In Memoriam J. C. PEEREBOOM. ^7e 'Jaargang No. 14396 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Vrijdag 30 Mei 1930 HAARLEM S DAGBLAD pirecteurent a c peereboom en P. V. peereboom. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER hoofdredacteur, robert feereboom ABONNEMENTEN: po «eek /&27Ü GeOtajtreert /VS Per 3 maanden: Haarlem en plaatsen waar een «gent gevestigd is (koen der gemeente) /3-57&. Franco per post door Nederland 3J57J4- Losse mtmmers f 0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden f 0Ó7H, franco per port. Bureaux: Groot* Houtstraat S3 Drukkerij: ZakJer Btritesiapaarne 12 Telefoon No*.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENT1EN: 1^5 regel. 1.75, regH meer OJi RecWnes 0.60 per regel Redactie bij abonnement. Vraag en Aanbod 14 regels 0-ÓQ. elke regel meer /0.15, bniten Arrood. dnbbele prijs Onre Groentjes (Dinsdag, Donderdag en Zaterdag) 1—4 reg. ƒ0.25. elke regel meer 0.10. «hst. 4 coo«*nt. Gratis Ongeralknveriekermg toot Wcckabooné*. Uitkeeringeo: Levenslange ongeschiktheid es Overladen f 600.-, Verlies ras Hand. Voet of Oog f 400.-. Daim f 250.-. Wijsvinger f 150.-, Elke andere ringer I 50.-. Arm- of Beenbreuk 1100. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZESTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD Een groot en smartelijk verlies heeft ons getroffen. In den nacht van Woensdag op Donderdag, te half één, overleed in zijn woning te Heem stede onze oudste directeur, de man die Haarlem's Dagblad groot heeft gemaakt, J. C. Peereboom. Hij overleed juist op zijn 67en verjaardag. Een maand geleden werd de altijd zoo rusteloos-actieve, krachtige man plotseling ernstig ziek. Wel trad een tijdelijke verbete ring in, kon hij zelfs eenige uren per dag het bed verlaten en herleefde de hoop op een algeheel herstel, maar na een paar we ken kwam een nieuwe instorting, en daarna voltrok het ziekteproces zich langzaam maar zeker, tot hij in den nacht van Woensdag, na vele uren buiten bewustzijn te zijn ge weest, zacht en kalm overleed. Wat het verlies van zijn oudsten directeur voor ons blad beteekent zullen vooral de velen beseffen, die hem persoonlijk gekend hebben, maar moet wel iedereen gevoelen, die Haarlem's Dagblad kent. Dit blad is zijn schepping, zijn levenswerk. Van de 47 be staansjaren, die het telt, heeft het hem 43 jaar lang als zijn leider gehad. Van een nie tig, onbekend blaadje, door weinige honder den gelezen, voerde hij het door zijn onuit puttelijke energie en groote gaven op tot een der belangrijkste en meest bloeiende plaat selijke dagbladen des lands. Niet alleen schiep hij een commercieel-krachtige onder neming, maar bovendien een Haarlem's Dagblad-traditie waarop wij, zijn medewer kers, allen trotsch zijn: een traditie van hooge journalistieke moraal en verantwoor delijkheidsbesef, van toewijding aan het al gemeen belang, van scrupuleuze eerlijkheid en eerbiediging van anderer gevoelens. In alles ging hij steeds recht door zee. Voor ons allen, die zoovele jaren met hem samengewerkt hebben, is het een hooge plicht om aan zijn courant deze nobele tra ditie voort te zetten. S Jan Cornells Peëreboom werd op den 29en Mei 1863 te Wormerveer geboren. Zijn vader istierf jong, en na zijn schooltijd moest hij dadelijk hard aanpakken om in de wereld Vooruit te komen. Hij begon in den boek handel en uitgeverij, bij de firma's Stemmler en Versluys te Amsterdam, daarna bij de firma Sijthoff te Leiden, waar hij in zijn vrijen tijd op de zetterij werkte om de tech niek te leeren. Zijn durf en ondernemings geest bleken al toen hij, pas even in de twin tig, De