BUITENLAND De laatste berichten uit Britsch-lndië. Het „Afschuwelijke document". KS1SS BLANCHE LANGS DE STRAAT. UIT DE OMSTREKEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 25 JUNI 1930 Toestand ernstiger dan voorheen. Tweede deel üan het rapport der commissie Simon. Gevangenisoproer in Rangoon. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Sedert geruimen tijd hebben wij in deze rubriek gezwegen over den toestand in Indiè en hoewel de opstandigheid van het Indische volk zich slechts bleef uiten in een reeks plaatselijke onlusten, leek het toch alsof de groote actie, bij gebrek aan leiderschap en eensgezindheid, dood zou loopen. Thans hebben echter twee feiten weer nieuwe kracht gegeven aan den vrijheids strijd. In de eerste plaats noemen wij dan het verschijnen van het tweede deel van het rapport, der commissie Simon hetwelk wij hieronder gedeeltelijk weergeven, en in de tweede plaats het ontstaan van ernstigere onlusten dan tot nu ooit zijn voorgevallen. De ..Daily Kerald" noemde het oproer dat Zaterdag Bombay teisterde het ernstigste dat tot nu toe heeft plaats gevonden; de opge wondenheid was grooter dan anders en het aantal der slachtoffers was buitensporig om vangrijk. De berichten van hedenmogen uit Ran goon zijn ai even ontstellend. De gedetineer den van de centrale gevangenis aldaar heb. ben een' aanval gedaan op het wapendepot van het huls van bewaring en zich meester gemaakt van wapens en munitie. De militaire politie opende het vuur op de aanvallers en was eerst na twee uur meester van den toestand. Vier militairen, een chauffeur van een vraclv.auto en een veertigtal gevangenen werden gedood. Ongeveer tachtig gevange nen en gevangenisbeambten werden min of meer ernstig gewond. Het ls dus aan geen twijfel onderhevig of de strijd in Britsch-lndië is in hevigheid toegenomen, al.". Is het nog steeds twijfel achtig of zich thans een algemeene actie zal ontwikkelen. De voornaamste Indische leiders zuchten Immers nog steeds In de gevangenis en on der de belangrijkste godsdienstige secten heerscht nog steeds oneenlgheid. Het is echter de vraag of de teleurstelling over het tweede rapport van de commissie Simon niet groot genoeg zou kunnen zijn, om de noodzakelijke eenheid te bewerkstel ligen. In ieder geval ls nu reeds bekend, dat men in Indische politieke kringen ten zeerste verbolgen is. Aan een telegram van Reuter ontleenen wij bijvoorbeeld, dat de houding van de congrespartij ten aanzien van het rapport bepaald wordt door een opschrift in een blad te Bombay, waarin men het heeft over een „afschuwelijk document". De Engelsche persstemmen lulden natuur; lijk heel anders en men wordt min of meer Ironisch gestemd wanneer men in de „Daily Herald" kennis neemt van het enthousiasme waarmede het rapport verdedigd wordt en wanneer men uit de „Times" verneemt dat het blad gelooft dat thans de synthese tus- schen het Britsche trusteeschap en het In» disohe nationalisme is gevonden 1 L. A. t Het tweede deel van het rapport-Simon. LONDEN. 23 Juni (V.D.) Het tweede deel van het rapport der Indische statuaire com missie is ter publicatie gegeven. Het bevat de aanbevelingen voor een nieuw constitutio neel schema voor Indië. In hunne voornaam ste voorstellen waren de leden der com missie het geheel met elkaar eens De aanbe velingen voorzien in een gedetailleerd sche ma dat het geheel© ruime veld van het In dische constitutloneele vraagstuk omvat. Het schema heeft het aanzien van een reorganisatie van de Brltsch-Indische Con stitutie op een federale basis en wel zoodanig, dat de afzonderlijke Indische Staten of groepen van staten kunnen toetreden wan neer zij zulks wenschen. De bestaande provincies, Burmah uitgeno men, zullen de basis vormen voor den fede ralen bouw. Zij zouden de grootste mate van zelfbestuur ontvangen. Dit