H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
GERRY RICKEBERG
Nieuws uit ïndië.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 26 JUNI 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Mimile.
door ROBERT FRANCHEVILLE.
Waar ging dat arme kereltje heen in dien
barren winternacht? Hij wist het zelf niet..
Zijn moeder was drie dagen geleden gestor
ven, en daar er niets meer was dat hem bond
aan het armoedige dorpje, was hij op stap
gegaan.
Nu werd hij door den nacht overvallen. Hij
had Juist de linie gepasseerd, waarachter in
de oorlogsjaren de gevechten geleverd waren.
Nog altijd waren de gevolgen zichtbaar van
dc at-chrlkwekkende tooneelen, die zich daar
hadden afgespeeld, Afgeknotte boomen
leken den kleinen jongen spookverschijnin
gen; hier en daar lagen hoopen prikkel
draad, die hem de beentjes openhaalden. Wat
leek alles hem hier vijandig gezind!
Tevergeefs zocht hij een schuilplaats, maar
in deze platgeschoten streken waren geen
hulzen en geen bewoners meer; niets men-
sehelijksch of levends was daar om mede
lijden te hebben met den armen kleine
Toen hij nog eenigen tijd doorgeloopen
had, zag hij eindelijk een grijze streep: dat
moest een weg zijn Hij wlschte zijn tranen
af en vol blijdschap volgde hij dien weg,
alsof er nog nimmer zoo iets moois had be
staan als dit pad, dat hem zeker naar het
paradijs zou voeren. Maar het paradijs is ver
voor een kleinen jongen van tien jaar, door
nat van den regen en vermoeid van het
loopen! Hij zou echter al bh' riin, als hij
eens kon rusten en zijn moede ledematen
uitstrekken in dc eerste de beste hut. al
moest hij die ook deelen met ratten en
muizen.
Plotseling bleef hij stilstaan voor iets, dat
daar aan den kant van den weg zijn aan
dacht trok. Het was een groote Duitsche
tank, die daar was achtergebleven en stond
te verroesten. Die zou een prachtig onder
dak voor hem zijn. En de kleine, die geen
hooge elschten stelde, was juist van plan er
snel ln te stappen, toen er een lichtstraal
door een der kieren near buiten drong. De
tank was dus reeds bewoond!
Stom van verbazing en diep teleurgesteld
keek hij met begeerigen blik naar den be
woner. die zich in de tank bevond-
Het was een oude zwerver met een langen
baard, die zijn maaltijd gebruikte bij het
schijnsel van een kaars. Den kleinen jongen
leek hij een wildeman uit een sprookje, die
kinderen opeet
Dc knaap bleef aarzelend staan.
HIJ was bang; maar deze schuilplaats was
tè verleidelijk en hij besloot liever alles te
wagen, dan zijn wandeling in den regen
voort te zetten.
Zachtjes klopte hij tegen den wand van
de tank.
Daar hij geen antwoord kreeg, klopte hij
wat harder, maar de oude man hoorde hen-;
blijkbaar niet. Toen stak hij voorzichtig het
hoofd een eindje naar binnen en vroeg heel
bescheiden:
t ,,Mag ik asjeblieft binnenkomen?"
„Waar komt dat ventje vandaan?" riep de
„wildeman" verbaasd uit. „Natuurlijk mag jij
er ln hoor. kleintje!"
Toen de jongen dichterbij kwam, zag hij
dat de oude man er heel zachtzinnig uitzag.
Men kon met hem praten, zonder vrees te
koesteren opgegeten te zullen worden. Het
kind liet zijn angst dan ook spoedig varen,
ging in de tank op den grond zitten, sloeg op
militaire wijze aan en zei:
„Ik heet Mimile."
„Zoo. En wat doe je hier op dit late uur en
ln zoo'n hondenweer?"
In weinig woorden vertelde hij het. De
zwerver voelde verwantschap met dien klei
nen kameraad, die reeds zoo jong debuteerde.