Zaanlander oprichtte, met een paar honderd gulden geleend geld als bedrijfska pitaal. Hard ploeterend wist hij dit blaadje omhoog te werken en kon weldra de leening aflossen. Toen stelde een Zaansch koopman, de heer R. Pieper, die eigenaar was geworden van een klein dagblaadje in Haarlem, hem voor om de leiding daarvan op zich te ne men, samen met den heer J. Avis. Hij aan vaardde dit voorstel, verkocht De Zaanlan der (die zich, op de door zijn oprichter ge legde basis, eveneens tot een groot en bloeiend blad ontwikkeld heeft) en trad op 1 December 1887, 24 jaar oud, te Haarlem in functie. Haarlem's Dagblad bestond toen pas vier jaar, had slechts enkele honderden abonnés en werd gedrukt op een oude Bel gische pers, die met de hand gedraaid moest worden. De courant was toen gevestigd in het perceel Kleine Houtstraat 9, op den hoek van de Turfsteeg. Reeds na een paar jaar trad de heer Avis uit de directie, en bleef de heer Peereboom alleen, als directeur-hoofd redacteur. Tientallen jaren van harden arbeid volg den. De jonge directeur stond altijd voor zijn blad klaar, spaarde zich nimmer, toon de zich daarbij den geboren journalist in zijn boeienden schrijftrant, zijn groote be langstelling. in de openbare zaak, zijn flair en initiatief. Reeds dadelijk na zijn komst in Haarlem was hij begonnen met zijn we- kelijksche rubriek ..Haarlemmer Halletjes een Zaterdagavondpraatje", die hij schreef onder het pseudoniem Fidelio. Die rubriek bleef bestaan tot nu toe, 43 jaar lang. Toen de ontwikkeling van de democratie de in vloedssfeer van het dagbladwezen deed toe nemen, toen meer en meer de behoefte werd gevoeld aan dagelijksche beschouwingen in een vaste rubriek, stichtte hij zijn rubriek Om Ons Heen, waarin 3850 artikelen van zijn hand verschenen zijn. Die rubriek werd een groot succes, en deed den invloed en de re putatie van Haarlem's Dagblad snel stijgen. Uit journalistiek oogpunt beschouwd heeft zeker niets in de historie van dit blad zooveel tot zijn bloei bijgedragen als J. C. P.'s Om Ons Heen's. En alle onderdeelen van de cou rant hadden zijn belangstelling, zijn toewij ding. Ook toen de onderneming zich steeds meer uitbreidde bleef hij steeds een groot deel van het journalistieke werk op eigen schouders nemen, schreef ook buiten zijn rubrieken stukken van allerlei aard, versla gen van vergaderingen enzoovoort-s. Inmiddels was Haarlem's Dagblad naar Kleine Houtstraat 14 verhuisd, later naar Kampersingel 70, dicht bij het Zuider-Bui- tenspaarne. waar de kantoren toen gevestigd waren in het perceel, thans bewoond door den heer v. d. Ban. Een nieuwe drukkerij was daarachter gebouwd. Vestiging van de kantoren in het cnetrum der stad bleek evenwel noodzakelijk, en de onderneming lintussohen omgezet in de N.V. Lourens Coster) verhuisde met haar kantoren naar de Groote Houtstraat. De drukkerij bleef aan het Zuider-Buitenspaarne gevestigd. Eerst hield de courant kantoor in het perceel nr. 53, later nr. 55 Groote Houtstraat, tot ten slotte het groote huis nr. 93 kon worden aangekocht. In 1928 werd dat, zooals men weet-, belangrijk verbouwd. Al deze veranderingen beteekenden tel kens vooruitgang, waren gebeurtenissen in het leven van den leider, die er telkens op gehoopt, naar gestreefd en er zich tenslotte in verblijd had. Ook het technisch bedrijf groeide. Het aantal zetmachines nam toe. een nieuwe, veel grootere rotatiemachine werd gekocht, allerlei technische nieuwig heden werden in het bedrijf ingevoerd. En steeds bleef de leider vol plannen, vol initia tief, vol rustelooze activiteit. Blijken van waardeering, van sympathie en bewondering