FEMINA men op Het woord is aan... MENU. HET VOORBEELD THUIS. RECEPT. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 26 JUNI 1930 No. 474 toont u een gekleede japon van geel met groen en zwart gebloemde voile. Het lijfje, dat tot aan het middel gaat, heeft een klokkende pelerine. De strakke mouw ein digt in een geelzijden plissée, dat breed is en omhoog als een kap op den mouw gezet wordt. De pelerine is met eenzelfde pllssee een klein stukje als een waaier, naaf beneden hangend afgewerkt en vastgehouden met een broche van strass. Het heele heupstuk is strak en gerim peld. Van de broche af tot aan het deel waar de rok aan het heupstuk wordt gezet, is een rechte bies aangebracht, eindigend in een smalle strik van dezelfde zijde als waarvan het pllssée is gemaakt. Aan het strakke heup stuk is ruim klokkend de lange rok gezet, die van achteren iets langer hangt dan van vo ren. Het geheel Is buitengewoon chique. No. 475 toont u een zwart zijden mantel pak. Het manteltje, dat kort is, is heel een voudig. De kraag en de manchetten zijn af gewerkt met een witte bies. De rok bestaat uit drie deelen, nl.: een strak heupstuk, van boven afgewerkt met eenige zwaluwstaartvormige punten, even eens afgezet met een witte bies, die met een drukkertje aan de onder het manteltje ge dragen witte waschzijden blouse worden vastgemaakt. Verder uit twee klokkende strooken, die vrijwel even ruim neerhangen. Bij het loo- pen maakt deze rok een sierlijk effect. Bij dit geheel van wit, zwart kan heel goed een witte zomervos gedragen worden. Kinderfantasie. Het is een algemeen bekend feit, dat kin deren eigenlijk het allergelukkigst zijn met hun gebrekkigste stukken speelgoed; dat je geen jongen een grooter plezier kunt doen dan door op een plankje twee rechtstaande stokjes te timmeren, zoodat hij er luid gil lend cn sisend treintje mee kan spelen, als hij daar zin in heeft, en er schipbreuk op de woest golvende baren van het grint pad mee kan lijden, als hij net geïnspireerd is' door een langzame piramagoggel op de sloot achter het huis, en dat elk meisje het meeste gehecht is aan haar alleroudste en gehavendste pop, die glazige oogen, geen armen en een slap zemelen lijf heeft. Het is wonderlijk, zoo koppig en vasthoudend als kinderen zich soms kunnen verzetten tegen het spelen met het allernieuwste, volmaakte stuk speelgoed van opa en oma, en ik ge loof zeker, dat we niet beter kunnen doen dan die behoefte aan het gebruiken van hun eigen fantasie in kinderen aan te moedigen en aan te kweeken. Fantasie is iets, dat. op de goede wijze gebruikt, van grooten invloed kan zijn op een heel leven, en dat altijd, ab soluut en onvervreemdbaar, ons eigen bezit blijft, wat het wrekelijko leven ook met ons voor heeft; en wie heeft er nooit, half lachend, half geërgerd, tegenover een abso luut nuchter mcnsch gestaan, en gedacht dat je toch niet graag zoo zou zijn, of zich een beetje wrevelig gevoeld over kinderen, die totaal niet fn staat waren zich zelf te amuseeren, zoodat je ze geen sectnde aan zichzelf over kon laten. Ik herinner me het logeetje van drie. dat we een poos geleden hadden, en dat je een heelcn ochtend alleen kon laten scharrelen in de serre, waar hij met luid geredeneer en veel drukke gebaren de meest fantastische machines bouwde uit niets, zoodat ik een verontwaardigd standje kreeg, toen ik zoo maar de serre kwam instappen, en niet zag, dat ik een heel vliegwiel ondersteboven haalde en drie „mechines" van de wijs bracht. En het buurmeisje, dat misschien een jaar ouder is. en waarmee ik laatst een heelcn ochtend druk aan de wasch ben ge weest Geboend