Ikflkcud&A To^ffiü BRIEF UIT BERLIJN. GERRY RICKEBERG LETTEREN EN KUNST MUZIEK Zomersproeten ver dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. HAARLEM'S DAGBLADVRIJDAG 30 MEI 1930 fVan onzen correspondent.) Berlijn 23 Mei. Op den da?, die eindigen zal met het groo- te jaarlljkache banket van de vereeniging der buitenlandsehe journalisten te Berlijn, wil ik toch eens iets over de positie dezer groep van dagbladschrijvers meedeelen. trouw aan mijn beginsel dat krantenmenschen niet noodig hebben, hun licht steeds onder den koren maat te doen schijnen. Het volgend jaar zal de ..Verein der Aus- landischen Presse" te Berlijn reeds haar 25- jarig bestaan kunnen vieren en gaan we de geschiedenis dezer vereeniging. die tegen woordig niet minder den zesentwintig na ties ln haar ledenlijst opsommen kan. eens na. dan zien we dat ook Nederlandsche journalisten, o.a. dr. M. van Blankenstein. H. J. Nassau Noordewier en Max Blokzijl aan het hoofd van deze wel zeer internationa le organisatie gestaan hebben. Het is wellicht een unicum in deze bewogen wereld, dat de vereeniging der buitenland sehe journalisten in Berlijn nimmer oneenig- heid gekend heeft. Misschien ligt het aan de omstandigheid, dat de bladen der leden in alle deelen der wereld verschijnen en daardoor concurren tiestrijd en politieke tegenstellingen in dit centrum ln den vreemde geen rol kunnen spelen. Maar aan den anderen kant zijn ook Londen en Parijs wereldsteden met eigen buitenlandsehe persvercenigingen, die ech ter deze eenheid en collegialiteit zonder on derscheid niet kennen en waar bijv. de de Angelsaksische groepen zich onderling aaneengesloten en met de andere naties niet al te veel te doen willen hebben. De vereeniging, die in het deftige, zeer exclusieve hotel „Adlon" haar jaar lij ksch banket gaf. télt ruim 130 leden, en haar zeer groote invloed Is vooral te danken aan de omstandigheid, dat slechts werkelijke jour nalisten. aan niet-Duitsche bladen verbon den, er in worden opgenomen en dat de toe lating ln vele gevallen allesbehalve gemakke lijk is. Kort na den oorlog was het ook niet mo gelijk. In deze organisatie Duitsche staats burgers op te nemen, zelfs niet als vaststond dat ze werkelijk groote buitenlandsehe bla den vertegenwoordigden en uitsluitend daarmede hun brood verdienden. De mogelijkheid van botsingen tusschen Duitsche journalisten en vertegenwoordigers ln het bijzonder van Fransche, Poolsche en Belgische bladen was toen nog te groot, en eerst weinige jaren geleden konden de sta tuten zoodanig gewijzigd worden, dat het mogelijk werd, Duitsche staatsburgers op te nemen, van wie er thans inderdaad eenige lid zijn als Berlijnsche correspondenten van groote bladen in Oostenrijk. Noord- en Zuid- Amerika. De overgroote meerderheid der le den bestaat echter uit buitenlanders, waar bij na Amerika en Engeland, Frankrijk en. Nederland de grootste nationale groepen vor men. De onderlinge harmonie is merkwaardig genoeg als men bedenkt, "dat bij alle feesten en vergaderingen der' groote vereeniging bolsjewisten naast Tsaristische Russen, Ita-.. liaansche fascisten naftsf sociaal-democraten zitten, hun dames met de hevigste politieke tegenstanders harcr eelt tgenoo ten lustig een dansje doon en nog nimmer een onaange naam en kwetsend woord gevallen is. Dc eenige gemeenschappelijke „tegen stander" isDultschtand. Waarbij men dezen ..tegenstand" natuurlijk niet letterlijk mag opvatten. Steeds hebben de leiders der vereeniging het eerlijke streven gehad met de Duitsche autoriteiten eendrachtig en vreedzaam samen te werken, en in de meeste gevallen ook met een zeer bevredigend resul taat. Verstandige Duitsche regeerders (hun ondergeschikte ambtenaren minder!) heb ben altijd die goede samenwerking ge- wcnscht, wel begrijpend, van hoe eminent belang het is, goed te staan mot ruina hon derd vertegenwoordigers van de openbare meening der geheele beschaafde wereld. Maar toch kon het niet uitblijven, dat de or ganisatie der buitenlandsehe dagbladschrij vers in een land. dat zoo onrustige tijden doormaakte, herhaaldelijk met de autoritei ten in botsing komen moest, als pogingen ge daan werden, lastige journalisten over de grens te zetten, onwelkomen critici moeilijk heden bij de uitoefening van hun beroep te bezorgen of in het algemeen maatregelen FEUILLETON HET RAADSEL VAN DE DACIA door G. PANSTINGL. 