Ikflkcud&A To^ffiü
BRIEF UIT BERLIJN.
GERRY RICKEBERG
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
HAARLEM'S DAGBLADVRIJDAG 30 MEI 1930
fVan onzen correspondent.)
Berlijn 23 Mei.
Op den da?, die eindigen zal met het groo-
te jaarlljkache banket van de vereeniging der
buitenlandsehe journalisten te Berlijn, wil ik
toch eens iets over de positie dezer groep van
dagbladschrijvers meedeelen. trouw aan mijn
beginsel dat krantenmenschen niet noodig
hebben, hun licht steeds onder den koren
maat te doen schijnen.
Het volgend jaar zal de ..Verein der Aus-
landischen Presse" te Berlijn reeds haar 25-
jarig bestaan kunnen vieren en gaan we de
geschiedenis dezer vereeniging. die tegen
woordig niet minder den zesentwintig na
ties ln haar ledenlijst opsommen kan. eens
na. dan zien we dat ook Nederlandsche
journalisten, o.a. dr. M. van Blankenstein. H.
J. Nassau Noordewier en Max Blokzijl aan
het hoofd van deze wel zeer internationa
le organisatie gestaan hebben.
Het is wellicht een unicum in deze bewogen
wereld, dat de vereeniging der buitenland
sehe journalisten in Berlijn nimmer oneenig-
heid gekend heeft.
Misschien ligt het aan de omstandigheid,
dat de bladen der leden in alle deelen der
wereld verschijnen en daardoor concurren
tiestrijd en politieke tegenstellingen in dit
centrum ln den vreemde geen rol kunnen
spelen. Maar aan den anderen kant zijn ook
Londen en Parijs wereldsteden met eigen
buitenlandsehe persvercenigingen, die ech
ter deze eenheid en collegialiteit zonder on
derscheid niet kennen en waar bijv. de
de Angelsaksische groepen zich onderling
aaneengesloten en met de andere naties niet
al te veel te doen willen hebben.
De vereeniging, die in het deftige, zeer
exclusieve hotel „Adlon" haar jaar lij ksch
banket gaf. télt ruim 130 leden, en haar zeer
groote invloed Is vooral te danken aan de
omstandigheid, dat slechts werkelijke jour
nalisten. aan niet-Duitsche bladen verbon
den, er in worden opgenomen en dat de toe
lating ln vele gevallen allesbehalve gemakke
lijk is.
Kort na den oorlog was het ook niet mo
gelijk. In deze organisatie Duitsche staats
burgers op te nemen, zelfs niet als vaststond
dat ze werkelijk groote buitenlandsehe bla
den vertegenwoordigden en uitsluitend
daarmede hun brood verdienden.
De mogelijkheid van botsingen tusschen
Duitsche journalisten en vertegenwoordigers
ln het bijzonder van Fransche, Poolsche en
Belgische bladen was toen nog te groot, en
eerst weinige jaren geleden konden de sta
tuten zoodanig gewijzigd worden, dat het
mogelijk werd, Duitsche staatsburgers op te
nemen, van wie er thans inderdaad eenige
lid zijn als Berlijnsche correspondenten van
groote bladen in Oostenrijk. Noord- en Zuid-
Amerika. De overgroote meerderheid der le
den bestaat echter uit buitenlanders, waar
bij na Amerika en Engeland, Frankrijk en.
Nederland de grootste nationale groepen vor
men.
De onderlinge harmonie is merkwaardig
genoeg als men bedenkt, "dat bij alle feesten
en vergaderingen der' groote vereeniging
bolsjewisten naast Tsaristische Russen, Ita-..
liaansche fascisten naftsf sociaal-democraten
zitten, hun dames met de hevigste politieke
tegenstanders harcr eelt tgenoo ten lustig een
dansje doon en nog nimmer een onaange
naam en kwetsend woord gevallen is.
Dc eenige gemeenschappelijke „tegen
stander" isDultschtand. Waarbij men
dezen ..tegenstand" natuurlijk niet letterlijk
mag opvatten. Steeds hebben de leiders der
vereeniging het eerlijke streven gehad met
de Duitsche autoriteiten eendrachtig en
vreedzaam samen te werken, en in de meeste
gevallen ook met een zeer bevredigend resul
taat. Verstandige Duitsche regeerders (hun
ondergeschikte ambtenaren minder!) heb
ben altijd die goede samenwerking ge-
wcnscht, wel begrijpend, van hoe eminent
belang het is, goed te staan mot ruina hon
derd vertegenwoordigers van de openbare
meening der geheele beschaafde wereld.
