BUITENLAND DE GANG VAN ZAKEN IN ITALIË. DE PAN-EUROPA GEDACHTE. AGENDA LANGS DE STRAAT. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 4 JUNI 1930 TWEEDE BLAD De bewapeningswedloop ter zee. Vlootvoorstellen afgekomen. Wat Mussolini bereikt heeft. Scialoja heeft den moed! HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Grandi hield een groote redevoering voor den Italiaanschen Senaat, waarin hij op nieuw het standpunt van Italië, zooals dit verdedigd was op de Londensche conferen tie, uiteenzette. Hij bracht een gedocumen teerd bewijs voor de stelling, dat dit stand punt in de lijn lag van de door Italië reeds op de conferentie te Washington aangeno men houding. In het verder verloop van zijn redevoering zeide Grandi, dat de Fransch-Italiaansche tegenstellingen hun oorzaak vonden, behal ve in vlootproblemen, ook in kwesties over den status van Italiaansche onderdanen in Tunis en in koloniale aanspraken, vooral betreffende de Zuidelijke grenzen van de Noord-Afrikaansche kolonies. Ter versnel ling van d% oplossing dezer moeilijkheden stelde Grandi een directe gedachtenwisse- ling voor tusschen Londen en Parijs, buiten de gewone diplomatieke wegen om. Frank rijk echter verkiest de gewone diploma tieke procedure en wensoht het Fransch- Italiaansch vlootprobleem uit te stellen tot na de oplossing van de bovengenoemde twee andere punten. Overgaande tot het nieuwe Italiaansche vlootprogram deelde Grandi den Senaat mede, dat teneinde alles te ver mijden, dat een overeenkomst zou kunnen verhinderen of vertragen de Italiaansche regeering bereid is, om zoolang de onder handelingen, met het oog waarop de vloot- conferentie verdaagd werd, nog in gang wa ren, het vlootprogram voor 1930 op te schor ten, mits de Fransohe regeerfng hetzelfde zou doen voor haar vlootprogram voor 1930. Tenslotte ging Grandi over tot de pogingen van den Volkenbond voor de beveiliging van den vrede. Italië is van meening, dat de Volkenbond het verschijnsel oorlog meer behoort te beschouwen van het standpunt van voorkomen, dan van een standpunt van repressie-maatregelen. Derhalve verkiest Ita lië boven de formule „veiligheid, arbitrage, ontwapening" een andere formule nl. „ont wapening, arbitrage en dan eerst veiligheid", hetgeen meer in den geest van den Volken bond lag. Voorts werden in den Senaat de vloot voorstellen aangekondigd, die hierop neer komen, dat pariteit wordt bereikt met Frankrijk. Hoe overigens de stemming in Italië op het oogenblik is, bliikt uit het feit, dat eenige Senaatsleden zelfs met klem aan drongen op het overschrijden door Italië van de pariteit. Men weet overigens dat het op de-' spits drijven van gevaarlijke gevoelens tusschen Frankrijk en Italië, zoowel door Mussolini als door zijn ministers ten doel heeft, aan te toonen dat de vrede van Versailles een ver= aninkte vrede is die herzien moet worden. Het politieke doel wordt er daardoor niet ver trouwenwekkender op! En de bewapenings wedloop die op het oogenblik weer ontketend wordt mag wel bitter stemmen. Intusschen is er ook een andere klank opgestegen in den Senaat. En het mag wel verbazing wekken dat dit is geschied! Scialoja heeft namelijk den moed gehad Mussolini's houding te critiseerem. Het Hbld. vertelt er het volgende van: Bij de behandeling van de begrooting van buitenlandsche zaken in den Senaatlieeft oud minister Scialoja oud-gedelegeerde van Italië bij den Volkenbond, een rede gehouden welke nogal opschudding heeft, gewekt omdat zij een bedekte critiek op Mussolini's beleid in hield. Hij zeide dat het onjuist Is om te beweren zooals in bepaalde Italiaansche kringen ge schiedt, dat de Volkenbond voor Italië van weinig nut is. Er is geen sprake van dat Frankrijk en Italië te Genève een overheer- schende