H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN GERRY RICKEBERG Nieuws uit ïndië. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 26 JUNI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Mimile. door ROBERT FRANCHEVILLE. Waar ging dat arme kereltje heen in dien barren winternacht? Hij wist het zelf niet.. Zijn moeder was drie dagen geleden gestor ven, en daar er niets meer was dat hem bond aan het armoedige dorpje, was hij op stap gegaan. Nu werd hij door den nacht overvallen. Hij had Juist de linie gepasseerd, waarachter in de oorlogsjaren de gevechten geleverd waren. Nog altijd waren de gevolgen zichtbaar van dc at-chrlkwekkende tooneelen, die zich daar hadden afgespeeld, Afgeknotte boomen leken den kleinen jongen spookverschijnin gen; hier en daar lagen hoopen prikkel draad, die hem de beentjes openhaalden. Wat leek alles hem hier vijandig gezind! Tevergeefs zocht hij een schuilplaats, maar in deze platgeschoten streken waren geen hulzen en geen bewoners meer; niets men- sehelijksch of levends was daar om mede lijden te hebben met den armen kleine Toen hij nog eenigen tijd doorgeloopen had, zag hij eindelijk een grijze streep: dat moest een weg zijn Hij wlschte zijn tranen af en vol blijdschap volgde hij dien weg, alsof er nog nimmer zoo iets moois had be staan als dit pad, dat hem zeker naar het paradijs zou voeren. Maar het paradijs is ver voor een kleinen jongen van tien jaar, door nat van den regen en vermoeid van het loopen! Hij zou echter al bh' riin, als hij eens kon rusten en zijn moede ledematen uitstrekken in dc eerste de beste hut. al moest hij die ook deelen met ratten en muizen. Plotseling bleef hij stilstaan voor iets, dat daar aan den kant van den weg zijn aan dacht trok. Het was een groote Duitsche tank, die daar was achtergebleven en stond te verroesten. Die zou een prachtig onder dak voor hem zijn. En de kleine, die geen hooge elschten stelde, was juist van plan er snel ln te stappen, toen er een lichtstraal door een der kieren near buiten drong. De tank was dus reeds bewoond! Stom van verbazing en diep teleurgesteld keek hij met begeerigen blik naar den be woner. die zich in de tank bevond- Het was een oude zwerver met een langen baard, die zijn maaltijd gebruikte bij het schijnsel van een kaars. Den kleinen jongen leek hij een wildeman uit een sprookje, die kinderen opeet Dc knaap bleef aarzelend staan. HIJ was bang; maar deze schuilplaats was tè verleidelijk en hij besloot liever alles te wagen, dan zijn wandeling in den regen voort te zetten. Zachtjes klopte hij tegen den wand van de tank. Daar hij geen antwoord kreeg, klopte hij wat harder, maar de oude man hoorde hen-; blijkbaar niet. Toen stak hij voorzichtig het hoofd een eindje naar binnen en vroeg heel bescheiden: t ,,Mag ik asjeblieft binnenkomen?" „Waar komt dat ventje vandaan?" riep de „wildeman" verbaasd uit. „Natuurlijk mag jij er ln hoor. kleintje!" Toen de jongen dichterbij kwam, zag hij dat de oude man er heel zachtzinnig uitzag. Men kon met hem praten, zonder vrees te koesteren opgegeten te zullen worden. Het kind liet zijn angst dan ook spoedig varen, ging in de tank op den grond zitten, sloeg op militaire wijze aan en zei: „Ik heet Mimile." „Zoo. En wat doe je hier op dit late uur en ln zoo'n hondenweer?" In weinig woorden vertelde hij het. De zwerver voelde verwantschap met dien klei nen kameraad, die reeds zoo jong debuteerde. Hij had medelijden met hem, stond hem wat stroo af en gaf hem ook een stuk brood. Wat smaakte dat harde, droge brood lekker en wat was het heerlijk rusten in deze geïm proviseerde slaapkamer, terwijl buiten de regen in stroomen neerviel Mimile sliep dan ook spoedig ln. Eerst tegen tien uur den volgenden mor gen ontwaakte hij. wakker geschrikt door het luidruchtig gebabbel van een gezelschap vroolijke toeristen, die met een touring-car FEUILLETON HET RAADSEL VAN DE DACIA door G. PANST1NGL 35) „De Russische gérant", fluisterde Morley Mulberry toe. die nu