BRIEVENBUS
Postzegelrubriek
Aan Allen!
Brieven aan de Redactie van de
Ktnder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnixstraat 20.
BLOEMENFEE. Gezellig hè zoo
met zijn allen naar Zand voort te
gaan. Kwamen ju-llle bruin verbrand
thuis? Wat een fijn feest hebben jul
lie gevierd. Moest je de voordracht
alleen opzeggen? Die mevrouw gaf
mij jouw naam op. Daarom zette ik
het in de Ruil-Rubrlek. Je raadsel
is goed.
ROZENKNOPJE. Je hebt deze
week zeker weer heerlijk gezwom
men Nu moet de bus langzamerhand
wegblijven. Ik geloof vast. dat je van
den zomer nog wel Je diploma kunt
halen. Ben je al weer eens naar
Zancivoort geweest? Wat zal het
heerlijk ruiken in Jullie tuin met al
die geopende rozenknopjes.
DE KLEINE VOETBALLER. 't Is
nu meer weer voor Je zwempakje dan
voor je voetbal, hè. Je geniet nu ze
ker ook heerlijk van je fiets. Heeft
Je vriend ook een flets?
GRAAF EGBERT. De strikvra
gen zijn dikwijls nog moeilijker dan
de andere raadsels. Probeer die nu
ook eens. Ik geloof zeker, dat hst
wel gaan zal. Jc mop zal ik spoedig
een plaatsje geven.
D AMI AATJE. Hartelijk dank
voor die prachtige kaart uit Ede.
Hebben jullie schik gehad? En trof
Jc mooi weer?
PAPAVERTJE. Jou dank ik ook
hartelijk voor dat mooie Berken
laantje Hebben jullie daar gewan
deld? Wat komen die gevlekte stam
men mooi uit op die kiek.
BALLENBREISTERTJE. Jam-
mor. dat er twee kuikentjes zijn
doodgegaan. Maar Jullie hebben ge
lukkig toch nog een half dozijntje
over. Groeien ze flink? Hoe gaat 't
met de konijntjes? Moeder weet
wel, waar ze haar ballen breistertje
plezier mee kan doen. De jongens -
en meisjesnamen mogen best door
elkaar staan.
DE KLEINE VIOLIST. Deze
wedstrijd zal wel van een leien dakje
gaan 't Doet me plezier dat de ge
broeders samen genieten van den
raadselprijs. Ik ben ook blij, dat die
Frits heeft zitten schudden van 't
lachen. Dat Ls gezond voor een
mensch.
MEVR. C- C. B. Wat heeft U nu
een gesukkel met N. Ik hoop, dat er
leeds een verandering ten goede is
gekomen, 't Is voor haar zeker een
iieele bezoeking met dit mooie weer
ln bed te moeten liggen. Ik hoop, dat
U mij spoedig betere berichten kunt
zenden.
PRIMULA. 't Is nu je weertje
voor de plantjes. Vooral ook denken
om water. Begonia's groeien en
bloeien van zon maar vooral ook
van water. Fuchsia's vragen nog meer
water. Eigenaardig dat je primula
nog bloeit. Dat zijn anders meer
lenteplanten.
KERSTROOSJE. Gefeliciteerd
met je beterschap. Nu niet meer
ziek worden, hoor! 't Is nu veel te
mooi weer om op bed te liggen. Ga
Je ook weer geregeld naar School?
Schiet je flink op met den Juni-
wedstrljd?
MOEDERS KLEINSTE. Ik dacht
wel, dat je in je nopjes zou zijn met
je prijs lieb je hem ook aan moeder
voorgelezen? Ben Je weer heelemaal
gezond? Ik hoop 't voor je. Hoe heb
Je het Woensdag gehad? Ben je fijn
met de krans naar Groenendaal ge
weest?
KORSTJESKNAGER. Fiets jij
liever dan dat Je ln duin speelt?
't Lijkt me met de warmte toch
heerlijker om een zand-zonnebad te
nemen. Je zou van den zomer zeker
ook graag een maand in Castricum
willen zijn. Dat wil ik best geloo-
ven. Wat heb jij toch aardige ooms
en tantes, die zoo heerlijk met je
uitgaan. Heb je nog gezwommen in
Zandvoort? Of mocht 't niet van
thuis?