positie zouden innemen. Zoolang hij gedelegeerde was. is er nimmer een demarche gedaan zonder zijn voorkennis. Een opmerkelijke passage na.v. Mussolini's oorlogszuchtige redevoeringen der laatste dagen was Scialoja's opmerking dat de vrede het hoogste streven der menschheid is. dat de oorzaken der oorlogen diep liggen en dat men er thans te luchthartig over spreekt. In verband met de ter Vlootconferentie herhaalde geuite meening dat de duikbooten tot niets dienen daar zij gemakkelijk van de lucht uit kunnen worden beschoten, zeide Scialoja: Wat ook het. oordeel der technici moge zijn. men dient te bedenken dat niets zwaarder mag wegen dan het leven der mam nen in een duikboot. Om dergelijke offers te kunnen dragen, dieneh zij overtuigd te zijn van het nut hunner wapenen. Wanneer men hun zegt. dat de duikboot tot niets dient, demoraliseert men degenen, die haar bedie nen. Scialoja heeft hier een opinie weergegeven die wel in strijd is met de zorgvuldig" ge kweekte stemming van haat en onverdraag zaamheid, die door Italië's leiders op het oogenblik wordt geïnspireerd. L. A. De wijzigingen in het Engelsche kabinet. LONDEN, 3 Juni (V.D.) In het Lager huis kondigde Macdonald heden aan, dat de regeering voorstelde het departement van Dominions en Koloniën te splitsen waarbij dan J. H. Thomas, de tegenwoordige minis ter voor de werkloosheid, belast zou worden met de leiding van het ministerie voor de Dominions. Thomas heeft zich bereid ver klaard de nieuwe post te aanvaarden De toestand in Britsch-Indië LONDEN, 3 Juni (V. D.) Heden heeft de Minister voor Indië Wedgwood Benn voor de Imperiale persconferentie een redevoering gehouden over Indië. Hierin zeide hij o.a., dat de campagne voor burgerlijke ongehoor zaamheid, welke een niet-gewelddadige zou zijn, noodzakelijker wijze moest leiden tot botsingen, hetgeen reeds geschied was. De groote meerderheid der bevolking van Indië had natuurlijk niet actief deelgenomen aan de campagne. Natuurlijk is het de plicht van iedere regeering, die belast is met de zorg voor een land met zoovele verschillende be langen. klassen en geloovigen, als Indië, de openbare orde te handhaven. Welke vorm van regeering ook het resultaat zal zijn van de conferentie en de parlementsdebatten, het zou een misdaad zijn een erfenis na te laten, niet alleen van een chaos en wanorde, doch wat nog veel erger was van verachting vo©r de wet. Ook zou het oogensluiten voor wer kelijkheden zijn, niét te erkennen, dat er te genwoordig in Indië over alle klassen en rassen een zeer diep ernstig en brandend verlangen naar gelijkheid van status heerscht. Het is zekerlijk een buitengewoon moeilijk probleem, dat dit gemeenebest thans onder het oog moet zien. Onder de verwarring van vraagstukken komen twee of drie punten duidelijk naar voren. Het eerste is, dat ge weld onmogelijk een remedie kan zijn. Wan neer de wet nagekomen wordt is dat in het belang der Indiërs zelfgeweld wordt geens zins toegepast ter bescherming van een Brit- sche overheersching. De oplossing der moei lijkheden moet in het belang van het Brit- sche rijk vurig verlangd worden. Het is geen trek van de Britsche politiek de regeering van Indië voort te zetten op het principe: „Verdeel en Heersch". De eerste plicht van een goed burger is alles te doen wat in zijn macht is om tegenstrijdige belangen met elkaar in overeenstemming te brengen en te vermijden, voedsel te geven aan het vuur van onderlinge naijver. Het is de vurige wensch geweest van deze regeering tusschen de rassen een geest van sympathie en begrijpen te bevorderen, wanneer de huidige troebelen het bewustzijn van beide partijen versnellen dan kan misschien nog iets goeds er uit ont staan. Het Britsche volk is niet ongevoelig voor