BUITENLAND
De laatste berichten uit Britsch-lndië.
Het „Afschuwelijke document".
KS1SS BLANCHE
LANGS DE STRAAT.
UIT DE OMSTREKEN
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 25 JUNI 1930
Toestand ernstiger dan voorheen.
Tweede deel üan het rapport der
commissie Simon.
Gevangenisoproer in Rangoon.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Sedert geruimen tijd hebben wij in deze
rubriek gezwegen over den toestand in Indiè
en hoewel de opstandigheid van het Indische
volk zich slechts bleef uiten in een reeks
plaatselijke onlusten, leek het toch alsof
de groote actie, bij gebrek aan leiderschap
en eensgezindheid, dood zou loopen.
Thans hebben echter twee feiten weer
nieuwe kracht gegeven aan den vrijheids
strijd.
In de eerste plaats noemen wij dan het
verschijnen van het tweede deel van het
rapport, der commissie Simon hetwelk wij
hieronder gedeeltelijk weergeven, en in de
tweede plaats het ontstaan van ernstigere
onlusten dan tot nu ooit zijn voorgevallen.
De ..Daily Kerald" noemde het oproer dat
Zaterdag Bombay teisterde het ernstigste dat
tot nu toe heeft plaats gevonden; de opge
wondenheid was grooter dan anders en het
aantal der slachtoffers was buitensporig om
vangrijk.
De berichten van hedenmogen uit Ran
goon zijn ai even ontstellend. De gedetineer
den van de centrale gevangenis aldaar heb.
ben een' aanval gedaan op het wapendepot
van het huls van bewaring en zich meester
gemaakt van wapens en munitie.
De militaire politie opende het vuur op de
aanvallers en was eerst na twee uur meester
van den toestand.
Vier militairen, een chauffeur van een
vraclv.auto en een veertigtal gevangenen
werden gedood. Ongeveer tachtig gevange
nen en gevangenisbeambten werden min of
meer ernstig gewond.
Het ls dus aan geen twijfel onderhevig
of de strijd in Britsch-lndië is in hevigheid
toegenomen, al.". Is het nog steeds twijfel
achtig of zich thans een algemeene actie zal
ontwikkelen.
De voornaamste Indische leiders zuchten
Immers nog steeds In de gevangenis en on
der de belangrijkste godsdienstige secten
heerscht nog steeds oneenlgheid.
Het is echter de vraag of de teleurstelling
over het tweede rapport van de commissie
Simon niet groot genoeg zou kunnen zijn,
om de noodzakelijke eenheid te bewerkstel
ligen. In ieder geval ls nu reeds bekend, dat
men in Indische politieke kringen ten zeerste
verbolgen is. Aan een telegram van Reuter
ontleenen wij bijvoorbeeld, dat de houding
van de congrespartij ten aanzien van het
rapport bepaald wordt door een opschrift
in een blad te Bombay, waarin men het
heeft over een „afschuwelijk document".
De Engelsche persstemmen lulden natuur;
lijk heel anders en men wordt min of meer
Ironisch gestemd wanneer men in de „Daily
Herald" kennis neemt van het enthousiasme
waarmede het rapport verdedigd wordt en
wanneer men uit de „Times" verneemt dat
het blad gelooft dat thans de synthese tus-
schen het Britsche trusteeschap en het In»
disohe nationalisme is gevonden 1
L. A.
t Het tweede deel van het
rapport-Simon.
LONDEN. 23 Juni (V.D.) Het tweede deel
van het rapport der Indische statuaire com
missie is ter publicatie gegeven. Het bevat de
aanbevelingen voor een nieuw constitutio
neel schema voor Indië. In hunne voornaam
ste voorstellen waren de leden der com
missie het geheel met elkaar eens De aanbe
velingen voorzien in een gedetailleerd sche
ma dat het geheel© ruime veld van het In
dische constitutloneele vraagstuk omvat.
Het schema heeft het aanzien van een
reorganisatie van de Brltsch-Indische Con
stitutie op een federale basis en wel zoodanig,
dat de afzonderlijke Indische Staten of
groepen van staten kunnen toetreden wan
neer zij zulks wenschen.
De bestaande provincies, Burmah uitgeno
men, zullen de basis vormen voor den fede
ralen bouw. Zij zouden de grootste mate van
zelfbestuur ontvangen. Dit houdt in de af
schaffing van de dyarchle. Belangrijke wij
zigingen in vorm en werkwijzen der provin
ciale uitvoerende en wetgevende machten
worden aangevolen.