dat we hebben op leelijke vlekken, die cr niet uitwilden, en warm, dat Lonnic het kreeg van al dat gewerk! Was- schen, en twee maal uitspoelen, en dan goed nakijken, of cr geen vlekje meer in zat. en eindelijk alles uitleggen op het gras veld! We wisten niet hoe we klaar zouden komen! Een geweldige wasch hebben we A&. w*t. gedaan, zonder zeep, zonder water, zonder vuli goedEn tot slot hebben we de poes achteraan gejaagd, die net deed of er geen schoone wasch op de bleek lag" en parman tig dwars over alles heen wandelde En dan och nee, waarschijnlijk kent u Pietje niet. Hij is drie, en ondeugend, met groote, donkerbruine oogen en een vuur rood broekje met echte bretels aan. Pietje heeft gisteren, toen het zoo geweldig warm was en de tuin den heelen dag had liggen verzengen in de zon, alles kletsnat gespoten met een stukje hout met twee Meter touw eraan geknoopt, en later heb ik hem tot zijn groot plezier op zijn kop gegeven, om dat hij zijn voeten drijfnat had gemaakt. En toen zijn we met zijn tweeën, voor een schilderijtje gaan zitten met een stuk van het Zuider Buiten Spaarne erop. en zoo'n komiek, parmantig hoog bruggetje. We zijn langs het smalle weggetje gewandeld en na tuurlijk daar moet je net Pietje voor heb ben is hij de eerste keer zoo maar par does van het bruggetje af het water in ge duikeld. Ik heb hem er weer uit moeten visschen, en we zijn een beetje in de zon gaan zitten, en ik heb het kroos uit zijn ha ren gehaald: en ten slotte zijn we bij een boerderij beland, waar we een heerlijk glas melk zoo versch van de koe hebben ge dronken. En op de melkwagen van den boer, die toevallig! net naar de stad moest, zijn we teruggereden, en op den bok is Pietje, slaperig en wel in slaap gedommeld. Maar tegen dit vernederend slot van het avontuur heeft Pietje met een heel kern achtig woord geprotesteerd, en hij is hard weggehold, en heeft me, toen hij op een veiligen afstand was, uitgelachen en gezegd, dat hij nooit meer met me uitging! Ach. de Pietjes dezer aarde, die ln hun eigen huis de geweldigste avonturen kun nen beleven, behooren. geloof ik, wel tot de gelukkigste stervelingen. En het kan in je leven een grooten steun zijn, als je de wer kelijkheid eens heelemaal opzij kunt zetten, en een uurtje gaan zitten droomen. Fan tasie is een rijk bezit, en iets, dat bij de meeste kinderen eerder een beetje aange kweekt. dan onderdrukt moet worden. Wie een kind uitlacht om zijn fantasieën, kwetst het gewoonlijk in zijn diepste gevoelens, en elk kind hecht zich snel en vast aan de menschen, die het daarin een beetje begrij pen. En het is tien maal zoo gemakkelijk om een kind op te voeden, dat echt werke lijk van ons houdt, dan één, dat zoo'n beetje plichtmatig doet, omdat we nu een maal vader of moeder of tante of oom zijn. WILLY VAN DER TAK. Drabbelkoeken. Benoodigdheden: 200 gr. suiker, 150 gr. bloem, 100 gr. boekweitenmeel. 1 ei, 2 1/2 dJL melk, 2 volle theelepels gemalen kaneel, een stuk delfia. Bereiding: Het ei in een kom kloppen, daarbij de suiker voegen, de kaneel en om beurten een paar lepels bloem en een scheut je van de melk tot men een mooi glad beslag heeft gekregen. In een klein pannetje, dat ongeveer de wijdte heeft van een theeschoteltje het vet goed warm laten worden. Voor het bakken kan men delfia gebruiken. Voor den smaek voegt men hier aan een stukje boter toe, doch dit is niet noodzakelijk. Een drabbel- koek-trechter wordt nu met beslag gevuld en zoodra er van het vet een blauwe damp komt, moet men het beslag door den trech ter in den vorm van een vlechtwerk in het vet laten loopen. Als de koek lichtbruin is, uit het vet halen en op grauw papier laten uitdruipen, De Kinderen 6 Jaar komt bedremmeld, de klas binnen. Waarom ben je te laat?" vraagt de on derwijzer. 