HET ENGELSCHE ONDERWIJS IN DE
20 EEUW.
EEN ALGEMEENE RICHTING GEWENSCHT.
VLIEGENDE MENSCHEN IN DE OOSTENRIJKSCHE BERGEN!
De vroolijke kant
De gevaren van eenzijdigheid.
Door de HERTOGIN VAN ATHOL, lid van het Britsche Lagerhuis (vroeger Parlementsse-
cretaresse van. den Engelschen Onderwijs raad).
Een nieuwe uitvinding: Skiën met yleugels! Op
namen voor een „Tonfilm". Vlicgjöring.
(Van onzen Weenschen correspondent.)
p^v ij de nieuwe denkbeelden op onder-
_Jj wljsgebied, die zich in Engeland
aan het ontwikkelen zijn, denkt men
l—zich als het Engelsch ideaal een
absoluut evenwichtig burger. Het
doel is nfet alleen een bekwaam
werkman, een begaafd musicus of een knap
technicus af te leveren, maar ook een kiezer
met een gezond en redelijk oordeel, een bur
ger, die in staat is. door middel van de
Grondwet het land mee te helpen regeeren.
In Engeland wordt van eiken man of elke
vrouw, onverschillig van welken stand, ver
wacht. dat hij of zij in de toekomst een rol
zal spelen in het publieke leven, in plaatse
lijke of in nationale aangelegenheden. Als we
dit voor oogen houden, dan begrijpen we ook
het gevaar van onwetendheid en het nadeel
dat- een te eenzijdige opleiding van den leer
ling, ten koste van de algemeene ontwikke
ling met zich meebrengt.
Ik vestig hier de aandacht op om aan te
toon en hoe zorgvuldig wij in dergelijke on
derwijsproblemen te werk moeten gaan, hoe
behoedzaam we moeten waken tegen al te
groote specialiseering. Terwijl ons onderwijs
stelsel steeds uitgebreider wordt en de nieuw
ste strooming is, het individu meer vrijheid
te geven door te trachten de talenten van elk
kind persoonlijk te ontwikkelen, moeten we
in samenwerking met het meer gespeciali
seerde onderwijs, een omvangrijke algemeene
opleiding geven, die op nuttige wetenschap
gebaseerd is, evenals een grondige opvoeding
voor de verantwoordelijkheid der burgers.
Het Britsche onderwijs heeft een lange
geschiedenis achter zich. Evenals de Engel-
sche Grondwet heeft het zich langzamer
hand ontwikkeld. Het is niet slechts een
verzameling regels of wetten, die kant en
klaar voortgekomen is uit het brein van een
of ander genie. Onze scholen en universi
teiten zijn ouder dan de Staat.
Lang voordat de Engelschen hun gezamen
lijke nationaliteit beseften, bestonden er
reeds wetenschappelijke centra. Van dien tijd
af kan men zeggen, dat de historie van het
onderwijs ook die van de ruimere opvatting is.
De zoogenaamde .Cathedral Schools" uit
de Middeleeuwen werden door de regeeren-
de geestelijkheid gebruikt ter opleiding van
administrateurs en rechtsgeleerden, die be
stemd waren voor de uitvoering van Kerke
lijk en wereldlijk bestuur. De tradities van
deze scholen zijn overgenomen door heden-
daagsche Middelbare scholen, maar hun leer
plan en hun methoden hebben zich lang
zamerhand uitgebreid, ten behoeve van de
tegenwoordige generatie. Maar al heeft de
maatschappij sinds de vroegere tijden veel
veranderingen ondergaan, toch is het een der
plichten der genoemde scholen en van de
universiteiten, de menschheid te onderrich
ten in de plichten van het maatschappelijk
leven. Zoo werd dus gedurende de eerste
helft van de vorige eeuw het geloof in een
veelzijdige ontwikkelende opvoeding een
opvoeding, die een uitgebreide leerstof ver
langt, en waarvan een eerste vereischte ge
zond redeneeren en geestelijk evenwicht is,
in het kort dus meer een algeheele voor
opleiding voor het dagelijksch leven dan een
gespecialiseerde opleiding voor het zaken
leven de leiddraad in ónze onderwijs
inrichtingen.
