld: Waarom draagt uw bediende schoenen aan de voeten, vroes een rechter, die hem bezocht. Crawford was door deze vraag zeer verbaasd, maar de ervaren kenner van het land gaf hem de noodige Inlichtingen. „Vroeg of laat", zeide hij, zult ge aan je bediende vragen stellen, aan de juiste be antwoording waarvan je heel veel gelegen ligt. Met het gelaat zal de Inlander zich met verraden. Dat toont steeds dezelfde strakheid en onverschilligheid". „Maar wat heeft dat nu met zijn schoenen te maken", vroeg Crawford. „Dat zal ik je zeggen", antwoordde de rechter. „Een Inlander, die liegt kan zijn teenen niet stil houden. Derhalve is de teen voor den rechter een belangwekkende ge tuige. Ik laat dikwerf getuigen voor mij ver schijnen en kijk dan nauwkeurig naar het spelen van hun teenen. Daaruit kan men tal van vérstrekkende conclusies maken". Het zou misschien hier ook tc beproeven zijn. Wie op het oogenbllk naar Oostenrijk komt en zich naar het besneeuwde gebied van den berg Venediger in Tirol begeeit. kan hier vliegende menschen zien. Monsrhen, die als zwarte silhouetten tegen den witten wand der bergen met lange voorwerpen aan hun voeten en vleugels aan de schouders op en neer vliegen. Icarus schijnt in veelvoudige oplage op de wereld terug te zijn gekeerd. Sedert cenigen tijd kon men des zomers op een dooden zijarm van den Donau te Weenen. den zoogenaaxnden ..Alten Donau" jongelui met een soort van kleine bootjes van rubber aan hun voeten over het water zien wandelen. Het waren de zoogenaamde waterskiers. De lange rubberbootjes, de waterskis, waren een uitvinding ven een jongen Weener, Josef Krupka geheeten. Deze jonge man was in 1920 als kind door t-usschenkomst van een hulpcomité voor Oostenrijksche kinderen naar Zweden gestuurd. Hij had zich negen maanden in Zweden opgehouden en daar geleerd ski te loopen. Naar Oostenrijk terug gekeerd bleef hij een geestdriftig skiër en opdat hij de zomersche geneugten op het water met het skiloopen kon vereenigen, vond hij zijn waterskitoestellen uit. Doch hij wilde ook vliegen, hij wilde ge bruik maken van de kracht van den wind en hij construeerde vleugels, welke men aan schouders en armen kon bevestigen. Hij wendde zich tot verschillende deskundigen op het gebied der aviatiek, doch de meesten stelden maar heel weinig belang in zijn uit vinding en zeiden, dat het vliegen op skis in de bergen waarschijnlijk tot de onmogelijk heden zou behooren. De Ingenieur Seshun van de „Oesterreichische Fluggeeellschaft" echter zag wel iets in Krupkas projecten en bracht hem in kennis met den Oostcnrijk- schen vliegtuigconstructeur ingenieur Hans Bauer, die in den wereldoorlog een zeer groote rol heeft gespeeld. Steunende op zijn groote kennis en zijn uitgebreide ervaring hielp Bauer den jongen uitvinder nog met ver schillende kleinigheden in de uitvoering en INVOER VAN RENDIEREN. De Eskimo's van Noord-West Canada ge bruikten tot nog toe hoofdzakelijk Ixet vleesch van het Noord-Amerikaanseh ren dier als voedsel en de huid als kleeding. Zoo lang er nog met pijl en boog Jacht op deze dieren werd gemaakt was de voorraad ruim voldoende, maar nu ef vuurwapenen worden gebruikt is de toestand geheel veranderd. De steeds toenemende vraag naar alle soorten bont in de beschaafde landen heeft er toe geleid dat de pelsdieren in verschil lende streken ongeveer zijn uitgeroeid. Het resultaat is, dat do Eskimo's in Noord-West-Canada honger lijden en zich niet naar den eisch van het klimaat, waarin zij leven, kunnen kleeden. Het Canadeesch Gouvernement komt hun nu te hulp door een kudde van 3000 rendie ren van Alaska, waar zij in groote aantallen voorkomen, naar Canada te doen drijven. Dit is geen geringe onderneming, want hon derden en honderden mijlen moeten worden afgelegd door verlaten streken. Dc reusach tige kudde is al onder weg en berekend wordt, dat zij ongeveer 16 maanden zal noo dig hebben 0x11 de plaats van haar bestem ming te bereiken. Als de rendieren eenmaal aangekomen zijn, is het voedsel- en kleeding vraagstuk voor de Eskimo's weer opgelost. VLIEGEN HOUDEN NIET VAN GEEL GLAS. Bij een bekende Jamfabriek in Engeland heeft men een belangrijke ontdekking ge daan betreffende de sympathieën en anti pathieën van vliegen op het gebied van kleuren. Dat deze diertjes voor jam een uitgesprokeii sympathie hebben, wist de di rectie natuurlijk al! Maar nu hebben de