13) De toren van het Tudorkasieel was het rijk van Harry, den marconist. Ash ton-Castle kon niet alleen ontvangen, maar ook uitzon» den; want Rickeberg had van de Engeische regeering de vergunning voor een bijzonder sterk ultzendslatlon gekregen. Slechts de sterkste zenders van de regeering waren krachtiger dan de zijne. Do groote stallen van Lord Ashton waren gedeeltelijk in garages veranderd. Daar stond een reeks auto's die sterk van elkaar verschilden. Er waren óef. tige, gesloten wagens, groote touring-cars, kleine sportwagens, on h> 'n hoek stond 'n eigen aardige langgebouwde racewagen met gewel digen motor. Hij was van hetzelfde harde knalrood als het vliegtuig, dat prof. Van de Veer over zijn huis had zien vliegen. Rechts op de treeplank van de bestuurderszitplaats rustte op een zware, vernikkelde stang een derde schijnwerper, die door middel van con handvat, draaibaar ingesteld was Deze schijn werper was van ongewone afmetingen. Welk een geweldigen lichtkegel moest die wel in don nacht kunnen werpen! Eenige stallen waren voor de rij en wagenpaarden behouden. Grootmama Ricke berg had 't niet erg op auto's begrepen. D. rijschool van het- kasteel echter werd in het bijzonder door Gerry gewaardeerd in te voeren, waardoor alle buitenlandsehe krantenmenschen in Berlijn bij hun werk zaamheden ernstig benadeeld werden. Veel tact en menschenkennis is steeds voor de leiders onontbeerlijk geweest om in niet zelden scherpe conflicten een oplossing te vergemakkelijken. En zoo nu en dan kwam liet wel eens tot een botsing, die wekenlang de gemoederen, ook in het openbaar, tot op kookhitte dreigde te brengen. Deze moeilijke tijden schijnen sinds eenige jaren voorbij te zijn. De „Verein der Auslandischen Presse" heeft zich een groote reputatie verworven, en zoowel de Duitsche hoogste autoriteiten en haar ondergeschikte instantie, als vooral ook het corps diplomatique beschouwen deze organisatie als een lichaam waarmede bij alle gelegenheden ernstig rekening ge houden wordt. Tweemalen per jaar treedt de vereeniging zichtbaar naar buiten op. In het najaar met een Bai, in het voorjaar met een banket. En steeds is de aandrang om deze feesten bij te wenen zoo groot, dat weken van te voren, althans wat het bal betreft, ondanks de beste verbindingen geen kaart meer te krijgen is. Voor de ministers, de diplomatï- ten en de uitgaande wereld is het een plicht geworden, op het bal der buitenlandsehe journalisten te verschijnen en niet zelden worden belangrijke bijeenkomsten of diplo matieke feesten uitgesteld om ambassa deurs en gezanten gelegenheid te geven, het dansfeest der buitenlandsehe pers, dat steeds met een souper gecombineerd is. door hun aanwezigheid te eeren. De Nederland sche gezant, graaf van Limburg Styrum, die ook tegenwoordig zou zijn bij het banket van dit keer, is eigenlijk de eenige diplomaat in Berlijn geweest, die jaren lang verzuimde, aan de uitnoodiging der vereeniging gevolg te geven en wiens wegblijven dan ook steeds op eenigszins pijnlijke wijze is opgevallen. Het is daarom te hopen, dat de heer Van Stirum in het vervolg evenmin als al zijn andere collega's zal ontbreken. De diplomaten, die deze beide feesten bij wonen, weten wel, waarom zij gulks doen. Zelden of nooit is er beter gelegenheid, ver tegenwoordigers van de openbare meening