Het ls de commissie niet mogelijk geweest
eenstemmig de wenschclijkheid of iets van
dien aard van de Insteling van tweede kamers
in de provinciën aan te bevelen.
Het eerste deel van het rapport ls gewijd
aan de verklaring van de algemeene begin
selen der voorst ellen-
Het eerste principe was dat de nieuwe
grondwet zooveel mogelijk in haar eigen ont
wikkeling zou voorzien.
De Indische regeeringswet voorzag in een
onderzoek naar de werking var. een gewij
zigde grondwet na tien jaren, maar de com
missie zegt. dat deze methode geheel vreemd
is aan den geest van gronwettelijke ontwik
keling, zooals elders in het Britsche Rijk
wordt begrepen en toegepast.
De weinige soepelheid van het beperkte
en tijdelijk schema is een groot nadeel voor
een land van de grootte van Indlö geweest,
waar de provincies onderling zoozeer ver
schillen.
„Terwijl wij het mogelijk achten in den
provincialen sfeer een zeer volledige voorzie
ning te treffen in de grondwet voorden groei
en ontwikkeling zonder de noodzakelijk
heid nieuwe machten in het Britsche parle
ment te zoeken, terwijl wij voor ditzelfde
principe een vorm wenschen te geven en zijn
er in het laatste geval omstandigheden die
de grenzen waarbinnen zulks kan geschieden
beperken.
De uiterste vorm van de centrale regeering
hangt af van het aantal factoren, welk aan
tal tot nu toe niet volledig bekend kon zijn.
De overweging omtrent wat het uiterste
doel der Britsche politiek in Indië ten
aanzien van de verklaring van 20 Augustus
1917 ls, brengt de commissie er toe als haar
tweede principe vast te stellen, dat alle
grondwettelijke veranderingen, welk thans
voor Britsch-lndië worden aanbevolen, moe
ten gericht zijn op de toekomstige ontwikke
ling, wanneer Indië als geheel en niet enkel
Britsch-lndië, zijn plaats tusschen de staten,
die het gemeenebest van naties onder de
kroon zullen samenstellen.
Er zijn zoowel practische als theoretische
redenen voor den voorgenomen bouw van de
Indische regeering, dat de overgang tot een
werkelijk Indischen staat kan worden be
werkstelligd, zoodra de tijd er rijp voor is.
De leden der Commissie zetten uiteen, dat
Indië en niet Britsch-lndië lid van den Vol
kenbond is en zeggen, na een beschrijving te
hebben gegeven van de geographische, poli
tieke en economische eenheid van Indië
te hebben gegeven, dat er slechts weinig
punten zijr., welke het werkgebied van de
Centrale regoering zouden omvatten.
Het belangrijkste voorbeeld ls de verdedi
ging; andere punten vormen de tarieven en
de verbindingen en de sociale aangelegenheid
zoo als preventieve maatregelen tegen epi
demieën. Bovendien is de eenheid welke
Indië door externe krachten uit Groot Brit;
tannië worden opgelegd, thans versterkt
door het groeiend nationallteltsbewustzijn.
Slechts het bestaan van h?t Britsche gezag
in Indië heeft een dergelijke ontwikkeling
mogelijk gemaakt. De beweging is de laatste
vijftig jaren regelmatig uitgegroeid en ln de
laatste tien jaren in een versneld tempo
„Wat haar tekortkoming ook moge zijn en
hoe onaangenaam eenige van haar mani
festaties ook mogen zijn, schijnt het heden
ten dage de eenige kracht in de Indische
maatschappij te zijn, welke misschien in
zichzelf de macht bezit de diepe en gevaar
lijke klippen, welke haar vrede bedreigen, te
ontloopen".
Maar het is volkomen duidelijk, dat de
Indische staten niet gedwongen kunnen
worden in eenige nadere betrekking tot
Britsoh-Indië.
De Indische regeerders zijn natuurlijk
trotsch op hun historische positie en her»
haaldelijk zijn hun rechten dan ook erkend.
Tegelijkertijd erkennen zij meer en meer
de noodzakelijkheid voor de rechtvaardiging
van hun toekomstige betrekking tot de rest
van Indië.
In principe komen de leden der Commis
sie tot een federatief verband, daar de provin
cies en staten als eenheden zoo veel van
elkaar verschillen.
