TJthkadds Toffies. STADSNIEUWS Dames Kinder GERRY RICKEBERG Eerst kijken HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 13 JUNI 1930 KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. UIT HET JAARVERSLAG. In druk is versohenen het jaarverslag over 1929 van de Kamer van Koophandel en fa brieken voor Kaarlom en omstreken, een boekwerk van bijna 100 pagina's. Uitvoerig wordt medegedeeld welke han delingen de Kamer in het afgeloopen jaar heeft verricht. Daarvan hebben onze lezers reeds kennis genomen uit de verslagen die wij steeds geven over de vergaderingen der Kamer. Verder is opgenomen een uitvoerig verslag van den toestand van handel en nijverheid ln 1929. Daaraan ontleenen wij: In de rubberindustrie viel een verminde ring van export waar te nemen, terwijl de binnenlandsche omzet steeg. De verfindustrie had aanvankelijk sterk te lijden onder de lange vorstperiole, maar de ach tem tand werd later ingehaald. De zeepindustrie had, niettegenstaande invoer uit het buitenland en binnenlandsche concurrentie, gesteund door het cadeaustel sel, het geheele jaar behoorlijk werk. De boekdrukkerijen waren het geheele jaar vrij goed bezet met orders, het tweede half jaar kenmerkte zich door een gestadige drukte. Van werkloosheid was weinig sprake. Door zware concurentie waren de commer- clecle uitkomsten in vele gevallen niet be vredigend. Voor de lettergieterijen en dhemigrafie was voldoende werk. In dc machincafdecling had men tamelijk goed loonendc ppdrachten. In Juli en Augustus was het slap, toen moest personeel ontslagen worden. De rijtuig- en spoorwagensfabricage kon tengevolge van geregeld voldoende opdrach ten in behoorlijke mate in gang gehouden worden. Enkele bestellingen moesten tegen onvoldoende prijzen aanvaard worden. Bij het einde van het jaar waren nog orders van flinken omvang onder handen. De bedrijfsresultaten van de scheepsbouw - nijverheid waren niet in overeenstemming met den omvang der productie wegens de lage prijzen die bedongen konden worden. Een onderneming moest door slapte het perso neel verminderen. Het hoogovenbedrijf produceerde 256.479 ton ruw ijzer, ln Nederland werd 57.622 ton verkocht. De markt voor ruw ijzer verbeter de belangrijk. De ijzergieterij leed onder de depressie in de metaalindustrie. De Haarlemsche onder neming had evenwel belangrijke plaatselijke orders. De toestand In de broodfabricage was al gemeen gunstig. In de cacao- en chocoladefabrieken heeft de toestand zich niet onbevredigend ont wikkeld, hoewel het exportgebied slechts met veel inspanning veroverd en behouden kon worden. Gevreesd wordt dat de export naar de Vereen. Staten tengevolge van de verhoogde invoerrechten zeer zal worden be lemmerd. In de margarinefabrieken bewoog de om zet, zich ln stijgende lijn. De geldelijke uitkomsten van de suikerin dustrie zijn onbevredigend. In de sigarenindustrie kon. de vorstperiode uitgezonderd, het geheele jaar op volle kracht worden gewerkt. De tabakskerverij leed door het toenemen van het cigaret-roo- ken en het afnemende tabakrooken. De industrie van wijn en likeuren was be vredigend. In dc kalkzandstecnindustrle was de toe stand in het begin van het jaar door de lage prijzen minder gunstig. Van April tot Augustus stegen de prijzen in verband met de tentoonstellingswerkzaam heden in België. Daarna daalden de prijzen weer. De kousen- en handschoenenfabricage bereikte slechts met dc uiterste inspanning commercieele uitkomsten. In de papiernijverheid was de toestand to- melijk bevredigend. De ijsfabrieken hadden