groote idealen. De Indische volkeren hebben een oude geschiedénis en onzelfzuch tige en edele instincten. De toestand in Engeland ontwikkelt zich. Zooals reeds eenigen tijd geleden gemeld werd, zou Ben Turner, de minister van het Mijnwezen, aftreden, daar hij zijn tijd ten volle wenscht te wijden aan zijn vakvereeni- gingswerk. Hij heeft zijn ontslag bij Ramsay MacDonald inderdaad ingediend. Bovendien nemen de geruchten, welke na het aftreden van Mosley de ronde deden over verdere wij zigingen in het kabinet, een vasten vorm aan. Het lijdt weinig twijfel dat Thomas zal terugkeeren naar het ministerie voor de do minions, dat hij in het eerste Labour-kabi- net van 1924 ook bekleedde Lord Passfield. die op het oogenblik zoowel Dominions als Koloniën heeft, zou dan alleen minister van Koloniën blijven, aldus de Tel. Op deze wijze zal aan Thomas de voornaamste taak ten deel vallen bij de komende rijksconferentie. Hij zal echter nauw verbonden blijven met het werkloosheidsvraagstuk, dat nu behan deld zal worden door een kabinetscommissie waarvan de premier voorzitter zal zijn en Thomas een der leden. Thomas' opvolger als Lord Privy Seal zal. naar men aanneemt, Hartsborn zijn, die, nu het werk der Simon-commissie ten einde is, in staat is een post in het kabinet in te ne men. Algemeen gelooft men, dat Buxton zal af treden als minister van Landbouw, nu hij tot peer is verheven en dus naar het Hoo- gerhuis gaat. Het landbouwvraagstuk is zoo zeer op den voorgrond gekomen door het voorstel van Lloyd George om hierbij samen te werken en door de campagne, die de con servatieven zullen beginnen, dat het onmo gelijk wordt geacht, dat de verantwoorde lijke minister niet in het Lagerhuis zou kun nen spreken. Waarschijnlijk zal dr. Addison Buxton opvolgen. Het Chineesche oorlogs- tooneel. Uit Saigon wordt gemeld, dat zich gisteren weer ernstige incidenten hebben voorgedaan. Een groep van 700 betoogers wilden in ge sloten gelederen naar het ten Noord-Westen van Saigon gelegen Vinh Long opmarchee- ren. Een afdeeling van 1500 soldaten werd gezonden om de betooging te beletten. Aan het hoofd van den stoet liepen vrouwen en kinderen die, naar gemeld wordt, roode vlag gen met de sovjet-ster zouden hebben ge dragen. Toen aan het bevel, om den stoet te ontbinden, geen gevolg werd gegeven, dre ven de militairen de betoogers uiteen, waar bij velen in een aan den weg grenzend moe ras terecht kwamen. Naar men kon consta- teeren werden echter allen gered. Er werden 120 personen gearresteerd, waarvan nader hand weer 40 werden losgelaten. Men hield 50 personen in hechtenis. LONDEN. 3 Juni (N.T.A.) Blijkens een be richt uit Peking, zouden bij Kweilo de Noor delijken 500 man van de tegenpartij hebben gevangen genomen. Bovendien maakten zij 29.000 geweren buit, 18 machinegeweren en i2 gevechtsvliegtuigen, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Stotzuigerhuis MAERTENS Barteljorisstr. 16 Tel. No. 10756 Alle merken Stofzuigers TSJANGSA, 3 Juni. (Reuter). Ten Zuiden en Westen van Tsjangsa zijn gevechten be gonnen tusschen de troepen uit Honan en communisten, die zich zelf de „ironsides" noemen en die in opmarsch zijn uit Wwangsi naar Hankou om daar den „christen-gene raal" Ten-Ju-siang te gaan bijstaan, die zich met Jen Ji-sjan heeft vereenigd tegen Tsjiang Kai-sjek en de nationalistische re geering te Nanking. Men verwacht dat de „ironsides" een be langrijken invloed zullen hebben op den toe stand, die op het oogenblik wat was vastge- loopen, daar de nationalistische regeering niet bij machte is spoed te zetten achter de krijgsoperaties in Noord-Honan. De regeeringscrisis in Stockholm. De koning heeft den liberalen oud-premier B G. Ekman met de vorming van het nieu we kabinet belast. De