De collecte voor het Sanatorium „Zonnestraal STADSNIEUWS ASPIRIN PHILIPS' RADIO TOESTELLEN AGENDA HAARLEM'S DAGBLADTWEEDE BLADDONDERDAG 19 JUNI 1930 In het paviljoen heeft elke patiënt zijn eigen kamertje. Een tweede paviljoen, waarvan rechts onderaan nog juist een stukje te zien is, is in aanbouw. Hoofdgebouw (rechts) met paviljoen (links) Men schrijft ons: A.s. Zaterdag wordt in 170 plaatsen van ons land een collecte gehouden voor het be kende Sanatorium „Zonnestraal", welke col lecte meer bekend is onder den naam van Zonnestraal-dag. Men had zeker voor de instelling en voor de vereeniging geen mooier naam kunnen denken, daar het hier gaat om genezing van tuberculose-patiënten; om hen weer als krachtige en gezonde menschen in de maatschappij en hun gezinnen te doen terugkeeren. Een heerlijk en mooi doel, dat „Zonnestraal" op zich genomen heeft en waarvoor het prachtige sanatorium voor Ar- beidstherapie voor Tuberculoselijders te Hil versum werd gesticht, een sanatorium éénig op dit gebied. Hier wordt de onmisbare scha kel gelegd tusschen de gewone t.b.c.-patiën- ten en de maatschappij: worden de patiën ten door systematischen arbeid, langzamer hand vaardig gemaakt, om hun arbeid, dien zij konden verrichten, vóór zij door de ge vreesde ziekte waren aangetast aanstonds weder opnieuw ter hand te kunnen nemen. Het is algemeen bekend, dat de tuberculose groote offers vraagt aan menschenlevens; het is eveneens bekend, dat degenen die reeds door de ziekte zijn aangetast, in vele geval len een zeer langdurige ziekte hebben te doorstaan? Wij willen daarvan enkele cijfers geven. In ons land zijn pl.m. 75.000 t.bc. patiënten. Jaarlijks sterven er 6 1/2 a 7 duizend slacht offers. Het totaal aantal plaatsen in de sa natoria en t.b.c. inrichtingen van allerlei aard in ons geheele land bijeen, bedraagt pl.m. 3000. Het rekensommetje is eenvoudig: 7000 sterven er, op z'n hoogst, 3000 kunnen plaats voor herstel vinden; de overigen kun nen langzaam verkwijnen en ondergaan. Voor hen is er geen plaats. Te geringe belangstelling voor eigen leed en dat van anderen is de oorzaak. De breede lagen van ons volk, de arbeiders inbegrepen, hebben voor dit belangrijke levensvraagstuk nog altijd onvoldoende belangstelling, al breekt gelukkig een groeiend besef zich baan, dat daadwerkelijk handelen geboden is. Toen de Alastrlm ons besprong en hierdoor het groote gevaar voor de gemeenschap werd ingezien, heeft men alles gedaan om dezen vijand krachtig te bestrijden. Heel het land, heel de pers, was er vol van en terecht. In vergelijking met de t.b.c. bestrijding zag men toen een prachtige activiteit en het resultaat was schitterend. Het aantal dooden die de Alastrim ten offer vielen, wordt gelukkig nog met geen drie cijfers geschreven. Werd dezelfde activiteit tegen den ge weldigen volksvijand, de tuberculose, ontwik keld. er zouden jaarlijks geen 7000 slacht offers daaraan grafwaarts gaan. Men weent thans smartelijk bij de graven, maar.bij het leven doet men veel te weinig tot red ding. Deze redding is duur. vergt veel, zeer veel geld, doch als wij allen onzen plicht eens deden, dan zal het benoodigde geld er komen. Zaterdag zal de roep van ,JDe Sterken voor de Zwakken" ook door Haarlem weerklinken en zullen de talrijke collectrices huis aan huis komen om uw bijdragen, teneinde men schenlevens te redden. Thans verpleegt „Zonnestraal" constant reeds 75 