houdt in de af schaffing van de dyarchle. Belangrijke wij zigingen in vorm en werkwijzen der provin ciale uitvoerende en wetgevende machten worden aangevolen. Het ls de commissie niet mogelijk geweest eenstemmig de wenschclijkheid of iets van dien aard van de Insteling van tweede kamers in de provinciën aan te bevelen. Het eerste deel van het rapport ls gewijd aan de verklaring van de algemeene begin selen der voorst ellen- Het eerste principe was dat de nieuwe grondwet zooveel mogelijk in haar eigen ont wikkeling zou voorzien. De Indische regeeringswet voorzag in een onderzoek naar de werking var. een gewij zigde grondwet na tien jaren, maar de com missie zegt. dat deze methode geheel vreemd is aan den geest van gronwettelijke ontwik keling, zooals elders in het Britsche Rijk wordt begrepen en toegepast. De weinige soepelheid van het beperkte en tijdelijk schema is een groot nadeel voor een land van de grootte van Indlö geweest, waar de provincies onderling zoozeer ver schillen. „Terwijl wij het mogelijk achten in den provincialen sfeer een zeer volledige voorzie ning te treffen in de grondwet voorden groei en ontwikkeling zonder de noodzakelijk heid nieuwe machten in het Britsche parle ment te zoeken, terwijl wij voor ditzelfde principe een vorm wenschen te geven en zijn er in het laatste geval omstandigheden die de grenzen waarbinnen zulks kan geschieden beperken. De uiterste vorm van de centrale regeering hangt af van het aantal factoren, welk aan tal tot nu toe niet volledig bekend kon zijn. De overweging omtrent wat het uiterste doel der Britsche politiek in Indië ten aanzien van de verklaring van 20 Augustus 1917 ls, brengt de commissie er toe als haar tweede principe vast te stellen, dat alle grondwettelijke veranderingen, welk thans voor Britsch-lndië worden aanbevolen, moe ten gericht zijn op de toekomstige ontwikke ling, wanneer Indië als geheel en niet enkel Britsch-lndië, zijn plaats tusschen de staten, die het gemeenebest van naties onder de kroon zullen samenstellen. Er zijn zoowel practische als theoretische redenen voor den voorgenomen bouw van de Indische regeering, dat de overgang tot een werkelijk Indischen staat kan worden be werkstelligd, zoodra de tijd er rijp voor is. De leden der Commissie zetten uiteen, dat Indië en niet Britsch-lndië lid van den Vol kenbond is en zeggen, na een beschrijving te hebben gegeven van de geographische, poli tieke en economische eenheid van Indië te hebben gegeven, dat er slechts weinig punten zijr., welke het werkgebied van de Centrale regoering zouden omvatten. Het belangrijkste voorbeeld ls de verdedi ging; andere punten vormen de tarieven en de verbindingen en de sociale aangelegenheid zoo als preventieve maatregelen tegen epi demieën. Bovendien is de eenheid welke Indië door externe krachten uit Groot Brit; tannië worden opgelegd, thans versterkt door het groeiend nationallteltsbewustzijn. Slechts het bestaan van h?t Britsche gezag in Indië heeft een dergelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt. De beweging is de laatste vijftig jaren regelmatig uitgegroeid en ln de laatste tien jaren in een versneld tempo „Wat haar tekortkoming ook moge zijn en hoe onaangenaam eenige van haar mani festaties ook mogen zijn, schijnt het heden ten dage de eenige kracht in de Indische maatschappij te zijn, welke misschien in zichzelf de macht bezit de diepe en gevaar lijke klippen, welke haar vrede bedreigen, te ontloopen". Maar het is volkomen duidelijk, dat de Indische staten niet gedwongen kunnen worden in eenige nadere betrekking tot Britsoh-Indië. De Indische regeerders zijn natuurlijk trotsch op hun historische positie en her» haaldelijk zijn hun rechten dan ook erkend. Tegelijkertijd erkennen zij meer en meer de noodzakelijkheid voor de rechtvaardiging van hun toekomstige