koning heeft op de noodzakelijkheid gewezen, dat de nieuwe re geering over een zoo groot mogelijke meer derheid in het parlement beschikt. Staking in de Engelsche wol-industrie. De stemming onder de Engelsche vakver- eenigingen in de wolindustrie over opheffing of voortzetting van de werkstaking is ten gunste van voortzetting der staking uitge vallen. Zes leidende vakvereenigingen heb ben aan de stemming deelgenomen en circa 67.3 pet. van haar leden hebben zich tot dusver uitgesproken voor voortzetting der staking. Andere vakvereenigingen die niet aan de stemming hebben deelgenomen, heb ban zich intusschen met het resultaat der beslissing accoord verklaard, aldus de N.R.C. Of de staking succes zal hebben, moet echter nog steeds worden betwijfeld. EEN STOOMSCHIP GEZONKEN. DE BEMANNING OMGEKOMEN? BOGOTA, 3 Juni (Reuter). Het stoom schip „Goenaga" is gisteren op de Magda- Ienarivier nabij Teneriffe in brand geraakt na een ontploffing. Kort daarop ïs het schip gezonken en men vreest dat een groot aan tal passagiers om het leven zijn gekomen. HEVIGE BOSCHBRANDEN IN ONTARIO. VIJF KOLONISTEN VERBRAND? PORT ARTHUR (Ontario) 3 Juni. (Reu ter). Men vreest dat 5 kolonisten in de vlam men zijn omgekomen, tengevolge van de he vige boschbranden, welke in verschillende deelen van Ontario heerschen en vooral groote verwoestingen aanrichten langs den noordelijken oevér van het Bovenmeer en reeds de buitenwijken van Port Arthur be dreigen. Ruim 600 mannen zijn bezig te trachten het vuur te blusschen. BOTSING MET COMMUNISTI SCHE BETOOGERS. PARIJS, 3 Juni (B. T. A.) De „Matin" meldt. d.d. gisteren uit Saigon: Een colonne van 700 betoogers heeft zich op weg begeven naar Vinh Long, een plaats op 130 K.M. ten zuidwesten van Saigon. De bestuurder van Vinh Long trok met 15 mili ciens den stoet tegemoet. Daar aan het hoofd van den optocht vrouwen en kinderen liepen, die communistische insignes droegen, verzocht de bestuurder aan de betoogers uiteen te gaan Het gros van de colonne bleef echter opdringen, waarop de miliciens de betoogers met hun geweerkolven uiteen dreven, waarop de bende zich in de omlig gende velden verspreidde. Niemand werd gewond. Er werden 120 personen gearresteerd doch slechts 50 arrestaties bleven gehand haafd. Thans is de rust teruggekeerd. Onder de gearresteerde personen bevinden zich be kende agitators, die reeds eenige malen ver oordeeld zijn. WOENSDAG 4 JUNI Remonstrantenhuis. Vereeniging van Sph ritisten: „Wetenschap en Religie". Propagan- da-lezing. Restaurant Brinkmann. N.V. Kon. fabriek van rijtuigen en spoorwagens J. J. Beynes. Aandeelhoudersvergadering. 12 uur v.m. Palace: „Het Meisje van de Straat", en „In China bij de Chineezen". Tooneel. Brucks and Brocks. 2.30 en 8-15 uur. Luxor-Theater. „De Prinses van het Luna park" en „De dood voor oogen". Tooneel: Duo Sereno. 2.30 en 8 15 uur. Rembrandt Theater: .Die fidele Herren part ie (Potverteren). Tooneel: 4 Keaths- 2.30, 7 en 9 15 uur. Standaard Theater: „De struikroover" en „Huwelijksreis". Tooneel: Duo Divance. 2.30 en 815 uur. H i 11 e g o m. Gemeenteraadsvergadering. DONDERDAG 5 JUNI Gem. Concertzaal. H. O V. Concert. Solist: J. van Emdcn, piano. 8.15 uur. Groote Kerk. 3—4 uur Orgelbespeling. 8 uur: Kerkconcert Polyhymnia en Kin derkoor. Stadhuis. Gezondheids Commissie. Open bare vergadering. 4.30 uur. Lange Heerenvest 122. N V. Techn. en Luxe Metaalindustrie „Cuprea"; vergadering 11 uur v.m. Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags. toegang vrij. Bioscoopvoorstellingen. H ccmstede. Gemeenteraadsvergade ring. uur, Briand's Memorandum. Toen Briand In September van het vorige jaar eenige uren na afloop van het dejeuner, waaraan hij zijn pleidooi voor een nauwere Europeesche samenwerking gehouden had, de pers te woord stond, deelde hij den jour nalisten mede. dat men hem aan dat noen maal de opdracht had verleend een docu ment op te stellen, dat do 26 andere Euro peesche Regeeringen «leden van den Vol kenbond) in studie moesten nemen, en waar in zij dan de grondingen voor een nieuw overleg dat in September van dit jaar te Genève zou plaats vinden, zouden aantref fen. Op het oogenblik. waarop Briand het over deze werktaak had. zag ik zijn collega Loucheur de wenkbrauwen fronsen en een lichte, blijkbaar wanhoop uitdrukkende, handbeweging maken. En inderdaad, het bleek mij weldra, dat deze warme vriend van de Pan-Europeeschc gedachte zich zorgen maakte en in een ietwat wanhopigen ge moedstoestand verkeerde. De verklaring hier van was gelegen in het feit. dat hij. naar hij eenigen in zijn nabijheid staanden journa listen toefluisterde, al zag aankomen, wat die opdracht aan Briand feitelijk met zich mee zou brengen: dat hij, Loucheur, het stuk in kwestie moest opstellen, want, zoo voegde hij hieraan ter verklaring van die somber geuite voorspelling toe, als het aankomt op het in elkaar zetten van een vragenlijst of van een Memorandum, dan zie ik mij daar al mee opgescheept, aangezien Briand er nu eenmaal het land aan heeft dergelijk werk te doen. Daar komt hij nooit toe. Wanneer men nu het Memorandum, dat den 17en Mei aan de Regeeringen van de Europeesche Volkenbonds-staten overhan digd is. goed bekijkt, valt het op. dat er juist meer de mentaliteit en de gedachtengang van Briand dan van Loucheur uit spreekt Laatst genoemde toch is bovenal de man. die het hem zoekt in de economische samenwerking, de behoefte daaraan en de invloed, die daar van op de verdere staatkundige ontwikke ling automatisch zou uitgaan. Do Fransche Minister van Buitenlandsche Zaken daar entegen ziet de dingen veel meer van uit een politieken gezichtshoek. Welnu, het staat met zooveel woorden in het alleszins merk waardige stuk te lezen, dat men moet begin nen met zich bij bet streven om tot een organische structuur van Europa te komen, op het staatkundige te richten. Dat alleen kan de grondslag verschaffen voor een ge zond Europeesch economisch beleid. In groote trekken geeft Briand aan, hoe men goed zal doen met te komen tot een werkelijk dusdanige organisatie, dat met eerbiediging zoowel van den Volkenbond eenerzijds als van de souvereiniteit van el- ken staat op zichzelf anderzijds er iets van een Europeesche federatie geschapen zal worden. Met andere woorden, hij neemt het. op voor het denkbeeld, dat wel aangeduid pleegt te worden met de benaming: Pan- Europa. Pan-Europa? Zoo hoor Ik reeds menigen spotgeest vragen, is daar nog behoefte aan, waar het in ons oude werelddeel toch wel beschouwd veel weg heeft van een Europce- schen pan? Daargelaten, dat zulk een ziens wijze, zelfs wanneer men geenszins blind is voor verschillende moeilijkheden en tegen stellingen, die vandaag aan den dag nog te bekennen vallen en somwijlen een vrij be denkelijk karakter aannemen, niet getuigt van een werkelijk rustigen blik op de ver houdingen, zou ik bovendien meenen, dat men met zulke goedkoop? grapjes een zoo ernstige zaak als door niemand minder dan Briand voorgestaan en hij telt in vele landen, o.a in Duitschland. geestverwanten van bcteekenis niet kan afmaken. Het heeft onmiddellijk nadat het Memo randum over een Europeesche federatie het licht zag niet aan stemmen ontbroken van menschen. die met een bepaald merkwaar dige zekerheid do kunst van het voorspelic» meenden te verstaan en die dan wisten te vertellen, dat zoo iets nooit tot stand te bren gen zal zijn. Gelijke profetieën zijn er meer verkondigd. Ik denk aan hen. die. nog geen veertig jaar geleden de meening van het toenmalig Duitsche