TJthkadds Toffies.
STADSNIEUWS
Dames
Kinder
GERRY RICKEBERG
Eerst
kijken
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 13 JUNI 1930
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
UIT HET JAARVERSLAG.
In druk is versohenen het jaarverslag over
1929 van de Kamer van Koophandel en fa
brieken voor Kaarlom en omstreken, een
boekwerk van bijna 100 pagina's.
Uitvoerig wordt medegedeeld welke han
delingen de Kamer in het afgeloopen jaar
heeft verricht. Daarvan hebben onze lezers
reeds kennis genomen uit de verslagen die
wij steeds geven over de vergaderingen der
Kamer.
Verder is opgenomen een uitvoerig verslag
van den toestand van handel en nijverheid
ln 1929.
Daaraan ontleenen wij:
In de rubberindustrie viel een verminde
ring van export waar te nemen, terwijl de
binnenlandsche omzet steeg.
De verfindustrie had aanvankelijk sterk
te lijden onder de lange vorstperiole, maar
de ach tem tand werd later ingehaald.
De zeepindustrie had, niettegenstaande
invoer uit het buitenland en binnenlandsche
concurrentie, gesteund door het cadeaustel
sel, het geheele jaar behoorlijk werk.
De boekdrukkerijen waren het geheele jaar
vrij goed bezet met orders, het tweede half
jaar kenmerkte zich door een gestadige
drukte. Van werkloosheid was weinig sprake.
Door zware concurentie waren de commer-
clecle uitkomsten in vele gevallen niet be
vredigend.
Voor de lettergieterijen en dhemigrafie
was voldoende werk.
In dc machincafdecling had men tamelijk
goed loonendc ppdrachten.
In Juli en Augustus was het slap, toen
moest personeel ontslagen worden.
De rijtuig- en spoorwagensfabricage kon
tengevolge van geregeld voldoende opdrach
ten in behoorlijke mate in gang gehouden
worden. Enkele bestellingen moesten tegen
onvoldoende prijzen aanvaard worden. Bij
het einde van het jaar waren nog orders van
flinken omvang onder handen.
De bedrijfsresultaten van de scheepsbouw -
nijverheid waren niet in overeenstemming
met den omvang der productie wegens de
lage prijzen die bedongen konden worden. Een
onderneming moest door slapte het perso
neel verminderen.
Het hoogovenbedrijf produceerde 256.479
ton ruw ijzer, ln Nederland werd 57.622 ton
verkocht. De markt voor ruw ijzer verbeter
de belangrijk.
De ijzergieterij leed onder de depressie in
de metaalindustrie. De Haarlemsche onder
neming had evenwel belangrijke plaatselijke
orders.
De toestand In de broodfabricage was al
gemeen gunstig.
In de cacao- en chocoladefabrieken heeft
de toestand zich niet onbevredigend ont
wikkeld, hoewel het exportgebied slechts
met veel inspanning veroverd en behouden
kon worden. Gevreesd wordt dat de export
naar de Vereen. Staten tengevolge van de
verhoogde invoerrechten zeer zal worden be
lemmerd.
In de margarinefabrieken bewoog de om
zet, zich ln stijgende lijn.
De geldelijke uitkomsten van de suikerin
dustrie zijn onbevredigend.
In de sigarenindustrie kon. de vorstperiode
uitgezonderd, het geheele jaar op volle
kracht worden gewerkt. De tabakskerverij
leed door het toenemen van het cigaret-roo-
ken en het afnemende tabakrooken.
De industrie van wijn en likeuren was be
vredigend.
In dc kalkzandstecnindustrle was de toe
stand in het begin van het jaar door de
lage prijzen minder gunstig.
Van April tot Augustus stegen de prijzen
in verband met de tentoonstellingswerkzaam
heden in België. Daarna daalden de prijzen
weer. De kousen- en handschoenenfabricage
bereikte slechts met dc uiterste inspanning
commercieele uitkomsten.
In de papiernijverheid was de toestand to-
melijk bevredigend.
De ijsfabrieken hadden bevredigende re
sultaten.
In het bouwbedrijf is sedert 1928 weinig
verandering gekomen. De eerste lentemaan
den gaven drukte en bedrijvigheid, maar dat
was weer gauw afgeloopen. Toen kwam weer
schaarschte aan werk.