betrekking tot de rest van Indië. In principe komen de leden der Commis sie tot een federatief verband, daar de provin cies en staten als eenheden zoo veel van elkaar verschillen. De provincies zullen de basis vormen, waarop de federatie zal worden gebouwd. Behalve de provincies die door gouverneurs bestuurd worden, zijn er streken waar de hervormingen nog niet zijn toegepast en deze zullen dan hun plaats in de federatie innemen. De leden der commissie evenwel, zijn van meening, dat Burmah, dat thans een geheel deel van Britsch-lndië vormt, niet bij den nieuwen staat zal moeten worden ge voegd. Zijn opneming in Indië is een toevallige historische gebeurtenis en wanneer gepoogd zou worden in groote lijnen de voortgang tot het einddoel aan te geven, zou er ge» legenheid zijn, de vereeniging, welke niet op gemeenschappelijke belangen berust, te verbreken. Het schema dat door de commissie wordt aanbevolen, drukt de wenschelijkheid uit een maximale provinciale autonomie te geven, welke reeds bestaat met het gemeen schappelijk belang van Indië als geheel. Voorgesteld wordt in de belangrijkere pro vincies wetgevende raden in te stellen met van 200 tot 250 leden. Aanbevolen wordt zetels te reserveeren voor de onderdrukte klassen. Dit deel van het rapport behandelt de methoden ter vergemakkelijking van de toetreding van vrouwen ln de provinciale raden. Het aantal stemgerechtigden, dat thans 2.8 pet. der bevolking bedraagt-, zal dan worden uitgebreid tot 10 pet., hetgeen zou neerkomen op 20 pet. der volwassenen. De commissie wenscht evenzeer het stem recht der vrouwen uit te breiden. In de provincies zal de macht berusten bij gouverneurs, onder leiding van den gouverneur-generaal, want door een krach» tig centraal bestuur zullen vrede en veilig heid ten slotte verzekerd worden. Noodzakelijk wordt geacht een centraal orgaan, dat direct de Britsch-Indische aan gelegenheden kan behandelen voor zoover dit niet de provincies betreft, doch tegelijker» tijd uitgebreid kan worden tot een lichaam dat geheel Indië vertegenwoordigt. Het schijnt de commissie wen schel ijk. dat dit lichaam strikt op federatieve basis zal worden samengesteld. Het is beter dat het de eenheid van de uiteindelijke federatie is, dan dat volksdeelen er in zouden worden vertegenwoordigd. In het vierde deel van het rapport worden deze wijzigingen in de centrale wetgeving nader behandeld. In het kort wordt voor gesteld dat de federale vergadering, welke een zittingsperiode van vijf jaren zal heb ben, zal staan boven de wetgevende verga dering, dat de leden in hoofdzaak zuilen worden gekozen door de provinciale raden, dat het aantal leden, dat thans 145 bedraagt wordt uitgebreid van 250 tot 280, hetgeen ongeveer overeenkomt met een lid per mil» Hoen bewoners. Verder zou het officleele element ln die vergadering bestaan uit leden van den raad van gouverneurs-generaal en uit niet meer dan twaalf andere benoemde ambtenaren. De commissie stelt verder voor. dat de Raad van State zijn huidige werkzaamheden blijft vervullen en dat de bestaande wetge vende cn financieele bevoegdheden der twee INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ctt. per regel. Door Dak en Dun getrouw aan hun PIRIECT i ligaret" io«r wet kamers zouden blijven bestaan, doch dat bij komende functies zullen worden uitgevoerd door een bijzondere vergadering voor finan cieele aangelegenheden. De plichten der cen trale wetgevende machten zullen waarschijn lijk verschillen, naarmate de constitutie zich ontwikkelt. De gouverneur-generaal moet niet alleen blijven de vertegenwoordiger van den keizer koning, bij alle formeele en ceremonieele aangelegenheden, maar het feitelijke hoofd der regeering met de verantwoordelijkheid voor de keuze en benoeming van leden in zijn kabinet. De opperbevelhebber zal geen lid