De provincies zullen de basis vormen,
waarop de federatie zal worden gebouwd.
Behalve de provincies die door gouverneurs
bestuurd worden, zijn er streken waar de
hervormingen nog niet zijn toegepast en
deze zullen dan hun plaats in de federatie
innemen. De leden der commissie evenwel,
zijn van meening, dat Burmah, dat thans een
geheel deel van Britsch-lndië vormt, niet bij
den nieuwen staat zal moeten worden ge
voegd. Zijn opneming in Indië is een toevallige
historische gebeurtenis en wanneer gepoogd
zou worden in groote lijnen de voortgang
tot het einddoel aan te geven, zou er ge»
legenheid zijn, de vereeniging, welke niet op
gemeenschappelijke belangen berust, te
verbreken. Het schema dat door de commissie
wordt aanbevolen, drukt de wenschelijkheid
uit een maximale provinciale autonomie te
geven, welke reeds bestaat met het gemeen
schappelijk belang van Indië als geheel.
Voorgesteld wordt in de belangrijkere pro
vincies wetgevende raden in te stellen met
van 200 tot 250 leden. Aanbevolen wordt
zetels te reserveeren voor de onderdrukte
klassen. Dit deel van het rapport behandelt
de methoden ter vergemakkelijking van de
toetreding van vrouwen ln de provinciale
raden.
Het aantal stemgerechtigden, dat thans
2.8 pet. der bevolking bedraagt-, zal dan
worden uitgebreid tot 10 pet., hetgeen zou
neerkomen op 20 pet. der volwassenen. De
commissie wenscht evenzeer het stem
recht der vrouwen uit te breiden.
In de provincies zal de macht berusten
bij gouverneurs, onder leiding van den
gouverneur-generaal, want door een krach»
tig centraal bestuur zullen vrede en veilig
heid ten slotte verzekerd worden.
Noodzakelijk wordt geacht een centraal
orgaan, dat direct de Britsch-Indische aan
gelegenheden kan behandelen voor zoover dit
niet de provincies betreft, doch tegelijker»
tijd uitgebreid kan worden tot een lichaam
dat geheel Indië vertegenwoordigt.
Het schijnt de commissie wen schel ijk. dat
dit lichaam strikt op federatieve basis zal
worden samengesteld. Het is beter dat het
de eenheid van de uiteindelijke federatie is,
dan dat volksdeelen er in zouden worden
vertegenwoordigd.
In het vierde deel van het rapport worden
deze wijzigingen in de centrale wetgeving
nader behandeld. In het kort wordt voor
gesteld dat de federale vergadering, welke
een zittingsperiode van vijf jaren zal heb
ben, zal staan boven de wetgevende verga
dering, dat de leden in hoofdzaak zuilen
worden gekozen door de provinciale raden,
dat het aantal leden, dat thans 145 bedraagt
wordt uitgebreid van 250 tot 280, hetgeen
ongeveer overeenkomt met een lid per mil»
Hoen bewoners.
Verder zou het officleele element ln die
vergadering bestaan uit leden van den raad
van gouverneurs-generaal en uit niet meer
dan twaalf andere benoemde ambtenaren.
De commissie stelt verder voor. dat de
Raad van State zijn huidige werkzaamheden
blijft vervullen en dat de bestaande wetge
vende cn financieele bevoegdheden der twee
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ctt. per regel.
Door Dak en Dun
getrouw aan hun
PIRIECT
i ligaret" io«r wet
kamers zouden blijven bestaan, doch dat bij
komende functies zullen worden uitgevoerd
door een bijzondere vergadering voor finan
cieele aangelegenheden. De plichten der cen
trale wetgevende machten zullen waarschijn
lijk verschillen, naarmate de constitutie zich
ontwikkelt.
De gouverneur-generaal moet niet alleen
blijven de vertegenwoordiger van den keizer
koning, bij alle formeele en ceremonieele
aangelegenheden, maar het feitelijke hoofd
der regeering met de verantwoordelijkheid
voor de keuze en benoeming van leden in zijn
kabinet.
De opperbevelhebber zal geen lid kunnen
zijn.
De ondervinding leert, dat een federatie
over het algemeen eenigen tijd nadat de fe
deratieve eenheden politi°k zelfbewustheid
hebben verkregen tot s' komt.
Het vijfde deel van het rapport behandelt
de landsverdediging.