van zesentwintig naties met vrijwel alle mi nisters van het Duitsche rijk, van Pruisen en andere Duitsche landen, beroemde kun stenaars. vooraanstaande industrieelen en kooplieden, kortom de meest invloedrijke Duitsche kringen bijeen te zien. Heel wat nieuwe vraagstukken worden op zulke avon den besproken en nog veel meer verbindin gen tot stand gebracht, die in- de toekomst van internationale beteekenis kunnen wor den. Dr. Stresemann, een der" oprechtste vrien den van den „Verein", bleef zelfs in de laat ste twee jaren, toen zijn gezondheid reeds ernstig geschokt was, bij uitzondering tot: diep in den nacht op de jaarlijksche ban ketten, en was zelfs niet door de ernstige vermaningen van zijn geneesheer en zijn particulier secretaris te bewegen, bij zulke gelegenheden tijdig''het bed op tc zoeken. Van meer belang dan het bal is het fxuiket en wel, omdat daar steeds redevoeringen van internationale beteekenis gehouden wor den. De vereeniging stelt daarom den datum van den feestmaaltijd steeds vast in over eenstemming met de leiders der Duitsche regeering, die er altijd prijs op gesteld heb ben ,op dezen avond verklaringen af te leg gen, die voor het oor der geheele wereld be stemd waren. Zullen hoogpolitieke tafel- speeches, die ook ln Washington, in Londen en in Parijs vaak op banketten der buiten landsehe pers gehouden plegen te worden, kunnen natuurlijk niet lang van te voren en willekeurig vastgesteld worden. De diploma ten en de politici zijn steeds van de ont wikkeling der dingen afhankelijk. Maar al tijd heeft de vereeniging met haar banket ten geluk gehad, doordat een datum vast gesteld kon worden, die de Duitsche minis ters van buitenlandsehe zaken in staat stel de op zeer belangrijke redevoeringen van buitenlandsehe ministers die kort te voren gehouden waren, te antwoorden. In dit geval zal niet de minister van bui tenlandsehe zaken dr. Curtius. maar de Rijkskanselier dr. Brüning zelf de hoofdrede houden, en men mag wel als zeker aanne men, dat hij daarbij op de pan-Europeesche Debedienden van de Rickebergs waren niet te talrijk, maar daarentegen zorgvul dig gekozen. Het waren meest lieden die verschillende talen verstonden en verschil lende vakken geleerd hadden, waaronder eenige geschoolde mcehaniciens. Zij waren meerendeels reeds lang in dienst van de familie Rickeberg. Alleen den portier, den tuinman en den kamerdienaar had Rickeberg van Lord Ashton overgenomen. Maar ook deze waren oudgedienden die htm betrouw baarheid reeds bij hun vroegeren meester hadden bewezen en bij den nieuwen heer cr niet aan dachten deze eigenschappen op te geven Rickeberg eischte voor alles van zijn personeel, dat ze toegewijd waren en niet uit huis klapten. Uit zijn huis mocht alleen datgene tot de buitenwereld doordrin gen. wat bijzaken betrof. Wat belangrijk was. mocht niet over de grenzen van het park. Dat wist zijn personeel, ook de nieuwelingen. En daar ze te kiezen hadden tusschen een schitterend betaalde betrekking bij een mees» ter, die werkelijk voor hen zorgde, ook wan neer ze oud geworden waren, of, om op staant den voet ontslagen te worden, was er geen gaatje, waardoor dingen in de buitenwereld konden dringen, die Rickeberg geheim wcnschte te houden. En zulke dingen waren op Ashton Castle ook te vinden. Harry, de marconist, zat in zijn toren kamer en rookte een pijp. Op dat oogenblik was er niets te seinen, dus behoefde hij slechts op den uitkijk te staan. En de toren kamer, die een heel eind boven de toppen der boomen uitstak, was een prachtige uit zichtpos*. Een telescoop en twee verrekijkers lagen in het bereik van zijn hand. Juist nam Ilarry er weer één op en bespiedde den horizon. Toen legde hö hem weg. nam de huistelefoon van den haak, drukte een knopje ln en zeide: voorstellen van minister Briand en wat daar aan vast zit, zal ingaan. Een trouwe