op drie personen tege lijk moest letten, Soesjin. het donkerharige meisje en den gérant-. Hij boog zich tot Morley over. „Indien Je mij een plezier wilt. doen. zoek dan toenadering met die zwarte daar. Mis schien kun jo te weten komen, wie zij is. Maar voorzichtig en zonder ln het oog te loopen. Morley". Deze knikte en Hul berry was gerust. Morley was geknipt voor zulke dingen. En hij kon nu zijn aandacht wijden aan de twee man nen. die juist een blik van verstandhouding mot elkaar wisselden. Hulbcrry begreep dien blik en ging terug naar de bar. Ecnice oogenblikken later kwamen de twee voorbij de bardeur. Ze spraken Russisch met- elkaar. Hulberry verstond van die taal slechts die paar woorden, die hU voor de grap van Alexandra Staroff geleerd had. En toch ving hij gedurende het korte oogenblik, dat ze hem voorbijliepen één woordje op, dat hij toevallig kende. Het woord heette ..Kitaitski". Hij wist niet, of het „Chlneesoh" of „de Cht- neezen" bcteekende, maar het liet' hem niet los. Het was toch onmogelijk, dat dit louter toeval zou zijn. Soesjin vertelde dus den ge rant den overval van de Chlneezen. Neen. eerder het feit, dat Cliinecsea hem op de van Reims waren gekomen om het fort Pom- pelie en de omliggende slagvelden te bezich tigen. De oude man was reeds lang verdwenen. Mimile, nog een beetje slaperig, was spoe dig het middelpunt hunner belangstelling. De bezoekers bekeken hem als een groote bij zonderheid, die deel uitmaakte van het décor. Zonder zich er van bewust te zijn gaf de kleine jongen iets schilderachtigs aan het geheel. En bijna alle toeristen drukten hem wat geld in de hand, toen zij heengingen, hoe wel hij niets gevraagd had en ook niets had gedaan om het te verdienen. Maar het is voor reizigers nu eenmaal een gewoonte ge worden, overal fooien te geven, zoodat zij dit. zonder nadenken, bijna mechanisch doen. Na het vertrek van zijn gasten telde Mimile, die nog steeds versteld stond over het bezoek, zijn ontvangst na. Vijf en dertig stuivers! 't Was een half fortuin! En zoo waar naderde weer een nieuw gezelschap, dat zoo juist het fort bezichtigd had, de tank, welke de gids reeds van verre aanwees Nu wist Mimile wat hem te doen stond en op den drempel van zijn „woning" wachtte hij zijn bezoekers af. Van eenige halmen stroo had hij gauw een bezem gemaakt, waarmee hij het interieur van de tank netjes aanveegde. Hij slaagde er in een der geblindeerde zijkanten te openen, waardoor er meer licht naar binnen viel en de be zoekers eventueel ook gemakkelijker konden binnentreden. En toen zij kwamen zei hij, met uitnoodigend gebaar: „Komt u gerust binnen, dames en heeren. Er is niet het minste gevaar en het kost niets." Toch bedroeg de ontvangst een aardig sommetje. Zoo ging het, met kortere of langere tusschenpoozen, den geheelen dag. En Mimile deed zijn nieuwe werk met lust en opge wektheid ensteeds grooter wordende handigheid. Tegen den avond had hij reeds iets autoritairs over zich gekregen en hij aarzelde zelfs niet allerlei technische en krijgskundige bijzonderheden te vertellen, in verband met de rol, die de tank. z ij n tank, gespeeld had in den slag van 12 April 1918, een datum, dien hij gefantaseerd had Men zou geloofd hebben, dat hij dien veld slag als generaal geleid had! „De Franschen bevonden zich aan deze zijde. De Duitschers waren daar", legde hij uit, met de hand de verschillende richtingen aanwijzend. „Toen wilde de vijand onze loop graven nemen, maar een van onze 75 c.M. kanonnen trof hen. waardoor de tank zijn weg niet kon vervolgen en hier, op deze plaats, is achtergebleven En dit naïve verhaal, waarin overigens niets onwaarschijnlijks voorkwam, werd als waar aangenomen. Aan het eind van zijn eersten dag bezat Mimile reeds meer dan 10 francs, terwijl hij bovendien in het kleine restaurant bij het fort Pompelle een hoeveelheid eetwaren had ingeslagen. Een gemakkelijk leventje s'cheen hem verzekerd; en waarom zou hij onder de gegeven omstandigheden zulk een