6 JaarMeneer ik moest me heel maal overwasschen!" Vit een opstel: Cofucius toas de stichter van een nieuwe leer, genaamd Confusion Mientje is zxoaar verkouden. Zij heeft een roos geplukt in den tuin en komt er mee de kamer in. „Moeder ruik eens?" en ze houdt de roos onder moeders neus. „En kan jij 'm nu niet ruiken Mientje?" vraagt moeder medelijdend. Nee mammie mijn neus is doof". (Uit „Children's Funny Sayings"). Geperst vleesch Aardappelen Capucijners Aardbeien-ijs Neem voor het geperste vleesch: 4 ons dunne kalfslappen, A pond kalfsgehakt, wat oud brood, 1 ei, peper, zout, nootmuskaat, 1 klein, gefruit uitje, wat gehakte peterselie, 2 A d.L. bouillon, 1 eetlepel azijn, gelatine. Wasch de lappen, peper en zout ze, en maak het gehakt vrij slap aan, ook met peterselie en uitje. Leg het kalfsvleesch laag om laag met het gehakt in een blikken puddingvorm, giet er bouillon en azijn over, leg een zwaar voorwerp op het vleesch en kook de pudding gedurende een kleine twee uur in een waterbad. Giet daarna het vocht van de pudding, meet het en bind elke deciliter vocht met 5 Gr. geweekte witte gelatine. Giet dit er weer overheen, laat de pudding koud en stijf worden, en stort ze uit den vorm door ze even in kokend water te houden. Presenteer er gesmolten boter bij. Neem voor het ijs: 1 K.G. aardbeien, A pond suiker, 2A dl,, frambozensap, 1 4 L. room. Wasch de aardbeien, zeef ze door een ha ren zeef, kook ze met het frambozensap en de suiker tot dit laatste is opgelost en voeg de room er ongekookt bij. Draai de vla op de gewone wijze in de ijsemmer en laat het navriezen, echter niet te hard. Doe het ijs in een vlakom, garneer het met slagroom, die met wat poedersuiker is vermengd. De mode der lange lijven of lange lijzen? Het heeft er allen schijn van, of de mode huizen een geheime overeenkomst hebben aangegaan met de stoffenfabrikanten, ten einde revanche te nemen over de magere ja ren van stof-verbruik, toen de korte rokjes alom zegevierden. De langere rokken hebben sedert eenigen tijd hun intree gedaan, zij het dan ook voor de gewone wandeljapon en het wandelcostuum vrij schuchter en weerstre vend. Voor de avondtoiletten evenwel is de in een vorig seizoen reeds doorgebroken zeer lange-rokken-mode onverminderd blijven voortbestaan en nog wat aangedikt. En lang zamerhand zien we een neiging ontstaan, om ook de gewone zomerjaponnen nog weer langer en langer te maken, zoodat er meters en meters meer stof in gaan. De heerea stoffenfabrikanten, vooral de kunstzijde-fa- brikanten, die den laatsten tijd met over productie te kampen hadden, kunnen dus juichen. In bladen en tijdschriften maakt men er zelfs grapjes op, beweert men, dat men nu eindelijk ontdekt heeft, waarop de jongedames in de zeer lange avondjapon nen toch ook weer sprekend geleken; op Ka- reltje, vijf jaar oud, die vaders overjas had aangetrokken. Er zijn vrouwen die tegensputteren, en zeg gen: ze krijgen die lange rokkenmode er nooit weer in. Maar de wijsgeerige toe schouwster glimlacht en zegt: we zullen zien. Het page-kopje zou immers ook niet verdwij nen? Welnu, zie eens om u heen. alom aan groeiende haren, in diverse stadiaEn daarom, om eens een beeld te geven van de lengte dor tegenwoordige avondtoiletten, het bijgaande plaatje. En we zien dan van links naar rechts: een cape van goud lamé, inge- rimpeld aan de hals; een japon van groen satijn met zilveren bloemen, lichtelijk ge drapeerd aan de taile, rok iets sleepend