Hij had medelijden met hem, stond hem wat
stroo af en gaf hem ook een stuk brood. Wat
smaakte dat harde, droge brood lekker en
wat was het heerlijk rusten in deze geïm
proviseerde slaapkamer, terwijl buiten de
regen in stroomen neerviel
Mimile sliep dan ook spoedig ln.
Eerst tegen tien uur den volgenden mor
gen ontwaakte hij. wakker geschrikt door
het luidruchtig gebabbel van een gezelschap
vroolijke toeristen, die met een touring-car
FEUILLETON
HET RAADSEL VAN DE DACIA
door
G. PANST1NGL
35)
„De Russische gérant", fluisterde Morley
Mulberry toe. die nu op drie personen tege
lijk moest letten, Soesjin. het donkerharige
meisje en den gérant-. Hij boog zich tot
Morley over.
„Indien Je mij een plezier wilt. doen. zoek
dan toenadering met die zwarte daar. Mis
schien kun jo te weten komen, wie zij is.
Maar voorzichtig en zonder ln het oog te
loopen. Morley".
Deze knikte en Hul berry was gerust. Morley
was geknipt voor zulke dingen. En hij kon
nu zijn aandacht wijden aan de twee man
nen. die juist een blik van verstandhouding
mot elkaar wisselden. Hulbcrry begreep dien
blik en ging terug naar de bar.
Ecnice oogenblikken later kwamen de twee
voorbij de bardeur. Ze spraken Russisch met-
elkaar. Hulberry verstond van die taal slechts
die paar woorden, die hU voor de grap van
Alexandra Staroff geleerd had. En toch ving
hij gedurende het korte oogenblik, dat ze
hem voorbijliepen één woordje op, dat hij
toevallig kende. Het woord heette ..Kitaitski".
Hij wist niet, of het „Chlneesoh" of „de Cht-
neezen" bcteekende, maar het liet' hem niet
los.
Het was toch onmogelijk, dat dit louter
toeval zou zijn. Soesjin vertelde dus den ge
rant den overval van de Chlneezen. Neen.
eerder het feit, dat Cliinecsea hem op de
van Reims waren gekomen om het fort Pom-
pelie en de omliggende slagvelden te bezich
tigen.
De oude man was reeds lang verdwenen.
Mimile, nog een beetje slaperig, was spoe
dig het middelpunt hunner belangstelling.
De bezoekers bekeken hem als een groote bij
zonderheid, die deel uitmaakte van het décor.
Zonder zich er van bewust te zijn gaf de
kleine jongen iets schilderachtigs aan het
geheel.
En bijna alle toeristen drukten hem wat
geld in de hand, toen zij heengingen, hoe
wel hij niets gevraagd had en ook niets had
gedaan om het te verdienen. Maar het is
voor reizigers nu eenmaal een gewoonte ge
worden, overal fooien te geven, zoodat zij
dit. zonder nadenken, bijna mechanisch doen.
Na het vertrek van zijn gasten telde
Mimile, die nog steeds versteld stond over
het bezoek, zijn ontvangst na. Vijf en dertig
stuivers! 't Was een half fortuin! En zoo
waar naderde weer een nieuw gezelschap,
dat zoo juist het fort bezichtigd had, de
tank, welke de gids reeds van verre aanwees
Nu wist Mimile wat hem te doen stond en
op den drempel van zijn „woning" wachtte
hij zijn bezoekers af. Van eenige halmen
stroo had hij gauw een bezem gemaakt,
waarmee hij het interieur van de tank
netjes aanveegde. Hij slaagde er in een der
geblindeerde zijkanten te openen, waardoor
er meer licht naar binnen viel en de be
zoekers eventueel ook gemakkelijker konden
binnentreden. En toen zij kwamen zei hij,
met uitnoodigend gebaar:
„Komt u gerust binnen, dames en heeren.
Er is niet het minste gevaar en het kost
niets."
Toch bedroeg de ontvangst een aardig
sommetje.