comparant op deze feestmaal tijden was steeds de ex-nuntius Mgr. Pa- celli, die voor een Italiaan een opvallend- mooi Duitsch sprak en die ons altijd weer verraste met speeches, die hoog boven het gebruikelijke niveau stonden en een genot beteekenden voor allen, die het voorrecht hadden er naar te mogen luisteren. Sinds de heer Pacelli als kardinaalstaatssecretaris aan het hoofd van de pauselijke regeering staat, zullen we hem niet terugzien. Zijn opvolger met wien we thans zullen kennis maken, zal voor de diplomaten het woord voeren. En ten slotte zal minister Curtius ook wel zijn woordje zeggen ,al zullen het ditmaal in hoofdzaak (waar zijn chef het „hooge woord" heeft) slechts vriendelijke woorden van dankbaarheid zijn. Dc buitenlandsehe journalisten in Berlijn verheugen zich, niet in de laatste plaats dank zij hun voortreffelijke organisatie, in een bijzondere machtspositie, die alweer het peil hunner berichtgeving en daardoor de vriendschappelijke samenwerking der volke ren ten goede komt. In Berlijn is de verte genwoordiger »an een groot buitenlandsch blad niet de belachelijke figuur, gelijk hij nog altijd in romans, in de film en op de planken voorgesteld wordt. Hij lijkt in geen enkel opzicht op den opdrlngerigen repor ter. die overal en steeds hinderlijk met zijn verslaggeversboekje en zijn potlood rond loopt. op ongewenschte oogenblikken stoort en voor geen sterfbed of andere delicate situatie pleegt halt te maken. In de wereldsteden, als representanten van de groote wereldpers zijn dergelijke ca- ricaturen ondenkbaar. Deze cosmopolieten, die in de meeste gevallen heel wat van de wereld gezien hebben, zijn dikwijls tegen spelers van ministers en diplomaten. En al hebben ze dan geen officieele aanstelling, hun invloed is er dikwijls niet minder om! H. v. B. VOI4KSMUZIEKFEEST TE BENNEBROEK. (Landdag v. d. Bond van Amst. Chr. Zang en Muziekverenigingen). Dc ochtend. De vroege morgen van Hemelvaartsdag bood op „Huize Bennebroek" een ongewoon tooneel. Hier was het gemeentebestuur van Bennebroek onder praesidium van Mr. K. J. G. Baron van Hardenbroek, burgemeester, voorzitter van het -Eere-comité, saamge- komen om er te ontvangen de deelnemende korpsen en koren, te acht uur uit Amsterdam vertrokken om op hét landgoed van Freule Willink den „Landdag 1930" te houden. Méér belangstelling en waardeering te wekken voor het werk van den Bond, zoowel bij de leden der vereeniging als bij het pu bliek, ziehier wat alreeds eenige jaren ge leden de bondsvoorzitter de heer H. J. Ver leur en de heer G. van Ravenzwaay zich voorstelden. Hoe deze gedachte uitgroeide tot de demonstratie die wij dezen dag bij woonden; hoeveel bélanglooze arbeid is ge- geven om tot dit resultaat te komen, mag de belangstelleiifle lezer naslaan in het voorwoord van de gids; die ons dezen dag rondleidde door Bennèbroek en in 't bijzon der op het heerlijke landdagterrein. Precies om negen uur had de ontvangst plaats. Do burgemeester, die zich "eront- schuldigde, niet te kunnen bieden vermake lijkheden, doch slechts God's heerlijke natuur, de boomen, de vogels, de bloemen, verheugde zich dat reads een beroep op de welwillendheid van het publiek voldoende was, de heerlijkheid der natuur ongerept te bewaren. Zijn geanimeerde toespraak werd beantwoord met hartelljken bijval en fan fares. Het wederwoord van den heer H. J. Verleur, dat dank bracht voor de schitterende ontvangst, de kroon zette op al wat reeds het bondsbestuur gewerd aan sympathie en medewerking, was een dichterlijk uitgespon nen dankrede, waarin het contrast tusschen de „bewoners der menschelijke steenwoes tijnen" en de „buitenmenschen" (waaronder ook de burgemeester zich rekende plastisch werd uitgebeeld. Met een driewerf hoera, dat nog de schallende fanfare's overstemde, werd den burgemeester dank gebracht en voorts aan allen, aan