van achteren; robe van bleekblauwe tulle, volant en ingezet puntvormig pand met stiksels ge garneerd, gele bloemen op zij op den rok ge zet; cape van zwart en wit crêpe romain, met vos-garneering (zilvervos). Dit geeft u wel een kijkje op de huidige mode-lijnen, niet waar? EEN LEKKERE VRUCHTENBOWL. Wat we zullen drinken in de warme dagen is dikwijls een vraag. Maar aLs we de huisge- nooten of gasten eens willen tracteeren, wel, laten we dan een vruchtenbowl maken! Op 1 flesch Meiwijn (of bessenwijn of Rijnwijn) neemt men wat spuitwater of Victoriawater, suiker naar smaak, wat aardbeien, frambo zen en kersen. De schoongemaakte vruchten zet men een uur of wat met suiker bestrooid weg. Dan giet men den Mei- (of bessenwijn) er over en pas als men inschenkt he^ipuit- water er bij. Hoe voorzichtig moeten wij zijn met onze woorden tegenover de kinderen: dagelijks kunnen wij daarvan ondervinding opdoen Zonder er verder over na te denken, gedra gen wij ons op minder aardige wijze, en eenigen tijd later vinden wij onszelf precies terug in het spelen van de kinderen. Kinderen die „vadertje en moedertje" spelen geven heel vaak een duidelijk spie gelbeeld van den verhouding van hun eigen ouders onderling, en hoe grappig het soms ook zijn kan, wanneer zij zelfs met stem en gebaren de ouders probeer en na te bootsen, het kan pijnlijk worden wanneer de toon in het gefingeerde „gezin" even gespannen en onaangenaam blijkt te zijn, als dat het in werkelijkheid is. Als moeder bevelend en onaangenaam optreedt tegenover het dienstmeisje, bestaat er hard kans, dat de kinderen dezelfde al lures tegenover het meisje aannemen en behouden tegenover al het dienstpersoneel dat zij in hun leven zullen ontmoeten. Zijn vader en moeder daarentegen vriendelijk en voorkomend en richten zij hun wen- schen in als verzoeken en niet als afgebeten bevelen, dan blijft dit voor de kleine mensch- jes onafscheidelijk verbonden aan den dage lij kschen omgang met anderen. Kijkt moeder op straat om naar een „vriendin" die zij zooeven gegroet heeft, en weet zij dadelijk iets zuurs over den nieuwen hoed van die kennis, dan zal bijna niet te voorkomen zijn, dat het kind mee omkijkt, en meepraat op groote-menschenmanier over een vermeende ongewoonheid van de andere. Sommigen zijn vervuld van de opvoedings- theorieen van bekende paedagogen, die zij zichzelf hebben weten eigen te maken, maar zij vergeten dat hun eigen voorbeeld in het gezin dagelijks meer kan uitwerken dan de theorieën die zij zichzelf hebben bijgebracht. Daarmee bedoelen wij niet, dat de boeken over paedagogie niet van nut zouden zijn voor de opvoeding! Zij kunnen dit echter alleen zijn, wanneer zij niet enkel als „boek" in ons hoofd blijven han gen, maar verwerkt worden tot de praktijk van het dagelijksch leven. «-I Het reisseizoen staat weer voor de deur, de reisplannen zijn gemaakt. Onze huizen wor den verlaten en gesloten, jalouzieën en gor dijnen neergelaten en dichtgetrokken. De bewoners zijn tijdelijk ontsnapt aan hun enge wereldje. Ze zijn de wijde wereld inge trokken. Weg uit huis, uit stad en land. De wereld neemt ons op. wordt ons huis en ons vader land. Reizen doet ons internationaal voelen. Reizen verruimt den blik. Maar het is niet zoo makkelijk om goed te reizen, om werkelijk de wereld in te gaan. Het huis laten we achter, maar het enge wereldje in ons zelf wordt vaak mee genomen. En dan keert de reiziger van zijn reis terug zooals hij gegaan is. Vooral vrouwen zitten dikwijls vast geroest in hun eigen wereld. Zijn ze bereisd? Je zou dadelijk willen antwoorden: nee. Je ziet ze gluren door hun ramen, je