Maar toch kon het niet uitblijven, dat de or
ganisatie der buitenlandsehe dagbladschrij
vers in een land. dat zoo onrustige tijden
doormaakte, herhaaldelijk met de autoritei
ten in botsing komen moest, als pogingen ge
daan werden, lastige journalisten over de
grens te zetten, onwelkomen critici moeilijk
heden bij de uitoefening van hun beroep te
bezorgen of in het algemeen maatregelen
FEUILLETON
HET RAADSEL VAN DE DACIA
door
G. PANSTINGL.
13)
De toren van het Tudorkasieel was het rijk
van Harry, den marconist. Ash ton-Castle kon
niet alleen ontvangen, maar ook uitzon»
den; want Rickeberg had van de Engeische
regeering de vergunning voor een bijzonder
sterk ultzendslatlon gekregen. Slechts de
sterkste zenders van de regeering waren
krachtiger dan de zijne. Do groote stallen
van Lord Ashton waren gedeeltelijk in garages
veranderd. Daar stond een reeks auto's die
sterk van elkaar verschilden. Er waren óef.
tige, gesloten wagens, groote touring-cars,
kleine sportwagens, on h> 'n hoek stond 'n eigen
aardige langgebouwde racewagen met gewel
digen motor. Hij was van hetzelfde harde
knalrood als het vliegtuig, dat prof. Van de
Veer over zijn huis had zien vliegen. Rechts
op de treeplank van de bestuurderszitplaats
rustte op een zware, vernikkelde stang een
derde schijnwerper, die door middel van con
handvat, draaibaar ingesteld was Deze schijn
werper was van ongewone afmetingen. Welk
een geweldigen lichtkegel moest die wel in
don nacht kunnen werpen!
Eenige stallen waren voor de rij en
wagenpaarden behouden. Grootmama Ricke
berg had 't niet erg op auto's begrepen. D.
rijschool van het- kasteel echter werd in het
bijzonder door Gerry gewaardeerd
in te voeren, waardoor alle buitenlandsehe
krantenmenschen in Berlijn bij hun werk
zaamheden ernstig benadeeld werden.
Veel tact en menschenkennis is steeds
voor de leiders onontbeerlijk geweest om in
niet zelden scherpe conflicten een oplossing
te vergemakkelijken. En zoo nu en dan kwam
liet wel eens tot een botsing, die wekenlang
de gemoederen, ook in het openbaar, tot op
kookhitte dreigde te brengen.
Deze moeilijke tijden schijnen sinds eenige
jaren voorbij te zijn.
De „Verein der Auslandischen Presse"
heeft zich een groote reputatie verworven, en
zoowel de Duitsche hoogste autoriteiten en
haar ondergeschikte instantie, als vooral
ook het corps diplomatique beschouwen
deze organisatie als een lichaam waarmede
bij alle gelegenheden ernstig rekening ge
houden wordt.
Tweemalen per jaar treedt de vereeniging
zichtbaar naar buiten op. In het najaar met
een Bai, in het voorjaar met een banket.
En steeds is de aandrang om deze feesten
bij te wenen zoo groot, dat weken van te
voren, althans wat het bal betreft, ondanks
de beste verbindingen geen kaart meer te
krijgen is. Voor de ministers, de diplomatï-
ten en de uitgaande wereld is het een plicht
geworden, op het bal der buitenlandsehe
journalisten te verschijnen en niet zelden
worden belangrijke bijeenkomsten of diplo
matieke feesten uitgesteld om ambassa
deurs en gezanten gelegenheid te geven, het
dansfeest der buitenlandsehe pers, dat
steeds met een souper gecombineerd is. door
hun aanwezigheid te eeren. De Nederland
sche gezant, graaf van Limburg Styrum, die
ook tegenwoordig zou zijn bij het banket van
dit keer, is eigenlijk de eenige diplomaat in
Berlijn geweest, die jaren lang verzuimde,
aan de uitnoodiging der vereeniging gevolg
te geven en wiens wegblijven dan ook steeds
op eenigszins pijnlijke wijze is opgevallen.
Het is daarom te hopen, dat de heer Van
Stirum in het vervolg evenmin als al zijn
andere collega's zal ontbreken.
De diplomaten, die deze beide feesten bij
wonen, weten wel, waarom zij gulks doen.