De industrie voor centrale verwarming had
veel opdrachten.
In het eiectrotechnisdh bedrijf was gere
geld werk, alleen in het najaar was er eenige
slapte.
In het meubileerings- en behangersbedrijf
waren de uitkomsten beter dan in 1923.
Bevredigend werd de toestand in het lood
gieters- en fittersbedrijf genoemd.
Dp opleving van het schildersbedrijf, in
1928 geconstateerd, heeft zich in 1929 voort
gezet. In het algemeen was de toestand gun
stig.
Het smidsbedrijf was bevredigend.
De geldmarkt hier te lande heeft ondanks
de geweldige crisis, die den effectenhandel
in October en November teisterde, wederom
teekencn van merkwaardige stabiliteit gege
ven. In het gebied van de Kamer bleef de
toestand van het bankwezen gunstig.
De toestand in het bloembollenbediijf was
gezond.
De zaken van de visscherij in IJmuiden lie
pen in 1929 gunstig.
Het jaar 1929 was voor den graanhandel
in het algemeen ongunstig.
In den kaashandel namen omzet en export
toe.
Omtrent den handel in automobielen en
zijn resultaten loopen de meeningen uiteen.
2/3 der ondernemingen zijn evenwel tevre
den.
De brandstoffenhandel bloeide door den
langen winter.
In den houthandel was de toestand ook
dit jaar niet rooskleurig.
De handel in kruidenierswaren lijdt onder
het te veel aan winkels.
De handel in manufacturen was gunstig,
de bedrijfsresultaten waren beter dan die
over 1928.
In den schoenhandel was de toestand niet
onbevredigend.
De vleeschhouwerijen hadden Iets betere
bedrijfsresultaten dan over 1928.
De resultaten van de kleermakerijen wa
ren iets beter dan over 1928. Het nemen van
abonnementen voor kleeding komt weer
meer in zwang.
In de heeren-modeartikelen worden elk
jaar betere zaken gedaan.
In dames-modeartikelen ging de omzet
niet achteruit.
De verkoop van huishoudelijke artikelen
was vrij gunstig.
De vraag naar ijzerwaren beperkte zieli tot
de allergoedkoopste soorten. De verkoop van
gereedschappen nam af.
In den boekhandel was men tevreden.
SCHOUWBURG „JANSWEG".
Op Zaterdag 14 en Zondag 15 Juni zullen
in bovengenoemden schouwburg nog twee
opvoeringen plaats vinden van de bekende
operette „Rose Marie". Evenals bij de vorige
opvoeringen worden de hoofdrollen vervuld
door de dames: Lilly Cassani, Emmy Eme-
rants, Ans Poppes en Annie Sluyters en de
heeren: George du Brée, Deef Goubltz, Ferry
de Rooy en Louis Oorthuis.
Gezien het succes der voorafgaande voor
stellingen twijfelt de directie er niet aan dat
een talrijk publiek deze laatste twee voorstel
lingen zal bijwonen.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN k 60 Cts. per regel.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
i 60. Ct*. per regel.
FEUILLETON
HET RAADSEL VAN DE DACLA
door
G. PANSTINGL.
34)
Hij verdween in een aangrenzend huis.
Li-Sung en Pcdro zagen hem den wagen
neerzetten, maar kwamen te laat, om in het
zijstraatje nog iets van hem te zien. Hij was
hun ontglipt. Natuurlijk beteekende dit niet
al te veel. De nabijheid van de Yellow Cat
zei immers duidelijk genoeg, waar Soesjin
heengegaan was, maar het zou tóch een zeer
groot voordeel geweest zijn, te weten te
komen, langs welke wegen hij deze club be
reiken kon.
Soesjin schreed door de vertrekken, die
het troostelooze beeld toonden van een
nachtclub by dag. Het beeld dat de En
gelschman met de veelzeggende woorden
kenmerkt,On the day after the nigh:
before".