patiënten: straks, als een tweede paviljoen (dat in betongeraamte gereed is) voltooid zal zijn, zullen 125 patiënten plaat sing kunnen vinden. En nog meer paviljoe nen zullen er moeten komen, want er is op dit terrein nog een zee van nood te lenigen. Om dezen nood te lenigen wordt door „Zonnestraal" een collecte-dag georgani seerd. waarvoor het plaatselijk comité is sa mengesteld uit vertegenwoordigers van de Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose. Het Ned. Roode Kruis, de Vereeniging Het Witte Kruis, de Vereeniging tot bevordering der gezondheid in de Grafische Vakken en den Haarlemschen Bestuurdersbond. Dit co mité doet een beroep op de ingezetenen van Haarlem om „Zonnestraal" in staat te stel len. haar taak, ten dienste der gansche ge meenschap en tot heil van de t.b.c. patiënten in het bijzonder, krachtig te kunnen voort zetten. Geeft daarom Zaterdag met milde hand". DE DROOGMAKING VAN HET HAARLEMMERMEER. HET 75-JARIG BESTAAN DER GEMEENTE. Op 1 Juli 1927 was het 75 iaar geleden dat de drooglegging van het Haarlemmermeer tot stand kwam en 18000 bunders grond aan de wateren waren ontwoekerd: een opper vlakte zoo groot als het geheele eiland Texel of Walcheren. Wij hebben toen bij gelegenheid van dit diamanten jubileum een en ander over de droogmaking van het Meer en de wordings geschiedenis van dezen polder geschreven en daarbij de aandacht gevestigd op het feit, dat het in de maand Juli van het jaar 1930 75 jaren geleden zal zijn dat Haarlemmer meer tot zelfstandige gemeente werd ver-* heven. Deze drie jaren zijn nu bijna verstreken en over eenige dagen zal Haarlemmermeer dus als zelfstandige gemeente 75 jaren hebben bestaan. Hoewel evenals in 1927 dit heuglijk feit wel In stilte zal worden herdacht, meenen wij dat er toch wel aanleiding bestaat om in aan sluiting op hetgeen destijds door ons reeds over de geschiedenis der droogmaking werd geschreven nog enkele bijzonderheden over de verdere ontwikkeling van deze groote ge meente mede te deelen. De eerste uit alle oorden van Nederland te zamen gevloeide bevolking van Haarlemmer meer, die in 1855 geschat werd op 5100 in woners, was aanvankelijk gehuisvest op den bewoonbaar geworden rand van den polder en wat de aangiften van den burgerlijken stand betreft toegevoegd aan de omliggende plaatsen Haarlem. Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Heemstede. Bennebroek, Hille- gom, Lisse, Warmond, Alkemade en Leimui- den. Deze toestand eischte echter weldra ver andering. Immers, verdeeld onder 2 provin ciën en 9 gemeenten, behoorde de nieuwe drooggemaakte polder aanvankelijk tot 3 rechterlijke arrondissementen, 5 kantons, 2 kiesdistricten en 4 kantoren der registratie. Het was daarom een uitkomst toen in het Staatsblad No, 70 van 1855 de wet verscheen van 11 Juli van dat jaar „tot regeling van de provinciale en gemeentelijke indeeling van het Haarlemmermeer", welke wet een voor- loopige regeling bevatte van de samenstelling van een plaatselijk bestuur en voorts nog in hield een massa administratieve voorschrif ten. De pas gevestigde gemeente, die uit den aard der zaak slechts weinig voor deelen uit zich zelve trok en waarin om zoo te zeggen alles nog geschapen moest worden, had de eerste jaren met. volslagen geldgebrek te kampen, zoodat Rijk en provincie moesten bijspringen. De ontvangsten der gemeente namen na het overwinnen van allerlei moeilijkheden