Zelden of nooit is er beter gelegenheid, ver
tegenwoordigers van de openbare meening
van zesentwintig naties met vrijwel alle mi
nisters van het Duitsche rijk, van Pruisen
en andere Duitsche landen, beroemde kun
stenaars. vooraanstaande industrieelen en
kooplieden, kortom de meest invloedrijke
Duitsche kringen bijeen te zien. Heel wat
nieuwe vraagstukken worden op zulke avon
den besproken en nog veel meer verbindin
gen tot stand gebracht, die in- de toekomst
van internationale beteekenis kunnen wor
den.
Dr. Stresemann, een der" oprechtste vrien
den van den „Verein", bleef zelfs in de laat
ste twee jaren, toen zijn gezondheid reeds
ernstig geschokt was, bij uitzondering tot:
diep in den nacht op de jaarlijksche ban
ketten, en was zelfs niet door de ernstige
vermaningen van zijn geneesheer en zijn
particulier secretaris te bewegen, bij zulke
gelegenheden tijdig''het bed op tc zoeken.
Van meer belang dan het bal is het fxuiket
en wel, omdat daar steeds redevoeringen
van internationale beteekenis gehouden wor
den. De vereeniging stelt daarom den datum
van den feestmaaltijd steeds vast in over
eenstemming met de leiders der Duitsche
regeering, die er altijd prijs op gesteld heb
ben ,op dezen avond verklaringen af te leg
gen, die voor het oor der geheele wereld be
stemd waren. Zullen hoogpolitieke tafel-
speeches, die ook ln Washington, in Londen
en in Parijs vaak op banketten der buiten
landsehe pers gehouden plegen te worden,
kunnen natuurlijk niet lang van te voren en
willekeurig vastgesteld worden. De diploma
ten en de politici zijn steeds van de ont
wikkeling der dingen afhankelijk. Maar al
tijd heeft de vereeniging met haar banket
ten geluk gehad, doordat een datum vast
gesteld kon worden, die de Duitsche minis
ters van buitenlandsehe zaken in staat stel
de op zeer belangrijke redevoeringen van
buitenlandsehe ministers die kort te voren
gehouden waren, te antwoorden.
In dit geval zal niet de minister van bui
tenlandsehe zaken dr. Curtius. maar de
Rijkskanselier dr. Brüning zelf de hoofdrede
houden, en men mag wel als zeker aanne
men, dat hij daarbij op de pan-Europeesche
Debedienden van de Rickebergs waren
niet te talrijk, maar daarentegen zorgvul
dig gekozen. Het waren meest lieden die
verschillende talen verstonden en verschil
lende vakken geleerd hadden, waaronder
eenige geschoolde mcehaniciens. Zij waren
meerendeels reeds lang in dienst van de
familie Rickeberg. Alleen den portier, den
tuinman en den kamerdienaar had Rickeberg
van Lord Ashton overgenomen. Maar ook
deze waren oudgedienden die htm betrouw
baarheid reeds bij hun vroegeren meester
hadden bewezen en bij den nieuwen heer
cr niet aan dachten deze eigenschappen
op te geven Rickeberg eischte voor alles
van zijn personeel, dat ze toegewijd waren
en niet uit huis klapten. Uit zijn huis mocht
alleen datgene tot de buitenwereld doordrin
gen. wat bijzaken betrof. Wat belangrijk was.
mocht niet over de grenzen van het park.
Dat wist zijn personeel, ook de nieuwelingen.
En daar ze te kiezen hadden tusschen een
schitterend betaalde betrekking bij een mees»
ter, die werkelijk voor hen zorgde, ook wan
neer ze oud geworden waren, of, om op staant
den voet ontslagen te worden, was er geen
gaatje, waardoor dingen in de buitenwereld
konden dringen, die Rickeberg geheim
wcnschte te houden. En zulke dingen waren
op Ashton Castle ook te vinden.
Harry, de marconist, zat in zijn toren
kamer en rookte een pijp. Op dat oogenblik
was er niets te seinen, dus behoefde hij
slechts op den uitkijk te staan. En de toren
kamer, die een heel eind boven de toppen
der boomen uitstak, was een prachtige uit
zichtpos*. Een telescoop en twee verrekijkers
lagen in het bereik van zijn hand. Juist nam
Ilarry er weer één op en bespiedde den
horizon. Toen legde hö hem weg. nam de
huistelefoon van den haak, drukte een
knopje ln en zeide:
voorstellen van minister Briand en wat daar
aan vast zit, zal ingaan.