wier medewerking de totstand koming van dezen landdag was te danken. Nu werd door een viertal koren uit Benne broek. Hillegom en Nieuw-Vennep een wel komstlied gezongen, waarvan auteur cn lei der was de heer S. P. Visser; de heer G. ter Braake voerde daarna uit Psalm 100 van Mendelssohn; „Patrimonium", „Kunst na Arbeid" en ..Crescendo" (Amsterdam) speel den het Wilhelmus, door allen meegezongen, en hierna was cte officieele ontvangst afge- loopen. Ons restte nu nog een half uur. vóórdat de wijdingssamenkomst in de Ned. Herv. kerk een aanvang zou nemen. Doch het wachten viel ons niet lang, wijl de organist, de heer S. P. Visser, een muzikale in „G E—R. G. A. in zicht!" Pedro, de eerste mechanicien van Ricke» berg, een uitgemergelde Spanjaard, wiens kleeren als aan 'n kapstok hingen, doch die in zijn vak zijn gelijke niet had, stond traag op. liet de half-opgerookte sigaret uit zijn bruin gebeitste vingertoppen vallen, wenkte zijnassistent. een jongen Duitscher cn begaf zich naar het vliegterrein Eenige minuten later suisde de roodc ééndekker aan. cirkelde over het vliegveld, dan nog eens en daalde. Pedro hieip Gerry bij het uitstappen. Uit de achterzitplaats klauterde een aardig, jong meisje, in wier ooger. nog de doodsangst, te lezen stond, die ze op haar eersten vliegtocht uitgestaan had. Gerry lachte en zij schaamde zich een beet je en lachte mee. „Natuurlijk heeft een jongen altijd meer moed dan een meisje." ..Zoodra U een paar malen gevlogen hebt, juffrouw Helen, zult U er ook wel aan wennen." Hoe goed het personeel van Rickeberg ge» schoold was. bleek bij dit korte gesprek. Bei den hadden het gehoord en geen van de twee had een spier vertrokken. Gerry en Helen Mulfurd begaven zich naar het terras. Plotseling schoot een witte streep door de lucht en Gerry zette zich in postuur, om niet omvergeworpen te worden. Dat was wel noodig. want Roy kwam als uit een kanon geschoten op dc borst en de schouders van Gerry terecht. Zij was echter aan deze be groeting gewend en ving hem met beide ar men op. Zoo kwamen ze alle drie in het kasteel en Helen Mulfurd werd aan de moe derlijke zorg van grootmama Rickeberg toe vertrouwd, terwijl Gerry naar de werkkamer van haar vader snelde. Zij wierp haar hand schoenen op een stoel en vroeg: „Hoe ver zijn wij gevorderd, Paps?" leiding op Gez. 7, Rheinberger's „Idylle" én een Offertoire van een mij onbekenden com ponist uitvoerde. Die wijdingssamenkomst, geleid door Ds. J. G. Lekkerkerker. was ook voor de bezoekers van het landdagterrcin mee te leven, wijl door middel van geluids versterkers, die via telefoonleiding de ver binding met het kerkgebouw bewerkten, het gesprokene en gezongene was te volgen. Als tekst had Ds. Lekkerkerker gekozen uit Hand. I: „En een wolk nam Hem weg van hunne oogen." Daarop kwamen te elf uur de koren bijeen, om met hun zang de sprekers af te wisselen, te zamen zouden behandelen „de waarde der muziekbeoefening door het volk". Het oorspronkelijk plan, dit onderwerp zóó te verdeelen dat het vanuit drie gezichtspunten werd bezien, n.l. 1. de organisatorische. 2. de opvoedkundige, 3. de ethische waarde, kon niet geheel worden doorgevoerd, wijl door omstandigheden punt 2 moest vervallen. Zoo nam de heer P. L. Gerritse punt 1. Ds. L. D. Poot punt 3 voor zijn rekening. De ze- dachten, die beide sprekers hierbij leidcfën, waren gegoten in een breed opgezet en logisch gebouwd betoog, waarvan wij slechts de kracht zouden verzwakken, zoo we ln deze beperkte ruimte ons lieten verleiden, hieruit enkele grepen te doen. Het zou daar om zeer wenschelijk zijn, zoo beide sprekers de gehouden rede te boek stelden, om door middel der pers de breede schare te bereiken die zij zich bij de opstelling van hun verhan deling hebben voorgesteld. Met htm zangkoren voerden daarbij de directeuren Keman, Van Laar en Ten