voor zijn werk gewerden hem bij zijn 25-jarig jubileum (1 December 1912) en nog meer bij zijn 40-jarig jubileum (1 December 1927), toen Jhr. Mr. F. W. van Styrum en de heer Chr. A. Vieweg hem in artikelen in dit blad zonder zijn voorken nis opgenomen huldigden. Jhr. Mr. van Styrum schreef oa.: „Groot is de belangstelling die hij getoond „heeft voor het gewest zijner inwoning. In „het bijzonder voor Haarlem en niet te on derschatten is de invloed, dien hij door zijn „wel geschreven artikelen, en door de leiding „die hij aan Haarlem's Dagblad heeft gege ten, op de publieke opinie in zijn omgeving „heeft gehad". „Zonder noodzaak was hij nimmer scherp; „hij trachtte diegenen, welke van een andere „meening waren, met hoffelijkheid te beje genen, maar tegelijkertijd achtte hij zich „niet ontslagen van den plicht om zijn eigen „meening met kracht en klem yan woorden „te verdedigen". „Hij was, met andere woorden, een journa list van de goede soort, trachtende eigen meening ingang te doen vinden zonder an- „deren te kwetsen". Voorts herinnerde de heer van Styrum aan de nabetrachtingen op de raadsvergaderin gen. de artikelen onder „Om Ons Heen" en d- Haarlemmer Halletjes om dan te vervol gen: ..De vruchtbaarheid van zijn pen doet denken aan Charles Boissevain". De heer Chr. A. Vieweg, destijds voorzitter van „De Nederlandsche Dagbladpers", tee- kende den heer Peereöoom ate organisatie man. „Zijn leven" zoo schreef hij „is „dat van een ernstig en werkzaam man, die „de vele gaven, welke hem zijn toebedeeld, „in de eerste plaats wijdde aan zijn levens baak de courant doch daarnaast lust „en gelegenheid vond om zijn talenten te- „vens dienstbaar te maken aan het alge- „meen belang. „Als ik naga wat Peereboom in onzen „kring heeft gepresteerd, en wat wij nog „van dien krachtigen en levenslustigen man „mogen verwachten dan kan ik mij voor stellen wat hij in eigen omgeving is geweest, „wat hij voor de bloeiende gemeente Haar- „lem heeft gedaan en wat hij daar nog we- „zen kan. Allen, die daarvan rijke vruchten „hebben geplukt, mogen dat heden wel eens „met een dankbaar hart vastleggen". Ter gelegenheid van dit Jubilé bood het personeel van Haarlem's Dagblad aan zijn directeur een gedenkraam aan, voorstellend een roeier die tegen den stroom en het getij opvaart-. Verder waren de hoofddeugden van den jubilaris in beeld gebracht: inzicht, toe wijding. volharding, wilskracht, geest, ta lent. Het raam droeg het opschrift: „Aan onzen Directeur J. C. Peereboom. op den dag, dat hij 40 jaar heeft gewerkt aan den bloei van Haarlem's Dagblad. 1 December 18871927. Het personeel". Dit raam heeft een plaats gekregen Lu de hal van ons kantoor, waar eveneens de i .-ooie lamp hangt, bij dezelfde gelegenheid door de courantbezorgers aangeboden. Een groot feest voor de onderneming was het ook toen Haarlem's Dagblad ln 1923 zijn veertigjarig bestaan vierde. De jaren van groote zorgen en tegenslagen, die onze oud ste directeur in het bedrijf gekend had, wa ren toen al lang geleden, en hij kon zich ten volle verheugen in het festijn van een groote, bloeiende courant. Wij herdenken die dagen vooral hier dank baar, omdat wij beseffen welk een vreugde zij hem, na vele zorgen en moeiten, gegeven moeten hebben. Ook in het verenigingsleven deed hij zeer veel voor de openbare zaak. Gedurende vele jaren was hij o.a. bestuurslid van de vereeriging „Nederlandsch Fabrikaat", van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, van de afdeeling Haarlem van het Algemeen Nederlandsch Verbond, van de IJsclub voor Haarlem en Omstreken, de Sociëteit „Ver eeniging", de Vereeniging