bevredigende re sultaten. In het bouwbedrijf is sedert 1928 weinig verandering gekomen. De eerste lentemaan den gaven drukte en bedrijvigheid, maar dat was weer gauw afgeloopen. Toen kwam weer schaarschte aan werk. De industrie voor centrale verwarming had veel opdrachten. In het eiectrotechnisdh bedrijf was gere geld werk, alleen in het najaar was er eenige slapte. In het meubileerings- en behangersbedrijf waren de uitkomsten beter dan in 1923. Bevredigend werd de toestand in het lood gieters- en fittersbedrijf genoemd. Dp opleving van het schildersbedrijf, in 1928 geconstateerd, heeft zich in 1929 voort gezet. In het algemeen was de toestand gun stig. Het smidsbedrijf was bevredigend. De geldmarkt hier te lande heeft ondanks de geweldige crisis, die den effectenhandel in October en November teisterde, wederom teekencn van merkwaardige stabiliteit gege ven. In het gebied van de Kamer bleef de toestand van het bankwezen gunstig. De toestand in het bloembollenbediijf was gezond. De zaken van de visscherij in IJmuiden lie pen in 1929 gunstig. Het jaar 1929 was voor den graanhandel in het algemeen ongunstig. In den kaashandel namen omzet en export toe. Omtrent den handel in automobielen en zijn resultaten loopen de meeningen uiteen. 2/3 der ondernemingen zijn evenwel tevre den. De brandstoffenhandel bloeide door den langen winter. In den houthandel was de toestand ook dit jaar niet rooskleurig. De handel in kruidenierswaren lijdt onder het te veel aan winkels. De handel in manufacturen was gunstig, de bedrijfsresultaten waren beter dan die over 1928. In den schoenhandel was de toestand niet onbevredigend. De vleeschhouwerijen hadden Iets betere bedrijfsresultaten dan over 1928. De resultaten van de kleermakerijen wa ren iets beter dan over 1928. Het nemen van abonnementen voor kleeding komt weer meer in zwang. In de heeren-modeartikelen worden elk jaar betere zaken gedaan. In dames-modeartikelen ging de omzet niet achteruit. De verkoop van huishoudelijke artikelen was vrij gunstig. De vraag naar ijzerwaren beperkte zieli tot de allergoedkoopste soorten. De verkoop van gereedschappen nam af. In den boekhandel was men tevreden. SCHOUWBURG „JANSWEG". Op Zaterdag 14 en Zondag 15 Juni zullen in bovengenoemden schouwburg nog twee opvoeringen plaats vinden van de bekende operette „Rose Marie". Evenals bij de vorige opvoeringen worden de hoofdrollen vervuld door de dames: Lilly Cassani, Emmy Eme- rants, Ans Poppes en Annie Sluyters en de heeren: George du Brée, Deef Goubltz, Ferry de Rooy en Louis Oorthuis. Gezien het succes der voorafgaande voor stellingen twijfelt de directie er niet aan dat een talrijk publiek deze laatste twee voorstel lingen zal bijwonen. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN k 60 Cts. per regel. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60. Ct*. per regel. FEUILLETON HET RAADSEL VAN DE DACLA door G. PANSTINGL. 34) Hij verdween in een aangrenzend huis. Li-Sung en Pcdro zagen hem den wagen neerzetten, maar kwamen te laat, om in het zijstraatje nog iets van hem te zien. Hij was hun ontglipt. Natuurlijk beteekende dit niet al te veel. De nabijheid van de Yellow Cat zei immers duidelijk genoeg, waar Soesjin heengegaan was, maar het zou tóch een zeer groot voordeel geweest zijn, te weten te komen, langs welke wegen hij deze club be reiken kon. Soesjin schreed door de vertrekken, die het troostelooze beeld toonden van een nachtclub by dag. Het beeld dat de En gelschman met de veelzeggende woorden kenmerkt,On the day after