Een trouwe comparant op deze feestmaal
tijden was steeds de ex-nuntius Mgr. Pa-
celli, die voor een Italiaan een opvallend-
mooi Duitsch sprak en die ons altijd weer
verraste met speeches, die hoog boven het
gebruikelijke niveau stonden en een genot
beteekenden voor allen, die het voorrecht
hadden er naar te mogen luisteren. Sinds de
heer Pacelli als kardinaalstaatssecretaris
aan het hoofd van de pauselijke regeering
staat, zullen we hem niet terugzien. Zijn
opvolger met wien we thans zullen kennis
maken, zal voor de diplomaten het woord
voeren.
En ten slotte zal minister Curtius ook wel
zijn woordje zeggen ,al zullen het ditmaal in
hoofdzaak (waar zijn chef het „hooge
woord" heeft) slechts vriendelijke woorden
van dankbaarheid zijn.
Dc buitenlandsehe journalisten in Berlijn
verheugen zich, niet in de laatste plaats
dank zij hun voortreffelijke organisatie, in
een bijzondere machtspositie, die alweer het
peil hunner berichtgeving en daardoor de
vriendschappelijke samenwerking der volke
ren ten goede komt. In Berlijn is de verte
genwoordiger »an een groot buitenlandsch
blad niet de belachelijke figuur, gelijk hij
nog altijd in romans, in de film en op de
planken voorgesteld wordt. Hij lijkt in geen
enkel opzicht op den opdrlngerigen repor
ter. die overal en steeds hinderlijk met zijn
verslaggeversboekje en zijn potlood rond
loopt. op ongewenschte oogenblikken stoort
en voor geen sterfbed of andere delicate
situatie pleegt halt te maken.
In de wereldsteden, als representanten
van de groote wereldpers zijn dergelijke ca-
ricaturen ondenkbaar. Deze cosmopolieten,
die in de meeste gevallen heel wat van de
wereld gezien hebben, zijn dikwijls tegen
spelers van ministers en diplomaten. En al
hebben ze dan geen officieele aanstelling,
hun invloed is er dikwijls niet minder om!
H. v. B.
VOI4KSMUZIEKFEEST TE BENNEBROEK.
(Landdag v. d. Bond van Amst. Chr. Zang
en Muziekverenigingen).
Dc ochtend.
De vroege morgen van Hemelvaartsdag
bood op „Huize Bennebroek" een ongewoon
tooneel. Hier was het gemeentebestuur van
Bennebroek onder praesidium van Mr. K. J.
G. Baron van Hardenbroek, burgemeester,
voorzitter van het -Eere-comité, saamge-
komen om er te ontvangen de deelnemende
korpsen en koren, te acht uur uit Amsterdam
vertrokken om op hét landgoed van Freule
Willink den „Landdag 1930" te houden.
Méér belangstelling en waardeering te
wekken voor het werk van den Bond, zoowel
bij de leden der vereeniging als bij het pu
bliek, ziehier wat alreeds eenige jaren ge
leden de bondsvoorzitter de heer H. J. Ver
leur en de heer G. van Ravenzwaay zich
voorstelden. Hoe deze gedachte uitgroeide
tot de demonstratie die wij dezen dag bij
woonden; hoeveel bélanglooze arbeid is ge-
geven om tot dit resultaat te komen, mag
de belangstelleiifle lezer naslaan in het
voorwoord van de gids; die ons dezen dag
rondleidde door Bennèbroek en in 't bijzon
der op het heerlijke landdagterrein.
Precies om negen uur had de ontvangst
plaats. Do burgemeester, die zich "eront-
schuldigde, niet te kunnen bieden vermake
lijkheden, doch slechts God's heerlijke
natuur, de boomen, de vogels, de bloemen,
verheugde zich dat reads een beroep op de
welwillendheid van het publiek voldoende
was, de heerlijkheid der natuur ongerept te
bewaren. Zijn geanimeerde toespraak werd
beantwoord met hartelljken bijval en fan
fares. Het wederwoord van den heer H. J.
Verleur, dat dank bracht voor de schitterende
ontvangst, de kroon zette op al wat reeds
het bondsbestuur gewerd aan sympathie en
medewerking, was een dichterlijk uitgespon
nen dankrede, waarin het contrast tusschen
de „bewoners der menschelijke steenwoes
tijnen" en de „buitenmenschen" (waaronder
ook de burgemeester zich rekende plastisch
werd uitgebeeld. Met een driewerf hoera, dat
nog de schallende fanfare's overstemde, werd
den burgemeester dank gebracht en voorts
aan allen, aan wier medewerking de totstand
koming van dezen landdag was te danken.