kunnen zijn. De ondervinding leert, dat een federatie over het algemeen eenigen tijd nadat de fe deratieve eenheden politi°k zelfbewustheid hebben verkregen tot s' komt. Het vijfde deel van het rapport behandelt de landsverdediging. Opgemerkt wordt, dat het leger voor zijn taak berekend moet zijn. Het zal noodig zijn lange jaren nog Britsche troepen en Britsche officie: n op de been te houden. Dit feit maakt het probleem van de invoering van grooter mate van verantwoordelijkheid in de centrale regeering ingewikkelder. De interne veiligheid wordt eveneens be handeld. Er zijn licht ontvlambare elementen onder de bevolking, terwijl groote gemeenschappen die elkaar wangunstig gezind zijn, zoo nu en dan*relletjes en ongeregeldheden veroorza ken. De geschiedenis der plaatselijke ongere geldheden der laatste paar jaren toont aan, dat kleine incidenten, welke in den beginne gemakkelijk zouden zijn te bedwingen ge weest, van distriot tot district overspringt. Het probleem der binnenlandsche veiligheid evenwel is niet alleen een kwestie van voor behoeding der wetten en handhaving der orde. Het bestaan van een groot deel der bevol king hangt af van den regenval. Wanneer de moeson mislukt, sterven millioenen door hongersnood, tenzij er een efficient spoorweg net is, waardoor het mogelijk zal zijn levens middelen aan te voeren uit streken waar de oogst niet mislukt ls. In Indië moet een macht zijn, welke kan ingrijpen en den toestand redden voor het te laat is. De handhaving van de vitale diensten moet verzekerd worden. De gouverneur-generaal of de gouverneur moet volledige en uitgebreide volmachten be zitten. Wij wenschen, aldus vervolgt het rapport der commissie, de volle mogelijkheid voor zelfregeering te scheppen, doch wanneer zulks niet lukt, moet een andere overheid ongehinderd kunnen regeeren. De eenige practische manier om de minderheden en de zwakkere of minder talrijke elementenvan de bevolking te kunnen beschermen voor het geval hun rechten niet voldoende gewaar borgd kunnen worden, is volgens de Com missie, het handhaven van de onpartijdige macht van den gouverneur-generaal en van de gouverneurs der provincies. De Commissie verklaart, dat haar einddoel is, zooals reeds verklaard werd in de inlei ding tot het eerste deel van haar rapport, bij te dragen tot de hervorming van de Indi sche Constitutie op den grondslag van de verklaring van 20 Augustus 1917, ten einde een gestadigen groei van het element der eigen verantwoordelijkheid in het bestuur van Indië mogelijk te maken. De oommissie besluit met de opmerking, dat reeds het twaalf jaren geleden uitge brachte gemengde Montagu-Chelmsford-rap port, tot de oonclusie kwam, dat de mogelijk heid voor een snellen vooruitgang grooter was in de provinciale sfeer dan in de cen tra en dit blijft waar. Doch wanneer de In dische grondwet wordt herzien op een goede basis en wanneer men inziet, dat Indië rich ontwikkelt in een federatie van zich zelf re- geerende staatkundige eenheden, zal men de opvatting der Commissie deelen. dat men mettertijd het einddoel zal bereiken, zonder de noodzakelijkheid van voortdurnde en in grijpende veranderingen". Uit angst voor schijndood. Dr. Gardiol, Kamerlid voor de Beneden- Pyreneeën, en eenige zijner collega's-medici hebben een ontwerp-resolutte van de volgen de strekking ingediend, aldus het Hbld. De Kamer verzoekt dc regeering, na ad vies van de Académie de Médecine en de Académie des Sciences te he'oben ingewon nen de vaststelling van overiijden te regelen door een medische verklaring, welke duide lijk bevestigt dat de dood is ingetreden, zulks met het doel het aantal „begrafenissen van schljndoodcn" zoo veel mogelijk te beperken. In de toelichting op deze resolutie wordt verklaard, dat de vrees om levend te worden begraven tengevolge van een schijnbaren