Braake een aantal koorwerken uit. van een gehalte dat met de bestanddeelen der vroegere pro gramma's op wedstrijden van C'nr. koren wel een groot contrast vormde. Trouwens, het middagconcert zou ons aanleiding geven, hierop nog terug te komen. De middag. Men moet zich voorstellen, dat al wat ge sproken, gezongen werd, over geheel het landdagterrein tot in de uiterste hoeken was te verstaan. De „Philipswagen" zorgde voor krachtversterking, naar twee richtingen schalden immense luidsprekers het aan de microfoon opgevangene in zuivere verster king uit. Een eigenaardig verschijnsel deed zich daarbij voor. Zat men onmiddellijk bij de microfoon, dan hoorde men de instrumen ten in hooge klankligging zeer versterkt door de luidsprekers en bij de kooruitvoeringen dus de vrouwenstemmen), terwijl de diepere tonen (zoo dus ook de mannenstemmen! af zonderlijk te voorschijn kwamen vanuit de plaats waar orkest of koor was opgesteld Eenige meters bezijden de tent echter deed zich dit eigenaardig verschijnsel niet voor, zoodat hier dan ook de meest verkoren plaats was ont te luisteren. Dit luisteren heeft ons slechts genoegen geschonken. Eerstens was daar de Chr. politlemuziekvereon. „Crescen do", wiens directeur de heer C. Ripken zijn mannen een mooie loonvorming, een prettig rvthme bijbracht waarvan zij in een drietal werken blijken gaven. Voodat nu het korps „Patrimonium" (directeur de heer W. de Groot) zijn welverzorgde klankgeving demon streerde in een viertal werken, was er eerst voor de aanwezigen gelegenheid, een werk zaam aandeel te nemen aan den landdag in een z.g. „Community singing" onder lei- ding van den heer G. van Ravenzwaay. Hoe gaarne zij dit deden, mocht afdoende blijken uit den goeden uitslag, die in saamwerking met de beide muziekkorpsen werd verkregen en men mag verlig aannemen, dat nog velen, die buiten het .errein toeluisterden, nu aan leiding vonden ont zich een toegangsbewijs te verschaffen en aan een zoo prettig gebeuren deel te nemen. Er viel althans een flinke toe loop van belangstellenden op te merken, of schoon het terrein ruimte bood voor nog veel en veel meer. Met de hieropvolgende namiddagsamen komst, waarin de heer Casper Höweler be handelde: „de ontwikkeling van den koor zang tot en met Bach", en die werd ge ïllustreerd door den zang der deelnemende vereenigingen, zit ik al oven verlegen als met de rede der beide sprekers in dc morgen uren. Ik heb tijdens die rede zóó een over vloed van copie aangelegd, (omdat die rede mij zoo zeer bijzonder interesseerde) dat het ondoenlijk blijkt, den inhoud van het ge sprokene weer te geven zonder hinderlijk on volledig te worden of de beschikbare ruim te zeer ver te overschrijden. Höweler's rede zouden wij gaarne afgedrukt zien b.v. in „De bazuin" die reeds talrijke artikelen telt van zijn hand. De Joodsche zangen, het Grego- riaansch, het organunt, de kunst van Guil- laume Dufay en Ockeghem. Palestrina, Gesualdo da Venosa, Sweelinck, van allen hoorden we prachtige specimen, wijl de ver tegenwoordiger der ..Parlophoon" aan den heer Höweler de gelegenheid gaf, de eerst sinds een week uitgekomen serie „2000 jaar muziek op de Parlophoon" ons in versterkte weergave te doen hooren. Naast het madri gaal van Gesualdo da Venosa kreeg ook de chanson een beurt, vertegenwoordigd door Di Lasso's „Matona mia cara". Dit werd echter uitgevoerd door een der koren, jammer genoeg in Duitsche vertaling. Naast dit mannenkoor ..Valerius" gaf ons bijzonder het gemengd koor „Yehaleël" alsmede ..Sions Lofzang" en „Sursum corda" gelegen heid op te merken, hoe de christelijke koren naast de korpsen een geweldig eind de hoog te zijn ingegaan. Welk koor van dit genre dacht er voorheen aan, Palestrina of Lotti ..Hier zijn alle foto's van Alexandra Staroff, die men heeft kunnen vinden." Gerry wierp er een blik op. ..Beter aan ik