DANSERESJE. Zoo kom Jij ook
weer eens naar me toedansen. Dat
doet me genoegen. Wanneer ben je
verhuisd en bevalt het goed in de
nieuwe woning? Je hebt je wedstrijd-
werk gauw afgemaakt, Dat is eigen
lijk heel verstandig. Van uitstel komt
zoo gemakkelijk afstel. Ik heb 't nog
niet nagekeken.
VIOOLBLOEMPJE. 'k Hoop. dat
er een aardig dierenvriendje of
vriendinnetje voor de poesjes komt
opdagen. Wat heb JU heerlijk geno
ten op den 2den Pinksterdag, 't Is
maar fijn, dat je zoo lekker kunt
uitrusten in de hangmat. Wel leuk
zoo'n verborgen prieeltje. Dat lijkt
zoo'n beetje op een geheimen tuin.
Hoe gaat 't met moeder en zus?
W. v. d. L. Ja, jongen uitgaan
kost geld en dat geld moet verdiend
worden. Ik vind, dat jij heusöh ook
wel een prettige vacantie tegemoet
gaat. Ik weet nog niet waar ik heen
zal gaan. In leder geval binnenslands
De boeken, die je opnoemt, bewon
der ik ook niet onverdeeld. De aar
digheden zijn vaak wel eens onge
zocht. Voor Onze Bibliotheek zijn ze
wel wat kostbaar, of Wim L.
moest ze van iemand cadeau krijgen.
KRIELKIP. Dat was zeker een
gezellige logeerpartij, bij tante. Heeft
tante ook je briefje in Onze Jeugd
gelezen? Zwem je dikwijls? Zwem je
ook van school?
ELFENBLOEMPJE. Leuk, dat ik
ook weer eens wat van jou hoorde.
Maar 't is zeker heel druk in de
sprookjeswereld. Heb je de boeken
van Stijntje en Tinus ook gelezen?
Je hebt gelijk, dat je maar dadelijk
aan den nieuwen wedstrijd bent be
gonnen. Wanneer verwachten jul
lie de kleine kuikentjes? Wat heb je
met oom en tante een fijn auto
tochtje gemaakt, prettig, dat 't met
Eikeltje nu goed blijft gaan. Het el-
ferubloempje moet maar goed op
haar passen.
ZWARTKIJKERTJE. Knap zoo,
dat jij den wedstrijd goed en gauw
af hebt- Wat aardig, dat tante nu je
nieuwe boek leest, 't Doet me erg
veel plezier, dat jij nooit gedacht
had, zoo'n mooien prijs te krijgen.
POPPENVERPLEEGSTERTJE.
Prettig, dat jij ook in je schik bent
met je prijs. Wat een heerlijk voor
uitzicht, dat je in de groote vacantie
naar Overijsel gaat. Höb Je daar fa
milie wonen? En waar gaan zus en
broer naar toe?
BLAUWOOGJE. Heb je veel van
die boekjes verkocht? Dus jij bent
ook een driehoeks-meisje. Verkoch
ten jullie ook ln de kraampjes? Is er
flink geld binnengekomen voor 't.
goede doel?
ZONNEBLOEM. Hoe gaat 't met
de zwemles? Durf Je 't al los? En
ga je ook wel eens zwemmen buiten
de schooluren? 't Water was je van
deze week toch zeker niet te koud?
Heeft broertje ook al tandjes? Heer
lijk. dat hij zoo flink groeit. Ik kan
best begrijpen, dat je dolveel van
hem houdt.
DE KLEINE BOUWER. NU kan
je fijn bouwen ln 't zand. Kasteelen
met torens en bruggen over de ri
vier. Leuk, dat je Floralia-plantJe in
bloei staat. Begiet het u maar alle
dagen als de zon weg is. Is je hage
dis, nu in zomertenue? Hij heeft
groot gelijk.
D AMI A AT JE. Dat is dus een
goed geslaagd schoolreisje geweest.
Ik denk, dat Jullie 't er met elkaar
nog dikwijls over hebben zullen.
Sliep je in tenten of m een huis?
Ben je nu heelemaal uitgerust?