Sinds dien tijd zijn andere machten aan
het werk geweest. De Staat heeft geleidelijk
meer controle geoefend en pogingen zijn in
het werk gesteld de talrijke onderwijslieha-
men in één middelpunt te vereenigen. Het
ideaal van een absoluut evenwichtige op
voeding bestaat nog steeds, maar men be
gint thans meer en meer te beseffen, dat het
vraagstuk niet voor iedereen hetzelfde is. Wij
zijn niet allen van dezelfde stof gemaakt.
Verschil in belangen, bekwaamheid en na
tuurlijke neigingen vereischt ook verschil in
methode.
Uitsluitend academische leerstof geeft niet
aan ieder denzelfden geestelijken prikkel.
Sommige kinderen reageeren veel vlugger op
practisch onderwijs in zijn verschillende
vormen.
De voornaamste taak in de opvoeding, waar
wij ons thans mee bezighouden, is dus ver
scheidenheid van onderwijs voor de jeugd
te scheppen.
Hierin werden we kortgeleden flink bijge
staan door het rapport der Adviescommissie
van den Onderwijsraad over: „De opvoeding
der rijpere jeugd."
Dit rapport dringt aan op een algemeen
onderwijssysteem, dat gevolgd kan worden
(na het lager onderwijs) door alle kinderen
boven de 11 jaar. dus niet slechts door enkele
uitverkorenen van bijzonder begaafde, maar
ook door het. middelmatige kind en het zoo
genaamde domme kind. dat zoo dikwijls ta
lent heeft voor practische dingen, als we het
maar kunnen ontdekken.
Dit stadium na het onderwijs, dat als een
afgerond geheel beschouwd wordt, is bestemd
voor allerlei opleiding Sommige kinderen
zullen de middelbare scholen van de oudere
soort volgen, waar het onderwijs hoofdza
kelijk literair of wetenschappelijk is en de
leerlingen moeten blijven tot ze minstens 16
jaar zijn. terwijl anderen aangewezen zijn op
wat in het rapport de „moderne scholen"
genoemd wordt, die zij op iets jongeren leef
tijd verlaten na een cursus van meer prac-
tischen aard.
Een geheel nieuwe richting vertegenwoor
digen deze „moderne scholen" niet: de kiem
van dit systeem is reeds aanwezig in onze
„Centrale Scholen", maar deze onderrichten
tot nu toe uitsluitend een bepaald soort kin
deren van den leeftijd van 11 tot 14 of 15
jaar.
Wij zijn bezig deze nieuwe richting tot ont
wikkeling te brengen en een algeheele reor
ganisatie van ons Lager Onderwijssysteem
voor te bereiden. Als dit volbracht is. zullen
er scholen zijn voor kleuters tot 7 jaar en
voor kinderen tot 11 jaar. waar lager onder
wijs zal worden gegeven. Op 11-jarigen leef
tijd zullen de leerlingen gegroepeerd worden
en het ondex-wijs krijgen dat in overeenstem
ming is met hun aanleg. In deze scholen zul
len parallel-klassen zijn. elk geschikt voor
kinderen met verschillenden aanleg, zoodat.
we hopen tenslotte veel beter ontwikkelde
leerlingen te zullen krijgen, benevens een
grooter verscheidenheid in leerstof, overeen
komstig ieders capaciteiten. Dit ls dus een
nieuw stadium in het onderwijs, waarvan de
belangrijkheid niet te onderschatten valt.
Elke cursus moet natuurlijk zorgvuldig over
wogen worden, zoodat zelfs de eenvoudigste
een degelijken grondslag geeft en het even
wicht tusschen handenarbeid en geestelijken
arbeid steeds bewaard blijft. Ik moet er den
nadruk op leggen, dat dit groote moeilijkhe
den zal opleveren, want er zullen zeer veel
schikkingen getroffen moeten worden en er
zal veel overleg voor noodlg zijn om den
juisten middenweg te vinden.
In de lagere scholen wordt de noodzake
lijkheid gevoeld van practischen arbeid, die
tenzij, eenzijdige opvoeding het doel is. niet
van de soort mag zijn zooals die vereischt
wordt voor een bepaalden tak van nijverheid
of een bepaald beroep.
Men moet goed begrijpen, dat ons doel
hier niet is beginnende vaklieden af te leve
ren, maar de belangstelling van het kind
gaande te houden door hem het een en an
der te laten doen. hem iets bij te brengen
over de nijverheid uit zijn omgeving, zijn
geest te ontwikkelen en tegelijkertijd zijn
vaardigheid in handenarbeid, en den lust tot
scheppenden arbeid in hem aan te kweeken.