Zoo ging het, met kortere of langere
tusschenpoozen, den geheelen dag. En Mimile
deed zijn nieuwe werk met lust en opge
wektheid ensteeds grooter wordende
handigheid. Tegen den avond had hij reeds
iets autoritairs over zich gekregen en hij
aarzelde zelfs niet allerlei technische en
krijgskundige bijzonderheden te vertellen, in
verband met de rol, die de tank. z ij n tank,
gespeeld had in den slag van 12 April 1918,
een datum, dien hij gefantaseerd had
Men zou geloofd hebben, dat hij dien veld
slag als generaal geleid had!
„De Franschen bevonden zich aan deze
zijde. De Duitschers waren daar", legde hij
uit, met de hand de verschillende richtingen
aanwijzend. „Toen wilde de vijand onze loop
graven nemen, maar een van onze 75 c.M.
kanonnen trof hen. waardoor de tank zijn
weg niet kon vervolgen en hier, op deze
plaats, is achtergebleven
En dit naïve verhaal, waarin overigens
niets onwaarschijnlijks voorkwam, werd als
waar aangenomen.
Aan het eind van zijn eersten dag bezat
Mimile reeds meer dan 10 francs, terwijl hij
bovendien in het kleine restaurant bij het
fort Pompelle een hoeveelheid eetwaren had
ingeslagen. Een gemakkelijk leventje s'cheen
hem verzekerd; en waarom zou hij onder
de gegeven omstandigheden zulk een
schitterend verblijf vaarwel zeggen? Hij be
hoefde nérgens anders zijn fortuin te zoe
ken; hier wei-d het hem zelfs gebracht en
hij had het volste recht hier te blijven.
Nu was het zijn beurt eens te profiteeren
van den oorlog, hij die er tot nu toe het
slachtoffer van was geweest. Trouwens, hij
verdiende zijn geld op eerlijke wijze, zonder
daardoor iemand onrecht aan te doen; zon
der te bedelen, uitsluitend door de penningen
aan te nemen, die de bezoekers hem gaven-
En eiken morgen stond hij vroeg op, maak
te alles netjes schoon, terwijl hij een lustig
deuntje floot, het hart vroolijk gestemd en
zich van geen kwaad bewust.
Maar de maatschappij duldt geen beroep,
al is het nog zoo onschuldig, dat vrij en on-
hielen zaten. Langen tijd brak hij zich het
hoofd er mee, maar hij kwam niet verder,
de gegevens waren te gering.
Hij slenterde terug naar de baccarat-zaal,
en zag, dat Morley nu naast het zwarte
meisje zat- Hij stoorde hem niet en ging naar
de roulette.
Daar speelde hij nog een half uur en ge
durende dien tijd won nog twee keer num
mer zeventien. Toen begaf hij zich weer in
de bar, dronk een whiskey-soda en zag
Soesjin met den gérant terugkomen.
Ongeveer een uur later verliet Soesjin de
speelzaal. Nog een paar andere spelers ston
den op om heen te gaan en zoo was het
voor Hulberry en Morley gemakkelijk zich
zonder argwaan op te wekken bij de ver-
trekkenden aan te sluiten. Hulberry zag
Soesjin in zijn racewagen wegrijden. Kort
daarop kwam een auto. die hij kende Het
was de wagen van de Dacia, waarin hij gis
ternacht gereden had. Een seconde lang zag
hij het gezicht van Li-Seng. Naast hem zat
een andere Chinees, die stuurde. Maar het
was te donker om hem te kunnen herken
nen.
Gerustgesteld begaf hij zich naar zijn
wagen. Maar Morley trok hem aan zijn
mouw en wees op een derden, juist verdwij
nenden auto.
„Eigenaardig! Daarin zat de man, die an
ders in de Yellow Cat portier is. En ik ben
er bijna zeker van. dat de chauffeur één van
de kellners was. In den wagen zelf zaten
nog twee kerels, maar ik kon hun gezichten
niet herkennen".
Hulberry handelde bliksemsnel.
Met cén sprong bevond hij zich achter het
stuur van zijn wagen.
..Spring er in, Morley".
In een oogwenk zat Morley naast hem.
belemmerd wordt uitgeoefend, als het niet
bij de wet omschreven is.