BLOEMENFEE. 't Is Woensdag
avond een mooie avond geweest voor
de Padvindertjes? Vind je 't geen
lastig werkje zoo'n nachtpon te ma
ken met lai>e mouwen? Moest je
hem ook zelf knippen? Naar welk
kamp gaan jullie van den zomer? Ja,
kampeeren is iets heerlijks.
BOERINNETJE. 'L Deed me ple
zier ook jouw nette handje weer eens
te zien. Een heele drukte hè zoo'n
verhuizing? 't Is te begrijpen, dat
moeder daar doodop van was. Hoe is
't nu met moeder? Je bent nu een
heel eind uit mijn buurt. Nog har
telijk gefeliciteerd met je 14den ver
jaardag. Ik hoop dat 't een gezellig
dagje voor je is geweest. Als je deze
maand je raadsels geregeld blijft in-
zijenden, kun je nog meeloten om
een raadselprijs.
PAPAVERTJE. JIJ WOU je ZO-
mervacantie zeker wel ln Ede door
brengen. Wat prettig, dat jullie ook
nog in dien speeltuin zijn geweest.
Je hebt ondertusschen*ook nog han
digheid geleerd. Dat komt altijd te
pas. Dat spelen op de hei was zeker
't heerlijkste uurtje van den dag.
Wat zul je er nog dikwijls aan terug
denken.
DRAAITOL. Je raadsels zijn
goed. Jij draait zeker dikwijls naar
Zandvoort. Die kleine nicht geniet
er natuurlijk ook volop van zand en
zee. Dat kleine goed voelt er zich
gauw thuis. Kinderen en water kun
nen 't altijd heel goed samen vinden
CROCUS. Ik dacht wel, dat je
genieten zoudt van Jona en Sari.
Wat zullen die sla en peultjes uit
eigen tuin heerlijk gesmaakt heb
ben. Heb je een vuurroode gera
nium? Nu vooral voor vocht zorgen?
Wat zal 't er vroolijk uitzien in je
tuintje. En er staat natuurlijk altijd
een mooi bouquetje op tafel.
KATUIL. Ben je Woensdag ook
naar 't Bloemendaalsche strand ge
weest? Laat je armen nu maar niet
meer zoo verbranden. Bruine armen
staat wel leuk, maar verbrande ar
men doen pijn.
EPENAARTJE. Al doende leert
men, ook zelfs de lastigste sommen.
Gezellig voor je dat Zeeuwsch Boe
rinnetje weer beter is. Hebben jul
lie nu vacantie van de Zondags
school? 't Doet me genoegen, dat je
Knipperdolletje een mooi verhaal
vindt. Neen, 't is vooreerst nog niet
uit. Je raadsels zijn goed.
HET ZAANDAMMERTJE. Chi-
neesche kool smaakt heel lekker,
maar in den wintertijd. Ik hoop en
verwacht wel, dat je gisteren een fijn
dagje in 't Haagje hebt gehad. Wel
ke twee paledzen heb je bekeken?
Vond je 't in Schevenlngen niet
druk? Nog een beetje drukker dan
in Zandvoort, hè? Heb je al dop
erwtjes geplukt? D e bieten moeten
nog maar een poosje groeien. Die
roode bladen staan zoo vroolijk.
LEZERESJE. 't Zou nu ook veel
te warm zijn om schoon te maken.
Geniet nu maar zooveel mogelijk van
buiten-zijn. Natuurlijk vind ik een
briefje met inkt geschreven duide
lijker dan me>t potlood. Je zult best
een goed opstelletje kunnen maken.
Daar reken ik dan ook op. Wat pret
tig, dat je in je betrekking 14 dagen
vacantie krijgt. Ga je dan nog uit
de stad?
ZEEUWSCH BOERINNETJE.
Wat ben ik blij voor je, dat je weer
beter bent. Die drie weken hebben
zeker heel lang geduurd. Zijn de
dikke wangen nu heelemaal geslon
ken, of had je maar één dikke wang?
Wat een heerlijk schoolreisje heb
ben jullie in 't vooruitzicht Is de da
tum al vastgesteld? Welk boek heb
ben jullie aan je onderwijzer gege
ven? Wanneer probeer je je zwem
diploma te halen? Kun je nu 't vol
gend jaar je vaardigheidsdiploma
nog halen? 't Was wel jammer, dat
je ook op 't concert niet mee kon zin
gen. Maar vader en moeder hebben
Je Zondag maar weer een heerlijk
dagje bezorgd.