Het was ongeveer elf uur 's morgens. Nog
steeds hing de weec rooklucht in de ver
trekken. Op de tafels lagen bevlekte lakens
verkreukte servetten en etensresten. In de
champagne-emmers zwommen leege fles»
schen. óp het podium van het orkestje was
oen gewirwar van stoelen, standaards, instru
menten en glazen. Over een stoel hing een
vergeten kanten shawl en door de reten van
de gesloten gordijnen drongen voldoende
lichtstralen, om dit onaantrekkelijke beeld te
verlichten.
Nergens was een teeken van leven te be
speuren. De Yellow Cat ontwaakte eerst later
om zich opnieuw voor den avond op te
tuigen. Scesjins eerste gang was naar de
keuken. Hij scheen het huis goed te kennen
en ging er direct naar toe. Bijna was van
schrik de bezem uit de hand van de werk
vrouw gevallen, toen de gele Mongool met
de flikkerende oogen voor haar opdook. Zij
begreep niet. waar hij zoo plotseling vandaan
kwam. De leveranciers van ae dagelijksche
gebruiksartikelen, zooals vleesch. groenten,
dranken en dergelijke belden aan de achter
deur en zoo lang ze hier werkte, was zij nog
nooit in huis een vreemde tegengekomen.
„Waar zijn Sokoloff en Pierre?' beet
Soesjin haar toe.
„Ze slapen nog. Ik mag ze niet voor twee
uur roepen".
„Ga ze oogenblikkelijk wekken! Zeg hun,
dat ze moeten opstaan en zich kleeden!"
Ontsteld maakte de vrouw dat ze weg
kwam. Ze wist niet goed. wat ze doen moest.
Noch Sokoloff, de maitre de plaisier en gé
rant van de Yellow Cat, noch Pierre, de
Franschman. die zoo sterk was als een leeuw
en 's avonds als portier dienst deed, waren
menschen, die ze graag te vrwg uit hun slaap
wekte. Maar de kerel in de keuken was te
energiek opgetreden. Dralend sloop de vrouw
naar boven.
Iniusschen deed Soesjin iets heel eigen
aardigs. Hij pakte een arm vol brandhout
en wierp dat in het kachelvuur. Hij opende
het onderste deurtje van de kachel zoo ver
mogelijk. Daarna haalde hij tusschen zijn
hemd en zijn vest een boekje te voorschijn,
legde het in den oven en sloot dien af. Het
vuur vlamde snel op. Soesjin wierp er op
nieuw hout bij en wachtte.
Onderwijl had de werkvrouw boven aan
beide deuren geklopt. Het eenige antwoord
dat ze kreeg, was een Russische vloek van
Sokoloff en een Fransche van Pierre. Wei
AMSTERDAM. UTRECHT.
Nieuwendijk 225/229. Oude Gracht 151
EEN POLITIE AGENT ALS
VERDACHTE.
BOETE VAN ƒ25.— GEëlSCHT.
Op Zaterdag 29 Maart eischte de 21-jarige
H. Klok. haringvisscher te IJmuiden, toer
gang tot het publicatiebord in de vischhal
aldaar. De halpoiitie weigerde hem toe te
laten; er ontstond een woordenwisseling en
de politicman J. G. K. maakte van den
gummistok gebruik. Klok diende hierop een
aanklacht wegens mishandeling in tegen den
agent J. G. K.
Deze zaak werd Donderdagmiddag voor
de Haarlemsche Rechtbank behandeld.
De agent was beschuldigd. Klok drie sla
gen op het hoofd toegebracht te hebben.
Verdachte erkende slechts één klap met den
gummistok op Klok's achterhoofd en schou
der.
Verschillende getuigen werden gehoord.
De heer F. J. H. Schneiders, Directeur van
het Staats-Visschershavenbedrijf te IJmui
den, verklaarde dat het deurtje, waardoor
Klok de hal had willen binnengaan, bestemd
is voor het personeel, maar het blijft na de
sluiting van de hal open, om aan belangheb
benden de gelegenheid te geven, binnen te
gaan en het publicatiebord te lezen. De po
liticbeambten, die de wacht in de hal heb
ben, zijn geheel verantwoordelijk voor de
goede orde daar. Zij hebben het recht, aan
personen, die naar hun oordeel niet in de
hal moeten worden toegelaten, den toegang
te weigeren.
Een havenknecht, hierna gehoord, zeide,
dat hij had gezien dat Klok lastig was en
naar binnen wilde.