Rijksdaglid Dr. Max Hirsch deelden, dat een Duitsche Regeering nooit een voorstel tot oprichting van een permanent internationaal gerechtshof zelfs maar ln overweging zou kunnen nemen. Er was namelijk op een in 1894 in Den Haag gehouden bijeenkomst van de Interparlemon talre Unie voor zulk een Instelling geijverd. De bekende pacifist Passy voegde toen Dr. Hirsch toe. dat nog nooit een groote verbete ring. in het algemeen, dat nimmer iets nieuws tot stand gekomen was. waarvan aanvankelijk niet werd gezegd, dat het nooit zou kunnen gebeuren. Vandaag aan den dag behoort Duitschland tot die landen, welke zelfs de verplichte rechtspraak van het Per manente Hof van Internationale Justitie hebben aanvaard! Toen om een ander voorbeeld te nemen in 1864 een Amerikaansch burger Presi dent Lincoln het middel van arbitrage door een onpartijdige rechtbank aanprees in een in die dagen hoogst ernstig geschil tusschen Amerika en Engeland, zeide Lincoln: „een heel lief denkbeeld, maar niet uitvoerbaar, nu wij nog zoover van het duizendjarig rijk af zijn". Zeven jaar later kwam de recht bank er! Trouwens, hoe Is er niet door heel wat betweters tegenover de kampioenen van de Volkenbondsgedachte beweerd, dat zoo iets onmogelijk was. De nuchtere hedendaag- sche werkelijkheid is daar om te bewijzen, dat ook in dit- geval de menschen van het: „dat-kan-nooit" de plank faliekant missloe gen. En dus? Wil men beweren, dat de door Briand ontwikkelde denkbeelden hier en daar nadere preciseering eischen, dat het geen hij voorstaat niet van heden op mor gen te verwezenlijken zal zijn. best. Maar men bega vooral niet de domheid te beweren, dat er nooit of te nimmer van een Europee sche Federatie sprake zou kunnen wezen. In tegendeel, het Is aller plicht zeer ernstig het betreffende Memorandum in studie te ne men. Dat moeten de Regeeringen doen, maar dat ligt zeer zeker ook op den weg van al die genen. die op hun Regeeringen en dus op dier gedelegeerden naar Genève eenigen in vloed kunnen uitoefenen. Zoo wensch ik dus de Kamercommissie voor Buitenlandsche Za ken van ganscher harte een nuttigen studie tijd toe. opdat Minister Beclaerts. voor hij de reis naar de Volkenbondsstad onderneemt, waar hij Immers ook ter Europeesche confe rentie aanwezig zal zijn, zal weten, hoe ge noemde commissie, welke de verschillende partijen in ons Lagerhuis representeert, over Briand's plan en over de manier, waarop men thans verder te werk zal moeten gaan, denkt. Dr. E. v. RAALTE. Beren. Mogelijk weet u niet, dat we hier in Hol land nog beren hebben, echte groote, logge, bruine beren op zachte sjokvoeten, met een spitse snuit en scherpe klauwen. Om u de waarheid te zeggen had ik ook steeds ge dacht, dat ze uitgestorven waren en als )k me niet vergis, vertellen alle dierkundoboe- ken die grove onwaarheid ook. Ik begrijp niet, hoe iemand, die toch studie van zijn onderwerp gemaakt moet hebben, zich zoo kan vergissen. Want ik. die toch maar een leek ben. kwam er gisteravond, op eens, zoo maar, één tegen, en het lijkt me toe, dat iemand, die werkelijk een degelijk onder zoek instelt in de bosschen van Holland, ze bij dozijnen moet aantreffen. Ik liep dan gisteravond tegen dat het don ker werd. met een klein meisje van zes door een donkere, breede laan met hooge boomen en geheimzinnig ritselend struikgewas aan den kant en natuurlijk zag Emmie hem het eerst. Daar zijn kinderen kinderen voor. Ze zien altijd de dingen, die een groot mensch gedachteloos voorbij gaat. Het zou best mo gelijk zijn geweest dat ik. dom groot mensch mij ongewapend en zonder de minste arg waan in die donkere, duistere laan gewaagd had, waar achter een boom een reusachtige bruine beer ons af stond te wachten. Ik was den koning te rijk, dat ik