STUURMAN DRIE. 't Zal met
de raadsels steeds wel beter gaan.
Alle begin Ls moeilijk. Wat heerlijk
dat de heele klas op 11 Juli naar Ar-
tis gaat. Dan zijn de apen ook op
hun buitenverblijf.
W. L. Hoe lang hebben de In
dische verlofgangers verlor? Wat
verbazend, dat jullie uitvoering mis
lukt is. Natuurlijk is buitenspelen
heel wat anders dan in een zaal mu-
siceeren. De afleiding speelt ook een
groote rol. 't Is te hopen, dat 't in
Meer en Bosch beter zal gaan. Wan
neer zal 't wezen?
ZANGVOGELTJE. Jij hebt maar
een reuze knappe pop. Die is knap
per dan menig kind. En wat is ze
vroolijk. Heerlijk hoor zoo'n kind
met zoo'n prettig humeurtje. Deze
week heb je zeker toch flink ge
zwommen. is de bus nog onmisbaar?
Doe je best maar om den zwemslag
gauw meester te worden.
GOUDSBLOEM. Dat is ook we[
eens prettig, als de raadsels zoo ex
tra gemakkelijk zijn. De wedstrijd
is neusch niet zoo moeilijk, als hy
jou misschien toelijkt. Hoe is het
met 't tafelkleed afgeloopen? Heeft
moeder het in water en azijn gezet?
Dan knapt 't in den regel prachtig
op. Zijn de grootouders nog bij jul
lie geweest? Of zijn ze er nog? Lo
geer jij ook wel eens in Zevenhuizen?
GOUDELSJE. Ja, Freesia ls een
heel mooi bloempje Op 31 Augustus
zie je ze dikwijls in 't oranje Flink
zoo. dat je 't wedstrijdwerk al klaar
hebt. Je krijgt op school zeker een
mooi cijfer voor schrijven. Raad lk
dat goed?
ROZENKNOPJE- Nu was je
prachtig op tijd- Als ik 't maar op
Woensdag heb, want Donderdagmor
gen gaat de Rubriek al naar de
drukkerij. Dat is maar een prettige
instelling, dat jullie in plaats van
gymnastiek gaan zwemmen. Nu leer
je het meteen goed.
UITLOOPER. Nu zijn jullie ze
ker al weer eens naar Zandvoort ge
weest. 't Was er tenminste wel weer
tje voor. 't Is maar fijn. dat Johan
op school niet achter ls gekomen. Ik
hoop. dat hij me ook weer eens gauw
zal schrijven.
MARINIER. 'k Wensdh Je mor
gen een plezierig auto-todhtje. Waar
gaat de reis naar toe? En Zondag
weer met de boot naar Gouda? Jij
valt maar van 't eene pretje in 't
andere. Mag ik van je kiezen, waar
ik mee naar toe wil? 't Liefst met
de boot mee. 't Is nu op 't water zoo
fijn.
VOGELKOOPSTERTJE. Prettig
dat je met het boek zoo in je schik
bent. Heb je vandaag van je beide
broers afsche genomen? Twee jaar
is een heele tijd, als we er voor staan
maar als we er later op terugzien
lijkt het zoo heel kort. Je moet el
kaar maar trouw schrijven. Je raad
sels zijn goed.
A. B. C. 'k Kan me best begrij
pen, dat grootmoeder lang niet
vriendelijk keek, toen jullie dat foto
lampje zoo hadden laten stoomen.
Je hadt zelf de gordijntjes maar
moeten ultwasschen. 't Gebeurt na
tuurlijk nooit meer.
MARIETJE. Wou jij zoo graag
in een vliegmachine zitten? Ik niet,
hoor. Over 100 jaar vliegen misschien
alle menschen. Dat is best mogelijk
Wat zal 't dan lekker rustig op straat
zijn. 't Zal een pretje zijn om dan
verkeersagent te wezen.