the nigh: before". Het was ongeveer elf uur 's morgens. Nog steeds hing de weec rooklucht in de ver trekken. Op de tafels lagen bevlekte lakens verkreukte servetten en etensresten. In de champagne-emmers zwommen leege fles» schen. óp het podium van het orkestje was oen gewirwar van stoelen, standaards, instru menten en glazen. Over een stoel hing een vergeten kanten shawl en door de reten van de gesloten gordijnen drongen voldoende lichtstralen, om dit onaantrekkelijke beeld te verlichten. Nergens was een teeken van leven te be speuren. De Yellow Cat ontwaakte eerst later om zich opnieuw voor den avond op te tuigen. Scesjins eerste gang was naar de keuken. Hij scheen het huis goed te kennen en ging er direct naar toe. Bijna was van schrik de bezem uit de hand van de werk vrouw gevallen, toen de gele Mongool met de flikkerende oogen voor haar opdook. Zij begreep niet. waar hij zoo plotseling vandaan kwam. De leveranciers van ae dagelijksche gebruiksartikelen, zooals vleesch. groenten, dranken en dergelijke belden aan de achter deur en zoo lang ze hier werkte, was zij nog nooit in huis een vreemde tegengekomen. „Waar zijn Sokoloff en Pierre?' beet Soesjin haar toe. „Ze slapen nog. Ik mag ze niet voor twee uur roepen". „Ga ze oogenblikkelijk wekken! Zeg hun, dat ze moeten opstaan en zich kleeden!" Ontsteld maakte de vrouw dat ze weg kwam. Ze wist niet goed. wat ze doen moest. Noch Sokoloff, de maitre de plaisier en gé rant van de Yellow Cat, noch Pierre, de Franschman. die zoo sterk was als een leeuw en 's avonds als portier dienst deed, waren menschen, die ze graag te vrwg uit hun slaap wekte. Maar de kerel in de keuken was te energiek opgetreden. Dralend sloop de vrouw naar boven. Iniusschen deed Soesjin iets heel eigen aardigs. Hij pakte een arm vol brandhout en wierp dat in het kachelvuur. Hij opende het onderste deurtje van de kachel zoo ver mogelijk. Daarna haalde hij tusschen zijn hemd en zijn vest een boekje te voorschijn, legde het in den oven en sloot dien af. Het vuur vlamde snel op. Soesjin wierp er op nieuw hout bij en wachtte. Onderwijl had de werkvrouw boven aan beide deuren geklopt. Het eenige antwoord dat ze kreeg, was een Russische vloek van Sokoloff en een Fransche van Pierre. Wei AMSTERDAM. UTRECHT. Nieuwendijk 225/229. Oude Gracht 151 EEN POLITIE AGENT ALS VERDACHTE. BOETE VAN ƒ25.— GEëlSCHT. Op Zaterdag 29 Maart eischte de 21-jarige H. Klok. haringvisscher te IJmuiden, toer gang tot het publicatiebord in de vischhal aldaar. De halpoiitie weigerde hem toe te laten; er ontstond een woordenwisseling en de politicman J. G. K. maakte van den gummistok gebruik. Klok diende hierop een aanklacht wegens mishandeling in tegen den agent J. G. K. Deze zaak werd Donderdagmiddag voor de Haarlemsche Rechtbank behandeld. De agent was beschuldigd. Klok drie sla gen op het hoofd toegebracht te hebben. Verdachte erkende slechts één klap met den gummistok op Klok's achterhoofd en schou der. Verschillende getuigen werden gehoord. De heer F. J. H. Schneiders, Directeur van het Staats-Visschershavenbedrijf te IJmui den, verklaarde dat het deurtje, waardoor Klok de hal had willen binnengaan, bestemd is voor het personeel, maar het blijft na de sluiting van de hal open, om aan belangheb benden de gelegenheid te geven, binnen te gaan en het publicatiebord te lezen. De po liticbeambten, die de wacht in de hal heb ben, zijn geheel verantwoordelijk voor de goede orde daar. Zij hebben het recht, aan personen, die naar hun oordeel niet in de hal moeten worden toegelaten, den