dood, tal van lieden doet huiveren, en dat deze vrees door talrijke voorbeelden wordt gerechtvaardigd. Hij haalt het voorbeeld aan van mgr. Don nat. aartsbisschon van Bor deaux. die op den dag zijner wijding te Rome in verdooving geraakte en pas tijdens de uit vaartplechtigheid in de kerk tot bewustzijn kwam. Het voorstel van dr. Gardiol ls naar de commissie voor de hygiëne verwezen. Het Hoo^erhuis en de Kolenwet. LONDEN, 24 Juni (V-D.) De groote meer derheid van het Hoogerhuls bleef heden aandringen op de amendementen der Kolen- wet. welke amendementen door het Lagerhuis waren verworpen. Een amendement, waarbij de districtshef fing werd afgeschaft, welke naar Lord Salis bury namens de conservatieven verklaarde in den aard der uitvoerpremies ligt, was geheel onaanvaardbaar. Dan was er een amendement dat aandringt op de op het principe van de verdeeling van 90 werkuren per veertien dagen, in plaats van een werkdag van 7 1/2 uur. Dit amendement werd evenwel in een an dere redactie gesteld, ten einde de verden king weg te nemen, dat deze werkverdeeling op andere wijze dan door onderling goedvin den van mijneigenaren en arbeiders, zou tot stand kunnen komen. Gedwongen arbeid van inboorlingen. OENèVE. 24 Juni (VJJ.) Het ontwerp voor de conventie voor gedwongen arbeid van inboorlingen in de koloniale gebieden, welke in den nacht op Woensdag ln de plenaire zitting van de Internationale Ar- beidsconferentie zal behandeld worden, bevat een compromis tusschen de eischen der groote koloniale mogendheden en de vertegenwoor digers der werkgevers. Het verdrag verbiedt ln principe den ge dwongen arbeid voor particuliere doelein. den en beperkt den gedwongen arbeid tot openbare werken. Niettemin bevat het verdrag een leemte voor zoover het betreft den overgangstijd van de uitvoering van openbare werken door particuliere ondernemers. De conventie wordt doorgevoerd op den weg der militaire opheffing en staat mili taire doeleinden ten dienste. In de Fransche koloniale gebieden is vol. gens officieele berichten van dit soort ge dwongen militairen arbeid in den ruimsten zin gebruik gemaakt waarbij de inboorlin gen maandloonen van ongeveer een gulden ontvingen. In afzonderlijke Fransche koloniale ge bieden zijn op deze wijze 15.000 inboorlingen gedwongen, tot militaire arbeid De conventie bepaalt, dat voor gedwongen arbeid slechts inboorlingen kunnen worden te werk gesteld van tusschen 18 tot 45 jaren. De arbeid mag niet langer dan 60 dagen per jaar duren. De Senegalneger Diagne, vertegenwoordiger van de Fransche regeering. heeft zooals be kend is, iedere regeling van de gedwongen arbeid van de hand gewezen. Fransch-Italiaansche diplomatie De Italiaansche diplomatie, die zelf geen avances wil doen, tracht de openbare mee ning in Frankrijk te overtuigen van de noodzakelijkheid de besprekingen over de quaestles, welke de beide landen verdeelen, oa. de Italiaansche rechten in Tunis, de grenzen van Lybië, het vlootprobleem, te hervatten, aldus het Hbld. Hier wijst men echter officieus elke poging van de hand om de Fransche diplomatie de rol van vrager op te leggen. Na de gebeurtenissen ter Vloot- conferentie en na de rede van Mussolini acht men het nutteloos nog nieuwe toenade- ringswaarborgen te geven. Parijs zal kalm het Italiaansche initiatief afwachten en in- tusschen elke poging bestrijden, waarbij Ro me zou trachten den toestand in Centraal- Europa te vertroebelen door Joego-Slavië te verontrusten en Hongarije toezeggingen te doen in geval van een terugkeer der Habs- burgers. Met betrekking tot dit laatste punt weet men hier te Parijs, ondanks de Hongaarsche tegenspraak dat het plan tot restauratie der Habsburgers ernstig te Boedapest wordt voorbereid, en dat Parijs zoowel als Boeka rest, Belgrado als Praag heeft moeten ge ruststellen met de verzekering