En wat dan ook de cursus wezen mag. die
voor het kind gekozen wordt een cursus,
die voornamelijk gebaseerd moet zijn op per
soonlijke neiging en aanlog deze leergang
moet in hem ontwikkelen een onafhanke
lijke opvatting en een wei-overwogen oor
deel. die beide zoo noodzakelijk zijn voor een
goed bui-ger.
De zuivere opleiding tot een bepaald be-
.roep komt pas later. Zij wordt tegenwoordig
ook gegeven in de Technische Scholen, waar
van we er evenwel maar weinige bezitten.
Deze scholen zijn voor leerlingen van onge
veer 13 of 14 jaar; voor een bepaald beroep
is een tweejarige cursus noodig. ofschoon de
helft van den tijd besteed wordt aan alge
meene ontwikkeling.
Natuurlijk zijn er moeilijkheden verbon
den aan de organisaties, die wij tot stand
trachten te brengen.
Engeland heeft een groot aantal dorpen en
daar eixkele zeer ver van de groote stad af
gelegen zijn, staan we hier indien we een be
hoorlijke concentratie van de andere leer
lingen wenschen tegenover vervoerbezwaren.
Niettemin is deze concentratie noodlg, als
we zeker willen zijn van een goede nivellee
ring. Op dit speciale punt komen wij Britten
in aanraking met een vraagstuk, dat jaren
lang de Amerikaansche opvoeders in verle
genheid heeft gebracht. Evenals de Amerika
nen hebben wij een algemeen peil in het
onderwijs noodig en dit peil moet zeer
hoog zijn en al is elke Staat in Amerika
eenige malen grootor dan Engeland, toch is
bij ons, evenals bij hen de zuiver geographi-
sche kant van het probleem er de oorzaak
van, dat wij zulke groote moeilijkheden on
dervinden bij gelijk onderwijs voor het stads
kind en voor het kind uit de provincie.
Een onderwijzer op het platteland moet
tegenwoordig, met weinig of geen hulp. les
geven aan kinderen wier leeftijden variee-
ren tusschen 5 en 14 jaar. Maar ik geloof,
dat, als wij dit vraagstuk van het vervolg
onderwijs goed kunnen aanpakken, dit ons
onderwijs in belangrijke mate tep goede zal
komen.
Mogelijk lijkt het. dat wij slechts zeer
langzaam vorderen. Wij meenen hieraan te
moeten twijfelen. Wij gelooven niet, dat plot
selinge verandering werkelijk vooruitgang
beteekent. Ook hebben wij in uitersten niet
veel vertrouwen.
Wij hebben zoo breed mogelijk opgevat
aanvullend onderwijs noodig maar er mag
niets van ons beproefd opvoeringssysteem
worden prijsgegeven. Wij willen, dat onze
scholen voor voortgezet onderwijs zullen
voortgaan met het inprenten van die kennis,
die het verstand scherpt en wenschen deze
periode te vrijwaren voor eenzijdigheid, die
tenslotte uitloopt op het vergeten van vroe
ger verkregen algemeene kennis.
Aan den eenen kant erkennen wij verschei
denheid in karakter en bekwaamheid als een
der wonderen van de menschelijke natuur,
en gelooven wij, dat wij het bezit ervan zoo
wel aan de kracht van ons volk als aan onze
liefde voor geestelijke vrijheid te danken
hebben: aan den anderen kant moeten we er
ons wel van bewust zijn, dat niet alleen het
koninkrijk Engeland maar het geheele Brit
sche Rijk diensten van verschillenden aard
verlangen.
Wij trachten dus in ons nieuw onderwijs
systeem een nauwer verband tusschen onder
wijs en industrie tot stand te brengen, in de
hoop, dat deze zullen samenwerken de in
dustrie, die het onderwijs in contact houdt
met het practische leven, en het onderwijs
dat de industrie inspireert tot hoogere idea
len en haar bijstaat in het verkrijgen van de
nog grootere, wetenschappelijke ontwikke
ling, die de hedendaagsche beschaving eischt
(Nadruk vex*boden).
DE WELGESTELDE BEDELAAR.
(Van onzen Londenschen correspondent.)
Iedereen heeft gehoord van den pooveren
bedelaar die. wanneer hij niet „werkte" een
weelderig huis bewoonde. Londen kan zich
met elke stad meten in bedelaarsbevolking.