Op een avond bemerkten twee gendarmes
op hun wandeling langs den weg, den jongen
„outlow", wiens aanwezigheid op deze plaats
hun een groot schandaal toescheen. Zij ble
ven stilstaan en vroegen zijn papieren te
zien.
Hij had alleen maar eenige papleren
francs, doch dat was niet voldoende. Op
strengen toon vroegen zij den kleinen
Mimile:
„En wat voer je hier eigenlijk uit?"
„Zooals u ziet, ben ik de „concierge" van
de tank
Maar de gendarmen waren niet bijzonder
gevoelig voor deze geestigheid en vonden het
raadzaam, ingevolge artikel 269 van het
Burgerlijk Wetboek ca" verdoolde schaap aan
de maatschappij terug te geven, en hem te
redden uit den staat van zwerverschap, waar
toe hij thans gekomen was.
Zij namen Mimile mee. teneinde hem weer
te doen opnemen te midden der beschermen
de beschaving, die hem haar weldadigheden
wel zou doer gevoelen
En wederom was Mimile een arm, verlaten
jongetje.
A. REYDING OVERLEDEN.
EERTIJDS POPULAIR REVUE
SCHRIJVER.
Te Amsterdam is 67 jaar oud. overleden
ir. A. Reyding, voormalig directeur van het
Bureau voor Muzlek-auteursrecht en een
bekend schrijver van revues.
Omtrent zijn levensloop ontleenen wij aan
het Hbld.:
De heer Reyding heeft groote populairi»
teit verworven als de schrijver van de revue
„De Doofpot", die in 1891 voor de eerste
maal in den Salon des Variétés te Amster
dam werd vertoond en daarna vele honderden
opvoeringen beleefde. Of Reyding inderdaad
de schrijver was van deze anonieme revue is
nooit met zekerheid komen vast te staan. Een
feit is. dat zijn revue's die na „De Doofpot"
werden vertoond, een veel grooter succes had»
den dan zijn eerste libretto's: „Naar den
Eifeltoren" (1889) en „Hookie Pookie", „Op
de groote Trom" en „De Ragebol", die in
de jaren '92 en '93 in den Salon des Variété's
werden opgevoerd, volgde de revue ..Maan
daghouders", die evenzeer trok als „De Doof
pot". In 1897 ging bij Prot .Luilekkerland"
met meer dan vierhonderd opvoeringen.
Daarop volgden nog de klucht „Een dolle
Boel" en in '99 „Dc nieuwe Prikkel". Met F
A. Buis (het pseudoniem van generaal A.
N. J. Fabius) schreef Reyding omstreeks 1900
eenige blijspelen in Franschen trant, w.o.
„Het Lintje" en „De edele Sport". De Boeren
oorlog inspireerde hem tot een tooneelstuk
„Het goud van Transvaal", dat het Rotter-
clamsche gezelschap van Le Gras en Haspels
ten tooneele bracht en in 1902 publiceerde hij
een roman van beursspeculanten en jour na*
listen onder den titel „Wereldroes". Voorts
schreef de heer Reyding gedurende vele jaren
de Nieuwjaarswenschen voor „De Bruiloft"
van de Kon. Ver. Het Nederlandsch Toor.eel,
waarbij hij afweek van dc oude en inmiddels
weder opgevatte traditie door allerlei mo
derne requisieten op het tooneel te brengen
waardoor de oude „Bruiloft" min of meer her
karakter van een revue kreeg.
DRUKKER LUCHTVERKEER.
DE SCHADE WORDT INGEHAALD.
Gedurende den eersten tijd van den zomer
dienst van het luchtverkeer voldeed het
passagiersvervoer niet geheel aan de gestelde
verwachtingen. Het bleef op sommige lijnen
van en naar Nederland ten achter bij ver
leden jaar. Sinds de laatste twee weken ver
toont zich echter op alle een steeds groeiende
toeneming, waardoor de cijfers belangrijk
boven die van de overeenkomstige periode
van het vorig jaar uitkomen. De transito-
diensten zijn zeer goed bezet en het fraaie
zomerweer begunstigt de boeking ten zeer
ste.
DE VOORTSCHRIJDENDE A.V.R.O-ACTIE.