en vooral na het verschijnen van de wet op het lager onderwijs van 1857, waardoor ver schillende subsidiën werden verkregen, ge stadig toe en met de verkregen geldelijke hulp werd van lieverlede een betere toestand geboren. Het eerste raadhuis werd in een daartoe ingericht, gebouw een plaats gegeven aan den hoek van den Bennebroekerweg en den Hoofdweg: in het huis dat men met z'n om geving heden ten dage nog wel pleegt te noemen „het oude secretarie". Het dagelijksch bestuur van deze gemeente was in 1855 samengesteld uit de heeren Mr. M. S. P. Pabst, burgemeester: D. Eggink, secretaris; M. Spaans en P. Kistemaker (de vader van den thans nog in functie zijnden wethouder Kistemaker), wethouders, terwijl als raadsleden zitting hadden genomen de heeren L H Ellerman. J. G. B. Stark. P. Koot P Kistemaker. M. Spaans en N. Schaper. De gestadige aanwas der bevolking maakte den aanbouw van een grooter -lantal wo ningen (in 1856) telde men er 556) naar schatting bedraagt dit thans ongeveer 5500 noodzakelijk, terwijl ook spoedig de be hoefte aan een grooter gemeentehuis sterk jverd gevoeld. Eigenaardige voorbeelden werden destijds genoemd, hoe dé bevolking in vroeger jaren in een tijdvak van een of twee jaren fluc tueerde en bij iedere bijwerking van het be volkingsregister bleek dat het aantal mannen veel grooter was dan dat der vrouwen, waar om menig jongman zijn liefje elders moest vinden. Vooral in 1864 viel daarin wel een groote verbetering te bespeuren, want in dat jaar werden niet minder dan 94 huwelijken gesloten, waarvan de meeste paren uit de ge meente zelve afkomstig waren. In 1867 werd in het centrum van Hoofd dorp een nieuw Raadhuis gesticht, een mo numentaal gebouw, dat aldaar nog hecht en sterk staat als een sieraad voor de omgeving. Volledigheidshalve willen we ook even ver melden, dat de secretarie van den Haarlem mermeerpolder gedurende vele jaren is ge vestigd geweest in de Jansstraat te Haarlem. Het in 1856 gekozen polderbestuur bestond uit J. I. v. d. Burch te Haarlem, Dijkgraaf; E. W. van Brederode te Haarlem, secretaris; W. G. de Bruin Kops te Haarlem, penning meester, als mede 6 Heemraden en 15 Hoofd ingelanden, terwijl als hoofdopzichter werd aangesteld de heer A. van Egmond. Ook dit bestuur had in de eerste jaren met fïnancieele moeillijkheden te kampen, daar het onderhoud van den Ringdijk, de wegen en bruggen en de stoomgemalen veel geld kostte. Thans zijn als Dijkgraaf; secretaris, pen- nningmeester en Ingenieur van den Haar lemmermeerpolder in functie respectievelijk de heeren Hk. van Dorsten, Jhr. Mr. L. U. Rengers Hore Siccama, P. van Quwerkerk en J. G. Bijl. Het zijn er maar weinigen, maar er wonen in den Haarlemmer meerpolder nog wel per sonen, die de wordingsgeschiedenis van den beginne af hebben meegemaakt en kunnen spreken van den meer dan ellendigen toe stand der wegen in den tijd kort na de droogmaking, de vele ziekten, vooral gevaar lijke moeraskoortsen waaraan de eerste bewoners ten prooi waren, de gebrekkige wo ningen enz. Ja, als we dit bedenken moeten we met groote bewondering getuigen van de belangrijke verbetering, die in de 75 ja ren van haar bestaan in deze gemeente zijn tot stand gekomen. Het zou ons te ver voeren al deze groote verbeteringen bij name te noemen. Op het gebied van kerk er> school; landbouw; wo ningbouw; dorpsverfraaiing; wegenonder- houd, communicatiemiddelen; paardenfok