Emmie bij mij had. Want zij zag opeens een grooten harigen poot achter den boom uitsteken, en ze greep mij bij mijn arm, en sleepte mij. gillend van angstig plezier mee. Een eind verder, achter een grooton beuk, stelden wij ons op, en gluurden alle twee voorzichtig ieder aan een kant om den stam heen om te zien, wat het afschuwelijke dier in den zin had. We zagen niets- Dat duurde een paar minuten, en toen opeens Emmie klapte net bijtijds haar hand voor haar mond. anders zou ze hardop gegild hebben i zagen we hem! Hij sloop heel voorzichtig zoo voor zichtig, dat we zelfs het kraken van de dor re bladen niet hoorden, dwars over de laan heen, naar een boom, die een beetje dichter bij de onze stond dan de vorige. Hij had ons gezien! Hoe moesten we er in 's hemelsnaam het leven afbrengen' En Emmie, die om half acht in bed moest liggen! Radeloos keken we elkaar aan. Wat moesten we doen? Em mie greep mijn arm en begon op heftig fluisterenden toon een plan te ontwerpen om den beer om den tuin te leiden en toen ik het na veel geheimzinnig gedoe volko men begrepen had. begonnen we aan de uit voering ervan. Onze eenige kans was nog om het beest onverwachts voorbij te hollen, en om dat te kunnen doen moesten we eerst zorgen, dat we heel dicht bij hem waren, en het dan opeens langs hem heen! hoe griezelig het ook was! op een hollen zet ten Ik wil u wel zeggen, dat we daar ln het steeds dieper wordende donker, waarin we onzen vijand ternauwernood meer konden onderscheiden, een vreeselijk half uurtje hebben doorgebracht! Onze harten klopten ln onzen keel van angst, Emmie kneep mijn hand zoo hard, dat ik het wel had willen uit gillen van de pijn. mijn hoed was In een boomtak blijven hangen en Emmie's mutsje wapperde van haar hoofd tot vlak voor de voeten van het monster, toen we eindelijk, met den moed der wanhoop, onze kans waagden. Op een tecken van Emmie vlogen '4* met een geweldigen aanloop, hijgend en met bonzende harten, langs den boom. waar achter dc beer ons stond te beloeren, en toen we vlak bij hem waren, konden we zijn oogeit zien glinsteren en het geluid hooren van zijn ruwen tong, waarmee hij voortdurend lek kerbekkend langs zijn snoet streek! Maar het lukte! We hoorden wel, heel ver achter ons, een woedend gegrom, maar we keken niet op of om, voor we veilig en wel heelemaal aan het andere einde van de laan waren Toen dorsten we het erop wagen. Een heel eind verder stond de beer nijdig to brommen, en ik zag hoe hij met zijn opgeheven bruinen poot een dreigend gebaar naar ons maakte. Maar wc voelden ons zoo veilig, dat we het ondier schaterend uitlachten, en dat Emmie uitdagend haar kleine, spitse, roode tong te gen hem uitstak en hem uitsliepte Zooeven kwam Emmie bij me en ze heeft ernstig onderzocht of ik van den doorslanen angst en schrik geen grijze haren had ge kregen. En lk ben niet zoo goed of zoo kwaad of ik moet met haar mee om naar het hol van den beer te gaan zoeken. Emmie zegt, dat het zonder cenig gevaar is, want dat beren overdag altijd slapen. Dat Is het allerprettigste van de beren, waarmee kleine meisjes met een groote ver beelding de bosschen bevolken: zo loeren achter boomen en grommen Je lekkcbaar- dend aan, als Je net zoo'n verschrlkkelijken zin in een griezelig avontuur had, en als het Je beter uitkomt om ze overdag te laten sla pen. omdat die groote menschen ook altijd zoo vreeselijk bang zijn, dan laat je ze sla pen. Waarvoor heb Je anders Je fantasie ge kregen? W. T. Als Haarlem's Dagblad niet in Haarlem en Omstreken de algcmecne Huisvriend was, zou dit dagblad niet meer dan 18.500 abennés hebben. Hieruit volgt, dat wie nog niet op Haarlem's Dagblad geabon neerd was, zichzelf te kort doet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5