En er hebben altijd verhalen geloopen van
bedelaars met dubbele levens, armzalige en
luxueuze over het etmaal verdeeld. Dat de
verhalen niet ongegrond zijn is dezer dagen
gebleken toen de Londensche rechter een
bedelaar tot drie maanden gevangenisstraf
veroordeelde omdat bleek dat de man, al
bedelend, meteen in onderhandeling was
voor den aankoop van onroerend good tot
eep waarde van £500 terwijl hij tevens 30
had betaald voor een tweedehandsch auto.
De bedelgewoonte tiert in Londen welig en
in allerlei vorm. Er gaat geen dag voorbij
dat de brievenbus geen beroep op uw welda
digheidszin bevat. De bel gaat oen half do
zijn maal per dag voor bedelende „koop
lieden". Liefdadigheidsbloemen en -vlagjes
kleuren de straten van de stad bijna alle 365
dagen van het jaar. En nu is er dit geval
van den huis- en autobezitter. Hoeveel men-
sehen die het zich moeilijk konden veroor
loven. moeten hem geld hebben gegeven en
zijn fortuin hebben scspektl
De beroemde tragédiën B. belde den beken
den tooneelcriticus A. op, en zei: „Valentine
Montmorency is ziek; ik speel zijn rol van
avond".
„Dank je voor de waarschuwing", zei de
bekende criticus A., en hing de hoorn op.
De belasting-inspecteur: „Ik kan die kies
pijn geen half uur langer verdragen en al
de tandartsen in de stad kennen me!"
Een Engelsclie politicus heeft verklaard
dat Mussolini de grootste man ter wereld is.
maar de Passing Show acht het fair jegens
den Duce om hierbij te vermelden, dat hij
zelf dit het eerst gezegd heeft.
Op sommige planeten schijnt een jaar drie
honderd maal zoo lang te duren als bij ons.
Men zal zich daar wel niet erg bezorgd ma
ken over de belastingbiljetten.
LORD BIRKENHEAD ALS
JULES VERNE.
(Van onzen Londenschen correspondent.)
Lord Birkenhead. die in zijn le
ven al veel ambachten heeft ondernomen
en er, in strijd met het spreekwoord, weinig
of geen ongelukken van heeft gemaakt, is
onlangs ook verschenen in de rol van een
Jules Verne. Hij heeft zijn gedachten laten
gaan over de mogelijkheden van een toe
komstige samenleving en wereld, de wereld
in 2030, meen ik. Dit ambacht der toekomst
voorspelling is wellicht Birkenhead's eerste
ongelukje geworden. Kort nadat het boek
uitkwam verscheen er een artikel in een der
Engelsche bladen van de hand van profes
sor Haldane, een vermaard biochemicus hier,
waarin niet minder aan 41 „co-incldentles"
werden aangewezen tusschen Birkenhead's
boek en een „toekomstverhaal" dat Haldane
jaren geleden heeft uitgegeven. Deze open
baarmaking moet een hevige slag zijn ge
weest voor den om zijn intellectueele „bra
nie" bijna bex-uchten Birkenhead. Deze liet
door zijn secretaris mededeelen dat hij de
beschuldiging van plagiaat (want daar
kwam Haldane's onthulling op neer) „over
een week" zou weerleggen. Deze mededee-
ling maakte een wat zonderlingen indruk.
Waarom over een week? Waarom kon Bir
kenhead niet terstond een uitlegging geven
die het verwijt van plagiaat kon vernietigen?
Het antwoord er op is juist gekomen, niet
binnen de week maar iets later. Lord Birken
head heeft in een massaal artikel in de
Daily Express op de beschuldiging geant
woord. Het is een antwoord, waarvan de
zwakheid even sterk opvalt als de lengte van
het artikel. Birkenhead heeft klaarblijkelijk
in het feit, dat hij zoo nu en dan in zijn
boek Haldane en andere geleerden heeft ge
noemd, niet als bronnen maar als men-
scliexx die hetzelfde onderwerp hebben be
handeld, verontschuldiginggevonden Hal
dane (en wellicht andere professoren) „zon
der bronvermelding" meer of minder over
te nemen. De „co-incidenties" zijn hier
mede verklaard, maar nauwelijks bevredi
gend. Haldane had b.v. een student van een
der universiteiten een opstel laten schrij
ven over de toekomstige wereld. En Bir
kenhead heeft een student nagenoeg het
zelfde laten schrijven. Verscheidene vox-men
van uitlegging of voorstelling van weten
schappelijke wonderen, door Haldane ge
bruikt. worden ook door Birkenhead gebruikt.