hoort ze veroor- deelen naar hun zeer persoonlijke, in-fat- soenlijke moraal. Ze kunnen uren lang za niken over kleinigheden. Konden ze maar eens op reis gaan. Dan zou hun oordeel wel wat breeder en groot-menschelijker worden. Maar dan hoor je vaak tot je verbazing dat zoo'n vrouw de halve wereld heeft afgereisd: Indië, Japan, Italië, Frankrijk, Engeland, Noorwegen. Van Noord naar Zuid, van Oost naar West is ze getrokken. Maar hoe! Als dezelfde zelfgenoegzame mevrouw, die thuis door de ramen gluurt, als de betalende touriste, die waar eischt voor haar geld. Ze heeft op haar reizen veel gekke en on fatsoenlijke menschen ontmoet, waar ze na tuurlijk niet mee om kon gaan. Ze heeft toestanden meegemaakt waar ze eenvoudig niet over praten durft. Waar ze wel over praat dat is over het comfort en de manier van reizen. Ze reisde eerste klas, behagelijk zacht. In de groote plaatsen trok ze in een chic hotel. Volgt de beschrijving van zoo'n Dorado. Ake lig alleen, dat de kellners soms zoo lang zaam bedienden. En dan verlangden ze nog groote fooien. Op een tochtje door de om streken had mevrouw haar rose japonnetje aangehad en uit het meest luxueuze hotel had ze een briefkaart aan haar vriendin ge stuurd. Een briefkaart met het hotel er op. Dat zou de vriendin jaloersch maken. (Dat laatste vertelt ze niet. Ze is veel te lief om zooiets te vertellen). Maar wij, die naar haar luisteren en haar kennen, constateeren: ze had even goed thuis kunnen blijven. Ze is immers niet de groote wereld ingetrokken, ze is in haar eigen klei ne, bekrompen wereld gebleven. Ze zeg niets. Ze heeft alleen maar eens wat rondgekeken. Het is een voorrecht om op reis te gaan. Maar laten we dan ook echt gaan. vooroor- deelen en principles thuis laten achter de gesloten gordijnen. Al het nieuwe, het mooie en het leelijke, dat leeft in de menschenwe- reld moeten we kunnen zien zooals het is; we moeten er niet dadelijk met onze waan wijze begrippen bij komen en decreteeren hoe het behoorde te zijn. We komen er zelf heusch niet zooveel op aan als we de groote wereld gaan zien. Het doet er in die wereld niets toe of u mevrouw die en die bent en in dure hotels kunt logeeren. De wereld kijkt niet naar u, maar u komt de wereld zien. Over onze woorden en daden. Evengoed echter als de kinderen onze manieren en onze woorden overnemen, heb ben zij ook gevoel voor den inhoud der dingen die wij zeggen. En hiermee bedoel ik dan niet alleen de onaangename dingen, die misschien gezegd worden, maar eigen lijk nog meer de zorgen en moeillijkheden, welke in elk gezin voorkomen en waarvan de kinderen, heel vaak onopzettelijk, deel genoot worden gemaakt. Het is natuurlijk waar, kinderen moeten niet onwetend ge houden worden van de moeilijkheden die het leven oplevert; zij moeten niet het ge voel hebben, dat het geluk maar voor het oprapen ligt, dat de weelde is opgeschept en dat hun persoonlijk in het leven niets kan tegenloopen. Zuinigheid, aanpassingsvermo gen en beperking van hun wenschen zijn" opvoedkundige eischen voor eiken mensch- in-wording, maar van zware financieele zorgen, van moeilijkheden in vaders werk, daarvan moesten kinderen geen flauwe notie hebben. Een kind verwerkt zulke din gen op kindermanier en daar bij' hen nog geen of weinig tusschenwegen zijn, geldt er slechts dit eene.