Opgemerkt wordt, dat het leger voor zijn
taak berekend moet zijn. Het zal noodig zijn
lange jaren nog Britsche troepen en Britsche
officie: n op de been te houden. Dit feit
maakt het probleem van de invoering van
grooter mate van verantwoordelijkheid in de
centrale regeering ingewikkelder.
De interne veiligheid wordt eveneens be
handeld.
Er zijn licht ontvlambare elementen onder
de bevolking, terwijl groote gemeenschappen
die elkaar wangunstig gezind zijn, zoo nu en
dan*relletjes en ongeregeldheden veroorza
ken.
De geschiedenis der plaatselijke ongere
geldheden der laatste paar jaren toont aan,
dat kleine incidenten, welke in den beginne
gemakkelijk zouden zijn te bedwingen ge
weest, van distriot tot district overspringt.
Het probleem der binnenlandsche veiligheid
evenwel is niet alleen een kwestie van voor
behoeding der wetten en handhaving der
orde.
Het bestaan van een groot deel der bevol
king hangt af van den regenval. Wanneer de
moeson mislukt, sterven millioenen door
hongersnood, tenzij er een efficient spoorweg
net is, waardoor het mogelijk zal zijn levens
middelen aan te voeren uit streken waar de
oogst niet mislukt ls.
In Indië moet een macht zijn, welke kan
ingrijpen en den toestand redden voor het te
laat is.
De handhaving van de vitale diensten
moet verzekerd worden.
De gouverneur-generaal of de gouverneur
moet volledige en uitgebreide volmachten be
zitten.
Wij wenschen, aldus vervolgt het rapport
der commissie, de volle mogelijkheid voor
zelfregeering te scheppen, doch wanneer
zulks niet lukt, moet een andere overheid
ongehinderd kunnen regeeren. De eenige
practische manier om de minderheden en
de zwakkere of minder talrijke elementenvan
de bevolking te kunnen beschermen voor het
geval hun rechten niet voldoende gewaar
borgd kunnen worden, is volgens de Com
missie, het handhaven van de onpartijdige
macht van den gouverneur-generaal en van
de gouverneurs der provincies.
De Commissie verklaart, dat haar einddoel
is, zooals reeds verklaard werd in de inlei
ding tot het eerste deel van haar rapport,
bij te dragen tot de hervorming van de Indi
sche Constitutie op den grondslag van de
verklaring van 20 Augustus 1917, ten einde
een gestadigen groei van het element der
eigen verantwoordelijkheid in het bestuur
van Indië mogelijk te maken.
De oommissie besluit met de opmerking,
dat reeds het twaalf jaren geleden uitge
brachte gemengde Montagu-Chelmsford-rap
port, tot de oonclusie kwam, dat de mogelijk
heid voor een snellen vooruitgang grooter
was in de provinciale sfeer dan in de cen
tra en dit blijft waar. Doch wanneer de In
dische grondwet wordt herzien op een goede
basis en wanneer men inziet, dat Indië rich
ontwikkelt in een federatie van zich zelf re-
geerende staatkundige eenheden, zal men de
opvatting der Commissie deelen. dat men
mettertijd het einddoel zal bereiken, zonder
de noodzakelijkheid van voortdurnde en in
grijpende veranderingen".
Uit angst voor schijndood.
Dr. Gardiol, Kamerlid voor de Beneden-
Pyreneeën, en eenige zijner collega's-medici
hebben een ontwerp-resolutte van de volgen
de strekking ingediend, aldus het Hbld.
De Kamer verzoekt dc regeering, na ad
vies van de Académie de Médecine en de
Académie des Sciences te he'oben ingewon
nen de vaststelling van overiijden te regelen
door een medische verklaring, welke duide
lijk bevestigt dat de dood is ingetreden, zulks
met het doel het aantal „begrafenissen van
schljndoodcn" zoo veel mogelijk te beperken.
In de toelichting op deze resolutie wordt
verklaard, dat de vrees om levend te worden
begraven tengevolge van een schijnbaren
dood, tal van lieden doet huiveren, en dat
deze vrees door talrijke voorbeelden wordt
gerechtvaardigd. Hij haalt het voorbeeld aan
van mgr. Don nat. aartsbisschon van Bor
deaux. die op den dag zijner wijding te Rome
in verdooving geraakte en pas tijdens de uit
vaartplechtigheid in de kerk tot bewustzijn
kwam.