dacht. A-ntoine zal niet veel moeite hebben uit Helen Muiford een onver- valschte Alexandra Staroff te maken." Antoine, een Parijzenaar. had zijn betrek king als kapper aan het Theatre Oaéon in Parijs opgegeven, toen Rickeberg hem een werkkring ïn zijn huis aanbood. ..En wat voor nieuws heeft de kamer van Staroff opgeleverd?" ..Zij woont in Wartonstreet. nr. 69. Het huisje behoort aan juffrouw Carr. weduwe van een onderofficier van de Garde. Zij ge niet een goede reputatie en heeft de gewoon te. voor het- naar bed gaan een grocje te drinken. Behalve Staroff heeft ze nog vier andere huurders. Twee er van zijn handels reizigers. één vertegenwoordigt schoenen, de andere Zwitsersche chocolade. Beiden zijn juist op reis, de schoenenman sedert acht. de chocolademan sedert drie dagen. De twee andere logé's werken als typiste op een kan» toor. Ze waren gedurende den nacht thuis cn hebben niets gehoord. Juffrouw Carr was den geheelen dag thuis, omdat zij 'n beetje ver kouden was. Alexandra Staroff kwant als ge woonlijk precies om tien uur 's avonds thuis. Dat was het, ntet de politie afgesproken uur. In de kamer heerschte geen ongewone wan orde. Op de tafel stond een open inktkoker, niet den pennehouder er dwars over gelegd, men vond echter geen beschreven papier. Naast den inktkoker een doos met drie siga retten en een leege aschbak. Op het bed heeft blijkbaar iemand gerust, zonder de dekens over zich heen te trekken. De indruk van het lichaam ging van het hoofdkussen tot aan het voeteneinde over de half teruggeslagen dekens." „Alexandra Staroff rookt?" INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. of Orl. di Lasso te zingen. En nu. hoeveel goeds was daar alreeds op te merken. Den directeuren mogen wij alsnog bemerken, dat de muziek der voor-reitaissanee geen me trum kent; geen maatslaan hier dus, ntaar enkel den inzet der stemmen aangeven en hulp bieden bij moeilijke rvthmische verwik kelingen. Amsterdam telt kunstenaars bij wien men deze kunst gemakkelijk kan af zien: ik noem Hub. Cuypers. Sem Dresden. Ook het koor „Harpe Davids" kreeg alsnog: de gelegenheid de liederen te doen hooren die het voor de ochtenduitvoering had in gestudeerd, en dir. Huisman beleefde van deze uitvoering groote voldoening. Daarna werd er nog twee uren gemusiceerd, eerst door „Patrimonium" op het landdagterrein, daarna door „Crescendo" in het dorp Eenne- broek. De blijde klanken, die zich legden over de wijde velden, zullen voor de Berme- broekers nog lang een heugenis blijven aan dezen zoo goed geslaagden eersten Landdag. De avond. De beperkte ruimte van het gebouw der Ned. Herv. Kerk te Bennebroek bood natuur lijk aan de talrijke luisteraars geen gelegen heid. het concert dat aldaar werd gegeven, on-middellljk te genieten. Geen nood de Philipswagen was alweer daar om allen die dit wenschten het ten gehoore gebrachte te doen meeleven vanaf het feestterrein. Ik koos de kerkruimte en trof daar alreeds den organist den heer S. P. Visser, popelend van ongeduld om het concert aan te vangen dat hij met Holland's hobiistenkoning zou geven. De heer Jaap Stotijn had voor die gelegen heid gekozen het concert voor hobo en orgel. Mede zou hij zijn echtgenoote. Mevrouw StotijnMolenaar assisteereif waar deze zou zingen aria's van Bach en een lied van -teger en nog eenige liederen met orgel Het onge repte muziekgenot dat we bij Stotijn's solo- spel beleefden en dat waarlijk geen wemelt onbevredigd laat, kwam helaas niet over ons, waar ook de zangstem zich in het trio voegde; want de veelal gelukkig getroffen koptonen der soliste wogen niet voldoende op tegen wat het ntiddenregister aan wen- sclten onbevredigd liet. Het manco gold het meest bij Schubert en bij Brahms. Tenslotte mogen wij den organist, om het geen hij met de beperkte middelen van het overigens verdienstelijk orgel bereikte, een