Getuige H. Klok verklaarde dat hij met
eenige vrienden door een deurtje de hal
wilde binnengaan, om te zien hoeveel traw
lers er binnen waren. De politie wilde hem
niet toelaten. Getuige kreeg duwen van ver
dachte en diens chef Brunting. Hij greep
den agent K. bij den arm en vroeg zijn
naam. Op een vraag van den president ant
woordde getuige, dat hij onder eede durfde
te verklaren, verdachte geen stomp te heb
ben gegeven. Hij heeft wel zelf drie slagen
op het hoofd ontvangen.
De verdediger Mr. Dr. J. de Vrieze, te Am
sterdam, trachtte den getuige te doen ver
klaren, welke aanleiding verdachte kon heb
ben gehad, hem 3 slagen ,op het hoofd te ge
ven.
„Dat Is nu voor mij óók de vraag", ant
woordde getuige.
Hierna kreeg de verdachte gelegenheid,
zijn lezing van het geval te geven.
Hij was om ongeveer 11 uur met J. Brun
ting, zijn chef, bij de hal gekomen, om con
trole te oefenen in en bij de hal. Zij hoorden
toen een troepje jonge mannen schreeuwen
en tieren en Brunting beval den jongelui,
zich stil te houden. Eén van de jongens is
toen de hal binnengegaan en Klok wilde
hem volgen. Hij werd evenwel door Brun
ting teruggeduwd, tweemaal zelfs. Toen zei
Brunting t.ot verdachte: „Houd jij dezen
(Klok) er uit, dan zal ik den ander verwij
deren".
Verdachte heeft daarop Klok. die in het
deurtje stond, eenige malen teruggeduwd,
waarop Klok hem op de borst stompte, hem
beetgreep en riep: „Ik moet jouw naam
hebben!" „Daar heb je niets mee noo-
dig!" zei verdachte, „laat me los!" Maar
Klok bleef den agent vasthouden. Toen heeft
verdachte den jongen man één klap met
den gummistok gegeven over achterhoofd en
schouder. Brunting wilde de jongelieden niet
in de hal hebben omdat zij de groep vorm
den, die in de buurt van de hal even te vo
ren luidruchtig was geweest.
De 21-jarige vischhandelaar, die vóór Klok
de hal was binnengegaan, verklaarde dat
hij noch Klok veel gedronken hadden vóór
11 uur. Het informeeren aan de hal op Za
terdagavond is heel gewoon en werd ook al
tijd toegelaten. Getuige heeft gezien dat
verd. Klok sloeg, zonder dat deze iets deed
en is toen met zijn kameraad heengegaan.
Een ander vischhandelaar zeide, dat wel
meer menschen zoo laat bij de hal gezien
worden.
Een autobushouder te Noordwijk aan Zee
was dien Zaterdagavond met een auto bij
de hal. Verdachte en zijn kameraden waren
„gewoon, net als ik", verklaarde hij. Van
„onder den invloed zijn" was niets bij hem
te bespeuren. Waarom zij uit de hal geweerd
werden, weet get. niet. Hij heeft verdachte
hooren zeggen: „Is dat gebl.... nu uit?" en
gezien dat Klok drie klappen van verd.
kreeg. Dat Klok den agent beet greep, heeft
get. niet gezien.
Een opperman, als getuige gehoord, meen
de dat er voor verdachte geen aanleiding
was, om Klok drie kiappen te geven. Hij
heeft niet gezien, dat Kiok verdachte in de
borst greep. Get. veronderstelt dat Klok
de klappen kreeg toen hij zich omkeerde om
heen te gaan. Getuige heeft gezien dat
Klok, toen hij die klappen kreeg, „fladderde
als een aangeschoten meeuw".
Een volgende getuige, een 24-jarige visch
handelaar. heeft Klok den politieman naar
zijn naam hooren vragen en gezien, dat Klok
van verdachte drie klappen ontving.
De chef van de Politie bij het Rijksvis-
schershavenbedrijf J. Brunting werd ge
hoord als getuige a décharge.
Het optreden van Klok was onbehoorlijk,
verklaarde deze getuige. Als hij dadelijk was
weggegaan, was er niets gebeurd.