kerij electrificatie, drinkwatervoorziening; gasvoorziening is in voorbereiding), wijk verpleging, het bevorderen van een goede gemeente- en polderadministratie enz., is met schitterende resultaten al het mogelijke gedaan om Haarlemmermeer een waardige plaats te doen innemen in de rij der groote plattelandsgemeenten in Nederland. Doorwandelt men thans deze gemeente, vooral in deze dagen nu ze de kostbaarste schatten van haren bodem in volle zomer weelde ten toon spreidt; prachtige koren velden die een ruimen oogst beloven, gra zige weiden en daarin de hoop van den land man. zijn weldoorvoed hoorn- en wolvee, zijn heerlijke raspaarden, wier glanzende huid blinkt in het zonnelicht, dan krijgt men een gevoel van trots bij de herdenking van wat er al niet moest worden gearbeid om deze schoone gedaanteverwisseling tot stand te brengen. Het is voorwaar een verblijdend verschijn sel dat velen het gegeven goede voorbeeld om voor den bloei van de gemeente met ener gie te blijven arbeiden, met dankbaarheid hebben aanvaard en nagevolgd. Dit is in vroeger en later jaren op verschillend ter rein maar al te duidelijk gebleken. Men den- ke o.a. aan de energie van de vereeniging „Vooruit" tot bevordering van de paarden fokkerij in Haarlemmermeer, die het on danks de tegenspoeden in den Landbouw ieder jaar toch maar weer aandurft om een groot concours-hippique. dat in geheel Ne derland en ook in andere landen groote ver maardheid geniet te organiseeren. Want ondanks alle gelukkig nog aanwezige merkbare teekenen van welvaart, duurt de malaise in den landbouw, die enkele jaren geleden is ontstaan, helaas nog steeds voort en hebben ook verschillende andere groe pen van ingezetenen moeilijke jaren door gemaakt, omdat ze de hooge belastingen niet dan met groote moeite konden opbrengen. Maar „het daghet in het Oosten!" Ver schillende omstandigheden wijzen er op. dat de gemeente Haarlemmermeer ook in dit op zicht spoedig een betere toekomst zal tege moet gaan. Heeft het wonen in de gemeente Haar lemmermeer, die thans bijna 26500 inwoners telt, steeds voor velen iets bekoorlijks gehad; deze aantrekkelijkheid zal er straks nog wel grooter op worden als de uitvoering van het groote wegenplan haar beslag zal hebben ge kregen. Sedert 1855 hebben 4 burgemeesters aan het hoofd van deze gemeente gestaan en wel Mr M. S. P. Pabst (September 185511 Juni 1863; Mr. J. P. Amersfoort (26 Aug. 18631 Juli 1869); J. W. Lantzendorffer (1 Juli 1869- l Juni 1908)Mr. A. Slob (5 October 1908 tot heden). De gemeente Haarlemmermeer heeft in haar 75-jarig bestaan slechts 2 secretarissen in haar dienst gehad en wel D. Eggink 14 September 185510 October 1909) en N. J Rinkel (1 October 1909 tot heden). Terwijl een 20-tal wethouders en een 90- tal raadsleden in den loop der jaren zich voor het behartigen van de belangen der gemeente hebben gegeven. De partij groepeer ing in den Raad is als volgt: Antirev. 