Te Heer-Hugowaard is een protestverga
dering gehouden tegen de zendtijdverdee-
ling. Bijna alle aanwezigen traden toe tot
de vereeniging voor protestactie in Wést-
Friesland. Opgewekt werd tot deelneming
aan een demonstratietocht met auto's door
West-Friesland en aan de betooging in Den
Haag. Evenals elders werd een motie aan
genomen, waarin protest wordt aangetee-
kend tegen het besluit en wordt aangedron
gen op een volle week zendtijd voor de
A.V.R.O. op eigen zender.
DE ROTTERDAM LLOYD RAPIDE.
In aansluiting op het heden te Marseille
aankomende mailschip „Baloeran", vertrekt
de speciale trein met de mail en passagiers
van Marseille vandaag om 11.25 uur; aan
komst 8.51 uur te Rotterdam D.P. en 9.19
uur te Den Haag H.S.M.
Hulberry was de Dacia dankbaar, dat zij
hem zulk een snellen wagen tot zijn beschik
king hadden gesteld, want de drie anderen
voor hem waren reeds bijna uit het oog ver
dwenen.
Maar hij haalde ze spoedig in. De zaken
stonden niet gunstig voor Li-Sing cn zijn
metgezel. Ze bevonden zich tusschen twee
vuren.
..Dc portier is een reus van een kerel, Hul
berry. Indien je van plan bont hem te lijf
te gaan, wees dan voorzichtig. Laat hij je
niet te na komen!"
Hulberry liet met één hand 'net st-uur los
en haalde een slang van spiraaldraad uit den
binnenkant van zijn pak. Aan het eind was
ze voorzien van een leeren lus. waardoor hij
zijn hand liet. glijden. Het andere eind was
met lood gevuld. Toen zei hij tegen Morley:
„Buig je over het portier heen en neem uit
de werktuigkist op de treeplank een sterken
Engelschen sleutel".
Morley grinnikte en deed wat Hulberry
hem verzocht. Hij was een goede sportman
en verheugde zich op de vechtpartij. De auto
voor hen volgend, reden ze Londen uit. Zij
sloeg den straatweg naar Reigate in. Hul
berry kende den weg en wist, waarom men
hem gekozen had. 's Nachts was deze straat
heel eenzaam, had veel bochten en was heu
velachtig. Hij draalde de lichten van zijn
wagen af en verliet zich cp zijn oriënteer-
vermogen en het zwakke licht van de halve
maan. waarin de band van den witten straat
weg goed uitkwam. Ze hadden ongeveer
veertig minuten gereden cn hadden juist een
bocht achter zich. toen Morley uitriep:
..Daar zijn ze!"
Tegelijkertijd opende hij ook reeds het
portier. Hulberry drukte de remmen neer en
sprong aan den anderen kant uit den wagen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No 1601
JUBILEUM BOEKBINDERIJ
W. KNOOP EN ZN.
Dinsdag is het 40-jarig bestaan van de
boekbinderij der firma W. Knoop en Zonen
feestelijk herdacht, 's Morgens half tien
werd de oprichter der zaak, de heer W.
Knoop, door zijn zoons gehuldigd, waarna
hem een geschilderd portret werd aange
boden.
Hierna werden de drie firmanten per auto
door leden van het personeel der zaak van
huls gehaald en door het geheele personeel,
dat inmiddels op het kantoor was opge
steld feestelijk binnen gehaald. Na door
den bedrijfschef te zijn toegesproken werd
hun een geheel eiken schrijfbureau en oor
konde aangeboden en aan de dames der
firmanten een tuil bloemen.
Nadat allen nog eenigen tijd gezellig bij
elkaar waren geweest, ontvingen de perso
nen, die meer dan 25 jaar bij de firma in
dienst waren, een aandenken met inscrip
tie; verder ontvingen allen een enveloppe
met inhoud.
's Middags hield de firma een zeer druk
bezochte receptie..
Meer dan vijftig bloemstukken sierden
de vertrekken; tal van telegrammen en ge-
lukwenschen van vrienden en clientèle
waren binnengekomen.