toegang te weigeren. Een havenknecht, hierna gehoord, zeide, dat hij had gezien dat Klok lastig was en naar binnen wilde. Getuige H. Klok verklaarde dat hij met eenige vrienden door een deurtje de hal wilde binnengaan, om te zien hoeveel traw lers er binnen waren. De politie wilde hem niet toelaten. Getuige kreeg duwen van ver dachte en diens chef Brunting. Hij greep den agent K. bij den arm en vroeg zijn naam. Op een vraag van den president ant woordde getuige, dat hij onder eede durfde te verklaren, verdachte geen stomp te heb ben gegeven. Hij heeft wel zelf drie slagen op het hoofd ontvangen. De verdediger Mr. Dr. J. de Vrieze, te Am sterdam, trachtte den getuige te doen ver klaren, welke aanleiding verdachte kon heb ben gehad, hem 3 slagen ,op het hoofd te ge ven. „Dat Is nu voor mij óók de vraag", ant woordde getuige. Hierna kreeg de verdachte gelegenheid, zijn lezing van het geval te geven. Hij was om ongeveer 11 uur met J. Brun ting, zijn chef, bij de hal gekomen, om con trole te oefenen in en bij de hal. Zij hoorden toen een troepje jonge mannen schreeuwen en tieren en Brunting beval den jongelui, zich stil te houden. Eén van de jongens is toen de hal binnengegaan en Klok wilde hem volgen. Hij werd evenwel door Brun ting teruggeduwd, tweemaal zelfs. Toen zei Brunting t.ot verdachte: „Houd jij dezen (Klok) er uit, dan zal ik den ander verwij deren". Verdachte heeft daarop Klok. die in het deurtje stond, eenige malen teruggeduwd, waarop Klok hem op de borst stompte, hem beetgreep en riep: „Ik moet jouw naam hebben!" „Daar heb je niets mee noo- dig!" zei verdachte, „laat me los!" Maar Klok bleef den agent vasthouden. Toen heeft verdachte den jongen man één klap met den gummistok gegeven over achterhoofd en schouder. Brunting wilde de jongelieden niet in de hal hebben omdat zij de groep vorm den, die in de buurt van de hal even te vo ren luidruchtig was geweest. De 21-jarige vischhandelaar, die vóór Klok de hal was binnengegaan, verklaarde dat hij noch Klok veel gedronken hadden vóór 11 uur. Het informeeren aan de hal op Za terdagavond is heel gewoon en werd ook al tijd toegelaten. Getuige heeft gezien dat verd. Klok sloeg, zonder dat deze iets deed en is toen met zijn kameraad heengegaan. Een ander vischhandelaar zeide, dat wel meer menschen zoo laat bij de hal gezien worden. Een autobushouder te Noordwijk aan Zee was dien Zaterdagavond met een auto bij de hal. Verdachte en zijn kameraden waren „gewoon, net als ik", verklaarde hij. Van „onder den invloed zijn" was niets bij hem te bespeuren. Waarom zij uit de hal geweerd werden, weet get. niet. Hij heeft verdachte hooren zeggen: „Is dat gebl.... nu uit?" en gezien dat Klok drie klappen van verd. kreeg. Dat Klok den agent beet greep, heeft get. niet gezien. Een opperman, als getuige gehoord, meen de dat er voor verdachte geen aanleiding was, om Klok drie kiappen te geven. Hij heeft niet gezien, dat Kiok verdachte in de borst greep. Get. veronderstelt dat Klok de klappen kreeg toen hij zich omkeerde om heen te gaan. Getuige heeft gezien dat Klok, toen hij die klappen kreeg, „fladderde als een aangeschoten meeuw". Een volgende getuige, een 24-jarige visch handelaar. heeft Klok den politieman naar zijn naam hooren vragen en gezien, dat Klok van verdachte drie klappen ontving. De chef van de Politie bij het Rijksvis- schershavenbedrijf J. Brunting werd ge hoord als getuige a décharge. Het optreden van Klok was onbehoorlijk, verklaarde deze getuige. Als hij dadelijk was weggegaan, was er niets