JAN TEN H. Ik kan me begrij
pen, dat jullie het heel interessant
vonden, wat meneer over den Vol
kenbond vertelde. Je hebt er eigen
lijk meer aan, dan aan de opsom
ming van de veldslagen van den
Spaansche successie-oorlog. Tien
jaar volkenbond beteekent nog niet
veel, maar alles moet groeien. Dit
jonge plantje zal ook zeker groeien.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 20
Haarlem, 20 Juni 1930.
OPLOSSING: DE ACHT ZUSJES
Hoe heet ik? Het meisje zelf heet:
Dorothea en haar zusjes: Ada, Dora,
Rosa, Nora, Cato, Hilda, Amela
(Amelia) en Eva.
POLEN
XVI
Gedurende 1923—24 verscheen een
nieuwe serie portzegels in de teeke-
ning van de serie 1921. doch in greo-
ter formaat Het waren 50, 100, 200,
500. 1000, 2000, 10.000 20.000, 30 000
50.000, 100000, 200.000, 300.000
500.000. 1.000.000. 2.000.000, en
3.000.000 mark (alle donker blauwt.
Grootte van de vakjes 3.3 bij 2.8 c-M.
Ook de serie 1923 werd ln 1924 uit
gebreid met nieuwe waarden. De ze
gels zijn in dezelfde teekening. Uit
gegeven werden: 10.000 mark (violet
bruin), 20.000 mark (olijf) 30.000
mark (rood), 50.000 mark (geelgroen)
100.000 mark (roodbruin) 200 000
mark (lichtblauw), 300.000 mark
(lila), 500 000 mark (bruin) 1.000.000
(rose) en 2.000.000 mark (groen».
Grootte van de vakjes 2.8 of 3 4 c.M.
Zie voor de indeeling 't schetsje.
S.
Rustenburgerlaan 23.
EEN GRAPPENMAKER
Kees ziet zijn vriendje loopen met
't kleine zusje.
Kees: Loopt Je zusje al?
Jan: Al wel zes weken.
Kees: Dan had ze de grens al over
kunnen zijn.
BIJVOEGSEL
VRIJDAG 20 JUNI 1930
No. 183
We hebben deze week wel eens ge
puft van de warmte en misschien
ook wel eens geklaagd, omdat „je nu
toch haast stikte". Als 't straks koe
ler wordt, klagen we natuurlijk op
nieuw. Een menschenkind is nu juist
geen tevreden schepsel. Ik weet eoh-
ter een heel goed middel om de
warmite te verdrijven, nl. dit: „je
gaat je verplaatsen in de Noordpool
streken.
Verdeden zomer was er een film,
waar je toeristen kon zien trekken
over de ijsbergen, waar je de men
schen in dierenvellen gehuld zag
wegschuilen voor een sneeuwstorm.
En er waren kinderen onder de toe
schouwers, die bij 't zien van al dat
ijs en die eeuwige sneeuw er kip
penvel van kregen.
Laten wij nu eens met elkaar op
een snikiheeten middag naar IJsland
trekken. We kunnen daar dan feest
vieren, omdat IJsland in deze maand
herdenkt, dat 't voor duizend jaar
een parlement gekregen heeft. Er
gaan nog een paar Nederlanders als
vertegenwoordigers naar toe. Dus wij
zuilen ook zeker welkom zijn.
De IJslanders hadden veel liever
een anderen naam voor hun eiland,
want 't is niet waar, dat IJsland al
tijd een land vol ijs is. 't Klinkt zoo
koud en 't stoot daarom de men
schen af er heen te gaan.
Waarom het dan zoo genoemd is?
De eerste Noor, Flokl Vilgerdson. die
met andere mannen op dit eiland
kwam, hield zich onledig met vis-
schen. Hij vergat te hooien, zoodat
het vee bij gebrek aan voedsel stierf.