tegen het mishan delen van dieren. Hij was mede-oprichter en langen tijd vice-voorzittcr van de Haarlem- sche Handelsvereniging. Tot zijn dood toe was hij vice-voorzitter van het departement Haarlem van de Maatschappij van Nijver heid. (waarin hij ook eenige jaren deel uit maakte van het hoofdbestuur), medc-direc- teur van de Begrafenisbos „De Vrijwillige Liefdebeurs", penningmeester van de afdee ling Haarlem van de „Alliance Fran?aise". lid van het hoofdbestuur der vereeniging „Koninginnedag", lid van de Rotary-club Haarlem. Gedurende vele jaren, tot voor kort, was hij penningmeester van de afdee ling Haarlem van de Federatie van Werk geversorganisaties in het Boekdrukkersbe- drijf, terwijl hij bij de stichting van het leerlingwezen in dit bedrijf jarenlang het voorzitterschap van de districts-leerlingcn- commissie voor Haarlem en Omstreken "ver vulde. Hij was gedurende eenige Jaren voor zitter van den Haarlemschen Journalisten kling. Na langen tijd vice-voorzitter van de vereeniging „De Nederlandsche Dagbladpers" te zijn geweest, volgde hy nu bijna een jaar geleden den heer Vieweg als voorzitter op. De Fransche regeering onderscheidde'den heer Peereboom door zijn benoeming, eerst tot Officier d'Académie en later tot Ridder in het Legioen van Eer. Ook In zijn bestuursfuncties heeft J. C. Peereboom met overtuiging en toewyding de belangen van zijn vereenigingen behartigd, en het was met het enthousiasme van een jon» gen man dat hy in Juli 1929 de zware en moei lijke functie van voorzitter van de Ned. Dag bladpers aanvaardde. Sinds jaren stond hy niet meer alleen voor de directie-taak. het hoofdredacteurschap had hü in 1926 neerge legd, en de extra-tijd, waarover hy be schikte, moest nu op deze wyze ten volle productief worden gemaakt. Maar he was niet alleen een kwestie van tijd, er. cngetwyfeld heeft hy in dit laatste jaar teveel van zich gevergd. Hy was geen jonge man meer. De bevordering van de be langen van het vak, in den mimsten ziu, was evenwel een oude illusie, en die moest worden verwezenlijkt. DE BEGRAFENIS. De beaarding van het stoffelijk overschot van onzen oudsten directeur zal geschieden op de Algemeene Begraafplaats te Heem stede, Zaterdagmorgen tc elf uur. Op ver zoek van de familie zal er niet gesproken worden. Afgunst op anderer succes was hem altyd vreemd. Niemand kon zich harteiyker en op rechter verheugen in het succes van ande ren, dan hy. En veel jongeren in het- vak heeft hij zyn schoonen raad voorgehouden: „Kyk a'.tyd naar de menschen, die het beter doen dan je zelf. Tracht van hen te leeren. Als je meent dat je eigen werk voortreffelyk is, als je geen anderen meer ziet die het beter doen, komt je eigen vooruitgang tot stilstand. Ik ik ben gelukkig altyd ande ren blyven zien, die het beter deden." En een andere, steevaste raad aan de jon geren was: „Doe altyd meer dan van je ver wacht wordt". J. C. Peereboom is tenslotte „in het harre- nas gestorven", wy allen hadden hem zoo gaarne een rustigen, vredigon levensavond, vrij van zorgen en harden arbeid, gegund. Het heeft niet zoo mogen zijn. Hy was geen man voor rust, hy was ongetwyfeld voorbestemd om te sneven op het veld van eer. Het veld van eer van den trouwen, harden, eerlyken arbeid. wy allen, en velen met ons, zullen dezen nobelen mensch in dankbaarheid herden ken. Hy was een Man. Hy ruste in vrede. J. C. PEEREBOOM. t Peereboom gestorvendat bericht zal ongetwyfeld in breede kringen diepe ontroe ring wekken! Zelf voel ik zyn heengaan als een zwaar, persooniyk verlies en het valt my moeiiyk myn gedachten te concentreeren om in het blad, dat al zyn liefde