gebeurd. ..Was er nu aanleiding voor verdachte, er dadelijk met den gummistok op los te slaan?" vroeg de President. „Misschien had ik het zelf ook gedaan!" antwoordde getuige. Het O. M. meende dat de mishandeling vaststond. Er was naar het inzien van het O. M. hier geen reden, om zóó straf op te treden. Het optreden van verdachte is zeer ontactvol geweest. Men had hier niet te doen met een stelletje dronkaards. Spr. wilde in aanmerking nemen dat verdachte nog jong en niet lang bij de politie is. De eisch luidde: f 25 boete of 15 dagen. De verdediger, Mr. De Vrieze, zeide dat verschillende getuigen óf zeer slecht hebben gezien of waargenomen, óf moedwillig iets verzwijgen. Klok maakt den indruk van een haantje-de-voorste. Is aan te nemen, dat de chef en de agent zich beiden maar als krankzinnigen hebben gedragen zonder eenige aanleiding? Een politiedienaar wordt in dezen tijd ge leerd dat hij niet in het publiek met zich moet laten spelen. De jongen wist zeer goed, waarom hij geweigerd werd. Al zijn gevraag was niets dan pesterij. Wat hij wil de weten omtrent de trawlers, had hij even goed kunnen vragen aan den eersten den besten, die uit de hal kwam. De havenknecht heeft hier ook verklaard, dat Klok brutaal optrad. De agent heeft zijn wapen om zich te verdedigen. PI. maakt zich stork, dat elke Amsterdamsche politieman het optreden van verdachte zal goedkeuren. De politie moet nu eenmaal gehoorzaamd worden. Als Klok deze les uit dit geval ont houdt, dan heeft hij slagen met i*ente. Maar aangenomen dat de agent iets te ver is gegaan, is er dan nog reden het blanco strafregister van dezen verdachte te veranderen in een niet-blanco? In 't oog moet nog worden gehouden dat nergens staat voorgeschreven, dat een agent met het handhaven van zijn prestige moet wachten tot het uiterste oogenblik. PI. concludeerde tot vrijspraak, subsidiair ontslag van rechtsvervolging. Na re- en dupliek van het O. M. en plei ter werd de uitspraak bepaald op Donderdag 26 Juni a.s. ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL. Woensdagmiddag ongeveer 1 uur is een met kokende stroop gevulde kuip in de stroopfabriek van de firma D. W. M. en Co. te Gorinchem gesprongen. De arbeider A. de Bie kreeg een gedeelte van den inhoud over het lichaam en heeft ernstige brandwonden aan armen en beenen opgeloopen. Per bran card is hij naar het ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand is ernstig. J. J. G. BARON VAN VOORST TOT VOORST. De toestand van den te Gorssel verpleegd wordende luitenant-generaal J. J. G. baron van Voorst Jot Voorst, oud-voorzitter der Eerste Kamer, is langzaam vooruitgaande. Het wordt echter op het oogenblik minder gewenscht geacht, dat de patiënt bezoek ont vangt. OUDE VROUW VERBRAND. Te Dordrecht is Donderdagmiddag een 75- jarige bewoonster van den Noordendijk met de vlam van een gastoestel in aanraking ge komen, aldus het Hbld. Zij bekwam zooda nige brandwonden over de geheele voorzijde van het lichaam, dat zij in hopeloozen toe stand naar het gemeenteziekenhuis is ver voerd. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. DE PRECARIO-RECHTEN. HOE BETALING WORDT VERMEDEN Toen B. en W. verleden jaar een voorstel indienden tot herziening van de Precario rechten, hebben wij er op gewezen, dat in verschillende gevallen de wijziging tevens ook verhooging beteekende De belang hebbenden hebben aan die waarschuwing blijkbaar geen volle aandacht geschonken. Toen het op betaling aankwam, was het voor dat loopende jaar te laat. In het onlangs ver schenen jaarverslag van de Middenstands centrale voor Haarlem en omstreken werd geschreven: „Haarlem's Dagblad blijkt thans volkomen „gelijk te hebben gehad met zijn krachtige „actie tegen de voorgestelde wijzigingen, „want het blijkt nu, dat onze Middenstanders „aanslagbiljetten hebben ontvangen, waarbij „hun aanslagen het twee-, drie-, vier-, vij'-, „zesvoudige en meer bedragen dan vroeger". Vooral zonneschermen zijn nu zwaar be last als daarop een reclame voor den winke lier geschilderd is. Al naar grootte moet voor zoo'n scherm betaald worden, niet zelden zelfs 50 gulden in het jaar. De belanghebbenden gevoelen blijkbaar niet veel voor deze belasting-heffing. Van daar dat gezegd wordt: „dat is ééns, maar nooit meer". Het gevolg ls. dat in de afgeloo pen maanden menig schilder een daggeld verdiend heeft om de reclames op zonne schermen onder een verflaag te verstoppen. Ook worden vele reclame-borden van ge vels verwijderd en vervangen door op den muur geschilderde reclames, die onbelast zijn. Door de verhoogingen heeft de gemeente blijkbaar de kip geslacht die gouden eieren legde, want de Prccario-heffingen'zullen in 1930 vermoedelijk heel wat minder opbren gen dan in 1929. VREEMD GEVAL. De Daily News and Chronicle vermeldt het volgende bijzondere „Geval van den Dag". „Een jonge vrouw holde Piccadilly Circus over. Zij zigzagde door tusschen snelle mo torbussen en auto's. Plotseling stopte zij, middenin een verkeersopstopping van tien tallen auto's en éen vrachtwagen met een paard er voor, en kreet: „Ik ben bang voor paarden!" Misschien is het niet eens zoo'n vreemd geval Misschien moeten wij het blijde aan vaarden als verheugend staaltje van het feit. dat het menschdom zich ten volle aanpast aan het nieuwe. Dat het oude dan een beetje schrikaanjagend wordt, als rariteit, is onver mijdelijk. De Diplodocus, de Ichthyosaurus en andere diersoorten, waarmee de holbewoners toch volkomen vertrouwd waren, zouden onze grootvaders ook al verschrikt hebben als ze ineens in een verkeersopstopping verschenen waren. Onze grootvaders vreesden, daaren tegen, geenszins het Paard..., INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. was haar talenkennis beperkt, maar de toon zei haar genoeg. Ze ging weer naar de keuken en meldde, dat de heeren niet gestoord wilden worden. Wat Soesjin tusschen zijn tanden siste, be greep ze gelukkig niet. Toen ging hij echter in het Engelsch door: ..Gooi hout in de kachel, tot ze glooit, maar blijf er verder met je vingers af, want anders beleef je wat!" Toen hij dit gezegd had, snelde hij naar buiten De vrouw begreep niet veel van wat hij gezegd had, maar in elk geval was het min der gevaarlijk, hout in dc kachel bij te gooien dan Sokoloff en Picrre te wekken. Dus deed ze, wat haar gezegd was. Soesjin ging de grootc zaal binnen, nam twee volle champagnekoelers en ging daar mee naar de tweede verdieping. Hij rukte de deur van Sokoloffs slaapkamer open en liep naar zijn bed, trok met één greep de dekens weg en goot den inhoud van 'n emmer over het hoofd van den slapende. Sokoloff vloog met een schreeuw van woede overeind, viel echter van schrik terug, toen hij Soesjin zag. Deze donderde hem toe: ..Ik moet je spreken! Kleed je aan en kom in het kantoor!" Soesjin wachtte het antwoord niet- af en ging naar de kamer van Pierre. Daar her haalde zich hetzelfde tooneel alleen met een kleine variatie. Pierre sprong ook uit bed. opende zijn oogen echter niet wijd genoeg, om te zien, wie voor hem stond, maar sloeg dadelijk met zijn gebalde vuist naar de ge