- alles of niets. In hun romantischen geest komen herinneringen aan kinderverhaaltjes waarin dadelijk spra ke was van broodgebrek, en menig kind dat een ietwat zorgelijken aard heeft, zal de gesprekken der ouders over de financieele moeilijkheden met het allerergste: honger en geen onderdak, in verband brengen. Hierbij ligt de schuld dan niet aan de ver haaltjes, die op zichzelf vrij onschuldig zijn, en zoo noodig zijn voor het ontwikke len der kinderfantasie, maar aan de ouders, die niet bedenken, dat deze groote-men- schenzorgen niet voor kinderen bestemd zijn. Soms kan men den indruk krijgen, dat op voeden van kinderen in hoofdzaak betee- kent: zelfbeheersching der ouders. Wie zich daarin eenmaal goed heeft geoefend, zal'ook niet bang behoeven te zijn, dat de kinderen thuis van de ouders dingen leeren die hun karakter kunnen bederven. Het is dan ech ter de groote kunst om de invloeden van buiten, waar onvermijdelijk slechte bij zul len zijn, in goede banen te leiden. E. E. J.—P. En die is kleurrijk en wonderlijk in al haar schakeeringen. Neem haar in u op, laat haar op u inwerken. En wie weet, als u na uw reis uw huis weer betreedt, de gordijnen ophaalt en de kamers rond kijkt, of dan niet tijdens uw afwezig heid alle vooroordeelen en bekrompen ge- dachtetjes gevlucht zijn. En als dat. zoo is dan bent u werkelijk op reis geweest! BEP OTTEN. Hoe men de kleuters bezig houdt EEN LAMPEKAPJE. Verleden week zijn wij met de papiereri kraaltjes begonnen. Niet alleen voor arm band of kettfng, maar voor verschillends andere doeleinden zijn deze kraaltjes nog te gebruiken. De oude kraaltjes kunnen ons helpen bij de afwerking van gordijntjes eri dan doen zij dus eenigszins dienst als franje. Ook aan kleedjes kan men deze aar dige versiering aanbrengen. Wel wisselt' men de papieren kraaltjes door houten ronde of vierkante kralen af, daar deze- met elkaar natuurlijk een aardiger geheel geven, Neem liefst geen ovale houten kralen", daar de papieren kraaltjes de ovale vorn^ reeds aannemen. Ook lampekapjes kan men met een kra>- lenversiering afwerken. Ik laat u hier twee verschillende modelletjes zien. Wij zullen beginnen met het kapje ïn elkaar te maken en nemen hiervoor stevig doorschijnend papier, b.v. wit, zacht geel, anclers laat de kap niet voldoende licht door. Het kapje wordt volgens afbeel ding a. uitge knipt. De kanten b. en c. worden op elkaar dicht geplakt, men rolt dus hiervoor het papier zoo, dat de rechte zijden over elkaar ko men. U kunt de grootte van het kapje zelf geheel uitkiezen. De papieren kraaltjes worden nu in orde gebracht en wanneer zij opgerold zijn brengt men een laagje vernis er op aan. Ook voor het kapje staat het weer aardig de papieren kraaltjes door een ander soort kralen te laten afwis selen, op verschillende manieren kan men nu de kraaltjes ver werken, zooals afbeel ding d, waar de kraal tjes als franje aan het kapje hangen of men kan volgens afbeelding e de kralen op het kapje verwerken. Beide geven een aardig .geheel. Wel moet voor een goede kleurencombinatie gezorgd worden. De modelletjes zijn in de Tijdingzaal van ons blad te zien. W. R. Voor gestoofde komkommers neemt men op 6 komkommers 3 kopjes vocht van de kom kommers, 1 2 kopje azijn, 2 platte 1 pels bloem en twee lepers boter. Men schilt de komkommers dun en snijdt ze in vieren :n de lengte. Desnoods de bittere punten weg snijden. Vervolgens haalt men met een zilveren lepel het zaad eruit en werpt dat weg. Dan de komkommers in stukjes van ongeveer 'n halven vinger lengte snijden. In zoo min mogelijk kokend water laat men ze gaar koken, wat ongeveer een kwartier duurt. In een vergiet uit laten druipen en het vocht opvangen. Van het kom kommer nat en de azijn bereidt men een saus met bloem en boter, net als bloemkoolsaus) waarin men ten slotte de komkommers nog een kwartier tje na laat stoven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14