VEROORDEELING WEGENS DOODSLAG
TE ROTTERDAM.
De havenarbeider A. v. d. B. had voor de
Rotterdamsche rechtbank terecht gestaan,
waarbij hem ten laste was gelegd A. Buyt op
29 December 1929 opzettelijk en met voor
bedachten rade van het leven te hebben
beroofd.
De rechtbank veroordeelde hem wegens
doodslag tot 8 jaar gevangenisstraf, door te
brengen in een bijzondere strafgevangenis,
en met aftrek der preventieve hechtenis.
Het Haagsche Gerechtshof heeft thans
dit vonnis bevestigd.
JAPANSCIIE KOELI DOODT EEN RUS.
Aneta seint uit Medan, dat een Japansche
koelie, werkzaam op de particuliere land
bouwonderneming Lima. Poeloeh (onderaf:
deeling Batoe Bahra, afdeeling Assahan,
gouvernement Oostkust van Sumatra) den
Russischen assistent dier onderneming Dynine
vermoord heeft.
DE HEER W. P. HILLEN ZIEK.
Het lid van den Raad van Ned.-Indië, de
heer W. P. Hillen, die per. s.s. „Aldebaran"
van de Gouds Marine uit Boven Digoel is
teruggekeerd, lijdt naar Aneta meldt, aan
malaria en kan zijn arbeid in den Raad van
Ned.=Indië voorloopig niet hervatten.
Voor hen speelde zich een fantastisch too
neel af. In het bleeke maanlicht stonden
drie auto's. Als eerste in het midden van de
straat de wagen van Soesjin. dien hij zoo
opgesteld had. dat de auto van den Chinees
daardoor onverwachts de doortocht belet
werd. Daarna kwam de Dacia-wagen en hier
naast de auto, die hem gevolgd had.
Op den straatweg waren vier menschen
handgemeen met twee tegenstanders. Bijna
hadden Hulberry en Morley lust niet in te
grijpen. Zoo eigenaardig verbluffend en
boeiend was de strijd. Geen geluid werd ver
nomen. In een grimmig stilzwijgen speelde
zich het gevecht af.
Elke Chinees had twee van Soesjins man
nen als tegenstanders, terwijl één van de
aanvallers reeds op den grond lag. Het leek
wel, alsof de zonen van het Hemelsche Rijk
hem dadelijk in het begin geveld hadden.
Li-Sing stond tegenover Soesjin en den
kellner. Pierre en zijn helper vochten tegen
den anderen Chinees.
Een oogenblik keken Morley en Hulberry
toe. Het was ongelooflijk meesleepend. De
t-wee Engelschen hadden nog nooit een echt
Chineesch stokgevecht gezien. Nu waren zij
er getuige van. De Chineezen waren de
Europeanen ver aan vlugheid en behendig
heid de baas. Ternauwernood kon men hun
bewegingen volgen. Ze sprongen naar rechts
en naar links, schenen zich in de lucht om
te draaien, keerden zich op de hielen om, ge
bruikten in den sprong hun voeten om te
schoppen; ze waren overal en nergens
tegelijk.
En als een regen vielen de stokslagen
neer.
Soesjin en zijn mannetjes vochten woest,
ruw. maar onhandig. Tegenover de dubbele
overmacht streden de Chineezen daaren-
De minuut die een eeuw lijkt
(Nadruk verboden1
(Reeds in een deel van de vorige oplage
opgenomen.)
NED. R.-K. VOLKSBOND.
ZILVEREN JUBILEUM DER AFD.
OVERVEEN.
De afd. Overveen en omstreken van den
Ned. R.K. Volksbond zal op Zondag 29 Juni
haar zilveren jubileum vieren met verschil
lende feestelijkheden.
Te 7 uur is een H. Mis in de Parochie
Kerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvan*
gen, te Overveen. Daarna is er een gezamen
lijk ontbijt voor de leden in de consumptie»
tent op het feestterrein, aan den Bioemen-
daalschen Straatweg, tegenover Café Restau
rant „Roozendaal".