Birkenhead erkent dit en ziet er niets
in. Hij erkent echter ook dat hij hier en daar
in zijn boek Haldane wel eens extra had
kunnen vermelden. In het algemeen krijgt
men den indruk dat Birkenhead wel wat los
is omgesprongen met het auteursrecht. En
dat is jammer, te meer daar het hier een
der vermaardste rechtsgeleerden van het
land geldt.
UIT DE GESCHIEDENIS VAN
DE GEIT.
De wilde geit kwam reeds in het steenen
tijdperk voor. Talrijke teekeningen in de
holen van Noord-Spanje en Zuid-Frankrijk
uit deze periode getuigen van de verbreiding
van dit dier. De vorm van de hoorns leert ons
het onderscheid van de verschillende rassen.
De schroefhoorngeit is van de Himalaya
tot Turkestan verbi-eid.
De geit werd reeds vroeg. n.l. In het neo-
lltlsche tijdperk tot huisdier gemaakt. Als
eeredienst- en offerdier speelde de geit, zoo
als ook uit het sterrebeeld blijkt, een groote
rol. Bij de Israelleten had zij geen gelukaan-
brengende beteekenis.
14 MILLIOEN NIEUWE
AMERIKANEN.
De bevolking der Vereenigde Staten be
droeg In Juni 1928 rond 119.300.000. Ze is
binnen tien jaar toegenomen met rond
11.299.000 of 13.6 pet. Sinds 1909 is de bevol
king met rond 25 millioen toegenomen. Het
aantal personen die de kost verdienen steeg
in dien tijd van 34.255.000 tot 46.580.000. In
1790 waren 80 pet. van Engelschen oorsprong,
thans wordt het aantal geschat op ongeveer
13 der bevolking.
DE TEEN ALS GETUIGE.
Het ambt van rechter eischt een nauw
keurige kennis van de eigenaardigheden van
een land en de bevolking en wie in dit op
zicht goed op de hoogte is, zal veel meer
prestoeren dan een die onervaren is. Een
voorbeeld daarvoor is een geschiedenis, die
door Douglas Crawford uit Indlë wordt ver
teld: Waarom draagt uw bediende schoenen
aan de voeten, vroes een rechter, die hem
bezocht. Crawford was door deze vraag zeer
verbaasd, maar de ervaren kenner van het
land gaf hem de noodige Inlichtingen.
„Vroeg of laat", zeide hij, zult ge aan je
bediende vragen stellen, aan de juiste be
antwoording waarvan je heel veel gelegen
ligt. Met het gelaat zal de Inlander zich
met verraden. Dat toont steeds dezelfde
strakheid en onverschilligheid".
„Maar wat heeft dat nu met zijn schoenen
te maken", vroeg Crawford.
„Dat zal ik je zeggen", antwoordde de
rechter. „Een Inlander, die liegt kan zijn
teenen niet stil houden. Derhalve is de teen
voor den rechter een belangwekkende ge
tuige. Ik laat dikwerf getuigen voor mij ver
schijnen en kijk dan nauwkeurig naar het
spelen van hun teenen. Daaruit kan men
tal van vérstrekkende conclusies maken".
Het zou misschien hier ook tc beproeven
zijn.
Wie op het oogenbllk naar Oostenrijk
komt en zich naar het besneeuwde gebied
van den berg Venediger in Tirol begeeit. kan
hier vliegende menschen zien. Monsrhen,
die als zwarte silhouetten tegen den witten
wand der bergen met lange voorwerpen aan
hun voeten en vleugels aan de schouders op
en neer vliegen. Icarus schijnt in veelvoudige
oplage op de wereld terug te zijn gekeerd.
Sedert cenigen tijd kon men des zomers op
een dooden zijarm van den Donau te Weenen.
den zoogenaaxnden ..Alten Donau" jongelui
met een soort van kleine bootjes van rubber
aan hun voeten over het water zien wandelen.
Het waren de zoogenaamde waterskiers. De
lange rubberbootjes, de waterskis, waren een
uitvinding ven een jongen Weener, Josef
Krupka geheeten. Deze jonge man was in
1920 als kind door t-usschenkomst van een
hulpcomité voor Oostenrijksche kinderen
naar Zweden gestuurd. Hij had zich negen
maanden in Zweden opgehouden en daar
geleerd ski te loopen. Naar Oostenrijk terug
gekeerd bleef hij een geestdriftig skiër en
opdat hij de zomersche geneugten op het
water met het skiloopen kon vereenigen,
vond hij zijn waterskitoestellen uit.