5; R.K. 5; Chr. Hlst. 4; lib. Vrijh.b. 2 en SD.A.P. 3. DE NIEUWE BOULEVARD TE ZANDVOORT. DE MEENING VAN HET RAADSLID FORRER. Naar aanleiding van de in ons nummer van Zaterdag gepubliceerde bijzonderheden uit het rapport over het beleid van Wethou der Zwaan bij het bestratingswerk van den nieuwen boulevard te Zandvoort, verzoekt het raadslid Forrer ons plaatsing van het volgende: „Ik was niet van plan om buiten den raad op het rapport terug te komen. Ik zou dit nagelaten hebben, omdat het m.I. in het be lang van Zandvoort is, om niet in het begin van het seizoen onjuiste toestanden naar buiten te brengen. Nu het rapport gepubli ceerd is en de indruk gewekt is. dat mijn aanval niet op zijn plaats zou zijn geweest en ik maar wat zou hebben beweerd, dat niet te bewijzen zou zijn en dus onjuiste beschul digingen zou hebben geuit, ben ik wel ge dwongen om ln het openbaar mede te deelen op welke wijze de raadscommissie een on derzoek naar mijn beschuldigingen heeft doen instellen. Ik ben in staat en bereid om al de door mij geuite beschuldigingen te be wijzen. maar dank zij het „onpartijdige" en „diepgaande" onderzoek van de raadscom missie zie ik mij genoodzaakt, dit buiten den raad te doen, omdat mij thans wel duidelijk gebleken is wat de leden dezer commissie onder een onpartijdig onderzoek verstaan. Men heeft eenvoudig de schriftelijke alge- meene klachten welke geen détails vermel den. zonder mijn mondelinge toelichting aan eenige deskundige heeren (die m.I. boven iedere verdenking staan en waarin ook ik ver trouwen kan hebben) gegeven en deze heeren een onderzoek doen instellen naar dingen, die niet zonder getuigen te bewijzen zijn en zonder den beschuldiger in de gelegenheid te stellen, het bewijs van zijn beschuldiging te leveren. Als de bedoelde deskundigen op de hoogte gebracht waren geweest van wat er allemaal geschied was en zij na hoor en wederhoor hun deskundige conclusie hadden kunnen trekken, dan zou het rapport er stellig an ders uitgezien hebben. De commissie heeft mij niet gehoord, maar ging er wel toe over de door mij van onjuist optreden beschuldigde personen te hooren en sprak haar meening uit, zonder in de gele genheid te zijn geweest een objectief oordeel te vormen, hetgeen alleen mogelijk ware ge- I INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cts. per regel. weest indien de beschuldigden in mijn aan wezigheid hadden moeten pogen het bewijs te leveren dat mijn opmerkingen onjuist wa ren of andersom. Ondanks deze manier van onderzoek, on danks het niet volledig op de hoogte doen brengen van de deskundigen is het oordeel van deze deskundigen zoo, dat ik niet gaarne op een dergelijke wijze zou worden gereha biliteerd. Wie kennis draagt van de feiten en tot de conclusie wil komen, dat mijn beweringen niet bewezen zijn en officieel durft rappor teeren, dat het werk met den naam van „voldoende goed" kan worden bestempeld, moet wel veel optimisme bezitten. Het zou mij thans te ver voeren, om alles in détails mede te deelen. Daarvoor zal ik op andere wijze nog wel eens gelegenheid heb ben. Maar een enkel bewijs van de juistheid mijner beweringen wil ik niet nalaten te ver melden. In de raadsvergadering had ik o.m. de volgende opmerkingen gemaakt: „Dat hot straatwerk op sommige deelen niet zoodanig is geschied als gecischt kon worden; de steenen duikelen en binnen en kele jaren volgt een herbcstrating. Zoodoen de wordt met recht gezegd, dat er met de belastingpenningen der ingezetenen te royaal wordt omgesprongen" In een brief d.d. 3 Maart 1930 vroeg ik dringend aan B. en W. om een onmiddellijk ingrijpen en om radicaal een einde te maken aan de tot heden gevolgde werkwijze. Wat zeggen nu de niet met alle feiten op de hoogte gebrachte deskundigen der commis sie? „Het tusschen de voegen aanwezige zand zal door de zuigende werking der autoban den naar boven komen en