dat het soli dair met de Kleine Entente zal interveniee- ren, zelfs indien Italië rechtstreeks Joego slavië zou bedreigen. Men gelooft hier dat Rome reeds begrijpt dat een mislukking zijner pogingen onver mijdelijk zou rijn en daarom zijn besprekin gen met Parijs wil hervaten zonder noch tans stappen te doen, teneinde het gevoel van eigenwaarde van Mussolini te redden. De oneenigheid in de conserva tieve partij. LONDEN, 24 Juni (N.T.A.) In een zijner bladen wijst Lord Rothermere op de nood zakelij kheid van het vormen eener nieuwe conservatieve partij, in het programma waarvan zal voorkomen invoering van be schermende rechten, afbreken der diploma tieke betrekkingen met Rusland en krachtige onderdrukking van den opstand in Britsch Indië. In hetzelfde blad wordt een brief gepubli ceerd van Lord Beaverbrook, waarin deze Lord -Rothermere de eenige geschikte per soonlijkheid noemt, die in staat is een nieu we conservatieve partij te vormen. Over een ruiling van kunst werken tusschen Cairo en Berlijn. Wolff meldt uit Berlijn, dat blijkens een officieele mededeeling aan de pers, de Prui sische minister van wetenschap, kunst en volks-opvoeding, den directeur der Staats- musea, geheimraad Waetzoldt, een missive heeft doen toekomen inzake den ruil van de bekende buste van koningin Nefertite. De minister geeft te kennen in te stemmen met de meening van den directeur der Staats» musea, dat voorloopig geen toestemming be= hoort te worden verleend tot den ruil van het borstbeeld. Wel is waar zouden de door de Egyptische regeering in ruil voor de buste aangeboden voorwerpen voor het Egyptisch museum te Berlijn een aanwinst, van groote bet-eekenis zijn, maar het aanbod weegt toch niet op tegen het verlies van een kunstwerk als deze beeltenis van Nefertite Ichnaton's gemalin. De redder der moraal". De geheimzinnige New-Yorksche moorde naar, die zich „de redder der moraal" noemt, heeft een nieuwen brief aan 'de bladen ge schreven, wederom onderteekend met 3 X. In dezen brief evenals de vorige in gezwollen stijl geschreven, wordt meegedeeld dat zijn taak te New-York, het terugvinden van een vermist document voor een geheim inter nationaal genootschap, voltooid is, aldus het Hbld. „Ik keer onverwijld naar Europa terug om er een schrikbewind te beginnen", voegt de schrijver er aan toe, waaruit men afleidt dat hij een Europeaan is. Zure Haring. En hcelemaal aan het eind van die leege, smalle, zonnige echt-Amsterdamsche straat zat het zure haring-koopmannetje, met rijn pet voorover op zijn rood verbranden neus, in de zon te dommelen. Af en toe schoot zijn hoofd met een vaart neer op zijn borst, zoodat het heele wankele karretje begon te schudden, en alle grijze, schubbige, onthoof de haringen in hun groenig azijnen zeewater lichtflitsen schoten; dan keek hij even ver baasd op, constateerde lakoniek. dat de ver meende aardbeving door hem zelf teweeg ge bracht moest rijn, en zette zich weer ijverig aan het afdommelen van zijn dagtaak. De haringen kwamen weer tot rust, alle gelui den kwamen van heel uit de verte, vrede heerschte alomme Toen naderden aan het andere einde van die zonnige straat de twee Jodinnetjes. De één. rank stappend op de hooge hakjes van haar glanzende lakschoenen, de smalle schouders coquet bewegend onder het fluffi- ge bont van haar beige vos, de fel aangezette mond tot een spits, preutsch, rood, tuitje versmald, de oogen donker en mysterieus in de schaduw van den grooten hoed. En de andere, wier zware heupen en onelegante beenen onder de modieuze strookjes en puntjes van een dure robe haar rijperen leeftijd verrieden, maar wier gezicht fijnbe- lijnd was, en met de hooghartige gesloten heid, waarmee elke vrouw-van-de-wereld haar al of niet uitgebreid bezit aan de ge wone menschelijke gevoelens voor the man In the street pleegt te