Doch hij wilde ook vliegen, hij wilde ge
bruik maken van de kracht van den wind en
hij construeerde vleugels, welke men aan
schouders en armen kon bevestigen. Hij
wendde zich tot verschillende deskundigen op
het gebied der aviatiek, doch de meesten
stelden maar heel weinig belang in zijn uit
vinding en zeiden, dat het vliegen op skis in
de bergen waarschijnlijk tot de onmogelijk
heden zou behooren. De Ingenieur Seshun
van de „Oesterreichische Fluggeeellschaft"
echter zag wel iets in Krupkas projecten en
bracht hem in kennis met den Oostcnrijk-
schen vliegtuigconstructeur ingenieur Hans
Bauer, die in den wereldoorlog een zeer groote
rol heeft gespeeld. Steunende op zijn groote
kennis en zijn uitgebreide ervaring hielp
Bauer den jongen uitvinder nog met ver
schillende kleinigheden in de uitvoering en
INVOER VAN RENDIEREN.
De Eskimo's van Noord-West Canada ge
bruikten tot nog toe hoofdzakelijk Ixet
vleesch van het Noord-Amerikaanseh ren
dier als voedsel en de huid als kleeding. Zoo
lang er nog met pijl en boog Jacht op deze
dieren werd gemaakt was de voorraad ruim
voldoende, maar nu ef vuurwapenen worden
gebruikt is de toestand geheel veranderd.
De steeds toenemende vraag naar alle
soorten bont in de beschaafde landen heeft
er toe geleid dat de pelsdieren in verschil
lende streken ongeveer zijn uitgeroeid.
Het resultaat is, dat do Eskimo's in
Noord-West-Canada honger lijden en zich
niet naar den eisch van het klimaat, waarin
zij leven, kunnen kleeden.
Het Canadeesch Gouvernement komt hun
nu te hulp door een kudde van 3000 rendie
ren van Alaska, waar zij in groote aantallen
voorkomen, naar Canada te doen drijven.
Dit is geen geringe onderneming, want hon
derden en honderden mijlen moeten worden
afgelegd door verlaten streken. Dc reusach
tige kudde is al onder weg en berekend
wordt, dat zij ongeveer 16 maanden zal noo
dig hebben 0x11 de plaats van haar bestem
ming te bereiken. Als de rendieren eenmaal
aangekomen zijn, is het voedsel- en kleeding
vraagstuk voor de Eskimo's weer opgelost.
VLIEGEN HOUDEN NIET VAN
GEEL GLAS.
Bij een bekende Jamfabriek in Engeland
heeft men een belangrijke ontdekking ge
daan betreffende de sympathieën en anti
pathieën van vliegen op het gebied van
kleuren. Dat deze diertjes voor jam een
uitgesprokeii sympathie hebben, wist de di
rectie natuurlijk al!
Maar nu hebben de vliegen hun afkeer
van geel licht even duidelijk doen blijken.
Het was n.l. ontdekt in de fabriek, dat de
jam langzamerhand haar frissche kleur ver
liest, als zij aan licht wordt blootgesteld
Een onderzoek wees uit dat deze verblee-
kende werking veroorzaakt werd door de
ultra-violette stralen van het zonlicht.
Er werd toen geel glas in de lokaliteit
waar de jam bewaard wordt, aangebracht,
daar dit de ultra-violette stralen niet door
laat. En toen deed zich het eigenaardig ver
schijnsel voor, dat de vliegen in drommen
het lokaal verlieten. Het gele glas laat wel
de infra-roode stralen door en het zijn
blijkbaar deze stralen, waaraan de vliegen
een geweldigen hekel hebben.
FILMS IN ALLE TALEN.
(Van onzen Londenschen correspondent)
„Nu hebben wij de kans en nu ls het UJd",
heeft een der voornaamste film-makers van
Engeland gezegde „Amerika voorby testreven
in filmproductie". Dit hoopvol oordeel is ge
baseerd op de te verwachten vraag naar
films in verschillende talen. De Engelschen
zijn van meening dat Londen voor veelta
lige films een aanzienlijk beter centrum is
dan Hollywood of New-York kunnen zijn. De
stichters van de Elstree-studios, die nu
„British International Pictures Limited" hee-
ten, hebben tot Sn bijzonderheden plannen
uitgewerkt voor het vervaardigen van geluld
films of spreekfllms in het Engelsch.