Nu werd door een viertal koren uit Benne
broek. Hillegom en Nieuw-Vennep een wel
komstlied gezongen, waarvan auteur cn lei
der was de heer S. P. Visser; de heer G. ter
Braake voerde daarna uit Psalm 100 van
Mendelssohn; „Patrimonium", „Kunst na
Arbeid" en ..Crescendo" (Amsterdam) speel
den het Wilhelmus, door allen meegezongen,
en hierna was cte officieele ontvangst afge-
loopen.
Ons restte nu nog een half uur. vóórdat
de wijdingssamenkomst in de Ned. Herv.
kerk een aanvang zou nemen. Doch het
wachten viel ons niet lang, wijl de organist,
de heer S. P. Visser, een muzikale in
„G E—R. G. A. in zicht!"
Pedro, de eerste mechanicien van Ricke»
berg, een uitgemergelde Spanjaard, wiens
kleeren als aan 'n kapstok hingen, doch die
in zijn vak zijn gelijke niet had, stond traag
op. liet de half-opgerookte sigaret uit zijn
bruin gebeitste vingertoppen vallen, wenkte
zijnassistent. een jongen Duitscher cn begaf
zich naar het vliegterrein Eenige minuten
later suisde de roodc ééndekker aan. cirkelde
over het vliegveld, dan nog eens en daalde.
Pedro hieip Gerry bij het uitstappen. Uit
de achterzitplaats klauterde een aardig, jong
meisje, in wier ooger. nog de doodsangst, te
lezen stond, die ze op haar eersten vliegtocht
uitgestaan had.
Gerry lachte en zij schaamde zich een
beet je en lachte mee.
„Natuurlijk heeft een jongen altijd meer
moed dan een meisje."
..Zoodra U een paar malen gevlogen hebt,
juffrouw Helen, zult U er ook wel aan
wennen."
Hoe goed het personeel van Rickeberg ge»
schoold was. bleek bij dit korte gesprek. Bei
den hadden het gehoord en geen van de twee
had een spier vertrokken.
Gerry en Helen Mulfurd begaven zich naar
het terras. Plotseling schoot een witte streep
door de lucht en Gerry zette zich in postuur,
om niet omvergeworpen te worden. Dat was
wel noodig. want Roy kwam als uit een kanon
geschoten op dc borst en de schouders van
Gerry terecht. Zij was echter aan deze be
groeting gewend en ving hem met beide ar
men op. Zoo kwamen ze alle drie in het
kasteel en Helen Mulfurd werd aan de moe
derlijke zorg van grootmama Rickeberg toe
vertrouwd, terwijl Gerry naar de werkkamer
van haar vader snelde. Zij wierp haar hand
schoenen op een stoel en vroeg:
„Hoe ver zijn wij gevorderd, Paps?"
leiding op Gez. 7, Rheinberger's „Idylle" én
een Offertoire van een mij onbekenden com
ponist uitvoerde. Die wijdingssamenkomst,
geleid door Ds. J. G. Lekkerkerker. was ook
voor de bezoekers van het landdagterrcin
mee te leven, wijl door middel van geluids
versterkers, die via telefoonleiding de ver
binding met het kerkgebouw bewerkten, het
gesprokene en gezongene was te volgen.
Als tekst had Ds. Lekkerkerker gekozen uit
Hand. I: „En een wolk nam Hem weg van
hunne oogen."
Daarop kwamen te elf uur de koren bijeen,
om met hun zang de sprekers af te wisselen,
te zamen zouden behandelen „de waarde
der muziekbeoefening door het volk". Het
oorspronkelijk plan, dit onderwerp zóó te
verdeelen dat het vanuit drie gezichtspunten
werd bezien, n.l. 1. de organisatorische. 2.
de opvoedkundige, 3. de ethische waarde,
kon niet geheel worden doorgevoerd, wijl
door omstandigheden punt 2 moest vervallen.
Zoo nam de heer P. L. Gerritse punt 1. Ds.
L. D. Poot punt 3 voor zijn rekening. De ze-
dachten, die beide sprekers hierbij leidcfën,
waren gegoten in een breed opgezet en
logisch gebouwd betoog, waarvan wij slechts
de kracht zouden verzwakken, zoo we ln
deze beperkte ruimte ons lieten verleiden,
hieruit enkele grepen te doen. Het zou daar
om zeer wenschelijk zijn, zoo beide sprekers
de gehouden rede te boek stelden, om door
middel der pers de breede schare te bereiken
die zij zich bij de opstelling van hun verhan
deling hebben voorgesteld.