vliegen hun afkeer van geel licht even duidelijk doen blijken. Het was n.l. ontdekt in de fabriek, dat de jam langzamerhand haar frissche kleur ver liest, als zij aan licht wordt blootgesteld Een onderzoek wees uit dat deze verblee- kende werking veroorzaakt werd door de ultra-violette stralen van het zonlicht. Er werd toen geel glas in de lokaliteit waar de jam bewaard wordt, aangebracht, daar dit de ultra-violette stralen niet door laat. En toen deed zich het eigenaardig ver schijnsel voor, dat de vliegen in drommen het lokaal verlieten. Het gele glas laat wel de infra-roode stralen door en het zijn blijkbaar deze stralen, waaraan de vliegen een geweldigen hekel hebben. FILMS IN ALLE TALEN. (Van onzen Londenschen correspondent) „Nu hebben wij de kans en nu ls het UJd", heeft een der voornaamste film-makers van Engeland gezegde „Amerika voorby testreven in filmproductie". Dit hoopvol oordeel is ge baseerd op de te verwachten vraag naar films in verschillende talen. De Engelschen zijn van meening dat Londen voor veelta lige films een aanzienlijk beter centrum is dan Hollywood of New-York kunnen zijn. De stichters van de Elstree-studios, die nu „British International Pictures Limited" hee- ten, hebben tot Sn bijzonderheden plannen uitgewerkt voor het vervaardigen van geluld films of spreekfllms in het Engelsch. Fransch, Duitsch. Spaansch, Italiaansch en Zweedsch. Zij hebben hun hoop gevestigd op de gunstige geopraphische ligging van Lon den, dat veel gemakkelijker en veel sneller door acteurs en actrices in Frankrijk, Italië, Duitschland, Spanje en Zweden kan worden bereikt dan b.v. Hollywood. Het plan omvat den bouw van een ultra-moderne studio met twintig tooneelen, voor de voortbrenging van geheel-pratende, geheel-gekleurde, stereos copische bewegende beelden. De plannen makers leggen uit dat de Engelsch spreken de film altijd de grootste markt zal hebben en dus zoo gezegd de moederfilm zal zijn. Maar het is, vinden zijn, betrekkelijk goedkoop die films andere talen te laten spreken. Het grootste deel van de kosten van een film komt voor rekening van de ensceneering, de technische voorbereiding, de aankleeding en de eischen van het verhaal. Wanneer de ge- mild delde kosten van 'n flhn 40.000 zijn,dan eischen de genoemde zaken ten naastenbij 25.000. Een vertaling in een andere taal zou dus slechts een klein deel kosten van de oor spronkelijke kosten van de Engelsche film. Vijf vertalingen zouden dan ongeveer 75.000 vragen. Daarentegen zou de markt minstens driemaal zoo groot worden. De Amerikanen zouden zulke film-vertalingen iriet kunnen ondernemen daar de reiskosten voor de buitenlandsche kunstenaars veel te hoog zouden zijn. eenigen tijd geleden werden de eerste proe ven xnet de gecombineerde ski -en vlieg toestellen op een paar heuvels in de buurt van Weenen genomen. De resultaten waren verrassend. Bij een snelheid van ongeveer veertig kilometer per uur begint het lichaam van den skilooper zich langzaam van den grond te verheffen. Hoe grooter de snelheid wordt., hoe meer het lichaam zich van de sneeuwlaag losmaakt. Door een enkele be weging, een enkele wending van dc vleugels, kan men de snelheid vermeerderen of ver minderen. Het landen gaat heel gemakkelijk, daar men zacht en zonder gewicht op den besneeuwden bodem neerkomt. Thans is er van Weenen uit een expeditie naar de bergstreek van den Grossvenedlger op touw gezet, waaraan verschillende beken de figuren uit de sportwereld deelnemen. Onder hen bevindt zich oa. de bekende Oostenrijksche Noordpoolreiziger dr. Fellx König uit Graz. Ook twee dames nemen aan de expeditie deel en ook deze twee kan men nu met vleugels over de sneeuw zien scheren. Verder is er ook een operateur van een Oostenrijksche „Tonfilm' -onderneming mec- getogen om verschillende opnamen van de kunststukken te maken, die daar uitge voerd zullen worden. Reeds heeft men een manuscript voor een grooten „Tonfilm", welke „Der fllegende Mensch'' zal heeten. klaar liggen. De opnamen, die op liet oogen- blik In Tirol worden gemaakt, zullen wellicht reeds in deze film worden opgenomen. Het bestuur van het bondsland Stiermar ken interesseert zich eveneens ten zeerste voor de proeven, die op het oogenblik in Tirol worden genomen, en heeft den jongen uitvinder reeds ultgenoodigd een volgenden keer als gast van de Stlermarkensche auto riteiten naar deze