Toen 't lang koud bleef en Floki een
berg ging beklimmen om eens te ver
kennen, hoe 't er in den omtrek uit
zag. ontwaarde hij niets dan ijs en
drijfijs. Hij keerde maar gauw naar
Noorwegen terug en vertelde, dat het
eiland daar ln 't Noorden, IJs'and
was. De Noren zijn toch nieuwsgierig
geworden en in de 9de eeuw vesti
gen velen zich op IJsland. Er ont
staat een levendig verkeer tusschen
Noorwegen en IJsland. Het land was
onbewoond, ieder kon er van nemen
wat hij wou 't Klimaat was 't zelf
de als in Noorwegen en men kon
door veeteelt en visscherij zich een
bestaan verzekeren. In 930 sloten
de kolonisten zich aan en richtten
den IJslandschen Vrijstaat op. Sinds
1906 ls er een telefonische verbin
ding met de buitenwereld. De hoofd
plaats Reyckjavik is een moderne
handelsstad geworden, 't Is gebouwd
op de plek. waar de eerste kolonist
voet aan wal zette. Straks zullen er
optochten gehouden worden met
voorstellingen uit oude sagen. En 't
oude zal herleven. Voor de IJslan
ders ls 't t e hopen, dat er dan wat
zon mag zijn op hun bergen en in
hun dalen.
W. B Z.
Waf, woef. waf!
Krijg ik dit koekje?
Waf, woef, waf!
Ik lust het graag.
Waf, woef. waf!
Met een klein hapje
Verdwijnt 't daad'lijk in mijn maag.
Wat? Moet 'k ook nog dankje
zeggen?
Ook nog kwispelen met mijn staart?
Hè, dat heele kleine brokje
Is die drukte heusöh niet waard.
Maar ik wil verstandig wezen,
Waf, woef. waf!
Ik dank je zeer.
Kijk, het puntje van mijn staartje,
Gaat ook vroolijk op en neer.
Hè. me dunkt, dat is verdiend hoor,
'k Ga er nu weer gauw van door.
Heb je weer zoo'n lekker koekje,
Roep me dan maar daad'lijk hoor!
Knipperdolletje.
door
W. B.—Z.
7)
't Stelde een zaal voor, waarvan
de pilaren dikke ijspegels waren. In
't midden was een bevroren plas met
een troon van ijs. En op dien troon
zat een jongen. Voor hem stond een
meisje met gevouwen handjes en ze
keek hem zoo smeekend aan, dat Je
er bedroefd van zou worden.
„Dat zijn Kai en Gerda uit het
sprookje van de Sneeuwkoningin."-
vertelde oma.
,Dat ken ik," zei Mies. ,,'k Heb
't gelezen in Onze Jeugd. Daar heeft
Gerda Kai gevonden en nu wordt
alles goed
,.Zal ik dan maar een ander ver
tellen?" vroeg oma
„Nee, vertelt U dit maar. 'k Heb
het in vervoigen gelezen. En vertel
len vind lk toch nog fijner
„Goed, dan gaan we gezellig om
den haard zitten. Als Je wilt, mag je
wel aan je kussen borduren, terwijl
lk het sprookje van de Sneeuwko
ningin vertel."
„Ja, dat doe lk." zei Mies. ,,'t Moet
hier afkomen, want over 14 dagen is
moeder jarig."
Vlug haalde Mies haar kleedje,
zettte toen een kussen vlak naast
grootmoeder en ging daar zelf op
zitten, terwijl grootmoeder ver
telde.
Mies kan niet nalaten, telkens een
opmerking te maken. Grootmoeder
vond 't niet erg. Mies riep al gauw
„Wat zielig, dat Kai ook zoo'n glas
scherf naar binnen kreeg. Gelukkig
maar, dat 't geen pijn deed."
,.Ik weet nog niet, of dat zoo ge
lukkig was," zei Oma. „Leelijke din
gen, die naar binnen gaan en geen
pijn doen, stichten dikwijls 't mees
te kwaad." vervolgde oma.
't Was al ver over bedtijd, toen
Oma klaar was met vertellen Nu
moest Mies gauw haar glas melk op
drinken en dan naar boven. Daar
werd gebeld.
„Tc Zal wel opendoen", zei Mies en
ze was de gang al In.
,,'t Zal Gljsje wezen met 't strijk
goed," zei oma bij zichzelf, 't Was
zoo, daar kwam Gijsje met het blau
we kleerbakje binnen, waar onder
een bont gekleurde doek stapeltjes
strijkgoed zichtbaar waren, 't Was
tusschen Mies en Gijsje een harte
lijke begroeting. Die twee kenden
elkaar ook al een aardig poosje en
ze konden het best samen vinden.