Het voorstel van dr. Gardiol ls naar de
commissie voor de hygiëne verwezen.
Het Hoo^erhuis en de
Kolenwet.
LONDEN, 24 Juni (V-D.) De groote meer
derheid van het Hoogerhuls bleef heden
aandringen op de amendementen der Kolen-
wet. welke amendementen door het Lagerhuis
waren verworpen.
Een amendement, waarbij de districtshef
fing werd afgeschaft, welke naar Lord Salis
bury namens de conservatieven verklaarde in
den aard der uitvoerpremies ligt, was geheel
onaanvaardbaar.
Dan was er een amendement dat aandringt
op de op het principe van de verdeeling van
90 werkuren per veertien dagen, in plaats
van een werkdag van 7 1/2 uur.
Dit amendement werd evenwel in een an
dere redactie gesteld, ten einde de verden
king weg te nemen, dat deze werkverdeeling
op andere wijze dan door onderling goedvin
den van mijneigenaren en arbeiders, zou tot
stand kunnen komen.
Gedwongen arbeid van
inboorlingen.
OENèVE. 24 Juni (VJJ.) Het ontwerp
voor de conventie voor gedwongen arbeid
van inboorlingen in de koloniale gebieden,
welke in den nacht op Woensdag ln de
plenaire zitting van de Internationale Ar-
beidsconferentie zal behandeld worden, bevat
een compromis tusschen de eischen der groote
koloniale mogendheden en de vertegenwoor
digers der werkgevers.
Het verdrag verbiedt ln principe den ge
dwongen arbeid voor particuliere doelein.
den en beperkt den gedwongen arbeid tot
openbare werken.
Niettemin bevat het verdrag een leemte
voor zoover het betreft den overgangstijd
van de uitvoering van openbare werken door
particuliere ondernemers.
De conventie wordt doorgevoerd op den
weg der militaire opheffing en staat mili
taire doeleinden ten dienste.
In de Fransche koloniale gebieden is vol.
gens officieele berichten van dit soort ge
dwongen militairen arbeid in den ruimsten
zin gebruik gemaakt waarbij de inboorlin
gen maandloonen van ongeveer een gulden
ontvingen.
In afzonderlijke Fransche koloniale ge
bieden zijn op deze wijze 15.000 inboorlingen
gedwongen, tot militaire arbeid
De conventie bepaalt, dat voor gedwongen
arbeid slechts inboorlingen kunnen worden
te werk gesteld van tusschen 18 tot 45 jaren.
De arbeid mag niet langer dan 60 dagen per
jaar duren.
De Senegalneger Diagne, vertegenwoordiger
van de Fransche regeering. heeft zooals be
kend is, iedere regeling van de gedwongen
arbeid van de hand gewezen.
Fransch-Italiaansche
diplomatie
De Italiaansche diplomatie, die zelf geen
avances wil doen, tracht de openbare mee
ning in Frankrijk te overtuigen van de
noodzakelijkheid de besprekingen over de
quaestles, welke de beide landen verdeelen,
oa. de Italiaansche rechten in Tunis, de
grenzen van Lybië, het vlootprobleem, te
hervatten, aldus het Hbld. Hier wijst men
echter officieus elke poging van de hand om
de Fransche diplomatie de rol van vrager op
te leggen. Na de gebeurtenissen ter Vloot-
conferentie en na de rede van Mussolini
acht men het nutteloos nog nieuwe toenade-
ringswaarborgen te geven. Parijs zal kalm
het Italiaansche initiatief afwachten en in-
tusschen elke poging bestrijden, waarbij Ro
me zou trachten den toestand in Centraal-
Europa te vertroebelen door Joego-Slavië te
verontrusten en Hongarije toezeggingen te
doen in geval van een terugkeer der Habs-
burgers.
Met betrekking tot dit laatste punt weet
men hier te Parijs, ondanks de Hongaarsche
tegenspraak dat het plan tot restauratie der
Habsburgers ernstig te Boedapest wordt
voorbereid, en dat Parijs zoowel als Boeka
rest, Belgrado als Praag heeft moeten ge
ruststellen met de verzekering dat het soli
dair met de Kleine Entente zal interveniee-
ren, zelfs indien Italië rechtstreeks Joego
slavië zou bedreigen.