verbergen. Heupwiegend naderden zij beiden, en met haar komst ve-anderde het heele aspect van die zonnige, niet erg gedistingeerde, naar zure onwelriekendheden geurende straat. Zij brachten een wolk van zoet geurend, fijn prikkelend parfum mee, en het was of van haar blanke, zorgvuldig gepoederde gezichten een waasje mondaine verfijning afwoei, dat haar komen daar tot een evenement en dat ordinaire Amsterdamsche straatje tot een Parijschen boulevard herschiep. Zij praatten een beetje, met kleine mondjes en nuntig afgebeten woordjes, terwijl haar hoogé hak ken op de zondoorbakken s'eenen een se- rietje van korte, nuffige tikjes klepten De zure haring-koopman sliep op het handvat van zijn karretje. Opeens kregen zij hem in het oog, namen resoluut haar geurende elegan -e mee dwars over de zonnige straat naar het tent-over dekte karretje, en schouwden met kenners- oogen den zilverglinsterenden inhoud van de groene potjes. Met een grisgebaar gingen de lichte handschoenen van de ten koste van veel kostbaren tijd gemanicuurde handjes, en tegelijkertijd doken twee duimen en twee wijsvingers in twee potjes met troebele azijn en vischten er weloverwogen de twee dikste haringen uit, die op het heele karretje aan wezig waren. De koopman was wakker ge worden en keek, ganschelijk niet verbaasd, toe. De haringen gingen omhoog, de hoofden achterover en twee paar zorgvuldig bijge werkte lippen sloeberden tevreden de grijze, slingerende dingen naar binnen. Met nog glibberige vingers telden ze haar centen uit op het stoffige hout van het karretje, poetsten ze schoon aan de kantomzoomde zakdoekjes in haar tasschen en tripten ver der. De straat lag daar weer, zonnig en vuil. De koopman sliep weer, en de haringen glinsterden weer zilverig in de zon. In de verte liepen twee mondaine ffguren ondor chic bont en jurken, die haar zacht en soe pel nadeinden. De zoete geur van het parfum was lang vervlogen. Iets zurigs bleef W. T. Koning Albert riddert Amerikanen De correspondent der N. R. Ct. te Brussel meldt: Ter gelegenheid van de aanstaande offi cieele Inwijding der nieuwe gebouwen van de Brusselsche Vrije Universiteit, welke bekos tigd werden door de Rockefeller Fondation, te New-York en het „Committee for Relief in Belgium", heeft koning Albert een tiental Amerikanen met een Belgische ridderorde bedacht, John D. Rockefeller Junior en Vin cent, president van de Rockefeller Founda tion, bekomen de hoogste onderscheiding en zijn benoemd tot groot-officier in de Kroon orde. BLOEMENDAAL ZONNESTRAALDAG Het plaatselijk comité van Bloemendaal voor den Zonnestraaldag. deelt mede, dat de gehouden collecte in Bloemendaal f 839,0814 heeft opgebracht. Het vorig jaar was de opbrengst f836,36. VELSEN GÉMEENTECONCERT. Programma van het concert te geven door de Harmoniekapel der Kon. Papierfabrieken „De Eendracht", te Velsen op Donderdag 26 Juni a.s. van 7.45 tot 9.45 uur n.m. in het park „Velserbeek". 1. Sempre Avante, marsch, Nico Gerharz. 2. Preciosa Ouverture. C. M. von Weber. 3. Souvenir De L'Arlesienne. Bizet-Vlessing. 4. Vlaamsch Feest, Sam Vlessing. 5. Orest« Dramatisch openingsstuk, Sam Vlessing. 6. Suite de Ballet Coppclia, Leon Delibes. 7. La housarde Valse Militaire, Louis Canne. 8. Pro Gloria, marsch, Jac. Grit. IJMUIDEN GEMEENTE-CONCERT Programma van het concert te geven op het Willemsplein te IJmuiden op Vrijdag 27 Juni des avonds 7.45 uur n.m. door de Har- monievereeniging „Concordia". rug egt I idt I 1. Ad Honores, Marsch, Sam Vlessing 2. Oreste Ouverture Dramatiquc Sam Vlessing 3. Les Cloches de Corneville, Fantaisie Planquette 4. Balletmuziek uit de Opera „Feramos" A Rubenstein Pauze Marsch Militaire Frans Schubert Invitation a la Valse, C. M. von Weber Suite Oriëntale f. Popy Potpourri Populaire

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10