Fransch, Duitsch. Spaansch, Italiaansch en
Zweedsch. Zij hebben hun hoop gevestigd op
de gunstige geopraphische ligging van Lon
den, dat veel gemakkelijker en veel sneller
door acteurs en actrices in Frankrijk, Italië,
Duitschland, Spanje en Zweden kan worden
bereikt dan b.v. Hollywood. Het plan omvat
den bouw van een ultra-moderne studio met
twintig tooneelen, voor de voortbrenging van
geheel-pratende, geheel-gekleurde, stereos
copische bewegende beelden. De plannen
makers leggen uit dat de Engelsch spreken
de film altijd de grootste markt zal hebben en
dus zoo gezegd de moederfilm zal zijn. Maar
het is, vinden zijn, betrekkelijk goedkoop die
films andere talen te laten spreken. Het
grootste deel van de kosten van een film
komt voor rekening van de ensceneering, de
technische voorbereiding, de aankleeding en
de eischen van het verhaal. Wanneer de ge-
mild delde kosten van 'n flhn 40.000 zijn,dan
eischen de genoemde zaken ten naastenbij
25.000. Een vertaling in een andere taal zou
dus slechts een klein deel kosten van de oor
spronkelijke kosten van de Engelsche film.
Vijf vertalingen zouden dan ongeveer
75.000 vragen. Daarentegen zou de markt
minstens driemaal zoo groot worden. De
Amerikanen zouden zulke film-vertalingen
iriet kunnen ondernemen daar de reiskosten
voor de buitenlandsche kunstenaars veel te
hoog zouden zijn.
eenigen tijd geleden werden de eerste proe
ven xnet de gecombineerde ski -en vlieg
toestellen op een paar heuvels in de buurt
van Weenen genomen. De resultaten waren
verrassend. Bij een snelheid van ongeveer
veertig kilometer per uur begint het lichaam
van den skilooper zich langzaam van den
grond te verheffen. Hoe grooter de snelheid
wordt., hoe meer het lichaam zich van de
sneeuwlaag losmaakt. Door een enkele be
weging, een enkele wending van dc vleugels,
kan men de snelheid vermeerderen of ver
minderen. Het landen gaat heel gemakkelijk,
daar men zacht en zonder gewicht op den
besneeuwden bodem neerkomt.
Thans is er van Weenen uit een expeditie
naar de bergstreek van den Grossvenedlger
op touw gezet, waaraan verschillende beken
de figuren uit de sportwereld deelnemen.
Onder hen bevindt zich oa. de bekende
Oostenrijksche Noordpoolreiziger dr. Fellx
König uit Graz. Ook twee dames nemen aan
de expeditie deel en ook deze twee kan men
nu met vleugels over de sneeuw zien scheren.
Verder is er ook een operateur van een
Oostenrijksche „Tonfilm' -onderneming mec-
getogen om verschillende opnamen van de
kunststukken te maken, die daar uitge
voerd zullen worden. Reeds heeft men een
manuscript voor een grooten „Tonfilm",
welke „Der fllegende Mensch'' zal heeten.
klaar liggen. De opnamen, die op liet oogen-
blik In Tirol worden gemaakt, zullen wellicht
reeds in deze film worden opgenomen.
Het bestuur van het bondsland Stiermar
ken interesseert zich eveneens ten zeerste
voor de proeven, die op het oogenblik in
Tirol worden genomen, en heeft den jongen
uitvinder reeds ultgenoodigd een volgenden
keer als gast van de Stlermarkensche auto
riteiten naar deze streek toe te komen, ten
einde daar ook zijn wonderen te laten zien.
Krupka is van plan dezen zomer als tegen
hanger var. skijöring vliegjöring op het water
achter een motorboot te probeeren.
DERTIGDUIZEND STUKJES
BLADGOUD.
Wie Londen kent, weet, dat hoog boven den
koepel van de St. Paul's Cathedraal het
groote Kruis en de appel staan, bekend bij
vele geslachten van Londexxaars.
Dit kruis en de appel zijn nu voor het eerst
sedert vele jaren weer bedekt met een be-
kleoding van zuiver goud.
Het goud werd geslagen tot blaadjes van
een bijna ongeloofelijke dunheid, die geplakt
zijn op overdrukpapier. Elk blaadje ls onge
veer 8 c.M. lang. Het vergulden ging op de
volgende wijze. De oppervlakte van kruis cxx
appel worden eerst behandeld met goudlijm.