woord van lof niet onthouden. Mocht ook het machtig Praeludium in Es dur niet geheel tot zijn recht komen, zoo vonden beide solisten in hem een bekwaam en vlot begeleider. Naast de leden van het Bondsbestuur, het Comité Landdag 1930, het sub-comité te Bennebroek, de commissie van bijstand, den voerder der artistieke leiding G. v. Raven zwaay mag den heer S. P. Visser dank wor den gebracht voor zijn immer vlottende as sistentie. En wij willen deze beschouwing niet eindigen zonder een woord van gelukwensch aan 't bestuur van den Bond van Anist. Chr. Zang- en muziek vereen.; heeft de bond be langstelling en waardeering gewekt bij de leden der vereenigingen en bij het publiek? Het antwoord mag zonder voorbehoud be vestigend luiden. G. J. KALT. ZONNESTRAAL-COMITé. COLLECTE OP 21 JUNI. Evenals het vorig jaar is ook ditmaal weder een plaatselijk comité opgericht, dat de orga nisatie van den Zonnestraaldag krachtig ter hand zal nemen. De volgende organisaties hebben in het comité zitting genomen. Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose, Dr. A. A. G. Land, Vereeniging Het Witte Kruis, A. W. Michels lid van Ged. Staten; Nederlandsche Roode Kruis Jhr. Mr. E. H. E. Teding van Berkhout, mevr. Levenkamp— Planten en mevr. Oozinga; Vereeniging tot Bevordering, der Gezondheid in de Grafische vakken, E. C. van de Bergh en L. Arends;' Haarlemsche Bestuurders Bond, A. Mars, G. Flameling en A. Eizema. Besloten werd het dageiijksch bestuur even als het vorig jaar santen te stellen uit de ver tegenwoordigers van den H B. B., zoodat van het Comité de heer A. Mars, voorzitter, A. Eizema, secretaris en G. Flameling, penning meester -zijn. Verschillende voorbereidende maatregelen zijn door het bestuur van den H. B. B. ge troffen om de collecte welke hier ter stede op 21 Juni zal plaats vinden goed te doen slagen. Het comité besloot een oproeping te richten tot de ingezetenen van Haarlem met het drin gend verzoek, zooveel mogelijk medewerking voor den collectedag'te verlecnen welke op roeping in het bijzonder gericht is tol de da mes, daar minstens voor het behoorlijk slagen het aantal collect-rices gesteld behoort ie worden op 500. Het comité verzoekt degenen, die zich voor ait mooie doel wil opgeven, dit te doen aan het adres van het secretariaat Spaame No. 94. „Ja, vrij veel." „En het vloeipapier?" „Heb ik mei ultraviolette stalen laten be? lichten en fotografeeren. Het is* oud en veel gebruikt. De afdrukken worden nu gesor teerd- Bijzondere verwachtingen heb ik er echter niet van. Vingerafdrukken zijn er niet gevonden, evenmin als andere sporen." „En de honden?" „Snuffelen radeloos aan elke deur van het huis. Zij hebben blijkbaar te weinig aanknoo- pingspunten." „Of te veel!" Rickeberg trok zijn. schouders op. „Het kan zijn." „Hoe komt het. dat de op wacht staande rechercheur niets gemerkt heeft?" „De bewaking van het huis was zóó inge deeld. dat één post van zeven uur 's avonds tot middernacht bleef, de andere van vijf rot tien 's morgens. In dien tusschentijd was het huls niet bewaakt." „Is dat alles?" Rickeberg knikte. „Niet veel. maar toch iets. Alexandra Sta roff kwam dus thuis, ging zitten schrijven en rookte onderwijl. Eén van de weinige siga retten, die nog in de doos zaten, bevatte een sterk verdoovingsntiddel. Zij voelde zich plot seling moe. ging een oogenblik op bed liggen en sliep in. Degene, die haar wegbracht, gooide den inhoud van den aschbak ont. aan gezien 't einde van de geprepareerde sigaret niet dadelijk tusschen de andere re vinden was. Za! waarschijnlijk ook dat, wat Alexan dra Staroff geschreven heeft, meegenomen hebben. Misschien was 't- een rapport? Zij is tusschen middernacht en vijf uur 's morgens uit- het huis ontvoerd. Zonder twijfel kort na middernacht." (Wordt vervolgd), INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6