schitterend verblijf vaarwel zeggen? Hij be hoefde nérgens anders zijn fortuin te zoe ken; hier wei-d het hem zelfs gebracht en hij had het volste recht hier te blijven. Nu was het zijn beurt eens te profiteeren van den oorlog, hij die er tot nu toe het slachtoffer van was geweest. Trouwens, hij verdiende zijn geld op eerlijke wijze, zonder daardoor iemand onrecht aan te doen; zon der te bedelen, uitsluitend door de penningen aan te nemen, die de bezoekers hem gaven- En eiken morgen stond hij vroeg op, maak te alles netjes schoon, terwijl hij een lustig deuntje floot, het hart vroolijk gestemd en zich van geen kwaad bewust. Maar de maatschappij duldt geen beroep, al is het nog zoo onschuldig, dat vrij en on- hielen zaten. Langen tijd brak hij zich het hoofd er mee, maar hij kwam niet verder, de gegevens waren te gering. Hij slenterde terug naar de baccarat-zaal, en zag, dat Morley nu naast het zwarte meisje zat- Hij stoorde hem niet en ging naar de roulette. Daar speelde hij nog een half uur en ge durende dien tijd won nog twee keer num mer zeventien. Toen begaf hij zich weer in de bar, dronk een whiskey-soda en zag Soesjin met den gérant terugkomen. Ongeveer een uur later verliet Soesjin de speelzaal. Nog een paar andere spelers ston den op om heen te gaan en zoo was het voor Hulberry en Morley gemakkelijk zich zonder argwaan op te wekken bij de ver- trekkenden aan te sluiten. Hulberry zag Soesjin in zijn racewagen wegrijden. Kort daarop kwam een auto. die hij kende Het was de wagen van de Dacia, waarin hij gis ternacht gereden had. Een seconde lang zag hij het gezicht van Li-Seng. Naast hem zat een andere Chinees, die stuurde. Maar het was te donker om hem te kunnen herken nen. Gerustgesteld begaf hij zich naar zijn wagen. Maar Morley trok hem aan zijn mouw en wees op een derden, juist verdwij nenden auto. „Eigenaardig! Daarin zat de man, die an ders in de Yellow Cat portier is. En ik ben er bijna zeker van. dat de chauffeur één van de kellners was. In den wagen zelf zaten nog twee kerels, maar ik kon hun gezichten niet herkennen". Hulberry handelde bliksemsnel. Met cén sprong bevond hij zich achter het stuur van zijn wagen. ..Spring er in, Morley". In een oogwenk zat Morley naast hem. belemmerd wordt uitgeoefend, als het niet bij de wet omschreven is. Op een avond bemerkten twee gendarmes op hun wandeling langs den weg, den jongen „outlow", wiens aanwezigheid op deze plaats hun een groot schandaal toescheen. Zij ble ven stilstaan en vroegen zijn papieren te zien. Hij had alleen maar eenige papleren francs, doch dat was niet voldoende. Op strengen toon vroegen zij den kleinen Mimile: „En wat voer je hier eigenlijk uit?" „Zooals u ziet, ben ik de „concierge" van de tank Maar de gendarmen waren niet bijzonder gevoelig voor deze geestigheid en vonden het raadzaam, ingevolge artikel 269 van het Burgerlijk Wetboek ca" verdoolde schaap aan de maatschappij terug te geven, en hem te redden uit den staat van zwerverschap, waar toe hij thans gekomen was. Zij namen Mimile mee. teneinde hem weer te doen opnemen te midden der beschermen de beschaving, die hem haar weldadigheden wel zou doer gevoelen En wederom was Mimile een arm, verlaten jongetje. A. REYDING OVERLEDEN. EERTIJDS POPULAIR REVUE SCHRIJVER. Te Amsterdam is 67 jaar oud. overleden ir. A. Reyding, voormalig directeur van het Bureau voor Muzlek-auteursrecht en een bekend schrijver van revues. Omtrent zijn levensloop ontleenen wij aan het Hbld.: De heer Reyding heeft groote populairi» teit verworven als de schrijver van de revue „De Doofpot", die in 1891 voor de eerste maal in den Salon des Variétés te Amster dam werd vertoond en daarna vele honderden opvoeringen beleefde. Of Reyding inderdaad de schrijver was van deze anonieme revue is nooit met zekerheid komen vast te staan. Een feit is. dat zijn revue's die na „De Doofpot" werden vertoond, een veel grooter succes had» den dan zijn eerste libretto's: „Naar den Eifeltoren" (1889) en „Hookie