Met htm zangkoren voerden daarbij de
directeuren Keman, Van Laar en Ten Braake
een aantal koorwerken uit. van een gehalte
dat met de bestanddeelen der vroegere pro
gramma's op wedstrijden van C'nr. koren
wel een groot contrast vormde. Trouwens,
het middagconcert zou ons aanleiding geven,
hierop nog terug te komen.
De middag.
Men moet zich voorstellen, dat al wat ge
sproken, gezongen werd, over geheel het
landdagterrein tot in de uiterste hoeken was
te verstaan. De „Philipswagen" zorgde voor
krachtversterking, naar twee richtingen
schalden immense luidsprekers het aan de
microfoon opgevangene in zuivere verster
king uit. Een eigenaardig verschijnsel deed
zich daarbij voor. Zat men onmiddellijk bij
de microfoon, dan hoorde men de instrumen
ten in hooge klankligging zeer versterkt door
de luidsprekers en bij de kooruitvoeringen
dus de vrouwenstemmen), terwijl de diepere
tonen (zoo dus ook de mannenstemmen! af
zonderlijk te voorschijn kwamen vanuit de
plaats waar orkest of koor was opgesteld
Eenige meters bezijden de tent echter deed
zich dit eigenaardig verschijnsel niet voor,
zoodat hier dan ook de meest verkoren plaats
was ont te luisteren. Dit luisteren heeft ons
slechts genoegen geschonken. Eerstens was
daar de Chr. politlemuziekvereon. „Crescen
do", wiens directeur de heer C. Ripken zijn
mannen een mooie loonvorming, een prettig
rvthme bijbracht waarvan zij in een drietal
werken blijken gaven. Voodat nu het korps
„Patrimonium" (directeur de heer W. de
Groot) zijn welverzorgde klankgeving demon
streerde in een viertal werken, was er eerst
voor de aanwezigen gelegenheid, een werk
zaam aandeel te nemen aan den landdag
in een z.g. „Community singing" onder lei-
ding van den heer G. van Ravenzwaay. Hoe
gaarne zij dit deden, mocht afdoende blijken
uit den goeden uitslag, die in saamwerking
met de beide muziekkorpsen werd verkregen
en men mag verlig aannemen, dat nog velen,
die buiten het .errein toeluisterden, nu aan
leiding vonden ont zich een toegangsbewijs te
verschaffen en aan een zoo prettig gebeuren
deel te nemen. Er viel althans een flinke toe
loop van belangstellenden op te merken, of
schoon het terrein ruimte bood voor nog
veel en veel meer.
Met de hieropvolgende namiddagsamen
komst, waarin de heer Casper Höweler be
handelde: „de ontwikkeling van den koor
zang tot en met Bach", en die werd ge
ïllustreerd door den zang der deelnemende
vereenigingen, zit ik al oven verlegen als
met de rede der beide sprekers in dc morgen
uren. Ik heb tijdens die rede zóó een over
vloed van copie aangelegd, (omdat die rede
mij zoo zeer bijzonder interesseerde) dat het
ondoenlijk blijkt, den inhoud van het ge
sprokene weer te geven zonder hinderlijk on
volledig te worden of de beschikbare ruim
te zeer ver te overschrijden. Höweler's rede
zouden wij gaarne afgedrukt zien b.v. in „De
bazuin" die reeds talrijke artikelen telt van
zijn hand. De Joodsche zangen, het Grego-
riaansch, het organunt, de kunst van Guil-
laume Dufay en Ockeghem. Palestrina,
Gesualdo da Venosa, Sweelinck, van allen
hoorden we prachtige specimen, wijl de ver
tegenwoordiger der ..Parlophoon" aan den
heer Höweler de gelegenheid gaf, de eerst
sinds een week uitgekomen serie „2000 jaar
muziek op de Parlophoon" ons in versterkte
weergave te doen hooren. Naast het madri
gaal van Gesualdo da Venosa kreeg ook de
chanson een beurt, vertegenwoordigd door
Di Lasso's „Matona mia cara". Dit werd
echter uitgevoerd door een der koren,
jammer genoeg in Duitsche vertaling. Naast
dit mannenkoor ..Valerius" gaf ons bijzonder
het gemengd koor „Yehaleël" alsmede
..Sions Lofzang" en „Sursum corda" gelegen
heid op te merken, hoe de christelijke koren
naast de korpsen een geweldig eind de hoog
te zijn ingegaan. Welk koor van dit genre
dacht er voorheen aan, Palestrina of Lotti
..Hier zijn alle foto's van Alexandra Staroff,
die men heeft kunnen vinden."
Gerry wierp er een blik op.