door den wind worden verspreid. Door de verkeersbelasting zullen de klinkers worden neergedrukt, en daarbij zal het zand uit het straatbed zich in de plaats stellen van het weggewaaide". Het einde zal zijn een weg met rammelen de steenen en met gaten. Een herstrating na enkele jaren, mogelijk eerder, zal dus abso luut noodig blijken, doch dit is onafhankelijk van het uitgevoerde werk. Het rapport vervolgt dan: ..Het euvel ware te voorkomen en dit Is beter dan gene zen door het zand vast te houden tusschen de voegen, waarvoor meer technische hulp middelen bestaan en op den duur goedkooper dan het herbestraten". Ik herhaal: door het voor te stellen alsof mijn beweringen onjuist waren en alsof de methode van werken aan de hoogste eischen zou hebben voldaan, heeft men mij gedwon gen om thans mijn meening te zeggen. Men denke nochtans niet. dat ik niet meer gegevens ter beschikking heb en getuigen om aan te toonen, dat er inderdaad op ver schillende wijze ook van de bestekken is af geweken. Ter gelegener tijd kom ik echter op deze zaak terug. Ik zal het dan rustig aan het oordeel van lederen onbevooroordcelden in gezetene onzer gemeente overlaten, of er niet gebroken dient te worden met het tot heden gevolgde systeem en of de bepalingen voor bestekken van straatwerk er niet heel an ders uit zullen moeten zien en ook nageleefd moeten worden, dan thans het geval is ge weest'. In 'f bedompte kantoor is elke heete dag een kwelling. 1 —2 Aspirin-iableften verdrijven dat dof fe gevoel in hef hoofd, en geven nieuwe werklust. ~~nig op de wereld INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJOR IS STRAAT 16 - TEL. 10756 DE BEBOUWING VAN DEN ZEEWEG. BLOEMENDAAL BLUFT BEBOUWING GEWENSCHT ACHTEN. Het is onzen lezers bekend, dat de Gewes telijke commissie voor de uitbreldlngsplan- ncn bezwaren heeft tegen de bebouwing van de gronden langs den Zeeweg. Wij hebben daarom te Bloemendaal geïnformeerd hoe men tegenover deze bedenkingt-n van de com missie staat. De gemeenteraad heeft zich nog niet uitgesproken, maar wij kregen den in druk, dat verwacht wordt, dat Bloemendaal niet zonder meer genegen zal zijn om van de bebouwing afstand te doen. Bloemendaal heeft zoo werd ons verklaard van de Erven van der Vliet de aangrenzende gron den langs den Zeeweg 167 H.A.i voor bijna I miilioen gulden gekocht, natuurlijk met de bedoeling daar villa's te bouwen. Als de ge meente had kunnen nagaan, dat daar niet gebouwd zou mogen worden, zou die grond nooit gekocht zijn. Het zou een te zwaar fi nancieel offer zijn om alleen voor het behoud van natuurschoon, dat bovendien op dat moment in het geheel niet bedreigd werd, een miilioen gulden te geven. Nu wordt wel ge zegd, dat Gedeputeerde Stagen bij hun be sluit tot goedkeuring van het raadsbesluit tot aankoop van den grond vastgelegd hebben, dat zij zich daarbij niet uitspraken over de vraag of de gronden bebouwd mogen worden, maar te voren hadden Ged. Staten in ande ren vorm al de bebouwing toegestaan. Te Bloemendaal wordt namelijk de bebouwing geregeld door de Bouwverordening, die voor schrijft dat gebouwd mag worden aan wegen waarvoor een rooilijn vastgesteld is. Dit is met den Zeeweg gebeurd en dit raadsbesluit is door Ged. Staten goedgekeurd. Bloemen daal kan dus aan den Zeeweg bouwen zonder dat daarvoor een uitbreidingsplan is vast gesteld en door Ged. Staten goedgekeurd. Er werd nog eens op