Men gelooft hier dat Rome reeds begrijpt
dat een mislukking zijner pogingen onver
mijdelijk zou rijn en daarom zijn besprekin
gen met Parijs wil hervaten zonder noch
tans stappen te doen, teneinde het gevoel
van eigenwaarde van Mussolini te redden.
De oneenigheid in de conserva
tieve partij.
LONDEN, 24 Juni (N.T.A.) In een zijner
bladen wijst Lord Rothermere op de nood
zakelij kheid van het vormen eener nieuwe
conservatieve partij, in het programma
waarvan zal voorkomen invoering van be
schermende rechten, afbreken der diploma
tieke betrekkingen met Rusland en krachtige
onderdrukking van den opstand in Britsch
Indië.
In hetzelfde blad wordt een brief gepubli
ceerd van Lord Beaverbrook, waarin deze
Lord -Rothermere de eenige geschikte per
soonlijkheid noemt, die in staat is een nieu
we conservatieve partij te vormen.
Over een ruiling van kunst
werken tusschen Cairo en
Berlijn.
Wolff meldt uit Berlijn, dat blijkens een
officieele mededeeling aan de pers, de Prui
sische minister van wetenschap, kunst en
volks-opvoeding, den directeur der Staats-
musea, geheimraad Waetzoldt, een missive
heeft doen toekomen inzake den ruil van de
bekende buste van koningin Nefertite. De
minister geeft te kennen in te stemmen met
de meening van den directeur der Staats»
musea, dat voorloopig geen toestemming be=
hoort te worden verleend tot den ruil van
het borstbeeld. Wel is waar zouden de door
de Egyptische regeering in ruil voor de buste
aangeboden voorwerpen voor het Egyptisch
museum te Berlijn een aanwinst, van groote
bet-eekenis zijn, maar het aanbod weegt toch
niet op tegen het verlies van een kunstwerk
als deze beeltenis van Nefertite Ichnaton's
gemalin.
De redder der moraal".
De geheimzinnige New-Yorksche moorde
naar, die zich „de redder der moraal" noemt,
heeft een nieuwen brief aan 'de bladen ge
schreven, wederom onderteekend met 3 X.
In dezen brief evenals de vorige in gezwollen
stijl geschreven, wordt meegedeeld dat zijn
taak te New-York, het terugvinden van een
vermist document voor een geheim inter
nationaal genootschap, voltooid is, aldus het
Hbld. „Ik keer onverwijld naar Europa terug
om er een schrikbewind te beginnen", voegt
de schrijver er aan toe, waaruit men afleidt
dat hij een Europeaan is.
Zure Haring.
En hcelemaal aan het eind van die leege,
smalle, zonnige echt-Amsterdamsche straat
zat het zure haring-koopmannetje, met rijn
pet voorover op zijn rood verbranden neus,
in de zon te dommelen. Af en toe schoot
zijn hoofd met een vaart neer op zijn borst,
zoodat het heele wankele karretje begon te
schudden, en alle grijze, schubbige, onthoof
de haringen in hun groenig azijnen zeewater
lichtflitsen schoten; dan keek hij even ver
baasd op, constateerde lakoniek. dat de ver
meende aardbeving door hem zelf teweeg ge
bracht moest rijn, en zette zich weer ijverig
aan het afdommelen van zijn dagtaak. De
haringen kwamen weer tot rust, alle gelui
den kwamen van heel uit de verte, vrede
heerschte alomme
Toen naderden aan het andere einde van
die zonnige straat de twee Jodinnetjes. De
één. rank stappend op de hooge hakjes van
haar glanzende lakschoenen, de smalle
schouders coquet bewegend onder het fluffi-
ge bont van haar beige vos, de fel aangezette
mond tot een spits, preutsch, rood, tuitje
versmald, de oogen donker en mysterieus in
de schaduw van den grooten hoed. En de
andere, wier zware heupen en onelegante
beenen onder de modieuze strookjes en
puntjes van een dure robe haar rijperen
leeftijd verrieden, maar wier gezicht fijnbe-
lijnd was, en met de hooghartige gesloten
heid, waarmee elke vrouw-van-de-wereld
haar al of niet uitgebreid bezit aan de ge
wone menschelijke gevoelens voor the man
In the street pleegt te verbergen.