..Beter aan ik dacht. A-ntoine zal niet veel
moeite hebben uit Helen Muiford een onver-
valschte Alexandra Staroff te maken."
Antoine, een Parijzenaar. had zijn betrek
king als kapper aan het Theatre Oaéon in
Parijs opgegeven, toen Rickeberg hem een
werkkring ïn zijn huis aanbood.
..En wat voor nieuws heeft de kamer van
Staroff opgeleverd?"
..Zij woont in Wartonstreet. nr. 69. Het
huisje behoort aan juffrouw Carr. weduwe
van een onderofficier van de Garde. Zij ge
niet een goede reputatie en heeft de gewoon
te. voor het- naar bed gaan een grocje te
drinken. Behalve Staroff heeft ze nog vier
andere huurders. Twee er van zijn handels
reizigers. één vertegenwoordigt schoenen, de
andere Zwitsersche chocolade. Beiden zijn
juist op reis, de schoenenman sedert acht. de
chocolademan sedert drie dagen. De twee
andere logé's werken als typiste op een kan»
toor. Ze waren gedurende den nacht thuis cn
hebben niets gehoord. Juffrouw Carr was den
geheelen dag thuis, omdat zij 'n beetje ver
kouden was. Alexandra Staroff kwant als ge
woonlijk precies om tien uur 's avonds thuis.
Dat was het, ntet de politie afgesproken uur.
In de kamer heerschte geen ongewone wan
orde. Op de tafel stond een open inktkoker,
niet den pennehouder er dwars over gelegd,
men vond echter geen beschreven papier.
Naast den inktkoker een doos met drie siga
retten en een leege aschbak. Op het bed heeft
blijkbaar iemand gerust, zonder de dekens
over zich heen te trekken. De indruk van het
lichaam ging van het hoofdkussen tot aan
het voeteneinde over de half teruggeslagen
dekens."
„Alexandra Staroff rookt?"
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
of Orl. di Lasso te zingen. En nu. hoeveel
goeds was daar alreeds op te merken. Den
directeuren mogen wij alsnog bemerken, dat
de muziek der voor-reitaissanee geen me
trum kent; geen maatslaan hier dus, ntaar
enkel den inzet der stemmen aangeven en
hulp bieden bij moeilijke rvthmische verwik
kelingen. Amsterdam telt kunstenaars bij
wien men deze kunst gemakkelijk kan af
zien: ik noem Hub. Cuypers. Sem Dresden.
Ook het koor „Harpe Davids" kreeg alsnog:
de gelegenheid de liederen te doen hooren
die het voor de ochtenduitvoering had in
gestudeerd, en dir. Huisman beleefde van
deze uitvoering groote voldoening. Daarna
werd er nog twee uren gemusiceerd, eerst
door „Patrimonium" op het landdagterrein,
daarna door „Crescendo" in het dorp Eenne-
broek. De blijde klanken, die zich legden
over de wijde velden, zullen voor de Berme-
broekers nog lang een heugenis blijven aan
dezen zoo goed geslaagden eersten Landdag.
De avond.
De beperkte ruimte van het gebouw der
Ned. Herv. Kerk te Bennebroek bood natuur
lijk aan de talrijke luisteraars geen gelegen
heid. het concert dat aldaar werd gegeven,
on-middellljk te genieten. Geen nood de
Philipswagen was alweer daar om allen die
dit wenschten het ten gehoore gebrachte te
doen meeleven vanaf het feestterrein. Ik
koos de kerkruimte en trof daar alreeds den
organist den heer S. P. Visser, popelend van
ongeduld om het concert aan te vangen dat
hij met Holland's hobiistenkoning zou geven.
De heer Jaap Stotijn had voor die gelegen
heid gekozen het concert voor hobo en orgel.
Mede zou hij zijn echtgenoote. Mevrouw
StotijnMolenaar assisteereif waar deze zou
zingen aria's van Bach en een lied van -teger
en nog eenige liederen met orgel Het onge
repte muziekgenot dat we bij Stotijn's solo-
spel beleefden en dat waarlijk geen wemelt
onbevredigd laat, kwam helaas niet over
ons, waar ook de zangstem zich in het trio
voegde; want de veelal gelukkig getroffen
koptonen der soliste wogen niet voldoende
op tegen wat het ntiddenregister aan wen-
sclten onbevredigd liet. Het manco gold het
meest bij Schubert en bij Brahms.