Pookie", „Op de groote Trom" en „De Ragebol", die in de jaren '92 en '93 in den Salon des Variété's werden opgevoerd, volgde de revue ..Maan daghouders", die evenzeer trok als „De Doof pot". In 1897 ging bij Prot .Luilekkerland" met meer dan vierhonderd opvoeringen. Daarop volgden nog de klucht „Een dolle Boel" en in '99 „Dc nieuwe Prikkel". Met F A. Buis (het pseudoniem van generaal A. N. J. Fabius) schreef Reyding omstreeks 1900 eenige blijspelen in Franschen trant, w.o. „Het Lintje" en „De edele Sport". De Boeren oorlog inspireerde hem tot een tooneelstuk „Het goud van Transvaal", dat het Rotter- clamsche gezelschap van Le Gras en Haspels ten tooneele bracht en in 1902 publiceerde hij een roman van beursspeculanten en jour na* listen onder den titel „Wereldroes". Voorts schreef de heer Reyding gedurende vele jaren de Nieuwjaarswenschen voor „De Bruiloft" van de Kon. Ver. Het Nederlandsch Toor.eel, waarbij hij afweek van dc oude en inmiddels weder opgevatte traditie door allerlei mo derne requisieten op het tooneel te brengen waardoor de oude „Bruiloft" min of meer her karakter van een revue kreeg. DRUKKER LUCHTVERKEER. DE SCHADE WORDT INGEHAALD. Gedurende den eersten tijd van den zomer dienst van het luchtverkeer voldeed het passagiersvervoer niet geheel aan de gestelde verwachtingen. Het bleef op sommige lijnen van en naar Nederland ten achter bij ver leden jaar. Sinds de laatste twee weken ver toont zich echter op alle een steeds groeiende toeneming, waardoor de cijfers belangrijk boven die van de overeenkomstige periode van het vorig jaar uitkomen. De transito- diensten zijn zeer goed bezet en het fraaie zomerweer begunstigt de boeking ten zeer ste. DE VOORTSCHRIJDENDE A.V.R.O-ACTIE. Te Heer-Hugowaard is een protestverga dering gehouden tegen de zendtijdverdee- ling. Bijna alle aanwezigen traden toe tot de vereeniging voor protestactie in Wést- Friesland. Opgewekt werd tot deelneming aan een demonstratietocht met auto's door West-Friesland en aan de betooging in Den Haag. Evenals elders werd een motie aan genomen, waarin protest wordt aangetee- kend tegen het besluit en wordt aangedron gen op een volle week zendtijd voor de A.V.R.O. op eigen zender. DE ROTTERDAM LLOYD RAPIDE. In aansluiting op het heden te Marseille aankomende mailschip „Baloeran", vertrekt de speciale trein met de mail en passagiers van Marseille vandaag om 11.25 uur; aan komst 8.51 uur te Rotterdam D.P. en 9.19 uur te Den Haag H.S.M. Hulberry was de Dacia dankbaar, dat zij hem zulk een snellen wagen tot zijn beschik king hadden gesteld, want de drie anderen voor hem waren reeds bijna uit het oog ver dwenen. Maar hij haalde ze spoedig in. De zaken stonden niet gunstig voor Li-Sing cn zijn metgezel. Ze bevonden zich tusschen twee vuren. ..Dc portier is een reus van een kerel, Hul berry. Indien je van plan bont hem te lijf te gaan, wees dan voorzichtig. Laat hij je niet te na komen!" Hulberry liet met één hand 'net st-uur los en haalde een slang van spiraaldraad uit den binnenkant van zijn pak. Aan het eind was ze voorzien van een leeren lus. waardoor hij zijn hand liet. glijden. Het andere eind was met lood gevuld. Toen zei hij tegen Morley: „Buig je over het portier heen en neem uit de werktuigkist op de treeplank een sterken Engelschen sleutel". Morley grinnikte en deed wat Hulberry hem verzocht. Hij was een goede sportman en verheugde zich op de vechtpartij. De auto voor hen volgend, reden ze Londen uit. Zij sloeg den straatweg naar Reigate in. Hul berry kende den weg en wist, waarom men hem gekozen had. 's Nachts was deze straat heel eenzaam, had veel bochten en was heu velachtig. Hij draalde de lichten van zijn wagen af en verliet zich cp zijn oriënteer- vermogen en het zwakke licht van de halve maan. waarin de band van den witten straat weg goed uitkwam. Ze hadden ongeveer veertig minuten gereden cn hadden juist een bocht achter zich. toen Morley uitriep: ..Daar zijn ze!" Tegelijkertijd opende hij ook reeds het portier. Hulberry drukte de remmen neer en sprong aan den anderen kant uit den wagen. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No 1601 JUBILEUM BOEKBINDERIJ W. KNOOP EN ZN. Dinsdag is het 40-jarig bestaan van de boekbinderij der firma W. Knoop en Zonen feestelijk herdacht, 's Morgens half tien werd de oprichter der zaak, de heer W. Knoop, door zijn zoons gehuldigd, waarna hem een geschilderd portret werd aange boden. Hierna werden de drie firmanten per auto door leden van het personeel der zaak van huls gehaald en door het geheele personeel, dat inmiddels op het kantoor was opge steld feestelijk binnen gehaald. Na door den bedrijfschef te zijn toegesproken werd hun een geheel eiken schrijfbureau en oor konde aangeboden en aan de dames der firmanten een tuil bloemen. Nadat allen nog eenigen tijd gezellig bij elkaar waren geweest, ontvingen de perso nen, die meer dan 25 jaar bij de firma in dienst waren, een aandenken met inscrip tie; verder ontvingen allen een enveloppe met inhoud. 's Middags hield de firma een zeer druk bezochte receptie.. Meer dan vijftig bloemstukken sierden de vertrekken; tal van telegrammen en ge- lukwenschen van vrienden en clientèle waren binnengekomen. VEROORDEELING WEGENS DOODSLAG TE ROTTERDAM. De havenarbeider A. v. d. B. had voor de Rotterdamsche rechtbank terecht gestaan, waarbij hem ten laste was gelegd A. Buyt op 29 December 1929 opzettelijk en met voor bedachten rade van het leven te hebben beroofd. De rechtbank veroordeelde hem wegens doodslag tot 8 jaar gevangenisstraf, door te brengen in een bijzondere strafgevangenis, en met aftrek der preventieve hechtenis. Het Haagsche Gerechtshof heeft thans dit vonnis bevestigd. JAPANSCIIE KOELI DOODT EEN RUS. Aneta seint uit Medan, dat een Japansche koelie, werkzaam op de particuliere land bouwonderneming Lima. Poeloeh (onderaf: deeling Batoe Bahra, afdeeling Assahan, gouvernement Oostkust van Sumatra) den Russischen assistent dier onderneming Dynine vermoord heeft. DE HEER W. P. HILLEN ZIEK. Het lid van den Raad van Ned.-Indië, de heer W. P. Hillen, die per. s.s. „Aldebaran" van de Gouds Marine uit Boven Digoel is teruggekeerd, lijdt naar Aneta meldt, aan malaria en kan zijn arbeid in den Raad van Ned.=Indië voorloopig niet hervatten. Voor hen speelde zich een fantastisch too neel af. In het bleeke maanlicht stonden drie auto's. Als eerste in het midden van de straat de wagen van Soesjin. dien hij zoo opgesteld had. dat de auto van den Chinees daardoor onverwachts de doortocht belet werd. Daarna kwam de Dacia-wagen en hier naast de auto, die hem gevolgd had. Op den straatweg waren vier menschen handgemeen met twee tegenstanders. Bijna hadden Hulberry en Morley lust niet in te grijpen. Zoo eigenaardig verbluffend en boeiend was de strijd. Geen geluid werd ver nomen. In een grimmig stilzwijgen speelde zich het gevecht af. Elke Chinees had twee van Soesjins man nen als tegenstanders, terwijl één van de aanvallers reeds op den grond lag. Het leek wel, alsof de zonen van het Hemelsche Rijk hem dadelijk in het begin geveld hadden. Li-Sing stond tegenover Soesjin en den kellner. Pierre en zijn helper vochten tegen den anderen Chinees. Een oogenblik keken Morley en Hulberry toe. Het was ongelooflijk meesleepend. De t-wee Engelschen hadden nog nooit een echt Chineesch stokgevecht gezien. Nu waren zij er getuige van. De Chineezen waren de Europeanen ver aan vlugheid en behendig heid de baas. Ternauwernood kon men hun bewegingen volgen. Ze sprongen naar rechts en naar links, schenen zich in de lucht om te draaien, keerden zich op de hielen om, ge bruikten in den sprong hun voeten om te schoppen; ze waren overal en nergens tegelijk. En als een regen vielen de stokslagen neer. Soesjin en zijn mannetjes vochten woest, ruw. maar onhandig. Tegenover de dubbele overmacht streden de Chineezen daaren- De minuut die een eeuw lijkt (Nadruk verboden1 (Reeds in een deel van de vorige oplage opgenomen.) NED. R.