..Was er nu aanleiding voor verdachte, er
dadelijk met den gummistok op los te
slaan?" vroeg de President.
„Misschien had ik het zelf ook gedaan!"
antwoordde getuige.
Het O. M. meende dat de mishandeling
vaststond. Er was naar het inzien van het
O. M. hier geen reden, om zóó straf op te
treden. Het optreden van verdachte is zeer
ontactvol geweest. Men had hier niet te doen
met een stelletje dronkaards. Spr. wilde in
aanmerking nemen dat verdachte nog jong
en niet lang bij de politie is. De eisch luidde:
f 25 boete of 15 dagen.
De verdediger, Mr. De Vrieze, zeide dat
verschillende getuigen óf zeer slecht hebben
gezien of waargenomen, óf moedwillig iets
verzwijgen. Klok maakt den indruk van een
haantje-de-voorste. Is aan te nemen, dat de
chef en de agent zich beiden maar als
krankzinnigen hebben gedragen zonder
eenige aanleiding?
Een politiedienaar wordt in dezen tijd ge
leerd dat hij niet in het publiek met zich
moet laten spelen. De jongen wist zeer
goed, waarom hij geweigerd werd. Al zijn
gevraag was niets dan pesterij. Wat hij wil
de weten omtrent de trawlers, had hij even
goed kunnen vragen aan den eersten den
besten, die uit de hal kwam.
De havenknecht heeft hier ook verklaard,
dat Klok brutaal optrad. De agent heeft zijn
wapen om zich te verdedigen. PI. maakt zich
stork, dat elke Amsterdamsche politieman
het optreden van verdachte zal goedkeuren.
De politie moet nu eenmaal gehoorzaamd
worden. Als Klok deze les uit dit geval ont
houdt, dan heeft hij slagen met i*ente.
Maar aangenomen dat de agent iets te
ver is gegaan, is er dan nog reden het
blanco strafregister van dezen verdachte te
veranderen in een niet-blanco? In 't oog
moet nog worden gehouden dat nergens
staat voorgeschreven, dat een agent met het
handhaven van zijn prestige moet wachten
tot het uiterste oogenblik.
PI. concludeerde tot vrijspraak, subsidiair
ontslag van rechtsvervolging.
Na re- en dupliek van het O. M. en plei
ter werd de uitspraak bepaald op Donderdag
26 Juni a.s.
ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL.
Woensdagmiddag ongeveer 1 uur is een
met kokende stroop gevulde kuip in de
stroopfabriek van de firma D. W. M. en Co.
te Gorinchem gesprongen. De arbeider A. de
Bie kreeg een gedeelte van den inhoud over
het lichaam en heeft ernstige brandwonden
aan armen en beenen opgeloopen. Per bran
card is hij naar het ziekenhuis vervoerd. Zijn
toestand is ernstig.
J. J. G. BARON VAN VOORST TOT VOORST.
De toestand van den te Gorssel verpleegd
wordende luitenant-generaal J. J. G. baron
van Voorst Jot Voorst, oud-voorzitter der
Eerste Kamer, is langzaam vooruitgaande.
Het wordt echter op het oogenblik minder
gewenscht geacht, dat de patiënt bezoek ont
vangt.
OUDE VROUW VERBRAND.
Te Dordrecht is Donderdagmiddag een 75-
jarige bewoonster van den Noordendijk met
de vlam van een gastoestel in aanraking ge
komen, aldus het Hbld. Zij bekwam zooda
nige brandwonden over de geheele voorzijde
van het lichaam, dat zij in hopeloozen toe
stand naar het gemeenteziekenhuis is ver
voerd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
DE PRECARIO-RECHTEN.
HOE BETALING WORDT VERMEDEN
Toen B. en W. verleden jaar een voorstel
indienden tot herziening van de Precario
rechten, hebben wij er op gewezen, dat in
verschillende gevallen de wijziging tevens
ook verhooging beteekende De belang
hebbenden hebben aan die waarschuwing
blijkbaar geen volle aandacht geschonken.