had en een stuk van zyn leven was, een woord van eerbiedige en oprecht-gemeende hulde te wUden aan J. C. Peereboom, die voor my een waarachtig en goed vriend is geweest. In de twintig Jaren, waarin ik door myn medewerking aan Haarlem's Dagblad, in nauw contact tot hem heb gestaan, heb ik Pcereboom leeren kennen en achten als een journalist met zeer hooge opvatting van zyn mooi, maar verantwoordelijk beroep, een publicist met een ruimen blik en een mild oordeel over anderen, een man met een on- toombare werkkracht en een rusteloozen yver, en bovenal als een nobel, onkreukbaar mensch! En ik durf hier in volle overtuiging schrijven, omdat ik het zoo dikwyis heb mo gen hooren, dat het publiek eveneens zoo over Pcereboom oordeelde. Hy was in waarheid een zeer geziene, een hoogst gerespecteerde persoonlijkheid! En dat strekt hem tc meer tot eer, omdat hy als leider van een belangryk dagblad, die door zijn betrekking herhaaldeiyk kritiek moest oefenen op personen en hun daden, daardoor meermalen met de opinfes van anderen in botsing kwam. vyanden zal hy zich in zyn le ven waarschynhjk ook wel hebben gemaakt! Het kan niet anders verwacht worden van iemand, die een voorlichter wil zyn van het publiek! Maar en dat was dc mooie kant van Peereboom niemand twijfelde ooit aan zyn intègre bedoelingen! Hij gold als het voor beeld van den fatsoenlijken journalist, die zyn blazoen steeds rein wist te houden. zyn ja was ja, zyn neen was neen! Hy was iemand, op wien men aan kon, een publicist, die er met een byna pynlijke nauwgezetheid voor waakte om nooit iemand onnoodig per sooniyk te kwetsen, die de journalistiek hoog hield in de schoonste beteekenis van het woord. Men wist dat algemeen en daarom droeg men Peereboom zoowel te Haarlem als daar buiten een grooten eerbied toe. Dat de leden der Vereeniging De Nederlandsche Dagbladpers dat zijn de directeuren van de Nederlandsche dagbladen van alle richtingen hem tot hun voorzitter kozen, was wel de beste getuigenis der leidende figuren in de Nederlandsche dagbladwereld van hun ver» trouwen in deze zelfde karaktereigenschap pen, waarom men hem in Haarlem zoo alge meen hoogschatte. Pecreboom was bovendien in den omgang met menschen een man van ongemeen fyncn tact. Hy was een geboren diplomaat in den goeden zin van het woord. Hierdoor wist hy Sn de vele functies, die hy in het openbare leven bekleedde, het vertrouwen van zyn me- demenschen te winnen cn hy heeft van dit vertrouwen nooit misbruik gemaakt. En een ieder, die eenig begrip heeft van journa listiek. weet, hoe moeiiyk de omstandigheden het den dagbladschrijver soms kunnen ma ken om het ln hem gestelde vertrouwen niet te beschamen. Maar Peereboom heeft heel zijn leven den naam van fatsoenhjk journa list als een eeretitel beschouwd. Van zyn onverwoestbare, gigantische werk* kracht hebben slechts degenen, die hem in zyn arbeid hebben gadegeslagen, zich een denkbeeld kunnen vormen. Het Is byna onge looflijk, welke bergen van werk de onvermoei de leider van Haarlem's Dagblad heeft ver zet. Reeds do leiding alleen van een bedryf ais de N.V. Lourens Coster, waarvan hy meer dan 40 jaar lang de ziel is geweest, cischt tei* telyk alleen reeds den heelen mensch. Maar Peereboom zag kans om daarbij ook de func tie van hoofdredacteur van zijn blad te ver vullen op een wyze, die voorbeeldig genoemd mag worden. Hij heeft voordat zijn oudste zoon dit deel van zijn werk overnam de verantwoording van deze betrekking gedra gen, geheel en volkomen. Hy waakte met een scherpziend oog en een bijna angstvallige

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 1