-K. VOLKSBOND. ZILVEREN JUBILEUM DER AFD. OVERVEEN. De afd. Overveen en omstreken van den Ned. R.K. Volksbond zal op Zondag 29 Juni haar zilveren jubileum vieren met verschil lende feestelijkheden. Te 7 uur is een H. Mis in de Parochie Kerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvan* gen, te Overveen. Daarna is er een gezamen lijk ontbijt voor de leden in de consumptie» tent op het feestterrein, aan den Bioemen- daalschen Straatweg, tegenover Café Restau rant „Roozendaal". Des middags wordt van 3 tot 5 uur receptie gehouden in de St. Aloysiusschool aan heb Zandvoorterpad te Overveen. Des avonds te 7 uur begint op het Feest terrein een groot buitenfeest, waarbij o.a. het woord zullen voeren de voorzitter der Feest commissie, kapelaan F. van Buuren en de voorzitter der jubileerende afdeeling, de heer J. G. van Kessel. Welwillende medewerking wordt verleend door de R.K. Harmonie Vereen. „Euphonia", de R.K. S. V. „Hercules", de R.K. Mandoline club „Sancta Maria" en de Mondaccordeom club „Con Amore". Voorts werken nog mede: „Stoeken's Jazz band", de muzlkaie clown en jongleur Poor Billy en Prof. Meiloc, humoristisch gooche laar en buikspreker. WIJZIGING DER BOUW- EN WONING- VERORDENING Den 23en April j.l. stelde de raad een nieuwe redactie vast van art. 4 al. 1 sub a der bouw- en woningverordening, nadat de oor spronkelijke redactie op advies van Gedepu teerde Staten gewijzigd was. Thans heeft de voorzitter dier Staten medegedeeld, dat genoemd college zich met de strekking van het besluit kan vereenigen, doch dat het be denking heeft tegen de redactie, aangezien deze féitelijk bouw uitsluit aan wegen, die niet op het uitbreidingsplan voorkomen. Het schijnt aan Gedeputeerde Staten niet juist, dat het recht om te bouwen aan wegen, we'ke reeds op 28 April 1905 bestonden en welke vroeger voorkwamen op de in de verordening genoemde lijst, op deze wijze afhankelijk wordt gesteld van het al dan nu t voorkomen op het uitbreidingsplan. Overeenkomstig de zienswijze van Gede puteerde Staten stellen B. en W. den Raad thans voor. in art. 4, alinea 1 sub a de woorden: „tot een breedte als het uitbrei dingsplan aangeeft" te vervangen door de woorden: „tot een breedte als de Raad aan geeft." tegen met het weloverwogen doorzicht van den geoefenden stokvechter. Daar zag Hulberry, hoe Soesjins hand ongemerkt zijn heup trachtte te bereiken. Eén sprong en zijn spiraaldraad trof te gelijkertijd met den stok van Li-Seng Soesjins arm. In een boog vloog het pistool op den grond en Soesjin zag de twee nieuwe aanvallers, wier komst hij In de hitte van het gevecht niet bemerkt had Met drie geweldige sprongen was hij in zijn wagen en het volgende oogenblik schoot hij vooruit. Morley had zich ondertusschen met zijn Engelschen sleutel op de twee tegenstanders van den anderen Chinees geworpen. De kleinste van de twee kwam het eerst binnen het bereik van zijn wapen. Hij stootte een diepen zucht uit en legde zich midden op den straatweg te rusten. Pierre zag wat er plaats greep, zag de nieuwe hel]>ers, zag Soesjin wegrijden en was in één sprong bij Jean, den kellner, die reeds aan het stuur zat. Juist, toen Jean Inschakelde, gebeurde er iets onverwachts. Li-Sing had hen rustig laten instappen. Nu nam hij een langen cylinder wierp hem met groote zekerheid door het glas van een por tier. dat rinkelend in stukken viel in 'den wagen. Een groote vlam laaide op. de auto stopte, de beide inzittenden sprongen er uit en sloe gen op de vlucht ln het donker van den nacht. In den wagen echter werkte de bom, die Li-Sing er in geworpen had, verder. De vlammen sloegen over naar het benzine reservoir en een oogenblik later onttrok een groote vuurzuil den wagen aan het gezicht. (Wordt vervolgd)., Als je man juist begonnen is met een mop, terwijl hij vleesch staat te snijden en je weet dat hij dan zoo gedachteloos wordt met ronddeelen, dat er niet genoeg zal zijn om ieder te bedienen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6