gewezen, dat het plan van Bloemendaal is om aan den Zeeweg oen zeer ruime bebouwing toe te passen. Op elke 3 H.A. zal slechts één villa gebouwd worden, zoodat er in het geheel aan eiken kant van den weg niet meer dan 28 villa's zouden ko men. In Bloemendaal wordt gemeend, dat daardoor het natuurschoon niet bedreigd wordt. De Zeeweg is indertijd aangelegd met de bedoeling om een badplaats Bloemendaal- aan-Zee te stichten. Er wordt niet ingezien waarom dit plan zou moeten worden opge geven. Evenzoo wordt het van belang geacht om bij het begin van den Zeeweg een nieuw gemeente-centrum te stichten. Bloemendaal heeft thans geen centrum, terwijl dit toch een behoefte is. Aan den Zeeweg kan niet alleen een nieuw raadhuis gebouwd worden, maar ook de andere openbare gebouwen waaraan behoefte Is, namelijk een nieuw po litiebureau, een gebouw voor publieke werken en een school. De deskundigen van de ge meente deelen niet de bezwaren van de des kundigen der Gewestelijke commissie. Blijk baar ziet zoo besloot deze zegsman de commissie ook in, dat haar bezwaren ten slotte niet houdbaar zullen blijken te zijn, want aan het slot van haar brief aan B. en W. van Bloemendaal werd door haar gezegd, dat „zij geen overwegende bezwaren tescn het bouwen van het raadhuis aan den Zee weg had, mits daaraan niet wordt gekoppeld liet denkbeeld om ter plaatse een nieuw cen trum te maken". Met belangstelling wordt afgewacht welk besluit de gemeenteraad van Bloemendaal hedenmiddag zal nemen. BEZOEK VAN DEN GEZANT DER VER. STATEN. BEZICHTIGING VAN AALSMEER, SCHIPHOL EN KOLONIAAL INSTITUUT. De Tel. meldt: De heer G. J Diekema. gezant der Ver. Staten, zal op Maandag 23 Juni e.k. vergezeld van den heer W. Westerman. voorzitter der Ned. Amcrikaanschc Kamer van Koophandel, een bezoek aan Aalsmeer brengen. De burge meester van Aalsmeer en hel bestuur van den Aalsmeerder Tuinbouwbond zullen hot gezelschap te 10 uur ontvangen aan het vei- '.ingsgebouw „Bloemenlust" en het op de vei ling en in de tuinen rondleiden. Daarna wordt een bezoek aan Schiphol gebracht waar het Gemeentebestuur van Amsterdam te een uur een lunch aanbiedt. De directies der K. L. M. en van de Ned. Vliegtuigenfabriek zullen me de tegenwoordig zijn. o.a. ter demonstratie van de laatste noviteit van de K. L. M., de drie-motoren F. 9 voor 18 personen. 's Middags te 3 uur wordt een bezoek aan het Koloniaal Instituut gebracht en daarop zal de heer Diekema de receptie ter eerc van het tienjarig besman der Ned. Amerikaan- sche Kamer van Koophandel in het Carlton- hotel bijwonen, om tenslotte daar aan den feestmaaltijd der Kamer aan te zitten. Heden: DONDERDAG 19 JUNI Groote Kerk. Orgelbespeling 34 uur. Gem. Concertzaal, H. O. V. Concert. 8 15 u. Palace; „Het spook van do Opera". Too- neel: Goyo Matsu en assistente. 8.15 uur. Luxor Theater: „Blanke Duivels" en „Van Hel tot Paradijs". Tooncel: Piet Groeneudaal 8-15 uur. Rembrandt Theater: „Huwelijk in Holly wood". Tooneel: 5 Carras- 7 en 9.15 uur. Standaard Theater; .Artikel 232" en .De Spookauto". Tooneel; Michel Swaab. 8.15 uur Beverwijk. Raadsvergadering 7.45 uur, nam. Bloemendaail: Raadsvergadering 2 uur nam. Zandvoort: Raadsvergadering, 7.20 uur nam. VRIJDAG 20 JUNI Bioscopen. Nieuw programma. Teyler's Museum. Spaarne 16 Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan-, dags, toegang vrij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5