Heupwiegend naderden zij beiden, en met
haar komst ve-anderde het heele aspect van
die zonnige, niet erg gedistingeerde, naar
zure onwelriekendheden geurende straat. Zij
brachten een wolk van zoet geurend, fijn
prikkelend parfum mee, en het was of van
haar blanke, zorgvuldig gepoederde gezichten
een waasje mondaine verfijning afwoei, dat
haar komen daar tot een evenement en dat
ordinaire Amsterdamsche straatje tot een
Parijschen boulevard herschiep. Zij praatten
een beetje, met kleine mondjes en nuntig
afgebeten woordjes, terwijl haar hoogé hak
ken op de zondoorbakken s'eenen een se-
rietje van korte, nuffige tikjes klepten De
zure haring-koopman sliep op het handvat
van zijn karretje.
Opeens kregen zij hem in het oog, namen
resoluut haar geurende elegan -e mee dwars
over de zonnige straat naar het tent-over
dekte karretje, en schouwden met kenners-
oogen den zilverglinsterenden inhoud van de
groene potjes. Met een grisgebaar gingen de
lichte handschoenen van de ten koste van
veel kostbaren tijd gemanicuurde handjes,
en tegelijkertijd doken twee duimen en twee
wijsvingers in twee potjes met troebele azijn
en vischten er weloverwogen de twee dikste
haringen uit, die op het heele karretje aan
wezig waren. De koopman was wakker ge
worden en keek, ganschelijk niet verbaasd,
toe. De haringen gingen omhoog, de hoofden
achterover en twee paar zorgvuldig bijge
werkte lippen sloeberden tevreden de grijze,
slingerende dingen naar binnen. Met nog
glibberige vingers telden ze haar centen uit
op het stoffige hout van het karretje,
poetsten ze schoon aan de kantomzoomde
zakdoekjes in haar tasschen en tripten ver
der.
De straat lag daar weer, zonnig en vuil.
De koopman sliep weer, en de haringen
glinsterden weer zilverig in de zon. In de
verte liepen twee mondaine ffguren ondor
chic bont en jurken, die haar zacht en soe
pel nadeinden. De zoete geur van het parfum
was lang vervlogen. Iets zurigs bleef
W. T.
Koning Albert riddert
Amerikanen
De correspondent der N. R. Ct. te Brussel
meldt:
Ter gelegenheid van de aanstaande offi
cieele Inwijding der nieuwe gebouwen van de
Brusselsche Vrije Universiteit, welke bekos
tigd werden door de Rockefeller Fondation,
te New-York en het „Committee for Relief
in Belgium", heeft koning Albert een tiental
Amerikanen met een Belgische ridderorde
bedacht, John D. Rockefeller Junior en Vin
cent, president van de Rockefeller Founda
tion, bekomen de hoogste onderscheiding en
zijn benoemd tot groot-officier in de Kroon
orde.
BLOEMENDAAL
ZONNESTRAALDAG
Het plaatselijk comité van Bloemendaal
voor den Zonnestraaldag. deelt mede, dat de
gehouden collecte in Bloemendaal f 839,0814
heeft opgebracht.
Het vorig jaar was de opbrengst f836,36.
VELSEN
GÉMEENTECONCERT.
Programma van het concert te geven door
de Harmoniekapel der Kon. Papierfabrieken
„De Eendracht", te Velsen op Donderdag 26
Juni a.s. van 7.45 tot 9.45 uur n.m. in het
park „Velserbeek".
1. Sempre Avante, marsch, Nico Gerharz.
2. Preciosa Ouverture. C. M. von Weber.
3. Souvenir De L'Arlesienne. Bizet-Vlessing.
4. Vlaamsch Feest, Sam Vlessing.
5. Orest« Dramatisch openingsstuk,
Sam Vlessing.
6. Suite de Ballet Coppclia, Leon Delibes.
7. La housarde Valse Militaire, Louis Canne.
8. Pro Gloria, marsch, Jac. Grit.
IJMUIDEN
GEMEENTE-CONCERT
Programma van het concert te geven op
het Willemsplein te IJmuiden op Vrijdag 27
Juni des avonds 7.45 uur n.m. door de Har-
monievereeniging „Concordia".
rug
egt I
idt I
1. Ad Honores, Marsch, Sam Vlessing
2. Oreste Ouverture Dramatiquc
Sam Vlessing
3. Les Cloches de Corneville, Fantaisie
Planquette
4. Balletmuziek uit de Opera „Feramos"
A Rubenstein
Pauze
Marsch Militaire Frans Schubert
Invitation a la Valse, C. M. von Weber
Suite Oriëntale f. Popy
Potpourri Populaire