streek toe te komen, ten einde daar ook zijn wonderen te laten zien. Krupka is van plan dezen zomer als tegen hanger var. skijöring vliegjöring op het water achter een motorboot te probeeren. DERTIGDUIZEND STUKJES BLADGOUD. Wie Londen kent, weet, dat hoog boven den koepel van de St. Paul's Cathedraal het groote Kruis en de appel staan, bekend bij vele geslachten van Londexxaars. Dit kruis en de appel zijn nu voor het eerst sedert vele jaren weer bedekt met een be- kleoding van zuiver goud. Het goud werd geslagen tot blaadjes van een bijna ongeloofelijke dunheid, die geplakt zijn op overdrukpapier. Elk blaadje ls onge veer 8 c.M. lang. Het vergulden ging op de volgende wijze. De oppervlakte van kruis cxx appel worden eerst behandeld met goudlijm. Dc blaadjes werden er dan op gewreven en als het goud stevig op de lijm hield, werd het papier er af gehaald. Niet minder dan 30.000 stukjes bladgoud waren hiervoor noodig. Door de groote hoogte, waarop het staat, lijkt het kruis, van dc straat, af gezien, niet groot, ofschoon dc airmen toch elk 11 voet lang zijn. EEN OUD-MIJNWERKER VER- TEGENWOORDIGT DEN KONING (Van onzen Londenschen correspondent). Het. parlementslid James Brown Ls (voor de tweede maal) benoemd tot den post van Lord.Hooge.Commissaris van do Algemeene Synode van dc Schotsche Kerk. Het is een letterrijke qualificatie. Maar ze zegt geens zins volledig wat de heer Brown nu in Schotland beteekent. lller is sprake van een politieke benoeming, die verandert met de kleur der regecring. Verleden Jaar werd het ambt vervuld door den Hertog van York. Nu doet het een oud-mijnwerker, die tot dat doel juist zijn kleine woning (huur 6 shilling per week) in een mijnwerkersdorp in het Schot sche Ayrshire heeft verlaten, vergezeld van Mrs. Brown, die ook haar dee! heeft in de vervulling van de functie. Brown en zijn vrouw zijn tijdelijk verhuisd vaxx hun nederige „cottage" naar het PaleLs van Holyrood in Edinburg. eens dc residentie der koninklijke Stuarts. Het is een heele verandering. Maar dit oude. bedaarde, zelfbewuste en waardige echtpaar ziet er niets in. Zij zijn nu in dit paleis het middenpunt van het „Soclely"- leven In Edlnburg. want zij vertegenwoordS» gen er den Koning, de Koningin, het Hof. James Brown, Jim mie Brown" bij zijn vrien den, is in Holyrood, dat zijn officieel huis is, „His Grace". Hij en zijn ega houden er hof en hebben er een gevolg van Schotsche arlsto# era Use he mannen en vrouwen, van markiezen er. markiezinnen, van graven en gravinnen Zij houden recepties van „levoes" en ban- quetten, waar echter, indien Brown zijn zin geheel zou kunnen doorzetten, meer gember# bier zou worden gedronken dan roode. witte en champagne-wijnen, omdat de Lord High Commissioner van meening ls dat alcohol in alle vormen slecht Ls voor .een mensch. Mrs. Brown heeft voor de hoffeesten drie fraaie jurken laten maken. En haar man heeft gala- kleercn met goudgallon en een steekhoed. Wanneer hij uit moet rijden doet hij het In een statie-koets cn heeft hij een escorte van cavalerie. Hij zit In zijn koets gekleed in de uniform van Deputy Lieutenant, een veel hoogor militair ambt dan de naam zou doen vermoeden. Brown krijgt saluutschoten uit 21 kanonnen cn trompetters blazen fanfares hem ter ecre. Iedereen is vol lof over het decorum, waar mede Brown en zijn vrouw namens den Koning en dc Koningin optreden. Dat decorum bezitten zij blijkbaar van nature; want bij de vorige gelegenheid, vier Jaar geleden, was het ook al zoo. Maar ditmaal heeft de Lord Hooge-Commlssaris den eersten dag van zijn ambtsvervulling al een hache lijk avontuur gehad, dat hem zijn decorum bijna deed verliezen, hetgeen niet te verwon, deren was. HU was in statie naar de ka the. draal gegaan- En terwUl de muziek het nationaal volkslied speelde bulten de kathedraal en Brown in de houding stond, begon een zenuwachtig paard van een dor lanciers van het escorte onrustig te worden. Het dier trappelde en maakte gevaarlijke ach- terwaartsche bewegingen naar het trottoir waar Brown stond. Hij moest zich uit de voeten maken en het bleek dat hij wat ge schrokken was. De lancier was het paard weer terstond meester. Maar James Brown hal even kunnen ervaren dat men aLs rustend mijnwerker in een Schotsch dorp nog veiliger is zelfs dan als Lord High Commissioner ia Edlnburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 17