Toen het op betaling aankwam, was het voor
dat loopende jaar te laat. In het onlangs ver
schenen jaarverslag van de Middenstands
centrale voor Haarlem en omstreken werd
geschreven:
„Haarlem's Dagblad blijkt thans volkomen
„gelijk te hebben gehad met zijn krachtige
„actie tegen de voorgestelde wijzigingen,
„want het blijkt nu, dat onze Middenstanders
„aanslagbiljetten hebben ontvangen, waarbij
„hun aanslagen het twee-, drie-, vier-, vij'-,
„zesvoudige en meer bedragen dan vroeger".
Vooral zonneschermen zijn nu zwaar be
last als daarop een reclame voor den winke
lier geschilderd is. Al naar grootte moet voor
zoo'n scherm betaald worden, niet zelden
zelfs 50 gulden in het jaar.
De belanghebbenden gevoelen blijkbaar
niet veel voor deze belasting-heffing. Van
daar dat gezegd wordt: „dat is ééns, maar
nooit meer". Het gevolg ls. dat in de afgeloo
pen maanden menig schilder een daggeld
verdiend heeft om de reclames op zonne
schermen onder een verflaag te verstoppen.
Ook worden vele reclame-borden van ge
vels verwijderd en vervangen door op den
muur geschilderde reclames, die onbelast
zijn.
Door de verhoogingen heeft de gemeente
blijkbaar de kip geslacht die gouden eieren
legde, want de Prccario-heffingen'zullen in
1930 vermoedelijk heel wat minder opbren
gen dan in 1929.
VREEMD GEVAL.
De Daily News and Chronicle vermeldt het
volgende bijzondere „Geval van den Dag".
„Een jonge vrouw holde Piccadilly Circus
over. Zij zigzagde door tusschen snelle mo
torbussen en auto's. Plotseling stopte zij,
middenin een verkeersopstopping van tien
tallen auto's en éen vrachtwagen met een
paard er voor, en kreet: „Ik ben bang voor
paarden!"
Misschien is het niet eens zoo'n vreemd
geval Misschien moeten wij het blijde aan
vaarden als verheugend staaltje van het feit.
dat het menschdom zich ten volle aanpast
aan het nieuwe. Dat het oude dan een beetje
schrikaanjagend wordt, als rariteit, is onver
mijdelijk. De Diplodocus, de Ichthyosaurus en
andere diersoorten, waarmee de holbewoners
toch volkomen vertrouwd waren, zouden onze
grootvaders ook al verschrikt hebben als ze
ineens in een verkeersopstopping verschenen
waren. Onze grootvaders vreesden, daaren
tegen, geenszins het Paard...,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
was haar talenkennis beperkt, maar de toon
zei haar genoeg. Ze ging weer naar de keuken
en meldde, dat de heeren niet gestoord wilden
worden.
Wat Soesjin tusschen zijn tanden siste, be
greep ze gelukkig niet.
Toen ging hij echter in het Engelsch door:
..Gooi hout in de kachel, tot ze glooit,
maar blijf er verder met je vingers af, want
anders beleef je wat!"
Toen hij dit gezegd had, snelde hij naar
buiten
De vrouw begreep niet veel van wat hij
gezegd had, maar in elk geval was het min
der gevaarlijk, hout in dc kachel bij te gooien
dan Sokoloff en Picrre te wekken. Dus deed
ze, wat haar gezegd was.
Soesjin ging de grootc zaal binnen, nam
twee volle champagnekoelers en ging daar
mee naar de tweede verdieping. Hij rukte de
deur van Sokoloffs slaapkamer open en liep
naar zijn bed, trok met één greep de dekens
weg en goot den inhoud van 'n emmer over
het hoofd van den slapende. Sokoloff vloog
met een schreeuw van woede overeind, viel
echter van schrik terug, toen hij Soesjin
zag.
Deze donderde hem toe:
..Ik moet je spreken! Kleed je aan en kom
in het kantoor!"
Soesjin wachtte het antwoord niet- af en
ging naar de kamer van Pierre. Daar her
haalde zich hetzelfde tooneel alleen met een
kleine variatie. Pierre sprong ook uit bed.
opende zijn oogen echter niet wijd genoeg,
om te zien, wie voor hem stond, maar sloeg
dadelijk met zijn gebalde vuist naar de ge
daante. Dat kostte de Yellow Cat bijna een
nieuwen champagnekoe Ier: want Soesjin
liet deze op Pierre's hoofd neersuizen. De
koeler kreeg een diepen deuk en Pierre sper
de zijn oogen wijd open. Zijn plotselinge
schrik toonde, welke macht Soesjin over de
menschen van de Yellow Cat had. Pierre
schoot in zijn kleeren.