daante. Dat kostte de Yellow Cat bijna een nieuwen champagnekoe Ier: want Soesjin liet deze op Pierre's hoofd neersuizen. De koeler kreeg een diepen deuk en Pierre sper de zijn oogen wijd open. Zijn plotselinge schrik toonde, welke macht Soesjin over de menschen van de Yellow Cat had. Pierre schoot in zijn kleeren. Soesjin ging weer naar de keuken. Daar stond de vrouw en wierp nog steeds hout bij, ofschoon de kachel reeds gloeide. Een fijne doordringende lucht van verbrand papier vulde de ruimte. Soesjin snauwde de vrouw iets toe en zij maakte dat ze weg kwam. De brandlucht werd sterker. Soesjin maakte het fornuis open en haalde het boek er uit Het knapte van droogheid en was reeds erg bruin gebrand. Hij wikkelde het in een schoone keuken, doek en schoof het weer tusschen vest en hemd. Daarna ging hij naar de kamer die tot kantoor van de Yellow Cat was inge richt. Sokoloff was er reeds. Juist toen ze gin gen zitten, kwam ook Pierre binnen. Pierre was een Parijzenaar. Eigenlijk heette hij heelemaal niet Pierre, maar in zijn kringen was het niets ongewoons van naam te veranderen. Hij was in Parijs een berucht apache geweest en medeplichtig aan een reeks misdaden. Sterk, behendig, ruw en vlug met de vuist, evenals met het mes, had hij zich in Parijs een gevreesden naam ver worven. Op een goeden dag werd hij gepakt doch ontsnapte tijdens het transport van de eene gevangenis naar de andere. In de on derwereld bestaan er ook internationale ..connecties". Pierre kreeg een, in de bloem rijke taal van de misdadigers geschreven aan bevelingsbrief mee naar Londen. Hij werd door de Londensche onderwereld een tijdlang verborgen gehouden, werd door Sokoloff opge diept en als portier bij de Yellow Cat aan gesteld. Pierre was daar wel geschikt voor. De Parijzenaar. zelfs de Parijsche apache, heeft een natuurlijken aanleg zich gemakkelijk te, bewegen. Deze eigenschap was bij Pierre nu wel niet zoo bijzonder ontwikkeld, maar toch aanwezig. Niettegenstaande zijn rechterarm eens gebroken was, was hij niet te overtref fen zoodra het noodig was, bandeloos ge worden gasten in bedwang te houden. Hij was lenig en gespierd, en de rumoerigsten werden door zijn optreden tot bedaren ge» bracht. Bovendien had hU ook bepaalde andere karweitjes te vervullen. Eerst wendde Soesjin zich in het Russisch tot Sokoio if „Jij moet eenige van or.ze mannen bij elkaar scharrelen. De besten, geen stum- perds! Vóór alles moet Pierre door iemand anders vervangen worden. Ik heb hem noodig. Eovendien nog drie of vier anderen en je auto. Z j moeten mij voortdurend volgen. Ze zitten me achterna". Sokoloff floot zachtjes voor zich Iheen. Maar Soesjin zei minachtend: „Het is nlec bijzonder gevaarlijk. Nog de een of andere geschiedenis van daarginds- Het zijn Chineezcn! Uit Charbln!" En hij wierp een reep papier op de tafel. „Die kerels hebben een goed geheugen, Wladimlr Petrowitsj". „En ik een kort geduld. Vanavond moet ik weten, wie zij zijn en waar zij wonen. Er zijn er twee. Een jonger, van ongeveer zeven» tien jaar en een v;,n zeven en dertig jaar. Den oudste kwam ik vandaae als koopman in spekstecnflguren op straat tegen. Natuur lijk een vermomming. Jouw mannetjes moeten hen volgen, zonder dat ze het merken. Zij zijn in het voordeel: want zij weten vooruit, waar ik heenga en welken weg ik neem. Zij kunnen mij dus op tamelijk verren afstand volgen, zonder te vreezen mij uit het oog te verliezen. „Ik zal er Jean en Pierre voor nemen". (Wordt yeryolgcDj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6