Des middags wordt van 3 tot 5 uur receptie
gehouden in de St. Aloysiusschool aan heb
Zandvoorterpad te Overveen.
Des avonds te 7 uur begint op het Feest
terrein een groot buitenfeest, waarbij o.a. het
woord zullen voeren de voorzitter der Feest
commissie, kapelaan F. van Buuren en de
voorzitter der jubileerende afdeeling, de heer
J. G. van Kessel.
Welwillende medewerking wordt verleend
door de R.K. Harmonie Vereen. „Euphonia",
de R.K. S. V. „Hercules", de R.K. Mandoline
club „Sancta Maria" en de Mondaccordeom
club „Con Amore".
Voorts werken nog mede: „Stoeken's Jazz
band", de muzlkaie clown en jongleur Poor
Billy en Prof. Meiloc, humoristisch gooche
laar en buikspreker.
WIJZIGING DER BOUW- EN WONING-
VERORDENING
Den 23en April j.l. stelde de raad een
nieuwe redactie vast van art. 4 al. 1 sub a der
bouw- en woningverordening, nadat de oor
spronkelijke redactie op advies van Gedepu
teerde Staten gewijzigd was. Thans heeft
de voorzitter dier Staten medegedeeld, dat
genoemd college zich met de strekking van
het besluit kan vereenigen, doch dat het be
denking heeft tegen de redactie, aangezien
deze féitelijk bouw uitsluit aan wegen, die
niet op het uitbreidingsplan voorkomen. Het
schijnt aan Gedeputeerde Staten niet juist,
dat het recht om te bouwen aan wegen, we'ke
reeds op 28 April 1905 bestonden en welke
vroeger voorkwamen op de in de verordening
genoemde lijst, op deze wijze afhankelijk
wordt gesteld van het al dan nu t voorkomen
op het uitbreidingsplan.
Overeenkomstig de zienswijze van Gede
puteerde Staten stellen B. en W. den Raad
thans voor. in art. 4, alinea 1 sub a de
woorden: „tot een breedte als het uitbrei
dingsplan aangeeft" te vervangen door de
woorden: „tot een breedte als de Raad aan
geeft."
tegen met het weloverwogen doorzicht van
den geoefenden stokvechter.
Daar zag Hulberry, hoe Soesjins hand
ongemerkt zijn heup trachtte te bereiken.
Eén sprong en zijn spiraaldraad trof te
gelijkertijd met den stok van Li-Seng
Soesjins arm. In een boog vloog het pistool
op den grond en Soesjin zag de twee nieuwe
aanvallers, wier komst hij In de hitte van
het gevecht niet bemerkt had
Met drie geweldige sprongen was hij in
zijn wagen en het volgende oogenblik schoot
hij vooruit.
Morley had zich ondertusschen met zijn
Engelschen sleutel op de twee tegenstanders
van den anderen Chinees geworpen. De
kleinste van de twee kwam het eerst binnen
het bereik van zijn wapen. Hij stootte een
diepen zucht uit en legde zich midden op
den straatweg te rusten. Pierre zag wat er
plaats greep, zag de nieuwe hel]>ers, zag
Soesjin wegrijden en was in één sprong bij
Jean, den kellner, die reeds aan het stuur
zat.
Juist, toen Jean Inschakelde, gebeurde er
iets onverwachts.
Li-Sing had hen rustig laten instappen. Nu
nam hij een langen cylinder wierp hem met
groote zekerheid door het glas van een por
tier. dat rinkelend in stukken viel in 'den
wagen.
Een groote vlam laaide op. de auto stopte,
de beide inzittenden sprongen er uit en sloe
gen op de vlucht ln het donker van den
nacht.
In den wagen echter werkte de bom, die
Li-Sing er in geworpen had, verder. De
vlammen sloegen over naar het benzine
reservoir en een oogenblik later onttrok een
groote vuurzuil den wagen aan het gezicht.
(Wordt vervolgd).,
Als je man juist begonnen is met een mop, terwijl
hij vleesch staat te snijden en je weet dat hij dan zoo
gedachteloos wordt met ronddeelen, dat er niet
genoeg zal zijn om ieder te bedienen.