Tenslotte mogen wij den organist, om het
geen hij met de beperkte middelen van het
overigens verdienstelijk orgel bereikte, een
woord van lof niet onthouden. Mocht ook het
machtig Praeludium in Es dur niet geheel tot
zijn recht komen, zoo vonden beide solisten
in hem een bekwaam en vlot begeleider.
Naast de leden van het Bondsbestuur, het
Comité Landdag 1930, het sub-comité te
Bennebroek, de commissie van bijstand, den
voerder der artistieke leiding G. v. Raven
zwaay mag den heer S. P. Visser dank wor
den gebracht voor zijn immer vlottende as
sistentie. En wij willen deze beschouwing niet
eindigen zonder een woord van gelukwensch
aan 't bestuur van den Bond van Anist. Chr.
Zang- en muziek vereen.; heeft de bond be
langstelling en waardeering gewekt bij de
leden der vereenigingen en bij het publiek?
Het antwoord mag zonder voorbehoud be
vestigend luiden.
G. J. KALT.
ZONNESTRAAL-COMITé.
COLLECTE OP 21 JUNI.
Evenals het vorig jaar is ook ditmaal weder
een plaatselijk comité opgericht, dat de orga
nisatie van den Zonnestraaldag krachtig ter
hand zal nemen. De volgende organisaties
hebben in het comité zitting genomen.
Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose,
Dr. A. A. G. Land, Vereeniging Het Witte
Kruis, A. W. Michels lid van Ged. Staten;
Nederlandsche Roode Kruis Jhr. Mr. E. H. E.
Teding van Berkhout, mevr. Levenkamp—
Planten en mevr. Oozinga; Vereeniging tot
Bevordering, der Gezondheid in de Grafische
vakken, E. C. van de Bergh en L. Arends;'
Haarlemsche Bestuurders Bond, A. Mars, G.
Flameling en A. Eizema.
Besloten werd het dageiijksch bestuur even
als het vorig jaar santen te stellen uit de ver
tegenwoordigers van den H B. B., zoodat van
het Comité de heer A. Mars, voorzitter, A.
Eizema, secretaris en G. Flameling, penning
meester -zijn.
Verschillende voorbereidende maatregelen
zijn door het bestuur van den H. B. B. ge
troffen om de collecte welke hier ter stede
op 21 Juni zal plaats vinden goed te doen
slagen.
Het comité besloot een oproeping te richten
tot de ingezetenen van Haarlem met het drin
gend verzoek, zooveel mogelijk medewerking
voor den collectedag'te verlecnen welke op
roeping in het bijzonder gericht is tol de da
mes, daar minstens voor het behoorlijk slagen
het aantal collect-rices gesteld behoort ie
worden op 500. Het comité verzoekt degenen,
die zich voor ait mooie doel wil opgeven, dit
te doen aan het adres van het secretariaat
Spaame No. 94.
„Ja, vrij veel."
„En het vloeipapier?"
„Heb ik mei ultraviolette stalen laten be?
lichten en fotografeeren. Het is* oud en veel
gebruikt. De afdrukken worden nu gesor
teerd- Bijzondere verwachtingen heb ik er
echter niet van. Vingerafdrukken zijn er niet
gevonden, evenmin als andere sporen."
„En de honden?"
„Snuffelen radeloos aan elke deur van het
huis. Zij hebben blijkbaar te weinig aanknoo-
pingspunten."
„Of te veel!"
Rickeberg trok zijn. schouders op.
„Het kan zijn."
„Hoe komt het. dat de op wacht staande
rechercheur niets gemerkt heeft?"
„De bewaking van het huis was zóó inge
deeld. dat één post van zeven uur 's avonds
tot middernacht bleef, de andere van vijf rot
tien 's morgens. In dien tusschentijd was het
huls niet bewaakt."
„Is dat alles?"
Rickeberg knikte.
„Niet veel. maar toch iets. Alexandra Sta
roff kwam dus thuis, ging zitten schrijven en
rookte onderwijl. Eén van de weinige siga
retten, die nog in de doos zaten, bevatte een
sterk verdoovingsntiddel. Zij voelde zich plot
seling moe. ging een oogenblik op bed liggen
en sliep in. Degene, die haar wegbracht,
gooide den inhoud van den aschbak ont. aan
gezien 't einde van de geprepareerde sigaret
niet dadelijk tusschen de andere re vinden
was. Za! waarschijnlijk ook dat, wat Alexan
dra Staroff geschreven heeft, meegenomen
hebben. Misschien was 't- een rapport? Zij is
tusschen middernacht en vijf uur 's morgens
uit- het huis ontvoerd. Zonder twijfel kort na
middernacht."
(Wordt vervolgd),
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.