Dc blaadjes werden er dan op gewreven en
als het goud stevig op de lijm hield, werd het
papier er af gehaald. Niet minder dan 30.000
stukjes bladgoud waren hiervoor noodig.
Door de groote hoogte, waarop het staat,
lijkt het kruis, van dc straat, af gezien, niet
groot, ofschoon dc airmen toch elk 11 voet
lang zijn.
EEN OUD-MIJNWERKER VER-
TEGENWOORDIGT DEN KONING
(Van onzen Londenschen
correspondent).
Het. parlementslid James Brown Ls (voor de
tweede maal) benoemd tot den post van
Lord.Hooge.Commissaris van do Algemeene
Synode van dc Schotsche Kerk. Het is een
letterrijke qualificatie. Maar ze zegt geens
zins volledig wat de heer Brown nu in
Schotland beteekent. lller is sprake van een
politieke benoeming, die verandert met de
kleur der regecring. Verleden Jaar werd het
ambt vervuld door den Hertog van York. Nu
doet het een oud-mijnwerker, die tot dat doel
juist zijn kleine woning (huur 6 shilling per
week) in een mijnwerkersdorp in het Schot
sche Ayrshire heeft verlaten, vergezeld van
Mrs. Brown, die ook haar dee! heeft in de
vervulling van de functie. Brown en zijn
vrouw zijn tijdelijk verhuisd vaxx hun nederige
„cottage" naar het PaleLs van Holyrood in
Edinburg. eens dc residentie der koninklijke
Stuarts. Het is een heele verandering. Maar
dit oude. bedaarde, zelfbewuste en waardige
echtpaar ziet er niets in. Zij zijn nu in dit
paleis het middenpunt van het „Soclely"-
leven In Edlnburg. want zij vertegenwoordS»
gen er den Koning, de Koningin, het Hof.
James Brown, Jim mie Brown" bij zijn vrien
den, is in Holyrood, dat zijn officieel huis is,
„His Grace". Hij en zijn ega houden er hof
en hebben er een gevolg van Schotsche arlsto#
era Use he mannen en vrouwen, van markiezen
er. markiezinnen, van graven en gravinnen
Zij houden recepties van „levoes" en ban-
quetten, waar echter, indien Brown zijn zin
geheel zou kunnen doorzetten, meer gember#
bier zou worden gedronken dan roode. witte
en champagne-wijnen, omdat de Lord High
Commissioner van meening ls dat alcohol in
alle vormen slecht Ls voor .een mensch. Mrs.
Brown heeft voor de hoffeesten drie fraaie
jurken laten maken. En haar man heeft gala-
kleercn met goudgallon en een steekhoed.
Wanneer hij uit moet rijden doet hij het In
een statie-koets cn heeft hij een escorte van
cavalerie. Hij zit In zijn koets gekleed in de
uniform van Deputy Lieutenant, een veel
hoogor militair ambt dan de naam zou doen
vermoeden. Brown krijgt saluutschoten uit 21
kanonnen cn trompetters blazen fanfares
hem ter ecre.
Iedereen is vol lof over het decorum, waar
mede Brown en zijn vrouw namens den
Koning en dc Koningin optreden. Dat
decorum bezitten zij blijkbaar van nature;
want bij de vorige gelegenheid, vier Jaar
geleden, was het ook al zoo. Maar ditmaal
heeft de Lord Hooge-Commlssaris den eersten
dag van zijn ambtsvervulling al een hache
lijk avontuur gehad, dat hem zijn decorum
bijna deed verliezen, hetgeen niet te verwon,
deren was. HU was in statie naar de ka the.
draal gegaan- En terwUl de muziek het
nationaal volkslied speelde bulten de
kathedraal en Brown in de houding stond,
begon een zenuwachtig paard van een dor
lanciers van het escorte onrustig te worden.
Het dier trappelde en maakte gevaarlijke ach-
terwaartsche bewegingen naar het trottoir
waar Brown stond. Hij moest zich uit de
voeten maken en het bleek dat hij wat ge
schrokken was. De lancier was het paard weer
terstond meester. Maar James Brown hal
even kunnen ervaren dat men aLs rustend
mijnwerker in een Schotsch dorp nog veiliger
is zelfs dan als Lord High Commissioner ia
Edlnburg.