Soesjin ging weer naar de keuken. Daar
stond de vrouw en wierp nog steeds hout
bij, ofschoon de kachel reeds gloeide. Een fijne
doordringende lucht van verbrand papier
vulde de ruimte. Soesjin snauwde de vrouw
iets toe en zij maakte dat ze weg kwam.
De brandlucht werd sterker. Soesjin maakte
het fornuis open en haalde het boek er
uit
Het knapte van droogheid en was reeds
erg bruin gebrand.
Hij wikkelde het in een schoone keuken,
doek en schoof het weer tusschen vest en
hemd. Daarna ging hij naar de kamer die
tot kantoor van de Yellow Cat was inge
richt.
Sokoloff was er reeds. Juist toen ze gin
gen zitten, kwam ook Pierre binnen.
Pierre was een Parijzenaar. Eigenlijk
heette hij heelemaal niet Pierre, maar in
zijn kringen was het niets ongewoons van
naam te veranderen. Hij was in Parijs een
berucht apache geweest en medeplichtig aan
een reeks misdaden. Sterk, behendig, ruw en
vlug met de vuist, evenals met het mes, had
hij zich in Parijs een gevreesden naam ver
worven. Op een goeden dag werd hij gepakt
doch ontsnapte tijdens het transport van de
eene gevangenis naar de andere. In de on
derwereld bestaan er ook internationale
..connecties". Pierre kreeg een, in de bloem
rijke taal van de misdadigers geschreven aan
bevelingsbrief mee naar Londen. Hij werd
door de Londensche onderwereld een tijdlang
verborgen gehouden, werd door Sokoloff opge
diept en als portier bij de Yellow Cat aan
gesteld. Pierre was daar wel geschikt voor. De
Parijzenaar. zelfs de Parijsche apache, heeft
een natuurlijken aanleg zich gemakkelijk te,
bewegen. Deze eigenschap was bij Pierre nu
wel niet zoo bijzonder ontwikkeld, maar toch
aanwezig. Niettegenstaande zijn rechterarm
eens gebroken was, was hij niet te overtref
fen zoodra het noodig was, bandeloos ge
worden gasten in bedwang te houden. Hij
was lenig en gespierd, en de rumoerigsten
werden door zijn optreden tot bedaren ge»
bracht. Bovendien had hU ook bepaalde
andere karweitjes te vervullen.
Eerst wendde Soesjin zich in het Russisch
tot Sokoio if
„Jij moet eenige van or.ze mannen bij
elkaar scharrelen. De besten, geen stum-
perds! Vóór alles moet Pierre door iemand
anders vervangen worden. Ik heb hem noodig.
Eovendien nog drie of vier anderen en je
auto. Z j moeten mij voortdurend volgen. Ze
zitten me achterna".
Sokoloff floot zachtjes voor zich Iheen.
Maar Soesjin zei minachtend:
„Het is nlec bijzonder gevaarlijk. Nog de
een of andere geschiedenis van daarginds-
Het zijn Chineezcn! Uit Charbln!"
En hij wierp een reep papier op de tafel.
„Die kerels hebben een goed geheugen,
Wladimlr Petrowitsj".
„En ik een kort geduld. Vanavond moet
ik weten, wie zij zijn en waar zij wonen. Er
zijn er twee. Een jonger, van ongeveer zeven»
tien jaar en een v;,n zeven en dertig jaar.
Den oudste kwam ik vandaae als koopman
in spekstecnflguren op straat tegen. Natuur
lijk een vermomming. Jouw mannetjes moeten
hen volgen, zonder dat ze het merken. Zij
zijn in het voordeel: want zij weten vooruit,
waar ik heenga en welken weg ik neem. Zij
kunnen mij dus op tamelijk verren afstand
volgen, zonder te vreezen mij uit het oog
te verliezen.
„Ik zal er Jean en Pierre voor nemen".
(Wordt yeryolgcDj