Als Gijs kwam werken, hielp Mies
graag mee. Vooral de ramen spul
ten met grootmoeders tuinspuit vond
Mies 't allerheerlijkste werkje. En
dan de roode steentjes schrobben
van 't straaf-Je voor de deur. Gijs
vond Mies een handig ding en in
den schuur .stonden een paar zwarte
klompen, die ze van Gijs cadeau
had gekregen.
„Zouden de klompjes nog pas
sen?" informeerde Gijsje al gauw.
„Dat zullen we morgen wel eens
zien. 't Is nu bedtijd voor Mies," zei
grootmoeder. Hoe lief grootmoeder
was, Mies wist wel, dat je geen lied
je van verlangen behoefde te zingen.
En toch zou Mies nog even opblij
ven, wan/t, terwijl Gijsje den bont
gekleurd en doek van 't strijkgoed
nam en Mies juist de hand uitstak
om Gijsje goedennacht te wensdhen,
riep Mies lachend: „Draagt Oma
jongensblouses?"
,.Wel heb ik van mijn leven." zet
Gijs, „daar heb ik de blouses van dat
nieuwe Jongske op mevrouws kleer
bakje gelegd."
„Welk nieuwe jongske??" vroeg
Oma nu.
„Bij boer Veris ls een weesjon&etje
gekomen. Ik had er juist gewas-
schen en nu heb lk de kleeren van
dat ventje maar mee naar huis ge
nomen. Dat is me toch een stum-
perd."
„Zoo zwak?" informeerde groot
moeder.
„Nee zwak is ie niet. Een jongen
als een boom, zoo stevig en zoo vlee-
zlg. Maar hij heb voor geen zier ver
stand."
„Dan is 't zeker een stumperd",
vervolgde grootmoeder.
„Zou 't Knipperdolletje zijn?"
vroeg Mies opeens.
En nu sprak 't vanzelf, dat Gijsje
precies wou weten, wie Knipperdol
letje was.
Mies vond in Gijsje een zeer aan
dachtig toehoordster en toen er al
les verteld was, zei Gijs: ,,'t Zou me
niks verwonderen, of die stumperd
en die Knipperdolletje zijn dezelfde".
„Wie heeft hem gebracht?" Infor
meerde Oma.
„Een deftige mevrouw, die hier al
eens meer geweest ls. En die sprak
van Maarten."
„Hij ls 't," riep Mies verheugd. „HIJ
heet Maarten."
Nu wou Mies natuurlijk precies we
ten, waar boer Veris woonde en of er
nog meer kinderen waren en of 't
goede menschen waren en nog veel
meer.
Grootmoeder vertelde, dat de jon
gen een lot uit de loterij getrokken
had om bij boer Veris in huis te
komen. Ze hadden zelf geen kinde
ren en daarom wilden ze graag een
kind in huls hebben.
„Maar snapt u nou, dat ze zco'n
stumperd nemen? Daar heb Je nou
heel geen gezelligheid aan," rede
neerde Gijsje.
Grootmoeder dacht even na en zei
toen: „Ja, dat ls Juist iets voor vrouw
Veris Ze wou geen kind bij zich ne
men voor eigen gezelligheid, maar
ze wou zichzelf geven aan dat kind
„Waar wonen ze?" vroeg Mies.
..Achter ln Groet. Een drie kwar
tier hier vandaan," vertelde Gijsje»
„Gaan we er morgen heen. Oma?"
„Dat beloof lk je niet, kind."
„Als mevrouw 't goed vindt, mag
Mies wel met mij mee. Ik raoH er
morgen heer. om die blouses te bren
gen."
„Hè Ja. Oma. Mag ik?"
Oma had er niets op tegen. Maar
't was nu meer dan bedtijd en Mies
lag dan ook binnen een kwartier op
haar bed. ln 't gezellige logeerka
mertje. 't Was wel gek, ma ze
droomde dien nacht toch nle an
Knipperdolletje, maar van .iaar
eigen moesje, die zoo dolblij was met
't mooie kussen, dat alle kennissen
't zien moesten en leder beweerde,
dat 't Iets buitengewoon prachtigs
was.
(Wordt vervolgd).